HET NOTARiËEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD NIEUWSBLAD VOOR POPERINGHE EK OMSTREKEN, verschijnende den Zaterdag namiddag. bende POLLET voor ANNONCEM Dan drukregel 10 e. Hei haaide Anneceti volgens overeenkomst. Eerste Taps, Bollingen en flerbergkermissen irats beta«Hag van 25 cn. Alle Annoncen vooraf betaalbaar moeten vóór den Vrijdao-noen ingezonden worden. INSCHRIJVINGSPRIJS Bijzondere buiten stad f 2,50 binnen stad f 2,00 Herbergiers buiten stad f. 1,50 binnen stad f-1,00 Voor Frankrijk fr. 4,60 De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen on vergeld in bet blad verschijnen. Uitgever, VALÈRE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 1B, Poperinghe. Juni-Juli. Wekelijksche Almanak. Zon op. Zon onder. Zitting van zaterdag. Abel POLLET, hoofd der bende.' SVSaandag. Auguste POLLET. Caiiut VROMANT. Theophile DEROO. Dinsdag. ZONDAG 28 Juni igo8. Vierde aarNr 3i. worden ingelijfd POPEEHBHEHUE Het recht, annoncen of artikels te weigeren is voorbehouden. Zondag 28 Maandag 29 Dinsdag 30 Woensdag 1 Donderdag 2 Vrijdag 3 Zaterdag 4 s. Ireneus, Leo II paug. s. Petrus, s. Paulus, apost. s. Martialis, Luaina, Emiliana. s. Rumoldis, Regina. O.-L -Vrouw Visitatie, s. Hijacinth, Otho. s. Heliodorus, Rombout, Anatolius. s. Odo, biss. Bertha, Vig. Maandag Juli, ten 8 ure 25 minuten 's avonds. Maandag 13 Juli, ten 2 ure 48 minuten 's avonds. Maandag 20 Juli, ten 12 ure 2 minuten 's namiddags. Dinsdag 28 Juli, ten 7 ure 17 minuten 's morgends. 3 ure 33 min. 7 ure 58 min. 3 34 7 58 3 3o 7 58 3 35 7 58 3 3o 7 57 3 36 7 57 3 37 7 57 Eerste Kwartier. Volle Maan. Laatste Kwartier. Nieuwe Maan. ass?» De toeloop van volk neemt steeds toe. De zitting wordt ten 9 ure geopend. De misdaad van Crombeke (Belgie) wordt opgeroepen. M. de Voorzitter verhaalt beknopt deze misdaad 't Was den 2 januari 1906, tus- schen 7 en 7 1)2 ure 's morgens, dat de echt genooten Lozie, die in een afgelegen huis woonden, bij de stoof gezeten waren, toen drie kerels, die zij niet kenden, binnenkwa men langs de achterdeur, die open gebleven was. Twee hunner vroegen aan den 73 jari gen Lozie geld. Vrouw Lozie, 72 jaar oud. antwoordde dat zij geen geld hadden. De drie kerels, met stevige stokken gewapend, eischten dan al het geld, dat in huis was. Vrouw Lozie riep dan tot haren mau„ <Jie wat dööf 'Is "Edward, zij willeb" óns geld hebben Lozio stond recht en zegde Gij zult geen geld krijgen Daarop begonnen twee kerels, het waren Abel Pollet en Theophile Deroo, geweldig met hunne stok ken op het hoofd van Lozie te slaan, terwijl de derde vrouw Lozie, die wilde vluchten, ook met den stok op het hoofd sloeg. Voor haar leven geducht, wees de vrouw de plaats aan waar eene som geld lag van den verkoop van twee verkens voortkomend, ongeveer 250 fr. Pollet haalde dit geld uit de kamer van het verdiep, en stool er nóg een geldbeu gel met 1 fr. 80. Pollet en Deroo vroegen vervolgens aan vrouw Lozie, die op den stoel was blijven zitten Gij hebt nog gou den geld, waar is het? Wij moeten het heb ben, of uw laatste oogenblik is gekomen Toen de slachtoffers zegden dat zij geen geld meer hadden en smeekten hun leven te sparen, vroeg een der dieven Moet ik hen nog wat geven Een andere antwoordde Ja, geef nog maar wat De ongelukkige ouderlingen werden dan opnieuw met de knuppels geslagen, tot dat zij geen teeken van leven meer gaven. Dan verlieten de