NIEUWSBLAD VOOR POPF.RINGHE EN OMSTREKEN. Vier hoofden vallen in 10 minuten. HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD verschijnende den Zaterdag namiddag. Hond het Gevang. In de Cellen. Hunne laatste oogenblikkenDe gebroeders Pollet willen niet biechten.HUNNE DOOD. W OENSDAG 13 Januari igog. 5e Jaar. Bijzondere Uitgave ANNONCEN Den drukregel 40 c. Herhaalde Annocen mits betaling van 25 c". Alle Annoncen vooraf betaalbaar moeten vóór den Vrijdag-noen ingezonden worden. INSCHRIJVINGSPRIJS Bijzondere buiten stad f. 2,50 binnen stad f 2,00 Herbergiers buiten stad f-1,50 binnen stad f-1,00 Voor Frankrijk fr. 4,60 De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen onvergeld in bet blad verschijnen. Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, IS, Poperinghe. Alle vier moeten onthoofd worden Hunne misdaden. Vóór (lc onthoofding. Aankomst der guillotien te Betlmne De beul en zijne helpers. Brieven en bedreiging. Namiddags in Stad Vorige onthoofdingen zingen. De vooravond.- Het gevang en de plaats dei- onthoofding. Naar Bethune Abel POLLET, De guiljotien werd geplaatst. Naar de veroordeelden. Men gaat ze verwittigen. De ontwaking van Pollet. Canut VROMANT. Bij Deroo. Vromant moedeloos. Auguste Pollet De laatste mis Buiten. De Onthoofdingen. Theophile DEROO. Deroo ondergaat eerst zijne straf. Canut Vromant. Auguste Pollet. Abel Pollet. volgens overeenkomst. Eerste Taps, Bolüngen en Herbergkennissen worden ingelijfd DE ransBfflGHEimt Het recht, annoncen of artikels le weigeren is voorbehouden. De bende Pollet boet hare Misdaden. Zooals wij het in ons nummer van zondag laatst hadden doen voorzien, is zaterdag avond teBethune het langverwachte nieuws aangekomen dat de vraag tot genade der vier ter dood veroordeelden der bende Pollet verworpen was en dat hunne onthoofding Maandag morgen moest plaats hebben. Seffens werd eene vergadering gehouden tusschen de overheden van stad en troepen om overeen te komen voor de orde handha ving ged urende deze v i ord ubbele halsrech ting. Zeker was men sedert lang dat er twee ont hoofdingen gingen plaats grijpen, maar oor- deelendedat alle viersamen hunne misdaden gepleegd hadden, werd door de Voorzitter der Republiek besloten dat alle vier samen moesten gestraft worden. Men mocht zich dus aan eenen overgrooten toeloop van volk en eene bijzondere opgewundenhcid der me nigle verwachten en er werd besloten de strengste maatregelen te nemen en deze te doen uitvoeren door de gendarmen, de dra gonders en het voetvolk. Vooraleer verdere inlichtingen te geven over de voorbereidingswerken en de ont hoofding is het misschien niet onnuttig onze lezers in 't korte de bijzonderste schelmstuk ken en den gang der beruchte Bende van Hazebrouck eens te herinneren. 't Was in den winter van 1905, te Vieux- Berquin, in de kroeg van moeder Fauvart dat de eerste grondsteen der bende, die wel dra gansch de streek den schrik ging aan jagen, gelegd werd. Aan volk ontbrak het nietiederen dag kwamen nieuwe leden landloopers, oud veroordeelden, enz. Abel was hun meester en allen gehoorzaamden hem blindelings. Als zij ievers binnenbraken, kenden zij goed de ligging van het huis; de vrouwspersonen hunner bende waren er meid en gaven hen de noodige inlichtingen. Wat later werd Pollet in kennis met Lapare van Poperinghe en alzoo werd eene internationale bende ge> sticht die deze van Baekelandt en Cartouche te boven ging. Het was bijzonderlijk bij de ouderlingen dai de lafaards binnenbraken. Zij mcordden onmeedoogend alwie hen verraste. Ziehier de bijzonderste misdaden door hen gepleegd 18 Januari 1905.Moordpoging en diefte te Calonne-aan-Leie bij pachter Deron. De man werd door Abel en Auguste bijna dood geslagen met een ouden sabel. 