STADSNIEUWS.
SOCIÉTÉ DE GARDES CIVIQUES D'YPRES.
Société Royale des Francs Arbalétriers
YERSCHILLIGE TIJDINGEN.
Zondag, 24 December, gaf de Tooneel- en Letterkun
dige Maatschappij De Vlaamsche Ster nog eens een
staaltje van hare kunde in zake van tooneel. Zij voerde,
ter gelegenheid harer derde vertooning van het abonne
ment, de volgende stukken uit
a) Kosterliefde, blijspel in één bedrijf, door Hendrickx;
b) De Zoon van den gehangene, tooneelspel in één
bedrijf, door Van Peene;
c) De Postieljon van Maria-Theresia, blijspel met
zang in één bedrijf, door Van Peene.
Den titel alleen dier tooneelgewrochten inziende, zal
men weldra geneigd zijn te gelooven dat deze vertooning
eene der schoonste zijn moet, welke deze beroemde
Maatschappij sedert lange jaren gegeven heeft.
En inderdaad men heeft zich niet bedrogen: Heeft het
opschrift dier stukken eene groote menigte tot die ver
tooning uitgelokt, de leden hebben niet min bijgedragen
om deze zoo luisterlijk mogelijk te maken en de faam
der Vlaamsche Ster meer en meer te vergrooten.
De namen alleen van de heeren Mailliard, Deweerdt
en Vandendriessche, drie perels waarover de Maat
schappij met hoogmoed mag nederzien, zijn genoegzaam
om van eenen goeden uitslag verzekerd te zijn.
Deze drie heeren, die niet zouden moeten achteruit
deinzen tegenover acteurs van bedrijf, hebben met waar
talent en op eene schitterende wijze doen zien dat zij in
alle tooneelvakken ervaren en het comiek even als het
deftig meester zijn. Ook is hun talent in IJperen genoeg
gekend en gewaardeerd.
Alle onpartijdige aanschouwer moet bekennen dat
niemand beter in staat zou geweest zijn, dan de heer
Mailliard, den hedendaagschen koster weder te geven.
Waar zou men eenen beteren type van postieljon dan
bij den heer Vandendriessche en eenen volmaakteren
kluchteren boer dan in den heer K. Deweerdt afgebeeld
vinden? Niets liet bij die heeren te wenschen, onder
opzicht van houding, uitspraak, tooneelkennis en klee
ding.
Vergeten wij de heeren Delmotte en Cremer niet.
Deze heeren, alhoewel op de hoogte niet van de drie
eerstgenoemden, verdienen ook lof en aanmoediging.
Zij ook hebben aller verwachting overtroffen. Met moed
eri volharding zullen zij in korten tijd bekwaam zijn de
hoofdrollen ter voldoening van het publiek te vervullen.
Insgelijks moeten wij bezonderlijk melding maken
van Mejuffer Rachel Deterre, die zich van hare taak op
eene buitengewone wijze gekweten en veel bijgedragen
heeft tot het welgelukken eener vertooning die zoete
herinneringen in liet hart der talrijke menigte laten zal.
Eere aan de moedige Sterrelingen, die de kunst be
zitten hunne medemenschen op den weg des zedelijken
vooruitgangs te geleiden.
IJperen, 27 December 1882.
Mijnheer de Uitgever der Kunstbode,
Zondag laatst heb ik het genot gehad te kunnen tegen
woordig zijn in de vertooning van lift Tooneelgenoot-
scliap De Vlaaynsche Ster. Ik mag u zeggen dat ik
dezelve onder alle opzichten puik gevonden heb. Al de
spelende leden hebben gewedieverd om de faamdie de
Vlaamsche Ster, niet alleen te IJperen, maar onder al
de Tooneelmaatschappijen geniet, meer en meer te ver
grooten.
Het orkest was allerbest samengesteld. Men zag er de
beste solisten van het voortreffelijke muziekkorps der
Pompiers dezer stad, die volgens alle inlichtingen, uit
goede bron geput, hunne medehulp kosteloos aan dit
geëerd genootschap geleend hebben.
Zulks doet dien heeren en al den anderen muzikanten,
die met dezelfde belangloosheid gehandeld hebben, veel
eer aan; zij mogen met recht aanspraak maken op de
verplichting en de oprechtste erkentelijkheid, niet
alleen van al de leden dezer schoone Maatschappij,
maar van al degenen die er belang bij hebben dezelve in
IJperen te zien blijven bestaan voor al het goed dat zij
aan de moedertaal bewijst. Door die edelmoedige, loffe
lijke en belanglooze medewerking hebben zij grootelijks
de Vlaamsche Ster helpen ondersteunen. Ik ben ver
zekerd dat, indien de Vlaamsche Ster, vöor de vertoo
ning aanstaande, nog eens eenen oproep tot die heeren
deed, zij met evenveel welwillendheid denzelven zouden
beantwoorden, want wie éénmaal edelmoedig is, blijft
zulks.