drie bandieten het huis, denkende de echtgenooten gedood te hebben en Abel verklaarde zelf aan zijne medeplich tigen Voor een slachthuis, 't is een slach- huis. De echtgenooten Lozie bleven in bezwijming liggen tot 9' ure 's morgens om die uur kon Lozie zich tot buiten slepen en den briefdrager roepen die juist voorbij kwam. M. Vieren, nu wachtmeester te Rousbrug- ge die van d' eerste ter plaatse was, komt getuigen hij verklaart dat de witte muren vol bloed gespat waren en dat men wel kon zien aan de wanorde die in het huis heerschte dat een hevig geveofot ontstaan had. De slachtoffers waren ijselijk om zien. Verhaal van Pollet, Ondervraagd door den heer Voorzitter deed Abel Pollet het volgende verhaal Den 1 januari kwamen ik, Theophile Deroo en Guyard van Yper terug waar wij bij Giller gestolen hadden. Wij vonden Mar cel Deroo en Celinie te Poperinghe. Ik stelde aan Guyard, aan de twee Deroo's en aan mijne zuster voor naar Crombeke te trekken om bij de Lozie's te stelen. Guyard en Celi nie wilden niet mede gaan. I)en 2 januari rond 4 ure 's morgends trok ik met de De roo's op en wjj kwamen anderhalve uur later te Crombeke aan. Wij verdoken ons in een schuurken om het gunstig oogenblik af te wachten. Wij hadden ons van stokken voor zien, die wij vonden achter het huis Lozie. Men laat aan de gezwoornen de knuppels zien echte wapens om een os te vellen zwaar en knokkelig. Men ziet er liet bloed nog op. Rond 7 urp zagen wij Lozie naar den koer gaan eenige oogenblikken later dron gen wij binnen langs de achterdeur Lozie en zijne vrouw zaten aan de stoof. Ik zag deu man opsüian, sprong op hem toe en greep hem bij de keel. Hij verweerde zich hevig en ik beken dat, ware ik alleen geweest, hij mij baas zou geworden zijn... M. de Voorzitter. Gij hebt dan ook met een knuppel geslagen A. Ja. V. Wie is eerst in huis gedrongen A. Ik, en dan 'Iheoflel Marcel wilde eerst niet binnen komen. Ik was het die gezegd heb Wij moeten geld hebben wij zijn zon der werk en hebben hongerMarcel heelt eigentlijk niet geslegen de slag dien hij gaf kwam op mijne hand terecht. ■8 M. da Voorzitter doet Abel opmerken dat hij in al zijne vorige verklaringen Marcel ook beticht heeft geslegen te hebben. Pollet zegt dat gedaan te hebben ómdat hij toen in twist was .met Deroo maar be weert nu dat Marcel D.eroo niet geslogen, heeft. Dit punt is van groot belang, 't is immers de eenige betichting waarvoor Mar cel Deroo aangehouden is en 't is deze zaak die over zijn lot aal beslissen. Pollet neemt alles voor zich en Theophile Deroo, en zegt Ik en Theophile hebben geslegen en veelIk heb het geld gezocht en gestolen. Na de misdaad zijn wij terug naar Pope ringhe gekeerd,waar wij Celinie terugvonden in eene herberg, waar zij op ons wachtte. Het geld werd door mij verdeeld. De Deroo's kregen ieder 80 frank Theophile gaf zijn paart aanJCell;nieTI zaifte vriendin. De gebroeders Deroo. Theophile Deroo, ondervraagd, bekent veel geslegen te hebben, maar beweert dat zijn broeder Marcel slechts een slag toege bracht heeft. Deze spreekt in dezelfde vo ge doch Lozie verklaart dat zijne beulen alle drie op hein sloegen-. De voorzitter doet opmerken dat alle drie de stokken in bloed waren en zegt r Van één slag kan een stok niet in bloed zijn, gij hebt wat minder geslegen en dat is al. Wat de rol betreft door Abel gespeeld, daarover heeft Theophile aan het gerecht geschreven dat