HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperin
Zondag* 25n Januari 1920.
10 Centiemen.
17e Jaar. Nr 4.
V. SANSEN-VANN
Aan onze Lezers
Verwoest Vlaanderen.
Het Gedenkteeken aan onze
gesneuvelde soldaten,
Tegen füond- en Klauwzeer.
BANK van POPERINGHE,
Do Voorzitter der Fransche
Republiek naar Yper.
p—
1%. I> c> ïi it e in e 11 tp i*i j
1 Jaar in Stad te huis besteld
buiten Stad met de post
Buitenland
5.00 fr.
5.75 fr.
7.75 fr.
Ultgevei* s
Gasthuisstraat. i5, Poperinghe
/^aiikoiiclfgiiigeu
Berichten 50 cent. de regel Notarieële berichten 50 cent.
Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag.
Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag
noen ingezonden worden.
van buiten stad.
't Ziet er nog immer lief uit alhier, en geen
wonderAls de krijgsduivel ergens doorrijdt
met zijn zwaren ploeg, lijdt het lang eer 't
achter hem weer ef fen streke is't is immers
veel gemakkelijker te malen dan te metsen
en puin is veel gauwer geschapen dan her
steld.
Maar 't schijnt dat er geld is, en er moet
geld zijn immers hoort men overal van
kostelijke gedenkteekensplaten, zuilen,
standbeelden die men tegen groot geld wil
doen oprichten, op openbare pleinen, om
ermede onze roemvolle gesneuvelden te vie
ren, om hunne gedachtenis en die van de
zege door hen behaald en betaald, zoolang
als 't kan te doen duren.
Laat de vraag daar of die gedenkteekens
niet somtijds smakeloos, 1 eel ij k zullen zijn
maar zijn ze nuttig en waartoe of liever is
dit het alléén nuttige, het nuttigste doel
waartoe ons geld besteed Er is geld We
gaven en we gaven gaarne, maar toch niet
om ons geld vastte zetten, niet al toch, in
een koud heidensch betoog, wanneer het
op meer christelijke en op voordeeliger wijze
zou kunnen gebruikt worden, tot balsem
voor veel smartende, veel gevaarlijke won
den. Het land is gekwetst en gekneusd en
het verliest nog gedurig van zijn beste bloed
uit velerlei wonden. Met het geld dienen die
wonden geheeld, want Vlaanderen heeft niet
veel bloed meer te verliezen, en eerst als
het levende lijf van ons Vaderland gezond en
levenskrachtig zal gemaakt worden, dan
kunnen zij, die 't willen het vol standbeel
den zetten.
Op geld schieten gedachten lijk padde
stoelen op een al te veien grond, maar toch
veel van die plannen zijn eer schadelijk dan
goed 1
Er is nog zoo vreeselijk veel te doen,
dunkt ons, vooraleer men op standbeelden
ga denken en is het niet de schoonste, met
een de vruchtbaarste hulde die wij onze hel
den brengen kunnen, als wij het bloed dat
zij vergoten, laten dienen tot herstelling van
het volk en van het land waarvoor zij gestre
den hebben en gestorven zijn.
De vrees was algemeen dat, na eene zoo
uitgebreide omschudding van volkeren, na
jarenlange stilstaan van legers op een zelfde
front, na eene zoo schrikbarende moorderij,
de groote wereldkrijg zijnen hachelijken
stoet van ziekten achter'zich zou slepen, en
dat de schamele menschen die kogels en
granaten ontsnapten, nu zouden gaan vallen
bij duizenden onder den geesel der besmet
ting. God zij dank, en dank zij de schran
dere voorzorg van de geneesheeren, bleven
de zwaarste kwalen achterwege er woedde
noch pest, noch cholera, noch typhusniet
temin woekerden en woekeren nog steeds
min geduchte ziekten, voorkomend uit den
abnormalen toestand door den oorlog ge
schapen, en die het hoog tijd is krachtig te
gen te gaan.
