NIEUWSBLAD VOOR verschijnende POPtRINGHE EK OMSTREKEN den Zaterdag namiddag. HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCEN BLAD Koopt uwe MEUBELS, Stoeien, Kindervoituren,Stoors, Gordijnen, Tapijten, In den Bazar, hij Sansen-Uecorte, Poperinghe Hoppepersen&Kepers Een Schot in den Rug Zondag April igii. 5 Centiemen. 7^ Jaar. Nv ig ANNONCEN Den drukregel 10 c. Hei riaaSde Annoncen Eerste Taps, Ballingen en lierbergkennissen mits betaling van 25 c". INSCHRIJVINGSPRIJS Buiten grondgebied van Poperinghe Op grondgebied van Poperinghe Buitenland 4,60 fr Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. Wekelijksche Almanak.April. Zon op. Zon ond. Notaris lïïülE BUTAYE, Beslissende Toewijzing Woensdag lik April 1911, Stad POPERINGHE, Gemeente BIXSCHOTE, Gaston PEEL te Rousbrugge Haringlie en Joseph BAY ART te Becelaere. Dinsdag 11 April 1911,overslag, Notaris VANDE LAN0ITTE, O pe li ba re Ve r koo p i n ge n .teVLAIVIERTSNGHE, bij de statie, op Donderdag 13 April 1911 II. te POPERINGHE, bij 't kerkhof, op Vrijdag 14 April 1911, Notaris Haghebaert, Maandag 17 191 August VANMASSENHOVE. K O O P O A G den Dinsdag i8 April 1911, te WESTVLETEREN, Dorpplaats, Paaschtijd, biechttijd April te PROVEN, gehucht Molenwal, Openbare Verkooping van Gelukkig zijn. De voorgestelde schoolwet iie:\aias si dezeine. §»SSü /nlgeus ov'-rueukomst.. worden ingelijfd Alle Annoncen vooraf betaalbaar moeten vóór den V RIJDAG-VOKN ingezonden worden. Het. recht, annoncen o/ artikels te weigeren is voorbehouden. 2,50 Fr. VOOR IEDEREEN. De Herbergiers hebben recht aan Kostelooze inlassching van twee Herbergfeesten. Bijzondere buiten stad 2,50 binnen stad 2,00 Herbergiers buiten stad 1,60 binnen stad 1,00 De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen ééns onvergeld in het blad verschijnen. ïS'ssKSHissra&a i' I rmrinTTOTiiTfflriririwirrf»Ti¥iirin«iam^ ui Hiïi Zondag 9 Palmzondag.—H. Waldetrudis, Hugo. 5 u. 4 m. 6 u 26 m Maandag 10 H. Macharius. 5 2 6 28 Dinsdag 11 H. Leo de Groote, Godeberta. H. Julius, G. Angelus. 5 O 6 29 Woensdag 12 4 58 6 31 Donderdag 13 Wit ie- Donderdag.— H. Hermenegildus, G. Ida. 4 56 6 32 Vrijdag 14 Goede- Vrijdag.—Yd. Justiuus, Tiburtius. 4 54 6 34 Zaterdag 15 H. Veronica. 4 51 6 36 Eerste Kwartier. Volle Maan. Laatste Kwartier. Nieuwe Maan. Donderdag 6 April, ten 5 ure 55 minuten 's morgens. Donderdag 13 April, ten 2 ure 37 minuten s' namiddags. Vrijdag 21 April, ten 6 ure 36 minuten 's avonds. Vrijdag 28 April, ten 10 ure 25 minuten 's avonds. STUDIE VAN DEN De Haernestraat, 4, t'YPER. Door sterfgeval en om uit gemeenzaamheid te scheiden. om 3 uren slipt namiddag ter gehoorzaal van het Vredegerechtten Paleize ran Justicie, t' Yper, van KOOP 1Een Hofstedeken, waarvan d gebouwen aan deo gebruiker zijn loebehoo- rende, ter grootte van 2 h. 75 a. 80 c. onder grond van gebouwen, hof, boomgaard, nieersch en zaailanden. KOOP 2. Eene partij Zaailand, groot 56 a. 80 o. Masse der koopen 1 2 ingesteld 1 1500 irs. KOOP 3. 