NIEUWSBLAD VOOR POPERINGHE El OMSTREKEN
Landdag-Optocht DE B0FEESTEN 24 OOGST. - Cantate-Lichtstoet.
Hofstedeken
DE BOERENKRIJB
HET NOÏAR1ËEL EN NIJVERHEIDS ANNONCEN BLAD
verschijnende den Zaterdag namiddag.
BUlTENIiAHDSCH fllEÜttlS.
Zondag 3Aug. igi3.
pe laar. N 36.
No taris PERL,
JAARKRANS.
5 Centiemen.
ANNONCEN
Den drukregel 10 c.
Herhaalde Annoncen
volgens overeenkomst.
Eerste Taps, Bolllngen
en Herbergkermissen
mits betaling van 25 cn.
Alle Annoncen
vooraf betaalbaar
moeten vóór den
Vrijdag-noen
ingezonden worden.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Bniten grondgebied van
Poperinghe
Op grondgebied van
Buitenland 4,é0 fr
De plakbrieven
die bij mij gedrukt zijn,
zullen ééns onvergeld
in bet blad verschijnen.
Uitgever, VALÈRE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe.
Wekeüjksche Almanak.—Augusti.
Zon op, Zon ond.
Notaris BA CQ DA ER T,
Uit der hand Ie koopen
Een aliergerieflijkst Woonhuis
Den Maandag 11 Oogst 1913
Openbare Yerkooping van
Vermogen van Opbod.
Den Vrijdag fc25 Juli 1913,
OPENBAARLIJK TOEGEWEZEN
NOTA.
Donderdag 7 Augusti 1913,
vaa een nieuw gebouwd WOONHUIS,
BACQUAERT te Poperinghe en
CAiERLYNCKte Passchendale
TE RENINGHELST,
OVERSUG Vrijdag 8 Oogst 1913,
A ROTH E EK - D ROGER1J
A. KESTEL1JN,
Gasthuisstraat, 35, POPERINGHE.
Uiterhand tö koopen of te pachten
BROOD- EN SUIKERBAKKERS
OEGST.
De Bo als Deken
Drinkbaar Water.
kt. AéJtfit
worden ingelijfd
2,60 Fr. VOOR IEDEREEN.
De Herbergiers hebben recht
aan Kostelooze inlassching
van twee Herbergl'eesten.
Het recht, annoncen oj
artikels te weigeren is
voorbehouden.
Bijzondere builen stad 2,50
binnen stad 2,00
Herbergiers buiten stad 1,60
binnen stad 1,00
Zondag 3
Maandag 4
Dinsdag 5
Woensdag 6
Donderdag 7
Vrijdag 8
Zaterdag 9
Nieuwe Maan.
Eerste Kwartier.
Volle Maan.
s. Nicodemus, Slephanus vinding,
s. Döminicus, Tertulliaen.
Maria ter Sneeuw, Abel.
Transfiguratie Christi.
s Donats, Albertus, Cajetanus.
s. Cyriacus en Largus.
s. Romanus, Verianus, Justinus.
4 u. 13 m.
7 tt 24 m
4 15
7 22
4 16
7 20
4 18
7 19
4 19
7 17
4 21
7 15
4 22
7 13
Zaterdag 2 Augusti, ten 12 ure 58
Zaterdag 9 Augusti, ten 4 ure 3
Zaterdag 10 Augusii, ten 8 ure 27
Laatste Kwartier. Maandag 25 Augusti, ten O ure 18
Nieuwe Maan. Zondag 31 Augusti, ten 8 ure 38
minuten
minuten
minuten
minuten
minuten
's namiddags,
's morgens,
's avonds,
's morgens,
's avonds.
Uit oorzaak van vertrek.
STUDIE VAN DEN
te Poperinghe.
I
met Magazijnen, Paardenstal en 5 aren 15
centiaren grond en hof, te Poperinghe, in
de Yperstraat n° 94, met uitgangpoort in
de Valkestraat, dienstig lot allen handel.
Laatst gebruikt door M. Louis Ampen-
Decorte.
Alle inlichtingen te bekomen bij voor
noemden Notaris Itaequaei-t.
II
in cene zitting
om 3 uren namiddag, ter herberg A la Mai-
son de Ville groote markt te POPERINGHE,
ten overstaan van den heer Vrederechter,
I. Een Renteniershuis met 15 aren 49
centiaren grond en hof, in de Bergenstraat,
te CASSEL, Frankrijk-noord).
Seffens aanslag.
