Verschijnt 2 maal te maande. ONDER MEER! N° 8 Nagezien door de Krijgsoverheid. 1 Oogst 1917. Abonnementprijs. Poperingsche Soldaten: kosteloos. Andere Soldaten: 1.00 fr. Burgers: 2.00 fr. BEHEER E. H. Jul. Vanneste, Legeraalm. D 65 1 H. Gasp. Herpelinck, brank. c 171 H. A. Baert, Noordstraat, 13, Poperinghe Wij dachten het niet overbodig heden met een bijvoegsel (1) te verschijnen en zoo van die gelegenheid gebruik te ma ken onze Keikop te laten varen meteen nieuw kostuimtje. Dat hij over al zal welkom zijn staat vast. Het is nu omtrent zes maanden gele den dat de gedachte een bladje te slich ten ons door den kop vloog en wij, eenige vrienden samen, de hoofden bij een hebben gestoken om wel te weten hoe dat aan boord gelegd.. Dat scheen al zoo gemakkelijk niet. Het soldatenleven is zoo iets op zijn eigen en nu vooral bestaat het meest in een gedurig rond reizen. Poperinghe, kan men niet daar geraken naar beliefte. Verders heeft men druk, papier en inkt van doen en opdat de taak ons niet te ge makkelijk voorkome, moet Moeder Censuur over alles haar jawoord zeggen en goed- of afkeuren. Blijft dan nog eindelijk de knoop van 't spel: Men krijgt dat al niet kosteloos. Goddank, zijn wij niet bij die be schouwingen gebleven en, wat laat misschien maar toch, verscheen ons n°i met Maart. Wij waren nu te schepe en moesten varen. We stuurden zoo wat links en rechts én twee, driehonderd exemplaren. Doch hoe zou men ooit al die adressen kennen? 't Ging goed, zij kwamen dapper toe en met Mei steeg men tot 500. Het bladje viel zeer in den smaak en gretig werd het door iedereen gelezen. Maar zie 't was niet voldoende eens te maande. Op zekeren dag kwam ons een vraagSke toe (2) ten min ste alle veertien dagen uit te komen! De stap was groot voor een pas geboren bladje. En toch met Juni reeds verscheen De Keikop» op 1 en 15, dank zij de milde ondersteuning van onze stadsge- nooten. We melden 't seffens aan de vrienden en nu was 't volop feest. Een ware bui dankbetuigingen, aanmoedig ingen en steun kwamen ons overvallen, 't Was dpugddoenend te zien dat onze moeite niet vruchteloos was gebleven. U laten we hier zelf oordeelen en geven (1) Dringend werk is de oorzaak dat 't blad niet juist op tijd verscheen. (2) zie N° 3 Mei. onder meer het een en ander briefje. Een lange brief in twee, drie reken: Hartelijk proficiat met uwen Keikop. Nieuws, wetenswaardigheden, een goe woord Alles is er: een echte mozaiek, en daarbij al le 14 dagen! M L. Een ander evengoed: Waarlijk, ik kan maar met lof spreken van uw bladje. Het bevat gezonde en nuttige gedachten en weet ook het aangename bij het nuttige te voegen. Reeds van verschil li- ge heb ik gehoord dat uw bladje aanstaat. Mocliie het dus veel goed doen, daarom zal ik zooveel ik kan mijn steun tr'acïïten te Ver- leenen. M.B. Hier een woord van een maatje door den «Keikop» uit den slaap gewekt: Dit om L mijnen dank uit te drukxen. 'k Moest het vroeger doen, maar mea culpa vergeten gebrek aan tijd. Ik begeer zekerlijk mij te aoouneèieu, niet alleen voor 't bladje zelf, alhoewel ik er niet i genoeg over kan loven, maar om uw werk ie steunen; om al de Poperingiiaars van geboor te of huisvesting zooveel van malkander ni< t te ontvreemden, door deze ongelukkige tijds-- omstandigneder) gescheiden. X.X Van anderen die spijts hun geringe solde het werk toch willen steunen: Ik vind veel behagen in uw bladje 0111 liet nieuws te weten van mijn streek. Mijn naam is Cam. Gruwier en in dit briefje zal ik een frank steken voor het welzijn van het blad. C.G. Een ander