43 a. 60 o. Zaailand. ingesteld 1500 frs. Gebruik.Den grond der gebouwen lot den 1 October 1940. aan 10 franken en het ove rige tot den 1 October 1919 aan 480 franken, al bij jare en boven de lasten, door sieur Henri Bocket-Deprez. KOOP 4. Een Hofstedeken, waarvan de gebouwen aan den pachter zijn behoorende, eener inhoudsgrootte onder grond van ge bouwen, boomgaarden, weiden en zaailan den, van 2 li. 04 a 60 c. Verpacht aan sieur Henri Cappelaere, tot den 1 October 1916, mits 285 franken per jare boven de contributiën. Ingesteld 7600 frs. Langs de Langemarckslraatniet verre der Plaats. KOOPEN 5, 6 en 7. Eene partij Zaai land, zeer wel gelegen voor bouwgrond, groot 72 a. 30 c. Gebruikt door sieur Henri Vanaeker- Verstraete, aan 60 franks en sieur Alphonse Terriere, aan 65 franks, al bij jare, boven de lasten, zonder pacht. In masse ingesteld 5000 frs. KOOPEN 8, 9, 10 en 11. 1 h. 29 a. 85 c. Zaailand, opperbest geschikt voor bouwgrond. Verpacht aan vrouw Wede Prosper Beeuw- saert-Coene, met pachtrecht lot den 1 Octo ber 1919, aan 260 franken 's jaars, boven de contributiën. In masse ingesteld 8200 frs. Met tusschenkomst ran den Notaris llmita Van Cailiic te Brugge. Ziet de plakbrieven met plan. Studiën van de Notarissen om 2 ure stipt namiddag ter herberg La Ville de Dunkerque - bij René Vanoverijerghe, ter dorpplaats van Rousbrugge, van «WBgaiMIMH llllllll.ll IIMIIIMBB Gemeente ROUSBRUGGE-HARINGHE langs den keiweg van Watou naar Proven Koop I. Eene partie Zaailand, sectie C. nummer 627, groot 96 aren. Ingesteld 4700 fr. Koop If. Eene partie Zaailand, sectie C, nummers 520a, 521a, 522a en 523a, groot 2 Hectaren 35 aren 60 centiaren. Verdeeld in 4 loten. Ingesteld 8500 fr. Boomprijs280 franken.. Deze goederen zijn in pachte gehouden door vrouw wed. Desaegher-KesiejjÉan en Einders te Watou, tot 'ln October 1917 mits 350 fr. 's jaars boven de lasten. STUDIE VAN DEN TE VLAM ER TINO IIE. yan aan de herberg De Koevoet zijnde Witten Donderdag om 2 ure en half zeer stipt. aan de herberg Het Doolhof-, zijnde Goeden Vrijdag, om 2 ure juist Deze laatste verkooping door 't ambt van den Notaris iiacijcsnert te Poperinghe. STUDIE VAN DEN TE PRO VEN. KANTOOR VAN Griffier te Veurne. Uit oorzaak van faling. om 2 1)2 uur namiddag ten huize van Charles Deceuninck, gefaalde koopman, van Omstreeks 50 balen Guano, 1000 kilos «rove Kolen, 4000 kilos fijne Kolen, Stoot- kar, Bascuul, Manden, 13 Hennen, enz. Mei gereed geld en 10 verhoog. der zwijnen eten, en die toch niet durven opstaan en tot hunnen Vader gaan om te zeggen 11k heb gezondigd tegen deu hemel en t egen U Maar velen ook zullen luisteren naar de siem van boven, en met, ons het blijde Paaschfeest vieren aan de Koninklijke Tafel van liet Lam. Paschen zal vreugde luiden in hun hart, en in het diepste van hun gemoed zal het klinken Christus is in mij verrezen en sterft niet meer F. Tweeden Paaschdag, om 12 1 2 ure slipt 's middags ten verzoeke van M. Pamphile Camerlynck, al de materialen voortkomende der af- brake van zijnen tiwoi'nu iiiiiiuolrii. Zooals 2 pestels, 4 molenroeden, as met ijzeren kop, molenstaak, allerhande wielen, balken, planken, ketens, koorden, reepen, zeilen, persen, brandhout, en menigvuldige andere voorwerpen te lang om te melden. Al zeer dienstig voor molenaars, tim merlieden en wagenwakers, en weg te halen binnen de 8 dagen na de verkooping Betaling en borgstelling ter herberg DEN DOORN bij Sr August Cappoen. Op gewone voorwaarden en 3 maanden tijd van betaling voor de koopen boven de 20 fr.s mits voldoende en welbekende borg. Pal men zondag!... Paaschtijd begint Door de aders der natuur vloeit niewv leven Boometi en kruiden zwellen van het jonge sap. Alom herleving, alom vernieuwing Ook het bloed des menschen is vernieuwd; krachtiger, onstuimiger bruist het door zijn lichaam. Haast luidt de klok der verrijzenis die zegepraalt ovtr