BERNARD VAN SILLY.
VERSGHILLÏGE TIJDINGEN..
Elvire en Adolf.
is de lieer Karei de Posch, kolonel bevelhebber van het
eerste jagers te paard, te Gent, schielijk overleden in
den ouderdom van 58 jaar. 's Morgens wilde zijne echt-
genoote hem wekken en zij stelde met schrik vast da-t
hij dood was. Hij was als simpel soldaat in het leger
getreden en klom tot den graad van kolonel op. Op het
oogenblik dat de dood hem is komen treffen, was hij
voorgesteld voor den graad van generaal en diegene
van officier der Leopoldsorde. Hij was reeds ridder.
Zijne begraving heeft Donderdag 11. plaats gehad.
Verplichtend onderwijs. In de provincie
raad van Brabant is een voorstel neèrgelegd tot uit
drukking van den wensch dat het verplichtend onder
wijs in ons land zon ingevoerd worden.
Zaak Bernard. De Vérité van Doornijk zegt,
dat de procureur des konings van daar naar Parijs is
vertrokken, om de 2 a 300,000 fr. die kanonnik Bernard
aan verscheidene Banken had toevertrouwd, in beslag
te nemen.
Uitslag der kiezing te Namen. Ziehier de
officiëele uitslag der kiezing die Maandag te Namen
plaats had en waarin de liberale kandidaat de zegepraal
behaalde.
3,075 kiezers namen deel aan de stemming.
M. Guvelier bekwam 1553 stemmen.
Hamoir 1495
De heer Guvelier werd derhalve gekozen met 58
stemmen meerderheid.
De liberale meerderheid in de Kamer die uit 10 stem
men bestond, is hiermede tot 18 geklommen.
Afrika. Lieutenant Constant van het regement
der grenadiers, en lieutenant Storms eenigen tijd ge
leden naar Afrika vertrokken, zijn te Zanzibar aange
komen. Wij vernemen dat lieutenant Storms zijne reis
naar Afrika alleen zal voortzetten. Zijn collega, aan
getast door de koorts, zal naar Europa terugkeeren.
Amerika. In het jaar 1881 ontscheepten in
Amerika 600,000 landverhuizers uit Europa. Dit totaal
zal in 1882 nog hooger loopen. In Mei alleen kwamen
er te New-York 90,019 landverhuizers aan, behalve
20,000 in Philadelphia, Baltimore, New-Orleans, enz.
Voor New-York beliep dit getal op het einde Mei 234,000
landverhuizers, meestal Duitschers.
kapitein Boy ton. Kapitein Boyton, de bekende
vermetele zwemmer, heeft onlangs het waagstuk vol
bracht van de watervallen der James-rivier, in den
Amerikaanschen Staat Virginie, af te zwemmen. Deze
vallen zijn zoo gevaarlijk, dat geene boot er varen kan.
Het water stort over ontzaglijke rotsblokken en vormt
op sommige plekken vreeselijke draaikolken. Zij zijn
drie mijlen lang en, van het hoogste tot het laagste
punt 80 voet diep. In het midden werd de zwemmer
door eene strooming, die eene snelheid heeft van 30
mijlen per uur, gegrepen, en met eenen ruk over eene
hoogte van tien voet geslingerd. Hij werd met ontzet
tende snelheid door den zoogenaamden hemel gedra
gen, in de hel herhaalde malen onder water getrok
ken, maar hij bracbt zijne onderneming gelukkig ten
einde en kwam er met eenige licht? verwondingen af.
Nieuwe termen. Een fransch blad deelt een
paar staaltjes mede van nieuwe wetenschappelijke ter
men, die, volgens eenige scheikundigen, algemeen
gebruikelijk, maar voor eerstbeginnenden verre van
aangenaam zijn. Men spreekt van Arhomononitrodi-
phyldiacetyline, van Eiparatolyldiazophenyture en
van Ethylenetetrdmethyldiphenylphosphónium. -Een
buitenkansje voor iemand zonder memorie, zou de
Schoolmeester zeggen.
Anecdote. Van een zeer bekenden franschen
doctor, wiens methode even wonderlijk als duur is,
vertelt men de volgende vermakelijke anecote. Op zeke
ren dag ontvangt hij bezoek van een rijken Engelsch-
man, die opzettelijk het kanaal overgestoken is. Hij ziet
hem scherp in de oogen, beklopt hem hier en daar en
houdt hem ten slotte een lleschken onder den neus, met
de woorden: Riek eens. De lord riekt. Zoo is het
goed, gijzijt genezen! - De Engelschman, die over
deze spoedige genezing heel verwonderd is, vraagt:
«Wat ben ik u schuldig? «Duizend frank. "De
Engelschman haalt een bankbillet van duizend frank
uit den zak en zegtRiek eens zoo goed gij zijt
belaald! en verlaat met eene diepe buiging den doc
tor, die op zijne beurt verbluft staat te zien.
