NIEUWSBLAD VOOR POPERINGHE El OMSTREKEN Landdag-Optocht DE B0FEESTEN 24 OOGST. - Cantate-Lichtstoet. Hofstedeken DE BOERENKRIJB HET NOÏAR1ËEL EN NIJVERHEIDS ANNONCEN BLAD verschijnende den Zaterdag namiddag. BUlTENIiAHDSCH fllEÜttlS. Zondag 3Aug. igi3. pe laar. N 36. No taris PERL, JAARKRANS. 5 Centiemen. ANNONCEN Den drukregel 10 c. Herhaalde Annoncen volgens overeenkomst. Eerste Taps, Bolllngen en Herbergkermissen mits betaling van 25 cn. Alle Annoncen vooraf betaalbaar moeten vóór den Vrijdag-noen ingezonden worden. INSCHRIJVINGSPRIJS Bniten grondgebied van Poperinghe Op grondgebied van Buitenland 4,é0 fr De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen ééns onvergeld in bet blad verschijnen. Uitgever, VALÈRE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. Wekeüjksche Almanak.—Augusti. Zon op, Zon ond. Notaris BA CQ DA ER T, Uit der hand Ie koopen Een aliergerieflijkst Woonhuis Den Maandag 11 Oogst 1913 Openbare Yerkooping van Vermogen van Opbod. Den Vrijdag fc25 Juli 1913, OPENBAARLIJK TOEGEWEZEN NOTA. Donderdag 7 Augusti 1913, vaa een nieuw gebouwd WOONHUIS, BACQUAERT te Poperinghe en CAiERLYNCKte Passchendale TE RENINGHELST, OVERSUG Vrijdag 8 Oogst 1913, A ROTH E EK - D ROGER1J A. KESTEL1JN, Gasthuisstraat, 35, POPERINGHE. Uiterhand tö koopen of te pachten BROOD- EN SUIKERBAKKERS OEGST. De Bo als Deken Drinkbaar Water. kt. AéJtfit worden ingelijfd 2,60 Fr. VOOR IEDEREEN. De Herbergiers hebben recht aan Kostelooze inlassching van twee Herbergl'eesten. Het recht, annoncen oj artikels te weigeren is voorbehouden. Bijzondere builen stad 2,50 binnen stad 2,00 Herbergiers buiten stad 1,60 binnen stad 1,00 Zondag 3 Maandag 4 Dinsdag 5 Woensdag 6 Donderdag 7 Vrijdag 8 Zaterdag 9 Nieuwe Maan. Eerste Kwartier. Volle Maan. s. Nicodemus, Slephanus vinding, s. Döminicus, Tertulliaen. Maria ter Sneeuw, Abel. Transfiguratie Christi. s Donats, Albertus, Cajetanus. s. Cyriacus en Largus. s. Romanus, Verianus, Justinus. 4 u. 13 m. 7 tt 24 m 4 15 7 22 4 16 7 20 4 18 7 19 4 19 7 17 4 21 7 15 4 22 7 13 Zaterdag 2 Augusti, ten 12 ure 58 Zaterdag 9 Augusti, ten 4 ure 3 Zaterdag 10 Augusii, ten 8 ure 27 Laatste Kwartier. Maandag 25 Augusti, ten O ure 18 Nieuwe Maan. Zondag 31 Augusti, ten 8 ure 38 minuten minuten minuten minuten minuten 's namiddags, 's morgens, 's avonds, 's morgens, 's avonds. Uit oorzaak van vertrek. STUDIE VAN DEN te Poperinghe. I met Magazijnen, Paardenstal en 5 aren 15 centiaren grond en hof, te Poperinghe, in de Yperstraat n° 94, met uitgangpoort in de Valkestraat, dienstig lot allen handel. Laatst gebruikt door M. Louis Ampen- Decorte. Alle inlichtingen te bekomen bij voor noemden Notaris Itaequaei-t. II in cene zitting om 3 uren namiddag, ter herberg A la Mai- son de Ville groote markt te POPERINGHE, ten overstaan van den heer Vrederechter, I. Een Renteniershuis met 15 aren 49 centiaren grond en hof, in de Bergenstraat, te CASSEL, Frankrijk-noord). Seffens aanslag. II. Een Hofstedeken met 3 h. 57 a. 39 c. weide en zaailand, gelegen te POPERIN GHE en te RENINGHELSTlangs den steenweg tusschèn deze gemeenten. Gebrwkt door Jules Decrock-Lemahieu, tot 1 October 1919, mits 630 fr. s jaars, boven de lasten. En III. Een Hofstedeken met 2 h. 10 a. 20 c. weide en land, gelegen te POPERIN GHE, hij de Lijssecatstraat. Gebruikt door Cyrille Breemeersch-Del- boo, aan 435 fr. 