de dood. Maar eerst nog de zware Ireurklokkei) der Kerk over het lijden en de dood van den Verlosser. Het oude moet gedood, eer het nieuwe kan verrijzen. Door boet en tranen leidt d< Kerk ons tot de vreugde der herleving. Voor menigen Christen ook is het tijd do; ouden monsch, den mensch der zonde, te dooden, eer de ziel kan juichen in het nieuwe leven der genade. Het vleesch met zijne -driften moet over wonnen, moet geslacht worden op dgn outaar van het kruis. De banden der zonden moeten verbroken de ziel moet herademen in volle vriibekl terwijl zij Jesus, den Vrij maker, omariac. Want, naast Christus, wat zijt gij allen, valsche profeten der wereld, met uwe hol klinkende orakelen, die het herte ledig laten? Wat zjt gij, schrijveiaars der zinne lijkheid, gij die wroetelt in de driften welk; den geest verstompen en het lichaam aftob ben; gij, opzweepers van den hoogmoed welke neervalt, in het slijk; gij, apostelen der valsche vrijheid, welke den wil vast schroeft aan eerlooze schepsels gij, vergo ders van uzelven, die kruipt in het stof Wat zijt gij, als Jesus opdaagt, die al uw ellendig genot met de voeten getreden en het vleesch met zijne begeerlijkheden aan het kruis genageld heeft? Hij die alleen heeft mogen zeggen Ik heb de wereld overwon nen - en die op zijn lichtspoor ons naai de reine sferen eener hoogere zaligheid mee voert En daarom snakt de ziel naar Jesus daarom werpt de geknakte zondaar zich vóór zijne voeten neder, om sterker op te staan, met walging voor het schuldig verle den, maar met hoop en kracht voor de toe komst. Daarom belijdt de Christen zijne zonden Eilaas! niet allen Er zijn er in wie de geest van het ongeloof het streven naar iets hoogers heeft gedood Zij azen op de stof, op het vleesch, om er het geluk uit te zuigen, dat maar niet komen wil. Er zijn er die nog gelooven, maar die den moed niet hebben om hunne banden te bre ken. Zij ook, zij biechten niet. Hoogmoed of lafheid verwijderen van den biechtstoel. Zoovelen zouden willen hunne ziel gaan .ifwasschen in het bad der genade, maar het menschelijk opzicht weerhoudt hen. Zoovelen zijn er die hongersnood in hunne ziolen voelen branden, of die het voedsel Beste Lezeres of Lezer, wilt gij gelukkig zijn Ja, niet waar Wel, 't hangt van u af. Wij willen dat allen en, geloof mij vrij, lieei dikwijls zoeken wij 't geluk, daar waar 't slechts gedeeltelijk te vinden is. Zal ik u den weg aanwijzen waar 't vol maakt geluk te vinden is? Neen, zoo niet. - Het ware geluk vindt men niet op deze wereld. Inderdaad, dat is hier fijévers rneer te vinden sedert onze eerste ouders, door hunne ongehoorzaam heid, uit het Aardscli Paradijs gedreven werden. Ontstellen wij ons daarvoor niet tegen hen, want ongetwijfeld zouden wij het ook geweest zijn. Ons geloof zegt dat God alleen ons het geluk kan geven Dat ondervinden wij dage lijks vandaag zoetmorgen zuur Een betrekkelijk geluk kunnen wij genie ten. 