BIJVOEGSEL AAN De beruchte Rooversbende van HAZEBROUCK. Eene nieuwe Baekelantsbende. 40 Aanhoudingen. Op weg der Moorderij. Misdaad op Misdaad JJL Gedrukt bij VALERE SANSEN, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. GANÜT VROMANT Voltooiing der opvoeding der bandieten. Indien de eerste poging tot het samenwer ken al de uitslagen niet gaf op dewelke zij gerekend hadden moesten Abel Pollet en Victor Notté, bekennen dat deze samenwer king groote voordeelen kon opleveren. En zie, in hun brein onstond weldra het ge dacht van eene vollediger en beter samenge stelde inrichting. Vergezeld van hunne vrouwen trokken Abel Pollet en Victor Notté dus weder naar Bethune. Vol hoop in de toekomst kwamen zij met 't schemeren van den dag in hunne geboorteplaats aan, toen juist M. Faesse, uit zijn huis kwam met zijn rijtuig geladen met koopwaren die hij naar de naburige markt moest voeren. Zij hadden hem zien zorgvul dig de deuren sluiten en dan den weg van Hazebrouck inslaan. Mislukte poging. Alhoewel zeer haastig om hunne vrienden terug te vinden, waren Abel enVictor Notté, geen mannen om zulke gelegenheid te laten voorhij gaan. Door hunne dievengedachten vereenigd, was er geen lange beraadslaging noodig, en, in één, twee, drie, binst dat Notté het kiekenkot doorzocht, had Abel het slot der ingangdeur doeu springen en begon zweeds de opengebroken kassen van M. Faesse, wel te doorsnuisteren. Notté moest eens te meer bestatigen dat Abel zijn naam verdiende en zijnen meester was in 't rooven. Abel die rap met zijn werk gedaan had, kwam af met de handen vol bankbiljetten en goudstukken. Er waren er voor 4500 fr. Maar helaas zij hadden aan de waak zaamheid van den jachtwachter van het bosch van Nieppe niet gedacht. M. Descamps die van ver de inbraak gezien had, was den veldwachter van Vieux-Berquin gaan ver wittigen. Abel en Victor waren bezig, op den boord van een gracht den buit te verdeelen, toen de twee wachters toespron gen en de bandieten aanhielden. 's Avonds in het gevang van Vieux-Ber quin, kunnen Abel en Victor up hun gemak de plannen bespreken om hunne bende beter in te richten. Vier maanden later werden beide te Haze brouck verooreeldAbel tot vier jaar gevang en Victor tot een jaar. Abel had seffens bekend Victor integendeel had tot op het laatste toe geloochend. Reeds op dit tijdstip, beliep het getal misdrijven van den jongen Pollet boven de honderd, waarvan het meestendeel gepleegd met bijzondere zware omstandigheden. Maar niemand wist daar iets van. Voorbeeldige gevangene. Maar indien deze dubbele veroordeeling voor eenige jaren de schoone plannen van de twee bondgenooten moest verijdelen, hielden de dieften, nachtelijke aan vallen voor eenigen tijd op. Niemand toch nam daar acht op. Opgesloten in het gevang van Loos, hij Rijssel, wist Abel door zijne gehoorzaamheid, zijnen iever tot werk en zijne blijken van berouw, de genegenheid der bewakers tt winnen. Men wees hem aan als voorbeeld aan d'andere gevangenen Het bestuur stelde hem weldra aan als eersten werkman van het gevang. Als goede echtgenoot zond Abel al het geld dat hij verdiende naar zijne vrouw die te Vieux-Berquin verbleef en er den ouden vader Pollet bezorgde. Het goed ge- MARCEL DEROO, 26 jaar, drag van Abel, alsook de voetstappen aangewend door den burgemeester van Vieux-Berquin, daartoe aangezet door eeni ge goede zielen der gemeente, hadden voor uitwerksel dat hij 11a drie jaren opsluiting, voorwaardelijk in vrijheid werd gesteld en dat wel op 31 December 1904. Ditmaal was de jonge bandiet rijp genoeg om de grootste slagen te durven