HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken. Zondag 18n Januari 1920. 10 Centiemen. 17e Jaar. N1 3. V. Een jaar Eater Onze priesters aan 't front. Voor de verfraaiing onzer stad BANK van POPERINGHE, Bericht aan de Landbouwers, NIEUWJAARSGIFT voor de Eerweerde Heeren Pastors vaa BOESINGHE, KEMMEL en de CLYTTE. Oorlog-schade. In 't Buitenland. Voor de huishuren onzer Oud-soldaten. Abonneixientprijs s 1 Jaar in Stad te huis besteld buiten Stad met de post Buitenland 5.00 fr. 5.75 fr. 7.75 fr. Uit.gever SANSEN-VANN Gasthuisstraat. i5, Poperinghe Berichten 50 cent. de regel Notarieële berichten 50 cent. Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag. Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag noen ingezonden worden. Bericht. De personen die een abonnement op ons blad begeeren voor 1920 moeten het vragen in de post hunner gemeente of aan de bode die hun bedient. Het is niet noodig ons te schrijven. De oorlog is geëindigd sedert een jaar. De laatste verloopen maanden hebben ons toe gelaten ons rekenschap te geven hoe inge wikkeld de vraagstukken zijn die nog moeten opgelost worden en welke nieuwe moeilijk heden nog moeten overwonnen worden. Een engelsche gazetschrijver doet diensaangaan- de het volgende terecht opmerken Wij zijn op het einde van het eerste jaar van hetgeen men terecht genoemd heefteen nieuw tijdperk. Dit is de reden waarom wi; meer dan vroeger de noodwendigheid gevoe len van een oogenblik stil te houden in den wedloop die ons medesleept naar de toe komst, om het bilan op te maken van dit tijdperk van twaalf maanden. Indien gedu rende dezen tijd onze zenuwen nietten uiter ste zijn gespannen geweest, als gedurende den reuzenstrijd, toch is men er ver van af geweest te genieten van de rust welke men verhoopt had zoohaast de vijand zou over wonnen zijn geweest. Na de lastige taak die de vijand ons heeft opgelegd ten gevolge van zijnen misdadigen aanval, is er eene andere gekomen, die men wel veronderstelde te moeten lastig zijn, maar die ons voorkomt als veel zwaarder dan men het eerst had ge dacht. Het is deze die bestaat in het genezen der wonden die de oorlog zoo diep heeft ge slagen, in het bezorgen van vredelievende arbeid aan de strijders van gisteren, in de toepassing der wilskrachten zoo lang gebruikt voor de vernietiging, in de herstelling van een nieuw ekonomisch leven, in een woord, in de ordeherstelling in de landen die door de grootste wereldramp die men ooit zag, gansch overhoop waren geworpen. In de werkelijkheid, zal 't jaar 1919 zijne plaats hebben in de geschiedenis, als een tijdperk van hertoepassing, maar men moet het toch bekennen, deze plaats zal niet heel groot zijn, want de vooruitgang, sedert den wapenstilstand verwezentlijkt, is buitenge woon langzaam geweest. Onder oogpunt van de internationale politiek die voor alle landen een zoo mach tig belang vertegenwoordigt, is men nog ver van eene definitieve regeling. Het vredesver drag met Duitschland, het belangrijkste, heeft niet alleen tot hiertoe geen volledige uitvoering bekomen, maar is nog niet goed gekeurd door de Ver. Staten, die daarenboven aarzelen zich te verbinden voor de vereeni- ging der Naties, die zij zelf hebben opge drongen, uit eigen beweging, als zijnde het zekerste middel, zooniet van de eendracht te bewaren tusschen de volkeren, dan tenmin ste van nieuwe gewapende geschillen te voorkomen. Turkijen wacht nog immer dat de Hoo- gere Raad der Verbondenen het zouden uit- noodigen tot het zenden zijner afgevaardig den om kennis te nemen van het verdrag dat over zijn lot moet beslissen. Hoeveel staten zijn er nog in Europa die nog niet eens we ten binnen welke grenzen zij hun bewind zullen kunnen uitoefenen. De bepaling van grenzen