17 Oogst 1905. Moord en diefstal te Locon, De echtgenoot Lenglcmetz overrasl in zijn bed wordt verwurgdde vrouw gekwetst. 19 November 1905. Moordpoging en diefte van 500 fr. te Neuf-Berquin bij de echtgenoten Pruvost. 29 November 1905. Moordpoging en diefte bij Degroote te Dadizeele (België). 15 December 1905. Moordpoging en diefte te Houtkerke bij Jufv. Metsuwe die zeer erg gekwetst werd. 28 December 1905. Moordpoging te Pollinchove op de wed. Verlende door Abel. 2 Januari 1906. Dubbele moordpoging en diefte te Crombeke bij de echtgenoten Lozie. De vrouw sterft aan hare wonden. 20 Januari 1906. Driedubbele moord van vader, moeder en dochter Lecocq te Violaines. 17 Februari 1906. Moordpoging en diefte te Rumbeke bij de wed. Stragier. 24 Februari 1906. Moordpoging en diefte bij de echtgenoten Benit te Dottiunies. 2 Maart 1906.— Moordpoging op de echt genoten Depoix te Tliiennes. 18 April 1906. Moordpoging en diefte bij Bail lieu te Oostvleteren. 21 April 1906.Moordpoging en diefte bij de weduwe Delhaye te Rousbrugge. Aangeklaagd door zijnen schoonbroeder Auguste Platteel als de moordenaar zijnde van Violaines, werd Abel Pollet aangehou den in begin van Mei 1906 en na vele opzoe kingen van gansch liet gerecht van het Noorden van Frankrijk en onze streken waren een veertigtal aanhoudingen in Frankrijk en België gedaan. De belgische aangehoudenen werden ge straft door het Assisenhof van Brugge en de 28 fransche verschenen in Juni laatst voor het Assisen te St Omer. Abel Pollet, Auguste Pollet, Theophile Deroo en Canut Vromant werden ter dood veroordeeld en de anderen tot mindere straffen. In 't geheel zijn zij betichtAbel van 3 moorden en 10 moordpogingen met diefte Auguste van een moord en eene moordpo ging; Canut Vromant, een moord en Theo phile Derorq 2 puyirrien en 7 moordpogingen met dieften. Men heeft dan nog al de andere inbraken en dieften die de bende dagelijks deed. Gedurende al den tijd dat zij in het ge vang overbrachten waren de gevangenen overtuigd dat men ze niet ging onthoofdon. Zij koesterden de hoop naar Guyanna het overige hunner dagen te gaan slijten. In geen verband zijnde met den buiten, wisten zij niet dat de doodstraf door de Kamers be houden wasonverschillig aan alles zongen zij gansch gerust en kaartten met hunne bewakers. Hunne ontwaking op dezen dag moet hun een schrikkelijk ontzetting veroorzaakt hebben. Is het noodig te zeggen welke opschudding het nieuws der onthoofding in Bethune te weeg bracht Voorzeker verwachtte zich er iedereen aan maar niemand dacht dat alles zoo rap zou gaan. De akelige wagen soort van zwaar en lang vierwielig zwart toe-rijtuig met de guiljotien erin, die zaterdag avond Parijs verlaten had, kwam zondag avond om 8 ure in de statie van Bethune aan. De nieuwsgie rigen kwamen zoo talrijk op, dat de statie overste verplicht was den wagen waarop zij stond in een hangaar te steken. Met den vroegen morgen had zich zondag eene groote menigte tot bij de statie van Bethune begeven, inet de hoop er de beul en zijne helpers te zien aankomen, 't Was de exprestrein van 10.50 ure 's morgens die hem naar hier bracht. De politiekommissaris der stad was aan de statie om ze te ontvan gen en samen zetten zij zich te voet op weg naar het justitie-paleis. De menigte kwam langsom grooter en eenige schreeuwen van Leve M. Deibier» en Leve onze verlosser» werden geuit. M. Deibier en zijne mannen ziende dat zij bijna niet voort konnen, namen opeens een rijtuigen reden naar hunne be stemming. In het justitie-paleis gekomen drukte de meier van Bethune zijne vrees uit erge tooneelen te zien gebeuren indien de onthoofding plaats