NIEUWSBLAD VOOR POPF.RINGHE
EN OMSTREKEN.
Vier hoofden vallen in 10 minuten.
HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
verschijnende den Zaterdag
namiddag.
Hond het Gevang. In de Cellen.
Hunne laatste oogenblikkenDe gebroeders
Pollet willen niet biechten.HUNNE DOOD.
W OENSDAG 13 Januari igog.
5e Jaar.
Bijzondere Uitgave
ANNONCEN
Den drukregel 40 c.
Herhaalde Annocen
mits betaling van 25 c".
Alle Annoncen
vooraf betaalbaar
moeten vóór den
Vrijdag-noen
ingezonden worden.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Bijzondere buiten stad f. 2,50
binnen stad f 2,00
Herbergiers buiten stad f-1,50
binnen stad f-1,00
Voor Frankrijk fr. 4,60
De plakbrieven
die bij mij gedrukt zijn,
zullen onvergeld
in bet blad verschijnen.
Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, IS, Poperinghe.
Alle vier moeten onthoofd worden
Hunne misdaden.
Vóór (lc onthoofding.
Aankomst der guillotien te Betlmne
De beul en zijne helpers.
Brieven en bedreiging.
Namiddags
in
Stad
Vorige
onthoofdingen
zingen.
De vooravond.-
Het gevang en de plaats dei-
onthoofding.
Naar Bethune
Abel POLLET,
De guiljotien werd geplaatst.
Naar de veroordeelden.
Men gaat ze verwittigen.
De ontwaking van Pollet.
Canut VROMANT.
Bij Deroo.
Vromant moedeloos.
Auguste
Pollet
De laatste mis
Buiten.
De Onthoofdingen.
Theophile DEROO.
Deroo ondergaat eerst zijne straf.
Canut Vromant.
Auguste
Pollet.
Abel Pollet.
volgens overeenkomst.
Eerste Taps, Bolüngen
en Herbergkennissen
worden ingelijfd
DE ransBfflGHEimt
Het recht, annoncen of
artikels le weigeren is
voorbehouden.
De bende Pollet boet
hare Misdaden.
Zooals wij het in ons nummer van zondag
laatst hadden doen voorzien, is zaterdag
avond teBethune het langverwachte nieuws
aangekomen dat de vraag tot genade der
vier ter dood veroordeelden der bende Pollet
verworpen was en dat hunne onthoofding
Maandag morgen moest plaats hebben.
Seffens werd eene vergadering gehouden
tusschen de overheden van stad en troepen
om overeen te komen voor de orde handha
ving ged urende deze v i ord ubbele halsrech ting.
Zeker was men sedert lang dat er twee ont
hoofdingen gingen plaats grijpen, maar oor-
deelendedat alle viersamen hunne misdaden
gepleegd hadden, werd door de Voorzitter
der Republiek besloten dat alle vier samen
moesten gestraft worden. Men mocht zich
dus aan eenen overgrooten toeloop van volk
en eene bijzondere opgewundenhcid der me
nigle verwachten en er werd besloten de
strengste maatregelen te nemen en deze te
doen uitvoeren door de gendarmen, de dra
gonders en het voetvolk.
Vooraleer verdere inlichtingen te geven
over de voorbereidingswerken en de ont
hoofding is het misschien niet onnuttig onze
lezers in 't korte de bijzonderste schelmstuk
ken en den gang der beruchte Bende van
Hazebrouck eens te herinneren.
't Was in den winter van 1905, te Vieux-
Berquin, in de kroeg van moeder Fauvart
dat de eerste grondsteen der bende, die wel
dra gansch de streek den schrik ging aan
jagen, gelegd werd.
Aan volk ontbrak het nietiederen dag
kwamen nieuwe leden landloopers, oud
veroordeelden, enz. Abel was hun meester
en allen gehoorzaamden hem blindelings.
Als zij ievers binnenbraken, kenden zij goed
de ligging van het huis; de vrouwspersonen
hunner bende waren er meid en gaven hen
de noodige inlichtingen. Wat later werd
Pollet in kennis met Lapare van Poperinghe
en alzoo werd eene internationale bende ge>
sticht die deze van Baekelandt en Cartouche
te boven ging.
Het was bijzonderlijk bij de ouderlingen
dai de lafaards binnenbraken. Zij mcordden
onmeedoogend alwie hen verraste.
