LID VOOR
POPERINGHE EN OMSTREKEN
MIS MISEPOP
HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
verschijnende
den Zaterdag namiddag.
Koopt uwe MEUBELS, Stoelen, Bedden, Matrassen, Kassen, Stoors, Gordijnen, Linoleums, bij Sansen-Decorte, Poperinghe.
ge /aar. N 42.
Zondag iqn September iqi3.
5 Centiemen.
ANNONCEN
Den drukregel ÜO c.
Herhaalde Annoncen
volgens overeenkomst.
Eerste Taps, Ballingen
en Herbergkermissen
mits betaling vaa 25 cn.
Alle Annoncen
vooraf betaalbaar
moeten vóór den
Vrij dag-noen
ingezonden worden.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Buiten grondgebied van
Op grondgebied van
fill 1
te«* 0
Buitenland 4,é0 fr
De plakbrieven
die bij mij gedrukt ziin,
zullen ééns onvergeld
in het blad verschijnen.
Uitgever, VALÈRE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe.
Wekeüjksche Almanak.— September.
Te Koop.
Notaris Bacquaert,
Maandag 29 Sept. 1913,
OPENBARK YERKOüPING VAN
Notaris CASSIBRS,
Maandag 29 Sept. 1913,
Notaris VAN ZANÏV00RDE,
Openbare Verkooping van
HUIZEN
EN LANDEN
INSTEL: Dotderdag 25 Sept.lon
VERBLIJFDonderdag 9 October,y13'
WTUTQ is meer aan te bevelen tegen
FU £L I O Bloedsgebrek, Bleekzucht, Ze
nuwziekten, gebrek aan Eetlust, Uitputting
en alle Ziekten door overlast veroorzaakt,
dan de VERSTERKENDE PILLEN.
BAR VEN VS
Od. DE MARE.
Het soldatenleven in het Kamp.
Aan de toekomende
milicianen en hnane ouders.
De Waterkwestie.
worden ingelijfd
2,50 Fr. VOOR IEDEREEN.
Do Herbergiers hebben recht
aan Kostelooze inlassching
van twee Herborgfeesten.
Hel recht, annoncen of
artikels te weigeren is
voorbehouden.
Bijzondere buiten stad 2,50
binnen stad 2,00
Herbergiers buiten stad 1,60
binnen stad 1,00
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Nieuwe Maan.
Eerste Kicartier.
Volle Maan.
Laatste Kicartier.
14
H. Kruisverheffing. Naam van Maria.
5 u
18 m.
5 u. 59 m.
15
s. Nicodemus, Carolina.
5
19
5
56
16
s Cornelius, Euphemia.
5
21
5
54
17
Kwatertemper. s. Lambertus.
5
22
5
52
18
s. Sophia, Esther.
5
23
5
50
19
Kwalerlempers. Januarius, Sosinus.
5
25
5
48
20
Kwalertempers. Eustachius, Philippa.
5
26
5
46
Zondag 7 September, ten 1 ure 06 minuten 's namiddags
Maandag 15 September, ten 12 ure 46 minuien 's namiddags
Dinsdag 23 September, ten 12 ure 30 minuten 's namiddags
Dinsdag 30 September, ten 4 ure 57 minuten 's morgens.
Drie schoonefamilierijtuigen (Breaks),rijk
gegarnierd; iwee met 4 plaatsen en een met
6 plaatsen binnen de geleider ondemkap.
Bij Aug. Salomé, Pottest., Poperinghe.
Studie van den
TE POPERINGHE.
Bij uitscheiding van bedrijf.
om 1 uur zeer stipt namiddag
ter hofstede gebruik' door Siew Aioïs Wer-
quin en zusters, langs de Wulfhilleslraat,
(e POPÉKINGHE,
A. - Laii<ll)oiitt'iilaiii('ii.
Breed wiel wagen, smallen wagen, langwa-
gen, rijtuig, ploeg met boonmekaniek, eeg-
den, oezelaars, beetmolen, kuip- en keern-
alaam, keernmachien, houwen, spaden en
rakels, schuuralaam, leeren, tafels en ban
ken, hoppestoeleo, -zakkenen -manden,
standen, harnassuring, zwinkels en valleien,
ketens, reepen en verder landsalaam zich
aldaar bevindende.
1500 Hoppepersen, verdeeld in koopen
t'elks gerieve, 4 roode Larixen, dienstig voor
timmerhout, plantsoeutoppen en veel brand
hout.
Bin It. - SteesÜalen.
8 Melkkoeien, 3 Veerzen, 4 Kalvers, 10
Looperzwijns.