blijft onderworpen aan de uitslagen der volksraadplegingen, waarvan de verda ging betreurenswaardige moeilijkheden ver wekt. De kwestie van Fiume blijft ook onop gelost waardoor het staatsbestuur in Italië in eene uiterst moeilijken toestand verkeert tegenover de verbondenen. De internationale verbintenissen zijn dus nog immer niet hersteld en daarenboven blijft het bolchevistisch vraagstuk van Rus land dat met reden de beheerders van alle staten van westelijk Europa bekommert. Voegen wij nog hierbij dat eene diepe ver- j andering is ontstaan onder sociaal oogpunt en dat een demokratische wind blaast "die weieens tot rukwind dreigt over te slaan. Van daar, in den loop van 1919, de talrijke geschillen tusschen het kapitaal, dat zijne bedreigde rechten verdedigt en de arbeid die steeds naar nieuwe overwinningen streeft. Wij hebben werkstakingen gekend, die door hunne uitbreiding en de nijverheidstakken erin betrokken, de grootste angst hebben verwekt. Men kent thans in alle landen een wezentlijk maatschappelijk gevaar en de beste krachten der staatsbesturen zullen moeten dienen om het af te weren. Laat ons van eenen anderen kant verhopen dat gedurende het jaar dat begint, de wer kende klas zal verstaan dat de wereld voor al lijdt door uitputting en dat alleen eene overvloedige voortbrengst de ekonomische vraagstukken zal kunnen oplossen die tegen woordig op de maatschappij wegen. Is het wel noodig dat ik hier spreken kom over onze groote werkers in de frontstreken, en schijnt dit niet overbodig bij een eerste opzien Neen, duizendmaal neen, en wie zijn oogen opendoet en de ooren niet stopt moet wellicht getuigen dat de zelfopoffering nooit genoeg zal begrepen, nooit genoeg zal gewaardeerd worden. Ons, die in beter voorwaarden leven, komt het soms voor dat het ginder in die geteisterde dorpen net is als hier, en dat men in de eene plaats niet meer heeft te klagen dan in de andere. Mij echter is het gegund geweest eenige dagen in de eerste lijn van 't front te leven, midden de ellende, midden de vernieling mij is het gegeven geweest onze priesters van nader bij in hunne werking na te gaan en tot het vast besluit ben ik gekomen, dat men nooit of nooit zal kunnen begrijpen wat al moeilijk heden te bekampen vallen. Meen niet, edelmoedige bezoeker, dat een voorbijgaan van eenige uren u een gedacht geven zal van al wat daar is te doorstaan. Zeker, als gij bij hen komt zijt gij wel ont vangen en zullen de Eerweerde Heeren hun werk staken, om met u te praten en ter ver kwikking het interressante toonen van de oude strijdlijn. Maar vergeet niet, dat pas uw bezoek gedaan, zij weerom den kop vol hebben van alle soort werken dat mogelijk nog grooter geworden zijn, daar deze door uw bezoek moesten verschoven of uitgesteld worden... en hun zelf soms verplichten te werken tot diep in de nacht. Kent gij persoonlijk van die frontpastoors, wel, dan vraag ik u ze naderbij in hun wroetelen na te gaan, en met mij zult gij moeten bekennen dat gij verstomd staat bij den moed dien zij aan den dag leggen. Daar waar vroeger onze jongens streden en leden, waar het moordend staal van den vijand dood en vernieling strooide, ziet men nu onze priesters met den glimlach op het ge- aat, midden de teruggekeerde bevolking werken met hand en kop. 't Is immers bij den man Gods dat de menschen eerst hunnen nood komen klagen. Bij hem komen zij om hulp en troost, en Het gedenkteeken aan onze gesneuvelde soldaten. De oorlog heeft onze streek ontsierd kunstjuweelen, zoo heel Yper was, zijn ver dwenen ontelbare praalgebouwen kerken of voorname huizen kunstige gedenkstuk ken van 't verleden, liggen verbrijzeld: zelfs het natuurschoone onzer bergstreek bestaat niet meer, voor lange. Betreurensweerdig, onherstelbaar verlies! Maar 't doet ons zooveel te meer schatten wat wij behouden hebben. En hierin zijn wij te Poperinghe, hoewel wij ook stoffelijke schade leden, nog geluk kig: onze prachtige kerken, onze oude huis gevels zijn al bewaard, uitgeweerd de Bleekerij in de Veurnestraat, en 't is jammer, en welhaast ook het Oudeman- huis 't is den Heeren van de Hospicen de moeite niet weerd het eens te bekijken... 