LID VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN MIS MISEPOP HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD verschijnende den Zaterdag namiddag. Koopt uwe MEUBELS, Stoelen, Bedden, Matrassen, Kassen, Stoors, Gordijnen, Linoleums, bij Sansen-Decorte, Poperinghe. ge /aar. N 42. Zondag iqn September iqi3. 5 Centiemen. ANNONCEN Den drukregel ÜO c. Herhaalde Annoncen volgens overeenkomst. Eerste Taps, Ballingen en Herbergkermissen mits betaling vaa 25 cn. Alle Annoncen vooraf betaalbaar moeten vóór den Vrij dag-noen ingezonden worden. INSCHRIJVINGSPRIJS Buiten grondgebied van Op grondgebied van fill 1 te«* 0 Buitenland 4,é0 fr De plakbrieven die bij mij gedrukt ziin, zullen ééns onvergeld in het blad verschijnen. Uitgever, VALÈRE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. Wekeüjksche Almanak.— September. Te Koop. Notaris Bacquaert, Maandag 29 Sept. 1913, OPENBARK YERKOüPING VAN Notaris CASSIBRS, Maandag 29 Sept. 1913, Notaris VAN ZANÏV00RDE, Openbare Verkooping van HUIZEN EN LANDEN INSTEL: Dotderdag 25 Sept.lon VERBLIJFDonderdag 9 October,y13' WTUTQ is meer aan te bevelen tegen FU £L I O Bloedsgebrek, Bleekzucht, Ze nuwziekten, gebrek aan Eetlust, Uitputting en alle Ziekten door overlast veroorzaakt, dan de VERSTERKENDE PILLEN. BAR VEN VS Od. DE MARE. Het soldatenleven in het Kamp. Aan de toekomende milicianen en hnane ouders. De Waterkwestie. worden ingelijfd 2,50 Fr. VOOR IEDEREEN. Do Herbergiers hebben recht aan Kostelooze inlassching van twee Herborgfeesten. Hel recht, annoncen of artikels te weigeren is voorbehouden. Bijzondere buiten stad 2,50 binnen stad 2,00 Herbergiers buiten stad 1,60 binnen stad 1,00 Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Nieuwe Maan. Eerste Kicartier. Volle Maan. Laatste Kicartier. 14 H. Kruisverheffing. Naam van Maria. 5 u 18 m. 5 u. 59 m. 15 s. Nicodemus, Carolina. 5 19 5 56 16 s Cornelius, Euphemia. 5 21 5 54 17 Kwatertemper. s. Lambertus. 5 22 5 52 18 s. Sophia, Esther. 5 23 5 50 19 Kwalerlempers. Januarius, Sosinus. 5 25 5 48 20 Kwalertempers. Eustachius, Philippa. 5 26 5 46 Zondag 7 September, ten 1 ure 06 minuten 's namiddags Maandag 15 September, ten 12 ure 46 minuien 's namiddags Dinsdag 23 September, ten 12 ure 30 minuten 's namiddags Dinsdag 30 September, ten 4 ure 57 minuten 's morgens. Drie schoonefamilierijtuigen (Breaks),rijk gegarnierd; iwee met 4 plaatsen en een met 6 plaatsen binnen de geleider ondemkap. Bij Aug. Salomé, Pottest., Poperinghe. Studie van den TE POPERINGHE. Bij uitscheiding van bedrijf. om 1 uur zeer stipt namiddag ter hofstede gebruik' door Siew Aioïs Wer- quin en zusters, langs de Wulfhilleslraat, (e POPÉKINGHE, A. - Laii<ll)oiitt'iilaiii('ii. Breed wiel wagen, smallen wagen, langwa- gen, rijtuig, ploeg met boonmekaniek, eeg- den, oezelaars, beetmolen, kuip- en keern- alaam, keernmachien, houwen, spaden en rakels, schuuralaam, leeren, tafels en ban ken, hoppestoeleo, -zakkenen -manden, standen, harnassuring, zwinkels en valleien, ketens, reepen en verder landsalaam zich aldaar bevindende. 1500 Hoppepersen, verdeeld in koopen t'elks gerieve, 4 roode Larixen, dienstig voor timmerhout, plantsoeutoppen en veel brand hout. Bin It. - SteesÜalen. 8 Melkkoeien, 3 Veerzen, 4 Kalvers, 10 Looperzwijns. De vergadering ter hofplaats en de ver borging ler herberg In don nieuwen Heizei bij Désiré Claeys. De verkooping geschiedt met tijd van betaling tot 1 December aanstaande, voor de koopen boven de 20 frs. «at STUDIE VAN DEN te Poperinghe. om 2 uren namiddag, T li IS li I li li E I. S T, langs den steenweg naar Locre, ter hof stede gebruikt do rr de We Angelus Bryon, OPENBARE VERKOOPING VAN 30 Aren lleoirapen, 45 Aren Aardappels, verdeeid in koopen t'elks gerieve. Alsmede een kernmachien, kern en kern- :alam, twee windmolens, snijmachien, twee kleerkassen, schapra, eene groote hoeveel heid brandhout, enz. enz. Op gewonen tijd van betaling voor de koopen boven de 20 fr. mits goede en ■welbekende borg. De 10® penning en bespreken gereed betaalbaar. 