HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken.
t
staii Ir BtloMi
Zondag 4» April 1920.
15 Centiemen
FORREST. L.
17° Jaar. - N» 14.
B o ii ïi e m e ai tp I* j s
V. SANSEN-VANN
Zalig Paaschfeest
Leuvensche Kroniek.
BANK van POPERINGHE,
Dienst der Verwoeste streek.
Overdreven genotzucht.
1 Jaar in Stad te huis besteld
huiten Stad met de post
Buitenland
6.25 fr.
7.50 fr.
9.00 fr.
Uitgever s
Gasthuisstraat. i5, Poperinghe
A.£mkon<Iig£ingcii s
Berichten 50 cent. de regel Notarieële berichten 50 cent.
Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag.
Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag
noen ingezonden worden.
De klokken luiden het Paaschfeest in.
Met helderen blijden klanA hoepen zij lui
de over de wereldde Heer is verrezen
van dood en graf. Hij is opgestaan, opdat
Hij 't inenschdom verlossevan leed en zonde,
van verwerping en eeuwige verdoemenis.»
Dat is de hooge en schoone beteekenis
van dit feest. En deze blijde beteekenis toont
zich ook in de natuur. Ook de natuur heeft
de poort van het wintergraf ontsloten. Ook
zij jubelt, dat alle leed, alle dood eu zorg
voorbij js. Met haar knoppen en haar jong
groen herinnert zij er aan, dat ook wij het
blijde feest der verrijzenis znllen beleven en
dat wij het met kalme vreugde mogen ver
wachten in het vaste geloof aan den gekruis
igden en verrezen Verlosser.
Midden in ons bewogen leven, dat met zijn
zorg en arbeid ons geheel in beslag neemt,
dat ons onophoudelijk voorwaarts dringt en
weinig tijd laat tot nadenken heett de Katho
lieke Kerk op den feestdag van Paschen het
verheven wonder der Verrijzenis van Chris
tus, het groote geheim van onzen heiligen
godsdienst, geplaatst.
Wij weten, dat tegelijk met de instelling
het Allerheiligste Sacrament des Altaars dit
feest alle eeuwen door bestaan heeft. Wij we
ten dat deze reeks van historische feesten
zich aansluit bij historische gebeurtenissen
en ons geloof hernieuwt zich jaar op jaar bij
het luiden der Paaschklokken en den zege
zang van het Alleluja.
Een storm, gelijk op het meer van Gene-
sareth loeit vaak in ons binnenste en doet
ons met de apostelen uitroepen Heer helpt
ons, want wij vergaan.
Dergelijke storm loeit ook over het mensch-
dom en te midden van den strijd roept de
geloovige Christen vaak ten hemel om hulp.
Slechts het Christelijk geloof met zijn door
God ingesteld autoriteitsbeginsel is een vei
lige dam tegen de revolutionnaire denkbeel
den van onzen tijd, en in het teeken van het
Kruis slechts kan het menschdom genezing
vinden.
Daarom is het plicht van den Staat en van
de Christelijke Maatschappij om in het volk
het geloof te bewaren en het licht van 't ge
loof ook daar te laten schijnen, waar de mo
derne wetenschap en de zucht naar bezit dit
licht hebben uitgedoofd.
Goddank, werken in het openbare leven
nog tal van krachten, die den achteruitgang
der christelijke wereldbeschouwing tegen
houden, en die, toegerust met het wapen van
het Christendom, de goddeloosheid met suc
ces bestrijden, en in den grooten strijd om
het bestaan het gebod der christelijke naas
tenliefde prediken.
Verzoenende liefde, Christelijke liefde
moet het menschdom omvatten. Dan zullen
de Paaschklokken den morgen van een ge
lukkige toekomst inluiden.
Onzen lezers een
ZALIG PAASCHFEEST!
Het Vle Groot - Nederiandsch
Studentencongres.
De gazetten staan er vol van, en de hoof
den zitten er vol mee, heel België door, van
wat er in deze dagen te Leuven gebeurd is.
Dus past het dat er ook een klankje van
overwaaie tot in den far westvan België's
kolonie, tot in Poperinghe.
't Gebeurde alzoo. De Vlaatnsche hoog
studenten wilden hun Vlc Groot Neder
iandsch Congres houden de bloedzuigers
van Vlaanderen wilden het niet. Twee willen
zijn in botsing gekomen. En de slotsom was
Mengelwerk van «De Poperinghenaar» 5.