Woningnood en levensduurte, zijn de
twee groote verspreiders van ellende en
dood; ze werken traag en verdoken, maar
staag en zeker, vooral onder het arm gedeel
te der terugkeerende vluchtelingen op en
nabij de dorpen en steden die verwoest lig
gen.
Tering, darmontsteking, aanstekelijke
velziekten tieren, welig als onkruid, op dat
meest beproefde deel onzer bevolking. Het
is dringend noodig dat over geheel het ge
wezen slagveld krachtdadige en uitgebreide
maatregelen genomen worden, om die woe
stenij ook in een hygiënisch oogpunt meer
bewoonbaar te maken.
Er is eerst en vooral meer drinkbaar wa
ter van noode. Waternood is zoo erg als
woning- en hongersnood. Is er geen ter
plaats of is het bezoedeld en 95 maal op
honderd is het door bacterium coli of over
matige chloorzouten onbruikbaar), men bren-
ge het aan van elders of men make het rein;
men verdeele het onder de behoeftigen door
canalisatie in steden of groote dorpen,
elders kan men zijn toevlucht nemen tot de
voorvaderlijke steen- of bornputten: en in
dezen zin kan de persoonlijke onderneming
van den enkelen man door openbare hulp
gelden krachtig en doelmatig gesteund en
bevorderd worden.
Niemand zal betwisten dat er voor beter,
reiner en talrijker woningen dient bezorgd.
Een huis, eene woning die haar naam ver
dient is een onderkomen waarin 's menschen
gezondheid bewaard wordt. Gedreven door
landziekte, nood of begeerte om zoo gauw
mogelijk eigen haard en eigen broodgewin
te stichten, zijn de terugkeerenden het eerste
't beste gat ingevluchtom in 't drooge te
zijn Maar ae natte winter bracht het wa
ter alboven afgekeerd, links en rechts, voor,
achter en alonder naar binnen en de arme
doolaards zijn allerminst in 't drooge
De nood wordt dringend, de kreten stijgen
hóóg en het bestuur heeft openbaar inge
grepen. Maar zal het nog langer geduld
worden, dat de luidsprekendste vereischten
der hygiene, uit onkunde, geldbejag en
overhaasting zoo noodlottig onder de voeten
getrapt worden Geld, bouwstoffen, grond
zijn er noodig om te bouwen. Maar techni
sche kennis en bezorgdheid om 't welzijn der
bewoners zijn er noodig om wel te bouwen.
Melk is er zoo noodig als brood om onze
zieken te genezen, onze oude menschen te
verkloeken, onze kinders tegen sterfte te be
vrijden. Duitschland vraagt te Versailles
aan de vergoedingcommissie, dat het de
melkkoeien niet zou moeten afleveren die
wij eischen en zekere Engelsche groothee-
ren aldaar treden die vraag bij en steunen ze.
Maar laat die giootmoedige lords even
naar hier komen om den beweenlijken toe
stand vast te stellen waarin wij en onze kin
deren ons bevinden, bij gebrek aan voldoen
de rundvee, en laat ze dan spreken.
Duitschland heeft zich verbrand en zit op
de blaren.
Wij moeten 't niet uitzweeten dat het zijn
eigen vinger in zijn eigen oog stak.
Het nationaal werk voor de kinderen voor
ziet gedeeltelijk in dien wantoestand, maar
hier meer dan elders is persoonlijke offer
vaardigheid naast den openbaren steun on
ontbeerlijk.
Moeders moeten zelf hun kind het leven
dat zij hem geschonken hebben, vrijwaren
en verzekeren. Alles wat hel kind van zijn
moeder verwijdert brengt het tot lijden en
doodsgevaar en, zoo Pr. Pinard zei moe
derhart en moedermelk zijn door niets te
vervangen
Heeft de oorlog ook in dit opzicht eenen
reeds treurigen toestand niet vereregerd
Kinderen dienen degelijk gevoed wil men
tering bij volwassenen voorkomen immers
wordt die krankheid opgedaan binst de kin
derjaren en is ze later niets anders dan eene
verwekking aan slapende kiemen.