greep op de Plaats La inartine gelijk het beslist was. Deze plaats is gelegen 150 meters van het gevang zoodat de ter dood veroordeelde zoo ver gingen moeten te voet gaan. Men vrees de de woede van het volk en er werd beslo ten dat de halsrechting juist bij de poort van tiet gevang ging plaats hebben. Na dit bezoek vertrok M. Deibier naar bet -Hotel du Nord waar vijf kamers voor hem en zijne knech ten voorhouden waren. lieden zondag, vertelde een bewaker, «n Abel heeft geheel den nacht gezongen. Er zijn in de laatste dagen wel 200 brieven voor Abel Pollet in het gevang toegekomen van onbekende verzenders. Op een erv ..n stond Moed, vriend, 't is morgen dat men u doodt, maar gij zult gewroken worden Gansch de bende is niet gevangen Fen makke» i Men denkt dat deze brief het werk is van een farqpur. Natuurlijk heeft men geen dezer brieven aan Abel overhandigd. begint de beweging groot te zijn. Rond het gevang komen vele wandelaars en in het justitie-paleis is liet een gedurig in- en uit gang. Vreemdelingen beginnen met de treinen in te komen en men verwacht de mijnwerkers in gansch benden. De herbergen krijgen toelating gansch den nacht open te blijven en de gendarmen beginnen de stad doorwandelen. Zij- De vier ellendelingen, wiens uur zoo nabij is. zijn ver van te denken aan welke akelige toebereidselen men voor hen bezig is. Hun vertrouwen is nog geen minste verminderd. Zij waren nooit zoo we! gezind als Sedert 1844 hebben er hier geene onthoof dingen meer plaats gehad deze van den moordenaar Tantand. De beul heeft in don namiddag eene wan deling gedaan per rijtuig en ging om 9 ure slapen,vragende om ten 2 u. ontwekt te zijn Gansch den dag sprak men natuurlijk van niet anders in Bethune. Overal vormden zich groepjes. Al de vensters der huizen staande op de plaats Lamartine, waar ieder een dacht dat dè onthoofding ging plaats hebben, werden tegen hooge prijzen ver huurd en zelfs een cinemaiographisch toe stelhad bij een venster geplaatst geweest om geheel de scène op te nemen. Toon men rond 6 ure vernam dat de ont hoofding bij het gevang ging plaats grijpen was de teleurstelling van pachters en ver pachters groot. Het gevang, dat op de rue d'Aire uitgeeft is rond de 250 meters lang en de groote poort komt in 't midden. Voor het gevang staat geen een huis 't zijn hoven toebehoo- rende aan hoveniers of menschen van stad en langs wederkanten van het gevang komt eene straat. Het was dus met alle'gemak dat de 600 dragonders, gendarmen te peerde en te voet en andere voetgangers deze twee straten gingen afsluiten en niemand voor het gevang laten. Het was voor meest al de nieuwsgierigen onmogelijk iets, zelfs de guiljotien, te zien, aangezien men op 150 tot 200 meters langs eiken kant ervan stond Den Zondag namiddag was te Poperinghe een telegram aangekomen meldend dat de onthoofding ging plaats hebben. Met eenige kennissen om 6 Va ure 's avonds vertrokken stapten wij om 10 ure te Bethune afnogal veel vreemdelingen waren met dien trein mede. De stad Bethune zeifis op een kwart uurs van de statie en het gevang ligt juist buiten stad al d'andere kant. In stad was ei nog geene buitengewone beweging, doch al de herbergen waren open en bezet. Men sprak over de nakende halsrechting met vol doening en als over iels dat de streak van eenen grooten schrik moest verlossen. Voor het gevang was er meer beweging. Vele nieuwsgierigen wandelden er gedurig heen en weder in de hoop zoo naar mogelijk van het gevang te blijven. Voor een venster langs het gevang en van waar men bijna niets zag, vroeg de herbergierster 120 fr. In een hof rechtover de poort van het ge vang en plaats waar de guiljotien ging op gericht worden, was