IJperseh Weekblad.
geheel het land 3,00. op 500 afdruksels. voor stad 2,50.
EEN ZONDERLING MAN.
Zondag 19" November 1882. 5 centiemen het nummer. 3d'J jaar N' 42.
DE KUNSTBODE VAN Ï.JPEREN, verschijnt den Zaterdag avond; men schrijft in bij Karei Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 59, IJperen, De
inschrijvingsprijs is ft». 2-50 voor stad. fr 3-00 voor geheel het land.—Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge
zonden worden vóór den Vrijdag ivond. Aankondigingen den regel 5 centiemen. Reklamenden regel 15 centiemen. Inlijvingen bij akkoord aan geringen prijs.
Over plantaardige sjikentof.
De suiker, die thans in zoo groote, veelal in te groote
hoeveelheid gebezigd wordt, is in onze streken bjlang
zoo oud nietvan bekendheid als men weieens denken zou.
De achttiende eeuw voerde er het verbruik merkelijk
van in, want in 1700 bedroeg, volgens de statistieken,
de hoeveelheid ingevoerde suiker in Frankrijk slechts
een millioen kilogrammen. De waarde dier stof als voe
dingsmiddel is van zeer hooge beteekenis. Wel is waar
behoort de suiker niet tot dat slacli van elementen,
welke uit zich zelf vleesch en bloed vormen kunnen,
maar hij is in staat, doordien hij met de ingeademde
zuurstof eene verbinding aangaat, eene langzame warm
te voort te brengen; welke warmte, zooals door de nieu
were nasporingen gebleken is, direkt in spierkracht kan
worden omgezet. Andere eigenschappen leenen hem ook
nog bijzondere waarde. Vruchten en vleesch, in suiker
gekookt, laten zicb lang tegen bederf vrijwaren. Cara
mel, (gebrande suiker) die een weinig zoeten, en zeer
aromatischen smaak bezit, wordt als toevoegselbij vele
spijzen: bouillon, saus en dergl., alsook tot het verwen
van sommige dranken, zooals kunstmatigen, wijnrhum,
enz., gebezigd.
De suiker is in de sappen van zeer veel planten te vin
den, doch niet in gelijke samenstelling. De meest be
kende soorten, die welke tot het verzoeten der spijs
benuttigd worden, zooals broodsuiker, candi, keuken
suiker, enz., worden door de scheikundigen Rietsuiker
genoemd. Deze bevindt zich in groote hoeveelheid in den
stengel des suikerriets, [saccharum offic.) in eenige soor
ten suikerbeeten, in den stengel van maïs of turksch
koren, in den suikerdoorn, den berk en den suiker
ahorn. In vele plantendeelen anderer boomen komt ech
ter ook eene kleine hoeveelheid suiker voor. Buiten die
suikersoort spreken de scheikundigen nog van Drui-
vensuiker. Vruchtsuiker, Melksuiker,enz. Druiven-
suiker komt meest in druiven en andere zoete vruchten
voor. Echter wordt hij fabriekmatig daargesteld en veel
NO VELLE DOOR
EMIEL O TV IL JL TN JNI" T
(Vervolg.)
IV.
Des anderendaags was het alweer hetzelfde aardig
spelletje.
Ze hadden samen, M. Frankels en zijne levensgezel
lin, koffie gedronken, toen ze op eens weer de nu donde
rende dan huilende, dan weder smeekende stem hoor
den van mijnheer van boven.
Xk wil bet nu wel eens zeifhooren, wat die gek
daar doet, sprak mevrouw Frankels, en trots het vrien
delijk verzoek van haren beminden echtgenoot, trots
zelfs zijne tranen en smeekingen, wie had nu ook ooit
zooveel manhaftigheid in een vrouwenlijf durven ver
moeden? klom zij, zoo stil als eene muis, de trappen
1_ o! ik bemin u! was M. De Vlier nu aan den
,Tan0., _L Gij zijt mijn schatGij zijt het geluk van mijn
feven!... O! Laura! een enkel woord van uwe zachte
lippen," en ge maakt mij de gelukkigste aller men-
En daarop ging mevrouw spoedig aan den trap, om,
zoo stil mogelijk, haren man te roepen.
J Kom eens gauw naar boven; ze zijn met twee...
pr is een meisje bij hem... ja, en ze heet Laura...
