njvoegsel aan
WRAAK EN LIEFDE
17 Mengelwerk van «DE PGPER1NGHENAAR»
oorspronkelijk verhaal door
CAMILLË VEI!¥AHCKE.
Tot nu toe gaat alles wel en ik moet
inderdaad bekennen, dat mijne goede ster
mij op zekeren dag naar de beek te Hoogen-
dijk leidde, waar ik getuige was der misdaad,
welke mijn meester jegens zijnen broeder
beging. Dan heb ik den grondsteen van mijn
geluk gelegd. Maar aangezien dit nu zoo
lang geleden is, zou zulks kunnen verslech
ten voor mij. Gelukkig dat ik altijd mijn
briefje bewaard heb, doch indien Dammaert
eens kwam te sterven, zou het ook zijne
groote waarde verliezen. Het wordt tijd dat
ik voorzorgen neme, om mij niet te laten
aan kant zetten, als eenen ouden lastigaard
Zulks ware zooveel te onaangenamer voor
m'j, daar ik er nooit aan gedacht heb om
iets te sparen.
Ja, het is tijd dat ik voorzorge neme,...
Het zou het beste zijn, indien ik mij zoo
goed aan de familie Dammaert kon verbin
den, dat ik er deel van maak, en niets
ware -daartoe geschikter dan een huwelijk
met Maria
Zii is wel wat jong, maar ik zal toch
haren vader tot voorspreker hebben, en
zulks wil al veel zeggen.
Nu, als ik eens iets in mijn hoofd heb,
voer ik het geerne uit zonder lang te dralen,
met de eerste gelegenheid spreek ik er over
met den heer Dammaert. Hij is zoo nauwge
zet geworden en staat zoo geerne groot in
de oogen van vrouw en kinders, dat hij voor
niets ter Wereld zou willen, dat ik hun het
briefje toone. Het is dus te hopen dat mijn
plan zal gelukken.
XIII
Samenspraak tusschen eenen vader
en eenen deugniet.
Des anderendaags bevond Dammaert zich
alleen in zijne magazijnen, als hij Cies op
hem zag toekomen. Deze bad eene zuo eigen
aardige houding, dat zijn meester onwille
keurig verschriktehij had een voorgevoel
dat hij wederom ging lastig gevallen wor
den.
Mijnheer, sprak de knecht, ik zou u
geerne over eene ernstige zaak spreken.
Ja, Cies, antwoordde Dammaert aar
zelend, terwijl hij zijn hart voelde ineen
krimpen van ongekenden schrik.
Er is kwestie van mijne toekomst, mijn
heer.
Van uwe toekomst F...
Ja, ik zou willen dat gij die verzekeret.
Kan ik meer voor u doen dan ik tot nu
toe gedaan heb
Ik kan inderdaad niet te veel over uwe
handelwijze klagen. Maar gij moet toch ook
bekennen dat ik ten nauwkeurigsten mijn
woord gehouden lub. Nooit is er een on
voorzichtig woordje gesproken.
Ik heb uw stilzwijgen ook duur be
taald.
Men kan zulks niet te duur betalen,
mijnheer, en ik moet u nog iets vragen
V/at zoudt gij nog meer kunnen vra
gen
Ik zou mijne toekomst aan deze van u
en uwe familie willen verbinden.
Hoe dat Ik versta u niet.
Door een huwelijk...
Een huwelijk riep Dammaert uit.
terwijl hij bleek werd van ontroering. Hij
vreesde den ellendeling te verstaan.
Een huwelijk F... herhaalde hij, en
tusschen wie F
Tusschen mij en uwe dochter Maria...
Het ware bepaald onmogelijk de uitdruk
king, welke bij het hooren dier woorden op
Dammaert's gelaat verscheen, af te schetsen.
Verbazing, afschuw, schrik en het grie-
venste zedelijk lijden waren er duidelijk op
te lezen.
Iemand, die gansch onverwachts zijn
doodvonnis zou hooren afkondigen, zou niet
meer aangedaan kunnen zijn.
Het duurde verscheidene minuten eer hij
spreken kon,
Moet ju ij ne dochter dan ook geslacht
offerd worden stamelde hij eindelijk.
Geslachtofferd gij neemt het wel
hoog op.
Gij zijt bijna zestig jaar oud, en uwe
1 gevoelens en gedachten komen geenszins
met deze van Maria overeen.
j Dit doet niets ter zake. Zij kan daarom
niettemin gerust leven.
Gij bezit niets.
Neen, maar haar vader heeftalles aan
mij te danken
Mijne dochter zou u nooit kunnen be
minnen.
