VAN SILLY. WETTELIJKE BESLUITEN. STADSNIEUWS. VERSCHILLIGE TIJDINGEN. te, benevens de juffers Van der Stoppelen en Weye- lynx, twee nog ouder starren. En ik durf U verzekeren, dat onder bet geleide van dit deugdzaam quatuor, geen borst of meisje in twee grachten op eens zal loopen.) Verder, waarover had ik mij te bekreunen? Haar lieer pa had mij weieens het mentorschap aangaande zijn eerstgeboorne opgedragen, maar nooit had hij het ge- radig gevonden, zijn dochter, Martha Wilhelmina (2 maal 8) der goede zorgen van zijn vriend, Kornelius- Karolus, (3 maal 8) aan te bevelen. (Dat de brave man hierin ongelijk heeft, springt in't oog.j Ik trok mij dus ook terug met de overtuiging eene allerliefderijkste daad gepleegd te hebben. Ziedaar hoe alles geschied was, en vergelijk hieraan juffer Marthjen's improvisatie. Een latere bijzaak helpt mij ook zonderling tot ver- versching des geheugens. Zij bestaat hierin, dat ik dien avond bij 't naarhuisgaan 't was akelig donker bij een mispas, den hoogsteden talus van den Xschen steenweg was beneêngetold, met het onaangenaam gevolg, dat ik onder in de gracht boven mijn splinter- nieuwen paraplu terecht kwam, waardoor de staf van onderliggend wandelgerief onherstelbaar gebroken werd. Gij ziet, mijn waarde Lezer, dat ik mij, om der lieve waarheid wilie, in alle pliasen en houdingen, zelfs de potsierlijkste, voor durf aanbieden, hoewel ik erdoor groot gevaar loop, met de Génestet's vierden vriend Simia, door U op éénen voet gesteld te worden: een fabrikant van humoritisch laria. Nogtans, alle we gen voeren naar Rome, zegt men, en dit is inderwaar- heid de mijne: laat er mij op voortdribbelen, als ik U bidden mag. (Voortzetting volgt.) Kees. Bij koninklijk besluit van 17 Augusti is een getuig schrift van bekwaamheid tot de bediening van kantonaal opzichter van het lager onderwijs ingesteld. Degene die een diploma van toegevoegd leeraar van het middelbaar onderwijs van den lageren graad, en die 8 jaren praktyk hebben in lagere gemeente, middelbare gemeente en provinciale scholen, lagere normalescho- len, de oefeningscholen aan de laatstgemelde gestichten gehecht, mogen zich tot het examen voor de verkrijging van gemeld getuigschrift aanbieden. De proef bevat een geschreven opstel, mondelingsche en schriftelijke proeven. De proeven geschieden, volgens keus van den examen-aflegger, uitsluitelijk in 't fransch: gedeeltelijk in 't vlaamsch en gedeeltelijk in 't fransch, of gedeeltelijk in het fransch en gedeeltelijk in het duitsch. Het onderstaande artikel werd te laat ingezonden om in ons vorig nummer opgenomen te worden. Heer Opsteller Men vraagt mij eene beoordeeling, over de volksver- tooning, Maandag 11. in onze schouwburgzaal gegeven, en ik schenk die uiterst gaarne, wijl ditmaal, bij eene onpartijdige zienswijze, de lof in de balone doorslaat. Daar ik gewoon ben een kat geen muishond te noemen, zal ik ook dit feest bijzonder wel gelukt heeten, zonder nogtans in opgeblazen loftuigingen uit te wijden, zooals men smakelooze critici veelal ziet doen. Het tooneelgezelschap Vlaamsche Ster en de koorzangmaatschappij <- Lyre ouvrière hadden el- kaür deesdoels de hand gereikt. Men voerde uit Rue des Pierres, n° 60, en I)e Belgische Vrij schutter. Beide stukjes zijn reklamen aan het dagorde: het eerste tegen't verfranskillonneeren der straatnamen: het tweede, tegen de dwaze en wegstervende veete met Noord-Nederland. Die twee stukjes werden met gemak en kunde uitgevoerd, door echte tooneellisten, wier faam niet meer te maken is, en wier namen luiden Mej. Rachel De Terre, G. Maillard, Ch. Deweerdt, J. Yandendriesscbe, Delmotte en Dethoor. Opmerkelijk is het en zeer te verwonderen, hoe de VLaamsche Ster spijts de geringe geldelijke mid delen waarover ze beschikt, nog zoo bloeiend voort blijft leven; iets wat nergens aan kan te wijten zijn, dan aan de onvermoeide zorg en voortdurende waak zaamheid van haar Bestuur, Met weinig den pot koken is moeilijk. Verder over de Lyre Ouvrière Haar koor, de Noce de Village kon zij niet aangenamer uitvoe ren. Dat is een mooi stukje en het heeft wel behaagd. Men moet bekennen