NIEUWSBLAD VOOR
POPERINGHE
EN OMSTREKEN,
ET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
verschijnende
den Zaterdag
namiddag.
Koopt uwe MEUBELS, Stoelen, Bedden, Matrassen, Kassen, Stoors, Gordijnen, Linoleums, bij Sansen-Decobte, Poperinghe.
Zondag 5» October iqi3.
5 Centiemen.
ANNONCEN
Den drukregel 10 c
Herhaalde Annoncen
volgens overeenkomst.
Eerste Taps, Boüingen
en Herbergkermissen
mits betaling van 25 cn.
Alle Annoncen
vooraf betaalbaar
moeten vóór den
Vrijdag-nokn
ingezonden worden.
INSCHRIJVINGSPRIJS
Bniten grondgebied van
Poperinghe
Op grondgebied van
Poperinghe
Buitenland 4,60 fr
De plakbrieven
die bij mij gedrukt zijn,
zullen ééns onvergeld
in het blad verschijnen.
Uitgever, VALERE SANSEN, Boek- en Steendrukker, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe.
Wekelijksche Almanak.— Oct,
Zon op, Zon ond.
Notaris PAUL LAUWERS,
op Maandag 6 October 1913,
op Vrijdag 10 Oktober 1913
450 Eind- cn middenkepers, gekreo-
soteerde en andere.
4700 Blokken hommel.
2340 Kilos groeven ijzerdraad.
520 Kilos fijnen draad.
Meester 10NSTERLEET,
Op Dinsdag 4 November 1913
Merkweerdigen Koopdag van
Hl Koopen Boomen
Notaris BOUCQUEY,
Den Vrijdag 1Ön Oct. 1913,
Openbare Verkooping
JA ARK RA NS.
x.
OCTOBER.
PAR VENUS
Od. DEMARÉ.
Volksontwikkeling.
Hoptentoonstellingen.
Onze hopteelt is eene bron van welvaart
voor de gansclie streek,
Hopbond van Poperinghe.
pe Jaar. N 45.
worden ingelijfd
mFEBDrcimut
Het recht, annoncen oj
artikels te weigeren is
voorbehouden.
2,50 Fr. VOOR IEDEREEN.
De Herbergiers hebben recht
aan Kosteïooze inlassehing
van twee Herbergfeesten.
Bijzondere buiten stad 2,50
binnenstad 2,00
Herbergiers buiten stad 1,60
binnen stad 1,00
Zondag
5
H
Roozenkrans, s. Placidus, Flavia, Constant.
5 u
50 m.
5 u. 12 m.
Maandag
6
s.
Bruno, Fidea,
5
52
5 10
Dinsdag
7
s.
Augustus, Seigius.
5
54>
5 7
Woensdag
8
s.
Brigitta, Albertina.
5
56
5 5
Donderdag
9
s.
Dionisius, Gislenus.
5
57
5 3
Vrijdag
10
s.
Francis de Borgia.
5
59
5 1
Zaterdag
11
s.
Gommarus, Placidia.
6
0
4 59
Eerste Kwartier.
Volle Maan.
Laatste Kwartier.
Nieuwe Maan.
- Dinsdag 7 October,
- Woensdag 15
- Woensdag 22
- Woensdag 29
ten 1 ure 46 minuten 's morgens
ten 6 ure 7 minuten 's morgens
ten 10 ure 53 minuten 's avonds
ten 2 ure 29 minuten 's namiddags
Studie van den
T'YPER.
INSTEL HET PREMIE
ten 2 uren zeer stipt nanoen,
ter herberg - Au Lion Beige gehouden door
d'heer Yanderschelden.te Oostvleteren, v -
Gemeente estvleteren.
Compernollehock,- langs de Crayestraal,
Eenigen Koop. - Een HOFSTEDEKEN met
zijne gebouwen inhoudende 3 hectaren. 66
aren, 65 centiaren, gekadastreerd sectie E,
nummers 554, 555. 556, 558, 559, 600, 601,
597, 598, 608. 609 en 553a.
Gebruikt zonder pachtrecht door Livinus
Beernaert, aan 432 franken 'sjaa' s, boven
de lasten. A
Door verandering van woonst.
DeNotaris VANDE LAN0ITTE, teVlamertinghe
zal openbaarlijk Verkoopen
om 2 ure juist,
TE VLAMERTIN GHE,
ten verzoeke en ten hove van M. Leo Huyghe.
langs de Casselstraat bij d'herberg Het
Zweerd
Onder de gewoone voorwaarden en
met tijd van betaling.