De vergadering ter hofplaats en de ver
borging ler herberg In don nieuwen
Heizei bij Désiré Claeys.
De verkooping geschiedt met tijd van
betaling tot 1 December aanstaande, voor
de koopen boven de 20 frs.
«at
STUDIE VAN DEN
te Poperinghe.
om 2 uren namiddag,
T li IS li I li li E I. S T,
langs den steenweg naar Locre, ter hof
stede gebruikt do rr de We Angelus Bryon,
OPENBARE VERKOOPING VAN
30 Aren lleoirapen,
45 Aren Aardappels,
verdeeid in koopen t'elks gerieve.
Alsmede een kernmachien, kern en kern-
:alam, twee windmolens, snijmachien, twee
kleerkassen, schapra, eene groote hoeveel
heid brandhout, enz. enz.
Op gewonen tijd van betaling voor de
koopen boven de 20 fr. mits goede en
■welbekende borg.
De 10® penning en bespreken gereed
betaalbaar.
1*1 AA OS Lucien OOR, en andere mer
ken. SI» II li Si H Hl A III li A
GRAMOPHONES en ZONOPHONES
met naalden PATHEPHONES met sa
phier diamantjesbij
Jeroom H1ATT1IYS ZOYEN,
OostMlrnat, «5, HOlSSIil.AKK
Ons nieuw mengelwerk
beginnen wij eeist binnen een drietal weken,
en dit op aanvraag van een groot getal
onzer Lezers van Poperinghe, die met den
hopgepluk geen tijd hebben om te lezen,
zeggen zij
Wij zullen voorzeker onze andere lezers
voor dezen tijd tevreden stellen met de
volgende zedenschets
PMensrelwerk van kBE POPERINGHENAAR
Zon op, Zon ond.Moordenaars voor het Gerecht.
Dezer dagen kon eenieder het volgende
lezen
Assiscniiof van Luik. Moord
aanslag op een meisje. Vrijspraak.
De eerste zaak van den nieuwen zittijd
was deze ten laste van Gaston Pirson, gebo
ren te Seraing in 1895, die op 26 April 1913
een moordaanslag pleegde op zijne minnares
Olge Pire.
Pirson wilde het meisje huwen, doch
zijne familie achtte hem nog te jong. Dit
maakte den jongeling droef en hij besloot
zijne minnares te dooden en zich daarna om
liet leven te brengen.
Een revolver aangekocht hebbend, schoot
hij drie kogels in 't hoofd van het meisje
dat drie dageu later overleed. Hij zelf schoot
zich een kogel in 't hoofd, doch werd niét
levensgevaarlijk gewond.
Het meisje, vooraleer te sterven, kon
nog verklaren dat ze niet toegestemd had
gedood te worden,
"De verdedigers van Pirson lieten uitschijnen
dat hij onder den invloed verkeerde van een
gevoel dat sterker was dan zijn wil en hij
op het oogenblik van den moord niet ver-
antwoorlijk voor zijne daden was.
De jury antwoordde ontkennend op de
gestelde vragen en het hof sprak Pirson
vrij
Welnu is dit niet verstommend?
Een jongen gast die zijne beminde drie
kogels in het hoofd schiet, en met koelen
bloede een moord pleegt, wordt door de
rechtbank eenvoudig vrijgesproken, omdat
de Advokaten hadden doen uitschijnen dat
hij niet verantwoordelijk voor zijne daden
was. Hoe vindt ge dat?
Gij hebt. ee.ne dochter. Zij is misschien
achttien jaar en zij wordt achternageioopen
door een verliefden jongen flierefluiter,
die er absoluut wil mede verkeeren en trou
wen. Hij heeft geene positie en kan niet
anders dan uw kind in de ellende brengen
en u, brave ouders, in verdriet. Gij voorziet
dit klaar, en verhindert die maar al te dwaze
verbintenis. Eu zietdie jonge schelm koopt
een pistool en vermoordt uw dochtertje,
waarna hij poogt zelfmoord to plegen.
En... hij wordt niet gestraft; hij wordt
onverantwoordelijk verklaard voor zijne
daden en men beweert dat hij onder den
invloed verkeerde van een gevoel, dat ster
ker was dan zijn wil.
Waar gaan wij daarmeê naartoe
Het is dus genoegzaam dat men op den
oogenblik, wanneer men een misdaad pleegt
onder den invloed verkeere van dergelijk
gevoel opdat men onverantwoordelijk zou
verklaard worden voor wat men doet.