Ik meen de tolk te mogen wezen van al de moedige
strijders voor Moedertaal en in hunnen naam de heeren
muzikanten gelukte wenschen over hunne g'öede uit
voering, en hun tezelfder tijde mijnen innigen dank over
hunne edelmoedige daad uit te drukken.
Een Vlaming in 't hart.
9me Tir de la période d'Hiver. 24 Décembre 1882.
Ligy F.
Van Nieuwenhuyse C.
Santy H. (hors conc.)
Smeysters E.
PootH.
Ligy A.
Leclercq Th.
Vermeulen H.
25
20
25
20
25
115
25
20
25
25
20
115
20
25
25
25
20
115
15
20
20
25
25
105
20
20
25
20
20
105
25
20
20
20
20
105
20
15
20
20
25
100
20
25
15
20
20
100
Podevin A.
S wek els L.
1
2
2
2
2
3
7
11
Tir du Lundi 25 Décembrs 1382.
AUX OISEAUX.
PrixMahieu Léon.
Maillard
Tir du iVlarcredi 27 Décembre 1882.
AU BLASON VARIÈ.
PrixVandendriessche 100
Prix: Vandevyver 131/2
Wiüems-Fonds.
Afdeeling Schaarbeek-St Joost-ten-Noode.
Lokaal: Haalsche Steenweg, 124.
De afdeeling van het Willems-Fonds, Schaarbeek-
St Joost-ten-Noode, willende mev. Courtmans, onze
uitmuntende dichteres en romanschrijfster waardig
vereeren, heeft in bestuur-zitting van 11 dezer besloten
haar een prachtig album aan te bieden.
Buiten de bijdragen harer leden in dichterlijken en
beeldenden vorm, hoopt de afdeeling de medewerking
te bekomen van ganscli het Willems-Fonds en van al
de vlaamsche dichters, denkers en kunstenaars; te dien
einde, houdt zij ter beschikking van alle kunstenaars
albumbladen, welke zij kosteloos zal opsturen aan al de1
aanvragers en terug verwacht tegen einde Februari
1882, om met een prachtband den 2 April gereed te zijn,
wanneer de feestviering zal plaats grijpen, der te ver
eeren vrouw.
Men schrijft uit Kortrijk, den 25 December
Dezen namiddag ten 3 1/2 ure heeft alhier een dier
voorvallen plaats gehad, welke soms aanleiding geven
tot verschrikkelijke rampen.
De vespers waren begonnen in de O. L. V. kerk en
den tempel was reeds halfvol volk; men luidde met de
groote klok die 6500 kilos weegt en in den rechteren
der twee torens hangt, welke den voorgevel der kerk
bekroonen.
Eensklaps zwijgt de metalen stem in den toren, een
afgrijzelijk gekraak laat zich hooren boven de kerkge
welven en dan volgt een zware slag, die de geloovigen
schrik in 't harte jaagt, terwijl eene stofwolk het zien
belet. De groote klok was onder het luiden uit hare
hangsels gerukt en naar beneden gestort, in hare vaart
alles wat zij op haren weg ontmoette, verbrijzelende en
meêslepende.
Het gewelf der kerk brak onder het gewicht van het
neêrgestorte gevaarte: een deel ervan stortte in, maar
de klok zelf bleef als bij mirakel in de opening hangen,
slechts opgehouden van de eene zijde door den uitersten
punt van den klepel en langs de andere door een onbe
duidend gedeelte van het klokhoofd. Daar hangt zij nu
nog, maar dreigt elk oogenblik naar beneden te komen.
Gij kunt u een gedacht vormen van den schrik, waar
mee de geloovigen in de kerk bevangen waren bij het
vernemen van het gedruisch, zoolang zij er de oorzaak
niet van kenden. Elk vluchtte verschrikt weg en zocht
een der uitkomdeuren. Hier heerschte een gedrang
zonder weerga. Hoe niemand in deze algemeene vlucht
den dood vond, weet ik niet; maar ik mag u gelukkig
melden dat niemand, buiten eenige lichte kneuzingen,
wonden bekwam. De klokluiders zijn bij middel van
koorden langs de klokgaten op het kerkdak gekomen.
Men denkt morgen pogingen aan te wenden om de klok
naar beneden te halen.
De gebroeders Peltzer zijn ietwat kalmer ge
worden. Het regiem der gevangenis is voor hen nog in
niets veranderd. Armand zit op de eerste en Leon op de
tweede stagie van het betalend kwartier, gewoonlijk
pistole genoemd. Zij rekenen vooral op de verbreking
van het vonnis. Wordt het vonnis verbroken, dan zul
len zij waarschijnlijk voor het assisenhof van Bergen
worden verzonden. Armand is bijzonderlijk verbitterd
op de openbare opinie; die alleen, zegt hij heeft hem ter
dood veroordeeld. Hij betreurt ten eerste het lot van
zijn ongelukkig dochterken Mariette. Leon beklaagt zich
niet, maar beweert immer dat zijn broeder onschuldig
is.