Schoolsoep, kostelooze raad aan minver
mogende bevruchte vrouwen, verstrekken
van heelmiddelen voor moeders en kinderen
geeft het nationale werk voor de- kinderen,
en het wordt daarin milddadig geholpen
door het Amerikaansch Rood Kruis. Moge
deze zoo verdienstelijke inrichting, aan de
welke arm Vlaanderen zoo machtig veel te
danken heeft, lang nog haar liefdadig werk
op onzen bodem voortzetten
Een hoogst dringende noodzakelijkheid
is ook het stichten van moederhuizen. Alle
vrouwen die in gezegenden toestand verkee-
ren en geen behoorlijk verblijf hebben tot
het belangrijk geval van hunne verlossing,
moeten in zulk openbare toevluchtsoord
eenige dagen rust en welzijn kunnen vinden
te zamen mét de hulp en de zorg voor vroed-
en verloskunde, die zoo noodig zijn voor
haarzelf en voor het kind dat uit haar zal
geboren worden. Hoevele menschenlevens
gaan bij gebrek aan technische hulp op dit
belangrijk oogenblik verloren
En eindelijk om alle daadzakelijke tege
moetkoming van ziekte en ellende, in eene
enkele inrichting samen te vatten, er dient
eene nieuwe stichting gedaan om de nieuwe
wantoestanden uit den oorlog geboren met
alle macht en middelen te keer te gaan eene
algemeene inrichting of dispensarium voor
sociaal-hygiene, waar eenerzijds gezonde
begrippen zouden uitgaan en verspreid wor
den dienstig om de gezondheid te vrijwaren,
en anderzijds hulpmiddelen uitgedeeld en
kostelooze raad verstrekt tegen alle bestaan
de ziekten vooral zuigelingziekten, velziek
ten, tering en geslachtziekten.
Een zelfde gebouw ergens in een openba
ren stadstuin neergezet zou meteen kunnen
kinderschouw
kamer, eene schoolkantine, eene verpleeg-
galerij voor teringlijders, eene kantine voor
zwangere vrouwen, benevens alles wat
noodig of dienstig kan zijn voor stoffelijke
en zedelijke gezondheid van volwassenen,
zooals badenstortbadenzaal voor lichaams
oefening, spelen, leeszalen, boekerijen, enz.
Hoe zoet ware de terugkomst voor arme
vluchtelingen als ze op den duurbetaalden
vadergrond benevens marmeren platen en
standbeelden overal heul en zalving vonden
voor hunnen lichaams- en zielenood, en zou
men denken dat er onze helden minder zou
den om vereerd en geprezen worden
Uit De Standaard.
Dr
Toen ik verleden week dit onderwerp
halfwege steken liet, was 't met spijt dat ik
schreefhet meeste getal houden aan een
standbeeld. Met spijt: want ik zou iets
nuttiger willen zien oprichtenOveral zal
men standbeelden aantreffen, veel gewone
dingen, ook leelijke, weinig kunstige.