Drinkt iemand zich dronken en begaat hij
eenige erg misdrijf; moordt of brandt hij
otigeuadig, wel hij moet aanzien worden,
als nog onplichtiger dan een pasgeboren
kind. Stelt iemand zich voor niet in zieden
de gramschap en steekt hij eenen mepsch
een mes door het hartoch hij kan er niet
aan doen, de gramschap was sterker dan
zijn wil. Een bandiet breekt uw huis binnen
en steelt er al wat waarde heeft; gij betrapt
hem en de boef ten hoogste verschrikt,
schiet u een kogel door het hoofd of slaat
uwen schedel stuk. Wacht u van in hem
eenen booswicht te zien, want de vrees van
gepakt te worden bracht hem onder eenen
invloed sterker dan zijn wil, enz enz.
Als men alzoo voortgaat zal men zeer
verre komen.
Is het aanneemlijk dat het gerecht, wiens
taak bestaat in het straffen der misdadigers
en het daarstellen van heilzame voorbeelden,
maar lichtzinnig weg de misdaad verschoont
en de moordenaars, die dan nog handelen
met voorbedachten raad en opgezetten wil,
onverantwoordelijk en dus onplichtig ver
klaart.
Het zal nu nog wel veel gemakkelijker
vallen aan den advokaat, die eenon van
moord beschuldigden kerel voor de recht
bank moet verdedigen, de gezwoornen te
overtuigen dat deze, die hier te recht staat,
er geene de minste schuld aan heeft, want
hij zal maar moeten wijzen op de uitspraak
van het Luiksche assisenhof, om eene krach
tige bewijsvoering te kunnen inbrengen.
Studie van den
Wapenplaats, 6, GENT.
te THIELT
te BEVEREN op Yzer.
De Notaris Van Zantvoorde, te Gent,
daartoe in 1 echte benoemdzal ter tus-
schenkomst van den Notaris Van Daele, te
Thielt, en ten overslaan van den Heer
Vredei echter des kantons Thielt, open
baarlijk verknopen, met gewin van 1)2 °)0
instelpenning
Gemeente THIELT.
Eerste Koop.
Een Huis met grooteu Hof en Serre te
Thielt, Hoogstraat, groot 11 aren.
Verhuurd mits 650 frs 's jaars aan M.
Joseph Cornells tot 1 November 1913.
Tweede Koop.
Vijf Huizen te Thielt, in het Scheytstraat-
je, groot te samen 3 aren 80 centiaren.
Ieder huis verhuurd aan 6 f. per maand.
Derde Koop.
Vier huizen te Thielt, in het Scheytstraat-
je, groot te samen 2 aren 60 centiaren.
leder huis verhuurd aan 5 f. per maand.
Gcuiccnfe BEVEREN op Yzer.
Vierde Koop.
Eene partij Land 1e Beveren op Yzer.
Eykhoek, groot 1 hectare 34 aren 90 centia
ren, palende aan M. A. de Boessaert-Behae-
ghelen kinders, vrouw W® Ch. Joye-Tibaux,
Leonie Laloy en Edmond Tofe.
Vijfde Koop.
Eene partij Land te Beveren op Yzer,
Eykhoek, groot 93 aren 50 centiaren, palen
de aan den steenweg van Beveren op Stavele,
het Weldadigheidsbureel van Alveringhern,
Julien Cornelis-Vanhee en de weduwe en
kinders De Smedt-Heusele.
Zesde Koop.
Eene partij Land te Beveren op Yzer,
Eykhoek, groot 42 aren 50 centiaren, palen
de aan voormelden steenweg de weduwe en
kinders René De Smedt-Heusele, M. Henri
Claeyssens, Juffer Raphael de Spot Daubri-
cour.
Koopen 4, 5 en 6, verhuurd aan M. Ju
lien Cornelis- Vanher, brouwer te Slavete,
aan 300 frs 's jaars boven de contributien.
Zitdagen
telkens om 2 1)2 uren juist namiddag
in het Vredegerecht, te Thielt.
1)2 °)j instel penning te winnen.
Prijs 3,00 fr. de doos van 100.
Algemeen dépot: Apotheek, A. M0NTEYNE,
o i» v o L E ii i
H. nOTUKDAME,
Groote Markt. 18. POPERINGHE.
DOOR
Uit Nieuwe Wegen -.)
Over een paar maanden was ze voorgoed
weergekeerd van het pension naaf, waar ze
vier jaar lang huis gelegen had, en
't moest zijn dat dit lange liggen haar steeg
en stijf gemaakt had, want ze ging boud
rechte, den hals gerekt met den kop in de
lucht zonder zwaai of zwier, juist lijk of ze
een stok had ingezwolgen.