II. Een Hofstedeken met 3 h. 57 a. 39 c.
weide en zaailand, gelegen te POPERIN
GHE en te RENINGHELSTlangs den
steenweg tusschèn deze gemeenten.
Gebrwkt door Jules Decrock-Lemahieu,
tot 1 October 1919, mits 630 fr. s jaars,
boven de lasten.
En III. Een Hofstedeken met 2 h. 10 a.
20 c. weide en land, gelegen te POPERIN
GHE, hij de Lijssecatstraat.
Gebruikt door Cyrille Breemeersch-Del-
boo, aan 435 fr. 's jaars, boven de lasten
en de verzekeringspremie tot 1 October
1916.
om 3 1/2 uren namiddag,
te Poperinghe,ter estaminet -Het Stadhuis-,
in de verkoopzaal der Notarisseu,
De Notaris CASSIERS,
te Poperinghe, ten overstaan van den Heer
Vrederechter van 't kanton,
Heeft ter oorzaak van Failliet, ten ver
zoeke der Curators de Heeren Albert BiE-
BUYCK en Robert GLORIE, beide advokaten
te Yper,
mits 8500 fr. aan d'Heer Maur. Vande-
voorde-Timpervilte, melder te Poperinghe.
Stad Poperinghe. Veurnestraat.
Eenigen Koop.
Een groot en gerieflijk WOONHUIS met
koetspoort, stalling, werk- en bergplaatsen,
verdere afhangelijkhedeu en volgens kadas
ter sectie F nummers 182 en 182ft, 5 a^en
45 cent. grond, koer en hof.
Onvergeld bewoond tol 1 October 1913,
door den ae/aalden Jules Carton-David.
Volgens art. 565 der wet van 18° April
1851, zal iedereen het recht hebben binnen
de 15 dagen na da toewijzing, een opbod te
doen van ten minsten 1/10 van den princi
palen overslagprijs, welk opbod moet ge-
53eMengelwerk van DE P0PER1NGHENAAR
daan worden bij exploit van deurwaarder
beteekend aan den Notaris die de toewijzing
zal gedaan hebben en bekend gemaakt aan
den Curator en aan den Kooper.
En ten gevolge van zutkdanig opbod zou
de toewijzing voor iedereen moeten tiergaan
worden ten verzoeke van de Curators zon
der verdere bemachtiging, door zelfden
Nolaris en op de zelfde wijze als de eerste
om dezen keer definitief te worden.
Kantoor van den
te Rousbrugge-IIaringhe.
om 2 ure namiddag
ter gehoorzaal en ten overstaan van den
heer Vrederechterte Rousbruqge, zal meester
Gastou-Josrpli I'EED,
Notaris ter verblijfplaats van Ronsbrugge-
Haringhe, overgaan tot de openbare verkoo-
ping 1
met schuur, stallingen en afhankelijkheden,
en 41 aren 50 centiaren bebouwde grond en
zaailand daarmedegaande, staande en gele
gen te Stavele, bij den Doode mannen-
put.
Laatst bewoond door de echtgenooten
Laseure-Goudenhoofd. Aanslag met de
geldtelling.
Cliieorci Van Tieghem - Dupont,
Is zeer spaarzaam in 't gebruik.
Studiën der Notarissen
Openha
re Vei'kooping
van eén
zeer wel gelegen
langs de Belfroidstraat keizei
Verdeeld in 3 koopen als volgt:
1. De Gebouwen met 10 a. 35 cent. grond
en hof, sectie E nummers 767b 767c en 768b.
Gebruikt door Henri Struye. Hand
slag met de geldtelling.
Ingesteld 1325 fr.
2. Eene goede Weidegroot 1 heict. 8 a.
60 cent., sectie E nummer 790a.
Ingesteld5375 fr.
En 3. Eene allerbeste pariie Zaailand,
sectie E numm. 284a.
Ingesteld4650 fr.
Koopen 2 en 3 gebruikt door Achiel La-
gache, tot 1 October 1917, aan 283 franks
's jaars, boven de lasten.
om 3 uren zeer stipt namiddag,
ter herberg A la Cour de Commerce bij
Charles Ghillebaert, Meessenstraat, te Pope
ringhe.
Inlichtingen te verkrijgen bij gemelde
Notarissen.
groot 86 a. 20 cent
eene zeer wel bekalante
te POPERINGHE, Noordstraat, N° 14.
Oven op kolen, naar 't laatste stelsel.
Onmiddelijke ingenottreding.
Zich te begeven bij den Notaris Har-
quaort, Yperstraat, N° 77, te Poperinghe.