men bezig op eenige ijdele tonnen eene stelling te zetten. Men kon er een plaatsje op krijgen om er geheel den nacht recht te staan voor 20 fr. op het laagste verhoog30 fr. op het middenste en 40 fr. op het hoogste. De menigte intusschen groeide gedurig aan. De troepen waren verwittigd om ten 12 ure de straten te komen afzetten, zoodat wij, die op de stelling van hot gevang plaats genomen hadden, verplicht waren daar van 12 ure te blijven, wilden wij niet verrast zijn door de soldaten en belet worden op onze plaatsen terug te keeren. De nacht was maar slecht het waaide en van tijd tot tijd kwam een regenbui ons ververschen. hoofd der Bende. -topp gevang zijn sedert gasten die Het is 2 1/2 ure toen de twee eerste dra gonders het gevang voorbijtrekken, dit doet ons hopen weldra verandering te zien. On 3 ure hoort men poerden en soldaten afko men. Het begon tijd te worden. De rue d'Aire is dik bezet en uit de menigte stegen nu en dan luide kreten op van Ter dood», "Moor denaar! Dit word geroepen met het gedacht de nog slapende ter dood veroordeelde te ontwaken en hun te laten hooren dat het hun laatste was. Met moeite duwden de peerden der soldaten de menigte achteruit Niemand mag blijven. Allen moeten weg. Eene rij voetgangers komt yoor ons staan en voor een anderen hof waar ook iffeuws- gierigen zijn. De hovenier die de stelling op- geslegen heeft, heeft qpgeveer 80 personen hinn -ngelaten en zegPons 1700 fr. ontvan gen hebben. De boomen rofid het twee, drie uren dik bezet van gaarne koude en regen overmeesteren om dat zij zeker zijn van daar alles na te kunnen zien, maar toen de soldaten hen ontwaarden was hunne vreugde rap weg, en zij ook. Om 3 1/2 ure komt het rijtuig met het schavot en M. Deibier en zijne helpers. Deze trekken hunne werkkleederen aan en begin seffens bij 't licht van een lanteern hun ake lig tuig plaatsen. Het is omtrent 4 ure. M. Deibier geeft zelf alle orders en ziet het werk na. Zijne orders zijn kort en zijne stem heeft iets angstigs, dat wel overeenkomt met het treurig werk. Eerst wordt de plato-form gesteld. Deze moet waterpas zijn en op den modderigen en oneffen grond vraagt-dat nog eenig werk. De twee staander sworden dan gehaald en recht gezet.'t zijn lijk twee armen, wan hopig uiigestrekt. Het hoofd wordt er opge zet en houdt de staanders onbeweeglijk 40 centimeters van elkaar verwijderd. I)an komt de bril, waarvan het onderste deel vastgemaakt wordt en het bovenste op en neer kan schuiven. De wipplank, op een soort van wagentje rustend wordt dan aan gezet. 't Is op deze plank dat de vier mannen zullen neergelegd worden Nu komt het mes. M. Deibier onderzoekt het en ziet nauwkeurig of het wel geplaatst en aange daan iseen klomp lood van 30 kilos is eraan vastgemarkt en het heeft een driehoekigen vorm. Op eens hoort men tikkend gerucht en in den maaneschijn ziet men het mes op en dan opnieuw beneden vallen... M. Deibier onderzoekt of alles goed werkt!... Welke akelige herhaling. Eene mand met zink bezet wordt voor den bril gezet't is daar dat de hoofden van Abel en zijne medeplichtigen malkaar zullen terug vinden. Een andere groote mand wordt nevens de wipplank geplaatst om de lijken te ontvangen. Dit alles had eene groote uur geduurd. De guiljotien is gereed om haar werk van rechtveerdigheid te ver richten. Zij staat links, gansch tegen de deur van hef gevang. Van in het gevang kan men ze niet zien. Al do officiële heeren toegekomen zijnde, wordt ér om 6 ure besloten de veroordeelden te gaan verwittigen. Een twintigtal perso nen treden het gevang binnen en doorloopen de gangen, geleid door den bewaker. Zie hier de eerste cel't is deze van Aebl. Al dat rumoer, het