NIEUWSBLAD VOOR POPERINGHE EN OMSTREKEN, ET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD verschijnende den Zaterdag namiddag. Koopt uwe MEUBELS, Stoelen, Bedden, Matrassen, Kassen, Stoors, Gordijnen, Linoleums, bij Sansen-Decobte, Poperinghe. Zondag 5» October iqi3. 5 Centiemen. ANNONCEN Den drukregel 10 c Herhaalde Annoncen volgens overeenkomst. Eerste Taps, Boüingen en Herbergkermissen mits betaling van 25 cn. Alle Annoncen vooraf betaalbaar moeten vóór den Vrijdag-nokn ingezonden worden. INSCHRIJVINGSPRIJS Bniten grondgebied van Poperinghe Op grondgebied van Poperinghe Buitenland 4,60 fr De plakbrieven die bij mij gedrukt zijn, zullen ééns onvergeld in het blad verschijnen. Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. Wekelijksche Almanak.— Oct, Zon op, Zon ond. Notaris PAUL LAUWERS, op Maandag 6 October 1913, op Vrijdag 10 Oktober 1913 450 Eind- cn middenkepers, gekreo- soteerde en andere. 4700 Blokken hommel. 2340 Kilos groeven ijzerdraad. 520 Kilos fijnen draad. Meester 10NSTERLEET, Op Dinsdag 4 November 1913 Merkweerdigen Koopdag van Hl Koopen Boomen Notaris BOUCQUEY, Den Vrijdag 1Ön Oct. 1913, Openbare Verkooping JA ARK RA NS. x. OCTOBER. PAR VENUS Od. DEMARÉ. Volksontwikkeling. Hoptentoonstellingen. Onze hopteelt is eene bron van welvaart voor de gansclie streek, Hopbond van Poperinghe. pe Jaar. N 45. worden ingelijfd mFEBDrcimut Het recht, annoncen oj artikels te weigeren is voorbehouden. 2,50 Fr. VOOR IEDEREEN. De Herbergiers hebben recht aan Kosteïooze inlassehing van twee Herbergfeesten. Bijzondere buiten stad 2,50 binnenstad 2,00 Herbergiers buiten stad 1,60 binnen stad 1,00 Zondag 5 H Roozenkrans, s. Placidus, Flavia, Constant. 5 u 50 m. 5 u. 12 m. Maandag 6 s. Bruno, Fidea, 5 52 5 10 Dinsdag 7 s. Augustus, Seigius. 5 54> 5 7 Woensdag 8 s. Brigitta, Albertina. 5 56 5 5 Donderdag 9 s. Dionisius, Gislenus. 5 57 5 3 Vrijdag 10 s. Francis de Borgia. 5 59 5 1 Zaterdag 11 s. Gommarus, Placidia. 6 0 4 59 Eerste Kwartier. Volle Maan. Laatste Kwartier. Nieuwe Maan. - Dinsdag 7 October, - Woensdag 15 - Woensdag 22 - Woensdag 29 ten 1 ure 46 minuten 's morgens ten 6 ure 7 minuten 's morgens ten 10 ure 53 minuten 's avonds ten 2 ure 29 minuten 's namiddags Studie van den T'YPER. INSTEL HET PREMIE ten 2 uren zeer stipt nanoen, ter herberg - Au Lion Beige gehouden door d'heer Yanderschelden.te Oostvleteren, v - Gemeente estvleteren. Compernollehock,- langs de Crayestraal, Eenigen Koop. - Een HOFSTEDEKEN met zijne gebouwen inhoudende 3 hectaren. 66 aren, 65 centiaren, gekadastreerd sectie E, nummers 554, 555. 556, 558, 559, 600, 601, 597, 598, 608. 609 en 553a. Gebruikt zonder pachtrecht door Livinus Beernaert, aan 432 franken 'sjaa' s, boven de lasten. A Door verandering van woonst. DeNotaris VANDE LAN0ITTE, teVlamertinghe zal openbaarlijk Verkoopen om 2 ure juist, TE VLAMERTIN GHE, ten verzoeke en ten hove van M. Leo Huyghe. langs de Casselstraat bij d'herberg Het Zweerd Onder de gewoone voorwaarden en met tijd van betaling. Studie van Notaris te Hondschoote. om 1 ure namiddag zeer slipt, op de hofstede van Jerome Candaele, bij den Hagheiooron te Oostriipprl, waarin Olmen waarvan verscheidene 2 meters overtreffen Esschen, Populieren, Wilgen en een Els, dienstig voor alle ambachten. Gemakkelijk vervoer. Zes maanden tijd van betaling mits borg. Vergadering «A la Maison Neuve» bij Beroit Buseyne. vele werk vragen en moest het dan eens tielijk vriezen Ja 't is een gejaagdheid van de andere we reld. Al dat werk ligt op de maag. 