geheel het land 3,00. IJpersch Weekblad voor stad 2,50. TROMPÉ, MAIS FIDÉLE. Zondag 11" Juni 1882. 5 centiemen het numme 3d OP 500 AFDRUKSELS KUNST- EN LETTERNIEUWS. TTTTTSTSTBoibE VAN IJPEREN, verschijnt den Zaterdag avond; men schrijft in bij Karei Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 59, IJperen. De fr „50 voor stad fr 3-00 voor geheel het land. —Alle artikelen, verslagen of mededelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge- zomlen worden vóór de"n Vrijdag avond. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamenden regel 15 centiemen. Inlijvingen bij akkoord aan geringen prijs. Hulde Aan den heer F. DE LEU, Gemeente-Onderwijzer te Meesen, bij zijne vereering met het Burgerkruis van le klas. Over eenige weken, ontving eene heele reeks onder wijzers het burgerkruis. Deze vereerende onderscheiding werd voor lange jaren (35 jaren ten minste) dienst in het officieel onderwijs, verleend. Onder die gelukkigen waren er slechts vier uit West- Vlaanderen: MM. K. Tyteca, te Ruddervoorde, F Lam mens, te Zonnebeke, Th. Diaz, te Ardooie, en F. De LeH, te Meesen. Deze vier namen zijn niemand zal het ontkennen zeer verdienstelijk. Nogtans uitstekend in verdienste is ontegensprekelijk de laatste: M. F. DeLeu. Zoo wij ons niet vergissen, trad deze, op den oüder- dom van 15 jaar, als hoofdonderwijzer van Meesen op, en had dus den tijd noch de gelegenheid niet gehad diepe voorbereidende studiën te doen. Door zelfstudie, door moed en aanhoudenden ijver heeft hij het zoo ver gebracht dat hij welhaast als een der bekwaamste en geleerdste onderwijzers aanzien werd; titel, dien hij heden tusschen al de jongere en geleerde ambtgenooten weet staande te houden. Hij is het kind zijns werks, in den volsten zin des woords. Niet alleen is hij ervaren in de nieuwere methode leer, maar onderscheidt zich nog daarenboven door eene onbetwiste welsprekendheid, door eene ongewone handigheid in het teekenen, door een meesterlijk spel op orgel en piano en door zijne diepe kennissen in al de vakken der natuurlijke wetenschappen. Ik ging vergeten te zeggen dat hij boven al deze gaven en kennissen, nog eene hoedanigheid bezit, die men zoo zelden op onze dagen aantreft...'t is de diepe zedig- NOUVELLE. Suite. XI. Infatigable comme autrefois au travail, Alfred voyait approcher a pas de géant le temps oü ses durs labeurs allaientètre recompenses. II était bien un peu étonné de recevoir si peu de nouvelles de son village, car depuis deux mois aucune lettre ne lui était parvenue, mais il se tranquillisait en songeant au passé. L'homme est ainsi fait. Quand le malheur est loin encore, il s'imagine qu'il va fondre sur lui; tout le fait trembler; il y a dans son coeur quelque chose d'incompréhensible qui ne lui laisse ni trève ni repos. Mais quand le malheur est proche, quand l'orage est sur le point d'éclater sur sa tête, toute crainte disparalt comme par enchantement. L'ame in- quiète autrefois, est devenue calme; une sorte de sécu- rité morale succède aTabattement physique. Etle coup le frappe et l'abat impitoyablement, au moment même oü il croit toucher au port! Le labeur assidu d'Alfred fut enfin couronné d'un plein et éclatant succès. II sortit premier de l'Université de Bonn, et recut le diplome de médecin. Les thèses publi- ques 'qu'il soutint furentun véritable triomphe pour la science; il fut acca'olé d'honneurs et de marques de sym pathie, car comme autrefois au Gymnase, il s'était, par son affabilité, concilié l'affection de tous. Le vieil oncle du jeune docteur était mort un mois heid! het onloochenbaar kenmerk van den waren Geleerde. Ik heb de eer sedert lang met den heer De Leu be vriend te zijn en, ik ben er zeker van hij zal zich aan niets minder verwachten dan aan een lofdicht! Ik denk zelfs dat ik eene vriendelijke berisping tot be danking zal moeten aanvaarden, gelijk het al eens gebeurd is. Nu, om 't even, het deed mij waarlijk ge noegen door eenen kring van onderwijzers uitgenoodigd te wezen, om een lofdicht op te stellen. Dat is vriende lijk van hen. Ook zal ik de voorspelde berisping mis schien alzoo ontgaan! Dit lofdicht, zooals het hier staat, werd dezen namid dag voorgedragen in het noenmaal, volgende op da wetenschappelijke conferentie door M. De Leu aan: de onderwijzers van den Kring-Meenen gegeven. Huidekransje aan M. F. De Leu. auparavant. Alfred avait, en pleurant, fermé les yeux a son bienfaiteur, qui en mourant n'avait qu'un regret, celui de ne pouvoir assister au triomphe scientifique de son cher protégé. Le vieillard, pour Ie récompenser de ses soins et de son affection, l'avait instituó unique héri- tier de sa fortune qui, quoique modeste, devait pourtant procurer une belle aisance au jeune médecin. II résolut de ne rien écrire de ces deux événements chez lui. II savait que l'un devait le rendre plus cher a Léonie, et que l'autre applanirait probablement bien des difficultés du cóté du riche propriétaire. Voulant faire a sa bonne grand'mère et a sa soeur Marie une agréable surprise, il se mit en route sans annoncer son retour, et parcourut pour la dernière fois ce chemin sur lequel il