Ziehier de bijzonderste misdaden door hen
gepleegd
18 Januari 1905.Moordpoging en diefte
te Calonne-aan-Leie bij pachter Deron. De
man werd door Abel en Auguste bijna dood
geslagen met een ouden sabel.
17 Oogst 1905. Moord en diefstal te
Locon, De echtgenoot Lenglcmetz overrasl
in zijn bed wordt verwurgdde vrouw
gekwetst.
19 November 1905. Moordpoging en
diefte van 500 fr. te Neuf-Berquin bij de
echtgenoten Pruvost.
29 November 1905. Moordpoging en
diefte bij Degroote te Dadizeele (België).
15 December 1905. Moordpoging en
diefte te Houtkerke bij Jufv. Metsuwe die
zeer erg gekwetst werd.
28 December 1905. Moordpoging te
Pollinchove op de wed. Verlende door Abel.
2 Januari 1906. Dubbele moordpoging
en diefte te Crombeke bij de echtgenoten
Lozie. De vrouw sterft aan hare wonden.
20 Januari 1906. Driedubbele moord
van vader, moeder en dochter Lecocq te
Violaines.
17 Februari 1906. Moordpoging en
diefte te Rumbeke bij de wed. Stragier.
24 Februari 1906. Moordpoging en
diefte bij de echtgenoten Benit te Dottiunies.
2 Maart 1906.— Moordpoging op de echt
genoten Depoix te Tliiennes.
18 April 1906. Moordpoging en diefte
bij Bail lieu te Oostvleteren.
21 April 1906.Moordpoging en diefte bij
de weduwe Delhaye te Rousbrugge.
Aangeklaagd door zijnen schoonbroeder
Auguste Platteel als de moordenaar zijnde
van Violaines, werd Abel Pollet aangehou
den in begin van Mei 1906 en na vele opzoe
kingen van gansch liet gerecht van het
Noorden van Frankrijk en onze streken
waren een veertigtal aanhoudingen in
Frankrijk en België gedaan.
De belgische aangehoudenen werden ge
straft door het Assisenhof van Brugge en de
28 fransche verschenen in Juni laatst voor
het Assisen te St Omer. Abel Pollet, Auguste
Pollet, Theophile Deroo en Canut Vromant
werden ter dood veroordeeld en de anderen
tot mindere straffen.
In 't geheel zijn zij betichtAbel van
3 moorden en 10 moordpogingen met diefte
Auguste van een moord en eene moordpo
ging; Canut Vromant, een moord en Theo
phile Derorq 2 puyirrien en 7 moordpogingen
met dieften.
Men heeft dan nog al de andere inbraken
en dieften die de bende dagelijks deed.
Gedurende al den tijd dat zij in het ge
vang overbrachten waren de gevangenen
overtuigd dat men ze niet ging onthoofdon.
Zij koesterden de hoop naar Guyanna het
overige hunner dagen te gaan slijten. In
geen verband zijnde met den buiten, wisten
zij niet dat de doodstraf door de Kamers be
houden wasonverschillig aan alles zongen
zij gansch gerust en kaartten met hunne
bewakers.
Hunne ontwaking op dezen dag moet hun
een schrikkelijk ontzetting veroorzaakt
hebben.
Is het noodig te zeggen welke opschudding
het nieuws der onthoofding in Bethune te
weeg bracht Voorzeker verwachtte zich er
iedereen aan maar niemand dacht dat alles
zoo rap zou gaan.
De akelige wagen soort van zwaar en
lang vierwielig zwart toe-rijtuig met de
guiljotien erin, die zaterdag avond Parijs
verlaten had, kwam zondag avond om 8 ure
in de statie van Bethune aan. De nieuwsgie
rigen kwamen zoo talrijk op, dat de statie
overste verplicht was den wagen waarop
zij stond in een hangaar te steken.
Met den vroegen morgen had zich zondag
eene groote menigte tot bij de statie van
Bethune begeven, inet de hoop er de beul en
zijne helpers te zien aankomen, 't Was de
exprestrein van 10.50 ure 's morgens die
hem naar hier bracht. De politiekommissaris
der stad was aan de statie om ze te ontvan
gen en samen zetten zij zich te voet op weg
naar het justitie-paleis. De menigte kwam
langsom grooter en eenige schreeuwen van
Leve M. Deibier» en Leve onze verlosser»
werden geuit. M. Deibier en zijne mannen
ziende dat zij bijna niet voort konnen, namen
opeens een rijtuigen reden naar hunne be
stemming. In het justitie-paleis gekomen
drukte de meier van Bethune zijne vrees uit
erge tooneelen te zien gebeuren indien de
onthoofding plaats greep op de Plaats La
inartine gelijk het beslist was.