't Is dubbel jammerPoperinghe is niet zoo rijk aan oude gevels dat men er zou mogen één laten vergaan. Integendeel, het zou moeten de bekommernis zijn van alwie iets te zeggen heeft en van alwie iets te doen heeft, te zorgen dat Poperinghe uit zijn pui- nen schooner oprijze: de vernieling, die hiér met den oorlog geschiedde, zal min of heele- maal niet te betreuren zijn op kunstgebied, indien er iets beters tot stand komt dan wat er vroeger bestond. Daarover later meer. Eerst behandelen wij een veelbesproken onderwerp het gedenkstuk voor onze ge sneuvelde soldaten. Iedereen zal 't eens zijn om te zeggen dat dit gedenkstuk moet kun stig zijn op zijn eigen genomen, en dat het door zijn heele inrichting moet wekken tot verfraaiing der stad. Zooniet beter er niet aan beginnen. Wat zal dat gedenkstuk nu zijn Een beeld, marmer of brons, één of meer soldaten voorstellende, op een verheven zuil, met bloemen errond? Dat komt eerst te bin nen als men spreekt van een gedenkteeken doch dat moet het niet noodzakelijk zijn Wat wil men eigenlijk? Men wil de onzer gesneuvelden, en wij zouden fier zijn zulk een kunstgewrocht aan vreemden en vrienden te laten bewonderen. Wat zou het kosten De gemeente zou bijleggen tot versiering van het stadhuis, wat wij te kort omgehaald hebben tot vet- heerlijking onzer jongens. Heeft mijn ont werp eenige kans van door te gaan Ik vrees dat het meeste getal houden aan een standbeeld daarom behandel ik de naaste maal wat en hoe dat beeld zou moeten zijn om kunstig en deftig te zijn en waar het meest zou passen te staan. J. VUYLSTEKE. van Merris, Coevoet Cie. SCHAALSTRAAT, 6, POPERINGHE. Loopende Rekeningen, Beursbewerkingen, Spaarboekjes, Leeningen op titels, enz. Dienst der Staatsiand&ouwkundigen. De Heer PAUWELS R., Staatslandbouw- kundige te Poperinghe, brengt ter kennis der landbouwers dat zij hem schriftelijk en gansch kosteloos kunnen raadplegen, over alles wat den landbouw aangaat. De leden der landbouwcomicen en der bonden voor landbouwherstelling mogen hunne brieven postvrij, (dus zonder timber) zenden tot de Staatslandbouwkundige op woorwaarde dat de brief onder band weze en in den hoek van den omslag onder het opschrift Het lid van het landbouwcomice hun handteeken schrijven De heer Pauwels, Staatslandbouwkundige kan mondelings geraadpleegd worden te Poperinghe, eiken vrijdag morgen van 8 tot 10 ure, in de zaal van de hoerengilde Cas selstraat (bij O. L. Vrouwkerk j. Indien de Strijder de verschuldigde pachten in het geheel of gedeeltelijk be- taalt heeft, hij zal mogen de wedergaaf vragen van den helft der betaalde som. De eigenaar zal het recht hebben van den Staat de betaling te eischen van den helft der som door den pachter onbetaald gebleven. Een crediet van een millioen, dat zal mogen overschreden worden, zal ten dien einde in de begrooting van 1920 ingeschre- ven zijn. Totaal der voorgaande lijsten fr. 325.00 Totaal 3e Lijst Onbekend 15.00 Onbekend 3.00 M. Vandevelde Ernest, Watou 20.00 Naamloos, Poperinghe. 