De burgerlijke bevolking van Duinkerke
begon ongerustte worden.Ze wist dat slechts
het laatste overblijfsel van het Belgische le
ger tusschen de groote zeehaven en 's vijands
linie stond. Nu dat Antwerpen gevallen was,
begon zij ook betrouwen te verliezen in de
gordel van forten en de forteres-artillerie. De
Duitsche kanonnen hadden eene fabel-en
monsterachtige beteekenis gekregen iu's
volks inbeelding. Het docht hun dat de vij
and, met zijn verreikende dondergeweld,
hunne sterkste verdedigingen in gruis kon
schieten. Daar was geene uitwendige paniek
in de stad en de stedelingen hielden hunne
vrees onder een masker van verachting voor
de «sacrés Boches» verborgen. Maar op som
mige aangezichten van volk dat geene vrees
voor dood had tenzij voor dezen, die ze lief
hadden-was het toch een dun masker, dat
in een rompelde en den schik doorliet, van
zoohaast door de dijken en de vestingen de
mare kwam dat de Duitschers immer vooruit
«•/UHon on immof H irlltorl-iii
dat er Congres gohouden werd, dat Vlaan-
derens vijanden ijzer gefret hebben van ver
kropte woede. En de slotsom blijftdat de
feiten weeral eens te meer bewezen hebben
dat Vlaming 't zelfde is als schooier, land-
looper en dolare in 't land van gelijkheid
in rechte en feite.
Wat er gebeurd is, om ons te beletten het
Congres te houden is onbeschrijfbaar. De
macht van invloeden en geld vereenigd,
werkte in 't duister, kocht uit, dreigde, be
taalde, gelukte er in ons, Vlamingen, in onze
eigen Vlaamsche stad overal buiten te zetten,
't Was alles in 't water gevallen, 't Judasgeld
had zijn werk gedaan, 't Vlaamsche graf was
gesloten, verzegeld, en nooit zou er nog een
haan kraaien over een Groot-Nederlandsch
studentencongres.... Zoo dachten ze. En
Pilatus, Herodes en al de Farizeërs sliepen
rustig... Maar,'t werd Zaterdag 20 Maart,
en er was tóch Congres. Heel Leuven vierde
't mee, en een 100 gendarmen, te peerde als
't u belieft, deden ook mee. Ze waren heel
goed, en 't deerde hun ook, lijk ons, dat de
franskillons te laf waren om herrie te maken,
opdat ze een keer hun Belgische sabels op
Belgische hoofden hadden mogen kloppen,
in plaats van altijd met Belgisch gerief op
Vlaamsche lijven te moeten deischen.
We hebben dus Congres gehouden, en
nog nooit ging het zoo wel, want nog nooit
was er ruiterij en politiemacht lijk dees keer,
om ons te.... beschermen 't Waren heer
lijke dagen, zelfs heerlijke nachten, en, men-
schen van Poperinghe en Yper streek, plech
tig verzeker ik u dat de zonen van het west-
land hun man gestaan hebben te Leuven,
zoowel bij nachte als bij dage Gebroken
armen of beenen zijn er nietmogelijks ge
broken stokken en gebuilde koppen De
roes van ingewortelde Gambrinusliefde heeft
niet geschaad aan den passie-vollen roes
van Vlaamsche blijheid en Vlaamsche liefde.
Wij Westlanders, we gaan er groot op
dat wij ons steke mogen en kunnen staan,
in dien geweldigen strijd van Vlaamsch Recht
tegen franskillonsche Overmacht, 't Is met
onzeggeüjke blijheid dat ik hier, in 't blad
van onze streek, in naam van alle westland-
sche studenten te Leuven, openlijk hulde
breng aan Berten Pil, onzen Berten, kind
van de streke, die zoo heerlijk en meester
lijk in deze beroerde dagen het Leuvensche
Congres geleid heeft, aan wien de duizend
deelnemers herhaalde malen, met stormend
gejuich hun verknochtheid en bewondering
uitgedrukt hebben. Heel de studentenwe
reld van Vlaanderen gaat in vereering op
voor Berten, en deze gedenkwaardige dagen
zijn onveranderlijk verbonden aan zijn naam.