Studie van
Notaris te Hondschoote.
om 1 ure namiddag zeer slipt,
op de hofstede van Jerome Candaele, bij den
Hagheiooron te Oostriipprl,
waarin Olmen waarvan verscheidene
2 meters overtreffen Esschen, Populieren,
Wilgen en een Els, dienstig voor alle
ambachten.
Gemakkelijk vervoer.
Zes maanden tijd van betaling mits borg.
Vergadering «A la Maison Neuve» bij
Beroit Buseyne.
vele werk vragen en moest het dan eens
tielijk vriezen
Ja 't is een gejaagdheid van de andere we
reld. Al dat werk ligt op de maag.
't Volk trekt van in den donkeren naar 't
land en ze moorschen er tot in den donke
ren avond de dagen gaan maar open
en toe klagen ze ze klakken hun kloe
fen tegen malkaar om er de vastgetordene
eerde uit te kloppen en trekken door de oor
straten naar 't hof, wijl hun broekpijpen
wegen en ruttelen van de vuiligheid. Maar
de boer is de meeste jagduivel van 's mor
gens tot 's avonds vliegt hij rond, dat zijn
leppen zwaaien en haperen aan doornhaag
en alaam, ja, tot aan de deurklinken toe,
zoo dat er de vaandelen zwierelen, maar hij
hoort noch en ziet het, van zuivere over
haasting. O dat werk, al dat werk In ve
le jaren komt de natte op met 't einde van
October en dan kan het kletsen, eentooni;.
vervelend kletsen, soms twee, drie dagen te
reek 't is al hemel en water de achtkan-
ters staan puitje-bloot geleekt en hun blaars
rotten, wijdgezaaid op meerschen en velden.
De dijken stroomen vol, de beken heffen uif
en de meerschen staan blanke vol.
t ManDevolk trekt naar de schuur, doch
ze en meten er al niet veel uit want dat
f aat nog niet, neen, 't is nog te vioeg en
daarbij, ze zitten er zoo kort.
't Vrouwvolk zit in de kelders of in 'twagen-
hnis aan 't pattaten-verlezen en ze vertellen
bij geheele mompen van Mietje en Toontje
en nog veel andere.
En die eeuwige regen die maar altijd kletst!
De waterduivels zullen aankomen en de
winter ook. Warden Oom.
Studie van den
te Poperinghe.
in ééne zitting.
om 3 ure stipt, ter herberg A la Fontaine
Groote Markt, te Poperinghe,
hij dadelijke uitwinning van
Stad POPERINGHE,
langs de Wulfhillestraat
Koop 1. Een 81 nis (en dienste van
herberg 't Geelhuis op 2 aren 50 cent.
grond der Burgerlijke Godsbuizen dezer stad
Koop 2. Drij aaneenhoudende Wcrk-
manxxioningen, met 2 aren 10 cent.
grond en erf daarmedegaande
Koop 3. Eene partij Zaailand, groot
31 aren 10 cent, palende aan de Casseldreve.
Gebruik Koopen 1 en 3 door Augusle
Lieberd tot ln December 1924, mits 229 frs
40 c,n's jaars, boven de lasten, en koop 2,
door verscheidene, bij de maande.
¥Tempeest-Lanteerns merk Het Hart,
de beste, de zekerste voor landbou
wers, voerlieden, enz. te verkrijgen
bij Etienne Moncarey-Sansen, Bazar
der Galerij, Gasthuisstraat, Poperinghe.
Deze lanteerns kunnen niet doodwaaien,
noch ontploffen wanneer zij vallen.
PIANOS Lucien OOR, en andere mer
ken. SI» It i E li .tl A IIIE A E i\
GRAMOPHONES en ZO NO PHONES
met naalden PA THEPHONES met sa-
phier diamantjesbij
Jeroom MATTIIYS ZO\E\,
Oostslraat, 545, RO( 'SS EE A it l i.
Noch mossel, noch visch noch zomer,
noch winter. Schoon kan hij nog zijn in den
beginne, met openeerdig weèr en dan ket
tert de zon op de dun-gezaaide blaars der
achtkanters en droogt de versche bezaaiten,
die glad overspannen liggen met glimmende
kobbedraadjes.