't Volk trekt van in den donkeren naar 't land en ze moorschen er tot in den donke ren avond de dagen gaan maar open en toe klagen ze ze klakken hun kloe fen tegen malkaar om er de vastgetordene eerde uit te kloppen en trekken door de oor straten naar 't hof, wijl hun broekpijpen wegen en ruttelen van de vuiligheid. Maar de boer is de meeste jagduivel van 's mor gens tot 's avonds vliegt hij rond, dat zijn leppen zwaaien en haperen aan doornhaag en alaam, ja, tot aan de deurklinken toe, zoo dat er de vaandelen zwierelen, maar hij hoort noch en ziet het, van zuivere over haasting. O dat werk, al dat werk In ve le jaren komt de natte op met 't einde van October en dan kan het kletsen, eentooni;. vervelend kletsen, soms twee, drie dagen te reek 't is al hemel en water de achtkan- ters staan puitje-bloot geleekt en hun blaars rotten, wijdgezaaid op meerschen en velden. De dijken stroomen vol, de beken heffen uif en de meerschen staan blanke vol. t ManDevolk trekt naar de schuur, doch ze en meten er al niet veel uit want dat f aat nog niet, neen, 't is nog te vioeg en daarbij, ze zitten er zoo kort. 't Vrouwvolk zit in de kelders of in 'twagen- hnis aan 't pattaten-verlezen en ze vertellen bij geheele mompen van Mietje en Toontje en nog veel andere. En die eeuwige regen die maar altijd kletst! De waterduivels zullen aankomen en de winter ook. Warden Oom. Studie van den te Poperinghe. in ééne zitting. om 3 ure stipt, ter herberg A la Fontaine Groote Markt, te Poperinghe, hij dadelijke uitwinning van Stad POPERINGHE, langs de Wulfhillestraat Koop 1. Een 81 nis (en dienste van herberg 't Geelhuis op 2 aren 50 cent. grond der Burgerlijke Godsbuizen dezer stad Koop 2. Drij aaneenhoudende Wcrk- manxxioningen, met 2 aren 10 cent. grond en erf daarmedegaande Koop 3. Eene partij Zaailand, groot 31 aren 10 cent, palende aan de Casseldreve. Gebruik Koopen 1 en 3 door Augusle Lieberd tot ln December 1924, mits 229 frs 40 c,n's jaars, boven de lasten, en koop 2, door verscheidene, bij de maande. ¥Tempeest-Lanteerns merk Het Hart, de beste, de zekerste voor landbou wers, voerlieden, enz. te verkrijgen bij Etienne Moncarey-Sansen, Bazar der Galerij, Gasthuisstraat, Poperinghe. Deze lanteerns kunnen niet doodwaaien, noch ontploffen wanneer zij vallen. PIANOS Lucien OOR, en andere mer ken. SI» It i E li .tl A IIIE A E i\ GRAMOPHONES en ZO NO PHONES met naalden PA THEPHONES met sa- phier diamantjesbij Jeroom MATTIIYS ZO\E\, Oostslraat, 545, RO( 'SS EE A it l i. Noch mossel, noch visch noch zomer, noch winter. Schoon kan hij nog zijn in den beginne, met openeerdig weèr en dan ket tert de zon op de dun-gezaaide blaars der achtkanters en droogt de versche bezaaiten, die glad overspannen liggen met glimmende kobbedraadjes. 