NIEUWSBLAD VOOR POPE
HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
II RH
verschijnende den Zaterdag namiddag.
Koopt uwe MEUBELS, Stoelen, Kindervoituren,Stoors, Gordijnen, Tapijten, In den Bazar, bij Sansen-Decorte, Poperinghe
ZAAILANDEN,
Een Schot in den Rug
5 Centiemen.
1 A N O N C E M
Den drukregel 10 c.
Hemaalde Aiinoncen
Eerste Taps, Goliingen
ea üsrbergkerniissen
mits betaling «an 25 c".
Alle Aiinoneen
vooraf betaalbaar
moeten vóór den
V RIJ DA O-NOEN
ing-ezonden worden.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Buiten grondgebied van
Poperinghe
Op grondgebied van
lilUhi.
Buitenland 4,69 fr
De plakbrieven
die bij mij gedrukt zijn,
zullen ééns onvergeld
in het blad verschijnen.
Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe.
Wekelijksche Almanak.- Mei,
Zon op.
Zon ond.
Notaris BÖUCQUEY
ig 26 Mei 19
Vrij da
Openbare Verkooping van
SYOE^ ts Lqq, en
BACQUAERT te Poperinghe.
OVERSLAG: Dinsdag 30 Me\ 1911
TE WE8TVLETEREN
WOONHUIZEN
Iets over het straffen
van kinderen.
Verveling.
De Bloem der Koningin.
De iuslplaag.
BUlTENliflNDSCH filEUfflS.
wmiBmmsBms&msBmm
Zondag 21Mei igii.
7e /aar. N>- 25
volgens oyereenkaHis:..
woril. n ingelijfd
'«©SB53»
2,50 Fr. VOOR IEDEREEN.
Do Herbergiers hebben recht
aan Kostelooze inlassching
van twee Horbergféesten.
Het recht, annoncen of
artikels te weigeren is
■voorbehouden.
Bijzondere bulten stad 2,50
binnen stad 2,00
Herbergiers buiten stad 1,60
binnen stad 1,00
jaïÉïiiiiiirr'fii1 1
Zondag
21
H. Felix.
3 u.
48 in.
7
u, 31 ra.
Maandag
22
Kruisd. H Desidurius, Emilius, Julia.
3
47
7
32
Dinsdag
23
Kruisd. II. Guibertus.
1-3
45
7
34
Woensdag
24
Kruisd. O. L. V. Bijstand der Cristenen.
3
44
7
36
Donderdag
25
0. H. Hemelvaart. H. Urbauus, Gregorius VII.
3
43
7
37
Vrijdag
26
H. Philippus Nerius, Eleuterius
3
42
t
38
Zaterdag
27
li. Maria-Magdalena, Beda, G. Fredericus.
3
41
7
39
Eerste Kwartier.
Voile Maan.
Laatste Kwartier.
Nieuwe Maan.
Vrijdag 5 Mei, ten I ure 14 minuten 's namiddags.
Zaterdag 13 Mei, ten 6 ure 10 minuten s' morgens
Zondag 21 Mei, ten 9 ure 23 minuten 's morgens.
Zondag 28 Mei, ten 6 ure 24 minuten 's morgens.
STUDIE VAN DEN
TE POPERINGHE.
iss één zi id ag,
om S uren namviAagter herberg AU
N0UVEL AIGLE DOR -, bewoond door Emile
Lobeau, Groote Marktte Poperinghe
POPERINGHE, (Gasthuisstraat,)
Een lievig SU2.\T 31*1128S SIS L: fi S,
met verdiep en verdere afbangelijkheden,
ook dienstig voor allen handel, gelegen te
Poperinghe, aan de zuidzijde der Gasthuis
straat, nabij de Groote markt, bekend bij
kadaster sectie F. nummer 1138b, mei 2 a.
40 cent. onder bebouwden grond en hof.
Laatst bewoond door M6 Berat-Vander-
meersch.
Handslag met de geldlelling.
Kantoren ran de Notarissen
ter Herberg-Brouwerie 'I GROEN HUIS -
om 2 urevan
Gemeente Westvleteren,
GOEDE
12 SJ W EIDEÜ.
Maar ingesteld
in afzonderlijke koopen: 49.225 fr.
Eene treurige ondervinding leert, dat zelfs
de verstandigste moeder niet klaar komt met
altoos liefdevolle woorden het kind op zijn
plicht te wijzen, maar dar. zij dikwijls sluit
op ongehoorzaamheid, eigenzinnigheid en
zoo verder. Er blijft dan niets over dan
dat het anders zachte oog een gestrenge
uitdrukking aanneme, en de moeder de fout
van haren lieveling ernstig straffe. Van deze
plicht haDgt zooveel af. Laat daarom chris
telijke moeder, u niet weerhouden door de
jeugdige jaren of de tranen van uwen lieve
ling. Later zal uw kind u voor uw verstan
dige straffen dankbaarder zijn dan voor uw
liefkozingen.