wagen. Deze drie jaar opsluiting hadden hem leeren na denken. Niettegenstaande deze lange scheiding hadden zijne roofgezellen van vroeger hem niet vergeten. Henri en Leun Fau.vart die wisten wanneer Abel zou losgelaten worden, hadden besloten deze gebeurtenis te vieren. En toen Pollet uit het gevang kwam was het len die hij eerst ontwaarde met zijne vrouw en zijne zuster, 's Avonds te Vieux-Berquin was het groote souper bij moeder Fau- vart, met het meestendeel van de vrienden van den huize. In den namiddag hadden Abel en de gebroeders Fauvart langs den weg kiekens genoeg gevonden. Zelfs binst een oogenblik van afwezigheid van de eigenaar ster hadden zij te Merville, uit eene pastei bakkerij, eene zekere hoeveelheid lekkergoed meêgenomen en uit eenen naburigen kelder hadden zij eenige fiesschen likeuren gepikt. De heugelijke avond. Het was een nooit te vergeten avond, waar al de vroegere gebeurtenissen alwéér besproken waren. Alleen Victor Notté, miste aan het feest. Hij was eenige dagen te voren aangehouden geweest, op 't oogenblik dat hij trachte in een huis van Laven tie binnen te breken. De rechters van Haze brouck hadden hem op nieuw toevertrouwd aan de goede zorgen van het gevang van Loos. Aan het nagerecht gekomen stond Abel op, ging eens buiten kijken om zich te ver zekeren dat niemand zich met hun feestje bemoeidde; en, terwijl allen de grootste stilzwijgendheid onderhielden, nam hij het woord en zegde Allen, zegde hij, hebben wij in menig vuldige omstandigheden onze sterkte en ervarenheid kunnen toonen. En 't is daarom dat wij elkander achten. Maar, men moet bekennen dat, niettegenstaande onzen moed en onze behendigheid, wij tot hiertoe gehan deld hebben als kinderen zonder eenige ondervinding. Nu zijn wij mannen laat ons handelen als mannen. Ik heb daar goed op nagedacht. Wij hadden tot hiertoe het onge^ lijk te veel op ons zeiven te rekenen en onze krachten links en rechts te verspreiden Indien wij nu deze krachten met onze onder vinding vereenigen, kunnen wij groote dingen verrichten. M< er dan twee honderd maal heb ik, voor wat mij betreft, met volle zekerheid kunnen werken. Maar dat was geen ernstig werk. De eenige keeren waai de uitslagen de moeite weerd zouden geweest zijn, viel ik stom weg in de val, heel een voudig omdat mij eene verkleefde medewer king ontbrak. Van dezen avond reeds, stel ik u dus voor met mij samen te werken voor onze toekomende werkingen. De streek is rijk genoeg en niet te zeer bewoond om ons bestaan te verzekeren, zonder dat wij voor gevaren moeten vreezen. Deze gevaren, hoe klein ook, zullen wij allen deelen, lijk of wij ook al de voordeelen zullen deelen. Voor het overige betrouwt u op mij. Deze woorden werden met gretigheid aanhoord en allen, zonder onderscheid, tre den het voorstel van Pollet bij. Onmiddelijk werd de bende samengesteld En zonder dralen ook zou zij zich aan 't werk zetten. Zoo men ziet had Abel, 'smorgens uit het gevang gekomen, geen tijd verloren. Dt medewerking van zijne bijzonderste luite nanten was hem toegezegd. Hunne namen alleen boezemden hem genoeg betrouwen in: Leon en Henri Fauvart. Theofiel Deroo August Plat.teel,Canut 'rouiant, Leon Elias en Alfred Dehouck. Deze drie-laatste hadd< n zich in de laatste lijden op eene bijzondere wijze weten te onderscheiden door onver- geetbare misdrijven te Hazebrouck gepleegd Celine POLLET vrouw G. Leclercq en de familie Fauvart had ze weerdig gevon den zich bij haar te voegen. Daarbij had men nog August Pollet de oudste broêr van Abel, en eenige vrouwen wier medewerking zeer nuttig zou zijn en die