's Morgens hangt er een lichte smoor en de
boomen leken, dat het kletst op 't versletene
groen, rond hun voet nu en dan valt er
een geel bladje, dat draaiend en wentelend,
met' een droevig réutelingske neêrtuimelt,
doch rond den noen boort de zon door de
smoor en lacht droefgeestig op 't vervallen
veld, waar het eerste zaad in heur koeste
ring te kiemen ligt. Ja, ze doet al wat ze
kan; land en zon schijnen naar malkaar te
hankeren en met weemoed vervuld om 't
wederzijdsch verval.
Met half October voort, verdwijnen de
schoone dagen; soms hangt er, acht d-igen
te reek, een dikke, vuile smoor, die op alles
weegt en duwt. tot op 't herte der landelin-
gen toe en dan gaan ze door den dag, vies
zwaarmoedig en miskonfijterd en ze en we
ten noch waarom, noch waarvan.
Nog gaan de beesten uit, in den achter
noen, op de vlaschaard-klaver of naar de
meerschen, doch daar vangen ze niet vele
meer; de natte ligt er boven en stap voor
stap duwen ze de vadde in den grond, dat
de tnoze tusschen hunne teenen rijst; ze
hoesten van de opgepeuzelde eerde en ze
staan te tuiten en te rnoortelen t'hovewaart,
of loeren wateroogend naar den koeier, vol
verlangen naar 't geroep kwa a aa
doch de koeier zit te snikkeren aan een djak
steel; hij heeft schoon leven en de beesten
moeten maar geduld hebben.
't Is altijd verladn tijd bij de boeren, maar nu
zitten ze wel met drie stoelen in de asschen
de beeten liggen uit op 't stuk en moeten af
gehaald worden, de bezaaiten moeten opge
daan zijn en de suikerijen die zoo eenlijk
4e Mengelwerk van «DE POPERINGHENAAR
DOOR
Uit Nieuwe Wegen
Neen, hij had het vergeten. Ten eerste
werke zet hij en schoffelde naar den kelder
Eindeling gerocht hij veerdig, het zweet
perelde opzijn voorhoofd. Hij moest komen
tikken Madam Staal die hem hoorde afko
men, ging tegen tot aan den irapvoet.
'k Heb 't gepeisd, treit'e ze, ge heb
uwe keten niet aan. Toe, haast u
Jan klom misschien voor den twintigsten
keer naar hoven en haalde de keten
Ze bleven lang aan tafel. Madam Staal
had opzettelijk een kokin gevraagd en een gelijk gecharmeerd
boteur, peisde Jan, we gaan den stal sluiten
eer het schaap gestolen is. Bij oogenblikken
wierd hij venijnig kwaad als hij zag dat, on
der het wandelen de jonge Latour zoo ver
trouwelijk dicht bij het meisje ging, dat hij
hem verstoutte met eene zoete hand heuren
arm te aaien of een klesken haar weg te
dreelen dat uit haren wrong kwispelde.
Ha! die lapper, bromde hij binnens
monds.
Iloe jubelde hij inwendig als ze aan de
statie waren. Liefst had hij tot daar nief
meegekomen en maar aanstonds gaan bollen
maar Madam had hem gedwongen en om
geene woorden te hebben had hij toegege
ven
Eer ze op den trein stapten herbegon het
zelfde spel van te morgen 't Waren bedan
kingen en au revoirs en handdrukken
met diepe groeten De Latours waren onzeg
van hun liezoek en
spijskaart uitgesteken, waaroverdemoeilijk
sten met eere en lof hadden gesproken.
Jan zijn arm was lam van 't gedurig rond
schenken. De piano ging, er wierd gespeeld
en gezongen en oprecht veel leute gemaakt
Na de koffie, vroeg Jan stil verlangend aan
zijne vrouwe wanneer de gasten weer ver
trokken. Met de trein van zeven ure had
ze geantwoord.
In den namiddag deden ze eene groote
wandeling Onder Wege ontmoetten ze vele
kennissen van de Latours. Allestappe wier-
den ze tegengehouden door den eenen of den
anderen die goon dag kwam zeggen en de
hand nemen'.
Jan had gedurig den jongen apotheker in
de bogen en hoe meer hij hem in doening
zag, hoe min hij hem aanstond, 't Is een ra-
't was nu de beurt aan Staals. Ze konnen
bijna van malkaar niet en geheel de statie
had ze in den kijk. Blanche en Flore pieper
den dat 't kraakte. Jan stond op gloeiende
kolen en hij meende te bersten als hij het
bepeisde dat de jonge Latour bij het afscheid
zijne dochter zoo in het puhlie'k een koppel
toten zou geven Zoover toch kwam liet
niet.