Maar M. Frankels bleef beneden, half ontroerd, op
zijnen stoei zitten, en kon er geene reden van maken
gebezigd in het kunstmatig wijnbereiden. Tot het berei
den ervan wordt zetmeel zeer lang gekookt, met toe
voeging van een weinig sterke vitriool. Het vocht
wordt door kalk of krijt veronzijdigd (geneutraliseerd),
vervolgens geklaard en uitgedampt, waardoor de drui-
vensuiker kristallizeert. Deze zoegenomde zetmeelsuiker
is zoo zoet niet als gewone suiker, en gaat, met toevoe
ging van gist, zeer gemakkelijk aan het gisten, waar
door zich koolzuur ontwikkelt, en het vocht in wijn
geest (akohol) overgaat. Op die manier is men er toe
gekomen, uit weinig suikerhoudende druiven, eenen
drinkbaren wijn voort te brengen.
In Indië en China was de suiker van aloude tijden
bekend; in Europa echter sedert Alexander's veldtocht
in die streken. De kuituur des suikerriets werd, van
Egijpte en Arabië, naar Zuid-Italië, Sicilië en de rings-
om gelegen eilanden overgebrecht, en moet er omstreeks
de 12e eeuw zeer gebloeid hebben. Later nogtans (begin
der 15e eeuw) werd die plantagie naar Madeira en de
Kanarische Eilanden, en eerst na de ontdekking van
West-Indië, naar Brazilië en in de andere streken van
Amerika aangevoerd. In 1747 vond een Duitsche schei
kundige, Marggraf, dat ook de suikerbeet tot het uit
trekken dier stof geschikt was, en in 1799 bood een
ander chemiker, Achard, aan Frederik-Willem III eeni
ge stalen beetsutker aan. Dan dacht men er aan dit
inheemsch gewas voor goed te benuttigen, doch aange
zien het bewerken der suikerbeeten met groote meka-
nische zwarigheden verbonden was, gelukte het eerst
in het begin onzer eeuw de suikerindustrie in Europa
eenige beduidendheid te geven. Sedertdien is zij zooda
nig toegenomen, dat zelfs suiker wordt toegevoerd naar
die landen, waaruit het suikerriet herkomstig is.
Om aan de jaarlijksche bewerkingen te beantwoor
den, moeten dus groote hoeveelheden beeten worden
voortgebracht, eene oorzaak waardoor de waarde des
bodems in vele streken merkelijk gestegen is.
Het raffineeren der beetsuiker is ook zoodanig geklom-
om naar omhoog te klimmen.
Doch, mevrouw ging terug naar de deur van M. De
Vlier, om verder alles af te luisteren, en zij hoorde hem
zeggen:
Kom, mijne liefste Laura, laat ons naar het verre
Amerika vluchten, waar ons nooit iemand zal erken
nen... Wij vertrekken met den eersten spoortrein; wij
nemen al het geld mede, dat de graaf bezit, en tot ons
afscheid steken wij dit huis in brand... Gij stemt toe?...
Welnu, dezen nacht wordt dit huis ten prooi der vlam
men gegeven!...
Mevrouw Frankels kon niet spreken... Zij sukkelde,
zoo goed zij kon naar beneden, waar zij zich op eenen
half versleten stoel liet nedervallen.
Brand! brand! was het eenigste wat zij zeggen
konde.
Wat zegt ge, vrouw?.. Brand?., sprak haren man,
terwijl hij, van schrik, zijne versch aangestokene pijp
op den grond liet vallen.
Ja... stamelde zij, boven... dezen nacht... dit huis
gaat hij verbranden!...
Wie?...
Mijnheer De Vlier... en hij vertrekt morgen met
den eersten trein naar Amerika... met een meisje...
met Laura...
Maar dat is wat al te veel, zei M. Frankels mex
kracht, en zijne tegenwoordigheid van geest ten volle
terugbekomende, riep hij: Wat! gisteren mij willen
vermoorden... en heden ons huis in brand willen ste
ken?... Komaan, het is gedaan; ik ga om de politie!...