20.00 Keikop Belg omdat het voor Boe- singhe, Kemmel en de Clytte is 1 Erkentenis- aan genegen goede clienteel111.11 Onbekend voor de Heeren Pastoors 10.00 Naamloos voor Boesinghe 5.00 Naamloos voor de Pastoör van Boesinghe 40 00 Boesinghenaar Ph. V. voor onze Pastoor 23.00 Nieuwjaarsgift aan de Pastoor van Boesinghe 5.00 Van wegens Ste Annaplein, Pop. 8.00 wat zij zoo dikwijls voor anderen verzwij-jgeheugenis onzer gesneuvelde soldaten gen, aan hunne pastoors vertellen. Ishetjievend bewaren 't Het Davidsfonds herbe gint zijn werking op 9 Fe bruari met een HULLEBROECK avond. aan hunne pastoors vertellen, deze laatste niet die alle werken, door den oorlog verdwenen of stilgelegd, weer in gang steekt en vooruitduwt. Boerengilden worden gesticht om samenkoopen te doen, spaar- en leenkassen om voorschotten te krijgen voor de geteisterde bevolking, aller hande bonden om de banden onder 't volk te versterken, liefdewerken ingericht om de noodlijdende te helpen, boekerijen geopend om 't volk goede lectuur te geven, en maar al te dikwijls staat de pastoor alleen voor looping en schrijfwerk. En de kerk, die gansch vernield is moet hersteld en voorzien worden van meubels, beelden, enz, de scholen heringericht patronaten geopend zondag- en avondscholen tot stand gebracht. Maar, hoor ik u zeggen dit al bestond ook in vredetijd en moest evenals nu onder houden en bijgetreden worden.-Welk ver schil dus Welk verschil..? Wel ja, alles bestond en ging zijnen gewonen gang. Nu echter moet alles herbeginnen, en zoo dikwijls beschik ken de inrichters niet over de noodige geld middelen te meer alles op een komt. Vergeet echter ook niet dat bij dit al he4» stoffelijke werk minst ontbreekt.Wie veel op 't front verkeerde zal ten anderen reeds heb ben kunnen bemerken dat veel onzer pastoors dikwijls verplicht zijn zelf hand aan 't werk te slaan, zoo zij de zaken in vooruitwillen. de Zij verblijven meestal in een houten huisje, dat bij de minste storm, die dees jaar niet ontbreken, piepen en kraken en dreigen in te vallen. Daken komen los en springen uit een, zoodat het binnen regent als buiten, en in de koude winterdagen blaast de wind langs zijds, onder en boven door de spleten van plankenvloer en wanden. Wie ontmoet te alreeds niet op het front sommige onzer priesters, bezig aan 't leggen van steenen, 't verzekeren van kerk- en schooldaken of 't bijörengen van materiaal, zelf 't lossen aan den trein om 't werk te bespoedigen... en zulks bij schoon en vooral slecht weder Gedenk dan, beste lezer, als wanneer gij uw voetjes dicht bij 't vuur steekt of de deuren nauwer sluit tegen koü en wind, gedenk dat daar ginder menschen wonen die ook koü hebben, maar zich opofferen voor 't welzijn van de teruggekeerde banne lingen der frontstreek. Gedenk dat boeken en gazetten, dat ver halen van ooggetuigen zelf u nimmer zullen kunnen doen inzien wat al ellende en miserie wat al lijden en zieleleed die priesters te bekampen hebben, en vooral vergeet dan niet dat van daar u handen toereiken en harten roepen om hulp, biddend om eene almoes ten voordeele hunner geteisterde bevolking. Blijf dan niet onverschillig bij 't overden ken van zulk leven en zoo 't een ware vlaming past, geef, geef veel zoo gij veel hebt, maar... geef ook van het weinige dat gij bezit. Caritas. zijn onze schoolmaten van weleer, strijdmakkers voor velen, geburen, vrienden, bloedverwanten voor bijna alleman. Wij hebben hunnen naam nog dagelijks op onze lippen, hun leven, hun lijden, hun sterven zoo dikwijls met weemoed in onze verbeelding, ja met bitter verdriet in 't herte wij willen dat er daar van iets blijve, zelfs bij 't nakomelingschap: 't verdriet zal slijten, de pijn in ons vrienden hert zal verdooven, de dankbaarheid en be wondering mogen noch nu, noch latertijden verdwijnen wij willen iets voor onze oogen dat gedurig ons hert vermaant en onze na komelingen herinnert aan dezen die uit plicht en liefde voor heerd en volk alles opofferden. Moest er op eene voorname plaats een gebouw oprijzen dat weezen of weduwen van