's Morgens hangt er een lichte smoor en de boomen leken, dat het kletst op 't versletene groen, rond hun voet nu en dan valt er een geel bladje, dat draaiend en wentelend, met' een droevig réutelingske neêrtuimelt, doch rond den noen boort de zon door de smoor en lacht droefgeestig op 't vervallen veld, waar het eerste zaad in heur koeste ring te kiemen ligt. Ja, ze doet al wat ze kan; land en zon schijnen naar malkaar te hankeren en met weemoed vervuld om 't wederzijdsch verval. Met half October voort, verdwijnen de schoone dagen; soms hangt er, acht d-igen te reek, een dikke, vuile smoor, die op alles weegt en duwt. tot op 't herte der landelin- gen toe en dan gaan ze door den dag, vies zwaarmoedig en miskonfijterd en ze en we ten noch waarom, noch waarvan. Nog gaan de beesten uit, in den achter noen, op de vlaschaard-klaver of naar de meerschen, doch daar vangen ze niet vele meer; de natte ligt er boven en stap voor stap duwen ze de vadde in den grond, dat de tnoze tusschen hunne teenen rijst; ze hoesten van de opgepeuzelde eerde en ze staan te tuiten en te rnoortelen t'hovewaart, of loeren wateroogend naar den koeier, vol verlangen naar 't geroep kwa a aa doch de koeier zit te snikkeren aan een djak steel; hij heeft schoon leven en de beesten moeten maar geduld hebben. 't Is altijd verladn tijd bij de boeren, maar nu zitten ze wel met drie stoelen in de asschen de beeten liggen uit op 't stuk en moeten af gehaald worden, de bezaaiten moeten opge daan zijn en de suikerijen die zoo eenlijk 4e Mengelwerk van «DE POPERINGHENAAR DOOR Uit Nieuwe Wegen Neen, hij had het vergeten. Ten eerste werke zet hij en schoffelde naar den kelder Eindeling gerocht hij veerdig, het zweet perelde opzijn voorhoofd. Hij moest komen tikken Madam Staal die hem hoorde afko men, ging tegen tot aan den irapvoet. 'k Heb 't gepeisd, treit'e ze, ge heb uwe keten niet aan. Toe, haast u Jan klom misschien voor den twintigsten keer naar hoven en haalde de keten Ze bleven lang aan tafel. Madam Staal had opzettelijk een kokin gevraagd en een gelijk gecharmeerd boteur, peisde Jan, we gaan den stal sluiten eer het schaap gestolen is. Bij oogenblikken wierd hij venijnig kwaad als hij zag dat, on der het wandelen de jonge Latour zoo ver trouwelijk dicht bij het meisje ging, dat hij hem verstoutte met eene zoete hand heuren arm te aaien of een klesken haar weg te dreelen dat uit haren wrong kwispelde. Ha! die lapper, bromde hij binnens monds. Iloe jubelde hij inwendig als ze aan de statie waren. Liefst had hij tot daar nief meegekomen en maar aanstonds gaan bollen maar Madam had hem gedwongen en om geene woorden te hebben had hij toegege ven Eer ze op den trein stapten herbegon het zelfde spel van te morgen 't Waren bedan kingen en au revoirs en handdrukken met diepe groeten De Latours waren onzeg van hun liezoek en spijskaart uitgesteken, waaroverdemoeilijk sten met eere en lof hadden gesproken. Jan zijn arm was lam van 't gedurig rond schenken. De piano ging, er wierd gespeeld en gezongen en oprecht veel leute gemaakt Na de koffie, vroeg Jan stil verlangend aan zijne vrouwe wanneer de gasten weer ver trokken. Met de trein van zeven ure had ze geantwoord. In den namiddag deden ze eene groote wandeling Onder Wege ontmoetten ze vele kennissen van de Latours. Allestappe wier- den ze tegengehouden door den eenen of den anderen die goon dag kwam zeggen en de hand nemen'. Jan had gedurig den jongen apotheker in de bogen en hoe meer hij hem in doening zag, hoe min hij hem aanstond, 't Is een ra- 't was nu de beurt aan Staals. Ze konnen bijna van malkaar niet en geheel de statie had ze in den kijk. Blanche en Flore pieper den dat 't kraakte. Jan stond op gloeiende kolen en hij meende te bersten als hij het bepeisde dat de jonge Latour bij het afscheid zijne dochter zoo in het puhlie'k een koppel toten zou geven Zoover toch kwam liet niet. Dat zal zeker eene