Zoolang ze op schole bleef, noemde ze
Flora, maar nu dat zij in de wereld ging lijk
eene nieuwe sterre, die benevens zooveel
andere, haar uiterste best zou doen om met
een buitengewonen glans en schimmer te
pinkelen en te verblinden, nu noemde ze
Flore.
Mama was trouwens van gedaeh t dat Flora
zoo gemeene en zoo boersch klonk, surtout
voor eene dochter van rijken huize, en voor
zooveel die simpele verandering kostte, kon
den ze evengoed Flore zeggen, iets dat an
ders rijk in de ooren ronkte en, bah ja, beter
overeenkwam met den persoon ook. Zoo
meende 't madam Staal.
Die madam was van geene hoogeafkomste.
Tot over eenige jaren trok ze mee met
heur vader naar ae markten dan trouwde
ze met Jan Staal die een postje van schrijver
had, maar toch een neerstige en moedige
jongen was. Om de waarneid te biechten, ze
hadden altijd wel hunne strengen gespan
nen. 't waren menschen van devoir, lijk of
men het te zeggen pleegt, hij op zijn
bureel en zij thuis op heur muisekraam.
Later hielden zc een ellegoedwinkel open
en 't geluk wilde mee, bij zooverre dat ze
alle jare een schoone ponke mochten weg
legden. Last van kinders hadden ze niet,
twee maar, waarvan een knechtje dat stierf
aan vijf jaar Jan had er bijkan zijne zinnen
ingesteken. Dan hunne Flora die teer en
zieketierig opgekweekt wierd lijk een kiek-
ske op een plankske en algelijk met groeien
verknapte en verfelde Dat kind was't ple
zier van de metiagie en Jan niet min dan
zijn wijf. ze zagen 't geerne lijk den appel
van hunne oogen.
Jammer maar dat madam Staal zoo groot
wilde doen, ze had het zoo hoog op, veel te
hoog voor heuren sland.
't Vrouwmensch was besmet met de glorie
Altijd was ze nog al preusch geweest, al jong
te zijn ging ze geerne schoone gekleed, ze
toogde fijne manieren en had de sprake van
eene groote dame. Dat mocht nog zijn zoo
lange zij heurs gelijke niet miskende of met
(al heur blagaai niemand schaé of schande
jdeed. Ze kon klappen lijk een advokaat,
Onder den invloed van een gevoel sterker
dan onzen wil
Hal Wij kennen meer dan één gevoel dat
onzen wil te sterk is, wanneer men een
rekbaar geweten heeft of de stem van zijn
geweten niet meer liooren kan, daar zij
door onze niet bedwongene hartstochten
wordt overheerscht. Iemand, die zooals
meu zegt onder het volk noch van God
noch' van gebod wil weten, komt bliksems
gauw onder den invloed van een moordlustig
of ander misdadig gevoel. Wat vreest hij 'l
Het gerecht? Toch niet, want hij verkeert
wel meer in den waan, dat men hem niet
zal vatten, of cok dat men hem onpiichtig
zal verklaren en vrijspreken, gelijk dit
inderdaad menigmaal gebeurt.
In dergelijke onbegrijpelijke uitspraken
van het gerecht zien wij een groot gevaar
voor de toekomst. Wij deden reeds vroeger
uitschijnen, dat er sedert eenigen tijd eene
strekking bestaat, om vele plichtigen onver
antwoordelijk te verklaren, bewerende dat
zij niet gansch hun versland bezitten of wel
dat zij, op het oogenblik dat zij hunne mis
daad pleegden niet wisten wat zij deden.
Daarioe hebben sommige geneesheeren
veel bijgedragen en hunne meer dan gewaag
de theoriën worden maar al te gretig door
de advokaten ten nutte gemaakt, om zeer
misdadige kliënten vrij te pleiten en hun de
welverdiende straf te doen ontloopen.
De schuld ligt hier ook in de zonderlinge
samenstelling van den Jury, die veelal be
staat uit welstellende landbouwers en geze-
tene burgers, eerzame handeiaers, die echter
niets van gerechtzaken en wetten kennen,
en waarvan menigeen maar zeer eenvoudige
studiën heeft gedaan.
Reeds meermaals lieten gezaghebbende
personen daartegen eene waarschuwende
stem hooren, wanneer zij vroegen dat men
tot gezwoornen liever personen zou nemen
die gerechtkundige of andere hooge studiën
hebben gedaan en veel beter op de hoogte
zijn, om over de waarde van de bewijsvoe
ringen en voorstellingeu der advokaten te
oordeelen.