Dat zal zeker eene trouwe zijn, hoorde
hij iemand rond zijne ooren vezelen.
Hij kneep zijn vuisten en een genster
schoot in zijpe oogen.
Bij God 1 't en zal, kropte 't in zijn kele
Buiten desta'ie haalde hij diep asem
Ze zijn weg deed hij' met een zucht
van verlichting.
Thuis gekomen smeet hij rap zijne wip
Op woensdag avond gaf de jonge Heer Jo
seph Sobry, uit Yper, eene piachtige voor
dracht aan de leden van De Vlaarasche
Vrienden. Het ging er over volksontwikke
ling.
De prachtige gedachten door dezen ervare n
spreker voorgehouden en "verdedigd zijn
toch zoo zeer op onze huidige toestanden ir
Poperinghe en oms.tro.lten eenast 'nap
gevet) wij met genoegen deze korte schets
van de voordracht en wij koesteren de zoete
hoop er meer en er nog op terug te mogen
komen ten bate van ons Vlaamsch Volk en
ter grooter eere van God. Het volk moet uit
zijne onwetendheid getrokken worden door
eene bewuste harmonische ontwikkeling van
verstand, van gemoed en van wil.
Door de ontwikkeling van zijn verstand
zal het een goed oordeel krijgen alsook zal
het alles dieper en scherper leeren inzien.
Enkele woorden kunnen in sommige geval
len zoo zeer werken op het gemoed dat zij
de schors van ruwheid, die soms op den wer
ker kleeft, doen wegnemen en een gouden
hart do#n zien dat vatbaar is en open voor
alle edele zaken.
Eindelijk eene gepaste ontwikkeling van
den wil moet ons volk vormen tot mannen
van karakter die alles aandurven en alles
doordrijven.
Aan de leiders van het volk, aan de jonge
lingen met edele gevoelens bezield is het de
plicht het. volk door ontwikkeling, hooger
op te voeren tot God.
Is volksontwikkeling noodig Ja, duizend
maal ja En dat om vier voorname redens
1. Het is noodig in het belang der sociale
hervormingen.
Een der grootste sociale inrichtingen is
wel de Ujfrentkas. Welnu, het is ongeloof
lijk hoe achterdochtig ons volk nog is over
deze prachtige inrichting. Hoe kortzichtig
handelt men soms niet jegens alle verbete
ringen op stoffelijk gebied
De onwetenhoid maakt dat men aan alle
prullen geloof hecht en niet gelooft aan het
geen geloofwaardige personenvooren houden.
De Paus Leo XIII spreekt in zijne Ency
cliek Rerum Novarum van 10 urigen
arbeid. Doch hoe wenschelijk dit ook is, de
onwetendheid is er de groote hinderpaal toe.
In plaats dat het volk in nuttige bezigheid,
of in leer- en avondscholen zijnen tijd zou
overbrengen, in plaats van dien tijd aan be-
roepsbelangen en vakkennis te besteden zou
men het volk tol den drank zijnen toevlucht
zien nemen. Dien ellendigen drank toch
De groote plaag, die eenen rem brengt aan
alle volksinstellingen, is de drankplaag. En
hier ook is volksontwikkeling het geschikte
strijdwapen.
Wat baat het dat honderden, door geheel
onthouding én onthouding zich veel opoffe
ringen opleggen voor hun volk, als de massa
toch steeds drinkt on brast.
Wat baat het dat de meester in de school
aan het kind de schrikkelijke gevolgen van
IfSt drankgebruik doet inzien als de vader
zijn eigen kroost den weg naar de hei berg
aanwijst.
Eene langdurige ontwikkeling alleen kan
het volk doen inzien dat zijn belang niet in
de herberg is maar wel te huis, bij vrouw
en kind, bij boek en vakblad.
2. Volksontwikkeling is noodig in het
belang der Politiek.
Niets is gevaarlijker dan een politieke
dweper voor onverstandig werkvolk. Als
men eenen hoop uitzinnigheden uitkraamt
bij verstandige lieden, die trekken hunne
schouders op en 't gevaar is weg. Maar wan
neer die volksopruiers zich als eenige volks
redders doen doorgaan, wanneer zij zich doen
aanzien als oorzaak van al de verbeteringen,
als ontruimers van alle wantoestanden, en
dat zij zulks doen vooreen publiek, zonder
oordeel, zonder ontwikkeling, zonder wil,
zeg, is dat niet erger
De werklieden hellen altijd over tot deze
die, naar hunne meening, best al hunne be
langen verdedigen. Aan U, politieke leiders
te zorgen dat de meening, het oordeel van
den werkman juist zij.