1*1 AA OS Lucien OOR, en andere mer ken. SI» II li Si H Hl A III li A GRAMOPHONES en ZONOPHONES met naalden PATHEPHONES met sa phier diamantjesbij Jeroom H1ATT1IYS ZOYEN, OostMlrnat, «5, HOlSSIil.AKK Ons nieuw mengelwerk beginnen wij eeist binnen een drietal weken, en dit op aanvraag van een groot getal onzer Lezers van Poperinghe, die met den hopgepluk geen tijd hebben om te lezen, zeggen zij Wij zullen voorzeker onze andere lezers voor dezen tijd tevreden stellen met de volgende zedenschets PMensrelwerk van kBE POPERINGHENAAR Zon op, Zon ond.Moordenaars voor het Gerecht. Dezer dagen kon eenieder het volgende lezen Assiscniiof van Luik. Moord aanslag op een meisje. Vrijspraak. De eerste zaak van den nieuwen zittijd was deze ten laste van Gaston Pirson, gebo ren te Seraing in 1895, die op 26 April 1913 een moordaanslag pleegde op zijne minnares Olge Pire. Pirson wilde het meisje huwen, doch zijne familie achtte hem nog te jong. Dit maakte den jongeling droef en hij besloot zijne minnares te dooden en zich daarna om liet leven te brengen. Een revolver aangekocht hebbend, schoot hij drie kogels in 't hoofd van het meisje dat drie dageu later overleed. Hij zelf schoot zich een kogel in 't hoofd, doch werd niét levensgevaarlijk gewond. Het meisje, vooraleer te sterven, kon nog verklaren dat ze niet toegestemd had gedood te worden, "De verdedigers van Pirson lieten uitschijnen dat hij onder den invloed verkeerde van een gevoel dat sterker was dan zijn wil en hij op het oogenblik van den moord niet ver- antwoorlijk voor zijne daden was. De jury antwoordde ontkennend op de gestelde vragen en het hof sprak Pirson vrij Welnu is dit niet verstommend? Een jongen gast die zijne beminde drie kogels in het hoofd schiet, en met koelen bloede een moord pleegt, wordt door de rechtbank eenvoudig vrijgesproken, omdat de Advokaten hadden doen uitschijnen dat hij niet verantwoordelijk voor zijne daden was. Hoe vindt ge dat? Gij hebt. ee.ne dochter. Zij is misschien achttien jaar en zij wordt achternageioopen door een verliefden jongen flierefluiter, die er absoluut wil mede verkeeren en trou wen. Hij heeft geene positie en kan niet anders dan uw kind in de ellende brengen en u, brave ouders, in verdriet. Gij voorziet dit klaar, en verhindert die maar al te dwaze verbintenis. Eu zietdie jonge schelm koopt een pistool en vermoordt uw dochtertje, waarna hij poogt zelfmoord to plegen. En... hij wordt niet gestraft; hij wordt onverantwoordelijk verklaard voor zijne daden en men beweert dat hij onder den invloed verkeerde van een gevoel, dat ster ker was dan zijn wil. Waar gaan wij daarmeê naartoe Het is dus genoegzaam dat men op den oogenblik, wanneer men een misdaad pleegt onder den invloed verkeere van dergelijk gevoel opdat men onverantwoordelijk zou verklaard worden voor wat men doet. Drinkt iemand zich dronken en begaat hij eenige erg misdrijf; moordt of brandt hij otigeuadig, wel hij moet aanzien worden, als nog onplichtiger dan een pasgeboren kind. Stelt iemand zich voor niet in zieden de gramschap en steekt hij eenen mepsch een mes door het hartoch hij kan er niet aan doen, de gramschap was sterker dan zijn wil. Een bandiet breekt uw huis binnen en steelt er al wat waarde heeft; gij betrapt hem en de boef ten hoogste verschrikt, schiet u een kogel door het hoofd of slaat uwen schedel stuk. Wacht u van in hem eenen booswicht te zien, want