IJpersch Weekblad.
TRONIPÊ, MAÏS FIDELE.
geheel liet land 3,00. op 500 afdruksels. voor stad 2,50.
Zondag 30" April 1882.
5 centiemen het nummer.
KUNST- EN LETTERNIEUWS.
DE KUNSTBODE VAN IJPEREN, verschijnt demZat Trdag-rrroirl; memVchrijfi. in bij - Karei Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 59, IJperen. De
inschrijving,prijs is fr. 3-50 voor stad. fr 3-00 voor geheel liet land. —Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge
zond worden vóór den Vrijdag avond. Aankondigingen den regel 5 Ctentiemen. Reklatnen den regel 15 centiemen. Inlijvingen bij akkoord aan geringen prijs.
Darwin.
Vrijdag, 21 dezer, is de vermaardste der moderne
natuurgeleerden te Londen overleden. Hij zag den 12
Februari 1809, te Shrewsburg het licht. Hij was de
kleinzoon van een zeer befaamden geneesheer. Hij begon
zijne studiën aan de Hoogescliool van Edimbourg en
voltrok ze te Cambridge, waar hij zijne graden in 1831
bekwam. Hij trouwde in 1839 met eene kleindochter
van den beroemden Céramist Wedgwood. Onder de
talrijke gewrochten over de natuurlijke wetenschap,
die hij in 't licht gaf, maakte zijn Oorsprong der
geslachten door natuurlijke vervorming een onge-
loofbaar gerucht.
Tot dan beschouwden de geleerden algemeenlij k de
verscheidene dierengeslachten als dezelfde gebleven
zijnde sedert de schepping der wereld, 't is te zeggen
als oorspronkelijke wezens.
Darwin stelde tegen het stelsel der onveranderlijk
heid der geslachten, de theorie der ontwikkeling of der
gedaanteverwisseling.
Ik denk, zegde hij, dat heel het dierenrijk van vier
of vijf primitieve tijpen voortkomt, en het plantenrijk
van een gelijk getal of minder nog. De gelijkvormig
heid zou mij zelfs een weinig ver leiden, 't is te zeggen
tot de denkwijs dat al de dieren en al de planten van
een enkelen prototype (model) voortkomen; maar de
gelijkvormigheid kan een slechte geleider zijn.
Deze theorie was niet heel en gansch nieuw. Zij was
reeds gesteld geworden voor Darwin, en namentlijk
door den franschen natuurkundige Lamarck. De groote
oorspronkelijkheid van Darwin bestaat in het ontdek
ken der natuurwetten, die tot proeven zijns stelsels
dienen. Hij heeft zijn uitgangspunt in de kunstmatige
selectie genomen. Hij heeft geduldig 150 verscheiden
heden van huisduiven nagegaan en bewezen dat ze al
NOUVELLE.
Suite.
Alfred, heureux et joyeux, prodigeait le temps de ses
vacances entre l'étude et la promenade. Comme autre
fois, il se rendait pour ainsi dire journellement au cha
teau; il y accompagnait le plus souvent sa sceur Marie,
qui était restée l'amie et était devenue la confidente de
Léonie. Le père de celle-ci se flattait, a tort pourtant,
car richesse n'est pas science d'or, d'ètre l'homme le
plus instruit de la contrée. II se faisait done un plaisir,
pour faire admirer les connaissanées qu'il croyait possé-
der, d'inviter le lauréat du Gymnase de Bonn a venir
passer une partie de ses journées auprès de lui. Celui-ci
sent.it bientöt dans sa science simple et naïve, a quelle
tê,te creuso il avait affaire. A tout autre il aurait fait
comprendre indirectement que son interlocuteur faisait
fausse route quand, par des phrases omphatiques et
vides de sens, il croyait trouver en lui un trop facile
admirateur. Mais eet homme était le père de Léonie, et,
a ce titre seul, if avait droit tout au moins a son respect
et a son prudent silence, toujours pris pour une :acite
approbation. Aussi Alfred avait-il pour ainsi dire entrée
libre la maison de campagne.
Dans ses visites, le jeune homme rencontra souvent
la jeune fllle se promenant toute pensive au milieu des
parterres odoriférants. Chaque fois elle lui avait tendu
van den zelfden stam voortkomen, de houtduif (pigeon
biset).
Darwin is tot het besluit gekomen dat, zoo een ge
slacht onder onze honden verandert, 't is dat het
veranderlijk is, en dat hetgeen de kweeker doen kan,
tegelijk in de natuur geschiedt, onder den invloed eener
oorzaak, aan welke hij de naam van natuurlijke selec
tie gegeven heeft.
Andere natuurgeleerden die onder opzicht van
kennis, van ernst en ook van roem ver beneden Darwin
staan hebben zijne theorie overdreven en eruit de
gevolgtrekking gemaakt dat de mensch van den aap
voortkomt!Heerlijke afkomst!nietwaar,
Lezer?!....
Welnu, wie zijnen oorsprong bij de apen verkiest te
zoeken is daar vrij van; anderen hebben liever den
mensch als edele koning der schepping uit de handen
des Almachtigen op aarde te zien treden en voort,
hopend, minnend en strevend, aan eene eeuwige be
stemming te gelooven.
Komen, 1882. P. P. Denys.
Over eenige dagen, in eene dichterlijke luim zijnde,
hebben wij een aap en een puit over deze kwestie
hooren spreken. Wellicht zal het den eenen of den
anderen lezer bevallen dat wij hier eens die twee dieren
hunne gedachten doen herhalen.
Welaan het zij zoo
De Aap en de Puit.