Daarom is het dat v/ij zoo oneindig preutsch
zijn, om den knappen, stoeren man, die een
der onzen is, uit ons hoekje en daarom is
't dat het past dat onze menschen weten, lijk
wij, wie hun waardige kinderen zijn, in de
harde worsteling om recht voor ieder in
Vlaanderen. Nadat heel de Vlaamsche stu
dentenwereld, nadat de groote Vlaamsche
leiders, nadat al de Vlaamsche bladen hulde
gebracht hebben aan 't beleid en de toewij
ding van voorzitter Albert Pil is het niet
meer dan billijk dat ook «De Poperinghe
naar», tolk onzer Vlaamsche gouwe, zich
er bij aansluite, en den edelmoedigen en kra-
nigen Vlaamschen strijder geluk wensche en
danke om wat hij doet voor ons Vlaamsche
Volk.
Nu is het gedaan, en stilaan keert de
kalmte terug in de oude Peetermansstede.
De gendarmen patrouilleeren nog 's avonds
door de straten, maar 't elektrisch licht speelt
vreedzaam op de blanke sabels en op de
glimmende karabijnen... 't Is gedaan, nu, en
al die goede Vlaamsche jongens trekken
naar hua haardsteden terug, in alle hoekjes
van Vlaanderen, om er te gaan zeggen wat
de commune van Leuven geweest is, om er
te vertellen hoeveel flaminganten deze dagen
weer bijgewonnen werden, om een druppel
tje bitterheid meer te storten in 't gemoed
De oude eigenaarster van het klein hotel,
waar ik verbleef, had hartelijk staan lachen-
met hare handen op hare heupen toen een
jong Belgisch officierken heel kluchtig met
hare twee schoone dochters aan 't «flirt»
maken was: eene blonde en eene brunette
wier wezentlijke schoonheid en frische een
voudigheid veel deden vergeven aan de slor
digheid van de keuken,
Maar nu greep ze mijnen arm vast, terwijl
ze met de andere hand de deur dicht deed.
Monsieur, ik ben eene oude sukkel van
een vrouw, omdat ik daar die twee beautés
heb. Voor me zeiven ben ik hoegenaamd niet
bevreesd. Zoo ik maar een Duitscher zijnen
nek kon afwringen, zou ik gewillig aan de
rest toelaten dat ze mij in stukken snijden.
Maai; mijne twee meisjes—twee rozen! Ik
kan die toch in 't gevaar niet latenGe ver
staat mij - die Duitschers zijn van zoo een
dierlijk ras. Zeg mij, is het tijd voor ons, om
weg te vluchten
Ik kon haar niet zeggen of het tijd was,
l Met twee zulke meisjes, dunkt' het mij, zou
ik al lange in volle vlucht opgereisd zijn. En
dan dacht ik dat de Duitschers geen gemak
kelijk werk zouden gevonden hebben in 't
beleg van Duinkerke ik had de verdedigings
werken rondgewandeld, en in «détail» de
werken gezien die zelfs tegen Duitsche ka-
nnnnpn hpQ+anH cphpnan hni+on Hp m'+prcfp
van alle rechtgeaarde Vlaamsche menschen.
Ik verlaat Leuven, met het heimwee om die
beroerde dagen, en 'k tracht te weten hoe
veel de wijde wonde in 't Belgisch Vaderland
weder verder opengescheurd is door de
schuld der onderdrukkers zelf, die meenden
den brand te blusschen met er olie op te
gieten.
Maar kom, geen heimwee en geen bitter
heid meer. 'k Rijd immers terug naar 't land
van piketten en pintiekensdraad en 'k ga
de menschen terugzien die in hondekoten
wonen, en 'k ga hun verslagen voorlezen
over de weergaalooze werking van het Al-
bert-fonds 'k ga hun vertellen van den mil-
lioenendans in 't binnenland; hoe dat Char
leroi meer dan 50 millioen schadevergoeding
opstreek, en Luik 172 millioen 860,373 fr
terwijl Yperen zich tot nu toe mocht'tevre
den houden met 2 millioen 823,526 fr., ter
wijl het weelderig NeufchSteau in 't
Walenland, menschen reeds drie maal
zooveel kreeg als Yperen. 'k Zal hun verder
leeren hoe dat allemaal in verband staat met
wat hier in Leuven gebeurde, met wat in
heel Vlaanderen gebeurtomdat we staan,
en blijven staan waar de bezem staat.