de vrees van gepakt te worden bracht hem onder eenen invloed sterker dan zijn wil, enz enz. Als men alzoo voortgaat zal men zeer verre komen. Is het aanneemlijk dat het gerecht, wiens taak bestaat in het straffen der misdadigers en het daarstellen van heilzame voorbeelden, maar lichtzinnig weg de misdaad verschoont en de moordenaars, die dan nog handelen met voorbedachten raad en opgezetten wil, onverantwoordelijk en dus onplichtig ver klaart. Het zal nu nog wel veel gemakkelijker vallen aan den advokaat, die eenon van moord beschuldigden kerel voor de recht bank moet verdedigen, de gezwoornen te overtuigen dat deze, die hier te recht staat, er geene de minste schuld aan heeft, want hij zal maar moeten wijzen op de uitspraak van het Luiksche assisenhof, om eene krach tige bewijsvoering te kunnen inbrengen. Studie van den Wapenplaats, 6, GENT. te THIELT te BEVEREN op Yzer. De Notaris Van Zantvoorde, te Gent, daartoe in 1 echte benoemdzal ter tus- schenkomst van den Notaris Van Daele, te Thielt, en ten overslaan van den Heer Vredei echter des kantons Thielt, open baarlijk verknopen, met gewin van 1)2 °)0 instelpenning Gemeente THIELT. Eerste Koop. Een Huis met grooteu Hof en Serre te Thielt, Hoogstraat, groot 11 aren. Verhuurd mits 650 frs 's jaars aan M. Joseph Cornells tot 1 November 1913. Tweede Koop. Vijf Huizen te Thielt, in het Scheytstraat- je, groot te samen 3 aren 80 centiaren. Ieder huis verhuurd aan 6 f. per maand. Derde Koop. Vier huizen te Thielt, in het Scheytstraat- je, groot te samen 2 aren 60 centiaren. leder huis verhuurd aan 5 f. per maand. Gcuiccnfe BEVEREN op Yzer. Vierde Koop. Eene partij Land 1e Beveren op Yzer. Eykhoek, groot 1 hectare 34 aren 90 centia ren, palende aan M. A. de Boessaert-Behae- ghelen kinders, vrouw W® Ch. Joye-Tibaux, Leonie Laloy en Edmond Tofe. Vijfde Koop. Eene partij Land te Beveren op Yzer, Eykhoek, groot 93 aren 50 centiaren, palen de aan den steenweg van Beveren op Stavele, het Weldadigheidsbureel van Alveringhern, Julien Cornelis-Vanhee en de weduwe en kinders De Smedt-Heusele. Zesde Koop. Eene partij Land te Beveren op Yzer, Eykhoek, groot 42 aren 50 centiaren, palen de aan voormelden steenweg de weduwe en kinders René De Smedt-Heusele, M. Henri Claeyssens, Juffer Raphael de Spot Daubri- cour. Koopen 4, 5 en 6, verhuurd aan M. Ju lien Cornelis- Vanher, brouwer te Slavete, aan 300 frs 's jaars boven de contributien. Zitdagen telkens om 2 1)2 uren juist namiddag in het Vredegerecht, te Thielt. 1)2 °)j instel penning te winnen. Prijs 3,00 fr. de doos van 100. Algemeen dépot: Apotheek, A. M0NTEYNE, o i» v o L E ii i H. nOTUKDAME, Groote Markt. 18. POPERINGHE. DOOR Uit Nieuwe Wegen -.) Over een paar maanden was ze voorgoed weergekeerd van het pension naaf, waar ze vier jaar lang huis gelegen had, en 't moest zijn dat dit lange liggen haar steeg en stijf gemaakt had, want ze ging boud rechte, den hals gerekt met den kop in de lucht zonder zwaai of zwier, juist lijk of ze een stok had ingezwolgen. Zoolang ze op schole bleef, noemde ze Flora, maar nu dat zij in de wereld ging lijk eene nieuwe sterre, die benevens zooveel andere, haar uiterste best zou doen om met een buitengewonen glans en schimmer te pinkelen en te verblinden, nu noemde ze Flore. Mama was trouwens van gedaeh t dat Flora zoo gemeene en zoo boersch klonk, surtout voor eene dochter van rijken huize, en voor zooveel die simpele verandering kostte, kon den ze evengoed Flore zeggen, iets dat an ders rijk in de ooren ronkte en, bah ja, beter overeenkwam met den persoon ook. Zoo meende 't madam Staal. Die madam was van geene hoogeafkomste. Tot over eenige jaren trok ze mee met heur vader naar ae markten dan trouwde ze met Jan Staal die een postje van schrijver had, maar toch een neerstige en moedige jongen was. Om de waarneid te biechten, ze hadden altijd wel hunne strengen gespan nen. 