Deze plaats is gelegen 150 meters van het
gevang zoodat de ter dood veroordeelde zoo
ver gingen moeten te voet gaan. Men vrees
de de woede van het volk en er werd beslo
ten dat de halsrechting juist bij de poort van
tiet gevang ging plaats hebben. Na dit bezoek
vertrok M. Deibier naar bet -Hotel du Nord
waar vijf kamers voor hem en zijne knech
ten voorhouden waren.
lieden zondag, vertelde een bewaker, «n
Abel heeft geheel den nacht gezongen.
Er zijn in de laatste dagen wel 200 brieven
voor Abel Pollet in het gevang toegekomen
van onbekende verzenders. Op een erv ..n
stond
Moed, vriend, 't is morgen dat men u
doodt, maar gij zult gewroken worden
Gansch de bende is niet gevangen
Fen
makke» i
Men denkt dat deze brief het werk is van
een farqpur. Natuurlijk heeft men geen dezer
brieven aan Abel overhandigd.
begint de beweging groot te zijn. Rond het
gevang komen vele wandelaars en in het
justitie-paleis is liet een gedurig in- en uit
gang. Vreemdelingen beginnen met de
treinen in te komen en men verwacht de
mijnwerkers in gansch benden. De herbergen
krijgen toelating gansch den nacht open te
blijven en de gendarmen beginnen de stad
doorwandelen.
Zij-
De vier ellendelingen, wiens uur zoo nabij
is. zijn ver van te denken aan welke akelige
toebereidselen men voor hen bezig is. Hun
vertrouwen is nog geen minste verminderd.
Zij waren nooit zoo we! gezind als
Sedert 1844 hebben er hier geene onthoof
dingen meer plaats gehad deze van den
moordenaar Tantand.
De beul heeft in don namiddag eene wan
deling gedaan per rijtuig en ging om 9 ure
slapen,vragende om ten 2 u. ontwekt te zijn
Gansch den dag sprak men natuurlijk
van niet anders in Bethune. Overal vormden
zich groepjes. Al de vensters der huizen
staande op de plaats Lamartine, waar ieder
een dacht dat dè onthoofding ging plaats
hebben, werden tegen hooge prijzen ver
huurd en zelfs een cinemaiographisch toe
stelhad bij een venster geplaatst geweest om
geheel de scène op te nemen.
Toon men rond 6 ure vernam dat de ont
hoofding bij het gevang ging plaats grijpen
was de teleurstelling van pachters en ver
pachters groot.
Het gevang, dat op de rue d'Aire uitgeeft
is rond de 250 meters lang en de groote
poort komt in 't midden. Voor het gevang
staat geen een huis 't zijn hoven toebehoo-
rende aan hoveniers of menschen van stad
en langs wederkanten van het gevang komt
eene straat. Het was dus met alle'gemak
dat de 600 dragonders, gendarmen te peerde
en te voet en andere voetgangers deze twee
straten gingen afsluiten en niemand voor
het gevang laten. Het was voor meest al de
nieuwsgierigen onmogelijk iets, zelfs de
guiljotien, te zien, aangezien men op 150
tot 200 meters langs eiken kant ervan stond
Den Zondag namiddag was te Poperinghe
een telegram aangekomen meldend dat de
onthoofding ging plaats hebben. Met eenige
kennissen om 6 Va ure 's avonds vertrokken
stapten wij om 10 ure te Bethune afnogal
veel vreemdelingen waren met dien trein
mede. De stad Bethune zeifis op een kwart
uurs van de statie en het gevang ligt juist
buiten stad al d'andere kant. In stad was ei
nog geene buitengewone beweging, doch al
de herbergen waren open en bezet. Men
sprak over de nakende halsrechting met vol
doening en als over iels dat de streak van
eenen grooten schrik moest verlossen. Voor
het gevang was er meer beweging. Vele
nieuwsgierigen wandelden er gedurig heen
en weder in de hoop zoo naar mogelijk van
het gevang te blijven. Voor een venster
langs het gevang en van waar men bijna
niets zag, vroeg de herbergierster 120 fr.