gesneuvelden of dat andere ongelukki- gen zou herbergen, zou dat ook geen herin nering wezen 't Zou heeten het Huis onzer Helden 't zou in zijn gevel de namen der gesneuvelden ingebeiteld dragen, met ook wel de verbeelding van een heldenfeit uit onze jongste bloedige geschiedenis. Zoo was het meest dat men eertijds herinne ringen stichtte aan geliefde afgestorvenen 't was nuttig werk, 't was liefde en opoffering vereeuwigen't was meteen het behoud van het gedenkstuk voor lange verzekeren. Aan zoo eene stichting moet er niet ge dacht v/orden dat vroeg honderd duizenden plaats van duizenden Daarmeê zal Bertenplaats, aan den Noordhoek der Peperstraat, geen gevel zien oprijzen vol kunst en ziel en vrome gedachtenis Daarmeê ook komt het ontwerp nog eens boven, het gewone standbeeld op zuil met bloemen errond, zooals men er voor den oorlog te Kortrijk vier kon zien, te Brugge vijf of zes, te Gent eene dozijn, enz. Nu krijgt elke stad er een meer, en men'ig dorp zijn eerste... Ik zou liever eene gedachtenis hebben die men elders niet heeft, iets op ons eigen, iets meer ingetogen dan eene praal- zuil op eene openbare plaats: immers de geheugenis onzer gesneuvelden zal altijd met veel verdriet en herteleed gepaard gaan zulke gevoelens stelt men op de markt niet ten toog... Ons nieuw stadhuis staat daar, wel be waard, deftig al buiten, maar toch zoo kaal al binnen de groote ingangplaats, waar iedereen door moet, zou kunnen zoo schoon zijn, ze is zoo onbeduidend. Ik zou ze ver sieren, heelemaal, met fresco-schilderij of halfverheven beeldhouwwerk, of afwisselend met beide en 'k zou daar onze gesneuvelde vrienden verbeelden in hun werk aan de loopgrachten, in 't geweld van den aanval, op hnn lijdensbed, en dan verheerlijkt waar ze ons christen geloof en onze liefde ze nu willen... Van onder eene reeks taferee- len van den oorlog, van boven de rust in eeuwigen vrede... Och, kon er mij een kunste naar verwezentlijken wat ik in mijn binnen ste gevoel en zie... 't Zou aanstaan En tel kens wij ten stadhuize trekken, 't zou ons doen mijmeren aan de zoete gedachtenis Zooals wij gezien hebben in de dagbladen is de Koning geheel mistevreden, van zijne reis door de verwoeste gewesten terug ge keerd. Hij heeft zijne verontwaardiging lucht gegeven, eene eerste maal te Dendermonde en dan in Loo over de zorgloosheid waarmede er aan den heropbouw der streek gewrocht wordt, en over de verwaarloozing waarmede de bewoners, van hooger hand, bejegend worden. Onmiddelijk bij zijnen terugkeer heeft hij de Ministers bijeen geroepen, den toestand besproken, en geeischtdat er spoe dig verandering en verbetering zou komen. Als gevolg heeft de Minister verscheidene heeren afzonderlijk ontboden om te onder handelen over de werking van de rechtbank van oorlogsschade. De Heer Veys, Voorzit ter, kwam het eerst aan de beurtdaarna werden ontboden Advocaat Vandermeersch en Advocaat Butaye, en aangezien die Hee ren allen overtuigde partijgangers zijn van 't inrichten van een kamer per gemeente, dan mogen wij verzekeren dat zij dit stelsel warm zullen verdedigd hebben. Nu beginnen de smeekschriften der ge meenten bij den Minister toe te komen. De verledene week werden er nog opgestuurd door het schepencollege van Yper, door de gemeenteraden van Komen, Gheluwe, Wer- vick enz. Wekelijksch de Vrijdag zal nu eene bij eenkomst plaats hebben in den Katholieken Kring te Poperinghe van verscheidene Burg meesters, Schepenen, belanghebbenden van iedere gemeente, bijeengeroepen door Vol ks- vertegenwoordiger Vandromme, om alle middels te bespreken en in 't werk te stellen om tot den gewenschten uitslag te komen. De vergadering is vrij en iedere meende belangstelling gewenscht. Een kamer per- gemeente 1 In drie