Alle Drukwerk wordt wel verzorgd en met spoed uitgevoerd in de handelsdrukkerij van Valere Sansen, Gasthuisstraat, 15, Drukker-Uitsever van DE POPERUVGHENAAR aan gematigde prijzen Na eenige aarzelingen, besloten de, twee kommissarissen de verdachte huizen eens Ie onderzoeken. „Voorzien van een regelmatig mandaat,-doorzochten zij de huizen van om der tot boven. Maar alle opzoekingen bleven vruchteloos, men v< nd nog liet geld noch de juweelen, gestolen te Violaines, terug. Ten andere, Pollet's en Vromant brachten bewij zen bij van hunne tegenwoordigheid in Ha- zebrouck op 't oogenblik dat de misdaad ge pleégd werd, bewijzen die door de verklarin- fen van twee herbergiers van Hazebrouck evestigcl werd. Middelerwijl had de familie der slachtof fers van Violaines eene somme van vijfhon derd frank ter beschikking gesteld van hel parket, om overhandigd te worden aan deze die de moordenaars zou ontdekken of doen ontdekken. De verklikker der bende. Zekeren namiddag,' epnige dagen na de' vruchtelooze huiszoeking bij de Pollet's en Vromant, kwam een man het justitie palais van Bethune binnen en vroeg om er M. Bou* dry te spreeken.. Hij zegde zich August Platteel te noemen, mijnwerker te Nceux-les-Mines. 'tls ik, zegde hij tot den magistraat, die u den naamloozen brief gezonden heb welken gij over eenige dagen moet ontvangen heb ben. Ik dacht dit voldoende om de waarheid te doen ontdekken en aangezien het zoo niet is, kom ik nu zelve de noodige inlichtingen geven. Ik ben de schoonbroeder van Abel Pollet die met mijne zuster Julienne Platteel getrouwd is; ik heb eene andere zuster, de Vrouw Quaghebeur, die de vriendin is van Canut Vromant. 't Is door mijne zusters dat ik te wete gekomen ben wie de moordenaars van Violainps zijn. msa Over eeuigen tijd toen mijne middelen van bestaan uit waren ten gevolge der werk staking, besloot ik naar Hazebrouck te komen om er hulp te vragen aan mijne zus ters die ik wist be,ter te zijn. Maar 't was juist kermis toen ik aankwam. Abel was bezig met kijven met zijne vroujy Julienne aangaande zijne betrekkingen met Louise Matoret. Hij verbood haar verder, geld te géven aan mijhe zuster vrouw Quaghebeur. Vol woede, verweet deze laatstè Abel, de familie zijner vrouw niet te willen helpen en oni t'eindigen snauwde zij hem toe dat hij een moordenaar was. Dat woord deed bij mij veel verdenkin gen ontstaan, bekrachtigd door de overdre ven uitgaven van de Pollet's. Daar ik in mijne jonkheid ook soms. gesmokkeld had; wist ik wel dat er .daarmede geen zooveel geld te winnen was Ik besloot alles te weten, en, bij middel van eenige behendige vragen vernam ik dat de gebroeders Pollet en de andere de moord van Violaines gepleegd hebben "Eerlijk man vooral, oud-soldaat van Afrika, zonder mij te bekommeren over de schande die,op mijne zusters ging vallen, heb ik mijnen plicht willen kwijten en het gerecht helpen. Gevangen. Na deze verklaring wilde M. Boudry de twèe bijzondere kommissarissen bij hem roepen. Hij dacht ze op dit oogenblik bezig met hunne'opzoekiDgen in de omstreken-van Hazebrouck voort te zetten, toen de twee veiligheidsagenten onverwachts te Bethune aankwamen. Niettegenstaande'de alibis hen gegeven door de drie kerels bij wien zij huiszoek gedaan hadden, hadden zij dat spoor nog niet laten varen,, Hun ingeven van spioenen had hun doen gevoelen d^t het 't goede spoor was, en in 't geheim, bespiedden zij al wat de-Pollet's en Vromant verrichtten. Inden dag volgden zij deze van verre overal waar zij gingen, 's nachts, zaten zij op de naburige dakingen, om te zien wat zij deden. Weldra waren zij overtuigd dat de herbergiers die de alibi's dier mannen bevestigd hadden, gelogen had den. Zij twijfelden er niet meer aan of Abel en Auguste Pollet, samen met Vromant wa ren-wel de moordenaars der echtgenooten Lecocq van Violaines. 't Is daarom dat zij nu te Bethune aankwamen om de noodige man daten te vragen die zij van doen hadden om de drie kerels te doen aanhouden. 's Anderdaags, zijnde den 4 mei 1906, werden Abel en Auguste Pollet, Canut Vro mant, de vrouwt-van Abel en de vriendin van Canut beide zusters van deze die hun ver raden hadalsook Louise Matoret, aange houden en niettegenstaande hun loochenen, naar het gevang van Bethune gebracht. Zij bekennen. 