1 Weekblad voor de Landbouwcomicen van Brugge, Thourout, Ghistel, Dimde en Veurue. egen»en-veertigstejaar /jondag 24 December 1911. iV 52, met bijvoegsel. Aangesloten bij het Verbond der Belgiesche Periodieke Drukpers. Wekelijksehe Aanwijzer VERGADERING VAN LANDMETERS. Nieuwe Leden Dienst der Staatsiaiiri bouwkundige®. De heer Em. Van Godtsenhoven, Slaatsland- bouwkundige, te Brugge, CYNGELLAAN, 3, (buiten de Smedepoort) is sprekelijk den Zaterdag voormiddag van iede re week, van 10 tot 11 uren. 2. 3. COMICE VAN DIXMUDE Voorgedragen door M. Louis Crevits, Be stuurlid en M. H. Taveirne, landbouwer, bei den te Woumen: M. Camiel VERPOORT. ;.tndb., te Woumen. Voorgedragen door M. L. Crevits voornoemd en M. R. Cotteau, beerhouder, te Woumen: M. Theophiel DECLERCK, veesnijder, te Woumen. Voorgedragen door M. Ch. Grymonprez, On- der-voorzitter en M. Edm. Van Troyen, Secre taris van het Cornice M. Xaveer DICK, landbouwer, Hooglede. COMICE VAN THOUROUT Voorgedragen door MM. iCam. Ramboer en K. Ramboer: M. Richard VIAENE, landbouwer, en M. Henri VERHAEGHE, landbouwer, beiden te Swevezeele (Zeswege). Voorgedragen door MM. Meersseman en Aug. Dlewulf M. Constant GUNST, landbouwer, (Wijk Uil te Thourout. COMICE VAN BRUGGE KAS VAN BELOONING AAN LANDBOUWWERKLIEDEN. - In de lijst der Decoratien en Geldbelooningen door gemelde Kas toegekend in hare zitting van Zaterdag 9 December 1911, is een misslag begaan; men gelieve te lezen: DE SCHEPPER Karei, Beernem, oud 43 jaar, sedert 32 jaar bij M. Henri Lootens, Oostcamp, bronze medalie en fr. 5.00. COMICE VAN DIXMUDE. «o» De Leden van het Comice van Dixmude wor den vriendelijk uitgenoodigd tot de ALGEMEENE VERGADERING die zal plaats hebben op Dinsdag 20 dezer, om 9 Va uren voormiddag, in het gewoon lokaal, te Dixmude. De leden der Comicen van Brugge, xhourout, Ghistel, Dixmude, Veur ne ontvangen heit blad kosteloos. Alle klachten of aanmerkingen door hen te doen, betrekkelijk een der Comicen, moeten gedaan worden aan deszelfs Secretaris. Al degenen die begeer en lid van een der Comicen te worden, of die een nieuw lid aan te bieden hebben, moeten zich te dien einde wenden bij den Sekretaris van het Cornice in welks omschrijving zij wonen. Zich voor alle inlichtingen te be vragen in het bureel van De Land man, te Brugge. UOMIUË VAN THOUROUT >o«— STAEPRIJSKAMP belangrijke: mededeeling Er waren twee zeer verschillige zaken te be- oordeelen 1. ONDERHOUD EN STAAT DER DIE REN (Vee en Zwijnen op stal). Hierin heb ben al de inschrijvers ten getalle van 115 medegedaan. Deze prijskamp geschiedt met de eigen geldmiddelen van het Cornice. De uitslag en de uitbetaling der geldbelooningen zal ge daan worden in algemeene vergadering van Januari aanstaande. 2. IN DE STAL VERBETERING hebben ee- nige inschrijvers niet medegedaan. De keur- raad komt zijne werkzaamheden te eindigen en zal zijn verslag opsturen om van den heer Mi nister de buitengewone toelage te verkrijgen, bestemd om onder de deelnemers uitgedeeld te worden, ingevolge de beoordeeling van den kernraad. Zondag 31 Openbare leergang van fruitboom- en groen selkweek, in den leerhof Philharmonic», bij BRUGGE, Steenbrugsche Wandeling, om 9 u. ’smorgends; Leeraar M. L. Kesteloot zal han delen overkweek der bladgroenselskweek en snoei van den druivelaar. Openbare leergang van groenselkweek, in de Militiezaal, te Dixmude, om 11 u. voormiddag; spreker M. K. Demuynck, zal handelen over: kweek van bladgroensels, doorblijvende planten eb peulvruchten; daarna prijsloting onder de aanwezigen. Openbare voordracht over groenselkweek, in het beluik der Hofbouwgilde «Lange Munte», te ST-ANDRIES, om 4 uren namiddag, door M. Van Rafelghem voornoemd. Sluiting van alle jacht in bosschen of open veld, behalve de bij art. 5 der wet voorziene uit zonderingen (zie «De Landman» van 20 Au- gusti laatst). In het belang der landmeters,, grondeigenaars, landgebruikers en aannemers van bouw- en an dere