En dan, als men toch aannemen wil, dat
de moordenaar niet wist wat hij deed, daar
hij door eeD gevoel sterker dan zijn wil werd
cverheerscht, dan moet. men het ook wel
bedenken, dat al degenen, die in de gekken
huizen opgesloten zaten, niets anders hebben
gedaan en eveneens zoo hebben gehandeld.
En dan mag men de verantwoordelijke
misdadigers ook wel in een kankzinnigen-
gesticht opsluiten, omdat zij ook zoo gevaar
lijk zijn, als de andere zinneloozen.
H. D. Z.
De dagbladen melden ons dat er, van af
den 15 September, ongeveer twintig duizend
soldaten min of meer bestendig in het kamp
van Beverloo zullen gehuisvest zijn, en zij
spreken van de gezondheidsmaatregelen die
desaangaanöe door de overheden genomen
zijn. Dat gaat het lichaam aan. Zeer wel
Niemand zal dat beknibbelen, integendeel
Want, geven de ouders hunne jongens voor
een jaar of twee aan den Staat, dan is ook
de Staat verplicht voor de gezondheid van
die kinderen te zorgen. Maar men vergete
de ziel niet, de ziel die nog veel kostelijker
is. 'tls dus te denken en te hopen dat er niet
minder doel matige middels zullen aangewend
worden ten voordeele van den godsdienst
en bijzonder van de zeden van onze jonge
miliiianen. Ik zeg bijzonder van de zeden.
Immers de zedelijkheid nog meer dan het
geloof is aan schrikkelijke gevaren blootge
steld in ieder kamp, in het kamp van Bever
loo niet het minst.
Zekere bevrijdingsmiddels werden al ge
bruikt, en met bijval. Goddank 1 De verhoo
ging der taksen op de huizen van ontucht
die kort bij 't kamp van Beverloo liggen of
liever lagen, heeft het getal ervan merkelijk
verminderd. Op 460 (ik zeg vier honderd
zestig) van die verfoeilijke schepsels, die de
schande zijn van bun geslacht en maar al te
't had haar op de markten nooit miskomen
en in haren winkel verkocht ze al wat ze
wilde 't Wierd ook geweten dat ze in het
testament van een onkel gestaan en nogal
een rond sommeken geërfd hadden. Sommi
gen zeiden twintig duizend, anderen dertig
duizend en de welweters vertelden op een
eeuwig zwijgen dat Jan testemontaris ge
weest was en geheel de pooie in zijn zak
geraveld had, vijf lig duizend frank, noch
min noch meer Dat nieuws wierd op een
eeuwig zwijgen voortgezeid, zonder erge.
Niemand die 't.Jan overjonde, maar na
tuurlijk als eerlijk en rechtschapen mensch
die iedereen wil zijn, konrien ze niet laten
zoo'n handelwijze te schandvlekken en als
ze dan Jan al een goe halfure op den rooster
geleid en gekeerd hadden, was er dan een
die compasieus zeiKwestie of is 't nog
waar 1
Dat gerocht aan Madams ooren en ze
schoot in haar futje
Wacht, we zullen een keer zien zei
ze, 't is een schande en of ik me daarom ge-
neeren zou
Vaag er uwen rok aan en laat ze kou
ten, zei Jan. Ze kunnen toch niet altijd aan
't zelfde been knagen. Wat zeer hebben wij
daarvan
't Is gelijk, datze hen met hunne zaken
moeien
In de Langestrate kochten ze een groot
huis, bijzonder gerieflijk en wel gelegen. Ze
richtten er een schoon magazijn in en Jan
ging op den artikel reizen. Nu waren ze
voor goed ingescheept en de zaken draaiden
dat 't een plezier was. De mensehen zagen
Jan geerne omdat hij het danig beneerstig-
de en inderdaad een doorbrave en gemeene
vent was. Zonder wol juist verwezen te zijn,
dikwijls een bron van verderf en ondergang
voor het ander, zijn er enkel honderd of
wat meer overgebleven. Maar dat getal is
nog schrikwekkend in eenezaak die zoo erge
gevolgen beeft. Nog meer dan honderd
wanschepsels die het omiiggende van het
kamp verpesten, daar bestendig blijven
wonen om onze dierbare jongens aan te
lokken en in 't verderf te storten! Meer dan
100 die zich doen betalen om in plaats van
het ontvangen geld haar eigen eer te offeren,
op den autaar der ontucht, en ook om aan
onze jongens te ontrooven wat vader en
moeder hun zoo mild hadden geschonken
dikwijls de gezondheid, altijd de weerdig-
beid der deugd, en meer dan eens de zaligheid
hunner ontsterfe'ijke ziel Afgrijselijk Zou
er dan toch geen middel bestaan om die
honderd wanschepsels uit het kamp te doen
verdwijnen, om dat schuim der maatschappij
onmeedoogend en voor altijd er uit weg te
vagen
Jongelingen die nu naar het leger gaat
vertrekken, of er reeds ingelijfd zijt, weest
op u we hoede
En gij, kristene ouders, denkt er toch aan!
