ONZE KRIJGSGEVANGEN Waarom men 't vaandel groeten moet Uit 'n Soldatenbrief in Duitschland Lieden, die niet verder kijken Dan den top van hunnen neus, Toónen nimmer eereblijken, Zij ziju immers al te preusch, Voor het vaandel door de troepen Megedragen naar den slag. Schande moet ik daarop roepen 't Is niet enkel, deze vlag, Een stuk stoffe uit drie kleuren, Vastgebonden aan een stok, Dat zij doelloos medesleuren, Maar een pand, een dure brok. Achter 't vaandel, in_de plooien. Bergt zich heel een vaderland. Die er smaad naartoe wilt gooien, Hem wordt staal in 't hart geplant. Uitgekozen vaderlanders Staan er rondom heen geschaard, Die zóó zeggen 't kan niet anders, 't Yandel is ons leven waard. Dus der vlag niet, maar den helden, Die hun leven gaven prijs, Die wij meteen massa telden, Geven wij een eerbewijs. Als het vaandel is ontvouwen, Als 't te velde trekken moet, Mannen, burgers, kind'ren, vrouwen, Keert er u naartoe en groet. Jacobus Een soldaat komt in eenen winkel en zegt tegen den winkelier Baas, geef me ne keer twee doosjes blink, mijn luitnant zal morgen de vijf kluiten zenden Zeg aan uwen officier, antwoordt de winkelier, dat we geen krediet geven. Jamaar, Baas, mijn luitnant vraagt u geen krediet, hij vraagt blink voor vijf kluiten. Ik ben zeer gelukkig geweest toen ik uw briefje ontvangen heb Ik moest reeds lang geantwoord hebben, maar ge weet zoo goed als ik hoe het gaat in den so'ldatenwereld. Zij hebben naar de vuurlijn geweest ïij hebben moeten werken of naar de vagodrome geweest zij hebben onderwijs gekregen of naar 't bad geweest zij hebben in verlof ofwel gedurende dagen in de ziekenzaal geweest nu in een woord, alle uitvluchtsels zijn goed. Zij hebben tijd voor alles, dit is zooveel als niets. Voor alles maar niet om te schrijven. Ik ben neg veel erger dan die gewone klagers men noemt mij in ixijn eenheid Le Réclameur Maar iets nog erger, 't is dat ik geen zittende g... en heb en dit is met recht mijn eeuwig uit- vluchtsel. Op het woord, ik ben vandaag in Poperinghe, morgen in Bonsbrugge, overmojgen in Bulscamp en derde morgen) in Alveringhem. En gelijk de reisduif blijf ik voor het slag zitten als het regent dit is het uur der gelegenheid om te schrijven. Ik moet schrijven, zal ik schrijven, ik heb geen inkt, wie heelt er eene peü, is er niets te doen, en zoo gaat het dan tot het er eindelijk van komt. Gappelaere Nestor. Garron Hendrik, Bar. 25 Glabeau Yalère. De Goninck Florent. Dervcke Jacobt 3004 W Devos Camille. Matthxs Jiilien Passchezoone Remr. Puissonier Maurice. Sergier Firmin. Van Gavseele Remi. Van Nieuwenhuize Van Steen Achille. Verleene Gamille.* Friederiksfeld-Wezel. Soltau. vroeger in Roeselare. i Le Gérant J. VANNESTE. Imp. De Mesmaeker-Froment, 50, r. Ducouëdic, Paris XIV*. (Afgeluisterd.) Mrvmrri "rvi n't r ncirnr HfMn"V'r"ir"riwi" n "iru1" i*ni:v,HP:ririB,,,ir,irii',T,,iJ,,H rwwi ruyyi ru'wi Vervolg der lijst uit nT 7) Bemerking Al die namen geven wij onder voorbehoud zij werden ons immers opgegpvep door vrienden en kennissen, dus niets is officieel. ->■ z iSG"

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperingsche Keikop (1917-1919) | 1918 | | pagina 6