VIII.
Een bange hitte weegt over de natuur.
Oud en gebogen, goud-geel hangt het koren,
te treuren over zijn verval, te kraken en te
spokken.
Nog zingen de vogels in de donkergroe
ne boomen, die volschoten, doch jeugdig en
krachtig, over de rijpe vruchten hangen en
nog vele blijde dagen te geunoet zien.
Maar uit de boerenhoven komt het volk,
met zware bundels banden de pikke zin
dert op do bootarre van in den donkeren
morgen en de benden trekken, zwijgend en
verzeeuwd, moê en af nog van gister, te vel
de. De pikken snijden door de ruttelende
stalen en 't koren rollebolt in gelijke pikko-
lingeu dwars over de bédden en 't vrouwvolk
bindt en de boer recht de stuiken in lange,
lange, pij lbo utrechte reken en al dat werk
en geweld en gejaagdheid gaat stil, met kor
te nevelen en korte antwoorden en altijd
voort rolt het koren neèr en staat het weer
om recht in stuiken.
Do wetsteen zingt op de snêe, de pikke zin
dert op den haaksteert en bijt in 't korén,
maar altijd bijten en de pikkers, tweedubbel,
schieten achter malka&r, twee pikkelingen
verscheên, 'lijk om ter eerst t'einden.
't Halven de getien rusten ze en, wijl ze
zalig aan hun pijpke lokken, liggen ze, met
den afgebeulden rug op 't geschoren koren,
met 't aangezicht in de blakende zon.
Boven hunne hoofden duivelen de mus-
schen voorbij, spelend en vechtend, dik-vol
van gereusd graan, brooddronken en, 't en
den 'tstuk, op de boomen, schuifelen de
groote vogels hun heesch liedje, want nu
beginnen ze te muiten en verliezen hunne
stem.
In 't herte van den dag brandt de zon op
de bloote stoppels en trekt licht-beflen op,
die wippen en hukken en flikker-dansen,
'lijk honderd duizend kristalen spokejongen.
Met den avond trekken de benden hof-
waarts en nog kan het jonge vrouwvolk zot-
tebollen en zingen, maar 't mannevölk
gaat, met de pik op den schouder en den
haak in de hand, zwijgend en ernstig naar
huis, 'lijk priesters, die na de heilige dien
sten de autaartrappen afdalen zo zijn af en
moê, ze hebben een zwaren peil afgedaan,
een grootsch werk dat voelen ze en
nu lonkt hun de rust tegen.
't Veld is geschoren. Zoo ver de oogen dra
gen, zijn 't al stuiken op stuiken en tusschen
de reken zetten de boevers aan en breken de
hardgedroogde stoppels, die een pakkenden
geur uitwasemen.
Welhaast staat 't koren rulteldroog, de
wagens rollen door de zandige dreven en
komen krakend en piepend weêr of naar
't hof, hoog geladen en daar staat de schei-
ver op zijn plein. De vorker springt op de
voeren, bloot,hoofde, met den hemdenhals
open en de mouwen opgesloofd en de voeren
buischen af op 't plein, 't een na het ander
de schelver rijst en rijst, tot dat hij op 't top-
ke van den voltrokken schelf de groote kal-
leinoeie zet.
En zoo vliegen de wagens van 's morgens
tot 's avonds, dagen achtereen de schelven
rijzen ten alle kant en 't veld licht daar zoo
bfutsch, met al die eenlijke bloote strepen
tusschen de donkergroene zomervruchten en
er hangt Tijk een tinte van treurnis boven
alles.
Schoon lonkt de zonne nog, blijde gaan de
dagen open en toe, groen staan de boomen
en zomervruchten, maar de vogels zwijgen
en 't veld is zoo bloot koren geschoren,
winter geboren.
't Veld is nu gelijk een tempel, na de
grootsche diensten 't orgel zwijgt, het
autaar is verlaten en ontbloot, de keersen
uitgedoofd, maar nog hangen de beuken vol
wierookwalm en er blijft 'lijk een overschot,
een zieltje zweven, uit de afgeluopene plech
tigheden, tot de koster komen zal en de deur
sluiten.
Vaarwel OegstSeptember de Mei
maand onzer tijden komt op.
Warden Uom.
te Poperinge.
V.
Dat De Bo als pastoor de uiistekendste
gaven bezat bewijst boven alles het feit dat
hij 18 maanden na zijne benoeming te Ruis
lede, aangesteld werd als deken te Poperinge.