Abel zich te Crombeke niet alleen als een moordenaar maar als een lafaard gedragen heeft. (Beweging.) De arme vrouw Lozie vroeg aan Pollet vergiffenis en vervolgens den tijd om een akt van berouw te verwekken Abel ging maar voort met slagen Theophile voegde erbij Had de vrouw 100 000 fr. bezeten, zij.had het ons uit schrik gegeven't was niet noodig haar zoo te slaan. De slachtoffers. D1' Verhaes, wetsdokter te Veurne, komt verslag geven over den aard der wonden. De schedel van man en vrouw Lozie vorm den slechts eene enkele wonde. Bij nader onderzoek kon men evenwel bestatigen dat de man 8 en de vrouw 7 slagen bekomen hadden. De slagen werden met uiterst ge weld toegebracht. Het neusbeen van Lozie is letterlijk gekloven, 't. Was een wonder dat de man aan de dood ontsnapte. Wat de vrouw betreft, die is acht dagen na de moordpoging, aan de gevolgen, in het gast huis van Poperinghe overleden. Men kan zich niets akeliger voorstellen dan het uit zicht der slachtoffers, toen ik hen daags na de misdaad verzorgd heb. In huis zag men niets dan bloed en op de trappen naar het verdiep bloedsporen... Dr Poupaert, Wetsdoktor te Yper, heeft de lijkschouwing van vrouw Lozie gedaan, en waargenomen dat de schedel van de ongelukkige op verscheidene plaatsen gebro ken was. Het slachtoffer Lozie wordt als laatste getuige opgeroepen. Bijgestaan door den vertaler uit Poperinghe, den heer Albert Baert, legt hij uit boe hij door de bandieten overvallen werd. Met drie te gelijk sloe gen zij met dikke stokken op mij, omdat ik hen'geen geld wilde geven. Ik kreeg een slag op het hoofd en dan nog wel honderd andere slagen. De oerste slag deed mij reeds in bezwijming vallen. M. de voorzitter verzoekt den getuige zich met het gelaat naar de gezwoornen te keeren. Men ziet nog duidelijk de sporen van de toegebrachte slagen en wat akelig is een groot en diep gat boven in het neusbeen, onder het rechter oog. Een kreet van afgrij zen en medelijden tevens ging in de zaal op toen men het verminkt goiaat van den ouden man zag. M. Lozie woont niet meer te Crombekehij verblijft thans in een gesticht te Ceurne. De zitting wordt ten 12 ure opgeschorscht om ten 2 ure hernomen te worden. De zitting van 's namiddags. De zitting wordt ten2ure hernomen steeds onder een grooteren toeloop van volk. Na eenige kleine zaken geraakte men tot meer belangrijke, namelijk tot een diefstal met inbraak en doodsbedreigingen te Neuf- Berquin, bij de echtgenooten Pruvost-Leroy, 79 en 71 jaar oud. Deze diefstal had plaats den 19 november 1905 en werd geplooid door Pollet, Guyard en twee andere belgas. De bandieten, revolver in d'hand, bedreigden hunne slachtoffers met de dood en vertrok ken met 3000 frank.-Lapare kreeg hiervoor 25 jaar dwangarbeid te Brugge. Abel bekent. De 100e zaak is de inbraak en diefte van 300 frank gepleegd door Lapare en Abel Pollet bij Henri Degroote, bejaard man, alleen wo nend te Dadiaeele. Het slachtoffer berk. ALM en d'eTS "btrkent alsook een (liefstal den 12 december bij de echtgenooten Derycke, renteniers te Crombeke gepleegd; de bewo ners waren naar Langemarck naar eene be graving. Hij stool, met Guyard, 500 frank en verscheidene juweelen. Den 15 december 's avonds, drongen Abel en Deroo in de woning van jufvrouw Mes- suw, te Houtkerke, die met haren broeder woont en eischten de beurs of het leven De zuster, half dood van schrik, gaf hun 830 fr. en bood