't waren menschen van devoir, lijk of men het te zeggen pleegt, hij op zijn bureel en zij thuis op heur muisekraam. Later hielden zc een ellegoedwinkel open en 't geluk wilde mee, bij zooverre dat ze alle jare een schoone ponke mochten weg legden. Last van kinders hadden ze niet, twee maar, waarvan een knechtje dat stierf aan vijf jaar Jan had er bijkan zijne zinnen ingesteken. Dan hunne Flora die teer en zieketierig opgekweekt wierd lijk een kiek- ske op een plankske en algelijk met groeien verknapte en verfelde Dat kind was't ple zier van de metiagie en Jan niet min dan zijn wijf. ze zagen 't geerne lijk den appel van hunne oogen. Jammer maar dat madam Staal zoo groot wilde doen, ze had het zoo hoog op, veel te hoog voor heuren sland. 't Vrouwmensch was besmet met de glorie Altijd was ze nog al preusch geweest, al jong te zijn ging ze geerne schoone gekleed, ze toogde fijne manieren en had de sprake van eene groote dame. Dat mocht nog zijn zoo lange zij heurs gelijke niet miskende of met (al heur blagaai niemand schaé of schande jdeed. Ze kon klappen lijk een advokaat, Onder den invloed van een gevoel sterker dan onzen wil Hal Wij kennen meer dan één gevoel dat onzen wil te sterk is, wanneer men een rekbaar geweten heeft of de stem van zijn geweten niet meer liooren kan, daar zij door onze niet bedwongene hartstochten wordt overheerscht. Iemand, die zooals meu zegt onder het volk noch van God noch' van gebod wil weten, komt bliksems gauw onder den invloed van een moordlustig of ander misdadig gevoel. Wat vreest hij 'l Het gerecht? Toch niet, want hij verkeert wel meer in den waan, dat men hem niet zal vatten, of cok dat men hem onpiichtig zal verklaren en vrijspreken, gelijk dit inderdaad menigmaal gebeurt. In dergelijke onbegrijpelijke uitspraken van het gerecht zien wij een groot gevaar voor de toekomst. Wij deden reeds vroeger uitschijnen, dat er sedert eenigen tijd eene strekking bestaat, om vele plichtigen onver antwoordelijk te verklaren, bewerende dat zij niet gansch hun versland bezitten of wel dat zij, op het oogenblik dat zij hunne mis daad pleegden niet wisten wat zij deden. Daarioe hebben sommige geneesheeren veel bijgedragen en hunne meer dan gewaag de theoriën worden maar al te gretig door de advokaten ten nutte gemaakt, om zeer misdadige kliënten vrij te pleiten en hun de welverdiende straf te doen ontloopen. De schuld ligt hier ook in de zonderlinge samenstelling van den Jury, die veelal be staat uit welstellende landbouwers en geze- tene burgers, eerzame handeiaers, die echter niets van gerechtzaken en wetten kennen, en waarvan menigeen maar zeer eenvoudige studiën heeft gedaan. Reeds meermaals lieten gezaghebbende personen daartegen eene waarschuwende stem hooren, wanneer zij vroegen dat men tot gezwoornen liever personen zou nemen die gerechtkundige of andere hooge studiën hebben gedaan en veel beter op de hoogte zijn, om over de waarde van de bewijsvoe ringen en voorstellingeu der advokaten te oordeelen. En dan, als men toch aannemen wil, dat de moordenaar niet wist wat hij deed, daar hij door eeD gevoel sterker dan zijn wil werd cverheerscht, dan moet. men het ook wel bedenken, dat al degenen, die in de gekken huizen opgesloten zaten, niets anders hebben gedaan en eveneens zoo hebben gehandeld. En dan mag men de verantwoordelijke misdadigers ook wel in een kankzinnigen- gesticht opsluiten, omdat zij ook zoo gevaar lijk zijn, als de andere zinneloozen. H. D. Z. De dagbladen melden ons dat er, van af den 15 September, ongeveer twintig duizend soldaten min of meer bestendig in het kamp van Beverloo zullen gehuisvest zijn, en zij spreken van de gezondheidsmaatregelen die desaangaanöe door de overheden genomen zijn. Dat gaat het lichaam aan. Zeer wel Niemand zal dat beknibbelen, integendeel Want, geven de ouders hunne jongens voor een jaar of twee aan den Staat, dan is ook de Staat verplicht voor de gezondheid van die kinderen te zorgen. Maar men vergete de ziel niet, de ziel die nog veel kostelijker is. 