De twee veroordeelden ontvangen dagelijks het be
zoek hunner troostelooze moeder en van hunnen broe
der James. Deze laatste is niet meer zoo opgeruimd en
helder als gewoonlijk. De gevangenis der Kleine Kar
melieten telt heden meer dan 500 gevangenen, waarvan
de gebroeders Peltzer de twee oudsten zijn, 't is te zeg
gen, het langst opgesloten.
Zij worden elk in hunne cel, dag en nacht door een
bediende bewaakt, met wien zij gezellig klappen. Ar
mand is niet zoo toegevend en aaugenaam als Leon,
maar beide volgen stipt de regels der tucht. Hun gedrag-
is onberispelijk. Wordt het doodvonnis niet verbroken,
dan zullen de twee veroordeelden, wier straf door den
Koning in eeuwigdurenden dwangarbeid zal worden
veranderd, naar het centraal boethuis te Leuven over
gaan. Daar zullen zy de tien eerste jaren hunner straf
in eene cel overbrengen en dan naar Gent worden ge
stuurd, waar zij de rest van hun leven in het zooge-
naemde Rasphuis zullen eindigen.
Heeft Leopold II het geluk, in 1890, den 25n verjaar
dag zijner inhuldiging als Koning der Belgen te vieren,
dan zullen de twee broeders, indien zij een allerbest
gedrag hebben, waarschijnlijk op eene strafverminde
ring mogen rekenen
Naar wij uit goede bron vernemen, zijn Leon en Ar
mand Peltzer kalm en rekenen zij op de verbreking.
Let op. Wij herinneren aan de jagers, verkoo-
pers en eters van wild dat, te rekenen van den 3 Janua
ri 1883, de sluiting der jacht plaats heeft op de hazen,
fezanten, enz.
De Koemelk. De akademie van geneeskunde
van Parijs heeft zich in eene harer laatste zittingen
lang bezig gehouden met den invloed der koemelk op de
voortzetting van zekere besmettelijke ziekten. Doctor
Ernest Hart van Londen heeft eene belangrijke me
morie geschreven, waarin hij zijne opmerkingen mede
deelt, die toelaten te gelooven dat de typhuskoorts
en de roodekoorts door koemelk kunnen verspreid
worden. Vijftig typhuskoortsziekten in Engeland vast
gesteld kunnen de melk ten laste gelegd worden;
soms was het water van den put op de hoeve besmet
door de afvallen van zieke personen; andere malen
hadden de personen die de koeien melken of de melk
behandelden, zieke personen verzorgd; somtijds ook
had men vuil linnen gewasschen in de nabijheid der
stallen of had men de potten, waarin de melk werd
gedaan, afgedroogd met de verdachte doeken. De per
sonen die van die melk gebruik maakten, kregen de
typhuskoorts, terwijl degenen die andere melk nut
tigden, bevrijd bleven] van ziekte. Men heeft opge
merkt dat zoodra men de verbruiking der besmette
melk deed ophouden, de ziekte verdween. Men meldt
dat te Margleborne, in 1873, op 132 huizen; waar de
ziekte heerschte in 77 straten, er 118 waren die hunne
melk uit eene verdachte hoeve trokken.
Men meldt nog dat op 9 personen eener famillie er
8 waren die de typhuskoorts kregen, door melk te
drinken uit eene hofstede waar de ziekte heerschte en
dat de eenige persoon die bevrijd bleef, juist diegene
was welke geene melk gedronken had. In eene smet-
ziekte die te Engley heerschte, zegt de heer Hart, wer
den op 59 familiën die hare melk trokken uit eene
zelfde hoeve, er 55 door door de typhuskoorts aangetast,
terwijl er op 26 familiën van dezelfde plaats, die hare
melk van elders kregen, en,maar 8 aangestast werden.
Voor de roode koorts zijn de feiten min treffend, maar
er blijven toch sterke vermoedens. In eene smetziekte
waarvan professor Oswald spreekt, werden al de
huizen die hunne melk uit eene hoeve trokken waar
kinderen waren die de roodekoorts hadden, door deze
ziekte aangetast, ter uitzondering van een enkel, be-
Niet als dom, ikzuchtig wezen
Onder 't woelend menschdom gaat.
Man is hij die zijnen akker
Niet te klein, te nietig acht,
Steeds, bij zaai- en maaitijd tevens,
Aan zijn armen buurman dacht.
Man is hij die. kalm en krachtig
's levens wel en wee aanschouwt,
Niet op Gister, maar voor Morgen,
Op het levend Heden bouwt...
Laat ons waken, werken, broeders,
Ernstig, moedig, zonder rust
't Leven zij door 't werk geheiligd
Eer de koude dood het kust...
HAUT TOTAL.
BAS TOTAL.
HAUT TOTAL.
BAS TOTAL.