's jaars, boven de lasten en de verzekeringspremie tot 1 October 1916. om 3 1/2 uren namiddag, te Poperinghe,ter estaminet -Het Stadhuis-, in de verkoopzaal der Notarisseu, De Notaris CASSIERS, te Poperinghe, ten overstaan van den Heer Vrederechter van 't kanton, Heeft ter oorzaak van Failliet, ten ver zoeke der Curators de Heeren Albert BiE- BUYCK en Robert GLORIE, beide advokaten te Yper, mits 8500 fr. aan d'Heer Maur. Vande- voorde-Timpervilte, melder te Poperinghe. Stad Poperinghe. Veurnestraat. Eenigen Koop. Een groot en gerieflijk WOONHUIS met koetspoort, stalling, werk- en bergplaatsen, verdere afhangelijkhedeu en volgens kadas ter sectie F nummers 182 en 182ft, 5 a^en 45 cent. grond, koer en hof. Onvergeld bewoond tol 1 October 1913, door den ae/aalden Jules Carton-David. Volgens art. 565 der wet van 18° April 1851, zal iedereen het recht hebben binnen de 15 dagen na da toewijzing, een opbod te doen van ten minsten 1/10 van den princi palen overslagprijs, welk opbod moet ge- 53eMengelwerk van DE P0PER1NGHENAAR daan worden bij exploit van deurwaarder beteekend aan den Notaris die de toewijzing zal gedaan hebben en bekend gemaakt aan den Curator en aan den Kooper. En ten gevolge van zutkdanig opbod zou de toewijzing voor iedereen moeten tiergaan worden ten verzoeke van de Curators zon der verdere bemachtiging, door zelfden Nolaris en op de zelfde wijze als de eerste om dezen keer definitief te worden. Kantoor van den te Rousbrugge-IIaringhe. om 2 ure namiddag ter gehoorzaal en ten overstaan van den heer Vrederechterte Rousbruqge, zal meester Gastou-Josrpli I'EED, Notaris ter verblijfplaats van Ronsbrugge- Haringhe, overgaan tot de openbare verkoo- ping 1 met schuur, stallingen en afhankelijkheden, en 41 aren 50 centiaren bebouwde grond en zaailand daarmedegaande, staande en gele gen te Stavele, bij den Doode mannen- put. Laatst bewoond door de echtgenooten Laseure-Goudenhoofd. Aanslag met de geldtelling. Cliieorci Van Tieghem - Dupont, Is zeer spaarzaam in 't gebruik. Studiën der Notarissen Openha re Vei'kooping van eén zeer wel gelegen langs de Belfroidstraat keizei Verdeeld in 3 koopen als volgt: 1. De Gebouwen met 10 a. 35 cent. grond en hof, sectie E nummers 767b 767c en 768b. Gebruikt door Henri Struye. Hand slag met de geldtelling. Ingesteld 1325 fr. 2. Eene goede Weidegroot 1 heict. 8 a. 60 cent., sectie E nummer 790a. Ingesteld5375 fr. En 3. Eene allerbeste pariie Zaailand, sectie E numm. 284a. Ingesteld4650 fr. Koopen 2 en 3 gebruikt door Achiel La- gache, tot 1 October 1917, aan 283 franks 's jaars, boven de lasten. om 3 uren zeer stipt namiddag, ter herberg A la Cour de Commerce bij Charles Ghillebaert, Meessenstraat, te Pope ringhe. Inlichtingen te verkrijgen bij gemelde Notarissen. groot 86 a. 20 cent eene zeer wel bekalante te POPERINGHE, Noordstraat, N° 14. Oven op kolen, naar 't laatste stelsel. Onmiddelijke ingenottreding. Zich te begeven bij den Notaris Har- quaort, Yperstraat, N° 77, te Poperinghe. VIII. Een bange hitte weegt over de natuur. Oud en gebogen, goud-geel hangt het koren, te treuren over zijn verval, te kraken en te spokken. Nog zingen de vogels in de donkergroe ne boomen, die volschoten, doch jeugdig en krachtig, over de rijpe vruchten hangen en nog vele blijde dagen te geunoet zien. Maar uit de boerenhoven komt het volk, met zware bundels banden de pikke zin dert op do bootarre van in den donkeren morgen en de benden trekken, zwijgend en verzeeuwd, moê en af nog van gister, te vel de. De pikken snijden door de ruttelende stalen en 't koren rollebolt in gelijke pikko- lingeu dwars over de bédden en 't vrouwvolk bindt en de boer recht de stuiken in lange, lange, pij lbo utrechte reken en al dat werk en geweld en gejaagdheid gaat stil, met kor te nevelen en korte antwoorden en altijd voort rolt het koren neèr en staat het weer om recht in stuiken. Do wetsteen zingt op de snêe, de pikke zin dert op den haaksteert en bijt in 't korén, maar altijd bijten en de pikkers, tweedubbel, schieten achter malka&r, twee pikkelingen verscheên, 'lijk om ter eerst t'einden. 