Dit is mijne slotgedachte over het VIe
Groot-Nederlandsch studentencongres: arm,
arm Vlaanderen, dubbel arm omdat ge uwe
tafelschuimers zoo rijkelijk betaalt, en om
dat ge uw eigen kinderen onder tsaristisch
knoetregiem laat mishandelen
MOKER.
APOTH EEK - DROGERIJ
A. KESTELIJN,
Gasthuisstraat, 35, POPERINGHE.
Het Nationaal Syndicaat
socialistisch
in zijn wszen en in zijne leiding.
Op ons voorstel tot debat kwam nog steeds
geen antwoord, en er zal ook geen komen,
want de groote bazen te Brussel verbieden
aan de afdeelingen nog debatten aan te gaan
met het Christen Synd. Ze hebben schrik
voor de waarheid. Daarom gaan we voort
gebruik maken van de gastvrijheid van De
Poperinghenaar» om deonloochenbare waar
heid voor te houden.
In ons vorig schrijven bewezen we het
socialistisch zijn van bet N. S. door zijne
aansluiting bij de Syndicale Commissie en
door het voeren van Klassenstrijd. We ge
ven heden bewijzen van bevattelijker en na-
bijliggender aard!
1.Op 6 April 1919 hield de afd.Gent
van het N. S. betooging. Daar sprak Ver-
schraegen naar verslag in Vooruit van 7 op
8 April als volgt:
Hij verheugt zich over het heden voltrok
ken huwelijk tusschen het N. S. en de Werk
liedenpartij... doch geene halfslachtigheid
er is slechts ééne werkliedenpartijonder de
roode vlag is plaats voor alle werkers.
2.Op 13 Aug. 1919 hield het N. Srleest
te Kortrijk. Verslag in Vooruit van 4 op 5
Aug. waaruit het volgendeHet N. S. heet
Neutraaldoch moest meu een knikker wer
pen in de massa zijner leden, het zou toch
een echt mirakel zijn moest hij op den kop
van een onzijdige terechtkomen. De kleuren
van het vaandel zijn wel velerlei, doch de
kleur van het hartebloed der leden is rood.
3.— Een paar Zondagen voor de kiezing
betoogde het N. S. Ledeberg. Terwijl de suk
kelaars op straat stonden, hielden de afge
vaardigden vergadering in den zetel van het
N. S- Vooruit geeft verslag: «Toch zet de
werking der Gentsche federatie uiteen. Re-
nier doet uitschijnen dat eens of morgen het
N. S. positie zal moeten kiezen in den stand
forten lag de grond plat en bloot, zoodat eri
zelfs geen konijn kon rondspartelen zonder
gezien en geschoten te worden. Grachten en
aardewerk, borstweringen en hoopen zakjes
muren—al lange gemaakt, want ze waren
met gras begroeid—maakten uitstekende
schuilhoeken voorde Fransche «batteries»
Bomvrije kelders waren hier en daar door de
velden verspreid, en mijlen verre, zoo verre
als de Belgische grens, speelden de liniën
loopgrachten en de stekkerdraadverwarrin-
gen. Voor het oog van eenen niet militair op
gevoeden man schenen al deze teekens van
sterke verdediging teenemaal afdoende. En
toch denk ik nu dat ze waardeloos, en als
dusdanig wel aanzien waren, ware de vijand
doorgebroken op zijne reis naar Duinkerke.
Een geestige priester, dien ik tegenkwam
op eene ijzeren brug, vertelde mij het waar
geheim van Duinkerke's werkelijke verde
digingen.
Wij hebben maar juist eene kraan of twee
te draaien zei hij, lachend om de eenvou
digheid van de bewerking,en binnen eene
uur of twee staan al die velden, uren verre,
onder water. Kijk, dat laagliggend land is
al onder, 's Vijands kanonnen moeten er in
verzinken
Hij wees dieper zuid-west, en ik zag inder
daad veel nat en zompelig land, lijk na eenen
cfr*rf\/1r\pH fTirHifpr \7Qn nnc nn Hrr»r*rr
der partijen, om recht van medevertegenwoor
diging te hebben in de besturende lichamen
en geeft zijn persoonlijk, verheugend,
gevoelen. En Bauwens voegt er een spiritu
eel woordje aan ioe, even verheugend dan dat
van Renier.