Koning Frederik Willem III bleef gedu
rende heel zijn leven een zekeren eerbied
bewaren voor den boom, die met zijn lom-
mei1 het tooneel had overschaduwd, waarop
hij van de hand zijns opvoeders de weldaad
had ontvangen van eenige welverdinde
oorvijgen. Wij hopen van harte, dat gij
nooit zoo hardhandig uw kind zult behoe
ven te straffen, maar gij kunt er uit leeren.
mma
51 Mengelwerk van -DE P0PER1NGHENAAR
oorspronkelijk verhaal door
El 12 D SS 114 1» 12 12 1 12
Arnold, de blinde, had vurig den gena
digen Heer gebeden en Hem innig bedankt,
voor 't bekomene geluk, den verkregen
troost en Margaretha had het voornemen
gemaakt, zooveel mogelijk het leven van
den bekeerden misdadiger te .veraangena
men
I)e innig ontroerde en geschokte Junith,
die reeds veel wist en nog immers meer be-
statigde, bad nog lang den goeden God, den
schikker aller zaken, omdat hij gena
dig zijn oog op hen allen zou houden ge
richt.
Rn terwijl de oude Anna aan haren golie-
den pleegzoon dacht, die zooverre van haar
in den akeligen kerker treurde en zij met
tranend oog om hem verzuchtte, droom
den de twee jonge meisjes Roza. en Lucia
te gelijk aan den knappen en beminnelijken
jongeling, aan den braven Joris, die tot
zelfs het kille hert der hardvochtige Ro :a
had weten te doorgloeien, derwijze dat de
minachtende en immer misprijzende deern
nu toch met innige voldoening vond Dat
die jonge man bijzonder hupsch was, ver
s tan Jig en lieftallig.
En wat ze voornam of beraamde, dat
wist de goede God alleen.
Wanneer 's anderendaags de blinde met
vertrouwelijk gesprek
hoe gij door straffen de liefde en dankbaar
heid uwer kinderen niet alleen niet ver
beurt, maai* zelfs kunt winnen.
Hoe pijnlijk dan ook dikwijls deze plicht
vau te straffen voor het moederhart moge
zijn, toch mag geene christelijke moeder
zich daaraan onttrekken.
Welke grondstellingen echler hebt gij,
moeder, bij dezen dikwijls harden moeder
plicht te volgen
Bij het straffen moet gij letten op de
volgende regels
^Bedenk, dat niet hij de besLe opvoeder is,
die iiet meeste straft, doch integendeel hij,
die het minste behoeft te straffen en (och
hot kind in tucht en bedwang weet te hou
den. Straf (laaromniet tegauw. Waarschuw
eerst met ernst uw lieveling. Hebt gij echter
eenmaal met straf gedreigd, en wil uw
kind desniettemin niet luisteren, wees dan
niet zoo belachelijk laf, om de straf toch
niet u,t te voeren.
De slraf zij verder rechtvaardig. Zij moei
daarom op de eerste plaats verdiend zijn.
Daarom is het zaak na te gaan of uw kleine
uit onwetendheid of onbedachtzaamheid, of
wel uit moedwil de een of andere fout be
gaan heeft. Vervolgens zij de straf geëven-
redigd aan den beganen misslag. Daar zijn
moeders, die allergestrengst optreden tegen
haar kinderen, als zij uit linkschheid of on
voorzichtigheid iets breken of bederven, en
zoo iets veel ernstiger straffen, dan wanneer
haar lievelingen zich te buiten gaan door
ongehoorzaamheid, liefdeloosheid, leugen
taal of oneerbiedigheid in de kerk of bij hel
gebed. Neen, men moet het. kind straffe»,
als het werkelijk schuld heeft. Zet ook geen
zuur gezicht, als uw jongens, vooral onder
de vacantie, al eens wat luidruchtiger zijn
dau u misschien op het oogenblik juist
gewenscht is. Bestraf hen dan niet, klaag
zelfs niet over die lastige jongens, maar
wees blij als gij ziet, dat zij onder het tee-
der-wakend moederoog een onschuldig vroo-
lijke jeugd geuieten. waaraan zij later niet
dankbare voldoening zuilendenken. Eindelijk
zij de straf onpartijdig. Siraft eene moeder
voor een en dezelfde fout het eene kind
wel, het andere niet, dan toont zij zich hier
ook onrechtvaardig, en verbeurt spoedig bij
de kinderen zelf de zoo noodigo hoogachting.
