LAATSTE
NUMMER
3de Jaar—No 2 (35)
Nagezien door de Krijgsoverheid Nr 3-1-19
1 en 15 Februari 1919
BEHEER
E. H. Jul. Vanneste, Aalm. 11® linie
H. G. Herpelinck, brank. Z 93
H.A.Baert, Poperinghe
Bij het verschijnen van dit nummer (1) houdt De Poperingsche
Keikop op le bestaan en dit is een woord van afscheid aan lezers,
medewerkers en ondersteuners.
Het lot i» geworpen, De Keikop sterft doch, vooraleer te
verdwijnen, wil hij U, mannen van 't lieve Vlaanderen, mannen
van 't West laud, een laatste vaarwel zeggen.
Zijne liefde kwam vooral tot U, kleinen dezer aarde, tot U edele
zielen, die leefdet en streedt midden koude, honger en dorst. U op
beuren is zijn doel geweest en juist daarom werd hij uit den niet
getrokken. Veel moeilijkheden van allen aard heeft hij op zijne
korte levensbaan moeten bekampen, maar het leed was geen last
meer, omdat hij juist daarin met U naderbij in aanraking kwam en
zoo van uw lastig leven heeft kunnen deelen.
Vaarwel dus, mannen. Uwe^ levensbaan is niet ten einde. Alhoe-
wel een deel van dienst werden ontslagen, moeten velen nog hunne
beurt afwachten en anderen hunne plaats innemen.
Gaat altijd recht in uwe schoenen en volgt steeds de raadgevin
gen van
DE POPERINGSCHE KEIKOP
^co-
Het bloed des volks roept Vlaamsch
en gij, ge'n hoort het niet
Guido Gezelle.
o ia
Onze Keikoppen zullen wellicht nieuwsgierig zijn te weten hoe
het Jhans uitziet bij de Moffen, en of al wat men schrijft en vrijft
in dagbladen en brieven echt is of 'overdreven. Zooals het altijd
gaat wordt van alles verteld en bij vele is wezentlijkheid, hetgeen
alleen maai; in hun gedacht voorkomt.
.In 't kort vertellen wij hier ons reisje naar Duitschland en dan
kunnen onze lezers zelf oordeelen.
Met den sneltrein (die overal stilhoudt) trekken wij op én schoone
herfstdag naar Aken. Onder de reis is weinig te zien, want de trein,
vijf uren na tijd vertrokken, glijdt met ons door het land de grens
over, wanneer reeds de avond is gevallen. Een helder maanlicht
toch laat ons toe de werken, uitgevoerd aan het nieuwe spoor langs
Vise naar Aken, te bewonderen. Machtig en waarlijk kolossaal.
Daar vinden wij een klaar bewijs dat slechts Belgen zoo iets kun
nen tot sland brengen op zulken korten tijd. Vergeten wij immers
niet dat alhoewel de duitsche het spoor hebben aangelegd, bijna
alles werd uitgevoerd door belgen die anders tot werkloosheid e*
zoo tot hongersnood waren veroordeeld. Hoeveel tranen zijn niet
gestort geweest en hoeveel zuchten den boezem ontsnapt bij 't klop
pen en 't booren, bij 't laden en 't lossen...! Nu eens bolt de trein
op eene ontzaggelijke hoogte boven diepe afgronden, dan in eene
diepte die men een kanaal zou wanen, verder nog vliegt hij door
vier, vijf tunnels. Hier ook vindt men een bewijs dat de vijand
vast besloten was ons land te behouden, zooniet had hij zich wel
gewacht zulk werk en vooral zoo spoorhallen in België aan te leg
gen. Goddank wij hebben en behouden ze.
Reeds iaat in den avond komen wij aan in de Kaiserstadt. In de
statie is volop beweging. Belgen en Franschen met Duitsche al
dooreen. Het personeel is zeer afgewisseld. Zelf ontmoeten wij
dui'sche vrouwen, als manspersonen met broeken gekleed, in bedie-
O G
(1) Mogelijks zal later nog een buitengewoon nummfr verschijnen
met de beeltenis en de natuea onzer gesaeuvelden en onderscheidingen
Onzer strijders. Edoch, wordt niets stellig verzekerd en min nog de tijd
bepaald. (Het Beheer).
MSC1E1BSG1I
Et» reisje naar hl n»H