Kent gij desaangaande uwe plichten van
vaders of moeders 1 Ge moet ze kennen en
diep doordrongen zijn van uwe zware ver
antwoordelijkheid. Luistert naar uwen her
der wanneer hij u in de Zondagpreek of in
de afscheidsmis u daaraan herinnert. Denkt
gij dat men moet gehoor geven, aan degenen
die beweren dat men u niet bang moet ma
ken, dat het soldatenleven geen gevaar
oplevert; dat uwe kinderen daar zoo streng
bewaakt wordendat sedert de burgersjon-
gens 'er bij zijn, het leger veel zedelijker is
geworden, en andere prullen en snoeverijen
die door de alledaagsche ondervinding zoo
deerlijk gelogenstraft worden Neen, neen.
ouders! Maar hebt betrouwen in diegenen
die met den soldaat dagelijks omgaan om
voor zijne ziel te zorgen, die bijgevolg in
het intiemste van zijn hert en 'zijn gewe
ten mag binnendringen. Die v/eet ervan te
spreken. Over eene dagen ontving de schrij
ver van deze regelen het bezoek van drij
jongelingen pas uit het kamp van Beverloo
weergekeerd. Men beweert, zegde mij een
van d edrij, dat de stad Luik zoo slecht is.
maar in het kamp is het nog .wat anders
Ik ben gelukkig we.deröm te Luik te zijn
Eu de twee anderen spraken in denzelfden
zin.
Overigens, in het kamp en buiten het
kamp, is het soldatenleven altijd vol geva
ren voor de ziel.
Daarom, kristene ouders, wilt ge dat er
iets overblijve van de goede opvoeding die ge
uwe jongens gegeven hebt, vermaant ze met
liefde vooraleer ze vertrekken naar het le
ger. Legt hun op zorgvuldig de slechte ge
zelschappen te vluchten. Ondervraagt ze
daarover en over andere punten als ze op
verlof zijn bij u. Komen ze niet dikwijls naar
huis, schrijft hun dan vaderlijke en moeder
lijke brieven, en vereischt van hen dat zij u
dikwijls zouden schrijven om u te zeggen hoe
het gaat met hunne geestelijke gezondheid,
en of ze naar de soldatemms gaan iederen
Zondag, en 's avonds naar den soldaten-
kring, en op tijd naar biechtstoel en commu
niebank. Vergeet niet dikwijls en vurig voor
hen te bidden in de kerk en te samen in de
familie. Neen,'tis niette veel van al die
middels te gebruiken om uwe zonen van het
kwaad af te houden, tot het goede aan te
zetten, en ze gezond naar ziel en lichaam
later in uw midden zien terug te komen.
A. PLUGERS, Redemptorist.
stond zijn wijf min in achting bij de
kalanten, 't Was boffen en stoffen en hooge
woorden die er uit kwamen, daarom toch
vermeden ze de zulle niet.
Staal's hadden hunne dochter uitgedaan
in 't pensionnaat, Flora zou en moest geleerd
zijn, ze hadden maar dat kind en als 't voor
hunne dochter was, keken ze op geen paar
honderd franks Algelijk het stak Jan tegen
dat zijn wijf meer wrocht om in de oogen
van de menschen te springen dan eigenlijk
hot geluk en het welzijn van hun kind te
bevorderen.
Peis een keer, vrouwe, zij hij met een
overlegde gezapigheid, wij zijn welstellende
burgers maar geen bankiers. Waarom nood-
looze kosten doen 'tgeld groeit op onzen
rugge niet
En ze schoot hem dan in gelijk een hond,
Gaat ge weer zagen Wij doen lijk een
ander zie naar de Vriezens, naar Demoors,
Vandewaters en zooveel andere dat leeft
lijk de barons en is geen rosten duit te vo
ren We hebben geld ten minste, wij. Als
we wat koopen de kluiten liggen er nevens
en we mogen iedereen in 't aangezicht zien.
Hebt g'er iets tegen dat ik schoone gekleed
ga
In 't geheele niet.
Eten we te veel en te kostelijk
Neen.