peerdengetrappel, de stap der troepen, het oprichten van hel schavot zelf, hoe stil ook gedaan, was door Abel Pollet, den kapitein der bende gehoord Rond 3 ure ontwaakte Abel Pollet plotse ling. Hij rmp zijne hewakers, met wie hij zondag nog met de kaart gespeeld had, en vroeg hun wat al dat lawijd daar buiten be- teekende. Daar hij slechts een ontwijkend antwoord ontving, verklaarde hij op koelen toon dat hij begrepen had Ook, toen de prokureur dor Republiek hem, rond 6 ure, kwam aankondigen dat het oogeoblik gekomen was om zijne schuld aan de samenleving te betalen, antwoordde de veroordeelde alleenlijk't Is goed. Dat zal de uitboeting mijner misdaden zijn. Ik zal moed hebben Hij leverde zich zonder weerstand te bie- den aan den beul over, die hem den hemds kraag uitsneed, en armen en voeten vast bond, rookte eenige sigaretten, vroeg pen en inkt en schreef met vaste hand het volgende briefje Ik vraag vergiffenis aan mijne vrouw en aan mijne kinderen. Ik bedank mijne bewa kers voor de goedheid die zij voor mij gehad hebben. Doch op het oogenblik dat hij zijnen naam onder deze eenige regels schreef, beefde zijfie hand. Eene plotselinge bezwij ming maakte zich van hem meester, doch het duurde niet lang of hij kreeg zijne woeste krachtdadigheid terug. Wanneer de aalmoezenier in zijne cel kwam om hem aan te manen zich te berei den 'om voor God te verschijnen, schok schouderde Abel Pollet en antwoordde onbeschaamd Indien er een God is, zal Tij hvrcf'^v<'r(i'(-"llgW Trf» - imk'rnrefekt*t(M zien om hem de hand te drukken en hem zijne vrouw aan te bevelen, voor wie hij de voorwaardelijke invrijheidstelling wenschte te vragen. Abel Pollet wenschte ook zijn broeder Auguste te omhelzen, doch deze gunst werd hem geweigerd. Toen M. Mooier bij Deroo kwam sliep deze nog. De bewaker klopt hem op de schouder. Hij ontwaakt en ziet verwonderd rond naar al die heeren. De griffier leest hem voor dat hij geene genade heeft ver kregen. Hij verstaat niet goed en zegt wat is er Men moet hem zeggen dat hij zal sterven en zich moet gereed maken. Hij verbleekt geweldig en men moet hem helpen kleeden. Men brengt rhum en bij drinkt er verscheidene glazen. Hij beeft en is geheel verslegen. Hetzelfde heeft plaats bij Vromant die hard sliep. »Gij moogt mij dooden, zegt hij, maar geef mij een grooten druppel Het gevraagde wordt hem gegeven en dan vraagt hij een sigaar dien hij aansteekt doch wijl men hem het hemd uitsneed laat hij zijn sigaar vallen en wil niet meer rooken. Zijn gezicht trekt ineen en wordt bleek. Hij beeft over gansch het lichaam en vraagt, een priester. De E. II. Gailtot hoort zijne biecht en ook deze van Deroo. nauwelijks ontwaakt, begint te vloeken en te tieren en broeder van alles te beschuldi gen. Ik heb dat niet verdiend, zegt hij, ik ben te veel gestraft Hij ook weigerde te biechten. werd gelezen voor Deroo en Vromant door den E. II. Marquant, en duurde 18 minuten. Na de mis ontvingen Deroo en Vromant de Fl. Communie en zegden aan den priester dat zij met moed gingen sterven. Buiten was er in al dien tijd geene ver andering, De guiljotien stond altijd haar prooi al' te wachten. De fransche dagblad schrijvers die ten ingangkaart verkregen hadden, werden, ondanks deze, door de gen darmen achteruil geduwd niettegenstaande zij zich er hevig tegen verzetteden. Buiten voor eenige magistraten en eenige dagblad schrijvers, was het voor iedereen onmogelijk het onderste te zien. Rond tiet schavot stond een reek voetgangers, erna een reek gen darmen te peerd, er achter een reek dragon ders te peerd en dan nog een reek voetgan gers. Eenige dagbladschrijvers waren op de boomen gekropen en konnen van daar alles wel zien afloopen. De