't Kan grooter of kleiner wezen, naar mate onze levensvoorwaarden goed of minder zijn. Ik bedoel niet dat men Om gelukkig te zijn moet rijk en machtig wezen. Geenszins maar met geld koopt men toch koeken. Een gezond lichaam kan reeds veel geluk bij brengen. Dat hoeft geen uitleg. Wij moeten dus goed voor onze mensche- lijke mach ion zorgen genoeg, maar niet te veel smullen Niet te veel opgieten Ook niet te veel roeken of andere onmatigheden plegen Opi gelukkig te zijn, mag men niet teveel tiegeeren. Wijjnoqten zien of het eenigszins bereikbaar ris en' dan mogen wij er" onze zinnen op zetten. Verbeteren is altijd loffelijk en aangenaam, maar 't moet kunnen gaan Eerst goed bedenken en dan begeeren Ik versta niet door tegenheden, de onge makken die wij ons op den hals halen door onze eigene fouten, ons slecht karakter, of onze ondeugden Neen, die kunnen wij vermijden, als wij maar willen. Help anderen, niet om dankbaarheid te erwerven, want dit laat dikwijls te wen- schen, maar om u zeiven genoegen aan te doen. Bemoei u niet met een anders zaken gij zult er bij winnen, dat is zeker. Als 't gene gij doet wel is, 't is nog maar zooals 't zijn moet. Van afgunst verlos ons Heer... want dat bewijst gemis aan karakter. Gewoonlijk zijn dat luie, domme menschen, die liefst zonder moeite, pap in den mond krijgen. Een goed afgewroeht mensch kent dat niet. Hij strijdt, hij wil en zal er komen door eigen werk. Het lukken van anderen prikkelt en zet hem aan nog meer te zwoe gen. De afgunstigaard kent geene gerustheid De ondeugd teekent haar op zijn wezen af, en laf vervolgt hij zijne slachtoffers onder dekmantels. Laat u bij de neus niet leiden van preten- iieuse onopgedane persoontjes, die domheid en valschheid voor heel hun leven in pacht hebben. Spreekt men kwaad van iemand, veront schuldigt de afwezigen 't zal uw karakter verbeteren en u zal lof wedervaren. Oordeel uwe tegenstrevers volgens hun verstand. Men kan immers geen wijn tappen uit een azijnvat. Vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen Mochten zij het verdienen, haalt hen nooit over den hekel dat bewijst kleingeestigheid, en verraadt afgunst Wees vrij en vrank in uw handelen en spreken. Heb steeds een woord't Zal u veel onaangenaamheden doen vermijden. Ontwijk zooveel mogelijk de redetwisten zij ontwik kelen den geest van opspraak, maar ver schaffen voor veel menschen weinig genoe gen. Door werk en vlijt tracht dat gij te benij den zijtimmers zoolang men benijders heeft, telt men ook vrienden. Bekommer u niet, om 't geene men van u zegt, maar maakt gelukkig met wie gij leven moet, en u zal ook geluk weêr varen. Onmogelijk immers, voor iedereen wel te zijn. Mij dunkt, wij mogen van geluk spreken als men ons het leven laat, wij, die toch bitter weinig voor onzen evenmensch doeD kunnen. Hebben de Joden den Godmensch, die zooveel voor 't menschdom deed, niet met doornen gekroond en aan een kruis gehangen Wezen wij dus maar goed van ons geluk bewust, en trachten wij steeds van ons zeiven tevreden te zijn. Onze levensloop lijkt 't doortrekken eener moerassige streek. Nooit zeer goed, en veel heel slechte plaatsen. Dus, ens handelen steeds met verstand bedenken. De lastige plaatsen met moed en bedacht zaamheid doorwaden, versterkt 't karakter, verstaalt den wil. Aan de tegenkomsten, zegde eertijds Napoleon Bonaparte, ben ik mijnen vooruit gang verschuldigd zij hebben mij wakker gehouden, en mij gevrijwaard tegen die lam lendige slaperige gerustheid, het menschdom eigen. Op de moeilijke tijden van den Strijd voor 't leven zult gij uwe ware, oprechte vrienden leeren kennen. Dat zal u steeds van groot nut wezen. Beste Lezeres of Lezer, verontschuldj mijne langdradigheid, toch denk ik eene nog al goede opvatting van 't leven te bezit ten. Als zij u aangenaam is, wil ik er graag zoo eene wenschen. De grond van 't menschelijk karakter moet zijn en blijven Weldoen en niet vreezen - want Die doet Wat hij