hun zelf pannekoeken aan opdat zij hen het leven zouden laten. Wij hebben de pannekoeken geweigerd zegt Abel, omdat er geen suiker op was. De inbraak te Elsendamme. M. Ryckaert, gendarm te Oostvleteren, geeft inlichtingen over deze zaak, den nacht van 27 december te Elsendamme-Pollinchove gebeurd. Drie kerels, met zwart gemaakt gelaat, drongen in de woning vande90jari- ge Charlotte Verlende. De 19 jarige nicht, Marie Ryckcboer, die evenals haar 14jarige broeder, in eene kamer van het gelijkvloers sliep, werd door liet gerucht gewekt. Op 't, zelfde oogenblik kwamen de drie kerels in de kamerzij naderden de bedden. I)e ban dieten warenAbel Pollet, Theophile Deroo, en Guyard. Abel met eon revolver gewapend, dreigde de juffer met de dood indien zij om hulp riep. Een tweede bandiet voegde erbij"Wij moe ten geld hebben, waar is Charlotte?" (fie tan te). Het meisje antwoordde Tante slaapt op den zolder-'. Deroo werd gelast de wacht bij het meisje to houden. .De twee anderen stormden naar boven, grepen de oude juf vrouw Verlende bij de keel, schudden haar geweldig en eischten geld. Het meisje hoorde hare tante kermenzij vroeg aan Deroo of zij naar boven mocht en deze riep den wensch van de juffer tot zijne makkershij kreeg een gunstig antwoord. Het meisje rniek er gebruik van om op straat te vluchten en om hulp te roepen. De ban dieten namen de vlucht zonder iets gestolen te hebben. Men hoort nog als getuige Mej Ryckeboer die omstandig het voorval verhaalt. Hare tante is 14 dagen later gestorven aan de ge volgen van den doorstanen schrik; zij was zeer welstellend. Abel Pollet.Men had gezeid dat wij er wel 100.000 fr. zouden gevonden hebben. Belgische Magistraten. M. ridder van Elewyck, raadsheer bij het beroepshof van Gent en baron van Zuylen, substituut te Gent, woonden de zittingen van vrijdag en zaterdag bij om alles op te nemen wat had kunnen verteld worden over zekere bclgen, verdacht medeplichtigen der bende te zyn. 't Zijn die twee heeren die het onder zoek der zaak Pollet" in Belgie hernemen. Het einde der eerste week. De zitting van zaterdag werd ten 5 ure opgeschorst om de gezwoornen toe te laten den zondag in hunne familie door te brengen De toeloop van volk is buitengewoon groot; de openbare omheining wordt stormender hand ingenomen. De soldaten konden slechts met de grootste moeite een gedrang beletten, dat op het punt was ongelukken te veroor zaken. De zitting wordt ten 9 1/4 ure geopend met het onderhoor over De driedubbele moord van Violaines. M. De Voorzitter herinnert beknopt in welke omstandigheden M. en Mevr. Lecocq 81 en 79 jaar oud, en hunne 55jarige dochter op barbaarsche wijze om het leven gebracht werden. Den Maandag 20 januari 1906, rond 8 ure kwam de briefdrager Malaquin, naar de woning der echtgenooten Lecocq, die met hunne dochter een huis, in het midden van liet dorp Violaines bewoonden, om een brief af te geven. Hij vond liet tuinhekken open, trad in huis, zag dat alles er overhoop lag T; dat, de trapdeur gesloten was. Hij ver wittigde onmiddelijk den burgemeester. Deze klom naar het verdiep en vond de drie bewoners vermoord in hunne kamers. De kwaaddoeners waren bij middel van braak en beklimming in het huis gedrongen. Op den plankenvloer van het verdiep vond men bloedige voetafprintingen. In de kamer rechts lag het lijk van M. Lecocq, 81 jaar oud, voor het bedin de kamer links lag het lijk van