avait déja subi tant d'émotions di verses. Maintenant, se disait-il, je suis digne d'elle; com me elle sera fiére et étonnée du succès de son Alfred!... II me semble que la voiture marcheplus lentement que jamais! Ah! si je pouvais être transporté par la pensée, depuis longtemps déja je serais prés d'elle. Pauvre Alfred, ne te dépêche done pas si fort; jouis largement des quelques moments heureux qui sont en core ton partage; cliante encore avec la nature si riante et si fralche; écoute encore le doux ramage des oiseaux et les gais refrains du laboureuremplis une dernière fois ton ame de tous les trésors de poésie qui t'environ- nent; car bientöt, toi qui heureux et fier viens d'entrer si dignement dans une noble carrièretoi sur le front duquel brille la science et la vertu; toi si bien fait enfin pour le bonheur, tu vas savoir bientót ce que e'est que le malheur qui s'acharne et s'abat impitoyablement sur qnelqu'un... XII. Alfred s'était arrêté quelques jours a Bruxelles pour remplir les formalités prescrites par la loi a l'égard de ceux qui ont pris leur diplome de médecin a l'étranger. II sortit victorieux de l'épreuve, et le jeune docteur rec.ut les plus chaleureuses felicitations de ceux qui, tantót ses interrogateuss, étaient fiers maintenant d'ètre les confrères de ce précoce et brillant talent. Comme autrefois, Alfred mit pied a terre a quelque distance du village, afin de raffermir son esprit excité et de calmer l'émotion qui le gagnait chaque fois a l'appro- che de l'endroitqui renfermait tout ce qu'il aimait. Enfin le voila arrivé a son village. Depuis quelque temps déja, il avait entendu des cris joyeux, des cris de fète, entrecoupés de temps a autre par le bruit sourd du canon, ou le pétillement strident des coups de fusil. De loin il vit de petits groupes de paysans endiman- cliés, causant avec une joyeuse animation entre eux. Plus loin, au tournant de la route, il vit s'élever un arc de triomplie orné de verdure et de fleurs. Curieux, il arrèta un passant empressé qui ne le re- connut pas. Dites done, l'ami, a quelle occasion y a-t-il fète au village aujourd'hui? On voit bien, répondit le villageois, que vous n'ètes pas du pays, vous. C'est une noce que Ton célèbre. Et il continua son chemin. Pas le moindre soupgon ne s'éleva dans lame du jeune docteur. Encore deux êtres qui vont être heureux, se dit-il a lui-même. (A continuer.) Dr G. Paret. DE KUNSTBODE Het heeft ons waarlijk diep verheugd Dat gij, voor ware burgerdeugd, Het kruis van eere hebt ontvangen! Gedoog dus dat uit onze rangen Een stemme zich verheff', die zegt Hoe billijk elk het vindt en recht Dat't Land, voor al uw edel streven, U de onderscheiding heeft gegeven! Mocht men 't geschiedboek openslaan, Om in breê trekken na te gaan Hoe 't onderwijs in Vlaandrens streken Eens pijnelijk de baan moest breken Men zou, sinds meer dan dertig jaar, Uw naam zien schittren in de schaar Der kampers voor de grootsche richting Van co/Aswelzijn door uo/ksverlichting! En lang stond 't denkbeeld bij u vast, Welk heel de maatschappij nu tast, Dat eens de wetenschap heur stralen Tot in de volksschool moest doen dalen; Ja, eens de grondzuil wezen zou Van "t immer rijzend eeuwgebouw, Dat voor het volksheil werd ontworpen Ter steden, ja ter kleinste dorpen! Gij wist dat eens de wetenschap Tot ons moest nadren, stap bij stap, En dat men in des Scheppers werken Wel iets bevatbaars kon bemerken Voor 't kind zelfs van het arme volk. Dat ook wel 't hoofd wat uit den kolk Der duistre ellende mag verheffen, En van Gods grootheid Iets beseffen!... En moedig, rustloos zaat gij daar Te denken, peilen hoe en waar Natuur heur wondre kracht laat raden. En 'tEureka liet u dan baden In zoet genot, omdat het licht Gerezen kwam voor uw gezicht! Omdat gij 't raadsel hadt gevonden Hoe kracht in eenvoud licht verbonden.'... Hoevelen volgen thans de baan, Waar gij met licht zijt voorgegaan!... Hoevelen willen zich thans sterken Met 't zoeken in Gods wonderwerken!... De wetenschap 't werd reeds gezegd Wordt thans tot grondzuil aangelegd Bij 't keeren, in de nieuwe richting. Des onderwijs, der volksverlichting! En, allen volgen wij u na!... Wij slaan natures wetten ga!... En 't horizont der school wordt breeder; De vlerk des geests krijgt nieuwe veder!... Het volkskind kijkt de schepping aan, Als wou 't iets wondervols verstaan!... De geestontwikkling gaat heur gangen Tot in de laatste volkesrangen! En thans, wij juichen, met gedruis, Om 't lang verdiende burgerkruis Waarmede 't. Land nu kwam betoonen Hoe 't moed en wijsheid wil bekronen; Om 't eereteeken dat onz' Vorst Deed vesten op uw vlaamsche borst, En dat gij al uw levensdagen, Om uw verdiensten, fier moogt dragen! Maar fier zeg ik zoo hartlijk hier; Ik denk wat na: Past 't woordje fier I O neen! nietwaar! 't is woordje zedig Want ware kemus was steeds zedig'. Die waarheid nu is hier volledig! En daarom minnen we U nog meer! Ja, buigen dieper, dieper neêr, En juichen vroolijk al te gader Als op een eerfeest van een vader! Komen, Juni, 1882. P. P. üenys.

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1882 | | pagina 1