reeds bewijzen gaven van hunne behendigheid, zooals devrouw van Abel, Celine Pollet, zijne zuster, de vrouw van Victor Notté, de drie gezusters Platteel, de vrouw van August Lewest en eenige andereverders een tiental makkers van mindere gehalte. Abel Pollet besloot onmiddelijk het werk aan te vangen. Maar hij wilde beginnen met een grooten slag. Gedurende acht dagen, vergezeld van Leon en Henri Fauvart en twee andere handlangers, doorliep Abel heel ie streek. Binst dezen tijd deden de andere leden der bende overal opzoekingen. Eindelijk viel de keus der bende op de kleine statie van Calonne-sur-la-Lys. Gedu rende hunne opzoekingen hadden zij verno men dat eene brandkas zich op het eerste verdiep van het statiegebouw bevond. De eenige bewaker van de statie was eene dame die den dienst deed van statieoverste. Er werd beslist dat deze slag zou toevertrouwd worden aan Leon Fauvart, bijgestaan dooi de twee jongste leden der bende, onder de hooge leiding van Abel Pollet. Slecht begin. Den 10 Jan. rond 11 u. 's avonds, kwamen de vier bandieten, met eene ladder en die- vengereedschap voor de statie van Calonne. Binst dat de twee jongste op wacht stonden begonnen Abel en Leon Fauvart hun werk, na eene vensterruit van de kamer uitgesne den te hebben. Maar het was de eerste maal dat de roo- vers zulk werk aangingen. Was het hun al- laam dat niet kloek genoeg was of waren zij te onhandig De brandkas weerstond aan al hunne pogingen. Nochtans door hun her haald slagen hadden zij veel gerucht gemaakt en de twee dieven, alle oogenblikken de vrouw verwachtende, hadden reeds hunne messen gereed gemaakt om ze te ontvangen. Maar de vrouw kwam niet op. Haar slaap weerstond zoo goed als de brandkas en de dieven, over van gramschap, trokken er van onder, na, uit spijt om deze mislukte poging deuren en vensters ingestampt, de ledige schuiflade van het bureel vernield en alles om-ver geworpen te hebben. Men oordeeld over de verwondering der dame, alswanneer zij 's anderendaags, bij haar ontwaken, hare statie in zulken staat vond. De bandieten wilden het nochtans daarbij niet laten, omdat deze mislukte poging hun ne goede faam bij de kameraden zou kunnen doen verminderen en drie dagen later kwa men zij alweer te Calonne aan waar hun reeds een nieuwe slag aangeduid geweest wras. Indien de buit dezen keer maar mager was was de poging ten minste, zooals gij zult zien, zeer goed gelukt. Abel Pollet en zijne bende zouden denzelfden dag hunne eerste moordpoging plegen. De regeltucht hij de moordenaars Een weinig buiten Calonne-sur-Lys staat een klein hofstedeken afgelegen van alle wo ningen. De eigenaar, M. Acliille Der on, 84 jarige grijsaard, woont daar alleen. Moeder Fauvart en de andere aanbrengers der ben de verzekerden dat Deron nog al wat spaar penningen moest bezitten. 't Was juist elf ure geslegen op den kerk toren. De oude landbouwer, ontkleed zijnde, wilde zich te slapen liggen, toen hij opeens een gerucht meende te hooren al den kant der stallingen, gelegen achter het huis. Het waren als verdoofde voetstappen op het kra kende ijs dat de grond overdekte. Op 't zelfde oogenblik werd de deur van de kamer met geweld opengestooten en twee zwart ge maakte mannen sprongen binnen. De ouder ling hal zelf den tijd niet «-en kreet te slaken. De lafaards hadden hem reeds-ten gronde geworpen en binst de eene zijne hand op den mond hield om zijn hulpgeroep te verdoven hond de andere hem armen en beenen. Theophile DEROO bijg. CHARLOT En nu, oude gierigaard, zegde de eerste, zult gij ons zeggen waar uwe spaarpennin gen verdoken zijn. De eerste