'tls dus te denken en te hopen dat er niet minder doel matige middels zullen aangewend worden ten voordeele van den godsdienst en bijzonder van de zeden van onze jonge miliiianen. Ik zeg bijzonder van de zeden. Immers de zedelijkheid nog meer dan het geloof is aan schrikkelijke gevaren blootge steld in ieder kamp, in het kamp van Bever loo niet het minst. Zekere bevrijdingsmiddels werden al ge bruikt, en met bijval. Goddank 1 De verhoo ging der taksen op de huizen van ontucht die kort bij 't kamp van Beverloo liggen of liever lagen, heeft het getal ervan merkelijk verminderd. Op 460 (ik zeg vier honderd zestig) van die verfoeilijke schepsels, die de schande zijn van bun geslacht en maar al te 't had haar op de markten nooit miskomen en in haren winkel verkocht ze al wat ze wilde 't Wierd ook geweten dat ze in het testament van een onkel gestaan en nogal een rond sommeken geërfd hadden. Sommi gen zeiden twintig duizend, anderen dertig duizend en de welweters vertelden op een eeuwig zwijgen dat Jan testemontaris ge weest was en geheel de pooie in zijn zak geraveld had, vijf lig duizend frank, noch min noch meer Dat nieuws wierd op een eeuwig zwijgen voortgezeid, zonder erge. Niemand die 't.Jan overjonde, maar na tuurlijk als eerlijk en rechtschapen mensch die iedereen wil zijn, konrien ze niet laten zoo'n handelwijze te schandvlekken en als ze dan Jan al een goe halfure op den rooster geleid en gekeerd hadden, was er dan een die compasieus zeiKwestie of is 't nog waar 1 Dat gerocht aan Madams ooren en ze schoot in haar futje Wacht, we zullen een keer zien zei ze, 't is een schande en of ik me daarom ge- neeren zou Vaag er uwen rok aan en laat ze kou ten, zei Jan. Ze kunnen toch niet altijd aan 't zelfde been knagen. Wat zeer hebben wij daarvan 't Is gelijk, datze hen met hunne zaken moeien In de Langestrate kochten ze een groot huis, bijzonder gerieflijk en wel gelegen. Ze richtten er een schoon magazijn in en Jan ging op den artikel reizen. Nu waren ze voor goed ingescheept en de zaken draaiden dat 't een plezier was. De mensehen zagen Jan geerne omdat hij het danig beneerstig- de en inderdaad een doorbrave en gemeene vent was. Zonder wol juist verwezen te zijn, dikwijls een bron van verderf en ondergang voor het ander, zijn er enkel honderd of wat meer overgebleven. Maar dat getal is nog schrikwekkend in eenezaak die zoo erge gevolgen beeft. Nog meer dan honderd wanschepsels die het omiiggende van het kamp verpesten, daar bestendig blijven wonen om onze dierbare jongens aan te lokken en in 't verderf te storten! Meer dan 100 die zich doen betalen om in plaats van het ontvangen geld haar eigen eer te offeren, op den autaar der ontucht, en ook om aan onze jongens te ontrooven wat vader en moeder hun zoo mild hadden geschonken dikwijls de gezondheid, altijd de weerdig- beid der deugd, en meer dan eens de zaligheid hunner ontsterfe'ijke ziel Afgrijselijk Zou er dan toch geen middel bestaan om die honderd wanschepsels uit het kamp te doen verdwijnen, om dat schuim der maatschappij onmeedoogend en voor altijd er uit weg te vagen Jongelingen die nu naar het leger gaat vertrekken, of er reeds ingelijfd zijt, weest op u we hoede En gij, kristene ouders, denkt er toch