Wat zou immers het standbeeld moeten
zijn
Het moet iets zoo deftigs zijn, zoo heele
maal uit het hert, opwekkend tot ingetogen
heid en ernst't moet herinneren- aan jaren
lang arm leven in modder en koude, aan
zooveel onrust te midden geschot en oor
logsgeweld, aan zooveel ontberingen van
allen aard, aan onzeggelijken zielenangst
onzer soldaten, veel min om hun eigen
levensgevaar als wel om hun naastbestaan-
den die te Poperinghe zelf dagelijks met
dood bedreigd waren, of die zoo verre ver
wijderd als vluchtelingen leefden Daarna
een bloedig einde op 't slagveld, onder
vreemde oogenuw jongen, uw broeder,
uw man tot stukken gehakt, zoo het niemand
ooit droomde..... of verlaten, in ongeweten
doodstrijd, verdwenen aan den Yzer! Ook
nog een pijnlijk sterven, na lang lijden, op
een hospitaalbed, verre van geliefden, zoo
veel als alleen
Dat gedenkteeken zal ons misschien in
gulden letters spreken van heldenmoed, op
offering en roem mij zal het immer herin
neren eenen stroom van bloed, eenen vloed
van tranen, eene zee van lijden, 't Moet eene
heilige zaak zijn, dat gedenkteeken: geen
hertelooze beeldhouwer, geen onverschillige
kunstenaar, geen ronkende letterkundige
mag daar de hand aan leggenWie zal er
fijngevoelig genoeg zijn om ons leed, onzen
rouw niette kwetsen, 'tevens kunstig genoeg
om iets weerdigs voort te brengen van zoo
veel taaien moed en onverschrokken opof
fering? Wie?
En hoe zullen onze gevoelens van dank
bare hulde, van fiere bewondering, maar
vooral van weemoedige betreuring daar
weergegeven zijn?
Och, komt toch niet op met een flinken
soldaat, met geweer in hand en stalen wil
in 't oog, pal voor den vijand. Zoo waren
ze, ja, onze jongens, als ze leefdenDoch
wij herinneren aan gesneuvelden
Of zal het een zieltogende strijder zijn,
hijgende nedefgezegen bij een verbrokkel
den muur? Maar ze stierven meestal af
schuwelijk verminkt, verscheurd, onkenne
lijk, of uitgeput van bloeden en zweeten op
een lijdensbedNeen, men poge niet
hunne marteling te verbeelden
Liever een zinnebeeldig vertoog? Eene
vrouw met rouwfloers omhuld, het Vader
land of (ie Stad verbeeldende, geknield bij
een graf, of eene zuil bekroonende? of een
groep, eene weenende moeder, een droo-
mende ouderling, een wezekind, hulde bie
dende aan Heldenmoed? Hoe theatraal
dat al, hoe onweerdig.
Tot nu toe zag ik nraar één gedenkteeken
dat mij niet stoorde: 't is te Pollinchove op
't kerkhofeen gekwetste soldaat heeft zich
tot aan een kruisbeeld gesleept en ligt er,
half opgericht, met hoopvollen blik naar den
stervenden Christus
Nu laat ons veronderstellen dat een kun
stenaar gevonden zij die met hert en ziel een
kunstig beeld scheppe dat onze innigste
gevoelens niet stoore. Waar dan het stand
beeld geplaatst
Toch niet op de groote marktEn dit om
twee redenseerst en vooral, de aard van
het gedenkstuk strijdt daarmede: men stelt
zijn leed niet ten toon op de markt, en immer
moet de geheugenis onzer gesneuvelde
vrienden, hoe roemrijk, hoe heerlijk ook,
gepaard blijven met innig wee, Aan het
gedenkstuk past eene stiller omgeving, een
midden. Daarbij
met aandacht bezichtigd en, om zeggens,
door het oog ontleed te zijn.
Daarzijn nu eenige wenken, niet onnuttige
hoop ik, voor de commissie die een gedenk
teeken wil oprichten aan onze gesneuvelde
makkerszij vloeien voort uit redens van
betamelijkheid en kunstzin.
J. VUYLSTEKE.
Strenge doch noodige maatregelen.
Bij hunnen aftocht, brachten de duitsche
legers het vee mede dat zij in de Vlaanderen
en de streek van Doornijk hadden wegge
nomen.
Daar het mond- en klauwzeer onder deze
dieren heerschte, verklaarde deze hoogst be
smettelijke ziekte zich zeer ras in het grootste
getal der Belgische gemeenten.