Ook diene de moeder rekening te houden
met het karakter en den leeftijd van hot
kind. Een kind dat uit trotschheid zich
weerspannig en koppig gedraagt, moet zij
vernederen en beschamen. Wil een ander
door fleemen en vleien en liefkozen zijn
verkeerden zin doorvoeren, straf het door
een zachtvermanend woord of zelfs door
het koel en koud van u af te wijzen. Een
vreesachtig kind moet men omzichtiger en
zachter behandelen dan een, dat vrij en frank
de wijde wereld iristaart. Een meisje dat
zachtzinnig en teeder van inborst is, gevoelt
zich dikwijls reeds voldoende gestraft door
het onttrekken van een liefdevollen blik of
een ander blik van welwillendheid. Een
wildere jongen bijvoorbeeld moetgestrenger
worden behandeld, doch altijd en dit is
van het hoogste gewicht moet uw straf
fen voorkomen uit oprechte en innige liefde,
en nooit uit lust om u te wreken. Het kind
moet merken en gevoelen dat gij het straft
uit plicht en tot zijn welbegrepen heil.
Gevoelt gij u daarom toornigen opgewonden,
stel dan uw straf uit, tot gij uw bedaard
heid hebt herkregen, ten einde niet in eeno
vlaag van opgewondenheid iets te doen
tegenover uw kind, wat u later zou berou
wen. Want nooit, nooit mag de straf de
ouderliefde in het kind wegnemen. Wordt
uw kind tengevolge van uw straffen rn-.t
een slaafsche vrees voor u vervuld dan is
dit een duidelijk bewijs, dat gij op verkeerde
wijze hebt gestraft. Neen, ondanks uwe
straffen, moet gij u aan het kind nog dier
baarder maken.
Een punt van allergrootst belang is ver
volgens ditBij het straffen moeten vader
en moeder eensgezind zijn. De moeder mag
een voldoende en door den vader wijzólijk
opgelegde straf niet kwijtschelden, of het
kind tegenover den vader gelijk geven of
het in bescherming nemen. Zulk een han
delwijze breekt alle gezag. Hutzelfde geldt
ook ten opzichte van onderwijzers of andere
opvoeders. Wacht u, moeder, door ouder
liefde verblind, uw kind tegenover h n altijd
in bescherming te nemen. Luister een - naar
het volgende voorbeeld van een konii ,1; van
Engeland
De kleine kroonprins, evenals vele kinde
ren, verfoeide de studie.
Goed, sprak zijne gouvernante, ge zult
uw les leeren, of ik laai u ia den hoek staan
Ik wil niet leeren, sprak het hooghar
tige prinsje, en ook niet in den hoek staan
De gouvernante waarschuwde den koning.
De vader kwairi, en zegde tot zijn vorstelijk
zoontje
Ga daar eens op dat bankje zitten, tot
Van Helmen aan de weduwe zijns broeders
de helft van zijn fortuin aangeboden, die
wel tot de zeven honderd duizend franken
beliep, daar zijne gade een schooncn bruid
schat had aangebracht, en de koopman,
door bijzonder welslagen zijner handels
zaken, zijn bezit veel had vermeerderd.
Edocn, Margaretha had beraden gewei
gerd het minste aan te nemen, wat toch
haar niet toekwam, en het erfdeel was van
Joris, wien ze van 't geringste niet wilde
berooven.
Daarenboven had de weduwe verklaard
het aanbod des koopmans gerust van de
hand te mogen wijzen, daar zij, dank aan
de voorzienigheid van haren betreurden
echtgenoot, die zelf rijk was en eene fortuin
van drie honderd duizend franken bezat,
welke de verzekeringsmaatschappij haar
had uitbetaald.
De blinde kon niet genoeg het wijs beleg
van zijnen broeder roemen, dien hij nu
innig betreurde, en hij bood Margaretha
zijne diensten aan, zoo zij het geradig vond
hare fondsen voordeelig te plaatsen, wat zij
in zijn handelshuis zoo winstrijk kon doen
De weduwe stemde gereedelijk toe hare
gelden, die zij nog beschikbaar had, door
den koopman te laten gebruiken, om ze
meerdere opbrengst te doen geven, wat de
bloeiende handel van Arnold gewis toelaten
zou. en eenige dagen later was het grootste
deel der fortuin van Margaretha in het
handelshuis Van Helmen geplaatst, tot
groote voldoening van Joris, die beloofde
aan zijne moei voor eenen hoogen kroos te
zorgen
Dan, een net en gerievig hnis was gevon
den met twee verdiepingen en tamelijk
groot, dat zeer wel was gelegen in eene
voorname straat der stad, en niet veraf van
Margaretha in vertrouwelijk gesprek sa-
menzat, terwijl Joris, in rijtuig, de Stad
aantoonde met hare bijzonderheden en jde woning, waar koopman Van Helmen en
merk weerdi gh edenaan de drie nichten zijn zoon verbleven.