mad. Lecocq, 79 jaar oud, eveneens op den vloer met het hoofd onder een hoop linnen gestopthet lijk der 55jarige dochter lag, gansch bebloed, naast de schouw, tegen een omgeworpen stoel, de vloer zag rood van bloed. Al de meubelen waren openge broken en doorzocht een kofferfort was geruimd en op straat achtergelaten. De fami lie van de slachtoffers ondervraagd, kon slechts daaromtrent inlichtingen geven over de verdwenen weerdeneene som van 7 tot 8000 fr., twee gouden uurwerken, eenige juweelen en verscheidene oude zilveren muntstukken. Vervolgens meldt de Voor zitter dat mad. Lesage, tweede dochter van de vermoorde ouderlingen als getuige opge roepen, ziek is en niet weet of zij zal kunnen komen getuigen. Hij doet de wreedheid dezer moord uitschijnen. De slachtoffers moeten zich hevig tegen de moordenaars verweerd hebben: De kamers waren letterlijk met bloed overstroomdde wapens door de daders gebruikteen stoofdeksel en een stoofhaak waren met bloed bevlekt en aan het eerste kleefde haar. Op dit oogenblik valt een soldaat, van dienst in de zaal, in bezwijming; hij wordt door twee gendarmen buiten ge bracht. M. De Voorzitter, Onmiddelijk na de ondekking der misdaad werden in gansch de streek opzoekingen gedaan talrijke sporen werden gevolgd doch men vond niets. Den 30 april 1906 kwam de genaamde August Platteel, scliooubroeder der Pollet's, mijnwerker, thans overleden aan de gevol gen van een mijnongeluk in de gendarmerie verklaren dat hij zijne zuster, de vrouw van Abel Rollet, te Hazebroeck bezocht had, en dat hij daar zijne andere zuster, vrouw Qua- ghebeur, had hooren zeggen dat Abel Rollet een misdadiger was en dat hij de moorden van Violaines gepleegd bad, samen met zijn broeder August Rollet en een derden kerel Vromant. De aanhoudingen volgden deze verklaring. Verhaal van Vromant. Vromant. Eens dat wij in het huis waren, ging Abel naar de keuken eene boegie halen hij daalde vervolgens in den kelder, haalde er twee flesschen wijn wij dronken en rookten sigaretten. Wat later vroeg Abel Pollet of wij besloten waren naar boven te gaan. Ik aarzelde en Abel zegde mij Gij moet veel vranker zijn en vooruit gaan De belgen zijn veel vranker dan wij Wij stemden toe. Abel ging voor uit hij droeg eene boegie en den stoofhaak, dan volgde Augustik heb niet gezien dat hij iets in de handen had ik kwam de laatste met het stoofdeksel. Op 't oogenblik dat wij op 't portaal van het verdiep kwamen hoorden wij juffer Lecocq zeggen Papa, daar is iemand De vader, die alleen in eene andere kamer sliep, antwoordde Wat is er, mijne dochter?". August Rollet stormde dan de kamer van M. Lecocq bin nen. Ik volgde Abel in de kamer van de twee vrouwen. De juffer riep Moorde naars Abel riep dat zij zwijgen moest en sleepte ze uit haar bed naar oenen hoek van de kamer. Vervolgens vertelt hij hoe August Pollet de oude vader Lecocq doodsloeg. August over van woede springt recht en loochent de doodslagen toegebracht te hebben. Abel beschuldigt hem ook en eene erge woorden wisseling ontstaat tusschen de bandieten over de wijze waarop de slachtoffers ter dood gebracht werden. Die mannen spreken van iemand vermoorden als van dagelijks werk M. de Voorzitter doet ze zwijgen en zegt Genoeg Het is walgelijk hier te hooren redetwisten óver een tooneel van onmen- schelijke barbaarschheid Abel wordt dan ondervraagd. De bandiet verhaalt hoe de misdaad ge beurde. Toen wij