moord. Nochtans deed M. Deron, die niettegen staande zijnen hoogen ouderdom nog zeer sterk was, vruchtelooze pogingen om los te geraken. Lafaards Schelmenriep hij uit, gij moogt mij dooden, maar gij zult niets hebben, geen rooden duit! niets! niets! Door deze woorden opgehitst, kende Abel geene palen meer aan zijne woede. Hij nam eenen ouden beroesten sabel die boven het bed van den ongelukkigen ouderling hing, en riep uit: Ah! Ahgij zult niet méégaande zijn, eh wel, wacht, ik zal u leeren En Abel sloeg met volle geweld op het hoofd van M. Deron, die gedurig riep Vermoord mijge zult niets hebben Maar Pollet sloeg maar altijd voort. Het bloed spatte rond en liep op den grond. Wel haast bleef M. Deron beweegloos liggen, met open mond en oogen. - 'kGeloove dat de oude voor goed zijn paksken gemaakt heeft zegt Abel heel rustig terwijl hij den sabel heel rustig weerhangt. Nu kunnen wij aan 't werk gaan. Leon Fauvart, die binst dezen tijd op zijn gemak een flesch wijn geledigd had, ant woordde dood eenvoudig Ja, hij is dood. Laat ons maar beginnen. Kassen en iaden werden seffens doorzocht, maar de uitslag beantwoordde niet aan de verwachting der bandieten. Ia een oud paal schoenen vond Abel 18 frank en gaf er seffens het vierde van aan Leon Fauvart. De drie andere vierden waren voor hem en voor de twee bandieten die buiten aan de deur, op wacht stonden. Leon, van zijnen kant, verzekerde aan zijne medeplichtige dat al zijne opzoekingen vruchteloos geble ven -waren, en de vier bandieten trokken daarop weèr naar Vieux-Berquin. Oneerlijke dief. Pas hadden zij Calonne verlaten, of een handvol zilverstukken, ontsnapt aan den gordel van Fauvart, vielen in den sneeuw Alzoo van oneerlijkheid overtuigd zijnde, moest de weerdige medeplichtige van Pollet bekennen dat hij gelogen had. In tegenstrijd met hetgene hij eerst beweerde, had hij. van zijnen kant 65 fr. ontdekt in eene der kassen van M. Deron. Deze oneerlijkheid van wege zijn gezel deed Pollet in woede ontsteken, dij ging zoo ver hem uit te schelden voor dief!en dreigde hem de zaak aan het oordeel der bende te onderwerpen. Leon sprak de schoonste woorden en beloofde het nooit meer te doen. Abel stemde op 't laatste erin toe alles te vergeten en te vergeven. 's Anderdaags in den avond werden de 65 frank verdeeld tusschen al de leden der bende die bij moeder Fauvart vergaderd waren. Alhoewel de buit maar mager was, was het de eerste maal dat hij onder de bende regelmatig verdeeld werd. Nochtans, niettegenstaande al de onder- stane mishandelingen, was Deron niet bezweken Na eenige uren buiten kennis gelegen te hebben, kwam hij tot zijn zeiven en riep om hulp. Ongelukkiglijk was het te laaat. De beschrijving die hij van de misdadi gers gaf, liet niet toe een ernstig onderzoek in te stellenten andere de sneeuw had geheel den nacht gevallen en de sporen der voetstappen der moordenaars gedekt. Abel verandert van woonst. Maar opnieuw, gevoelde Abel Pollet, zich te Vieux-Berquin in veiligheid niet meer. Een ander gevoelen ook deed zich bij hem op zijne weerd igheid van kapitein der bende liet hem niet toezicli nog te veel gemeens te houden met de leden. Hij besloot dus het dorpje waar hij geboren was te verlaten en trok naar Hazebrouck. In eene voorstad van f tMiil '^«i'Èmrnm LOUISE MATORET, 21 jaar, Hazebrouck, de cité Claire woonde daar een schoenmaker met wie hij eertijds kennis gemaakt had in het huis der moeder Fauvart. Pollet nam seffens dezen schoenmaker in groote achting omdat men hem verzekerd had dat deze in België goede kennissen had, die hem groote diensten zouden kunnen be wijzen. Er was juist een huisje ledig in de cité Claire Abel verhaaste zich het te pachten en het met zijne verkleefde gade te gaan bewoonen. 