werken, had Zaterdag 16 December 1911, te Brugge, onder het voorzitterschap van den heer Et. Jonckheere, de jaarlij ksche vergade ring plaats der West-Vlaamsche afdeeling van gezworen landmeters, aangesloten bij den Brus- selschen bond der Belgiesche beëedigde land- meters-experts. Wie begeert lid te worden van dien ver dienstelijke bond, wende zich tot een der leden: MM. Barbary Pieter, Renteniersstraat, 17, te Oostende; Carette Omer, Hofstraat, 20, te Thourout; Cosman Felix, Descampstraat, 17, Blankenberge; De Clercq Camiel, Annunci- adenstraat, 71, Brugge; Decock Victor, Been houwerstraat 112, Brugge; De Cuyper Franc. Knocke aan zee; Heuchamps Arthur, Kom vest, 134, Brugge; Heyneman Jules, Uitker- ke; Huyghebaert Alfred, Middelkerke; Jonckheere Etienne, 24, Ste-Walburgastraat, te Brugge; Lambert Arthur, Oostcamp; Le per Charles, 57, Zuidstraat, Veurne; Mest- dagh Karlos, Ezelstraat, te Brugge; Moens Louis, Molenmeersch, Brugge; Pecasse Cam., 29, Visschersstraat, Blankenberge; Reynaert Emiel, Gentstraat, 9, Oostende; Soetaert J., Nieuwmunster; Soete Dominique, Oostende, Slykens; Soete Jozef, Aartrijke; Stockx Jean, Heyst-aan-zee; Vanden Broucke René, 4, Parkplaats, Brugge. moeite vastgesteld en schijnen geene aanleiding te kunnen geven tot bespreking. Edoch, als het een dier geldt dat «verschijnselen of kwetsu ren vertoont die het bestaan eener besmiettelijke ziekte doen vermoeden», dan kan de vraag ge steld worden, in hoeverre de houder, die be wijzen zal dat hij die verschijnselen niet heeft bemerkt, zijne goede trouw, of, om duidelijk te spreken, zijne onwetenheid zal mogen inroepen. Bij de behandeling van art. 319 in den Senaat, zegde de verslaggever van de commissie dezer vereeniging Edoch, een persoon kan zeer wel, zonder het te weten, dieren in zijn bezit hebben die van de besmetlelijke ziekte aangedaan zijn en, met nog meer reden, dieren die enkel verdacht zijn. Moesten er duidelijke, beslissende kenteekens voorkomen, waarover geen twijfel zou kunnen bestaan, dan zou ik begrijpen dat men dengenen die den Burgemeester niet zou gewaarschuwd hebben, streng straffen zou; edoch, een land bouwer die geen veearts is, kan zich zeer ge makkelijk vergissen over den staat zijner die ren, en toch is hij met straf bedreigd, als hij de dieren die hij gezond achtte, niet aangeeft als van ziekte aangedaan. De heer Bara, Minister van Rechtswezen, antwoordde hierop «Indien de boer een dier bezit, verdacht van ziekte aangedaan te zijn, en daarmede niet be kend is, dan zal hij niet gestraft worden; opdat het misdrijf besta, behoort het klaarblijkelijk dat hij van het misdi even feit kennis hebbe. Maar als iemand aan een landbouwer zegt: In uwen stal hebt gij een ziek dier, en als die landbouwer, niettegenstaande de waarschu wing, de Overheid niet verwittigt, dan zal hij te recht vervolgd worden, omdat het zal bewe zen zijn, dat hij van het feit kennis kreeg en dat hij niettemin de Overheid niet verwittigd heeft, hetzij uit winstzucht, hetzij met elk ander doel. In dezen zin is er gevonnisd geworden dat, bij het beoordeelen der inbreuk voorzien bij art. 319 van het Strafwetboek, dat eenige maatre gelen voorschrijft om de veeziekten te voorko men, men acht moet nemen op de goede trouw, blijkende uit de (omstandigheid dat de ziekte zich nog in het ontwikkelingstijdperk bevond, indien het op geene andere wijze bewezen is, dat de betichte het bestaan dezer ziekte gekend of ten minste vermoed heeft. Gansch anders is het gelegen, als de ziekte zich uitwendig ver toond heeft, vooral wanneer de betichte, door den aard van zijn bedrijf, weten kon wat er van de zaak eigenlijk was (Hof van Beroep, 12 Ja nuari 1881, Rechtbank Gent 4 Mei 1872 en Aar len 11 December 1894). 