3. Volksontwikkeiing leidt tot volkswel
vaart. Hoeveel nieuws is er sinds korte jaren
niet ontdekt op landbouwgebied, op nijver-
heidsgebied Moet er bewezen worden dat
een landbouwer die zich op de hoogte houdt
van al deze verbeteringen meer zal vooruit
gaan dan zijn gebuur die doet zooals vader
altijd gedaan heeft 't
Moet er bewezen worden dat een hande
laar met breed verstand, met diepzinnige
kennis zijner zaken beter zal varen dan deze
die, door onontwikkeling, onbewust is van al
hetgeen buiten hem gebeurt?
4. Volksontwikkeling is eindelijk noodig
heid.
Hoe groot is het getal niet van Katholie
ken die juist als stom geslagen worden wan
neer men bij hen een punt van godsdienst
wat diepgrondig begint aan te pakken
Zouden wij, christenen, ons niet moeten
schamen te moeten zeggen dat onder ons
volk eene groote onwetendheid heerscht in
zake godsdienst en geloofsleer
Hoe gaat het Mannen en vrouwen die
zoo onwetend zijn trouwen en deelen aan
hunne kinderen niets mede dan hunne eige
ne onontwikkeling op godsdienstig^n zedelijk
gebied.
Onze Paus PiusX getuigt dat niets meer
het geloof verstikt dan de onwetendheid.
Niets brengt ook meer verwoestingen teweeg
op lichaam en op ziel.
De schandalige zedeloosheid beukt steeds
tegen het geloof. Daarom, wilt gij het volk
zedig, geeft het eene groote geloofskennis
en dat door de ontwikkeling.
Het was dus niet zonder reden dat ik zei
Volksontwikkeling is noodig, ja, brood-
noodig Wordt voortgezet.
Al» o|» onze iliigrii een mensch
honderd jaren oud wordt, aanzien allen het
als een wonderbare gebeutenis Nochtans
volgens de berekeningen der levensleer is
iedereen geschapen om dien ouderdom te
bereiken. Vijf en twintig jaren groeien. Vijf
en twintig jaren bloeien, vijf en twintig ja
ren staan, vijf en twintig jaren achteruit
gaan, ziedaar de etuw van het menschelijk
leven.
Maar vele lieden verflauwd door ziekte,
overarbeid, verdriet, laten het steken in den
weg. Ah hadden allen het vooruitzicht op
tijd Theobrona te nemen het bloed ver-
ijkt, wordt rooder, de spieren ve kloeken,
de zenuwen versterken gelijk de planten in
de lente onder de zonnestralen verkwikken
Ja Dit is de werking van de Teobroma
honderden getuigschriften bewijzen dit.
Te Poperinghe apotheek MONTEYNE, op
volger H. NOTREDAME apotheek A. KES-
TELYN; te Yperen apotheek LIBOTTE.
kazakke af, legde"zijne kostelijke keten
in 't schof van den waschtafel en trok een
paar gemakkelijke schoenen aan.
En nu zal ik een hertelijk partijtje bol
len riep hij in eene ongehoorde verhem-
ing.
Dagen nadien klapte Madam Staal nog
altijd van de Latours, en de. kalanten die
nieuwsgierig afkwamen, sloegen van ver op
de hage om nader den inhoud te weten.
Dat was zeker de man van Flore te we
ge, begonnen ze, die jonge heer van Zondag
laatst P Men hoort daar lijk gedurig van
ronken.
Zooen spreken de menschen daar
over deed Madam, inwendig blij dat ze
overal trezien geweest waren.
-'t Ligt op alle tongen en wie zou er,
verdikke, daar niet van spreken. Zoo eene
knappe jongen, dat ware percieseen koppel
ke pos!
Madam loech met een goedstemmenden
hoofdknik.
't Ware zoo kwalijk, niet, meende ze
En welstellend volk, zoo men zegt P
Smoorrijke, ten minste alzooveel als
wij.
's -Noens aan tafel kwam Madam altijd
uit met de Latours.