moet. Vindt het leven steeds zoet. mier Botave. li. De nieuwe wet beoogt het regelmatiger en langduriger bijwonen der school. Zaterdag toonden we hoe redelijk het is dat elke school ondersteund of betaald wor de yolggns de diensten welke zij bewijst, dat is volgens het getal kinderen, aan dewelke zij hut onderwijs verschaftalsook hoe zij al de ouders volle vrijheid wil schenken in den keus der schooiarmen en rijken staan op denzelfden voet. Kopstukken der tegenpartij, zooals M. Lo rand, hebben vroeger zelve bekend dat men zulk een stelsel als het beste moest aanzien Laat ons nu onderzoeken wat de nieuwe wet voorstelt om de kinderen regelmatiger en langer naar school te doen gaan. Weinig kinderen zijn er die de school geheel en gansch verzuimen, veel min zelfs dan in Frankrijk, waardeleerplicht seder lange jaren ingevoerd is. Doch men klaagt, zoo wat overal, dat de kinderen, de arme vooral, onregelmatig de school bijwonen, en ook dat velen de school te vroeg verlaten, en dat zij zoo de noodige geleerdheid niet bekomen. Wat kon daarmeê aangevangen worden De ouders aan de boete leggen of met het gevang bedreigen dat past niet op onze zeden, en zou zulken groeten tegenstand verwekken, dat gelijk welk Landbestier, dat dien maatregel zou opleggen, zijn eigen val zou bewerken. Min harde middelen dienden dus gezocht. En wat stelt men voor? Aan alle ouders een school bon te geven, waarmede zij het schoolgeld hunner kinders zouden betalen, zoodat zij geene schoolon- kosten zouden te dragen hebben. Degenen die den schoolbon herhaaldelijk weigeren en ook zeker degenen die er geen of maar weinig gebruik zouden van maken zou men vóór den vrederechter mogen dagen, om uitleg te vragen over hunne nalatigheid, en, als zij voortdurend van slechten wil zijn en hunne plichten niet beter volbrengen, zou men hunne namen openbaar mogen aanplakken. Zullen die zedelijke middelen helpen en afdoende zijn Helpen zullen zij; maar men zal altijd menschen vinden die daar niet achter loopen. Weet ge noch hoe het ging eer men ver plicht was te gaan stemmen? Zeer vele kiezers bleven thuis of in de her berg zitten, en loecheu met degenen die zich de moeite gaven ter stembus te gaan Sedert dat stemplicht bestaat, gaan de onverschiiligsten zelve hun briefje in de bus steken. Menschen waar er nog een weinig eerge- gevoel inzit, worden niet geerne aanzien als nalatigen en plichtverzuimSi's. Ook zullen vele ouders, die nu voor het onderwijs hunner kinderen niet zorgen, de zen regelmatiger en langer laten ter schole gaan. En tot welken ouderdom zullen de kinders de school moeten bijwonen? Tot den ouderdom van 14 jaar, indien ze niet vroeger genoegzaam onderwezen zijn. Te dien einde zal het, volgens het wets ontwerp, te beginnen van 1 October 1914, verboden zijn, de kinderen te verhuren, die hun veertiende jaar niet bereikt hebben. Alzoo zal men niet meer erop uit zijn, ge lijk nu, om de kinderen te doen geld winnen, ware het maar eenige centiemen daags, ten grooten nadeeie van hunne geleerdheid en van hunne opvoeding. Doch de twee laatste jaren, te weten van tot 14 jaar, zullen de kinders, benevens de gewone leervakken, ook de kennissen op doen, die noodig zijn om, bij het verlaten der school, een ambacht of werk aan te gaan, dat past op de plaats waar ze woonachtig zijn. Zoo zal men, in de buitengemeenten, meer landbouwonderricht geven, en in ge meente!! waar handel en nijverheid bestaan, meer onderricht