dal; die maatschappij eenige krach tige elementen bezit. Ma Barque '(Da Rillé) was niet minder voldoende. Wij hebben erin de schoone tenorstem van een liefhebber, de heer K. Wouts kun nen toejuichen. Ook verdient de heer bestuurder J. Eeckout bijzonderen lof; hij dirigeert met bewonde renswaardig gemak en zekerheid, en heeft volkomen het geheele koor binnen zijn mamstokje. Het orkest... ha! wat zal ik van het orkest zeggen? En nogtans moet ik erover handelen. Hewel, pour ménager la chèvre el le chou, zal ik maar laten op merken, dat het verboden is zelf geld te slaan, en dat het orkest altijd volledig is, telkens de ijvervolle Vlaamsche Ster de welverdiende bekomt. ondersteuning Aanvaard, enz. Uw lezer, XX. Prijsdeeling. Donderdag 11. had, op de groote Hallezaal, de prijsdee ling plaats voor de leerlingen der hoogere primaire meisjesschool, bestuurd door Mej. L. Vanderhaegen. Benevens de stads- en schooloverlieden, vereerde een uitgelezen publiek deze plechtigheid met zijne tegen woordigheid. Verscheidéne koren en kinderlijke zang stukken-werden, onder het geleide des heeren Van Elslande, met zeer veel smaak en kunde uitgevoerd. Inzonderheid genoot: Le Bouquet die prachtig werd opgevat en uitnemend gelukte, veel bijval. De pianobegeleiding werd gehouden door leerlingen der school zelve, onder dewelke wij bijzonderlijk ééne heb ben opgemerkt, jufvr. L. Dehem, die reeds eene gevoel volle en veelbelovende speelster is. Dit jaar werd de eerste der eereprijzen aan jufvr. L. Tedesco toegezegd. Na de prijsdeeling bezochten wij de tentoonstelling des handwerken, waar wij allerkeurigste staaltjes van echt prachtwerk in 't oog kregen. Onderscheidden zich hier nogmaals de jufvr. Dehem, Ferrand, Tedesco, enz. De juffer onderwijzeres van het handwerk mag tier zijn over hare leerlingen. Kortom, ouders, leerlingen en aanschouwers hebben er, zooals men zégt, hun hart opgehaald De kleine bengeltjes der bewaarschool zaten er vooral in hun schik. Eere dus aan de bekwame bestuurster, eere aan hare moedige onderwijzeressen en aan hare ievervolle leer lingen. en zelfopoffering. De hierna gemelde belooningen voor daden van moed, zelfopoffering en menschlievendheid, zijn uitge loofd als volgt: 1 Burgerkruis van Eerste klas. Noé, Theophiel, luitenant bij het le linieregement te Oostende. Dur- rant, onder-luitenant bij hetzelfde regement.— Schmitz Joannes, eerste sergeant bij het zelfde regement. Medaille van eerste klas. Myle, Louis, hoeden maker te IJperen. Weckesser, Arthur, schoollier te IJperen. Aernout, Henricus, soldaat bij de rijschool, te IJperen. Knapen, Achilles, wachtmeester bij de zelfde school. Medaille van tiveede klas. statieoverste te Gortemarcq. Medallie van derdeklas. Bruneel Alfons, dagloo- ner te Waasten, en 15 fr. Vandewalle, L., slotmaker te Alveringhem. Pillaert, Modeste, landbouwer te Dixmude. - Thorrout, Florent, osiéfé de ia Concorde (extra-muros). Programme des morceaux qui seront exécutés par la musique des Sapeurs-Pomp.iers, sous la direction de M. J. Wittebroodt, Dimanche, 27 Aoöt 1882, 5 1/2 heures du soir. 1. Par droit de Conquête, pas redoubié, Steenebrugen. 2. Le voyage en Chine, ouverture, Bazin. 3. Lizzey, polka-mazurka, Th. Moreaux.' 4. Pot-pourri burlesque et populaire, Clément. Solla. 5. Train d'Enfer, galop, De g«izette de Liègce meldt dat de heer Van Dam me, gouverneur van Luxemburg, gevaarlijk ziek is. De achtbare gouverneur is overigens zeer oud. Er zal dus zeer waarschijnelijk eerlang nog een nieuwe gou verneur moeten benoemd worden. De Moniteur bevat de vlaamsche vertaling van een bericht nopens eene levering van steenkolen. Le Di recteur général wordt in dit bericht vertaald door de directeur generaal Niet uit beknibbelzucht her- rinneren wij de vertalers dat men veel beter zegtde algemeene bestuurder wij doen het om te voorkomen dat de vijanden van het vlaamsch in die opgerijmde vertaling een middel vinden tot spotterij. Opening der jacht. De Moniteur meldt de tijdstippen op welke de jacht dit jaar zal geopend worden: Voor de provinciën Antwerpen, Brabant, Limburg, Oost- en West-Vlaanderen en de deelen der provinciën