In een hof rechtover de poort van het ge
vang en plaats waar de guiljotien ging op
gericht worden, was men bezig op eenige
ijdele tonnen eene stelling te zetten. Men
kon er een plaatsje op krijgen om er geheel
den nacht recht te staan voor 20 fr. op het
laagste verhoog30 fr. op het middenste en
40 fr. op het hoogste.
De menigte intusschen groeide gedurig
aan. De troepen waren verwittigd om ten
12 ure de straten te komen afzetten, zoodat
wij, die op de stelling van hot gevang plaats
genomen hadden, verplicht waren daar van
12 ure te blijven, wilden wij niet verrast zijn
door de soldaten en belet worden op onze
plaatsen terug te keeren. De nacht was maar
slecht het waaide en van tijd tot tijd kwam
een regenbui ons ververschen.
hoofd der Bende.
-topp
gevang zijn sedert
gasten die
Het is 2 1/2 ure toen de twee eerste dra
gonders het gevang voorbijtrekken, dit doet
ons hopen weldra verandering te zien. On
3 ure hoort men poerden en soldaten afko
men. Het begon tijd te worden. De rue d'Aire
is dik bezet en uit de menigte stegen nu en
dan luide kreten op van Ter dood», "Moor
denaar! Dit word geroepen met het gedacht
de nog slapende ter dood veroordeelde te
ontwaken en hun te laten hooren dat het
hun laatste was. Met moeite duwden de
peerden der soldaten de menigte achteruit
Niemand mag blijven. Allen moeten weg.
Eene rij voetgangers komt yoor ons staan
en voor een anderen hof waar ook iffeuws-
gierigen zijn. De hovenier die de stelling op-
geslegen heeft, heeft qpgeveer 80 personen
hinn -ngelaten en zegPons 1700 fr. ontvan
gen hebben.
De boomen rofid het
twee, drie uren dik bezet van
gaarne koude en regen overmeesteren om
dat zij zeker zijn van daar alles na te kunnen
zien, maar toen de soldaten hen ontwaarden
was hunne vreugde rap weg, en zij ook.
Om 3 1/2 ure komt het rijtuig met het
schavot en M. Deibier en zijne helpers. Deze
trekken hunne werkkleederen aan en begin
seffens bij 't licht van een lanteern hun ake
lig tuig plaatsen. Het is omtrent 4 ure. M.
Deibier geeft zelf alle orders en ziet het
werk na. Zijne orders zijn kort en zijne stem
heeft iets angstigs, dat wel overeenkomt
met het treurig werk.
Eerst wordt de plato-form gesteld. Deze
moet waterpas zijn en op den modderigen
en oneffen grond vraagt-dat nog eenig werk.
De twee staander sworden dan gehaald en
recht gezet.'t zijn lijk twee armen, wan
hopig uiigestrekt. Het hoofd wordt er opge
zet en houdt de staanders onbeweeglijk 40
centimeters van elkaar verwijderd. I)an
komt de bril, waarvan het onderste deel
vastgemaakt wordt en het bovenste op en
neer kan schuiven. De wipplank, op een
soort van wagentje rustend wordt dan aan
gezet. 't Is op deze plank dat de vier mannen
zullen neergelegd worden Nu komt het
mes. M. Deibier onderzoekt het en ziet
nauwkeurig of het wel geplaatst en aange
daan iseen klomp lood van 30 kilos is eraan
vastgemarkt en het heeft een driehoekigen
vorm. Op eens hoort men tikkend gerucht en
in den maaneschijn ziet men het mes op en
dan opnieuw beneden vallen... M. Deibier
onderzoekt of alles goed werkt!... Welke
akelige herhaling.
Eene mand met zink bezet wordt voor den
bril gezet't is daar dat de hoofden van
Abel en zijne medeplichtigen malkaar zullen
terug vinden. Een andere groote mand
wordt nevens de wipplank geplaatst om de
lijken te ontvangen. Dit alles had eene
groote uur geduurd. De guiljotien is gereed
om haar werk van rechtveerdigheid te ver
richten. Zij staat links, gansch tegen de
deur van hef gevang. Van in het gevang
kan men ze niet zien.
Al do officiële heeren toegekomen zijnde,
wordt ér om 6 ure besloten de veroordeelden
te gaan verwittigen. Een twintigtal perso
nen treden het gevang binnen en doorloopen
de gangen, geleid door den bewaker. Zie
hier de eerste cel't is deze van Aebl.