over die vakken, en, op vele plaatsen, de noodige begrippen over allerlei ambachten. Men zal zelfs de ambach ten beginnen aan leeren. In de meisjesscholen zullen de Kinderen van gezondheidsleer en huishoudkunde beter leeren verstaan zij zullen ook beter leeren naaien en ander handwerk verrichtenzij zullen daarbij leeren koken en eten bereiden, alsmede leeren wasschen en strijken. Dat zal nog een der beste middelen zijn om de ouders op te wekken hunne kinders regelmatig en langer naar school te laten gaan. Wat nog tot dat doel zal meèhelpenis dat de kinderen die vroeger, te weten als ze hun dertiende jaar bereikt hebben, met goeden uitslag een examen onderstaan, van dan af zullen mogen uit school blijven. Immers, indien zij er belang in hebben, zullen de ou ders trachten dagelijks hunne kinders naar school te zenden, opdat ze te vroeger zouden gedaan hebben. En 't zij tusschen haakjes gezeid de onderwijzers zullen daardoor ook opgewekt worden, om den naam te hebben dat zij hunne kindereu in dien tijd kannen volledig onderwijzen. Is dat alles niet wel en deugdelijk ui;ge dacht En moet iedereen, die voorden voor- n? uitgang is, zulk voorstel niet goedkeuren 45 Mengelwerk van -DE PQPERINGHENAAR oorspronkelijk verhaal door II. Een brief uit den kerker Nadat Margaretha en hare dochter Judith nog eene wijl bij den jongeling hadden ver toefd, waren zij heengegaan, zeer ingeto gen, doch niet zonder hem nogmaals drin gend te hebben aangemaand ten harent een bezoek te brengen om met zijne twee andere nichten, Lucia en Roza kennis te maken en ook om de reis naar Marseille te regelen, waar zij twee dagen later schikten heen te reizen. De beide bezoeksters waren heengegaan nadat Margaretha haren weergevonden neef teeder doch eenigszins schuw, had omhelsd en de goede Judith hem gevoelvol beide handen had gedrukt, murmelend Welaan, Joris, kom maar aanstonds opdat uwe nicht Lucia u in eigen persoon be danken kunne En terwijl de verraste jonge man daar on beweeglijk stond, waren de beide vrouwen heengereden in de koets, die haar had ge bracht. Joris was teruggekeerd in de kleine zaal die met eene aanpalende slaapkamer, zijn tijdelijk verblijf uitmaakte, en zich op oenen stoel latende nedervallen, murmelde hij God hoe wonder schikt Gij 's men schen lot Waarom toch, dacht hij, heeft mijn va der ooit zoo weinig over zijnen eigenen broe der gesproken, die Guido heette, en waar door kwam het, dat slechts die naam op zijne lippen verscheen, wen hij in ijlkoorts zulke zonderlinge en vreemde woorden hadi geuit De ingetogen jongeling herdacht alles wat geschied was en met zijnen vader voor gevallen. en in zijn hert daalde eene ter gende gedachte, een martelend gevoelen. Terwijl Joris Van Helmen in gedachten verzonken zat, waren de twee bezoeksters rap huiswaarts gereden, om aan de kranke Lucia en ook aan de onverschillige Roza mede te deelen dat de jongeling, Lucia's redder, Joris van Helmen heette en hun eigen neef was. Dat onverwacht bericht sloeg natuurlijk beide zusters met verbazing en wijl Lucia hare vreugde luidruchtig uitte over dit zon derling en gelukkig makend geval, kon Roza zich niet weerhouden nader bescheid aan hare moeder te vragen. Deze stelde haar in korte woorden op de hoogte. O! moederlief! juichte de nog zwakke Lucia. Wat ben ik verheugd dat mijn red der een bloedverwant is Ik zal hem des te beter kunnen bedanken en hem van mijne innige genegenheid