Hangen we te veel geld aan ons kind
O Neen, neen
Wel 1 en dan F
Jan zei niets meer. de vent was te brave,
en zededen voort alsof'er niets gebeurd ware.
Ze hadden bij hun lakensnijderswinkel
nog den artikel van de kanten aangepakt.
Madam Staal was daar trouwens goed in
thuisze gaven werk uit langs alle kanten
Vervolg.)
Zekere steden die de kans niet hebben van
in hunnen omtrek rivieren met onbevuild
water of bergen met zuivere bronnen te vin
den, hebben geen andere toevlucht meer, in
hunne waterarmoede, dan van oenen arte-
siaanschen put te doen boren om in de diepe
grondlagen hunnen voorraad op te doen. En
dan nog gelukken zij niet altijd.
Hoe staat het alhier met de diepe grond
lagen
In de blauwe klijtte, die onder Poperinghe
i.rt MM ti v Mmmtn hiMntatianwiwrn
110 meters dik ligt, is er geen water te ver
wachten.
Daaronder ligt eene laag bleekgroen zand
dat veel xoater bevat't is uit die laag dat
de melkerij van Poperinghe en die van Oost-
vleteren water trekken en dat water is
goed.
Op een 35 meters dieper ligt eene kalklaag
van meer dan 50 meters dikte daarin is er
ook water, maar geen zooveel, en het houdt
te veel zoutstoffen in oplossing 't is in deze
laag dat de put van M. Maurice Lebbe's sto
kerij water neemt. Dieper nog liggen er
steenlagen van meer dan een soort, en ein
delijk schaliën daarin is ook water te vin
den, soms geweldig veel, bij stroomen maar
't is een lukslag om er op te kouaen bachten
de statie van Yper, iri de bleekerij van M.
Verechoore, slaat een stoomtuig sedert
maanden de steenen in gruis op groote diep
te nu moet men omtrent 250 meters diep
zijn, en 't water is nog niet zoo overvloedig
als men wenscht. Daarbij dat water zal zeker
veel zoutstoffen bevatten en niet aan te be
velen zijn als drinkbaar water. Te Oostende
over 50 jaar, boorden ze zulk eenen put tot
302 meters dieptehet water spruit van
zelfs, maar het is zoo rijk aan zoutstoffen
van alle slach, dat gij het maar moet drin
ken wilt gij de steene krijgen.
Beter dus en goedkooper niet zoo diep te
boren, als het kan zijn. Blijven wij dus bij
de bleekgroene zandlaag, door de vakkun-
digen Landensche laag genoemd zij wordt
zoo genoemd omdat ze blootligtin de omstre
ken van Landen (prov. Luik)men vindt ze
ook aan de oppervlakte van den bodem in
zekere streken van Henegosw en van het
Noorder-Departement in Frankrijk: het re
genwater dat ginder in den grond dringt,
zinkt altijd dieper met de hellende zandlaag
tot dat het onder Poperinghe meer dan 110
meters diep is als men de blauwe klijtte die
daarboven ligt doorboort, dan rijst het water
der Landensche laag tot op 9 meters van de
oppervlakte te Poperinghete Westvleteren
spruit het van zelfs uit.
Dat dit water wel gefilterd is en vrij van
microben, hoeft niet gezegd te zijn maar
er bestaat gevaar dat de geboorde put zou
volgesteken worden mat zand. Met buizen
van 30 centimeters doorsnede, en mits een
tiental uren daags matig to pompen, zou
men waarschijnlijk het gevaar van het ver
zanden vermijden en toch den noodigen
voorraad van 350 kubieke meters bekomen.
De put zou 15 duist frank kosten van bo
ren daarbij zou er moeten voorzien zijn in
een goed stelsel om te pompen dan een
water-kasteel, enz.
Daar zijn nu drie ontwerpen om Pope
ringhe te gerieven met veel en goed water
1® Eene vallei ondersteken overvloedig
veel water van mindere hoedanigheid
grootsten kost.
2® Bronnen opnemen in den roodenberg
redelijk veel water, genoeggoede hoeda
nigheid minsten kost.
3® Eenen put boren tot in de Landensche
laag veel water, allerbestgroote kosten.
Dat al ingezien, aarzelen wij geen oogen
blik aan de welwillende onderzoekingen van
onzen gemeenteraad, het tweede ontwerp
aan te bevelen.
Ware het niet spijtig moest er binnen
eenige jaren eene maatschappij om geld
te winnen, die bronnen in de bergen
koopen, ze wegleiden om Yper of Rousse-
lare te gerieven En nochtans het zal ge
beuren. Eerst komt, eerst krijgt.