Hebben ze geëten, Jan
'k Had geen tijd om te kijken, 'k heb
te vele moeten schenken, elk zijn flessche
zonder de champage. 't Zijn kostelijke vo
gels dat!
En schoone manieren
Zwijg van uwe schoone manieren
Ze taterde maar altijd voort-, niettegen
staande ze zaa dat ze Jan daarmee verveelde
Ze deed het lijk uit plagerij.
Hebt gij den ring van Mijnheer Latour
belets Jan Daar zat me wel een diamant in
hé Zoo groot als een boone.
Hij liet dat vallen.
En Madam, hoe geparfumeerd Ze
stoorde lijk een bloemhof geheel mijn sa
lon riekt er nog naar.
'k Zou hem zeere doen ontsmetten,
Zoo'n vuiligheid
Ze had leute omdat hij alsaan zoo norsch
en van dweerschen atwoordde.
Ge zult wel veranderen als ge een keer
zult mee geweest zijn met mij.
Wat ik, meegaan 'k Liet me nog
liever rekken
Maar, Papa meesmuilde Flora.
Zeg maar vader, g'hebt het alzoo ge
leerd geweest-!
Hij wierd kittelachtig.
Madam Staal stak ontmoedigd de schou
ders op.
Ge zijt in uwe kwae-weerdagen zei ze
Na eenige weken ontvingen ze de uitnoo
digingvan de Latours.
'k Ga niet mee, zei Jan besloten.
't Zal nog al beteren riep Madam uit
We zouden zeker alleene moeten optrekken
Ze houden er aan dat ge meegaatden Jaat-
sten keer hebben Mijnheer en Mad im het
m j wel belast dat ge zoudt meekomen.
'k Ga niet mee, zei hij kort af. Dat
gij gaat. 't Is wel, maar 't zou nog beter zijn
U thuis te blijven.
j> Geërgerd deed ze een stap achteruit.
En waaromqls u belieftneep ze hem
nijdig.
Ge weet het zoowel zoowel als ik, dat
Vrijdag morgen om 9 ure, werd in het
Volkshuis onzer stad de jaarlijksche Ge
westelijke tentoonstelling van keurhop
van stad en dorp geopend.
Telken jare groeit de bijval dezer tentoon
stelling aan, en telken jare is er meer en
meer schoone waar te zien.
De tentoonstelling was dit jaar geheel
netjes ingerichtvroeger was de hop uit
gestald in kleine baaitjes, nu is het in
kartonnon doozen al binnen met blauw be
kleed, gelijk dit in de Duitsche tentoonstel
lingen gedaan wordt, en de aanblik won er
veel bij.
Omtrent al de landbouwers en voorzeker
al de handelaars der streek zijn de uitgestel
de hop komen bezienveel vreemdelingen
ook, onder ander: deBrouwersbond Veurne-
Ambacht en Kortrijk; het Bestuur en 10
leden van den bond der hopplanters van
Meteren en Belle; de duitsche koopmannen
die thans in onze stad verblijven, enz.
Om 10 1)2 ure gaf Eerw. Heer De Jaegher,
algenieenen schijver van het Hopverbond,
eene openbare voordracht over de teelt der
Belgische hop.
Talrijk waren de toehoorders dje de puike
voordracht aanhoorden en toejuichten en de
E. II. De Jaegher sprak wel waarheid toen
hij als besluit zijner voordracht zegde
niet alleen voor den landbouwer, maar ook
voor de neringdoerers en de werkende klas.
Immers geen teelt van vruchten vereischt.
een belangrijker voorschot jaarlijks wordt
er daarvoor 2 1)2 miljoen fr betaalt voorloon
aan arbeiders (opleiden, plukken en drogen);
1 miljoen fr. voorstaken en kepers; 750.000
fr. voor scheikundige meststoffen; 750.000
fr. voor kolen om te drogen, sulfcrbloem,
sulfer in stokken, iabak en ander insecten
döodende stoffen te zamen meer «lan
5 miljoen «lie t«» £'<>e«le Loiiien aan
«Ie liamlelaar» en «Ie uei-klieden.
UrtTTjcw4)ot cvno tc »u. O givui prö
fijt de hopteelt voor ganseh de streek hier
is vijf' miljoen frank die jaarlijks
door de landoou wers betaalt worden aan ne-
ringdoeners en werklieden en hoeveel is er
na de pluk niet uitgegeven bij alle stieldoe
ners, bijzonderlijk in de jaren waarop de
hop zoonis nu, aan hooge prijzen slaat, prij
zen die wel verkregen zijn geweest door liet
gedurig streven naar beter der landbouwers
maar die deze te danken hebben aan den
steun die zij vinden in raad en daad bij den
onvermoeibaren Eerw. Heer De Jaegher, de
inrichter der hopbonden, de ziel van de ten
toonstellingen, aan wie de landbouwers hun
nen vooruitgang, en de Poperingsche streek
de welvaart eruit volgend te danken hebben.