Henegouwen, Luik en Namen, welke op den linker oe ver van den Samber en Maas gelegen zijn, met inbegrip der steden Luik, Hoei en Namen, is de jacht open te rekenen van 30 Augusti. Voor de provincie Luxemburg en de deelen der pro vinciën Henegouwen, Luik en Namen, gelegen op den rechter oever van den Maas en tusschen de Samber en Maas, te rekenen van 9 September. Het jagen met den hazewind is slechts toegelaten, te rekenen van 20 September. De fezantjacht is niet toe gelaten vóór den 1 October. Het sluiten der jacht is zooals de vorige jaren. De opening der jacht herinnert ons een gevalletje dat verleden jaar voorviel tusschen IJperen en Pilkem. Een iager was reeds sedert 's morgens vroeg op zoek naar eenig wilden had nog het geluk niet gehad het minste schot te mogen lossen. Reeds begon hij alle hoop te verliezen iets te vangen en bereidde zich huiswaart te keeren, toen eensklaps zijn hond stil hield en teeken gaf dat hij op het spoor was van het zoo gewenschte wild. Inderdaad, nauwelijks had de jager zich gereed gemaakt, of een reusachtige haas springt uit het kreu pelhout en loopt in des jagers bereik. Deze, zijne hoop voelende herleven, mikt, schiet, en.... mist den haas. Een jonge knaap, die zich toevalliglijk bij den jager bevond, zegde hem op deelnemenden toon: Gij hebt hem gemist, niet waar mijnheer? Ja, antwoordde de jager mismoedig. 't Is jammer, hernam de knaap, 't was een man netje. Een mannetje, vroeg de jager verwonderd, hoe weet gij dat? Wel! antwoordde de jongen, ziet gij het niet? hij vaagt zijn..... botten aan u. Afrika. Er zijn drie jonge officieren naar Afrika vertrokken, namelijk de heeren Coquilhat, Avaert en Parfouzy. Hunne talrijke vrienden hebben hun uitge leide gedaan en hebben hun goede reis gewenscht. Den 19 Oogst zijn zij te Liverpool ingescheept voor den Congo. Er zijn vele menschen die niet beseffen wat die zendelingen in Afrika gaan verrichten, en diensvolgens zijn zij eenigzins onverschillig aan de tijdingen die over deze onderneming gegeven worden. Ziehier, volgens den Temps van Parijs, eenige inlichtingen door de bel- gische zendelingen tot hiertoe in Afrika bekomen: Sedert drie jaren is de onvermoeibare reiziger Stan ley bezig met op de kosten van den Koning der Belgen, van aan de monding van den Congo, eene reeks stand plaatsen in te richten, die als de eerste palen zijn tot eene handelsbaan welke de schitterendste toekomst heeft. Volgens de laatste tijdingen onlangs in Europa ontvangen, zijn vier statiën reeds ingericht: die van Nivi, Stangea, Tenyengs en Stanley Pool, en tusschen die verschillige punten is een weg reeds ten halve ge baand. De statiën zijn kernen van steden, niet van bel- gische, maar van afrikaansche. Zij hebben hunne huizen hunne hoven en hun vaandel (blauw met zilveren ster). Iedere statie heeft een overste, een onder-overste en een ^of twee blanke helpers; het overige der bevolking zijn Zanzibarieten, die voor drie jaar in dienst genomen zijn en inboorlingen. Als de groote gemeenschapsweg zal afgemaakt zijn, zal het werk der pionniers, onder de bescherming van den Koning der Belgen, voltrokken zijn en de europeesche nijverheid en handel zullen tot m het hart van Afrika kunnen doordringen. In afwachting is de vooruitgang zeer aanzienlijk- Stanley is aan de intrede van het groote middenvlak gekomen; vier statiën zijn ingericht, eene vijfde zal het eerlang zijn en verscheidene stoombooten varen op den Congostroom, zoolang onbekend en welks loop nauwelijks sedert vijfjaren opgenomen is. Marchands forains et colporteurs trou- veront chez Attout Thiriar, 58, rue de la Montagne Bruxelles, les tapis imprimés anglais souples en toilé ciree. Court St-Etienne. Natuurlijk mineraal arseni- bladBr°n Van de Hospice (zie de aankondiging Dramatische schets in één bedrijf DOOlt EMIEL CA.LIjALTUT'. Vervolg.) Ve TO ON EEL. ELVIRE en ADOLF. Adolf. Wat zullen wij gelukkig wezen als vader terugkomt. Elvire. Dan zal men achter ons niet meer roepenDe kiemen van de bedelares! We zullen dan rijk zijn zooals moeder het ons altijd zegt. J

HISTORISCHE KRANTEN

De Kunstbode (1880-1883) | 1882 | | pagina 2