(22° April 1884).
Helaas! hij kon niet meer en kwam hier
otn te sterven. Aan een zijner vrienden die
hem geluk wenschte, antwoordde hij
Iedereen wenscht mij geluk en niemand en
heeft compassie.Werkelijk hij kon niet
meer. Te Poperinge, leed hij en stierf hij.
Zes weken na zijne inhuldiging begaven hem
zijn krachten.
Op O. L. V. Hemelvaart beklom bij voor
den Iaatsten keer den predikstoel waar zijn
woord, bij gelijk welke gelegenheid, altijd
zijn toehoorders geboeid had.
Toen De Bo's praalgraf werd ingehuldigd,
verklaarde Dr Vander Heyde, destijds voor
zitter van het Davidsfonds "Niemand heeft
ooit gezien wat ik door dien martelaar op
zijn sierfbedde, een jaar lang, heb zien ver
duldig verdragen.-
Bij dezelfde gelegenheid, zei zijn oudleer
ling pastoor Flamez Driemaal mocht ik
hem bezoeken gedurende dit jaar van lijden
dat hij, te Poperinge kwijnde. Ik vond zijne
ziel gelijk zij mij altijd vorenkwatn verhe
ven, godvruchtig, dichterlijk liefdevolen nu,
door de smerten, ais met een glans van den
Thabor verheerlijkt) maar zijn afgezwoegd
tichvrn lag op het bedde van christe
lijke boetveerdigheid, uitgeput, geknakt,
vermorzeld en tot een naasten ondergang
veroordeeld.
Er gingen geen weken voorbij of er land
den te Poperiüge onbekende heeren aan, die
een dag hun bezigheden lieten liggen om
hier een plicht van genegenheid, hulde en
erkentelijkheid te komen kwijten.
De Poperirtgenaren ondertusschen verga
ten hunnen deken ook niet, en waar ze
meenden dat ze hem konden genoegen doen,
lieten zij niet na hem hunne goedjonstigheid
te bewijzen. Ten bewijze daarvan, een brief
van De Bo geschreven aan E. H. Baes,
schoolbestuurder te Isegem. Hij is gedagtee-
kend "Poperinge 11 Maart 1885» vijf
maanden dus voor den dcod van De Bo.
Poperinghe 11 Maart 1885.
Eerweerde Heer en Beste Vriend,
Hoe 't gaat met mij? Over 't algemeen
allengskens beter, maai- 't komen getijdelijk
droeve dagen en pijnlijke nachten, waarvan
God U en alle menschen wille sparen en
bewaren.
Mijn hof is vol beesten musschen op mij
nen doornboom wel 50 met een keerkatten
op de muren een kalkoen die van de weke
opgekermist is; en een kieken dat men mij
beloofd heeft te brengen.
Zondag laatstleden heb ik salade geëten
en radijzen komende uit de serre van eerten
parochiaan; of dat de moeite weerd is, hé
en dat en is niet een mondsvulle om te proe
ven, dat zijn geheele portiën maar algelijk
mijn flerecijn is er niet mede te bevredigen.
Het zit nu meest in mijne rechterzijde en
mijn twee armen. Hoe kun-je toen zoo'n
langen brief schrijven Omdat de vin
gers nog goed zijn, maar eerst en vooral
omdat ik schrijf voor onzen ailerbesten Pie-
ter Baes:,'ten is maar zulk een in de wereld.
Doe toch entwat voor mij, bij den II. Jo
seph; gij kunt zoo veel bij Hem met al uw
volk in deze zijne maand van Maarte.
Met broederlijken groet blijf ik U, Beste
Vriend, van herlen genegen; nog eens ver
geet mij niet.
Dienaar in X°,
De Bo, p. d.
Hij leed nog vijf lange maanden, en zag
met christelijke gelatenheid den dood te
gemoet. In het bijzijn van den dood dichtte
hij zijn laatste verzen; zo werden gebeiteld
op zijn praalgraf
O Heere laat mij zalig sterven
Ik ben uw priester toch
Laat mij bermhertigheid verwerven
Terwijl het tijd is nog.
Na een langdurigen doodstrijd overleed
hij op 25 Oogst 1885. Drie dagen later werd
hij onder een niet al te grooten toeloop van
vrienden, oudleerlingeu en bewonderaars
naar zijn laatste rustplaats geleid. De groot-
vicaris van het bisdom de Z. E. H. Van
Hove schetste in eenvoudige maar hartroe
rende woorden de zoo volle levensbaan van
den geleerden, goedhartigen, minzamen
priester.