Voorstel. Men verzekert dat het collegie van
burgemeester en schepenen der stad Brussel het voor
stel heeft ontvangen van wege eene maatschappij, om
in het Park Leopold eenen dierentuin in te richten,
mits eene jaarüjksche toelage van 30,0d0 fr. door de
stad te betalen.
Voor de keuken. Om eene salade toe te be
reiden, die niet alleen smakelijk, maar ook voedzaam
is, en niet kostbaarder dan de voorstanders van azijn,
die olie willen uitwinnen, meenen, neme men de krop
pen, trek er de buitenste harde bladen af die men niet
eten wil, en giet er dan zooveel water op als mén maar
wil. Dan moeten de kroppen in een salade-emmer be
hoorlijk uitgeslagen worden, om er de waterdeelen
zooveel mohelijk uit te verwijderen. Nu neemt men er
weèr de buitenste bladen af, snijdt zooveel van den
stronk weg als men noodig acht, en verdeelt de harten
in den schotel in twee of vier deelan. Deze moeten met
fijn zout bestrooid en met olie begoten worden. Na ver
loop van eenige minuten is zoowel de olie als het zout
verdwenen, dat wil zeggen: in de kroppen getrokken.
Daarna moet men de geheele massa dooreen roeren, de
harten nog eens doorsnijden en alles naar behooren met
azijn besproeien, en wie deze salads eenmaal geproefd
heeft, zal zeker de andere wel laten staan.
Vooruitgang Anderson verhaalt in zijne han
delsgeschiedenis van Engeland zonderlinge bijzonder
heden over de levenswijze onzer voorouders, en die
toonen hoe eenvoudig zij 'het gedaan kregen, in vergelij
king met de weelde van onzen tijd. In 1234 sliep de ko
ning van Engeland voor eerst op eenen stroozak;
vroeger had hij op de planken geslapen; in 1246 waren
de meeste huizen nog met stroo bedekt en in 1300 kende
men in Londen nog geen schoorsteen, veel minder
eenen haard. Men warmde zich nog aan vuurteilen.
Wijn werd als geneesmiddel in de apotheken verkocht.
Rijtuigen kende men niet. De aanzienlijken reden te
paard, met de vrouwen achter zich.
In 1340 bedroegen de belastingen 30,000 zakken wol;
rechters en advokaten werden met kaneel en peper
betaald. In 1343 kwamen de eerste spelden uit. Vroeger
bedienden de dames zich van houten pinnetjes. In 1344
werd in Engeland het eerste goud gemunt. De eerste
zijden kousen droeg koningin Elisabeth in 1547, na dat
de koning van Frankrijk in 1542 die mode het eerst in
de wereld had gebracht.
Huwelijken. Wat zal er te Gent, met de aan
staande kermis getrouwd worden! Er hangen 76 paar-
kens in het kasken aan het stadhuis. De heer Schepen
van den Burgerstand zal het waarlijk lastig hebben.
Dramatische schets in één bedrijf
DOOR EMIEL CALIAMT.
Het stuk speelt in onze dagen.
Het tooneel verheelt eene zeer arme tooning.
Eenige weinige meubelenzooalseene kasteene
tafel en een paar stoelen, enz. Eene deur in het
midden op het achterplan, die uitgeeft op de straat-,
langs weerkanten eene deur.
Rachel Dumont, 35 jaar.
Elvire I kinderen 10 Jaar"
Adolf j Kmcleren-' 8 jaar.
Bernard van Silly, 37 jaar.
1° TOONEEL.
Rachel alleen (arm gekleed aan de tafel zittende).
En hunne toekomst?... wat zal ze zijn, hunne toe
komst? O! wat ijselijke vraag! En toch, indien er mij
eens een ongeluk overkwam? indien ik ziek werd?
indien ik eens morgen.... stierf?... Maar neen, zwijgen
wij dit wreede woord! Neen, ik zal nog niet sterven...
ik zal nog lang leven, want mijne kinderen hebben nog
te veel hunne goede moeder noodig. En, wat zou er
met hen gebeuren, indien jjit werkelijk moest geschie
den Waarheen zouden ze gaan? alleen, arm en ver
laten... zonder familie, zonder steun Odit alles maakt
mij bijna zinneloos van wanhoop! {Poos. Het slaat
in den naburigen toren 12 uur; 't is middag. Spre
kend:) 't Is middag! O wat ware het mij een geluk zoo
ik mijne kinderen eene tafel kon voorzetten, zooals
andere moeders dit kunnen. Maar, eilaas, elders vinden
de kinderen een goed en voedzaam middagmaal.... ik
kan mijne kinderen datgene geven, wat ik zeiven ont
beer voor die twee geliefde wezens
LP TOONEEL.