stadsgenoot: Mijn besten dank om 't bladje. Ziehier, Mijnheer, ik zend nu mijne gift (5 fr.) mee en mijn adres. R.M. Verders nog: lk kan niet nalaten U aan te moedigen en geluk te wenscken over uw gedacht den Kei kop tweemaal te maande te doen verschij nen. Daar de onkosten zeker hoog beloopen zal niomand weigeren het weinige dat hij kan missen bij te brengen om het werk te steunen. Ziehier van mij tien frank tot voo'rbeeld voor veel anderen. W.G. Dit hier eenvoudig maar toch schoon: Ik en mijn vriend hebben UE. wel te be danken over het gazetje dat gij ons stuurt. We hebben liet in volle gezondheid ontvan gen. A.D. Het nieuws dat het bladje hun brengt doet zoo'n deugd. Oordeelt liever: Wat doet het ons goed. Mijnheer, soms wat nieuws over ons geboortestadje te ont vangen; het bladje' zoekt ons op in de loop grachten en rustkantonnementen. Het doet een ©ogenblik onze gedachten zweven naar het lieve Poperinghe, waar onze familieleden en vrienden op ons wachten tot na den zegepraal. L.H. Nen jongen met én dichtersziele! Het doet een frontman zoo'n dengd aan het hert van tijd tot tijd nieuws van de ge boortestad te ontvangen; van het lieve Pope ringhe, waar wij het eerste daglicht te aanschouwen kregen; waar Moeder ons in deugt opkweekte: dit duurbaar plekje grond waar wij onze gelukkige kinderjaren hebben doorgebracht. Dank, nogmaals dank. N C. Een koene strijder deze: Aan een echte Poperingnaar zooals ik doet liet plez er liet weinige nieuws te weten van onze ge: lef de stad, waar dat we over drie jaar nog zoo gelukkig waren, waar dat wij nu a's echte keikoppen ook vechten en strij den voor ons recht en vrijheid. M.D. Men vindt soms nieuws dat men te huis niet weet. Is 't niet zoo? Luistert: Nh ttegenstaande ik het geluk heb dikwijls ne keer naar mijn huis te gaan en allerhand wat nieuws verneem, ben ik toch grootelijks nied vsgierig uw bladje te overzien, waar ik ve» 1 vind, dat ik in mijn huis niet heb ver nomen. F.D. Bij "t nieuws, verkwikt de «Keikop» geest en ziel. V Ik acht mij het een zoete plicht U te be danken voor uw nieuwsbladje welke ik met veel vreugde ontvangen en met groote aan dacht heb gelezen. Het is iiier heel moeilijk aan 't front zich zulke kristelijke lezingen aan te schaifeu. C.C. Een ander: Geen woorden genoeg vind ik om mijne volmaakste tevredenheid uit te drukken. Ik weet niet. maar mij dunkt, bij het lezen zulks aangaande, nen mensch voelt zich ge heel en al in een ander humeur; en is er soms iets dat niet opperbest gaat, wel dan peist men ne keer op ons bladje en Poperin- ge en men voelt zich weer getroost, bij 't vernemen hoe de zaken staan in stad. J.S. Hoort hier: Met wat voor eene vreugde heb ik de ge schiedenis onzer Keikoppen gelezen! Hoe schoon klink zij nietoprecht, 'k gevoel mij er fier over; en dat deed mef eens de strijd onzer voorraderen herleven. Ver volgt^ zei ik, en van nu al smacht ik om in 't bezit te zijn van dat roemrijk verhaal; ge beurtenis die van kindsgebeente geleerd en bijgevolg nooit uit het bloed der inwoners zal verdwijnen. M.D. Na lezing deelt men 't nieuws aan anderen mede: Ik bedank U voor al de weldaden die gij mij gedaan hebt en ook voor de frontbladjes, die gij mij tweemaal te maande zendt. Deze zend ik dan naar mijne Ouders die ook zeer tevreden zijn het nieuws van de stieke te vernemen. L.D. Zoodra ik het gelezen heb, stuur ik het naar mijne familie te P. die het op hunne beurt aan Vrienden en Kennissen overhan- y~>

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperingsche Keikop (1917-1919) | 1917 | | pagina 1