door de oude Anna vergezeld, had Arnold] En in wederzijdsche, zeer vriendsehappe
Bij het straffen volgde Don Bosco deze
grondregelen
Zoolang het mogelijk is, oefene men geen
straf. Als echter de noodzakelijkheid niet an
ders toelaat, dan onthoude men het volgende:
De opvoeder zoeke zich bij bet kind be
mind te maken, als hij wil geëerbiedigi
worden. In dit geval beteekent het onttrek
ken zijner welwillendheid een straf en wel
eene zulkdanige, die den ijver van het kind
opwekt, moed inboezemt en nooit vernedert.
Die beroemde apostel dei* jeugd trachtte
dan ook door alle middelen welke de gods
dienst aanbiedt, het plichlsgevoel bij zijn
kinderen aan te scherpen, ten einde aldus
overtredingen en straffen zooveel mogelijk
te voorkomen.
Een minister der koningin van Engeland
bezocht eens een zijner opvoedingsgestichten.
Alles vond hij er in de volkomenste orde.
Het meest trof hem echter de volkomenste
rust, welke in een zeer groote zaal heerschte,
waar omtrent 500 jongens in ongestoorde
Stilte studeerden. Nog meer verwonderde
hij zich, als hij vernam, dat zij nooit gestraft
werden.
Ja, maar hoe legt gij het dan aan,
zegde hij daarop tot Don Bosco, om zulke
stilte en tucht te bewaren
Hét middel, dat wij hier aanwenden,
kan men bij u niet gebruiken.
Waarom
Het gansche geheim bestaat in het
dagelijks bijwonen der 11. Mis; in de veel
vuldige biecht en Communie.
Gij hebt gelijk wij misser, deze mach
tige opvoedingsmiddelen. En zijn ze niet
foor andere te vervangen
Ais men de grondstellingen van den
godsdienst niet kan aanwenden, dan moet
men zijn toevlucht neinen tol bedreigingen
en den stok.
Gij hebt gelijk, gij hebt gelijk Ken
u id de godsdienst of de stok. Ik zal
dit in Londen vertellen.
Besluit hieruit, christelijke moeder, vóór
ai;-, sin het hart van uw lieveling een op-
ucht, degelijk en diep plichtsgevoel in te
renten. Dan behoeft gij slechts zelden de
apeilijke moederplicht \an het straffen uit
te. oefenen en zeker hoogst zelden liohame-
(Gr. Ct.)
ik tei'ugkom.
Hierop ging hij heen. en kwam spoedig
terug met een bijbel en sprak
Gij zijt wel prins van Wales, en ais ge
goed oppast kunt ge koning van Engeland
worden. Maar nu zijt ge nog maar een
knaapje, dat aan zijn vader en aan zijr
gouvernante te gehoorzamen heeft. Ik z d u
uit den bijbel iets voorlézen, wat in de
spreuken van Salomon géschreven slaat
Die de roede spaart, haal zijn zoon dit
zijn zoon bemint, zal hem steeds in de lucht
houden.
Hierop nam de vader een stok, gaf het
prinsje er duchtig over, verwees hein ten
slotte naar den hoek, zeggende
Daar zult gij blij ven, zoolang de gou
vernante het goed oordeel*
Over het mit en de waarde van z1 te-nHtiVt>e'te passen':
lichamelijke tuchtiging loopen de meeningefi j
veel uiteen. In vroegere tijuien werd de roede
overal goed \oor geacht, en waande men
met den stok alle kwaad uil- en alle goed in
te drijven. Onze tegenwoordige is veel zach-
er in zijn meening hieromtrent. Zelfs het
tuehtlievende Duitschland is omtrent dit
punt met grootere mildheid gaan oordcelen.
In Duitschland, zoo getuigt Dr Adoif
Matthias, sprekende over het straffen in de
scholen, is sedert de vrijheidsoorlogen de
grondstelling doorgedrongen, dat lichame
lijke kastijding als eene het eergevoel ver-
stompende straf met wijze gematïgheid moet
worden aangewend, en sedertdien zoekt in
Pruisen eene menigte van bepalingen in
dien zin te werken.
Desniettemin, zoo vervolgt dezelfde
vroolijke opvoedkundige, zijn de meeningen
omtrent het aanwenden van lichamelijke
traffen nog zeer verschillend en de praktijk
eveneens. Van den eenen kant verwerpt
mén het gebruik van den stok geheel en al,
van den andereu kant slaat men er on
danks de vrijheidsoorlogen duchtig op
los". Volgens dienzelfden geleerde is Pruisen
het beloofde land voor den stok, terwijl
Saksen het meer is voor de oorveeg.