't Halven de getien rusten ze en, wijl ze zalig aan hun pijpke lokken, liggen ze, met den afgebeulden rug op 't geschoren koren, met 't aangezicht in de blakende zon. Boven hunne hoofden duivelen de mus- schen voorbij, spelend en vechtend, dik-vol van gereusd graan, brooddronken en, 't en den 'tstuk, op de boomen, schuifelen de groote vogels hun heesch liedje, want nu beginnen ze te muiten en verliezen hunne stem. In 't herte van den dag brandt de zon op de bloote stoppels en trekt licht-beflen op, die wippen en hukken en flikker-dansen, 'lijk honderd duizend kristalen spokejongen. Met den avond trekken de benden hof- waarts en nog kan het jonge vrouwvolk zot- tebollen en zingen, maar 't mannevölk gaat, met de pik op den schouder en den haak in de hand, zwijgend en ernstig naar huis, 'lijk priesters, die na de heilige dien sten de autaartrappen afdalen zo zijn af en moê, ze hebben een zwaren peil afgedaan, een grootsch werk dat voelen ze en nu lonkt hun de rust tegen. 't Veld is geschoren. Zoo ver de oogen dra gen, zijn 't al stuiken op stuiken en tusschen de reken zetten de boevers aan en breken de hardgedroogde stoppels, die een pakkenden geur uitwasemen. Welhaast staat 't koren rulteldroog, de wagens rollen door de zandige dreven en komen krakend en piepend weêr of naar 't hof, hoog geladen en daar staat de schei- ver op zijn plein. De vorker springt op de voeren, bloot,hoofde, met den hemdenhals open en de mouwen opgesloofd en de voeren buischen af op 't plein, 't een na het ander de schelver rijst en rijst, tot dat hij op 't top- ke van den voltrokken schelf de groote kal- leinoeie zet. En zoo vliegen de wagens van 's morgens tot 's avonds, dagen achtereen de schelven rijzen ten alle kant en 't veld licht daar zoo bfutsch, met al die eenlijke bloote strepen tusschen de donkergroene zomervruchten en er hangt Tijk een tinte van treurnis boven alles. Schoon lonkt de zonne nog, blijde gaan de dagen open en toe, groen staan de boomen en zomervruchten, maar de vogels zwijgen en 't veld is zoo bloot koren geschoren, winter geboren. 't Veld is nu gelijk een tempel, na de grootsche diensten 't orgel zwijgt, het autaar is verlaten en ontbloot, de keersen uitgedoofd, maar nog hangen de beuken vol wierookwalm en er blijft 'lijk een overschot, een zieltje zweven, uit de afgeluopene plech tigheden, tot de koster komen zal en de deur sluiten. Vaarwel OegstSeptember de Mei maand onzer tijden komt op. Warden Uom. te Poperinge. V. Dat De Bo als pastoor de uiistekendste gaven bezat bewijst boven alles het feit dat hij 18 maanden na zijne benoeming te Ruis lede, aangesteld werd als deken te Poperinge. (22° April 1884). Helaas! hij kon niet meer en kwam hier otn te sterven. Aan een zijner vrienden die hem geluk wenschte, antwoordde hij Iedereen wenscht mij geluk en niemand en heeft compassie.Werkelijk hij kon niet meer. Te Poperinge, leed hij en stierf hij. Zes weken na zijne inhuldiging begaven hem zijn krachten. Op O. L. V. Hemelvaart beklom bij voor den Iaatsten keer den predikstoel waar zijn woord, bij gelijk welke gelegenheid, altijd zijn toehoorders geboeid had. Toen De Bo's praalgraf werd ingehuldigd, verklaarde Dr Vander Heyde, destijds voor zitter van het Davidsfonds "Niemand heeft ooit gezien wat ik door dien martelaar op zijn sierfbedde, een jaar lang, heb zien ver duldig verdragen.