Hij liet als erfdeeleenige kleine schul
den en om ze te betalen eenige exemplaren
van zijn Idioticon. Alles wat hij bezat had
hij aan de arme menschen weggegeven.
Zijne zuster Marie die hier eenige jaren een
huisje op St Jan bewoonde, was schier zon
der middels van bestaan. Eenige vrienden
van De Bo bezorgden haar later een onder
komen in een gesticht te Kortrijk.
Zulk een geleerde, den grondlegger onzer
huidige taalwetenschap vergeten, ware
ondankbaarheid. Ondankbaar mogen en
willen wij niet zijn. Daarom roepen wij op
24 Oogst alle Vlamingen uit België en
Fransch-Vlaanderen naar Poperinge, in de
overtuiging dat de Poperingenaren ze zullen
ontvangen met vreugde en gulhartigheid, en
noch tijd, noch moeite zullen sparen tot het
welgelukken van de feesten.
1798)
historisch tafereel uit de xviii0 eeuw,
Hendrik CONSCIENCE.
Generaalriep Bruno met beklemde
verontwaardiging, de voorzichtigheid kan
in zekere omstandigheden meer kwaad doen
dan de lafheid. Waarom twijfelt gij aan
onzen moed Hebben wij, sedert gij het
bevel over ons voert, u het recht gegeven
om onze dapperheid te verdenken Hoe
zouden wij den doodvreezen, daar hij toch
het lot moet zijn van allen, die overblijven
na de nederlaag 'l Ik beticht u nietmaar
voorwaar, gij hebt u bedrogen. Hadden wij
van bet begin der belegering de naderende
kolonnen één voor één aangevallen en ver
slagen, nooit ware het den Franschman
mogelijk geworden ons zoo nauw in te slui
ten. Nu is het kwaad geschied maar wie
weet. of wij door eene stoute poging de kans
niet doen keeren P Terwijl onze mannen
wanhopig staan te wachten, zal het geluk
niet tot ons komen. Wel met reden zegt het
spreekwoord help u zeiven, zoo helpt u
God 1
De kapiteins, die Bruno omringden, beves
tigden zijne stoute aanspraak door goedkeu
rend gejuicht, en getuigden door hunne
uitroepingen, dat zij evenals hij dorst hadden
naar dadigheid, en bereid waren om al
hunnen moed tot eene beslissende
samen te rapen.
Eenice oogenblikken bleef de Generaal
in stilte ten gronde zien. Dan hief hij het
hoofd op en sprak met besluit
Ik zou mij als mensch en als veldheer
in mijne eer moeten gekwetst voelen over
de woorden, die de kapitein der Walde-
ghemsche mannen mij heeft toegestourd j
maar ik vergeef gaarne Wat daarin hoonends
voor mij kan liggen. De tijd is niet geschikt
om over den min of meer gevoeglijken vorm j
eener rede te twisten. En dan, wat hij zeide, i
is waarheid. Gij gelooft dus, gezellen, dat
wij eenen besltssenaen uitval tegen de batte-
enbetcg behooren te
wagen P Welaan, dat het geschiede naar
uwen moedigen wensch J.k zal a ten aan
val leiden en u toonen, dat het mij aan
geene persoonlijke dapperheid faalt. Als
Veldheer zal ik evenw'el in aller haast
eenige schikkingen bommen, om ons eene
terugwijking mogelijk te maken, indien
onze poging mislukte, f lelooft mij, vrienden,
dat gij getrouwelijk, mijne bevelen zult
volgen de minste wanorde kan allernood-
lottigst voor onze aaaV. worden. Gij, kapitein
van Waideghera, zul t met uw vendel voor
uitgang ik heb vertr ouwen in uwe beproefde
onversaagdheid. Terwijl gij, door al de
vendels der Opper-Kern pen gevolgd, den
Water is een onmisbaar gerief in het huis
houden. Voor het wasschen en schuren mag
men er vrij breed meê omgaan, maar voor
het gebruik in de keuken kan men er noooit
te voorzichtig meê zijn. Dit laatste punt is
zeer belangrijk het is de moeite weerd eens
te onderzoeken op welke voorwaarden een
water als gezond endri nkbaar mag doorgaan
Vooreerst, is het regenwater, dat wij in
waterstukken en vergaarputten opvangen
te betrouwen Neen 't want van uit de
lucht sleept het niet enkel kleine hoeveelhe
den koolzuur en soms wat ammoniak, maar
vooral stof en microben mede het spoelt
dakeu en goten af waarop de wind allerlei
onreinheden geblazen heeft en waar de vo
gels ook velerhande... afval op laten. Het
moet gefilterd zijn, liefst nog gekookt, voor
aleer te mogen gedronken worden.