verzekeren. Hare zuster Judith zag haar in 't ver holen meewarig aan en verzuchtte diep. Moeder, wat voor een jongman is die neef vroeg Roza met een zweem van minachting in de stem. Een opgeblazen jonker gewis, een s-ort van windmaker Neen, Roza, toch niet, weervoer de moeder berispend. Foei, hebt gij zulk eene gedachte van den edelen jongeling, die voor uwe zusters zijne levensdagen waagde He hij stelde zich maar als een los bol in 't gevaar, spotte de hertelooze. Roza kreet Judith verontweerdigd schaamt gij u niet zulk een onzinnig oor deel te vellen over het verhevene en. rid derlijk koene gedrag van onzen neef. Ik wel, ik vind hem recht gek beet de hardvochtige hare zuster toe. Een gekibbel ontstond tusschen de beide zusters, waaraan de moeder evenwel een einde bracht door Roza het verkeerde harer handelwijze voor oogen te brengen. Op dit oogenblik kwam de huishoudster, de verkleefde Anna Wallaert binnen zij brengt eenen brief aan de verraste Marga retha, die het schrift met iets wat bevende hand aanneemt en, na eenen enkelen blik op den omslag te hebben geworpen, uitroept Uit Rijsel Hemelmaar.. Mevrouw!... te Rijsel zit mijn pleeg zoon vast nokte de arme oude als geknakt Ach die brief is van hem. Rijsel Inderdaad, prevelde Judith sid- rend. Wat zal dit schrift vermelden lispel de Lucia innig meewarig getroffen. Och, misschien schrijft de gevangene om wat geld, smaadde Roza hardvochtig. Mejuffer kreet de oude Anna opstui vend en in hevige woede ontvlammend. Mejuffer Roza, eerbiedig het ongeluk, zoo gij de verdienste niet kunt vereeren. Ha 'niet gij, die leeft van de vrucht van de daad des veroordeelden, moogt hem misachten of bespotten De oude vrouw stond daar met hoog opge heven hoofd recht, als een begeesterd hoo- ger wezen en schoon was zij, in hare edele verontweerdiging, wijl zij haren diep onge lukkigen pleegzoon verdedigde. Niemand durfde haar tegenspreken, want een zonderlinge, geheimvolle invloed be ving hen allen Daar schoof de onbeschaamde Roza, thans recht vernederd en verwonnen weg, wijl zij innig en met haatvollen grijnslach op de lippen, onhoorbaar grimde Wat gemeen gespuis. Men moest die oude maar ras aan de deur zetten. Edoch, daar was Judith snel genaderd en had de hand der oude vrouw vurig gegre pen, wijl zij nokte: geeft niet het 't Is eene ver- Anna, bedaar u en minst om wat Roza zegt. stokte hertelooze. Judith, gij zijt niet als zij. noch gij, Lucia, noch gij wel 't minst, goede mevrouw Margaretha, weende de oude Anna. Ach zeg mij, omdat mijn Laurens uit onvoor zichtigheid een schot loste, dat doodelijk was o mijn God!.. Welnu, is hij daarvoor een booswicht een moordenaar te noemen Neen, goede Anna dat is hij niet, ver zekerde Judith met kracht. Neen, uw Lau rens is geen booswicht, maar enkel diep te beklagen Laat ons nu zien wat hij ons schrijft, prak Margaretha en zij las met doffe en trage stem, het volgende Mevrouw, Vernomen hebbende dat gij te Nizza verblijft, zoo verstout ik mij u te schrijven, om u te bidden aan mijnegoede, oude pleeg moeder Anna, die. zoo ik ingelijks weet, u heeft gevolgd, mijne teedere gioeten over te maken en haar te zeggen toch moed te houden en niet te willen treuren. Ik onderga gelaten de straf mijner on voorzichtige handelwijze, die, o vergeef het mij, mevrouw den dood van mijnen mees ter heeft veroorzaakt De tranen welden Margaretha in de oogen Na eene poos gewacht te hebben, hernam zij Ik slijt mijne