trouwe zijn, hoorde hij iemand rond zijne ooren vezelen. Hij kneep zijn vuisten en een genster schoot in zijpe oogen. Bij God 1 't en zal, kropte 't in zijn kele Buiten desta'ie haalde hij diep asem Ze zijn weg deed hij' met een zucht van verlichting. Thuis gekomen smeet hij rap zijne wip Op woensdag avond gaf de jonge Heer Jo seph Sobry, uit Yper, eene piachtige voor dracht aan de leden van De Vlaarasche Vrienden. Het ging er over volksontwikke ling. De prachtige gedachten door dezen ervare n spreker voorgehouden en "verdedigd zijn toch zoo zeer op onze huidige toestanden ir Poperinghe en oms.tro.lten eenast 'nap gevet) wij met genoegen deze korte schets van de voordracht en wij koesteren de zoete hoop er meer en er nog op terug te mogen komen ten bate van ons Vlaamsch Volk en ter grooter eere van God. Het volk moet uit zijne onwetendheid getrokken worden door eene bewuste harmonische ontwikkeling van verstand, van gemoed en van wil. Door de ontwikkeling van zijn verstand zal het een goed oordeel krijgen alsook zal het alles dieper en scherper leeren inzien. Enkele woorden kunnen in sommige geval len zoo zeer werken op het gemoed dat zij de schors van ruwheid, die soms op den wer ker kleeft, doen wegnemen en een gouden hart do#n zien dat vatbaar is en open voor alle edele zaken. Eindelijk eene gepaste ontwikkeling van den wil moet ons volk vormen tot mannen van karakter die alles aandurven en alles doordrijven. Aan de leiders van het volk, aan de jonge lingen met edele gevoelens bezield is het de plicht het. volk door ontwikkeling, hooger op te voeren tot God. Is volksontwikkeling noodig Ja, duizend maal ja En dat om vier voorname redens 1. Het is noodig in het belang der sociale hervormingen. Een der grootste sociale inrichtingen is wel de Ujfrentkas. Welnu, het is ongeloof lijk hoe achterdochtig ons volk nog is over deze prachtige inrichting. Hoe kortzichtig handelt men soms niet jegens alle verbete ringen op stoffelijk gebied De onwetenhoid maakt dat men aan alle prullen geloof hecht en niet gelooft aan het geen geloofwaardige personenvooren houden. De Paus Leo XIII spreekt in zijne Ency cliek Rerum Novarum van 10 urigen arbeid. Doch hoe wenschelijk dit ook is, de onwetendheid is er de groote hinderpaal toe. In plaats dat het volk in nuttige bezigheid, of in leer- en avondscholen zijnen tijd zou overbrengen, in plaats van dien tijd aan be- roepsbelangen en vakkennis te besteden zou men het volk tol den drank zijnen toevlucht zien nemen. Dien ellendigen drank toch De groote plaag, die eenen rem brengt aan alle volksinstellingen, is de drankplaag. En hier ook is volksontwikkeling het geschikte strijdwapen. Wat baat het dat honderden, door geheel onthouding én onthouding zich veel opoffe ringen opleggen voor hun volk, als de massa toch steeds drinkt on brast. Wat baat het dat de meester in de school aan het kind de schrikkelijke gevolgen van IfSt drankgebruik doet inzien als de vader zijn eigen kroost den weg naar de hei berg aanwijst. Eene langdurige ontwikkeling alleen kan het volk doen inzien dat zijn belang niet in de herberg is maar wel te huis, bij vrouw en kind, bij boek en vakblad. 