aan! Kent gij desaangaande uwe plichten van vaders of moeders 1 Ge moet ze kennen en diep doordrongen zijn van uwe zware ver antwoordelijkheid. Luistert naar uwen her der wanneer hij u in de Zondagpreek of in de afscheidsmis u daaraan herinnert. Denkt gij dat men moet gehoor geven, aan degenen die beweren dat men u niet bang moet ma ken, dat het soldatenleven geen gevaar oplevert; dat uwe kinderen daar zoo streng bewaakt wordendat sedert de burgersjon- gens 'er bij zijn, het leger veel zedelijker is geworden, en andere prullen en snoeverijen die door de alledaagsche ondervinding zoo deerlijk gelogenstraft worden Neen, neen. ouders! Maar hebt betrouwen in diegenen die met den soldaat dagelijks omgaan om voor zijne ziel te zorgen, die bijgevolg in het intiemste van zijn hert en 'zijn gewe ten mag binnendringen. Die v/eet ervan te spreken. Over eene dagen ontving de schrij ver van deze regelen het bezoek van drij jongelingen pas uit het kamp van Beverloo weergekeerd. Men beweert, zegde mij een van d edrij, dat de stad Luik zoo slecht is. maar in het kamp is het nog .wat anders Ik ben gelukkig we.deröm te Luik te zijn Eu de twee anderen spraken in denzelfden zin. Overigens, in het kamp en buiten het kamp, is het soldatenleven altijd vol geva ren voor de ziel. Daarom, kristene ouders, wilt ge dat er iets overblijve van de goede opvoeding die ge uwe jongens gegeven hebt, vermaant ze met liefde vooraleer ze vertrekken naar het le ger. Legt hun op zorgvuldig de slechte ge zelschappen te vluchten. Ondervraagt ze daarover en over andere punten als ze op verlof zijn bij u. Komen ze niet dikwijls naar huis, schrijft hun dan vaderlijke en moeder lijke brieven, en vereischt van hen dat zij u dikwijls zouden schrijven om u te zeggen hoe het gaat met hunne geestelijke gezondheid, en of ze naar de soldatemms gaan iederen Zondag, en 's avonds naar den soldaten- kring, en op tijd naar biechtstoel en commu niebank. Vergeet niet dikwijls en vurig voor hen te bidden in de kerk en te samen in de familie. Neen,'tis niette veel van al die middels te gebruiken om uwe zonen van het kwaad af te houden, tot het goede aan te zetten, en ze gezond naar ziel en lichaam later in uw midden zien terug te komen. A. PLUGERS, Redemptorist. stond zijn wijf min in achting bij de kalanten, 't Was boffen en stoffen en hooge woorden die er uit kwamen, daarom toch vermeden ze de zulle niet. Staal's hadden hunne dochter uitgedaan in 't pensionnaat, Flora zou en moest geleerd zijn, ze hadden maar dat kind en als 't voor hunne dochter was, keken ze op geen paar honderd franks Algelijk het stak Jan tegen dat zijn wijf meer wrocht om in de oogen van de menschen te springen dan eigenlijk hot geluk en het welzijn van hun kind te bevorderen. Peis een keer, vrouwe, zij hij met een overlegde gezapigheid, wij zijn welstellende burgers maar geen bankiers. Waarom nood- looze kosten doen 'tgeld groeit op onzen rugge niet En ze schoot hem dan in gelijk een hond, Gaat ge weer zagen Wij doen lijk een ander zie naar de Vriezens, naar Demoors, Vandewaters en zooveel andere dat leeft lijk de barons en is geen rosten duit te vo ren We hebben geld ten minste, wij. Als we wat koopen de kluiten liggen er nevens en we mogen iedereen in 't aangezicht zien. Hebt g'er iets tegen dat ik schoone gekleed ga In 't geheele niet. Eten we te veel en te kostelijk Neen. Hangen we te veel geld aan ons kind O Neen, neen Wel 1 en dan F Jan zei niets meer. de vent was te brave, en zededen voort alsof'er niets gebeurd ware. Ze hadden bij hun lakensnijderswinkel nog den artikel van de kanten aangepakt. Madam Staal was daar trouwens goed in thuisze gaven werk uit langs alle kanten Vervolg.) Zekere steden die de kans