de juffer hoorden roepen gingen wij natuurlijk niet loopen als men om te stelen komt stoort men zich daar niet aan Ik heb de juffer in een hoek gesleurd Vromant heeft haar een slag toegebracht het bloed spatte op mij En wat August betreft, die was ook vast besloten te moor den, anders zou hij zoo niet gewerkt hebben als hij gedaan heeft. Ik beu een bar baar en een misdadiger, maar anderen zijn het ook, M. de voorzitter Alle drie zijn eene tweede maal terug naar boven gegaan. Vromant beefdeHij dierf niet meer slaan En, dan heb ik het gedaan ik heb de twee vrouwen afgemaaktDen oude heb ik ook geslagen, maar hij zal reeds dood geweest zijn. Ik sloeg met het scherp, met deu kant van het deksel, dat ik Vromant afgenomen had. Daarbij gij kunt zeer goed de slagen kennen die ik toegebracht heb, daar Vromant alleen met het plat geslagen had. Ik heb de juffer gedood, heerèn rech ters, toen zij mij smeekend vroeg Wat gaat gij nu met mij doen -> Het lijk harer moeder lag daar reeds... Ja, ik ben een groot misdadiger, maar ik heb berouw. August Pollet. Dat zeg ik ook, dat heb ik ook reeds gezegd Abel.Gij? Maar 't is de eerste maal dat gij den moed hebt het te zeggen Daarbij waar zou men moed vinden bij iemand die zijne oude moeder geslagen en zijne vrouw en kinderen mishandelde dat het eene schan de wasUwe vrouw durft hier zelfs nog niet spreken, zoo bang is zij van u De twee gebroeders huilen en tieren als razenden tegen een op en de voorzitter roept hen toe Gij zijt eene schande van het menschelijk geslacht, zwijgt nu en zit neer Het vervolg der ondervraging loopt over den diefstal, die op de driedubbele moord volgde Er werd ongeveer acht duizend frank en talrijke juweelen gestolen. Abel hield zooals altijd liet grootste deel voor zich en gaf aan'ieder 13 tot 1400 frank de juweelen verdeelde hij ook, doch tusschen gansch de bende. De vrouwen van de Pollet's, Angële Piat- teel en Louise Matoret worden ondervraagd over het deel dat zij als verheelsters aan de zaak van Violaines genomen hebben zij worden ook'ondervraagd over de kwestie te weten of zij op voorhand geweten hebben dat de misdaad ontworpen was en dat de daders naar Violaines vertrokken waren om haar uit te vervoeren. Zij spreken elkaar tegen en geraken eindelijk in volle gekijf. Op zeker oogenblik moeten de gendarmen tusschen komen om te beletten da't de vrouw van Abel Pollet en Louise Matoret, die elkaar een bijzonderen haat toedragen die zijn oor sprong in de jaloerschheid heeft aan t vechten geraken. Eugenie Morent, vrouw van August Pollet, kreeg gansch de som door haren man ont vangen Angèle Rlatteel, vrouw Quaghebeur, vriendin van Vromant, heeft 25 fr. van den buit ontvangen Louise Matoret, die volgens de beschuldiging, op de hoogste van den ontworpen slag was, heeft voor haar deel 10 fr. van Abel gekregen en nieuwe kleede ren (zij loochent alles uitgenomen het ont vangen van de 10 fr. zij is mede naar Poperinghe gegaan om een bankbiljet van 1000 fr. te laten wisselen. Celinie Pollet heeft ongeveer 200 fr. gekregen Gustave Lecloire kreeg 300 fr. hij kende er de her komst van Vandevelde heeft van Abel 40 fr. van August 20 en van Vromant 10 fr. ont vangen Brabandts heeft 33 fr. en een paar schoenen aangenomen. De zitting wordt ten 12 ure 1(4 opge schorst. Nog de misdaad van Violaines. Een getuige vraagt dat zij zouden onthoofd worden. De zitting wordt ten 2 ure 15 