Rachel, hare kinderen Elvire en Adolf.
ft Is moeders naamdag-, de kinderen komen op
hel tooneel geloopen: Elvire met eenen brief; A dolf
mèt een bloempotje in de hand.)
Elvire en Adolf vroolijh
Goeden dag, moeder... moeder.
Rachel (een weinig verwonderd).
Zijt ge daar reeds?
Elvire.
Ja, moeder.
Adolf.
't Is moeder.'t is vandaag uwen avond en morgen
uwen dag, en als brave kinderen komen wij u besteken.
Elvire.
Ja, moeder, en wij hopen het nog vele jaren te mogen
doen.
Rachel [een weinig ontroerd).
O! welke blijde verrassing! Komt, kinderen, dat ik
u omhelze. omhelzingKomt... [kalm) Maar, waar
hebt ge dat schoon bloempotje gehaald
Adolf
Dat hebben wij gisteren avond van de oude vrouw,
die ook soms een potje soep brengt, gekregen.
Die goede Clara
Rachel.
Elvire.
En mag ik nu eens mijn briefje lezen, moeder, dat ik
voor uw naamfeest geschreven heb?
Rachel (nieuwsgierig)
O, ja, beste kind, ja lees dat eens.
Elvire [lezend).
Lieve moeder, niets is er ons zoo aangenaam dan
ons telken jare uw naamfeest te mogen herrinneren en
te vieren. Al getuigen die bloemen niet van eenen prach-
tigen hof, waarin zij groeiden, toch spreken zij van
onze liefde voor u, moeder, van onzen eerbied, van onze
kinderlijke dankbaarheid. [Rachel loeent van aandoe
ning.)
Elvire [sprekend).
Waarom weent ge, moeder?
Rachel.
O! genoeg... ik ween!... oja, ik ween van geluk! O!
mijne engelen! al bezit ik niets meer op deze aarde,
dan toch heb iku nog... u, al mijne hoop! (zij drukt de
kinderen aan de bot-sl) al mijn troost,... al mijn ge
luk!... Elvire!... Adolf!...
Adolf.
En als wij rijk zullen zijn, moeder, koopen wij een
heele grooten bloempot, met zeer schoone bloemen...
Elvire.
Voor moeder's naamfeest, niet waar, Adolf?
Adoi,f.
Ja, een heele grooten
Rachel [met liefde).
Owat zijt ge brave kinderenDaar mijne lieven.
(zij kust de kinderen(kalm) Leg nu dien brief weg,
Elvire, en gij, Adolf, stel dit bloempotje op de kas en
eet nu uw middagmaal.
Ja, moeder (zij plaatsen de voorwerpen op de aan
geduide plaatsen en komen aan tafel.)
Rachel [ter zijde met wanhoop).
Middagmaal
Elvire.
Het brood is zoo hard, moeder!
Rachel [droef).
Ja, mijn kind, ik weet zulks wel... doop het een
weinig in het water, dan zal het niet meer zoo hard
wezen.
Adolf.
Is Clara hier nog niet geweest, moeder?
Racbel.
Met de soep?. Waarschijnlijk zullen we vandaag
geene soep krijgen, daar vrouw Clara dezen morgen
met haren zoon naar eene andere stad is vertrokken
Mogelijks keeren ze maar dezen avond terug.
Elvire.
Zouden we dezen avond geene soep kunnen krijsen
moeder? J6
Rachel.
We zullen het vragen.
Adolf.
Eet gij niet mede, moeder?
Rachel (gedwongen).
Neen, kinderen, neen, ik heb geenen hongeralles
is voor n, alles! (ter zijde met smart) Eilaas! indien
Elvire.
Maai, moeder, ge ziet er zoo droevig uit?
Adolf beiden keeren van de tafel en komen op
het voorplan).
Hebben wij u iets misdreven, moeder?
Rachel (pijnlijk).
Oneen, mijne lieve kinderen! Ge hebt mij niets mis-
PERSONEN.
ZIJ WIS 1611