IJ persei» W eek blad.
geheel het land 3,00. voor stad 2,50.
Zondag *28" Januari 1883. 5 centiemen het nummer. 3de jaar N' 52.
Albert Tendaele.
DE KUNSTBODE VAN IJPEREN, verschijnt den Zaterdag avond'; men schrijft in bij Karei Deweerdt, drukker, Rijsselstraat, 59, IJperen. De
inschrijvingsprijs is fr. 2-50 voor stad. fr. 3-00 voor geheel het land.Alle artikelen, verslagen of mededeelingen moeten vrachtvrij aan het bovengemelde adres ge
zonden worden Aankondigingen den regel 5 c. Reklainen 15 c. Voor alle aankondiging buiten de Vlaanderen, wende men zich tot het Office de Publicité, Madeleine-
straat, 46, te Brussel.
Sets uit den stokstijver» administratieven
letterwinket
Bij die heeren van den bestuurlijken krabbelstand
vindt men soms krachtige en beteekenisvolle uitdruk
kingen, welke de toepassing weieens op drollige manier
komt verklaren.
Specimen:
Les candidats sérieux! Hebt ge begrepen?...
Bij voorbeeld, mijnheer .Jan, de onderkommissaris
van Iederghem, over acht jaren b'eenhouwersgast van
beroep, en, door de gratie Gods en het verslijten van
een paar slijkschoenen tijdens de toenmalige gemeente-
kiezingen, op het politiebureel geplaatst, aan zestien
en halve daags; later opgeklommen, en zelfs gedeco
reerd, voor het uithalen van een bovenzwemmend kin
derlijkje.
Of nog, mijnheer Martin, gewezen uitwijkeling uit
schrik van het lastige krijgsleven; thans geduchte
onderkommissaris te Snelbeke, omdat hij de zoon is
van een oud-gemeenteraadslid der regeerende partij.
Die heer verwacht nog geduldig zijne decoratie, daar hij
kortelings geleden een doodvallend paard in zijnen loop
heeft tegengehouden.
Wie weet ook.... Misschien mijnheer Buvelet, de
beste pratiek uit den Zwarten Hond te Taelen, waar
de schepene bier levert. De man is de eerste bij alle
brandrampen, wanneer het vuur uitgedoofd is. Hij be
reidt der gemeente een vast inkomen, enkel van de
boeten die hij kwistig aan de onvoorzichtige waterlos-
sers ronddeelt. Dat heet bij Duvalet voorbeeldige
waakzaamheid Is de kerel liet nieuwe postje niet
zeker?
Wachtik vergeet nog mijnheer Loorjas, de ver
maarde meetinguist uit de Kwispelstraat te Branthout.
Zonder hem, werd de burgemeester laatst afgestemd
van de lijst der volkslievende men noemt de geko
zenen altijd zoo bestuurleden. Nu slaapt de invloed
rijke Loorjas op zijne lauweren, en is enkel te zien, in
blinkend uniform natuurlijk, op de parade; op de ker
mis en in de nachtelijke drinkhuizen zijner staatkundige
vrienden.
Al die candidats sérieux zullen hunne aanvraag
doen om te Vliedkerke de uitvoerende macht te ont
vangen uit de handen van den burgervader. En wan
neer een moeielijk geval zicli zal voordoen in het
bedienen hunner waardigheid, zullen zij verstandig
alles laten vliegen gelijk liet wil, zeggendega n'est
pas de ma compétence. Als het er op aankomt kracht
aan den dag te leggen, zal de nieuwe kommissaris
rekenen op de gendarmen, en van zijne eigene mannen
voorzichtigheidshalve eene sterke persoonlijke wacht
maken. Zoo doen de candidats sérieux.
Wie zou er ook zijne ro! anders verstaan? De policie
is toch niets meer dan rangvulling voor de plaatselijke
veiligheidstroepen. Ziet eens: gemeenten van groote
bevolking gelijk Molenbeek-bij-Brussel, de zesde van
geheel het land, beschikken maar over hoee-en-dertig
policiemannen.Ware die gemeentelijke inrichting
ernstig op te nemen, de verhouding tusschen bevolking
en policie zou zoo belachelijk niet zijn. Het kommissa-
riaat hadde zijne vormscholen, net gelijk liet leger en
het zeewezen; de onderhoorigen zouden zich uitrusten
anders dan voor eene mascarade. waar men spotsge-
wijze met een beenenbelemmerend onschadelijk degen
tje aanloopt, en op zijnen tocht in kroegen-en jenever
bakjes eene vluchtige halte maakt. Door ondervinding
en krijgskundig schoolonderricht slim geworden, door
onverschrokkenheid tegen alles bestand, door het voor
uitzicht van verbetering aangemoedigdzouden die
wezentlijke bolwerken der lokale zekerheid zich van
geenen hotelbediende in behendigheid zien overtreffen.
Die genummerde renteniers, gelijk men ze ten huidigen
dage bijna noemen durft, zouden niet afhangen van den
gril eener afwisselende gemeenteoverheid, maar slechts
te verantwoorden hebben voor den Staat, door wier
bevel de gemeenten hunne policie zouden bezoldigen. Op
dusdanige manier ware deze eene eigentlijke macht, in
de groote steden vooral, die ze thans allicht voor straat
pilaren of weêrhaantjes kunnen beschouwen.