niet hebben van in hunnen omtrek rivieren met onbevuild water of bergen met zuivere bronnen te vin den, hebben geen andere toevlucht meer, in hunne waterarmoede, dan van oenen arte- siaanschen put te doen boren om in de diepe grondlagen hunnen voorraad op te doen. En dan nog gelukken zij niet altijd. Hoe staat het alhier met de diepe grond lagen In de blauwe klijtte, die onder Poperinghe i.rt MM ti v Mmmtn hiMntatianwiwrn 110 meters dik ligt, is er geen water te ver wachten. Daaronder ligt eene laag bleekgroen zand dat veel xoater bevat't is uit die laag dat de melkerij van Poperinghe en die van Oost- vleteren water trekken en dat water is goed. Op een 35 meters dieper ligt eene kalklaag van meer dan 50 meters dikte daarin is er ook water, maar geen zooveel, en het houdt te veel zoutstoffen in oplossing 't is in deze laag dat de put van M. Maurice Lebbe's sto kerij water neemt. Dieper nog liggen er steenlagen van meer dan een soort, en ein delijk schaliën daarin is ook water te vin den, soms geweldig veel, bij stroomen maar 't is een lukslag om er op te kouaen bachten de statie van Yper, iri de bleekerij van M. Verechoore, slaat een stoomtuig sedert maanden de steenen in gruis op groote diep te nu moet men omtrent 250 meters diep zijn, en 't water is nog niet zoo overvloedig als men wenscht. Daarbij dat water zal zeker veel zoutstoffen bevatten en niet aan te be velen zijn als drinkbaar water. Te Oostende over 50 jaar, boorden ze zulk eenen put tot 302 meters dieptehet water spruit van zelfs, maar het is zoo rijk aan zoutstoffen van alle slach, dat gij het maar moet drin ken wilt gij de steene krijgen. Beter dus en goedkooper niet zoo diep te boren, als het kan zijn. Blijven wij dus bij de bleekgroene zandlaag, door de vakkun- digen Landensche laag genoemd zij wordt zoo genoemd omdat ze blootligtin de omstre ken van Landen (prov. Luik)men vindt ze ook aan de oppervlakte van den bodem in zekere streken van Henegosw en van het Noorder-Departement in Frankrijk: het re genwater dat ginder in den grond dringt, zinkt altijd dieper met de hellende zandlaag tot dat het onder Poperinghe meer dan 110 meters diep is als men de blauwe klijtte die daarboven ligt doorboort, dan rijst het water der Landensche laag tot op 9 meters van de oppervlakte te Poperinghete Westvleteren spruit het van zelfs uit. Dat dit water wel gefilterd is en vrij van microben, hoeft niet gezegd te zijn maar er bestaat gevaar dat de geboorde put zou volgesteken worden mat zand. Met buizen van 30 centimeters doorsnede, en mits een tiental uren daags matig to pompen, zou men waarschijnlijk het gevaar van het ver zanden vermijden en toch den noodigen voorraad van 350 kubieke meters bekomen. De put zou 15 duist frank kosten van bo ren daarbij zou er moeten voorzien zijn in een goed stelsel om te pompen dan een water-kasteel, enz. Daar zijn nu drie ontwerpen om Pope ringhe te gerieven met veel en goed water 1® Eene vallei ondersteken overvloedig veel water van mindere hoedanigheid grootsten kost. 2® Bronnen opnemen in den roodenberg redelijk veel water, genoeggoede hoeda nigheid minsten kost. 3® Eenen put boren tot in de Landensche laag veel water, allerbestgroote kosten. Dat al ingezien, aarzelen wij geen oogen blik aan de welwillende onderzoekingen van onzen gemeenteraad, het tweede ontwerp aan te bevelen. Ware het niet spijtig moest er binnen eenige jaren eene maatschappij om geld te winnen, die bronnen in de bergen koopen, ze wegleiden om Yper of Rousse- lare te gerieven En nochtans het zal ge beuren. Eerst komt, eerst krijgt. Maar die onkosten, hoor ik, rekent gij daarvan niet te spreken 't Doet, 't doet Iedereen verstaat dat men geen koeken koopt zonder oorljes. Maar