dagen, eentonig en ver velend lang, nochtans met geduld, in het akelig oord, dat mij voor zoo langen tijd tot verblijf dient, en ik zou u zeer dankbaar zijn, wilriet gij, mevrouw mij eenige boeken verschaf! n. die mijne mismoedigheid zou den verjagen en wier lezing mij sterken zon en steunen, wat ik zoo innig noodig heb Mijn vurige wensch is dat niemand mij kome hezoeken, want dit zou mij zoo diep toch treffen en mijn herteleed nog vermoe deren. Ik heb eenen goeden trooster in mijn wee gevonden en wel in den eerweerden heer aalmoesenier der gevangenis Ha de oude en brave geestelijke weet mijn terneer geslagen gemoed best op te beuren en 't is wel dank aan hem dat ik gelaten ben in mijn droevig lot. Zoo gij, mevrouw, mijne bede kuntver- hooren en mij eenige goede wetenscnappe- lijke boeken kunt opzenden, stuur ze, ik bid u, aan den heer Durieux, aalmoesenier van het gevang te Rijsel. Hij zal ze mij doen ge worden. Zoo gij. mevrouw, u daarmeê niet goed kunt belasten, vraag aan mejuffer Judith om de bede eens gevangenen te volvoeren en ik bedank haar uit ter herten op voor hand. daar ik verzekerd ben te zullen ver hoord worden. Vaarwel, mevrouwwil toch mijne goede pleegmoeder Anna wat troosten en verzeker haar dat ik mij in mijn treurig lot kloekmoedig gedraag, bijzonderlijk om ha rentwille. Groet van mijnentwege uwe dochters mevrouw en ontvang mijne nederige en eer biedige groetenissen. Laurens Derbranckx. De lering van den treurigen brief was geëindigd en de indruk ervan was diep en innig. Terwijl de heete tranen uit Margrretha's oogen liepen en eveneens hare twee doch tersstil doch overvloedig weenden, was de goede Anna Wallaert, Laurens pleegmoe der, als ineengezonken, gansch neerge duwd door de zwaarte harer smert. Zij wrong zich als wanhopig de oude lede maten en murmelde nokkend en kramp achtig allerlei afgebrokene zinsneden. leder leerling van den Athenée van Brugge waarvan de liberale gazetten zeggen Wanneer nu de kloekmoedige Judith, Margaretha's oudste dochter, bij de oude vrouw nader trad en hare handen greep, vernam zij nog uit haren mond die zonder linge woorden Achvergeving, vergeving, goede mevrouw!... het is mijne schuld niet dat mijn zoon... och, 't is het noodlot gewis. Anna, wees bedaard en ween niet meer! beurde Judith haar op. Zie! van stonden af zal ik aan uwen Laurens eenige goede en schoone boeken zenden. Heb moed, de tijd zijner gevangenschap zal gauw voor bij zijn en dan komt uw pleegzoon weer bij u Ja, nokte de oude vrouw leden wrin gend. Ja, mijn Goddan komt mijn Laurens weer bij mij, maar hoe dat Och, als een verworpeling, die door het gerecht werd geschandvlekt en in den kerker zijne eer verloor! Ha, edelhertige juffer, o Judith wat zal mijn Laurens immer ongelukkig zijn III. De Blinde. De dag was aangebroken, waarop Mar garetha met hare drie dochters en door Anna Wallaert, de oude huishoudster, ver gezeld, in den spoorwagen zou stijgen, ten einde door den neef Joris naar Marseille te worden gebracht, alwaar zijn vader ver bleef. De jongeling had dezen niet het minst van zijn wedervaren gemeld, daar hij hem eene verrassing wilde bereiden en <le ge vondene bloedverwanten plotselings in de armen des blinden voeren, die hen, zonder twijfel, met uitbundige vreugde zou ont vangen. Als Joris zich maar niet eens schrikkelijk bedroog Nadruk voorbehouden. (Wordt voortgezet.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1911 | | pagina 1