Al dat rumoer, het peerdengetrappel, de
stap der troepen, het oprichten van hel
schavot zelf, hoe stil ook gedaan, was door
Abel Pollet, den kapitein der bende gehoord
Rond 3 ure ontwaakte Abel Pollet plotse
ling. Hij rmp zijne hewakers, met wie hij
zondag nog met de kaart gespeeld had, en
vroeg hun wat al dat lawijd daar buiten be-
teekende. Daar hij slechts een ontwijkend
antwoord ontving, verklaarde hij op koelen
toon dat hij begrepen had
Ook, toen de prokureur dor Republiek
hem, rond 6 ure, kwam aankondigen dat
het oogeoblik gekomen was om zijne schuld
aan de samenleving te betalen, antwoordde
de veroordeelde alleenlijk't Is goed.
Dat zal de uitboeting mijner misdaden zijn.
Ik zal moed hebben
Hij leverde zich zonder weerstand te bie-
den aan den beul over, die hem den hemds
kraag uitsneed, en armen en voeten vast
bond, rookte eenige sigaretten, vroeg pen en
inkt en schreef met vaste hand het volgende
briefje
Ik vraag vergiffenis aan mijne vrouw en
aan mijne kinderen. Ik bedank mijne bewa
kers voor de goedheid die zij voor mij gehad
hebben. Doch op het oogenblik dat hij
zijnen naam onder deze eenige regels schreef,
beefde zijfie hand. Eene plotselinge bezwij
ming maakte zich van hem meester, doch het
duurde niet lang of hij kreeg zijne woeste
krachtdadigheid terug.
Wanneer de aalmoezenier in zijne cel
kwam om hem aan te manen zich te berei
den 'om voor God te verschijnen, schok
schouderde Abel Pollet en antwoordde
onbeschaamd Indien er een God is, zal
Tij hvrcf'^v<'r(i'(-"llgW Trf» - imk'rnrefekt*t(M
zien om hem de hand te drukken en hem
zijne vrouw aan te bevelen, voor wie hij de
voorwaardelijke invrijheidstelling wenschte
te vragen. Abel Pollet wenschte ook zijn
broeder Auguste te omhelzen, doch deze
gunst werd hem geweigerd.
Toen M. Mooier bij Deroo kwam sliep
deze nog. De bewaker klopt hem op de
schouder. Hij ontwaakt en ziet verwonderd
rond naar al die heeren. De griffier leest
hem voor dat hij geene genade heeft ver
kregen. Hij verstaat niet goed en zegt
wat is er Men moet hem zeggen dat hij
zal sterven en zich moet gereed maken. Hij
verbleekt geweldig en men moet hem helpen
kleeden. Men brengt rhum en bij drinkt er
verscheidene glazen. Hij beeft en is geheel
verslegen.
Hetzelfde heeft plaats bij Vromant die
hard sliep. »Gij moogt mij dooden, zegt hij,
maar geef mij een grooten druppel Het
gevraagde wordt hem gegeven en dan
vraagt hij een sigaar dien hij aansteekt doch
wijl men hem het hemd uitsneed laat hij
zijn sigaar vallen en wil niet meer rooken.
Zijn gezicht trekt ineen en wordt bleek. Hij
beeft over gansch het lichaam en vraagt, een
priester. De E. II. Gailtot hoort zijne biecht
en ook deze van Deroo.
nauwelijks ontwaakt, begint te vloeken en
te tieren en broeder van alles te beschuldi
gen. Ik heb dat niet verdiend, zegt hij, ik
ben te veel gestraft Hij ook weigerde te
biechten.
werd gelezen voor Deroo en Vromant door
den E. II. Marquant, en duurde 18 minuten.
Na de mis ontvingen Deroo en Vromant de
Fl. Communie en zegden aan den priester
dat zij met moed gingen sterven.
Buiten was er in al dien tijd geene ver
andering, De guiljotien stond altijd haar
prooi al' te wachten. De fransche dagblad
schrijvers die ten ingangkaart verkregen
hadden, werden, ondanks deze, door de gen
darmen achteruil geduwd niettegenstaande
zij zich er hevig tegen verzetteden. Buiten
voor eenige magistraten en eenige dagblad
schrijvers, was het voor iedereen onmogelijk
het onderste te zien. Rond tiet schavot stond
een reek voetgangers, erna een reek gen
darmen te peerd, er achter een reek dragon
ders te peerd en dan nog een reek voetgan
gers. Eenige dagbladschrijvers waren op de
boomen gekropen en konnen van daar alles
wel zien afloopen. De menigte weid mei
op afstand gehouden. De mijnwerkers,
trachtten de rangen te breken en sloegen op
de muil der peerdon, doch alles was te
vergeefs: Niemand mocht noch kon door.