Zij zou mij moeten beminnen, om het-
gene ik voor haren vader gedaan heb.
Zoudt gij het haar kunnen zeggen
Waarom niet, indien het noodig is
De ellendeling had op a lie tegenwerpin
gen een antwoord, en Dammaert wist niet
meer wat hij moet zeggen.
Hij scheen heel en al moedeloos.
Toch wilde de berouwhebbende vader
zich aan eene laatste redplank vastklampen,
hij nam zijne toevlucht tot schoonspreken.
Immers, niets scheen hem meer ondrage
lijk, geene rampen of straffen kwamen
hem zwaarder voor, dan dat zijne vrouw en
kinderen zijne misdaad zouden leeren ken
nen.
Met schemerende oogen bezag hij Cies, en
sprak met bevende stem
Hebt gij dan geen medelijden met mij
*t Is nu meer dan dertig jaren dat ik u met
weldaden overlaad. Heb ik niet alles gedaan
wat menschelijk was om u te vergelden
Cies wachte een oogenblik eer hij ant
woordde.
Met medelijden, zegde hij, komt men
in de wereld niet verre, en gij hebt alles
zins voorzeker nog meer aan mij te danken
dan ik aan u.
Maar, Gies, bedenk toch eens, wat ik
reeds dertig jaren lijd onder uwe bedreigin
gen. Indien gij eenig goed gevoelen bezit,
zult gij mij toch in mijnen ouden dag, na
dat ik alles gedaan heb om mijne misdaad
uit te boeten, niet alzoo den genadeslag toe
brengen en mijne onschuldige kinderen on
gelukkig maken. Ik smeek eruom, Cies
zie, de rampzalige vader bidt u op zijne
knieën om genade
Inderdaad, de diep geschokte Dammaert
was geknield ten gronde gezonken, en stak
de armen biddend tot zijnen beul uit.
Deze bezag den ongelukkige met een ei-
genaardigen grimlach, en sprak half spot
tend, half verwijtend
Maar, mijnheer, neem toch zulk geene
vernederende houdir.gaan voor uwen knecht
en sta op. Ten andere, het is toch zoo schrik
kelijk niet wat ik vraag.
De ouderling was inderdaad recht ge
staan als hij bemerkte dat zijne smeekingen,
geenen indruk maakten.
Gij weet genoeg dat ik onmogelijk u
kan ondersteunen, als gij de hand van Ma
ria vraagt. Zoo doende zou ik alles moeten
bekennen, want hoe zou ik anders mijne
handelwijze kunnen verschoonen F
En dat is juist hetgeno ik voor niets ter
wereld wil of kan doen. Mijne vrouw en
kinders zullen nooit weten, wat hun vader
zoo zwaar op het geweten weegt. Alles zal
ik beproeven alvorens die ramp mijne fami
lie en mij zal treffen
Gij zult nochtans nu tusschen die ramp
en mijn voorstel moeten kiezen.
Ér is dns geen sprankel medelij len,
geene vonk van eergevoel in uw hart te vin
den Mijn God mijn God Hoe zwaar
laat gij uwen wrekenden arm op mij neder-
zinken
Nu, sprak Cies, zich verwijderende,
ik ben juist nog zoo haastig niet. Ik laat u
drie maanden om u te overdenken, en om
de zaak voor te bereiden. Maar wees ten vol
le verzekerd, dat ik aan mijn gedacht houdt
en niet van zin ben het te laten varen. Het
is dus aan u te zien wat u best te doen staat.
De bedrukte vader bevond zich alleen en
trachtte niet te antwoorden op de bedreigin
gen zijns wreedaardigen vervolgershij
wierp zelfs verder geenen blik op hem.
Hij bleef eenigen tijd als verdwaald in de
magazijnen rondstaren, ja, het kostte hem
de grootste inspanning om zijne gedachten
bijeen te rapen.
In huis durfde hij niet gaan, hij schrikte
bij het gepeis, dat hij eenen zijner huisge-
nooten hadde kunnen ontmoeten.
Zoo vreest een plichtige voor zijnen rech
ter te verschijnen moedeloos en met ge-
prangden boezem ging hij buiten en deed
eene wandeling in de stad, om zijnen toe
stand te overdenken, doch deze scheen hem
zonder uitkomst.
XIY
Aankomst te Antwerpen van de
Corsikaan
In zijne droeve mijmering verdiept, was
Dammaert tot bij de loskaaien der Schelde
gekomen.
Nadruk voorbehouden. Wordt voortgezet.)