Zeker is het waar, dat een opvoeder en
zeker eene moeder des te beter in de op
voeding slaagt, naarmate zij minder die
tuchtiging behoeven toe te passen. Ziehier wat
Don Bosco, een man van het hoogste gezag
in zake van opvoeding, hieromtrent zegt
Sedert 40 jaren wijd ik mij aau de jeugd
en ik kan mij niet herinneren ooit stuksla
gen of andere geweldige siraffen aangewend
te hebben. Nochtans heb ik met Gods hulp
niet alleen dat bereikt, waartoe ik verplicht
was, maar ook alles wat ik wensehte en
dat zelfs bij diegenen, bij Welke ik alie hoop
op goeden uitslag had opgegeven.
lijke betrekkingen te zanten levende, namen
allen voor een gansch nieuw en recht ge-
bestaan te beginnen, van genot,
heil en rust vervuld.
Yoor Arnold en Margaretha, zelfs ja,
voor de ernstige Judith, was het verleden
vergeten en wat weleer geschiedde, uitge-
wischt.
Alles was voorbij, zoo dachten zij, het
hert opgebeurd, en Ge rampspoed was verre
heengevlucht, om enkel plaats voor heil en
zielsgenoegen te laten.
Verveling is een kenmerk voor onzen tijd.
Menigeen zal dit vreemd in de ooren
klinken. Hoe is verveling mogelijk in dit
drukke leven? Hoe is verveling mogelijk,
waar wij aan alio zijden genoegens en ver
strooiing kunnen vinden zonder tal
Zoo schijnt het oppervlakkig. Maar de
werkelijkheid is zoo geheel anders. Al dat
zoeken naar vermaak en verstrooiing, al dat
jagen naar genot vindt zijn oorzaak in de
verveling van dit geslacht. Want het leven
hoeft voor de huidige menschheid geen
diepen inhoud meer. Er zijn natuurlijk
uitzonderingen en Goddank, nog be
trekkelijk vele uitzonderingen. Maar voor
eeu groot deel der menschheid is het leven
niets anders dan een zooveel mogelijk jagen
naar genoegens. Men hunkert naar genot.
De genoegens zijn geen middel meer een
middel oin den moeden geest ontspanning te
geven, waardoor lichaam ea geest weer
meer en beter in staat worden gesteld tot
het verrichten van kloeken arbeid - maat1
zij zijn het doel geworden het doel. waar
voor men zich inspant; het doel waarvoor
men leeft en werkt; kortom, het doei van
het leven. Maar die genoegens bevredigen
niet en zij kunnen niet bevredigen, wanneer
zij van middel doel worden. Daarom zoekt
men steeds naar vermeerdering van genot;
daarom stapelt men steeds genoegens opeen,
Jaar hel genot... verveelt. En hoe meer men
naar genoegens hunkert, des te meer klimt
le verveling.
Waar God en Zijne Wet in het leven ont
breken, daar sluipt de verveling het hart
binnen. Het leven geeft ons veel leed, veel
teleurstelling, voel ontmoediging dikwijls
Ha! zij wisten niet,
dat nog veel was en
moest worden uitgeboet.
die ongelukkigen,
bestond, wat nog
VII. Op welke wijze de wilddief Bruno
Daeltjens van zijne zeereis thuis kwam
Omtrent eene maand was verloopen.
Reeds zoolang verbleef Margaretha mei
hare kinderen te Marseille, en dit tot bij
zondere vreugde van den blinden koopman,
die nu toch' niet meer zoo afgezond-rd
leven moest en tot meerder geluk van den
jongeling, zijnen zoon, die in de recht
geaarde weduwe van zijnen oom een tweede
moeder scheen te hebben gevonden.
De huishouding der weduwe was gansch
geregeld geworden, en een paar dienstboden
waren aangeworven, die onder de bevelen
der oude Anna stonden, om de meesteressen
immer behulpzaam te zijn en hunne ver
langens te bevredigen.
Aan den treurenden gevangene waren,
door de bijzondere zorg van Joris Van
Helmen en der brave Judith, die ze had
uitgekozen, eenige zeer schoone en boeiende
boekwerken gezonden .waarbij Margaretha'
oudste dochter een schrijven had gevoegd,
dat best strekken kon om den ongelukkigen
gevangene te troosten en op te beuren
Kn inderdaad, dit minzaam, vriendelijk
geschrift had den armen opgeslotene zooveel
goed gedaan, dat hij zijnen innigen dank in
eenige weinige, doch zielsroerende woorden
aan de edelhertige maagd had geboden,
lie hij in 't diepe stille geheim zijns herten
zoo vurig toch beminde
Ha voorzeker was 't wel aan hem, aan
den gevangen Laurens Derbranckx, dat
Judith daar zoo ingetogen te peinzen zat.
op dien namiddag, wen zij alleen thuis
bleef, wijl de moeder met hare twee andere
dochters eene wandeling was gaan maken.
