geheel het land 3,00.
IJpersch Weekblad.
voor stad 2,50.
II
OP 500 AFDRUKSELS.
-mm
Zondag 30" Juli 1882.
5 centiemen het nummer.
3dejaar N° 26.
DE PUIT m DE KRAANVOGEL.
DE KUNSTBODE VAN IJPEREN, verschijnt den Zaterdag avond; men schrijft in bij Karei Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 59, IJperen. De
inschrijvingsprijs is fr. 2-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land.Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge
zonden worden vóór den Vrijdag avond. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Rekiamen den regel 15 centiemen. Inlijvingen bij akkoord aan geringen prijs.
De Aardbevingen.
I)e aardbevingen, gelijk het woord duidelijk zegt,
zijn min of meer geweldige schuddingen of schokken,
die de aardkorst op eene zekere uitgrstrektlieid onder
gaat. Dat groot geologisch verschijnsel bestaat in be
wegingen, die op verschillige wijzen in den grond
plaats hebben. Dikwijls gelijken zij aan eene eenvou
dige siddering, alsof de aardkorst op een enkel punt
van onder naar boven gestooten ware; andermaal is
het eene in waterpassige richting gevoelde golving,
gelijk aan het geslinger van een schip op de onstuimige
zee; in eenige gevallen schijnt het eene dwarreling of
eene omdraaiing van den aardbodem te zijn.
De aardbevingen duren in het algemeen slechts wei
nige seconden; maar in zekere landen doet de beroerte
van den grond zich bij min of meer groote tusschenpo-
zen, soms gedurende weken en maanden voor. Zelfs
•heeft men in Peru aardbevingen gezien, die zich, ver
scheidene jaren lang, dagelijks herhaalden. De uit
werksels dier bewegingen wordt men meestal slechts
op eene geringe uitgestrektheid gewaar, doch het ge
beurt ook dat de schok zich vele honderden mijlen ver
van zijn uitgangspunt doet gevoelen. Sommige dave
ringen wordt men moeilijk gewaar; doch andere zijn er
die' van buitengewoon geweld getuigen. Deze worden
meestal voorgegaan van onderaarsche geruchten, die
inen gemakkelijk kan vergelijken aan de ver afgelegen
losbranding van grofgeschut of aan het gedruis van
rijtuigen, die op eenen oneffen steenweg voortrollen.
Zoo geweldig zijn eenige schokken dat zij niet alleen
alle gebouwen instorten, maar nog den grond op eene
groote diepte omkantelen doen. De rivierbedden worden
er door Verplaatst, de bergen ingezwolgen en de effene
uitgestrekte vlakten hemelhoog opgeheven. Na zulk
een schrikkelijk verschijnsel blijft de aarde dikwijls
geborsten of opengescheurd en uit de reten, die er ont
staan zijn, ontsnappen gassen, dampen en vlammen,
menigwerf stroomen water en slijk, als bij het uitber
sten van eenen vuurberg.
Er is niet een deeltje der aardoppervlakte, dat niet
blootgesteld is aan zulk vreeselijk aardkundig verschijn
sel, doch sommige streken schijnen er oneindig meer
dan andere aan onderworpen te zijn.
Ik wil hier geen omstandig verhaal doen van al de
(Vervolg.)
II.
Ahwist toch de mensch hoe ook de dieren
Aan hun driften soms den teugel vieren
En uit nijd en haat
Vele kwaad
Brengen in hunne eigen rangen,
Daar zou hij soms les ontvangen
En Wat meer naar vrede langen
Dan het heden veeltijds gaat
Nu, de puit, dien wij reeds kennen,
Liet zich voor de krane mennen
En vernam met 't hert vol smert
Hoe hij snood beschuldigd werd.
Niets en kon de kraan bedaren
Hij, was 't schuim der Spreiescharen.
Hij, joeg de andren steeds in 't garen.
Muitte in 't donkpr en hij klaren
Kon noch slek, noch tetting sparen
Bracht steeds al de slechtste maren...
gekende aardbevingen, daar men deze overal beschre
ven vindt; te meer nog omdat men dikwijls'niets anders
aanhaalt dan het getal verwoeste steden en ongelukki-
gen, zonder een woord te reppen van de verschijnselen,
die het schrikkelijk voorval vergezelden.
De zonderlinge overeenkomst, die tusschen de aard
bevingen en de vuurspuwende bergen bestaat, is een feit
dat sinds lang door alle aardkundigen en natuuronder
zoekers onderzocht, erkend en bewezen is geweest.
Beide verschijnselen worden gelijkelijk door de wer
king van het centraalvuur uitgelegd. De aardbevingen
zijn vooral menigvuldig in de met vuurbergen bezaaide
streken, zooals Zuid-Amerikade Indische Archipel
en de kusten der Middellandsche zee. Het schijnt zelfs
dat de in werking zijnde vuurbergen niets dan vei
ligheidskleppen zijn, door welke de vloeistoffen ont
snappenwier spanning, wanneer die luchtgaten
hun vrijen doorgang weigeren, de schudding, de
opheffing en de ontwrichting van de lagen der aard
korst ten gevolge heeft. Zoo heeft men gezien dat
de aardbeving der delta van den Indus juist eindigde
op het oogenblik der uitbarsting van den vuurberg
Dinadur. Humboldt haalt insgelijks aan dat de krater,
gelegen ten westen der stad Pasto, in het begin van
November 1796, .eensklaps ontvlamde en gedurende
drie opeenvolgende maanden dikke rookkolommen uit
wierp; dat den 4 Februari 1797 de rookwalm even
schielijk ophield zonder dat eenige- schudding in de
naburigheid van den vuurberg gevoeld werd; maar dat
dien dag de provincie van Quito die afgrijselijke aard
beving, die de stad Riobamba, gansch vernietigde,
onderstond. Die vermaarde reiziger merkt nog op dat,
wanneer de Sint-Vicentiusberg', die in rust w sinds
.1718, opnieuw in werking kwam. ten jare L>12, de
ondergang der stad Caracas 34 dagen voor de uitbarsting
plaats had. De Stromboli, die onophoudelijk vuur
spuwt, bleef gedurende de groote aardbeving van Cala-
bre in 1783 werkeloos. Eindelijk vreest men in de
naburigheid van kraters, als te Napels, Messina, enz.
telkenmale eene aardbeving zoohaast de vuurbergen
ophouden gassen en vlammen uitte werpen.
