Verschijnt 2 maal te maande Belangrl]Ke Uriel uil bezet Belgiëw 2de Jaar N° 4 (21) 15 April 1918 ABONNEME fPRIJS '^32 BEHEER Poper. Soldaten Andere soldat§n Burgers 4.00 fr. STELOOS E. H. Jul. Vanneste, Aalm. Z 44 I H. G. Herpelinck, brank. Z 93 H. A. Baert, Noordstr., 13, Pop. Om van het eene naar het andere te reizen in bezet België, kreeg ik niet altijd mijne papieren van den duitsch. Nogthans liep het nieuws op wieltjes rond het land, de kommandaiuur had geene papieren om dat nieuws door te laten en nog min om het tegen te houden. Zoo wisten wij in België al vroeg wat er hier of daar gebeurd was. Daar gij belang stelt in Brugge zal ik u vertellen wat er in die streken is vorengevallen. Onze dappere baron Ruzette deed al wat hij kon om het volk van Brugge te helpen. Hij had in het begin van den oorlog eene wekelijksche vergadering ingericht in het lokaal a De Concorde tot welzijn en onderstand van het volk:* Deze vergadering had grooten bijval, volk bij de machte. Om zijne groote bezorgdheid heeft baron Ruzette acht dagen bak gekregen van de moffen. Eene groote eer, voorwaar! De schrijver der Gazette van Brugge onze luimige Stock, deed drie dagen kotHet strekt tot zijne eer De nooitvolprezen burgmeester van Brugge, M. VISART, een tachtig-jarig man, werd door geheel België bewonderd omjzijne werkzaamheid, zijnéri ijver, zijne onverschrokkenheid. Ik heb ver nomen, terwijl ik nog in België was, dat hij het burgmeesterschap overgelaten heeft aan M. Ernest Van Caloen. 't Gebeurde eens dat "de duitschers wat stout waren tegenover burgmeester Visart. Op staanden voet rechtte zich de oude man en antwoordde hun met vastberadenheid Ik ben burgemeester van Brugge, ik verzoek u wat beleefd te zijn indien gij mij wilt neerschieten doet het, maar doet het met beleefdheid Ik heb langs alle kanten van 't land van priesters hooren spreken die zelfs soep kookten voor't volk. Zij hadden doorgaans veel disch- genooten. Daar waren plaatsen waar een priester dagelijks soep miek voor meer dan 2000 personen. De geestelijken waren beleefd, doch zegden den duitsch stoutweg de waarheid en verdedigden overal het volk. Geen wonaer zijn er in België zooveel van die moedige voorstaanders van het volk weggevoerd geweest. Onder de duitschers zijn er goê, aber viel sm...! Op zekeren dag kwam ik Fritz tegen. Deze was een duitsche gendarm, die zoo fier te peerde zat en den kop in de lucht stak dat men zoo gevreesd heb ben voor het>afkraken. Hij meende waarschijnlijk de keizer zelf te zijn. Plotseling komt hij recht op mij aft Sie haben gesagt dasz alle die deutsche stichre sind Ik hield mij koelbloedig en ant woordde hem kalm weg Nein, Fritz, dasz habe ich nicht gesstgt, aber ich sage dich dasz viele deutsche stiehre sind und sie mussen weissen dasz es wahr ist Fritz kennt gut die fiirze (slechte vrou wen) nicht wahr en Fritz was weg... Ik heb eens eens een sermoentje afgeluisterd waarvan ik nooit meer 't eepe en 't andere uittreksel zal kunnen vergeten. Hier een voorbeeld in eene kerk waar vele duitschers kampten. Lieve kristenen, zoo sprak de man Gods, God is met ons, om dat wij het recht verdedigen. Men moet God in zijn herte dragen 7 en is niet genoeg het op zijn buikrieme te schrijven Bewijst dat alles niet klaar hoe weinig men den duitsch vreesde in bezet België Ik schei nu uit. Later zend ik mogelijks nog belangrijk nieuws. Ik groet u genegen. X Van Assche Woensdag (13.Februari) tot Zondag na Sinxen, zijnde H. Drievuldigheidsdag (26 Mei). Jongens, stelt niet uit tot morgen uwen Paschen te houden, als gij het vandage doen kunt. Nagezien door de Krijgsoverheid N' 442 (21-3-18) Jot (als *t kan) u \N* Vervolg 1 (I) Zie p. K. N* 2 (19).' c •«aV f - Tv V

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperingsche Keikop (1917-1919) | 1918 | | pagina 1