Laten wij de eenzaam denkende maar
eene wijl aileen en begeven wij ons naar
de uitgestrekte haven, waar zooeven een
groot zeilschip binnenvaart.
Wanneer alles tot ontscheping klaar
was en de overgangbrug tusschen de kaai
en het vaartuig was aangebracht, daagden
daar twee sterke matrozen op die eenen
derde, eenen makker, stevig bij den kraag
en bij de armen hielden en hem deden
voortstappen, totdat hij op de kaai was
aangekomendaar lieten hem de twee
matrozen los en de eene, zijnen voet snel
opheffende, diende hem eene gevoelige en
zeer onzachte aanraking onder de ruggraat
toe, wijl hij bromde
Daar
ophangen ho Jes
Onder het uitbundig gelach van de kaai-
loopers, sjouwerslieden en nieuwsgierigen,
stoof de kerel, die op deze veelbeteekenende
wijze het aangekomen vaartuig verliet, als
een schichtige hert vooruit en, zijnen loop
nemende naar de stad, verdween hij weldra
aan het oog der menigte.
Ten einde den lezer in alles te bevredigen
zullen wij maar aanstonds verklaren wie
die man was, die op zulke smadelijke wijze
in Marseille aanlandde, en waarom zijne
intrede in deze stad op die zonderlinge
wijze moest geschieden.
Het schip, dat zooeven aankwam en
'aanlegde langs de kaai der haven, was de
galgenaas doe u wat verder
ook dit alles behoeft niet te worden ont
kend. Het zou trouwens dwaas zijn, dit alles
te willen ontkennen. De taal der feiten
spreekt luider dan een zwak woord van
ontkenning. Maar toch met dit alles is
het 'leven waard te worden geleefi. Want
voor hein, die God en Zijne Wet erkent, is
't toch altijd, door lijden en vernedering
heen, een opwaarts streven naar God. Maar
dat opwaarts streven naar Gods eischt onze
medewerking, onzen goeden wil. Wanneer
wij trachten in dit opzicht iedoren dag een
klein weiriigje verder te komen, dan is er
voor ons geen oogenblik sprake van verve
ling.
Zij die God en Zijne Wet erkennen vinden
ook blijdschap en vreugde in al de schoon
heid, die God iu Zijne vaderlijke goedheid
ons lot verheuging, verkwikking en ver
troost ing geeft. Het leven wordt voor hen in
stilte rijk. Zij scheppen vermaak in al die
kleine vreugden, die het leven aan een an
der biedt.. De dag is hun te kort, om al het
mooie, het interessante, het de verveling
verdrijvende, dat iedere dag weer opnieuw
biedt, te leeren kennen en te waardeeren.
Voor de ware vrouw en moeder is waar
lijk in het leven geen plaats voor verveling
De opvoeding der kinderen kan de moeder
ieder oogenblik bezighouden. En wat biedt
de levensontplooiing van het kind, indien wij
dpze weten te leiden in de juiste richting,
ons niet veel schoons aan.
Voor iedere vrouw is in het leven zooveel
te doendat er voor haar geen oogenblik
van verveling mogelijk is. In hoeveel om
standigheden is niet de warme hand der
vrouw noodig om te steunen, te helpen en te
leiden. Hoeveel leed kan door haar niet
worden gestild en verzacht. Er is geen ver
veling voor haar die anderen wil helpen
en steunen. Haar wordt het leven rijker
ieder dag.
Dit leven is een leven van offer. Maar het
gaat met het brengen van offers niet als met
het smaken van genoegens Genoegens be
ginnen ous te vervelen de zoetheid wordt
bitter. Doch het brengen van offers bevre
digt het menschenhart, maakt het leven ons
lichter... en doet ons verlangen, om altijd
meer te mogen offeren Daarom brengt het
najagen van genoegens als doel ons de ver
veting; doch het offer maakt ons het leven
rijk.