Maar die onkosten, hoor ik, rekent gij
daarvan niet te spreken 't Doet, 't doet
Iedereen verstaat dat men geen koeken
koopt zonder oorljes. Maar als een onkost
niet alleen redelijk is, maar noodig, moet
inen aarzelen naar middelen te zien Neen.
Welnu goed water, en veel, is er te Po
peringhe noodig dezen zomer zijn er drie
menschen, in den bloei van 't leven, dood van
deu typhus hoeveel gevaarlijk ziek Al
de bewoners zijn aan die besmetting bloot
gesteld. Dat er dus niemand onverstandig
genoeg weze om zulke noodige onkosten te
beknibbelen
Er zijn daar geen doekjes aan'te vinden.
Men ga eene leening aan om den kroos en
de inkortingen van die schuld te betalen zal
en geheel het omliggende wrocht voor den
winkel van Jan Staal. Dag op, dag neere,
van in den vroegen trok er Jan op uit met
pakken en zakken geladen lijk een miere,
en als 't gebeurde dat hij een achternoene
thuis bleef, 't was nog om de bestellingen
teregelen of zijne zaken effen te cijferen.
Hoe rijker en voorspoediger ze 't stelden,
hoe preuscher Madam Staal wierd. Wat al
veranderingen en nieuwigheden had ze in
huis niet gebracht. Laatst nog had ze voor
haren man. buiten zijn wete een zware gou
den keten gekocht, lie vent had hem bijkan
kwaad gemaakt.
Wat is dat nu had hij geroepen,
Maar gemoestdat niet doen. Ben ik nu wel
een man om zoo eene keten te dragen 't Is
weggesmeten geld, ge moest dat niet doen
't Was nu gedaan, en als 't voor haar wel
was, 't moest wel zijn voor hem ook.
's Zondags gingen ze te gare wandelen en
zij dwong hem geerne of noode, zijn goude-
werk aan te doen. Zij zelve had een kostelijke
halsketen en eenen schoonen armband zij
ging gekleed lijk eene edelvrouwe.
Jan zag dat met eene norsche ooge, maar
hij dierf net niet luide gebaren.
De menschen zullen peizen dat het bij
ons niet meer op en kan, morde hij.
's Avonds ging hij liefst in 't gebeurte een
partijtje bollen of kaarten met gasten van
zijn soorte Hij rischierde hem nooit verre
van zijn huis, hij had liever rond zijnen
heerd te blijven, waar hij 't meest genoegen
vond en 't docht hem, hij zijne zaken nau
wer bij 't herte hield, want die Jan droomde
van den handel en zijn winkel.
En daarom ook, om die danige gehecht
heid aan zijn huis en zijn hoek, viesrulde de
de vrouwe en wist ze de helft van den tijd
iets te zeggen
Waarom moet ge altijd hier in die
kleine kruip-ins zitten speelde zij op. Ga
een keer dieper in stad naar den Tivoli of
het Peerd, ge zult daar ten minste mannen
vinden van uw slag.
Dat kreeg hij niet op.
't Is nu op het vijftiende jaar dat ik
mijne gewone oude posten doe, zei hij, 't heeft
altijd wel geweest, en nu al in één keer 't en
gaat u niet meer 1
't Is waar, ruttelde ze voort, ge zit
daar altijd met een hoop oude padotters, dat
zijn geene mannen voor u.
't Zal nog gaan beteren riep hij. Wat
zou ik elders moeten gaan uitmeten, in den
Tivoli, in 't Peerd, in den Hoorn waar er
geheele dagen dokteurs, notarissen en wat
weet ik al zitten Die mannen lappen groote
groote spreuken af, zagen over politieke of
spreken van dingen waar wij geen verstand
van hebben Dat bekt me niet zulk volk
Ge zoudt er pertank meer op uwe
plaats zijn, neep ze hem hal f-bitsig.
Neen. met zulke mannen kan ik mijn
pap niet koelen en omdat wij nu wat geld
hebben zou ik den grooten moeten uithan
gen F Die menschen doen wat zij willen en
ik ook. Zie, vrouwe, 'tis al verloren ge
praat, daaraan krijgt ge mij niet en om de
liefde Godsspreekt er mij niet meer van.
i 't Was daarmee doef en voor dien keer
(lieten ze 't onverlet.
Binst het verlof was Flora thuis en dat
verhemelde het huishouden van Jan Staal,
i Madam had het bij al kalanten uitgebeld
dat ze hun dochter in 't grootste en 't rijkste
pensionnaat van de streke gedaan had.
Hadruk voorbaljouden, Wordt voortgezet.)