En het steenputwater Is dat te betrou
wen Ja en neen. Immers oorspronkelijk is
dat ook regenwater dat op den bodem
stroomde en er langzaam indrong, al dieper
en dieper tot dat het door eene ondoordring
bare laag opgehouden wierd dat water
doorweekt gansch de opperst liggende door-
dringbare grondlaag waariu onze steenput-
ten gemaakt zijn. Zulk water is dus waarlijk
gefilterd en moet zeer zuiver zijn. Ongeluk
kiglijk, dikwijls deugt die filter zelf niet.,
want die groud kan besmet zijn en is het
werkelijk in dichtbewoonde gebuurten, of
daar waar het water van de keukon en de
wasch niet wegvloeit, ook daar waar aal- en
mestputten niet dicht gemetst zijn. Zoo drin
gen vuilnissen en kiemen van bederf met het
water in den grond. Maar daartegen weet
de natuur nog raad immers al die bestand-
deelen afkomstig van planten, dieren en
menschen ondergaan eene geheele vervor
ming onder invloed van de zuurstof in den
grond bevat en met behulp van weldoende
microben. In luchtrijken grond geschiedt
die vervorming gemakkelijk wat vet is,
vergaat in koolzuur en water wat stikstof
bevat, verandert in nitraatmaar is de
■■jjiHItiMWpilIIjHHMIiHfll'II jijMr IIM iAHI fiTM
grond te dicht om veel zuurstof (ter lucht te
kunnen opnemen, dan is die vei vorming
onvolledig de velslollen veranderen in stin
kende gaz (methane)de andere stoffen met
stikstof geven nitriet of ammoniak. Het
water lost al die nieuwgevormde verbindin
gen op en sleept ze mede, even als andere
stoffen kalk, keukenzoutop weg gemoet,
ook de microben van de lucht en den grond,
goede en slechte en dat goedje woekert dan
in 't water met verbazende snelheid. En zoo
komt het, dat putwater veel stoffen bevat die
in het regenwater niet te vinden zijn iedere
huishoudster weet dat steenputwater geen
zoo wel dient om te wasschen en groensels
ie koken dat liegt aan de kalkverbindingen
die er in opgelost zijn. De ontleedkunde laat
toe er nog veel andere zouts toffen in te ont
dekken.
Dit al ingezien, welke gaven moet steen
putwater bezitten om drinkbaar te heeten
le Uiterlijk moet het helder zijn, kleur
loos. en zonder geur het moet een aange
name smaak hebben, niet fleeuwsch, noch
zuur, noch zoet smaken. Als het water
stinkt, mag het 'zelfs niet gebruikt worden
om het huis te schuren.
2e In scheidkundig opzicht mag het water
geen gevaarlijke stoffen bevatten zoo b. v.
geen lood, zeer weinig ijzeren ook niet ie
veel schadelooze verbindingen zooniet is
het mineraal waler, als dat van Vichy, Carls
bad, enz.Kalkcarbonaaten kalksulfaat zijn
niet slecht voor de gezondheid, maar maken
het water ongeschikt voor het wasschen
chloorsodium keukenzouton nitraat mo
gen gedoogd zijn in kleine gehalte, zoo een
flenste van een grain per liter water maar
nitriet en ammoniak mogen in het water
niet gevonden worden, hoe gering de hoe
veelheid ook weze, want zij getuigen dat
het water in aanraking komt met onvolledig
geteerde stoffen uit aalputten of andere oor
zaken van bederfzulk water is hoogst ver
dacht. Als het water uiterlijk voldoende,
toch kwd perten speelt, zoo b. v. als het,
zelfs gekookt, de melk doet vrongelen), ge
bruikt het niet als drank vooraleer het te
doen ontleden, zoodat gij weet wat er ha
pert zonder zweeten zullen doktoor, apo
theker of drogist de schadelijke of onge-
wenschte stoffen ontdekken en u bescheid
geven.
3° Darenboven moet het water vrij zijn
van gevaarlijke microbenhet water bevat
onvermijdelijk microben, maar dat is niet
erg er zijn misschien van die levelingen die
deugd doen. Maar wat in het water niet
mag gevonden zijn, het zijn de levelingen
van den typhus, de slunseziekte, de cholera
iedereen begrijpt dat. De Ooli-microob schijnt
in zijn eigen geen gevaarlijk ding 't is dat
zulk water in betrek is met eenen aalput.