5. HET DIER MOET ONMIDDELIJK OPGE SLOTEN WORDEN. Naar aanleiding van de woorden: «eer de Burgemeester de waar schuwing heeft beantwoord», welke in art. 319 voorkomen, heeft een Senator de vraag gesteld, binnen welken tijd de Burgemeester antwoor den moet. Het antwoord van den Minister van Rechtswezen luidde: «Geen tijdperk is bepaald. Zoodra het dier verdacht is aangedaan te zijn van besmettelijke ziekte, moet de houder van het dier, het onmiddelijk opsluiten». 6. TWEE WIJZEN OM HET MISDRIJF TE PLEGEN. In «Le Code pénal interprêté principalement au point de vue de la prati que, par Nijpels», vinden wij de volgende ver klaring «De verplichting, door de wet aan de eige naars van dieren opgelegd, is tweevoudig: de houder of hoeder moet den Burgemeester der gemeente terstond waarschuwen en hij moet de dieren opgesloten houden, zelfs eer de Bur gemeester de waarschuwing beantwoord heb be; de wet vereischt de gelijktijdige uitvoering van deze beide maatregelen. «Die inbreuk is eveneens tweevoudig; zij be staat uit de niet uitvoering van de eene of de andere verplichting: zoo is het niet waarschu wen alléén niet voldoende om het misdrijf uit te maken; er hoeft daarenboven, dat de ver dacht voorkomende dieren niet onmiddelijk op gesloten worden; deze twee omstandigheden vereenigd, worden alléén door art. 459 gestraft. Dieze uitlegging, zeer betwistbaar, zelfs onder het beheer van het Fransch wetboek, is thans teenemaal onaanneembaar ten aanzien van den COMICE VAN GHISTEL Voorgedragen door M. Charles Logier, land bouwer en M. August Aernoudt, bestuurlid van het Cornice, beide te Slype M. Désiré LOGIER-HOSTEN, landbouwer te Wilskerke. DAGORDE. 1. Voordracht door M. Richard Casteleyn, Scheikundige te Roeselare, over: «Het uitkip pen der eieren en den kweek der jonge kippen». Mededeelingen. Prijsloting. Voor het Bestuur: De Voorzitter, Ridder Eng. Hynderick de Ghelcke De Secretaris, Edm. Van Troyen. straft worden (Hof van Beroep van Gent, 12 Januari 1881). Door het straffen van den houder of hoeder van dieren, welke verdacht worden aangedaan te zijn van besmettelijke ziekten, wanneer hij deze dieren niet zal hebben opgesloten gehou den, zelfs eer de Burgemeester de waarschu wing, die hem moest gedaan worden, beant woord heeft, bedoelt art. 319 a fortiori dengene, die, buiten den wil door art. 320 gekenschetst, zijne dieren uit zijne stallen laat gaan na het antwoord van den Burgemeester en zoolang deze de machtiging niet heeft verleend om do opsluiting te doen ophouden. (Hof van Beroep te Gent 18 Januari 1870 en te Luik 21 Juni 1883). Die straf zou zelfs in dit geval toepasselijk zijn, indien de dieren, wanneer zij ten onrechte uitgingen, reeds genezen waren. (Hof van Be roep te Gent 18 Januari 1870). 7. BESTANDDEELEN van het MISDRIJF voorzien door art. 320. Artikel 320 veron derstelt dat de dieren besmet zijn en dat de maatregelen door het bestuur voorgeschreven zijn geworden, om de aanraking dezer dieren te voorkomen; de inbreuk op dat verbod maakt het misdrijf uit. Bij de tweede bepaling van art. 319 straft de wetgever een misdrijf van verzuim (het ver dacht dier niet opgesloten houden), dat ofwel vrijwillig, ofwel ten gevolge van eene nalatig heid kan gepleegd worden. Bij artikel 320 straft hij een misdrijf, vrijwillig gepleegd, tegen het verbod van de Overheid in; om die reden is er verschil van straf in de twee gevallen. Het voornemen is ten anderen gekenmerkt door den enkelen wil, het gedaan verbod over het hoofd te zien. Geen ander voornemen, geen winstbejag, geene boosaardigheid worden in aanmerking genomen. Art. 460 van het Fransch wetboek (320 van het Belgiesch wetboek), is toepasselijk ver klaard geworden op dengene die, niettegen staande het verbod van het bestuur, op de markt dieren te koop (stelt die van eene be- smettelijke ziekte niet volkomen genezen wa ren. Aan de bestuurlijke overheid in het Be sluit van 20 September 1883 aangeduid, (dat is over het algemeen aan den Burgemeester der gemeente) behoort het, het verbod te doen ophouden. 