hernomen. M. Debourrey, burgemeester van Violai nes, getuigt op hartroerende wijze. Hij was het die de eerste bestatiging deed, samen met een gebuur. Het was te midden van een ijselijk stormweder dat de wilde beesten de onmenschen de schurken zegde getuige hunne ijselijke misdaad te Vio laines kwamen tegen. Hetgeen ik in het huis der misdaad gezien heb, is onbeschrijfelijk. Bloed, overal bloed, en de lijken van drie der geachtste, der hraafste, der voorbeeldig- ste inwoners mijner gemeente. Ik wensch, heeren gezwoornen, dat gij nooit in uw leven, zulk tooneel zien zoudtnooit zag ik zulk een bloedbad, nooit zag ik zulke slach ting, en nochtans heb ik den oorlog van 1870 bijgewoond... En toen de ellendelingen, na hunne gruweldaad met den buit, het huis, waar eenige uren vroeger nog zooveel geluk heerschte, verlieten, dan sloten zij de voor deur op slot, alsof zij nog hunne slachtoffers vreesden... En dan tot bekroning van de euveldaad, werd een eerlijk man, een onder wijzer van verdienste, beticht van de moord op de huisgenooten Lecocq de man is van verdriet gestorven eenige maanden nadien. Ik breng hier openlijk hulde aan de nage dachtenis van dit slachtoffer der ellendelin gen, die, gelukkig voor de samenleving, thans voor hunne rechters staan. Wij vragen dat de President der Republiek geen gebruik zal maken van zijne macht tot genadever- leening en aan de wet haren loop zal laten. (Toejuichingen spoedig onderdrukt tusschen het publiek.) Nog misdrijven in België. Werden vervolgens opgeroepen: diefte bij mad. Pype, landbouwster, door Guyard en Rollet; inbraak rond nieuwjaar 1906 bij M. Giller te Yper door dezelfde inbraak en doodsbedreigingen op Jufv. Stragieren hare meid Bertha VaunicuwenburgheteRumbeke door Abel Pollet, Theofiel Deroo en Guyard zij werden op de vlucht gedreven.Inbraak op 24 februari 1906 bij Jan Benoit, 65 jaar en zijne zuster, herbergiers te Dottenys beide slachtoffers werden op een stoel gebonden en de dieven, Abel Polllet, Guyard en twee andere Belgen vertrokken met 2400 fr. Dieften bij M. Waterblei en bij M. Leupe, beide te Yper, op 11 maart 1906, door ADel Pollet, Deroo en Guyard. Om 7 ure werd de zitting opgeschorst. Ter gelegenheid der kermis van St-Omaars was er maandag nog veel volk te been en in den omtrek van het justitiepaleis moest een bijzondere ordedienst door de gendarmen te peerd ingericht worden; het dagelijksch piket soldaten was niet meer voldoende. Toen de bende te 7 ure 1/4 met de gewone voorzorgen terug naar 't gevang gevoerd werd, hoorde men voor de eerste maal kre ten Ter doodter dooduit het volk op stijgen. De zitting wordt 0111 9 ure geopend. De zaal was vol. Men begint met de zaak van Fhiennes Op 1 maart 1906, drongen Abel Pollet, Theofiel Deroo, de vrouw van Pollet en zijne zuster binnen de echtgenooten De- poix en stolen er 200 fr. al wat de slachtoffers bezaten, 't Was ook d'eerste maal dat de vrouwen rechtstreeks aan een misdrijf deel namen. De echtgenoote Depoix verhaalt de zaak en verwenscht gedurig de leden der laffe bende. De misdaad van Belle. Vervolgens wordt (leze zaak opgeroepen. Onze lezers weten dat den zonaag 8 april 1906, 's morgens vroeg de 69jarige Vercruysse in zijne woning overvallen werd door Abel Pollet en Theofiel Deroo. Getuigenis van het slachtoffer. M. Vercruysse (het slachtoffer) verhaalt

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1908 | | pagina 1