- Bij dezelfde gelegenheid, zei zijn oudleer ling pastoor Flamez Driemaal mocht ik hem bezoeken gedurende dit jaar van lijden dat hij, te Poperinge kwijnde. Ik vond zijne ziel gelijk zij mij altijd vorenkwatn verhe ven, godvruchtig, dichterlijk liefdevolen nu, door de smerten, ais met een glans van den Thabor verheerlijkt) maar zijn afgezwoegd tichvrn lag op het bedde van christe lijke boetveerdigheid, uitgeput, geknakt, vermorzeld en tot een naasten ondergang veroordeeld. Er gingen geen weken voorbij of er land den te Poperiüge onbekende heeren aan, die een dag hun bezigheden lieten liggen om hier een plicht van genegenheid, hulde en erkentelijkheid te komen kwijten. De Poperirtgenaren ondertusschen verga ten hunnen deken ook niet, en waar ze meenden dat ze hem konden genoegen doen, lieten zij niet na hem hunne goedjonstigheid te bewijzen. Ten bewijze daarvan, een brief van De Bo geschreven aan E. H. Baes, schoolbestuurder te Isegem. Hij is gedagtee- kend "Poperinge 11 Maart 1885» vijf maanden dus voor den dcod van De Bo. Poperinghe 11 Maart 1885. Eerweerde Heer en Beste Vriend, Hoe 't gaat met mij? Over 't algemeen allengskens beter, maai- 't komen getijdelijk droeve dagen en pijnlijke nachten, waarvan God U en alle menschen wille sparen en bewaren. Mijn hof is vol beesten musschen op mij nen doornboom wel 50 met een keerkatten op de muren een kalkoen die van de weke opgekermist is; en een kieken dat men mij beloofd heeft te brengen. Zondag laatstleden heb ik salade geëten en radijzen komende uit de serre van eerten parochiaan; of dat de moeite weerd is, hé en dat en is niet een mondsvulle om te proe ven, dat zijn geheele portiën maar algelijk mijn flerecijn is er niet mede te bevredigen. Het zit nu meest in mijne rechterzijde en mijn twee armen. Hoe kun-je toen zoo'n langen brief schrijven Omdat de vin gers nog goed zijn, maar eerst en vooral omdat ik schrijf voor onzen ailerbesten Pie- ter Baes:,'ten is maar zulk een in de wereld. Doe toch entwat voor mij, bij den II. Jo seph; gij kunt zoo veel bij Hem met al uw volk in deze zijne maand van Maarte. Met broederlijken groet blijf ik U, Beste Vriend, van herlen genegen; nog eens ver geet mij niet. Dienaar in X°, De Bo, p. d. Hij leed nog vijf lange maanden, en zag met christelijke gelatenheid den dood te gemoet. In het bijzijn van den dood dichtte hij zijn laatste verzen; zo werden gebeiteld op zijn praalgraf O Heere laat mij zalig sterven Ik ben uw priester toch Laat mij bermhertigheid verwerven Terwijl het tijd is nog. Na een langdurigen doodstrijd overleed hij op 25 Oogst 1885. Drie dagen later werd hij onder een niet al te grooten toeloop van vrienden, oudleerlingeu en bewonderaars naar zijn laatste rustplaats geleid. De groot- vicaris van het bisdom de Z. E. H. Van Hove schetste in eenvoudige maar hartroe rende woorden de zoo volle levensbaan van den geleerden, goedhartigen, minzamen priester. Hij liet als erfdeeleenige kleine schul den en om ze te betalen eenige exemplaren van zijn Idioticon. Alles wat hij bezat had hij aan de arme menschen weggegeven. Zijne zuster Marie die hier eenige jaren een huisje op St Jan bewoonde, was schier zon der middels van bestaan. Eenige vrienden van De Bo bezorgden haar later een onder komen in een gesticht te Kortrijk. Zulk een geleerde, den grondlegger onzer huidige taalwetenschap vergeten, ware ondankbaarheid. Ondankbaar mogen en willen wij niet zijn. Daarom roepen wij op 24 Oogst alle Vlamingen uit België en Fransch-Vlaanderen naar Poperinge, in de overtuiging dat de Poperingenaren ze zullen ontvangen met vreugde en gulhartigheid, en noch tijd, noch moeite zullen sparen tot het welgelukken van de feesten. 