't Is van daar dat, van dan af, Abel zijne bende ging leiden. Geene betere verblijfplaats had hij kunnen kiezen want al zijne man schappen, die altijd talrijker werden, woon den in de verschillige gemeenten rond Haze brouck. Welgekozen verblijf. Te Hazebrouck houdt Abel ter zijner be schikking Leon Vromant, die leeft met An- gèle Platteel, vrouw Quaeghebeur, schoon zuster der gebroeders Polletzijn broeder August, die op den weg van Merville, bij Hazebrouck woont met zijne vrouw Eugenie MorentElie Dehouck die ook Vieux-Berquin heeft verlaten om Hazebrouck te bewonen, in de Rue de Rubecque verder een tiental andere kerels waarop de kapitein wist vol strekt te mogen rekenen. Te Vieux-Berquin zijn heel de familie Fau vart, Alfred Dehouck en zes andere vrienden altijd gereed om op te trekken. Te Pradelles op 4 kilometers van Hazebrouck, zitten Théophile Deroo, Marcel Deroo en hunne zuster Madeleine, alsook Sidonie Detten, hunne moeder te Strazeele wonen Gustave Leclaire en zijne vrouw Celine Pollet, zuster van den kapitein Zoë en Hélène Leclaire wachtten maar op het bevel van Pollet om zich te onderscheiden. Te Merville, te St. Venant, te Caestre, te Thiennes, te Cercus, te Belle, te La Gorgue, te Steenbecque en twintig andere gemeenten nog der omstre ken hebben Abel en zijne luitenanten ver kleefde helpers gevonden. De bende heeft daarbij nog talrijke aan brengers gevonden bij de rondleurders der streek. Onder de bijzonderste bevindt zich de voddenkoopman Vandevelde en eene oude vrouw de moeder Raems, kaartlegster te Cercus bij Hazebrouck. Eene bende van 40 leden. De zoons, schoonzoons en andere bloed verwanten der kaartlegster werden door hare voorspraak in de bende ingelijfd. Deze telt nu rond de 40 leden. Het is wel te ver staan dat voortaan al de opbrengst der roof tochten tusschen allen zullen verdeeld wor den. Abel zal altijd goed zorgen opdat dit punt van het kontrakt wel zou onderhouden worden en zal ook de.eerste zijn om het goed voorbeeld te geven. Nu dat alles in orde is besluit de hoofdman zijne mannen te beproeven en de rollen te verdeelen. Terwijl de voddenkoopman Van develde, Auguste Platteel en dezes vrouw gelast zijn rond Vieux-Berquin te gaan wer ken, worden de overige, onder het geleidde van Théophile Deroo naar Meteren gezonden waar in min dan twee maanden al de ge huchten en gemeenten uitgeplunderd wor den schier geen huis ontsnapt. In den dag gaat Abel in leurder verkleed, links en rechts, loert alles af, teekent de beste slagen aan en geeft zijne bevelen, die 's avonds letterlijk uitgevoerd worden. Na de streek van Meteren gaat de bende verder naar de frontieren. Beurtelings worden Belle, Niep pe en Godewaersvelde bezocht en de kerels keeren dan terug naar hunne inkwartierin gen, maar niet zonder sporen van hunnen doorgang te laten te Saint-Venant, te La- ventie, te Norrent-Fontès en menige andere plaatsen. Geheel het arrondissement Haze brouck wordt alzoo bezocht. In min dan twee maanden werden in die streken meeer dan twee honderd diefstallen gepleegd, meest allen met geweld en moord pogingen en waarvan het bedrag rond de twaalfduizend frank beloopt. Iedereen is met schrik bevangen, want het gerecht gelukt er niet in de plichtigen te ontdekken, alhoewel bij alle misdaden de zelfde manier van te werke gaan, bemerkt wordt. Wordt voortgezet DE POPERINGHENAAR. Vervolg.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1907 | | pagina 9