2. Volksontwikkeling is noodig in het belang der Politiek. Niets is gevaarlijker dan een politieke dweper voor onverstandig werkvolk. Als men eenen hoop uitzinnigheden uitkraamt bij verstandige lieden, die trekken hunne schouders op en 't gevaar is weg. Maar wan neer die volksopruiers zich als eenige volks redders doen doorgaan, wanneer zij zich doen aanzien als oorzaak van al de verbeteringen, als ontruimers van alle wantoestanden, en dat zij zulks doen vooreen publiek, zonder oordeel, zonder ontwikkeling, zonder wil, zeg, is dat niet erger De werklieden hellen altijd over tot deze die, naar hunne meening, best al hunne be langen verdedigen. Aan U, politieke leiders te zorgen dat de meening, het oordeel van den werkman juist zij. 3. Volksontwikkeiing leidt tot volkswel vaart. Hoeveel nieuws is er sinds korte jaren niet ontdekt op landbouwgebied, op nijver- heidsgebied Moet er bewezen worden dat een landbouwer die zich op de hoogte houdt van al deze verbeteringen meer zal vooruit gaan dan zijn gebuur die doet zooals vader altijd gedaan heeft 't Moet er bewezen worden dat een hande laar met breed verstand, met diepzinnige kennis zijner zaken beter zal varen dan deze die, door onontwikkeling, onbewust is van al hetgeen buiten hem gebeurt? 4. Volksontwikkeling is eindelijk noodig heid. Hoe groot is het getal niet van Katholie ken die juist als stom geslagen worden wan neer men bij hen een punt van godsdienst wat diepgrondig begint aan te pakken Zouden wij, christenen, ons niet moeten schamen te moeten zeggen dat onder ons volk eene groote onwetendheid heerscht in zake godsdienst en geloofsleer Hoe gaat het Mannen en vrouwen die zoo onwetend zijn trouwen en deelen aan hunne kinderen niets mede dan hunne eige ne onontwikkeling op godsdienstig^n zedelijk gebied. Onze Paus PiusX getuigt dat niets meer het geloof verstikt dan de onwetendheid. Niets brengt ook meer verwoestingen teweeg op lichaam en op ziel. De schandalige zedeloosheid beukt steeds tegen het geloof. Daarom, wilt gij het volk zedig, geeft het eene groote geloofskennis en dat door de ontwikkeling. Het was dus niet zonder reden dat ik zei Volksontwikkeling is noodig, ja, brood- noodig Wordt voortgezet. Al» o|» onze iliigrii een mensch honderd jaren oud wordt, aanzien allen het als een wonderbare gebeutenis Nochtans volgens de berekeningen der levensleer is iedereen geschapen om dien ouderdom te bereiken. Vijf en twintig jaren groeien. Vijf en twintig jaren bloeien, vijf en twintig ja ren staan, vijf en twintig jaren achteruit gaan, ziedaar de etuw van het menschelijk leven. Maar vele lieden verflauwd door ziekte, overarbeid, verdriet, laten het steken in den weg. Ah hadden allen het vooruitzicht op tijd Theobrona te nemen het bloed ver- ijkt, wordt rooder, de spieren ve kloeken, de zenuwen versterken gelijk de planten in de lente onder de zonnestralen verkwikken Ja Dit is de werking van de Teobroma honderden getuigschriften bewijzen dit. Te Poperinghe apotheek MONTEYNE, op volger H. NOTREDAME apotheek A. KES- TELYN; te Yperen apotheek LIBOTTE. kazakke af, legde"zijne kostelijke keten in 't schof van den waschtafel en trok een paar gemakkelijke schoenen aan. En nu zal ik een hertelijk partijtje bol len riep hij in eene ongehoorde verhem- ing. Dagen nadien klapte Madam Staal nog altijd van de Latours, en de. kalanten die nieuwsgierig afkwamen, sloegen van ver op de hage om nader den inhoud te weten. Dat was zeker de man van Flore te we ge, begonnen ze, die jonge heer van Zondag laatst P Men hoort daar lijk gedurig van ronken. Zooen spreken de menschen daar over deed Madam, inwendig blij dat ze overal trezien geweest waren. -'t Ligt op alle tongen en wie zou er, verdikke, daar niet van spreken. Zoo eene knappe jongen, dat ware percieseen koppel ke pos! Madam loech met een goedstemmenden hoofdknik. 