1798) historisch tafereel uit de xviii0 eeuw, Hendrik CONSCIENCE. Generaalriep Bruno met beklemde verontwaardiging, de voorzichtigheid kan in zekere omstandigheden meer kwaad doen dan de lafheid. Waarom twijfelt gij aan onzen moed Hebben wij, sedert gij het bevel over ons voert, u het recht gegeven om onze dapperheid te verdenken Hoe zouden wij den doodvreezen, daar hij toch het lot moet zijn van allen, die overblijven na de nederlaag 'l Ik beticht u nietmaar voorwaar, gij hebt u bedrogen. Hadden wij van bet begin der belegering de naderende kolonnen één voor één aangevallen en ver slagen, nooit ware het den Franschman mogelijk geworden ons zoo nauw in te slui ten. Nu is het kwaad geschied maar wie weet. of wij door eene stoute poging de kans niet doen keeren P Terwijl onze mannen wanhopig staan te wachten, zal het geluk niet tot ons komen. Wel met reden zegt het spreekwoord help u zeiven, zoo helpt u God 1 De kapiteins, die Bruno omringden, beves tigden zijne stoute aanspraak door goedkeu rend gejuicht, en getuigden door hunne uitroepingen, dat zij evenals hij dorst hadden naar dadigheid, en bereid waren om al hunnen moed tot eene beslissende samen te rapen. Eenice oogenblikken bleef de Generaal in stilte ten gronde zien. Dan hief hij het hoofd op en sprak met besluit Ik zou mij als mensch en als veldheer in mijne eer moeten gekwetst voelen over de woorden, die de kapitein der Walde- ghemsche mannen mij heeft toegestourd j maar ik vergeef gaarne Wat daarin hoonends voor mij kan liggen. De tijd is niet geschikt om over den min of meer gevoeglijken vorm j eener rede te twisten. En dan, wat hij zeide, i is waarheid. Gij gelooft dus, gezellen, dat wij eenen besltssenaen uitval tegen de batte- enbetcg behooren te wagen P Welaan, dat het geschiede naar uwen moedigen wensch J.k zal a ten aan val leiden en u toonen, dat het mij aan geene persoonlijke dapperheid faalt. Als Veldheer zal ik evenw'el in aller haast eenige schikkingen bommen, om ons eene terugwijking mogelijk te maken, indien onze poging mislukte, f lelooft mij, vrienden, dat gij getrouwelijk, mijne bevelen zult volgen de minste wanorde kan allernood- lottigst voor onze aaaV. worden. Gij, kapitein van Waideghera, zul t met uw vendel voor uitgang ik heb vertr ouwen in uwe beproefde onversaagdheid. Terwijl gij, door al de vendels der Opper-Kern pen gevolgd, den Water is een onmisbaar gerief in het huis houden. Voor het wasschen en schuren mag men er vrij breed meê omgaan, maar voor het gebruik in de keuken kan men er noooit te voorzichtig meê zijn. Dit laatste punt is zeer belangrijk het is de moeite weerd eens te onderzoeken op welke voorwaarden een water als gezond endri nkbaar mag doorgaan Vooreerst, is het regenwater, dat wij in waterstukken en vergaarputten opvangen te betrouwen Neen 't want van uit de lucht sleept het niet enkel kleine hoeveelhe den koolzuur en soms wat ammoniak, maar vooral stof en microben mede het spoelt dakeu en goten af waarop de wind allerlei onreinheden geblazen heeft en waar de vo gels ook velerhande... afval op laten. Het moet gefilterd zijn, liefst nog gekookt, voor aleer te mogen gedronken worden. En het steenputwater Is dat te betrou wen Ja en neen. Immers oorspronkelijk is dat ook regenwater dat op den bodem stroomde en er langzaam indrong, al dieper en dieper tot dat het door eene ondoordring bare laag opgehouden wierd dat water doorweekt gansch de opperst liggende door- dringbare grondlaag waariu onze steenput- ten gemaakt zijn. Zulk water is dus waarlijk gefilterd en moet zeer zuiver zijn. Ongeluk kiglijk, dikwijls deugt die