De tentoonstelling heeft dus alweer een
algemeene bijval genotenen zal nog meerde
faam dor Poperingsche hop hebben doen
stijgen.
Èere en dank aan de Inrichters!
Hier volgen nog eenige uitslagen .-
De keurraad bestond uit 1. MM. Ach.
Brutsaert, bestuurder der Rodenbachs-
brouwerij te Rousselaere, II Beck en M Leb
be, PoperingheRob. Pauwels, Landbouw
ingenieur te Yper; 2. M. Ch. Brutsaert,
Watou; M. De Baene, Poperinghe; E. H. De
Jaegher, Poperinghe.
Groote cultuur, Buvrinsche Hop.
1 Verhaeghe Aloïse 84 1/2
4 Maes Petrus 80
6 Dekervel Henri 85
14 Dobaene René 81
17 Boerave Charles 84 1/2
20 Quaghebeur Kemi 80
21 Quaghebeur-Debergh 84
25 Dekervel Dósiré 82 1/2
36 Dochy Henri 80 1/2
38 Adriaen Jérême 81
42 Dereckx Achille 88 1/2
49 Desmytter Emiel 91
spel gaat te groot en 'tzal niet blijven du
ren, geloof me.
Ge zijt een aardigaard deed ze met
een snauw.
Madam en Flore trokken alleene op en
Jan bleef den geheelon tijd in 't gebuurte
hij had hem nog nooit beter verzet.
Tegen den avond ging hij zijne vrouw en
dochter aan de statie afhalen.
Ge zijt daar nu, spotte ze.
Hij gaf er geen acht op.
En hoc hebt ge 't gesteld vroeg hij
blij benieuwd.
Madam gebaarde 't niet te hooren, 't was
Flora die antwoorde.
Ze hebben ons zeer wel ontvangen, va
der.
Jan speurde dat er iets moest haperen
Madam ging lijk al droomoogend in plaats
van naar gewoonte fier en ongegeneerd
rond te kijken. Ze heeft eentwaar een blau
we schene geloopen, peisde hij, 't zal haar
deugd doen.
Van den geheelen weg deed ze den mond
niet open en thuis bleef zij al even stom.
Omdat Jan lijk bleef dremmelen in de
keuken zei ze al gretend
Hoe, moet ge nu niet gaan bollen dan
'k Ben er moe van, zei hij, 'k heb nog
niet anders gedaan van achternoene. 'k Ga
niet na' er uit.
Hij stopte eene pijpe en nam de Zondagga-
zette
't Duurde nog wat eer Madam en Flora
verkleed van boven kwamen.
50 Ruyssen René
52 Gornette Bruno
55 Lobeau René
57 Lebbe Hector
62 Lebbe Etienne
72 Derycke Leon
77 Bouw Eduard
81 Kestier Jules
93 Lelieur Emiel
94 Vancayseele Maurice
96 Quaghebeur-Goderis
97 Ooghe W®
98 Catrycke René
99 Kesteman Henri
104 Pety W®
112 Deliaudt Auguste
115 Ruyssen We
163 Quaghebeur Achille
Middelbare cultuur, Buvrinsche
7
9
13
15
10
17
18
22
28
30
31
32
33
35
37
39
41
45
47
48
51
58
61
65
67
70
73
78
80
84
.95
100
101
103
105
108
109
111
116
118
120
122
129
175
176
179
Boone Elie
Vancayzeele Camiel
Verdonck Charles
Denys Désiré We
Merlevede Camiel
D'hondt Pieter
Desmyter Silv.