als een onkost niet alleen redelijk is, maar noodig, moet inen aarzelen naar middelen te zien Neen. Welnu goed water, en veel, is er te Po peringhe noodig dezen zomer zijn er drie menschen, in den bloei van 't leven, dood van deu typhus hoeveel gevaarlijk ziek Al de bewoners zijn aan die besmetting bloot gesteld. Dat er dus niemand onverstandig genoeg weze om zulke noodige onkosten te beknibbelen Er zijn daar geen doekjes aan'te vinden. Men ga eene leening aan om den kroos en de inkortingen van die schuld te betalen zal en geheel het omliggende wrocht voor den winkel van Jan Staal. Dag op, dag neere, van in den vroegen trok er Jan op uit met pakken en zakken geladen lijk een miere, en als 't gebeurde dat hij een achternoene thuis bleef, 't was nog om de bestellingen teregelen of zijne zaken effen te cijferen. Hoe rijker en voorspoediger ze 't stelden, hoe preuscher Madam Staal wierd. Wat al veranderingen en nieuwigheden had ze in huis niet gebracht. Laatst nog had ze voor haren man. buiten zijn wete een zware gou den keten gekocht, lie vent had hem bijkan kwaad gemaakt. Wat is dat nu had hij geroepen, Maar gemoestdat niet doen. Ben ik nu wel een man om zoo eene keten te dragen 't Is weggesmeten geld, ge moest dat niet doen 't Was nu gedaan, en als 't voor haar wel was, 't moest wel zijn voor hem ook. 's Zondags gingen ze te gare wandelen en zij dwong hem geerne of noode, zijn goude- werk aan te doen. Zij zelve had een kostelijke halsketen en eenen schoonen armband zij ging gekleed lijk eene edelvrouwe. Jan zag dat met eene norsche ooge, maar hij dierf net niet luide gebaren. De menschen zullen peizen dat het bij ons niet meer op en kan, morde hij. 's Avonds ging hij liefst in 't gebeurte een partijtje bollen of kaarten met gasten van zijn soorte Hij rischierde hem nooit verre van zijn huis, hij had liever rond zijnen heerd te blijven, waar hij 't meest genoegen vond en 't docht hem, hij zijne zaken nau wer bij 't herte hield, want die Jan droomde van den handel en zijn winkel. En daarom ook, om die danige gehecht heid aan zijn huis en zijn hoek, viesrulde de de vrouwe en wist ze de helft van den tijd iets te zeggen Waarom moet ge altijd hier in die kleine kruip-ins zitten speelde zij op. Ga een keer dieper in stad naar den Tivoli of het Peerd, ge zult daar ten minste mannen vinden van uw slag. Dat kreeg hij niet op. 't Is nu op het vijftiende jaar dat ik mijne gewone oude posten doe, zei hij, 't heeft altijd wel geweest, en nu al in één keer 't en gaat u niet meer 1 't Is waar, ruttelde ze voort, ge zit daar altijd met een hoop oude padotters, dat zijn geene mannen voor u. 't Zal nog gaan beteren riep hij. Wat zou ik elders moeten gaan uitmeten, in den Tivoli, in 't Peerd, in den Hoorn waar er geheele dagen dokteurs, notarissen en wat weet ik al zitten Die mannen lappen groote groote spreuken af, zagen over politieke of spreken van dingen waar wij geen verstand van hebben Dat bekt me niet zulk volk Ge zoudt er pertank meer op uwe plaats zijn, neep ze hem hal f-bitsig. Neen. met zulke mannen kan ik mijn pap niet koelen en omdat wij nu wat geld hebben zou ik den grooten moeten uithan gen F Die menschen doen wat zij willen en ik ook. Zie, vrouwe, 'tis al verloren ge praat, daaraan krijgt ge mij niet en om de liefde Godsspreekt er mij niet meer van. i 't Was daarmee doef en voor dien keer (lieten ze 't onverlet. Binst het verlof was Flora thuis en dat verhemelde het huishouden van Jan Staal, i Madam had het bij al kalanten uitgebeld dat ze hun dochter in 't grootste en 't rijkste pensionnaat van de streke gedaan had. Hadruk voorbaljouden, Wordt voortgezet.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1913 | | pagina 1