ZeiiBuaeliiige en zieke personen aan
wie café verboden is, mogen suikerij Van
(fieghem-Dupont. Rousselaére. gebruiken
Door Mgr Roelens, bisschop van Djerba
in Congo, is over de slaapziekte een omzend
brief rondgestuurd, waaraan wij het vol
gende ontleenen
Sedert onheuglijke tijden heerscht de
slaapziekte op de westerlijko kusten der
Atrikaansche EvennachtslandenDoch, zoo
lang de Negers, steeds in oorlog, hunne
stammen niet verlieten, bleef de ziekte in
enge kringen besloten. Als overkomende
ziekte had de slaapziekte veel van hare
kracht verloren ten gevolge der engheid
van haren werkkring en zij bleef slechts
bestaan ais heerschènde landziekte.
De aankomst der Blanken in de streek
had het aanwerven der inlanders als dra
gers, soldaten en werklieden voor gevolg.
De verplaatsing der kustbewoners naar het
verdere binnenland, moest onvermijdelijk
de ziekte overbrengen naar zeer voorbe
schikte oorden. De ziekte, aldaar een nieuw
midden vindende, breidde zich met eene
noodlottige nieuwe kracht uit en werd op
nieuw epidemisch. Zij heeft zich langzamer
hand al voortgaande uitgebreid en heerscht
dendaags over gansch de Afrikaansche
Keerkringstreken
Sedert het verschijnen dezer plaag hebben
de besturen der verschillende landsdeelen
van Equatoriaal Afrika zich met den toe
stand bezig gehouden. De Engelsehen, als
raktisehe lieden, hebben al de besmette
Engelsche driemaster Forwardwelke over
eenigen tijd Frankrijk verliet en naai' verre
oorden stevende, eenen nieuwen matroos
medevoerde, die zich had aangeboden, korts
voor het vertrek, en die op de scheepsrol
stond aangeteekend onder den naam van
Bruno Daeltjens.
Die Bruno Daeltjens was de houtakker-
wildstrooper uit het bosch van het kasteel
Ter Wilgen, eene oude kennis dus, en wij
herinneren ons nog zijne verdwijning uit
de streek en zijn overhaastig vertrek naar
Bretanje, waar hij meende zijne zuster te
vinden om door haar te worden geholpen.
Wanneer de stoutmoedige rakker zich
aanbood bij den bevelhebber der Forward
dan had hij dezen zeer roekeloos wijsgemaakt:
Dat hij van scheepsvaren een en ander
goed kende
De kapitein, die wel juist nog eenen man
gebruiken kon. had den vermetelen kwant
Jan ook aangenomen, en dit wel als lichten
matroos, om op de masten een zeer gevaar
lijk werkje te verrichten.
Wanneer nu de driemaster door eene
snelle sleepboot buiten de haven was ge
bracht en de volle zee zou instevenen,
gebood de kapitein deze zeilen hij te zetten
die best den gunstiien landwind konden
opvangen en de kwartiermeester, deze be
velen scherp herhalende, joeg alzoo ver-
schillige matrozen in het want en de masten
op, ten einde het schip rap zeilklaar te
maken.
Die kwartiermeester was een oude zee
bonk, wien een veeljarig verkeer op allerlei
zeeën en in vele gewesten en oorden zoo
wat van alle talen had aangeleerd, hetgeen
hem toeliet zich door de zonderlingst afge
wisselde uitdrukkingen te doen verstaan,
waaronder er zich wol leden van zeer v(
schillende natiën bevonden.
Nadruk voorbehouden.
Wordt voortgezet. 1
plaatsen doen ontruimen en de zieken in
openbare hospitalen doen opnemen.
Het huidig Bestuur der Kolonie heeft
krachtdadige maatregelen genomen. Men
heeft de boorden van het Tanganikameer
doen ontruimen en bevelen gegeven om de
bewoonde streken te bevrijden tegen de
voortbrenging der tzé-tzé.
Langs alle kanten zijn pleeghuizen ge
sticht om de zieken op te nemen en te
verzorgen. Aan deze pleeghuizen zijn ge-
neesheeren gehecht, wien de taak wordt
opgelegd op de zieken de geneeskundige
behandeling toe te passen, welke door de
geleerden aangeraden wordt.
Bij de eerste verschijning der ziekte heb
ben de missionarissen Hospitalen, lazaretten
en laboratoriums ingericht om de zieken te
bestudeere», te verzorgen en te verplegen.
De hospitalen en laboratoriums der Jezuïe
ten te Kirantu, die der Missionarissen van
Scheut in Kassaï, der Witte Paters te Mpala
en Baudouinville in Tanganika, mogen tus
schen de belangrijkste der Kolonie gesteld
worden.
Geen wonder, dat men al het mogelijke
doet om de ziekte bij hare eersie verschij
ning te ontdekken om onmiddellijk de ge
neeskundige behandeling toe te passen.