De aardbevingen, volgens de algemeen aangenomene
beschouwing, zijn veroorzaakt door eene gewelddadige
braak, eene plotselinge beweging, op welke niet min
der schielijke inzakkingen der vaste lagen, die de aard-
Spotte zelfs met grijze haren
Ja, was slecht van kop tot teen
En bedorven tot in 't been
Na alzoo langs allen kant te zijn beschuldigd,
Wou de puit naar 't recht, dat m'algemeen nog huldigt,
Bij beschaafde liên,
Zijn defense biên;
Maar de kraan
Wilde 't niet verstaan,
En de puit moest zwijgen, stikkend zwijgen,
Anders kon hij van de kraan
Op den hoop den doodslag krijgen!
En hij zweeg, onze arme puit
Maar zijn harte klopte luid
En hij sprong tot bij zijn' maten,
Die in 't gras te wachten zaten,
Hopend dat de wijze kraan
Recht en rede zou verstaan
En den puit van schuld ontslaan!
Maar, zijn maten en zijn vrienden
Zouden haast wel ondervinden
Dat de kraan in heure macht
Wel met recht en rede lacht,
En den puit in dolle jacht
Wreed vervolgt bij dag en nacht
kost uitmaken, vloeien. Die gewelddagige braak en
groote beweging ontstaan door de kracht met welke de
witgloeiende vloeistof, de dampen of gassen, die in het
hinnendeel des aardbols bevat zijn, tegen de vaste aard
korst drukken. Wanneer die stoffen eenen uitweg ge
vonden hebben, hunne spanning, hunne drukking ver
mindert, het evenwicht is hersteld en de aardkost kan
er aan wederstaan zonder aan de minste inwendige
beroerte onderhevig te zijn.
Is de eerste beweging eene uitbarsting of bestaat zij
enkel in eene drukking van binnen naar buiten, de
schok, die op een zeker punt begint, zet zich door de
elastieke oppervlakte des aardbols voort ,o- ge
daante van eene reeks cirkel- of eivormige .goivingvii,
gelijk aan die, welke de val van eenen steen in het wa
ter doet ontstaan. De golvingen van den aardbodem zijn
ook, evenals die in het water, flauwer, naarmate dat zij
breeder worden en dat de afstand vergroot. Zoo zet de
schok zich door de rotsen, die de aardkost vormen, al
tijd verflauwende voort, tot dat hij eindelijk gansch op
houdt.
Begint de beweging in het binnenste van eén vast
land, de golving zal zich door den grond voortzetten,
zooals het geluid het in den dampkring doet, om ge
meenlijk in den oceaan op te houden. Doch, wanneer
de schok zeer geweldig is, zet hij zich door, het zeewa
ter voort en iaat zich aan de tegenovergestelde kust
gevoelen.
Het meeste deel der groote aardbevingen schijnen
in de aardlagen, die het bed des oceaans uitmaken, en
op eenen grooten afstand der kusten, te ontstaan. Doet
de beginnende schok de lagen van het bed des OGeaans
schudden, dan ontstaan er twee soorten van golvingen,
die zich gezamentlijk vortzetten: de eene dóór de vaste
lagen, in den grond der zee gelegen, de andere door de
watermassa, welke door die lagen onderschraagd is.
De golving des aardbodems is de eigentlijke aardbeving
en veroorzaakt op het vasteland de vernietigende uit
werksels, die van eenieder gekend zijn. De andere gaat
door het water, totdat zij de kust bereikt, waar zij het
vernielingswerk der eerste voleindigt.
(Wordt voortgezet.) NÉ Pauw.
Was er nu ten boord der Spreie
Iets gebeurd in veld of weiê,
't Was de schuld van d'armen puit,
En daarmede was het uit
Liep er hier of daar een slekke,
Bleef een worm of spin te stekken,
't Was de schuld al van den puit!..
Was een wegel niet gezuiverd,
Zag men iets waarvoor men huivert...
't Was de schuld weêr van den puit!..
Zat men na liet zonneblaken
Wat te luid of lang te kwaken
In een beek of in een gracht,
Weeral werd de puit verdacht!..
Was het weder houd of gloeiend,
Yiel de regen niet of vloeiend,
Dreef een wolk aan noord of zuid,
't Was de schuld weêr van den puit!..
Had de kraan noch dorst, noch honger,
Had hij pijn aan maag of longer,
Had hij wat den kop gestuit,
Of getreden op kwa kruid,
't Was de schuld steeds van den puit!..
Al wat ergens kon gebeuren
Mocht men lachen, moest men treuren,
Bij de kraan kwam 't al eens uit
't Was de schuld steeds van den puit!.
(Wordtvoortgezet.) P. p. Denys.
i
1
DE KUNSTBODE
ZEDE VERHAAL.
I