Het onderzoek van het water, om te weten
of er te veel microben in zijn en welke, kan
maar door vakkundigen gedaan worden
de Staat heeft daartoe gestichten ingericht
die het water kosteloos onderzoeken op elke
redelijke aanvraag.
Tot slot herinneren wij dat geen microben
blijven leven als men het waler 10 minu
ten laat koken maar rauw water drinken
is altijd gevaarlijk
Een «Ier aangenaamheden van 't
huiselijk leven is een goedo, tas koffie bereid
met Trappisten chicorei Vincart.
Dépot bij gebr Delhaize Moncarey-Sansen.
De kapiteins wendden zich om en liepen
met geheven sabel juichend over de Markt
naar hunne vendels. Nauwelijks konden
eenigen de plaats bereikt hebben, waar
hunne mannen zich bevonden, of een blij
gejubel ontstond boven de scharen, en ieder
een begroette de vroolijke tijding met eenen
langen zegekreet. Het waren bovenal de
Waldegemsche mannen, die. met Karei
uit de Leeuw aan het hoofd, de lucht dobr
hun aanjagend krijgsgeschreeuw deden weer
galmen.
De vendels begonnen te bewegen en kwa
men zich in eene dichte kolonne vormen
voor den ingang der straat, die tot de Aller
heiligenpoort opklom.
Welhaast verscheen de Generaal metj
eenige Stafovorsten op de Markt en reed tot;
achter de Waldeghemsche schaar, die aan
het hoofd der kolonne zich bevond. Eenige
mannen te paard berden naar het achterste
deel des legers gestuurd, om overal de
grootste stilte te bevelen tot op het.oogen-
blik, dat trommels en horens den,storm
zouden aanheffen.
Wanneer alle gerucht was vergaan en de
Generaal merkte, dat zijne bevelen waren
uitgevoerd, gaf hij aan Bruno het sein om
vooruit te gaan.
De roode kruisvaan der Waldegemsche
schaar bewoog zich de gansche kolonne
Allerbeiligenberg beklimt en den vijand j volgde, met tragen stap en in de diepste
aanvalt, zullen &e vondels van Klein Bra- 'jstilte de lange straat naar de poort opklim-
bant met de lieden van Lier en Mechelen I mende.
de wallen hinnen de poort bezi-tten, omj Op den top van den Allerheiligenberg
uwen terugtocht desnoods te vergemakkelij-jstond eene tamelijk groote kapel. Daarne-
ken en eene verrussing af te weren. Gaat nu j vens hadden de Fïanschen de gevreesde
tot uwe mannen, verheft hunnen moed tot batterij van tien zware kanonnen gevestigd,
de hoogte dezer 'vermijtele poging en brengt I Deze plaats was daartoe uiterst voordeelig
uwe scharen najar d#ze zijde der Markt, »|want, daar de kanonniers zich immer ach
ter de kapel konden beschut houden, was
het den belegerden onmogelijk, van de
vesting er eenigen te treffen
Verder, achter de kapel, in eene daling
des gronds, stonden vijf- of zeshonderd sol
daten geschaard, om, indién het nood gaf,
de batterij tegen eenen aanval te bescher
men.
Do boeren naderden, intusschen dichter
tot de poort. Hier werd evenwel hun voor
nemen voor den vijand zichtbaar, dewijl er
hooger op geene huizen stonden, die het
gezicht uit het veld konden beletten.
Van uit verte hoorde men in de Fransche
legerplaatsen alarm blazen, en men kon
even spoedig bemerken, hoe de vijand in
Aller haast zijne scharen bewoog, om de
bedreigde batterij onderstand te brengen.
Op een bevel des Generaals braken in de
kolonne der patriotten trommels en horens
los en hieven de aanjagende stormtonen
aan.
Een donderend gejuich, een ontzaglijk
krijgsgeroep bonsde op uit den schoot van
het vadtulandsche leger en met versnelden
stap wierpen de boeren zich ter poort uit en
beklommen den berg.
Maar nauwelijks was de VvTaldegemsclie
bende buiten de stad geraakt, of de vijfhon
derd Franschen vertoonden zich op de
hoogte en zonden eenen hagel kogels op de
naderende patriotten.
Bruno bemerkte met schrik, dat zijne
mannen aarzelden, of door het lossen hun
ner geweren zich wilden vededigen. Zóó
kon men daar geenen stand houden, dewijl
nu insgelijks de kanonnen hun gebuide»'
tusschenden knal der vuurroeren mengden,
en schropt en ballen tusschen zijne mannen
braakten.