filter zelf niet., want die groud kan besmet zijn en is het werkelijk in dichtbewoonde gebuurten, of daar waar het water van de keukon en de wasch niet wegvloeit, ook daar waar aal- en mestputten niet dicht gemetst zijn. Zoo drin gen vuilnissen en kiemen van bederf met het water in den grond. Maar daartegen weet de natuur nog raad immers al die bestand- deelen afkomstig van planten, dieren en menschen ondergaan eene geheele vervor ming onder invloed van de zuurstof in den grond bevat en met behulp van weldoende microben. In luchtrijken grond geschiedt die vervorming gemakkelijk wat vet is, vergaat in koolzuur en water wat stikstof bevat, verandert in nitraatmaar is de ■■jjiHItiMWpilIIjHHMIiHfll'II jijMr IIM iAHI fiTM grond te dicht om veel zuurstof (ter lucht te kunnen opnemen, dan is die vei vorming onvolledig de velslollen veranderen in stin kende gaz (methane)de andere stoffen met stikstof geven nitriet of ammoniak. Het water lost al die nieuwgevormde verbindin gen op en sleept ze mede, even als andere stoffen kalk, keukenzoutop weg gemoet, ook de microben van de lucht en den grond, goede en slechte en dat goedje woekert dan in 't water met verbazende snelheid. En zoo komt het, dat putwater veel stoffen bevat die in het regenwater niet te vinden zijn iedere huishoudster weet dat steenputwater geen zoo wel dient om te wasschen en groensels ie koken dat liegt aan de kalkverbindingen die er in opgelost zijn. De ontleedkunde laat toe er nog veel andere zouts toffen in te ont dekken. Dit al ingezien, welke gaven moet steen putwater bezitten om drinkbaar te heeten le Uiterlijk moet het helder zijn, kleur loos. en zonder geur het moet een aange name smaak hebben, niet fleeuwsch, noch zuur, noch zoet smaken. Als het water stinkt, mag het 'zelfs niet gebruikt worden om het huis te schuren. 2e In scheidkundig opzicht mag het water geen gevaarlijke stoffen bevatten zoo b. v. geen lood, zeer weinig ijzeren ook niet ie veel schadelooze verbindingen zooniet is het mineraal waler, als dat van Vichy, Carls bad, enz.Kalkcarbonaaten kalksulfaat zijn niet slecht voor de gezondheid, maar maken het water ongeschikt voor het wasschen chloorsodium keukenzouton nitraat mo gen gedoogd zijn in kleine gehalte, zoo een flenste van een grain per liter water maar nitriet en ammoniak mogen in het water niet gevonden worden, hoe gering de hoe veelheid ook weze, want zij getuigen dat het water in aanraking komt met onvolledig geteerde stoffen uit aalputten of andere oor zaken van bederfzulk water is hoogst ver dacht. Als het water uiterlijk voldoende, toch kwd perten speelt, zoo b. v. als het, zelfs gekookt, de melk doet vrongelen), ge bruikt het niet als drank vooraleer het te doen ontleden, zoodat gij weet wat er ha pert zonder zweeten zullen doktoor, apo theker of drogist de schadelijke of onge- wenschte stoffen ontdekken en u bescheid geven. 3° Darenboven moet het water vrij zijn van gevaarlijke microbenhet water bevat onvermijdelijk microben, maar dat is niet erg er zijn misschien van die levelingen die deugd doen. Maar wat in het water niet mag gevonden zijn, het zijn de levelingen van den typhus, de slunseziekte, de cholera iedereen begrijpt dat. De Ooli-microob schijnt in zijn eigen geen gevaarlijk ding 't is dat zulk water in betrek is met eenen aalput. Het onderzoek van het water, om te weten of er te veel microben in zijn en welke, kan maar door vakkundigen gedaan worden de Staat heeft daartoe gestichten ingericht die het water kosteloos onderzoeken op elke redelijke aanvraag. Tot slot herinneren wij dat geen microben blijven leven als men het waler 10 