menigte weid mei op afstand gehouden. De mijnwerkers, trachtten de rangen te breken en sloegen op de muil der peerdon, doch alles was te vergeefs: Niemand mocht noch kon door. I)e onthoofdingen waren aangekondigd voor 7,53 ure (met, zonnenopgang). Eerst moest Deroo onthoofd worden, dan Vromant dan Auguste Pollet en Abel Pollet had ge vraagd om de laatste te blijven. De dag be gint aan te breken en wij zien nu goiipel duidelijk den oppersten helft der guiljotien. Opeens rond 7,15 ure gaat de zware deur' van het gevang open. Men denkt niet dat het reeds een veroordeelde is. M. Deibier komt builen en beziet zijn machien. Onmo gelijk onze blikken van deur, die weer toe is, af te keeren. Wat zal er buiten komen De poort gaat open en een man in uniform komt buiten, gevolgd door Deroo... maar een Deroo die men zich niet kan voorstellen afzichtelijk bleek, als uitgebloed van nu. Eene akelige stilte heerschte onder alle aanwezigen Buiten de poort gekomen ver liest hij schier het bewustzijn en zou vallen indien men hem niet ondersteunde. Zijn ge laat is doodsbleek, eene tint die men zich moeilijk woergeveu kan en evenmin beschrij ven. De aalmoezenier, de soldaten, de ma gistraten, de dagbladschrijvers, voorbij de welke dit schier ontzielde lichaam gesleept wordt, worden ook bleek van ontsteltenis. Het akelig oogenblik nadert. Buiten bezijden de poort staat de guiljotien. Deroo wordt op de plank geworpen en in den slag den neus tegen den »bril» gepletterd. Een duw aan de plank en zijn hoofd steekt door den ring een geknars van de klink en »Pan». Het lijk wordt achteruit getrokken en in de mand geworpen. Do mandie wij over ééne minuut nog met angstige nieuwsgierigheid bezagen is maar een lijk meer die daar bloedend ligt. Blijtie Toejuichingen stegen op en een luidruchtig geschreeuw en handge klap begroette deze doodMen wist niet indien men wel eene doodstraf of slechts een drama in een théatre bijwoondeHevige bravos werden uitgebracht wijl de beul het mes optrok, het bloed afveegde en een der helpers het bloed der guiljotien wat afnam. Binst dat men het bloedend hoofd van Deroo in eene mand werpt, wordt Vromant buiten gesleept. Het is als.eene vod die men buiten brengt. Hij kan niet gaan. Binst de eerste onthoofding vroeg hij om te vertrek ken, doch men zegde hem dat het maar een oogenblik ging duren. Hij omhelst het kruis en wordt op plank gelegd. In een stuiptrek ken springt hij achteruit en valt in de mand bij Deroo zonder de beul of zijne helpers, maar... hij heeft geen hoofd meer i Vromant leeft niet meer en 't is zijn lichaam dat in eene kramp een sprong achteruit had ge daan en zeifin de mand is komen vallen. De bravos» hernemen,dé menigte is opgehitst door de ijselijke tooneelen die zij vermoeden en roepen luid Ter dood! Leve Deibier! Van uit de poort komteen ander veroordeel de. Het geschreeuw verdubbelt. 't Is Auguste Pollet. Hij gaat niet vasten stap. Zijn gelaat beeft eene wit groene kleur en ziet er akelig woest uit. Doch toen hij de guiljotien op een paar stappen van de poort plotseling oprijzen ziet deinst hij achteruit. Laat mij los riep de ellendeling, doch de beulsknechten grijpen hem vast en wer pen hem op het bebloed hout. Voor de derde maal valt het mes en juichte de menigte luider toe. Drie minuten later verschijnt Abel. Woe ste geschreeuwen begroeten hem. Het volk is niet in te houden. Abel Pollet, dó kapitein der bende, hield er aan tot bet laatste toe dezen titel weerdig te blijven. Met vasten tap nadert hij de guiljotien. Hij wil spre ken, doch het geschreeuw der menigte ver dooft zijne stem. De beulsknechten stooten

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1909 | | pagina 1