Hij sprong vooruit en riep met jkracht tot
Volgt
In China werd een hevig gevecht ge
leverd tusschen de regeeringstroepen en de
muiters. Deze werden verslegen. Het lands
bestuur heeft onzeglijk veel moeilijkheden.
Van een groote grondeigenaar kreeg
de duitsche Keizer een miljoen voor de ver
sterking der legervloot.
In Spanje is er werkstaking in de tex
tielnijverheid uitgebroken. Er zijn 150.000
stakers.
In Denemarken ontspoorde een snel
trein er zijn 15 dooden en een aantal zwaar
gekwetsten.
ver
man
Men
zijne gezellen
O, vrienden, nog éóne poging!
mijMet gevelde bajonetten vooruit vooruit,
voor God en vaderland I
<- Vooruit, vooruit! schreewdo Karei uit
de Leeuwterwijl hij met Bruno den berg
opliep, en door zijn voorbeeld al zijne gezel
len den moedgaf'om hem te volgen.
Onder het moorddadig vuur der Fran
schen verloren de Waldegemsche mannen
veel volk Evenwel, hoezeer het schroot en
de kogels hunne gelederde verdunden, zij
gaven den aanval niet op en liepen met
onbegrijpelijke vermetelheid den berg op,
waar eene dlchtgeslotene schaar hen
wachtte.
Hier begon een wanhopige strijd,
tegen man, met zwaard en bajonet
hakte, men stiet, men sloeg, men worstelde
er eene wijl zoo hevig' en zoo razend, dat er
welhaast een hoop lijken in plassend bloed
opgestapeld lag.
Gewis, de Waldegemsche heldenschaar
ware hier tot den Iaatsten man verpletterd
geworden, want tegen zoovele vijanden
kon noch moed, noch onversaagpheid hen
bestand maken, maar even spoedig ver
schenen insgelijks de andere vendels der
boeren boven de hoogte, en de Frauschen
werden van alle kanten omringd en bevoch
ten.
Bruno en Karei, met bloed en slijk bedekt,
streden als verwoede leeuwen, en dreven
hunne mannen immer vooruit tegen den
vijand op. Deze deinsde tot bij de kanonnen
en deed ongemtene pogingen om de batterij
te behouden, totdat eenige der Fransche
scharen, die van alle kanten met ontrolde
vaandels kwamen toegeloopen, ontzet moch
ten brengen.
Bruno, die hun inzicht merkte en door
den strijd tot blinde onverschrokkenheid
was vervoerd, hief opnieuw zijnen varier-
landschen zegekreet aan en stortte met zijne
mannen zoo onweerstaanbaar op de Fran
schen, dat dezen de kapel verlieten en
langzaam naar hunne komende makkers
terugweken.
De Waldegemsche mannen stonden te
midden der verlatene stukken te juichen
het vijandelijk geschut was in hunne macht!
Yol blijdschap sprong Karei uit de Leeuw
op een kanon en, zijnen hoed op de punt
van zijn zwaard rondzwaaiende, verkondig
de hij de overwinning door vroolijk krijgs
geroep.
Maar hem ontvloog op dit oogenblik een
akelige schreeuw Hij sloeg zich de hand op
de borst, om de ontvangene wonde te slui
ten doch het bloed sprong al een stroom
tusschen zijne vingeren'uit. De ongelukkige
jongeling zonk ineen en viel krachteloos
en stervend in Bruno's armen.
Mijn vriend, o Karei, Karei lief, riep
Bruno, terwijl hij de kleederen zijns mak
kers poogde ios te scheuren, ach, wanhoop
niet, ik zal uw bloed stelpen. Waar, waar
is uwe wonde
En met koortsige haast rukte hij het
overkleed van Karei aan flarden, om hem
de borst te ontdekken. Intusschen vlogen de
kogels met vernieuwde krachten boven zijn
hoofd doch, door pijn en lijden gansch
overheerscht, scheen hij niet meer te weten
waar hij zich bevond. De gewonde jongeling
lag hem in den arm met geslotene oogen
en met de doodsverf op het gelaat. Wanneer
Bruno hem eindelijk de borst ontblootte,
opende Karei nog eens zijne reeds verslenste
oogen een glimlach verscheen op zijn ge
laat en met bijna onhoorbare stem murmel
de hij
Nadruk voorbehouden, (Wordt voortgezet