I)e onthoofdingen waren aangekondigd
voor 7,53 ure (met, zonnenopgang). Eerst
moest Deroo onthoofd worden, dan Vromant
dan Auguste Pollet en Abel Pollet had ge
vraagd om de laatste te blijven. De dag be
gint aan te breken en wij zien nu goiipel
duidelijk den oppersten helft der guiljotien.
Opeens rond 7,15 ure gaat de zware deur'
van het gevang open. Men denkt niet dat
het reeds een veroordeelde is. M. Deibier
komt builen en beziet zijn machien. Onmo
gelijk onze blikken van deur, die weer toe
is, af te keeren. Wat zal er buiten komen
De poort gaat open en een man in uniform
komt buiten, gevolgd door Deroo... maar
een Deroo die men zich niet kan voorstellen
afzichtelijk bleek, als uitgebloed van nu.
Eene akelige stilte heerschte onder alle
aanwezigen Buiten de poort gekomen ver
liest hij schier het bewustzijn en zou vallen
indien men hem niet ondersteunde. Zijn ge
laat is doodsbleek, eene tint die men zich
moeilijk woergeveu kan en evenmin beschrij
ven. De aalmoezenier, de soldaten, de ma
gistraten, de dagbladschrijvers, voorbij de
welke dit schier ontzielde lichaam gesleept
wordt, worden ook bleek van ontsteltenis.
Het akelig oogenblik nadert. Buiten bezijden
de poort staat de guiljotien. Deroo wordt op
de plank geworpen en in den slag den neus
tegen den »bril» gepletterd. Een duw aan
de plank en zijn hoofd steekt door den ring
een geknars van de klink en »Pan». Het
lijk wordt achteruit getrokken en in de
mand geworpen. Do mandie wij over ééne
minuut nog met angstige nieuwsgierigheid
bezagen is maar een lijk meer die daar
bloedend ligt. Blijtie Toejuichingen stegen op
en een luidruchtig geschreeuw en handge
klap begroette deze doodMen wist niet
indien men wel eene doodstraf of slechts een
drama in een théatre bijwoondeHevige
bravos werden uitgebracht wijl de beul het
mes optrok, het bloed afveegde en een der
helpers het bloed der guiljotien wat afnam.
Binst dat men het bloedend hoofd van
Deroo in eene mand werpt, wordt Vromant
buiten gesleept. Het is als.eene vod die men
buiten brengt. Hij kan niet gaan. Binst de
eerste onthoofding vroeg hij om te vertrek
ken, doch men zegde hem dat het maar een
oogenblik ging duren. Hij omhelst het kruis
en wordt op plank gelegd. In een stuiptrek
ken springt hij achteruit en valt in de mand
bij Deroo zonder de beul of zijne helpers,
maar... hij heeft geen hoofd meer i Vromant
leeft niet meer en 't is zijn lichaam dat in
eene kramp een sprong achteruit had ge
daan en zeifin de mand is komen vallen. De
bravos» hernemen,dé menigte is opgehitst
door de ijselijke tooneelen die zij vermoeden
en roepen luid Ter dood! Leve Deibier!
Van uit de poort komteen ander veroordeel
de. Het geschreeuw verdubbelt.
't Is Auguste Pollet. Hij gaat niet vasten
stap. Zijn gelaat beeft eene wit groene kleur
en ziet er akelig woest uit. Doch toen hij de
guiljotien op een paar stappen van de poort
plotseling oprijzen ziet deinst hij achteruit.
Laat mij los riep de ellendeling, doch
de beulsknechten grijpen hem vast en wer
pen hem op het bebloed hout. Voor de derde
maal valt het mes en juichte de menigte
luider toe.
Drie minuten later verschijnt Abel. Woe
ste geschreeuwen begroeten hem. Het volk
is niet in te houden. Abel Pollet, dó kapitein
der bende, hield er aan tot bet laatste toe
dezen titel weerdig te blijven. Met vasten
tap nadert hij de guiljotien. Hij wil spre
ken, doch het geschreeuw der menigte ver
dooft zijne stem. De beulsknechten stooten