Het is te veel!... Ik zal hem doen aanhouden, ofwel hij
moet terstond verlui izen.Wat schëi mWat schurk
En M. Frankels knopte zijnen demi-saison dicht,
nam hoed en regenscherm, en ging regelrecht naar het
politiebureel, om er de hulp van M. den commissaris
men, dat zij voor die des suikerriets niet meer heeft on
der te doen. Onreine beetsuiker kan, ter oorzake der
vele, onaangenaam smakende, zoutige bestanddeelen
welke het behelst, niet gebruikt worden, terwijl daar
entegen de niet geraffineerde rietsuiker, welke al die
bestanddeelen niet bevat, trots zijne onaanzienlijke
vuile bruine kleur tochgenoten wordt.
Suiker is eene goed verbrandbare stof. Lichtjes ver
warmd, smelt het eerst, wordt geel, daarna bruin en
ontvlamt vervolgen^ onder schuimen en opbruisen. De
vlam is helderwit en de nagelatene kool, die zeer licht
en poreus is, kan maar met groote gloeihitte gansch
verbrand worden.
Roert men, bij verwarming, suiker met water op,
zoo wordt het vocht lijmachtig en vormt eerst siroop.
Later bekomt men eene vaste, eerst klare en doorzichti
ge massa, welke vervolgeus eene innerlijke kristalvor-
mige structuur aanneemt en verandert in zoogezegde
gerstensuiker of bonbon. Eindelijk bekomt men cara
mel, eene na verkoeling vaste, harde, klinkende, don
kerbruine massa, welke haren zoeten smaak gansch ver
loren en daarentegen een bitter-aromatischen heeft aan
genomen. In water en wijngeest lost zich caramel vol
ledig op tot eene klare vloeistof, welke na eenige ver
damping (koncentratiej verschillige kleuren daarbiedt.
Oneindig veel zou er nog over dierlijke suikersoorten
(melksuiker enz.) te zeggen vallen, ware 't niet dat onze
kader ons verplicht daar niet verder over uit te wijden
H. Van Beveren.
Vlamingen.
Het is u allen genoegzaam bekend, op welke looze
en onrechtmatige wijze onze Moedertaal gedurende
een Aeertigtal jaar onderdrukt is geweest.In alle
openbare besturen zweeg men haar dood-, 't is te
zeggen dat er nergens van haar sprake was; dat zij
nergens werd gebruikt
eens in te roepen, ten einde mede te willen gaan naar
zijne benauwde woning.
Na aan den commissaris alles voor oogen gelegd te
hebben, met de noodige och's en ach's en dat
het er nu zoo echt vreeselijk ging in zijne woning, se
dert die kerel bij hem inwoonde, en dat hij en zijne
vrouw bijna geen oogenblik rust meer hadden, en dat
dit bijna alle dagen plaats greep, en dat het misschien
een gek was of een kwaaddoener van de ergste soort,na
dit alles nam de commissaris zijnen commissarisachti-
gen hoed, keek eens eventjes in den spiegel, om te zien
of zijn commissarisachtig gezicht er commissarisachtig
genoeg uitzag, en trok met M. Frankels de straten op.
Als M. de commissaris ten huize van M. Frankels
aankwam, stelde hij mevrouw gerust, zeggende dat hij
maar kort spel met dien persoon zou spelen en hij wel
wist wat zijne plicht, als commissaris, hem voorschreef.
De commissaris ging naar boven. Na de drie ceremo
niale tik, tik, tik op de deur van den verdachte,
opende M. De Vlier zijne kamer, en ontving het bezoek
van... zijnen vriend, waarmede hij, sedert zijne komst
in onze stad, geregeld twee of driemaal in de week ter
herberg in gezelschap was!
Ah! mijn beste heer commissaris! Zoo op het on
verwachts,.. Van waar komt ge van daan?... Nu, nu,
't is mij onverschillig; gelief u wel te willen nederzetten.
Hoe?... gij hier, M. De Vlier?...
Komaan, wist ge dan nog niet, dat ik bij M.
Frankels woonde?
Maar... het is niet mogelijk!
Weihoe, niet mogelijk?... Ik zeg dat het zeker is...
en reeds meer dan twee maanden.
Maar, er moet hier een misverstand bestaan...
Wat wilt ge zeggen... een misverstand?...
Men beschuldigt u van... allo', stellig is er een
DE rUNSTBODE
gcli61l!