De Gouverneur der provincie Luxemburg
nam zijn toevlucht tot een geweldige maat
regel om de ziekte te bestrijden. Hij verbood
het verkeer en vervoer van al het vee bij
uitsluiting van het slachtvee dat in wagens
naar een slachthuis mocht overgebracht
worden.
Bovendien, was het den opzichter-veearts
toegelaten, uitzonderingswijze, het benutti
gen der runddieren voor het werken toe te
laten.
De uitslagen overtroffen de gunstigste
verwachtingen. Op het einde van Februari
1919, bestonden er in Luxemburg maar twee
brandpunten der ziekte meer. Op dit oogen
blik, was het tijdstip van het in weide zetten
te nabij om denzelfden maatregel te nemen
in de andere provinciën die besmet bleven.
Het mond- en klauwzeer heeft er voor de
herstelling van den veestapel, ontzagelijke
schade berokkend, bijzonderlijk door de aan
zienlijke sterfte van de kalveren en de jonge
varkens. De belangrijke vermindering der
melk- en boteropbrengst door de ziekte ver
oorzaakt, was een der groote oorzaken van
de handhaving der hooge melk- en boter-
prijzen.
Daar deze gevaarlijke kwaal een zeer ont-
rustwekkende aanval doet, niettegenstaande
het winterseizoen, heeft het Ministerie van
Landbouw besloten aan gansch het land, tot
1" Maart aanstaande, het reglement toe te
passen dat zulke goede uitslagen in Luxem
burg opleverde.
Echter, ten einde de bevoorrading der
bevolkrijke centrums niet te belemmeren,
zal het vervoer in wagens der slachtdieren
niet gëeisc'nt worden en het in koop stellen
voor de afmaking dezer dieren zal mogen
plaats hebben daar waar de markten hehou-
den blijven.
Het Ministerie van Landbouw ontkent
geenzins dat zijn maatregel onaangenaam
heden zal veroorzaken en opspraa k zal ver
wekken, maar aangezien het belang van de
herstelling des lands in 't spel is, meent het
niet te mogen aarzelen tot krachtdadig op
treden.
stelde agenten. Het is niet zonder noodwen
digheid dat ik erop aandring deze leveringen
regelmatig te zien uitvoeren, want de huidige
prijs van het brood kan niet behouden wor
den zonder de bijbrengst van aanzienlijke
hoeveelheden inlandsch graan.
Gij zult, in voorkomend geval, de weder-
spannigen wel willen kenbaar maken aan
den bevoegden toezichtdienst, die u zijne
ijverigste medewerking zal verleenen om de
belanghebbende over te halen hunne ver
plichting na te komen.
Ik neem de gelegenheid waar om u op de
hoogte te brengen van den volgenden maat
regel. genomen ten voordeele der voortbren
gers die hunne granen aan het Gouvernement
zullen leveren.
Voor iedere hoeveelheid geleverd graan
zal er aan den voortbrenger eenen bon gege
ven worden die hem zal toelaten eene hoeveel
heid afval (zemelen,kortineel en gortezemelen)
bij voorrang te bekomen aan de prijzen
vastgesteld door de besluiten. Deze hoeveel
heid zal gelijk zijn aan 30 t. h. van het
beloop der geleverde granen.
Die maatregel zal terugwerken op al de
leveringen sedert de maand Augustus gedaan.
Volgende brief wordt ons door den Heer
Burgemeester medegedeeld
MINISTERIE VAN NIJVERHEID,
ARBEID EN BEVOORADING.
Algemeen Bestuur der
Inlandsciie Levensmiddelen.
bevatten een lokaal voor raadpleging over ingetogener midden. -— Daarbij gezond
zuigelingen, een kinderschouw of bewaar- schoonheidgevoel verwerpt gelijk welkstand-
beeld op eene uitgestrekte marktplaats: het
komt er klein en onbeduidend voor. Wat
schamele indruk geeft het marmeren beeld
van Mgr De Haerne te Kortrijk: de plaats is
te groot. Zelfs Breydel en Deconinck, hoe
machtig opgevat schijnen nog klein en ver
laten op de groote markt van Brugge.