minu ten laat koken maar rauw water drinken is altijd gevaarlijk Een «Ier aangenaamheden van 't huiselijk leven is een goedo, tas koffie bereid met Trappisten chicorei Vincart. Dépot bij gebr Delhaize Moncarey-Sansen. De kapiteins wendden zich om en liepen met geheven sabel juichend over de Markt naar hunne vendels. Nauwelijks konden eenigen de plaats bereikt hebben, waar hunne mannen zich bevonden, of een blij gejubel ontstond boven de scharen, en ieder een begroette de vroolijke tijding met eenen langen zegekreet. Het waren bovenal de Waldegemsche mannen, die. met Karei uit de Leeuw aan het hoofd, de lucht dobr hun aanjagend krijgsgeschreeuw deden weer galmen. De vendels begonnen te bewegen en kwa men zich in eene dichte kolonne vormen voor den ingang der straat, die tot de Aller heiligenpoort opklom. Welhaast verscheen de Generaal metj eenige Stafovorsten op de Markt en reed tot; achter de Waldeghemsche schaar, die aan het hoofd der kolonne zich bevond. Eenige mannen te paard berden naar het achterste deel des legers gestuurd, om overal de grootste stilte te bevelen tot op het.oogen- blik, dat trommels en horens den,storm zouden aanheffen. Wanneer alle gerucht was vergaan en de Generaal merkte, dat zijne bevelen waren uitgevoerd, gaf hij aan Bruno het sein om vooruit te gaan. De roode kruisvaan der Waldegemsche schaar bewoog zich de gansche kolonne Allerbeiligenberg beklimt en den vijand j volgde, met tragen stap en in de diepste aanvalt, zullen &e vondels van Klein Bra- 'jstilte de lange straat naar de poort opklim- bant met de lieden van Lier en Mechelen I mende. de wallen hinnen de poort bezi-tten, omj Op den top van den Allerheiligenberg uwen terugtocht desnoods te vergemakkelij-jstond eene tamelijk groote kapel. Daarne- ken en eene verrussing af te weren. Gaat nu j vens hadden de Fïanschen de gevreesde tot uwe mannen, verheft hunnen moed tot batterij van tien zware kanonnen gevestigd, de hoogte dezer 'vermijtele poging en brengt I Deze plaats was daartoe uiterst voordeelig uwe scharen najar d#ze zijde der Markt, »|want, daar de kanonniers zich immer ach ter de kapel konden beschut houden, was het den belegerden onmogelijk, van de vesting er eenigen te treffen Verder, achter de kapel, in eene daling des gronds, stonden vijf- of zeshonderd sol daten geschaard, om, indién het nood gaf, de batterij tegen eenen aanval te bescher men. Do boeren naderden, intusschen dichter tot de poort. Hier werd evenwel hun voor nemen voor den vijand zichtbaar, dewijl er hooger op geene huizen stonden, die het gezicht uit het veld konden beletten. Van uit verte hoorde men in de Fransche legerplaatsen alarm blazen, en men kon even spoedig bemerken, hoe de vijand in Aller haast zijne scharen bewoog, om de bedreigde batterij onderstand te brengen. Op een bevel des Generaals braken in de kolonne der patriotten trommels en horens los en hieven de aanjagende stormtonen aan. Een donderend gejuich, een ontzaglijk krijgsgeroep bonsde op uit den schoot van het vadtulandsche leger en met versnelden stap wierpen de boeren zich ter poort uit en beklommen den berg. Maar nauwelijks was de VvTaldegemsclie bende buiten de stad geraakt, of de vijfhon derd Franschen vertoonden zich op de hoogte en zonden eenen hagel kogels op de naderende patriotten. Bruno bemerkte met schrik, dat zijne mannen aarzelden, of door het lossen hun ner geweren zich wilden vededigen. Zóó kon men daar geenen stand houden, dewijl nu insgelijks de kanonnen hun gebuide»' tusschenden knal der vuurroeren mengden, en schropt en ballen tusschen zijne mannen braakten. Hij sprong vooruit en riep met