Maar ik word zoo ernstig, mijns dunkens! Is liet
omdat ik onvrijwillig aan het pratieke Engeland denk?
Missschien... Eh wel, onze mannen der regeering zou
den wel doen ook hunne gedachten in die richting te
wenden. Daar vonde men wellicht iets dat, in België
overgebracht, naar behooren aan de vraag der over
heid van Vliedkerke zou voldoen:
Des candidats sérieux
Een lied in Vlaanderen.
Beeld des harten.
Chant
a 1'h.onneur de M. Bouteca, Instituteur a Zandvoorde.
Aan mijne vrouw CELESTINA
bij het begin van het jaar 1883.
DE KUNSTBODE
COMMUNE DE
VLIEDKERKE
BUREAU:
Objet:
Envoi pour publication
officialise.
ANNEXE.
La place de coramissaire tie police
est, vacante dans notre commune.
Les candidats sérieux se présente-
ront au cabinet du Bourgmestre, mu
nis des pieces nécessaires pour établir
la capacité du postulant.
LE SECRÉTAIRE,
Ch. Meulemans.
Gelijk naar frissetie waterbeken
In dorre streken
De dorstige verlangt,
Gelijk naar 't leven
Smacht en tracht
De mensch, als hem de dood
ln de armen prangt,
Zoo tracht ik naar mijn Vlaanderen.
O 't Vlaanderen dat ik zoo betracht
Is 't Vlaanderen, uit vroegere tijden;
Toen 't volk, nog- stout ten kampe reed,
En 't vreemde rot, driest dorst bestrijden!
II.
Gelijk naar licht, in donkre nachten,
Langs poel en grachten
De reiziger verzucht.
Gelijk de moeder
't. Zieke wicht,
Dat stil daar ligt, omhelst
En snikkend zucht.
Zoo zucht ik om mijn Vlaanderen
O't Vlaanderen waar ik dus voor zucht
Is om het Vlaanderen van heden.
Want 'k vind er, laasl het volk niet meer,
Van het schoon en roemrijk verleden.
Pu. Cai-dwaert.
Als 't vervroren veld, in het kilst des winters,
door den marm'ren sneeuw overdekt met lijktooi;
als de jonge vrouw, na de barenssmarte,
zóó kan het hart zijn.
Lijdenschap, gevoel en hun wilde laven,
gansch de ziele zwijgt, als een ouden krater,
waar 't verleden rust, in versteende golven:
narige beelt'nis
Ziet! de zonne straalt, en de reinste klokjes
kling'len 't Roosje rood en de Liefde wakker!
's Eerst'lings stemme trilt, in het oog der moeder
vonkelt de têerheid
Lange zweeg de berg, en het smeulend vonkje
scheen er uitgedoofd, onder eeuwenlagen...
Plots, de kuilmond schokt, en het woelt en kookt er
dond'rend naar boven
Waar eens Liefde woonde in het iRensch'lik harte,
kan geen aardsche kracht er het spoor tenietdoen:
t straalt een vrouwenblik en ze wordt herlevend,
zoeter dan eertijds
H. Van Beveren.
t£-Cc30-=S-
Portez avec flerté la croix civique
Vous móritez ce signe honoriftque;
Vous server, la patrie avec ferveur;
Vousmontrezlecheminduvrai bonheur
Vous aimez le progrès et la science,
Vous êtes l'ami de l'enfance
I.
Quand on révère un digne père,
La fète h tous est douce et chère;
Chacun partage le plaisir,
G'est un instant qu'on vent bénir
II.
Pour nous, cette heure est arrivde
Nous honorons, l'ame élevóe,
Un homme, qui parson labeur,
A mérité la croix d'honneur!
III.
Nous saluons la croix civique
Dont vous honore la Belgique
- A vous, Bouteca, tout l'honneur!
Tel est le cri de chaque cceur. *j»
IV.
Que ce patriötique hommage
Reléve votre grand courage,
En vous renclant content, heureux.
Tel est l'objet de tous nos vceux!
Comines, 1883. p. p. Denvs.
Note. Les instituteurs du canton scolaire de Menin prépa-
rent une petite fête en l'honneur de M. Bouteca, qui vient de
recevoir la croix civique de le classe.
A cette occasion un chceur sera exócuté. Les paroles sont de
notre collaborateur, la musique de M. A- Vanden Weghe, insti
tuteur h Wervicq.
- -♦
Mijn beste Vrouw, op 't oogenblik
Dat 't nieuwe jaar begint, kom ik
U wenschen waar geluk en zegen,
Genot en vreugd op al uw wegen
Ik bid uit 't hart d'Alzegenaar,
Dat Hij aa'. onz' familieschaar
Zijn mildste zegening wil schenken
En ons ter vreugdebaan wil wenken.
Ik bid Hem diep dat Hij ons kind,
Ons duurbaar kind, zoo teêr bemind,
Voor alle leed en onheil spare,
En tot ons beider troost beware.
Zoo klinkt, mijn Vrouw, het eerste lied,
Welk mijner ziel dit jaar ontschiet!...
Het is een wensch, het is een bede
Om waar geluk, om reinen vrede.