Dus op de markt niet. Een standbeeld
vraagt eene gepaste omlijstingik zie er
maar twee te Poperinghe: ofwel het kerkhof,
ofwel de Bertenplaats.
Een insprong in den muur van 't kerkhof,
langs den Reninghelstschen steenweg, zou
toelaten eene soort kapel te bouwen, gansch
open langs de straat, met eenige boomen
ferrond: daarin zou het gedenkstuk als 't
een praalgraf is passen, en gansch de om
geving zou medewerken om eenen indruk
van ernst en weemoed te verwekken.
Ofwel stelt het standbeeld midden den hof
op de Bertenplaats 't is er stil, eenzaam
If genoegde gevel van 't collegie levert een
streng en deftig verschiet en de boomtjes
van den hof eene juiste omlijsting zoo voor
kleur als voor grootteverhouding. Het beeld
zou op genoegzamen afstand kunnen in oog-
schouw genomen worden, en tevens niet van
te ver in het oog springen, wat ook nadeelig
is voor een kunstgewrocht dat vraagt om
H. BRUTSAERT,
Het SViaag poeier
van Merris, Coevoet Cie.
SCH AALSTRA AT, 6, POPERINGHE.
Brussel, den 9 Januari 1920.
Het artikel 1 van het Koninklijk besluit
van den 19 Augustus 1919 schrijft voor, dat
de voortbrengers aan de Commissie voor
aankoop van granen moeten verkoopen, al
de broodgranen die zij voortgebracht hebben
boven deze die hun gelaten zijn voor de voe
ding hunner familie en hunner beesten.
(Artikel 3 vergunt 30 kilogram per hoofd en
per maand aan ieder persoon wezentlijk in
de uitbating gevoed.)
Het Ministerieel besluit van den 27 De
cember 1919 Staatsblad van den 3 Januari
1920) stelt de tijdstippen vast waarin het
dorschen moet gedaan worden, en bedingt
de verplichting, van tegen den 31 Januari
aanstaande de helft van het overschot gedor-
schen en geleverd te hebben en de andere
helft tegen den 31 Maart aanstaande.
Opdat al uwe onderhoorigen, die onder de
toepassing van gezegde besluiten vallen,
hunne verplichtingen zouden kunnen vol
brengen, ware het mij aangenaam, wildet gij
hun opnieuw deze verplichtingen herinneren,
dezen brief de grootste ruchtbaarheid moge
lijk geven, indien noodig, ieder der belang
hebbende door de plaatselijke politie doen
waarschuwen, en namentlijk de aandacht
doen trekken op de straffen voorzien ten
laste der voortbrengers die zich volgens de
besluiten niet zouden schikken.
Ik durf op uwe volle medewerking tellen
om de belanghebbende uwer gemeente daar
toe te brengen, zonder uitstel de gezegde
leveringen te doen aan de daartoe aange-
Het is Woensdag 28 Januari aanstaande
dat de uittredende President der Fransche
Republiek aan onze gemartelde steden, Veur-
ne, Nieuwpoort, - Dixmude en Yper het
Fransch Oorlogskruis zal komen schenken.
M. Poincaré, vergezeld van maarschalk
Foch, generaal Fenelon, overste van zijn mi
litair Huis, en M. William-Martin, overste
van den protokol, zal ten 8 ure 30 's rr.or-
gends te Veurne aankomen, en daar verwel
komd worden door koning Albert; M. de
Magerie, gezant van Frankrijk; generaal
Serot-Almeras, militaire geattacheerde bij het
Fransch gezantschap, en den burgemeester
en de schepenen van Veurne.