8. BESTANDDEELEN VAN HET MISDRIJF voorzien door art. 321. Het misdrijf voor zien door art. 321, is hetzelfde als dit welke be doeld wordt door art. 320; evenwel is het erger uit hoofde van het feit, voortspruitende uit de aanraking: de besmetting onder de andere die ren. Het hoeft diensvolgens om de straf, door art. 321 ingevoerd, toe te passen, dat het vast gesteld zij dat de besmetting het gevolg is van de plichtige aanraking (dat wil zeggen: niette genstaande het verbod van het bestuur) met de besmette dieren. 9 ANDERE WETSBEPALINGEN BETREF FENDE DE GEZONDHEIDSPOLITIE. - Er mag niet vergeten worden dat de art. 319 tot 321 al de andere wetgevende akten betreffende de veeziekten, van kracht laten. Edm. Van Troyen. - --- --- IIOOGERE LANDBOUWRAAD. De heer Emiel Tibbaut lid der Kamer van Volksvertegenwoordigers, wordt bij Koninklijk Besluit van 12 December 1911, benoemd tot Voorzitter van den Hoogeren Landbouwraad, in vervanging van wijlen M. Baron de Moreau. Zondag 24 Openbare voordracht over groenselkweek, in de zaal van het Gemeentebestuur, te VLISSE- GHEM, om 8 i/g uren voormiddag, door M. H. Van Rafelghem, Staatsleeraar. Openbare voordracht ©ver fruitboomkweek, om 3 Va uren namiddag, in de Gemeenteschool te DUDZEELE, door denzelfden. Openbare voordracht over fruitboomkweek, om' 6 uren ’s avonds, in de Gemeenteschool, te RAMSCAPELLE (B.), door denzelfden. Maandag 25 KERSTDAG Openbare voordracht over groenselkweek, in de Gildezaal, te LANGEMARK, om 4 uren na middag, door zelfden spreker. Dinsdag 26 Landbouwvergadering met voordracht, om 5 uren ’savonds, in «De Samenkomst», GITS; Leeraar M. C. Meersseman, zal handelen over voedering en verzorging van het vee op stal. Openbare voordracht over groenselkweek, in het beluik van den Boerenbond, te JABBEKE, om 51/2 uren ’s avonds, door M. Van Rafel ghem voornoemd. Donderdag 28 Landbouwvergadering met voordracht, Om 5 1/2 uren stipt ’s avonds, in de school van Mr. Serroen, te STADENLeeraar M. Meersseman, zal handelen over: kweek der voornaamste veldvruchten. Vrijdag 29 Landbouwvergadering met voordracht, om 81/2 uren stipt ’s avonds, in de school van Mr. Serroen, te STADENLeeraar M. Meersseman, zal handelen over: kweek der voornaamste veldvruchten. GEZONDHEIDSPOLITIE DER HUISDIEREN. 4. ONWETENHEID OF GOEDE TROUW. Meest al de gevallen van verdachtheid, door het Besluit van 1883 jopgegeven, worden zonder 1 tekst van artikel 319, waar de woorden«en die... ze niet zal hebben opgesloten gehouden» van het Fransch wetboek, vervangen zijn ge worden door de woorden: «of die ze niet zal hebben opgesloten gehouden». Dat wijst twee wijzen aan, om hetzelfde misdrijf te ple gen. Diensvolgens is er misdrijf zoodra eene der bepalingen van het artikel overtreden wordt. Twee straffen dienen echter niet toegepast te worden, als geen van beide verplichtingen nagekomen werd. Dit ware slechts de opvol gende verwezenlijking van hetzelfde misdadig voornemen. Deze omstandigheid kan enkel in vloed uitoefenen op het quantum der enkele straf die dient uitgesproken te worden. Het scheidende voegwoord «of», in het wetboek van 1867, heeft het verbindende voegwoord uit het wetboek van 1810 vervangen. Het is vol doende, opdat er inbreuk besta, dat eene van beide bepalingen niet nagekomen zijn: de wet heeft echter geenszins twee verschillende mis drijven vastgesteld, welke te zamen kunnen ge- Alle stukken betreffende den öp» tuel moeten vrachtvrij toegezonden vorden aan Mme We Jan Cuypers, St-Jacobstraat, 18, Brugge, en dit ten laatste den Woensdag middag van iedere week. BEKENDMAKINGEN. Bekendmakingen, per drukregel 20 cent. Groote of langdurig verschij nende bekendmakingen alsmede re- klaamartikelen betalen volgens over komst. »o«— Het bureel van M. L. Van Haver- beke, Secretaris van het Comice van Brugge, gevestigd in de Nieuwe Gent- weg, Nr 25, te Brugge, is open alle Zaterdagen van 9 tot 11 u. voormid dag. Bt:*’ MS DE LANDMAN Mk I; '-’v «eaiKWSM» wawvb vnhmm*. --»-j ii ai ii urn --

HISTORISCHE KRANTEN

De Landman (1862-1914) | 1911 | | pagina 1