Noppe We
Vitse-Lebbe We
Buseyne Charles
üecrock Jules
Lebbe Ilenri
Billiau Achille
Struye Benoit
Verdonck Camiel
Ollivier Henri
Gombert Maurice
Persoone Jules
Caulier Benoit
Sohier Theophile
Lobeau Eduard
Sansen Constant
Vandenberghe René
Vaneaoyseele Félix
Verdonck Hector
Vandenberghe Isidoor
Beddeleem Leon
Billiau-Lebbe W°
Meersseman Theophile
Beddeleem Remi
Boud ei n Kinuers
Cappelaere Henri
Barzeele Amand
Boeket Henri
Quaghebeur-Ruyssen
Beddeleem Cyril ie
Vancayzeele Achiel
Quagtiebeiir-Tamboryn
Forceville René
Merlevede Pieter We
Decaesteker Isidoor
Pattyn Henri
Merlevede Anguste
Deprez Edmond
Ollivier Remi
84 1/2
85 1/2
72
90 1/?
83
72
85 1/2
83 1/2
87 1/2
86
85 1/2
86
80
86 1/2
86
84
82
88
Hop.
83 1/2
85
85 1/2
90
85 1/2
84 1/2
84 1/2
83
82
87 1/2
86 1/2
83
84 1/2
85
82
81
88
85 1/2
81
88
85
82 1/2
85 1/2
89
84
86 1/2
85 1/2
84 1/2
83
85 1/2
90
80 1/2
90
85
86 V 2
85 1/2
89
84
87
84 1/2
84
86
84 1/2
88 1/2
Kleine cultuur, Buvrinsche Hop.
5 Huyghe Camiel 72
8 Pareyn Camiel 89
10 Gombert Henri 87 1)2
11 Cappelaere René 84
12 Van Caeles Jules 80
19 Vandermeersch René 82
21 Vitse Jules 86 1)2
22 Merlevede Fideel 83
24 Depuydt Henri 88 1)2
26 Corselis Joseph 85 1)2
27 Dein an Henri 81
29 Bouw Henri 85 1)2
34 Tamboryn Edouard 83
40 Liefooghe Charles 85 1)2
43 Devos Theodoor W® 87
44 David Remi 88
46 Vandewyrickel Arthur 85 1)2
53 Truwan't Honoré 85 1)2
54 Tillie Charles 80 1)2
56 Dhondt Auguste 80
59 Oudemannenhuis 86 1)2
60 Deroo Henri 86 1)2
63 Dekervel Emiel 84 1)2
60 Top Alois 81
68 Cappelaere Jules 87 1)2
69 Dehouek Camiel 83
71 Bouthé Actiiel 86 1)2
74 Dewancker Jules ,85 1)2
75 Dehouek Remi 83
76 Dekervel Alois 81
79 Sergier Auguste 80 1)2
Ehwel hernam Jan, die naar meer
zoudt er nu niet moeten naar vragen.
Daarmeê was hij voor goed den mond ge
stopt
llij kon er geen rechter kant aan vinden
en keek weer in zijn lezinge.
's Anderendaags en de volgende dagen
bleef Madam voort koel en stil. Ze was in
eene gedurige beslommering, bij zoover dat
zij er soms haar werken bij vergat. Met heur
dochter sprak ze weinig 'en lijk altijd ver
strooid. met Jan juist het noodige. De vent
was er zelf ongemakkelijk van, hij kende
noch grond noch reden, en faalde en zaagde
haar genoeg, maar zij losie niet.
Zijne dochter wist evenmin iets te noemen
datstof tot nadenken gaf of aanleg voor moe
der om ineens zoo afgetrokken te worden.
Geheel den dag was ze bij de Latours wel-
gezied geweest, had geklapt en gelachen en
't was juist op den trein dat ze lijk al met
eo heur moed en heur tonge verloren had.
Jan peisde dat die moedeloosheid na eeni
ge dagen wel zou verdwijnen. Daar was niet
van. Dan dacht hij dat 't misshien was om
dat hij aar de Latours niet wiide meegaan.
Een keer dat ze tz-imen in het bureel wa
ren stak hij de deure dicht cn zijne vrouwe
vertrouwelijk bij de handen nemende, vroeg
hij haar schier met tranen in de stem
Octavie, zeg mij nu eens rechtuit wat
er op uw herte ligt. Ge moet het niet afstrij-
den, daar scheelt iets met u Is 't omdat ik
I l iet wilde meegaan naar de Latourë
I Ze schudde heur hoofd.
Oprecht, neen 't Jan, zei ze, daarom is
nieuws verlangde, hoe hebt ge 'r. gesteld?
Hoe zouden we 't gesteld hebben, zei
ze nijdig. Had ge meegekomen met ons, ge
't niet
Waj; gaat er u dan tegen
Niets... 'k voel me wat moe, maar 't
zal wel beteren. (Wordt voortgezet.)