De plechtigheid zal op de Groote Markt
plaatshebben. De President der Republiek
zal eene redevoering houden, waarop de bur
gemeester antwoorden zal. En het Oorlogs
kruis zal gespeten worden op een kussen,
waarop de wapens van België en van Veurne
zullen gebrodeerd zijn.
Van Veurne, zullen de President, de Ko
ning en de gevolgen zich, per buurtspoor
weg, naar Nieuwpoort begeven, waar de
plechtigheid zal herhaald worden. Te Veurne
teruggekeerd, zal de reis, per presedentiee-
len trein, naar Dixmude en Yper voortgezet
worden. De plechtigheid, in laatst genoemde
stad, zal ten 2 ure 30 's namiddags geschie
den. Overal zal hetzelfde ceremonieel gevolg
worden, en zal men de krijgseer aan de
twee staatshoofden bewijzen, die te Yper af
scheid van elkaar zullen nemen.
De hulde aan onze vlaamsche steden ge
bracht is verdiend; maar als bij onze drie
echt gemartelde steden, men de stad Veurne
toevoegt dan mogen wij terecht vragen waar
om Poperinghe er niet bij is. In vergelijking
met Veurne heeft onze stad minstens zooveel
afgezien in hare bewoners en in hare ge
bouwen. Aan welke oorzaak is die stelsel
matige achteruitzetting onzer stad te wijten 1
Wie lost dat raadsel op
NIEUWJAARSGIFT
voor de Eerweerde fleeren Pastors van
BOESINGIIE, KEMMEL en de CLYTTE.
Totaal der voorgaande lijsten fr. 585,11
4° Lijst.
Heer Fr. Van de Plas, apotheker,
Poperinghe,
Onbekend voor de Pastoors van 't
front,
NaamloosOpdat andere ook hun
best zouden doen,
Onbekend voor de Heeren Pastoors
van de Clytte en Kemmel,
Bank van Poperinghe,
Van wegens een vluchteling van
Yper
Naamloos
Voor 3 Vlaamsche Vrienden
Naamloos voor de Pastoors van
Boesinghe Kemmel en de Clyte,
Charles Merievede
Voor de frontpastoors van een vriend
uit Westvleteren,
Felix Baert
Voor den E. H. Serruys, pastoor
van Kemmel
1. Heer Léon Raes, Oedelem
2. Mevr. We J. Coevoet,
3. Jufvr. Marie Manie,
4. Naamloos
Totaal: 2045,11
25,00
15,00
1000,00
20,00
50,00
20,00
20,00
5,00
00,00
5,00
10,00
10,00
100,00
50,00
25,00
45,00
Drukkerij - Papierhandel,
Al wie een abonnement wil nemen op
De Poperinghenaar of die verandert
van adres, of het blad niet regelmatig ont
vangtgeve daarvan kennis in het postbu-
reel of aan de postbode die hem bedient.
Om alle verwarring te voorkomen en regel
matig bediend te worden door den briefdra
ger, is dit het zekerste middel. Ontaomli^
dus n»ar ons bureel te schrijven
De Minister,
J. WAUTERS.
Koninklijke plaats, nr S, llrussel.
van A. Monteyne, is onover
trefbaar tegen het zuur,
slechte spijsontering, maagpijn en alle andere maag
pijnen. De doos 2 fr. in de Apotheek H. Notredame.
Loopende Rekeningen, Beursbewerkingen,
Spaarboekjes, Leeningen op titels, enz.
Bureel open van 9 tot 12 en van 2 tot 3 ure.
Mijnheer de Burgemeester,
Niefs is meer aan fe bevelen tegen Bloedsgebrek,
Bleekzucht, Gebrek aan Eetlust, Uitputting, en alle
ziekten door overlast veroorzaakt, dan De verster
kende Pillen van A. Monteyne, Apotheek H. NOTRE
DAME, Groote Markt, Poperinghe.