In alle geval zijn deze uitslagen troostvol
en moeten zij tot aanmoediging dienen voor
al degenen die belangstellen in de Zwarten
en in de Congoleesche Kolonie, en hen aan
zetten in hun streven grootmoedig te vol-
herden, om de kwaal te bestrijden en te
trachten de plaag tegen te houden.
Buiten de liefdadige en menschlievende
kwestie stelt zich het algemeen belang van
België daar. De slaapziekte is een gevaar,
niet alleen voor de Zwarten, maar tevens
voor onze medeburgers die ia Congo ver
blijven. Want, is de Blanke minder aan de
steken dor besmette vlieg blootgesteld, even
wel is hij van de ziekte niet verschoond en
meer dan een onzer medeburgers, beambten
van het Staatsbestuur of van de handels
maatschappijen en missionarissen zijn reeds
door deze besmettelijke ziekte aangetast ge
weest en aan bare gevolgen bezweken.
Deze kwaal brengt de toekomst der Kolo
nie in gevaar. Gansche stammen dreigen uit
te "sterven. De vruchtbaarste streken veran
deren in woestijnen. De handarbeid dreigt
te zullen ontbreken en de rijkdommen onzer
Kolonie zouden kunnen voor de ontginning
verloren gaan.
Deze schrikkelijke plaag, die het Neger
volk te neerslaat en de toekomst van Congo-
land bedreigt, heeft reeds groothertige
toewijdingen verwekt, ledereen weet met
wélke edelmoedigheid Z. M. Koning Albert
bijgedragen heeft tot de studie en weten
schappelijke navorschingen der ziekte, tot
het inrichten van pleeghuizen en tot het
verzachten van het leed der zwarte en blanke
zieken.
Het hooge en edelmoedige initiatief Harer
Majesteit de Koningin der Belgen, die, met
de opbrengst van het Werk van de Bloem
Ier Koningin toe te kennen ter leniging van
de lijders der slaapziekte in Congo, heeft aan
allen een edel voorbeeld gegeven van kie-
sche liefdadigheid en voorziende vaderlands1
"iufde. De gelegenheid wordt aan al onze
medeburgers aangeboden, iedereen volgens
zijn vermogen en zijne vrijgevigheid, het
zijne bij te dragen om eene onmetelijke
Iroefheid te verzachten en van onze Kolonie
in ons Vaderland een dreigend gevaar af te
we,ren
Aan dit liefdadig werk zullen de inwoners
van Poperinghe voorzeker hunne rnede-
rking verlecnen en op den dag der
Kóningin, zijnde den Zondag 23 Juli, zou
iedereen de bloem der Koningin op de borst
moeten laten prijken.
Wij hopen wel dat dit jaar de Feestcom
missie onzer stad zal zorgen dat het Edel
weiss der Koningin in de bijzonderste win
kels verkocht en den 23 Juli op straat te
koop aangeboden worde.
gtWflSaiUMWIItil H WIP' ■IIIIHJI Ml NiHI II HIPMiWIl WW aWBKMTSOi
Verscheidene gevallen van inuil-en poot-
plaag (mond- en klauwzeer) in West-VJaan-
rlerep bestatigd geweest zijnde, is het noodig
in liet belang van de openbare gezondheid
en van den landbouw maatregelen te nemen
ten einde de verspreiding dezer kwaai zoo
veel mogelijk tegen te gaan, daarom heeft
le heer Burgemeester van Brugge hef vol
gende besiuil genomen en overal doen uit
plukken.
Artikel 1. De toegang tot de wek lijk-
sche veemarkt is verboden voor de dieren
van smetziekte aangedaan.
Art. 2. -—Al het vee foor de markt bo
und zal er naartoe geleid worden langsheen
de Maagdenstraat en de Houwerstraat.. Het
vee. zal, vanaf 7 1)2 ure, vóór het slachthuis
door eenen-veearts onderzocht worden en de
lieren van smetziekte aangedaan zullen
iadelijk opgeslotenen ten laste der eigenaars
verzorgd worden.
Art. 3. Hel gebruik van bedding in de
stallingen rond de markt en in de hakken
zullen, oniniddelijk na de markten, goed
g.'kuischt en ontsmet worden.
Art, 4. De overtreders van het tegen
woordig besluit, dat onmiddelijk uitvoerbaar
is, zullen poli Bestraffen ondergaan. Dit alles
onder voorbehoud van al andere straffen
voorzien door de wet of door de algemeene
verordeningen
Frankrijk. Geweldige brand te
Armcntiers. Zondag nacht zijn in de
Yperstraat, te Armentiers, een bazar en
een kruidenierswinkel door brand vernield.
Door het breken eener ladder van twaalf
meters werden zeven pompiers min of meer
erg gekwetst. De stoffelijke schade is aan
zienlijk.