't Ware zoo kwalijk, niet, meende ze En welstellend volk, zoo men zegt P Smoorrijke, ten minste alzooveel als wij. 's -Noens aan tafel kwam Madam altijd uit met de Latours. Hebben ze geëten, Jan 'k Had geen tijd om te kijken, 'k heb te vele moeten schenken, elk zijn flessche zonder de champage. 't Zijn kostelijke vo gels dat! En schoone manieren Zwijg van uwe schoone manieren Ze taterde maar altijd voort-, niettegen staande ze zaa dat ze Jan daarmee verveelde Ze deed het lijk uit plagerij. Hebt gij den ring van Mijnheer Latour belets Jan Daar zat me wel een diamant in hé Zoo groot als een boone. Hij liet dat vallen. En Madam, hoe geparfumeerd Ze stoorde lijk een bloemhof geheel mijn sa lon riekt er nog naar. 'k Zou hem zeere doen ontsmetten, Zoo'n vuiligheid Ze had leute omdat hij alsaan zoo norsch en van dweerschen atwoordde. Ge zult wel veranderen als ge een keer zult mee geweest zijn met mij. Wat ik, meegaan 'k Liet me nog liever rekken Maar, Papa meesmuilde Flora. Zeg maar vader, g'hebt het alzoo ge leerd geweest-! Hij wierd kittelachtig. Madam Staal stak ontmoedigd de schou ders op. Ge zijt in uwe kwae-weerdagen zei ze Na eenige weken ontvingen ze de uitnoo digingvan de Latours. 'k Ga niet mee, zei Jan besloten. 't Zal nog al beteren riep Madam uit We zouden zeker alleene moeten optrekken Ze houden er aan dat ge meegaatden Jaat- sten keer hebben Mijnheer en Mad im het m j wel belast dat ge zoudt meekomen. 'k Ga niet mee, zei hij kort af. Dat gij gaat. 't Is wel, maar 't zou nog beter zijn U thuis te blijven. j> Geërgerd deed ze een stap achteruit. En waaromqls u belieftneep ze hem nijdig. Ge weet het zoowel zoowel als ik, dat Vrijdag morgen om 9 ure, werd in het Volkshuis onzer stad de jaarlijksche Ge westelijke tentoonstelling van keurhop van stad en dorp geopend. Telken jare groeit de bijval dezer tentoon stelling aan, en telken jare is er meer en meer schoone waar te zien. De tentoonstelling was dit jaar geheel netjes ingerichtvroeger was de hop uit gestald in kleine baaitjes, nu is het in kartonnon doozen al binnen met blauw be kleed, gelijk dit in de Duitsche tentoonstel lingen gedaan wordt, en de aanblik won er veel bij. Omtrent al de landbouwers en voorzeker al de handelaars der streek zijn de uitgestel de hop komen bezienveel vreemdelingen ook, onder ander: deBrouwersbond Veurne- Ambacht en Kortrijk; het Bestuur en 10 leden van den bond der hopplanters van Meteren en Belle; de duitsche koopmannen die thans in onze stad verblijven, enz. Om 10 1)2 ure gaf Eerw. Heer De Jaegher, algenieenen schijver van het Hopverbond, eene openbare voordracht over de teelt der Belgische hop. Talrijk waren de toehoorders dje de puike voordracht aanhoorden en toejuichten en de E. II. De Jaegher sprak wel waarheid toen hij als besluit zijner voordracht zegde niet alleen voor den landbouwer, maar ook voor de neringdoerers en de werkende klas. Immers geen teelt van vruchten vereischt. een belangrijker voorschot jaarlijks wordt er daarvoor 2 1)2 miljoen fr betaalt voorloon aan arbeiders (opleiden, plukken en drogen); 1 miljoen fr. voorstaken en kepers; 750.000 fr. voor scheikundige meststoffen; 750.000 fr. voor kolen om te