Aan Karei Voght en C°!
la main; chaque fois il avait compris a son regard qu'il
ne lui était pas indifférent, que cette amitié d'enfance,
qu'on pouvait nommer fraternelle, avait subi une cer-
taine transformation. Alfred avait dix-neuf ans; Léonie
en avait dix-huit. Beau temps, temps fleuri du prin-
temps de la vie, époque des aspirations douces et géné-
reuses, oü le coeur s'ouvre, s'enflamme sous le souffle
brülant de la jeunesse et de l'illusiontemps oü l'on ne
connait que les rêves dorés, le parfum des fleurs, le
chant des oiseaux. Etait-il done étonnant que Léonie,
la privilégiée du sort, elle pour qui la jeunesse prodigue
ses plus doux sourires, effeuillait ses plus belles fleurs,
sentlt naitre ce feu en son ame, ce feu!... Etait-ce
étonnant qu'elle se sentit de plus en plus attirée vers ce
jeune homme beau, fort, doué des plus nobles qualités
et que son père semblait aimer et respecter? Pourtant,
elle no pouvait encore,inexpérimentée qu'elle était, défi-
nir ce sentiment étrange qu'elle ressentait et qui accélé-
rait les bat temen ts de son coeur, l'approcbe de celui
qui avait été l'ami de son enfance.
Depuis quelques jours pourtant, une certaine réserve
s'était, comme subitem ent, établie enire les deux jeunes
gens. lis sentaient chacun, sans s'en rendre compte, que
quelque chose d'extraordinaire 3e passait en eux, et
qu'un problème inconnu, mais d'oü devait dépendre
peut-être leur destinée, allait se résoudre.
Le temps que l'on passe au sein du bonheur s'envole
rapide comme la fumée. Les vacances étaient sur le
point de finir; quelques jours encore, et une nouvelle
séparation, plus crueile peut-être que la première,
serait nécessaire.
Les cours de l'Université allaient s'ouvrir. Alfred
s'effrayait a l'idée seule de séparation.
11 venait de faire ses adieux au digne et vieux pas-
teur qui avait guidé ses premiers pas dans le chemin de
la vertu. En marchant, il songeait aux pieux conseils
qu'il venait de recevoir avec reconnaissance, mais
bientöt un autre genre d'idées envahit sonesprit.il
devait partir le lendemain, et mamtenant il allait faire
ses adieux a Léonie.
II était entré dans le jardin encore tout paré de fleurs
et de verdure. Sans trop savoir oü il allait, il passait et
repassait par ces chemins qu'il avait parcouru si souvent
avec elle.
Fatigué et l'ame émue, il se laissa tomber sur un
banc rustique.
Comme il est doux, se disait-il, de revivre dans
ses souvenirs
Et la tête pencbée sur la poitrine, le jeune homme
ïêva.... II vit deux enfants jouant dans la verte prairie;
il les vit croitre; ïls étaient beaux: ils s'aimaient tendre-
ment.
II était assis la depuis longtemps, comme séparé du
monde entier. Aussi n'entendit-il pas le bruissement
léger des feuilles qu'un pied plus léger encore venait de
fouler, ni le frölement d'une robe de soie.
G'était Léonie, qui venait, sans le savoir, de surpren-
dre le jeune étudiant.
Un instant interdite, la jeune fllle se mit a comtem-
pler son ami d'enfance. Un doux sourire errait sur ses
lèvres. Puis elle lui toucha legèrement l'épaule. Alors
il sembla se réveiller d'un profond sommeil et leva la
tête....
Ah! c'est toi, Léonie, murmura-t-il.
Dis mois, fit doucement la jeune fllle, a quoi
DE KUNSTBODE
V.
Een aap, in eene vilde streke,
Ging drinken aan een' beke.
Een puit
Stak juist zijn kopken uit,
En zag vol angst en vreeze
Het monsterachtig wezen
Dat voor hem stond.
In eenen stond
Was hij het water ingesprongen.
Maar, door nieuwsgierigheid gedwongen.
Stak hij den kop
Welhaast weêr op,
En vroeg al bevend,
Ja zeggen wij meer dood dan levend
Of de aap geen nieuws en wist
Uit 'trijk der menschen!
Heer puit'k vervul uw' wenschen
Zoo zei hem de aap. Een groote twist
Is uitgeborsten
Bij 't puikgeslacht der wijsheidsvorsten.
Naar 'k zoo in 't krant te lezen kom,
Men twist zich dom en krom.
Om vast te stellen, naar behooren
Dat de eerste mensch uit 't ras der apen werd geboren
Hier kroop de puit
Verwonderd uit
De beek,
Wen de aap een stapje week,
Als om zijn klant wat plaats te gunnen.
Bij Godzou 't wezen kunnen!
Hernam de puit dat reeds de mensch zoo wijs
En groot is, dat hij in het paradijs,
En al wat hiermede is verbonden,
Een simple fabel heeft gevonden
Zooals gij zegt, mijn waarde heer,
De dwaze bijbelleer
Is goed voor ezels nog en honden
'k Wenseh u proficiat, heer aap; het is eene eer
Voor 't dierenras, dat 's menschen nieuwe leer
Uw eêl geslacht zoo komt verheden.
Ik zeg het hier
Het doet me oneindig veel pleizier.
Want 't moet ook 't ras der puiten tretfen
Wat wilt gij zeggen, waarde puit?
'k Weet niet wat zulks beduidt:
Spreek maar uw hert rechtuit!
Het moge dus uw Hoogheid niet froisseeren
Dat, lijk het apenras
't Princiep der mensclieid was,
Wij, simple puiten 't leven schonken
In grachten, kreken, in moerassen en spelonken
Aan 't grootsch geslacht
Welk u heeft voortgebracht!...
Bij mijnen eedlen staart! ik heet u liegen!...
Zei de aap met woede en kracht,
Indien de nieuwe leer, zoo zonder recht,
U zulke dwaze dingen zegt,
VI.