't Is alsdan dat, tot groote verbazing der bijzondere kommissarissen, men slechts de echte waarheid begon te vermoeden. Behendig ondervraagd door M. Boudry, •die hun alle dage onderhoorde, hadden Lou ise Matoret en Abel's vrouw, na eene week, ai verteld wat zij wisten over de menigvul dige misdaden door de twee benden gepleegd. Ziende dat alles bekend was, loochende Abel ook niet -lang, en was gedwongen al zijne medeplichtige aan te wijzen. Van dan af' volgden de aanhoudingen elkander snel op. De verklikker zelf, Auguste Platteel, ver dacht aan sommige rooftochten deelgenomen te hebben, werd aangehouden doch na on derzoek terug in vrijheid gesteld. Van zijnen kant kon het belgisch gerecht Lapare en zijne bijzonderste handlangers aanhouden. Hier ook wilden de bandieten loochenen, maar 't en duurde niet lange. Weldra moesten zij de feiten bekennen die ten hunnen laste opgelegd werden. M. Boudry'zette intusschen zijne opzoe kingen voort, ontdekte altijd nieuwe misda den en bekwam telkens ook de bekentenis sen van de plichtigen, niot zonder menig moeilijkheden te ontmoeten. De grootste moeilijkheid lag hierin dat veje bijzondere getuigen, vreezende voor cle weerwraak der bandieten, eens dat deze uil, hef gevang zou den komen, niet wilden spreken of zegden dat zij zich niets herinnerden. Zoo is het dat indien het gerecht sedert twee jaar in de onmogelijkheid was de hand te leggen op de rooversbende die heel de streek leegplunderde, zulks ten grooten deele te wijten was aan de inwoners die niets dyrfdenof wilden zeggen, 'tzij uit vrees, 'tzij uit eigen belang, 't Is alzoo dat nu nog, niettegenstaande de bekentenissen van Pol- Tet en niettegenstaande hij zelf voor den onderzoeksrechter hun verzocht de waarheid te zeggen, de getuigen weigeren het gerecht te helpen en eerder nog door hun stilzwijgen of hunne onverstaanbare verklaringen, het onderzoek op een dwaalspoor brengen. Zoo gebeurde het dikwerf dat de onder zoeksrechter M. Boudry, bestatigde dat zekere getuigen, waarvan vele zeer eerlijke lieden,, toen zij geroepen werden om gehoord te worden over 't geene zij wisten nopens d bende, den eed aflegden met de vingers wijd] open. Zij beweerden alsdan Pollet nooit ge kend te hebben, niettegenstaande de beken-I tenissen van Abel en onweerlegbare bewijzen, 't Was Abel zelf die- aan den rechter den uitleg gaf over deze houding. Zwicht u van getuigen, zegde hij, die de vingers wijd. open houden wanneer zij zweren de waarheid te zeggen. In de vlaam- sche streken is men overtuigd, dat een eed die alzoo afgelegd wordt van geener weerde is. Zoo kunnen die getuigen u al wijs maken wat zij willen. Abel, is ien andere, ook niet zachter voor deze zijner oude roofmakkers die weigeren tb bekennen dat zij deel namen in de tochten van den kapitein, 't Is alzoo dat, gedurende het onderhoor van Theophile Deroo, een zij ner getrouwe luitenanten, de bevestigingen van Abel tegenstrijdig waren met deze van Deroo, Abel zegde alsdan tegen M. Boudry Deroo heeft voorzeker zijne knevels gekruld alswanneer hij u zoo sprak. Telken keer dat gij hem die beweging zult zien doen alswanneer hij u iets bevestigd, moogt gij zeker zijn dat hij liegt. Ik heb dat zelf dik wijls ondervonden. Zestig aanhoudingen. Eindelijk Na een onderzoek dat spoedig vooruitging, en nu nog altijd mot iever wordt voortgezet, werden er meer dan zes tig handlangers aangehouden. Dagelijks nog worden er aangehouden op het beklappen der ergst betichten, andere ook werden los gelaten, 't zij hunne plichtigheid niet klaar genoeg bewezen kan worden of dat men ten hunnen laste feiten legt die zij niet bedreven hebben. Intusschentijd zijn de bijzondere kommis sarissen nog altijd op zoek naar nieuwe in lichtingen. De onderzoeksrechter van Bethu ne, geholpen door deze van Hazebrouck, Yper, Kortrijk en de heer politie-kominissa- ris van Poperinghe, die deze zoo geruchtma kende zaak met de grootste behendigheid leidt, houdt er aan heel de waarheid te ken nen. 't Is te hopen dat hij erin zal lukken In alle geval zal er binnen eenige maan den, voor het assisenhof van Dowaai, een proces afloopên zooals er nog nooit plaats greep. Altijd gereed om zijne lezers op hoogte te houden van 't minste of 't meeste dat de bende van Hazebrouck aangaat, zal S)e Po l>criiig-licnaai' zooals in 'tverleden, altijd een trouw verslag geven van hetgeen voortaan nog zal gebeuren. wmÊÊmBammamÊ AUGUST POLLET. 'r/Mi ALFONS VERBEKE.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1906 | | pagina 8