drogen, sulfcrbloem, sulfer in stokken, iabak en ander insecten döodende stoffen te zamen meer «lan 5 miljoen «lie t«» £'<>e«le Loiiien aan «Ie liamlelaar» en «Ie uei-klieden. UrtTTjcw4)ot cvno tc »u. O givui prö fijt de hopteelt voor ganseh de streek hier is vijf' miljoen frank die jaarlijks door de landoou wers betaalt worden aan ne- ringdoeners en werklieden en hoeveel is er na de pluk niet uitgegeven bij alle stieldoe ners, bijzonderlijk in de jaren waarop de hop zoonis nu, aan hooge prijzen slaat, prij zen die wel verkregen zijn geweest door liet gedurig streven naar beter der landbouwers maar die deze te danken hebben aan den steun die zij vinden in raad en daad bij den onvermoeibaren Eerw. Heer De Jaegher, de inrichter der hopbonden, de ziel van de ten toonstellingen, aan wie de landbouwers hun nen vooruitgang, en de Poperingsche streek de welvaart eruit volgend te danken hebben. De tentoonstelling heeft dus alweer een algemeene bijval genotenen zal nog meerde faam dor Poperingsche hop hebben doen stijgen. Èere en dank aan de Inrichters! Hier volgen nog eenige uitslagen .- De keurraad bestond uit 1. MM. Ach. Brutsaert, bestuurder der Rodenbachs- brouwerij te Rousselaere, II Beck en M Leb be, PoperingheRob. Pauwels, Landbouw ingenieur te Yper; 2. M. Ch. Brutsaert, Watou; M. De Baene, Poperinghe; E. H. De Jaegher, Poperinghe. Groote cultuur, Buvrinsche Hop. 1 Verhaeghe Aloïse 84 1/2 4 Maes Petrus 80 6 Dekervel Henri 85 14 Dobaene René 81 17 Boerave Charles 84 1/2 20 Quaghebeur Kemi 80 21 Quaghebeur-Debergh 84 25 Dekervel Dósiré 82 1/2 36 Dochy Henri 80 1/2 38 Adriaen Jérême 81 42 Dereckx Achille 88 1/2 49 Desmytter Emiel 91 spel gaat te groot en 'tzal niet blijven du ren, geloof me. Ge zijt een aardigaard deed ze met een snauw. Madam en Flore trokken alleene op en Jan bleef den geheelon tijd in 't gebuurte hij had hem nog nooit beter verzet. Tegen den avond ging hij zijne vrouw en dochter aan de statie afhalen. Ge zijt daar nu, spotte ze. Hij gaf er geen acht op. En hoc hebt ge 't gesteld vroeg hij blij benieuwd. Madam gebaarde 't niet te hooren, 't was Flora die antwoorde. Ze hebben ons zeer wel ontvangen, va der. Jan speurde dat er iets moest haperen Madam ging lijk al droomoogend in plaats van naar gewoonte fier en ongegeneerd rond te kijken. Ze heeft eentwaar een blau we schene geloopen, peisde hij, 't zal haar deugd doen. Van den geheelen weg deed ze den mond niet open en thuis bleef zij al even stom. Omdat Jan lijk bleef dremmelen in de keuken zei ze al gretend Hoe, moet ge nu niet gaan bollen dan 'k Ben er moe van, zei hij, 'k heb nog niet anders gedaan van achternoene. 'k Ga niet na' er uit. Hij stopte eene pijpe en nam de Zondagga- zette 't Duurde nog wat eer Madam en Flora verkleed van boven kwamen. 50 Ruyssen René 52 Gornette Bruno 55 Lobeau René 57 Lebbe Hector 62 Lebbe Etienne 72 Derycke Leon 77 Bouw Eduard 81 Kestier Jules 93 Lelieur Emiel 94 Vancayseele Maurice 96 Quaghebeur-Goderis 97 Ooghe W® 98 Catrycke René 99 Kesteman Henri 104 Pety W® 112 Deliaudt Auguste 115 Ruyssen We 163 Quaghebeur Achille Middelbare cultuur, Buvrinsche 7 9 13 15 10 17 18 22 28 30 31 32 33 35 37 39 41 45 47 48 51 58 61 65 67 70 73 78 80 84 .95 100 101 103 105 108 109 111 116 118 120 122 129 175 176 179 Boone Elie Vancayzeele Camiel Verdonck Charles Denys Désiré We Merlevede Camiel D'hondt Pieter Desmyter Silv. Noppe We