jkracht tot Volgt In China werd een hevig gevecht ge leverd tusschen de regeeringstroepen en de muiters. Deze werden verslegen. Het lands bestuur heeft onzeglijk veel moeilijkheden. Van een groote grondeigenaar kreeg de duitsche Keizer een miljoen voor de ver sterking der legervloot. In Spanje is er werkstaking in de tex tielnijverheid uitgebroken. Er zijn 150.000 stakers. In Denemarken ontspoorde een snel trein er zijn 15 dooden en een aantal zwaar gekwetsten. ver man Men zijne gezellen O, vrienden, nog éóne poging! mijMet gevelde bajonetten vooruit vooruit, voor God en vaderland I <- Vooruit, vooruit! schreewdo Karei uit de Leeuwterwijl hij met Bruno den berg opliep, en door zijn voorbeeld al zijne gezel len den moedgaf'om hem te volgen. Onder het moorddadig vuur der Fran schen verloren de Waldegemsche mannen veel volk Evenwel, hoezeer het schroot en de kogels hunne gelederde verdunden, zij gaven den aanval niet op en liepen met onbegrijpelijke vermetelheid den berg op, waar eene dlchtgeslotene schaar hen wachtte. Hier begon een wanhopige strijd, tegen man, met zwaard en bajonet hakte, men stiet, men sloeg, men worstelde er eene wijl zoo hevig' en zoo razend, dat er welhaast een hoop lijken in plassend bloed opgestapeld lag. Gewis, de Waldegemsche heldenschaar ware hier tot den Iaatsten man verpletterd geworden, want tegen zoovele vijanden kon noch moed, noch onversaagpheid hen bestand maken, maar even spoedig ver schenen insgelijks de andere vendels der boeren boven de hoogte, en de Frauschen werden van alle kanten omringd en bevoch ten. Bruno en Karei, met bloed en slijk bedekt, streden als verwoede leeuwen, en dreven hunne mannen immer vooruit tegen den vijand op. Deze deinsde tot bij de kanonnen en deed ongemtene pogingen om de batterij te behouden, totdat eenige der Fransche scharen, die van alle kanten met ontrolde vaandels kwamen toegeloopen, ontzet moch ten brengen. Bruno, die hun inzicht merkte en door den strijd tot blinde onverschrokkenheid was vervoerd, hief opnieuw zijnen varier- landschen zegekreet aan en stortte met zijne mannen zoo onweerstaanbaar op de Fran schen, dat dezen de kapel verlieten en langzaam naar hunne komende makkers terugweken. De Waldegemsche mannen stonden te midden der verlatene stukken te juichen het vijandelijk geschut was in hunne macht! Yol blijdschap sprong Karei uit de Leeuw op een kanon en, zijnen hoed op de punt van zijn zwaard rondzwaaiende, verkondig de hij de overwinning door vroolijk krijgs geroep. Maar hem ontvloog op dit oogenblik een akelige schreeuw Hij sloeg zich de hand op de borst, om de ontvangene wonde te slui ten doch het bloed sprong al een stroom tusschen zijne vingeren'uit. De ongelukkige jongeling zonk ineen en viel krachteloos en stervend in Bruno's armen. Mijn vriend, o Karei, Karei lief, riep Bruno, terwijl hij de kleederen zijns mak kers poogde ios te scheuren, ach, wanhoop niet, ik zal uw bloed stelpen. Waar, waar is uwe wonde En met koortsige haast rukte hij het overkleed van Karei aan flarden, om hem de borst te ontdekken. Intusschen vlogen de kogels met vernieuwde krachten boven zijn hoofd doch, door pijn en lijden gansch overheerscht, scheen hij niet meer te weten waar hij zich bevond. De gewonde jongeling lag hem in den arm met geslotene oogen en met de doodsverf op het gelaat. Wanneer Bruno hem eindelijk de borst ontblootte, opende Karei nog eens zijne reeds verslenste oogen een glimlach verscheen op zijn ge laat en met bijna onhoorbare stem murmel de hij Nadruk voorbehouden, (Wordt voortgezet

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1913 | | pagina 1