jaren alles vereffend Vooruit O. W. We zijn zoo vrij aan te dringen bij al onze Lezers opdat elkeen het zijne zou bijbrengen om de noodwendige frontbewoners te helpen. Velen wonen er in vochtige, ongezonde woonsten en door de storm dezer week wer den vele hard beproefd. Beste Lezers, denkt daar eens aan Wij allen die in huizen wo nen, goed tegen koude en regen beschut, laat ons medelijden hebben met de meer beproefden en ze helpen. Zendt uwe junst naar ons bureel. Hot lySonnnnoior vanA- Monteyne, is onover- ricl !VIad.y JJUolcl trefbaar tegen het zuur, Wij vernemen dat M. Colaert, gezament- lijk met de Heeren Graaf de Liedekerke, de Géradon, Poncelet en Brifaut, allen Katho- leike Volksvertegenwoordigers, in de Kamer een voorstel hebben neergelegd aangaande de huishuren verschuldigd door onze Oud- Strijders. Dit voorstel luidt aldus De huishuren door de in werkelijken dienst Belgische soldaten verschuldigd, voor de drie eerste oorlogsjaren, krachtens voor 4n Augustus 1914 bestaande pachten, zullen moeten verdragen worden door den Staat tot 50 per honderd. Een werkliedentrein in Normandie is ontriggeld, vijf dooden en vijftig gekwetsten. De duurte van het leven heeft over gansch Duitschland eene uitgebreide werk staking veroorzaakt. Holland heeft eene leening aangegaan van 450 millioen gulden aan 5 ten honderd. In Duitschland, in uitvoering van het Vredestraktaat is men bezig alle forten en versterkingen af te breken. In Spanje heerscht een waar schrikbe wind. In verscheidene provincies is de staat van beleg uitgeroepen. Te Larivière nabij Belfort werd op eene hoeve de landbouwer en de meid gedood, de boerin en eene andere meid vreeselijk gekwetst door bijlslagen. De bandiet was binnen geslopen om te stelen. Italië wordt door eene groote werksta king der spoorwegbedienden bedreigd. In Argentina grepen woelingen plaats in het Parlement, 't Geleek een echtherberg- krakeel. Nopens de kolenkrisis in Frankrijk, zegde de ministerde zeer slechte dagen zijn voorbij. Om te voorzien in den wonignood, zal men in Engeland 800.000 woningen moeten doen bouwen. Weldra zullen er kontrakten welge- gesloten worden voor den bouw van 100000 huizen. Sedert het begin van den oorlog heeft Rusland 35 millioen man verloren aan doo den, gekwetsten en zieken. De berichten die uit bolchevistisch Rus land toekomen zijn zoo ijselijk dat de lezing er van doet huiveren. Te Kharkof hebben de roode moordenaars zich overgeleverd aan de afschuwelijkste wreedheden op de weerlooze en onschuldige inwoners. Talrij ken dier ongelukkigen werden gekruisigd anderen, op de gruwelijkste wfjze gefolterd, stierven in onbeschrijfelijke tormenten. Het schijnt dat er nu toch ernstig spraak is van eene gewapende tusschenkomst der bondgenooten in Rusland, om den boel wat in orde te helpen. Dinsdag kwam de spinnersgast Desiré Duthoit, 55 jaar, ten huize van zijn schoon broeder, Joseph Meiresonne, teekenaar, wonende te Roebaais, om er zijn eetmaal te nemen. Duthoit haalde opeens een revolver te voorschijn en loste twee schoten in de richting zijner schoonzuster. Op het gerucht *BGS Drukkerij - Papierhandel, Bareel open van 9 tot 12 en van 2 tot 3 ure. Totaal: 585.11 slechte spijsontering, maagpijn en alle andere maag pijnen. De doos 2 fr. in de Apotheek H. Notredame. Versterkt uw bloed, vermijdt de Bloedarmoede door het gebruik der Versterkende Pillen van A. Monteyne, Apotheek H. Notredame, Groote Markt, Poperinghe. Niets is meer aan te bevelen tegen Bloedsgebrek, Bleekzucht, Gebrek aan Eetlust, Uitputting, en alle ziekten door overlast veroorzaakt, dan De verster kende Pillen van A. Monteyne, Apotheek H. NOTRE DAME, Groote Markt, Poperinghe.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1920 | | pagina 1