Vitse-Lebbe We Buseyne Charles üecrock Jules Lebbe Ilenri Billiau Achille Struye Benoit Verdonck Camiel Ollivier Henri Gombert Maurice Persoone Jules Caulier Benoit Sohier Theophile Lobeau Eduard Sansen Constant Vandenberghe René Vaneaoyseele Félix Verdonck Hector Vandenberghe Isidoor Beddeleem Leon Billiau-Lebbe W° Meersseman Theophile Beddeleem Remi Boud ei n Kinuers Cappelaere Henri Barzeele Amand Boeket Henri Quaghebeur-Ruyssen Beddeleem Cyril ie Vancayzeele Achiel Quagtiebeiir-Tamboryn Forceville René Merlevede Pieter We Decaesteker Isidoor Pattyn Henri Merlevede Anguste Deprez Edmond Ollivier Remi 84 1/2 85 1/2 72 90 1/? 83 72 85 1/2 83 1/2 87 1/2 86 85 1/2 86 80 86 1/2 86 84 82 88 Hop. 83 1/2 85 85 1/2 90 85 1/2 84 1/2 84 1/2 83 82 87 1/2 86 1/2 83 84 1/2 85 82 81 88 85 1/2 81 88 85 82 1/2 85 1/2 89 84 86 1/2 85 1/2 84 1/2 83 85 1/2 90 80 1/2 90 85 86 V 2 85 1/2 89 84 87 84 1/2 84 86 84 1/2 88 1/2 Kleine cultuur, Buvrinsche Hop. 5 Huyghe Camiel 72 8 Pareyn Camiel 89 10 Gombert Henri 87 1)2 11 Cappelaere René 84 12 Van Caeles Jules 80 19 Vandermeersch René 82 21 Vitse Jules 86 1)2 22 Merlevede Fideel 83 24 Depuydt Henri 88 1)2 26 Corselis Joseph 85 1)2 27 Dein an Henri 81 29 Bouw Henri 85 1)2 34 Tamboryn Edouard 83 40 Liefooghe Charles 85 1)2 43 Devos Theodoor W® 87 44 David Remi 88 46 Vandewyrickel Arthur 85 1)2 53 Truwan't Honoré 85 1)2 54 Tillie Charles 80 1)2 56 Dhondt Auguste 80 59 Oudemannenhuis 86 1)2 60 Deroo Henri 86 1)2 63 Dekervel Emiel 84 1)2 60 Top Alois 81 68 Cappelaere Jules 87 1)2 69 Dehouek Camiel 83 71 Bouthé Actiiel 86 1)2 74 Dewancker Jules ,85 1)2 75 Dehouek Remi 83 76 Dekervel Alois 81 79 Sergier Auguste 80 1)2 Ehwel hernam Jan, die naar meer zoudt er nu niet moeten naar vragen. Daarmeê was hij voor goed den mond ge stopt llij kon er geen rechter kant aan vinden en keek weer in zijn lezinge. 's Anderendaags en de volgende dagen bleef Madam voort koel en stil. Ze was in eene gedurige beslommering, bij zoover dat zij er soms haar werken bij vergat. Met heur dochter sprak ze weinig 'en lijk altijd ver strooid. met Jan juist het noodige. De vent was er zelf ongemakkelijk van, hij kende noch grond noch reden, en faalde en zaagde haar genoeg, maar zij losie niet. Zijne dochter wist evenmin iets te noemen datstof tot nadenken gaf of aanleg voor moe der om ineens zoo afgetrokken te worden. Geheel den dag was ze bij de Latours wel- gezied geweest, had geklapt en gelachen en 't was juist op den trein dat ze lijk al met eo heur moed en heur tonge verloren had. Jan peisde dat die moedeloosheid na eeni ge dagen wel zou verdwijnen. Daar was niet van. Dan dacht hij dat 't misshien was om dat hij aar de Latours niet wiide meegaan. Een keer dat ze tz-imen in het bureel wa ren stak hij de deure dicht cn zijne vrouwe vertrouwelijk bij de handen nemende, vroeg hij haar schier met tranen in de stem Octavie, zeg mij nu eens rechtuit wat er op uw herte ligt. Ge moet het niet afstrij- den, daar scheelt iets met u Is 't omdat ik I l iet wilde meegaan naar de Latourë I Ze schudde heur hoofd. Oprecht, neen 't Jan, zei ze, daarom is nieuws verlangde, hoe hebt ge 'r. gesteld? Hoe zouden we 't gesteld hebben, zei ze nijdig. Had ge meegekomen met ons, ge 't niet Waj; gaat er u dan tegen Niets... 'k voel me wat moe, maar 't zal wel beteren. (Wordt voortgezet.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1913 | | pagina 1