Nu voor ons is dat geene veropenbaring
de voormannen van het N. S. leven immers
de groote werkersbeweging mee.
4.- In DE EENDRACHT voor de kiezing,
nr van 15 Nov. schrijft Renier in een hoofd
artikel Voor de Stembusin volgenden
zin Werkliedenpartij is de eenige partij die
het vertrouwen der werklieden genieten kan,
omdat ze de eenige partij is die de verdedi
ging der werklieden genomen heeft. Op hare
kandidaten dus hebben de leden van het N.
S. hunne stem uit te brengen. Als een doeks
ken voor het bloeden vinden de Daensisten
ook genade.
5.— In hetzelfde nr der EENDRACHT vin
den we in het verslag over 't congres van 1
en 2 Nov. Bij de overname van het beheer
van kameraad Brandelard, op 24 Mei 1919,
bedroeg oris actieffr 117,627,40. waarvanfr.
110,521,05 belegd was in de Spaarkas van
het Volkshuis enfr. 7.KB.25 gestort in de
kas van het N. S.
De gelden van het N. S. worden dus aan
gewend om socialistische inrichtingen in
stand te houden en leven in te gieten.
6.— Er zijn nog rechtzinnige socialisten
en daartusschen rangschikken we MAS-
SART, algemeene secretaris der Centrale
van Opvoeding in het N. S-. Deze zegt in
een artikel verschenen in Florealtijd
schrift voor Frankrijk van bolsjewistische
strekking In België zijn de Synd, in legen-
stelling met Frankrijk) de socialistische
partij zelve. Ze zijn er dus niet een deel van,
of er aan ondergeschikt, ze zijn feitelijk de
partij zelve.
Zou het daarmede niet bewezen zijn, dat
het N. S. zijne leden bedriegt met zich voor
neutraal uit te geven?Het N S. in zijn be
staan efl in zijne leiding is ontegensprekelijk
socialistisch. Voor dezen die nog niet over
tuigd zijn bezitten we nog andere bewijzen,
waar we bij gelegenheid mede uitpakken
zullen. Doch aanstaande en volgende week
willen we eerst klaar aantoonen dat het N.
S. in menige gevallen de stoffelijke belangen
zijner leden verraden heeft.
Propaganda afd van het Kristen Synd.
Fontainasplaats 9-11 Brussel.
gels weer los. Als het niet betert, zullen onze
steden er door ten onder gaan.
Maar, jammer genoeg, die ziekte is ook
naar den buiten overgeloopen. Al de buiten
lieden, al de boeren zijn er niet mee besmet;
maar het gevaar dreigt, en wee ons als zij
er niet aan weerstaan!
van Merris, Coevoet Cie.
SCHAALSTRAAT, 6, POPERINGHE.
Loopende Rekeningen, Beursbewerkingen,
Spaarboekjes, Leeningen op titels, enz.
Bureel open van 9 tot 12 en van 2 tot 4 ure.
PROVEN.
Beursbewerkingen. Geldplaatsingen.
Geldwisseling. Uitbetaling van Koepons.
Om het Belgisch volk in bedwang te
houden, moeten wij het verzwakken door
het veel plezieren te bezorgen zoo schreef
een Duitsche ambtenaar tijdens de bezetting
in Belgie.
Zoo stond het, zwart op wit. De Duitscher
die dat schreef, was geen ezel. Want het
plezier is den weg naar den ondergang.
Laat een man maar leven om plezier te
maken, en kom na eenige jaren eens kijken:
hij moet ten onder. Laat een familie, hoe rijk
zij ook weze, enkel bedacht zijn om plezier
en vermaakzij moet den grond in, Laat een
heel volk, al wint het geld bij hoopen, enkel
belust zijn te genieten, het moet den diepe
rik in, het zal uitsterven. Voor elkeen is het
plezier den weg naar den ondergang.
Bij ons zit het plezier al in de groote ste
den. Vóór den oorlog leefden daar duizenden
menschen die maar droomden van plezier;
onder den oorlog hebben zij zich misschien
moeten inkrimpen; maar nu vliegen de teu-
Bouwen van voorloopige woningen.
I. De Regeering verleent eene toelage tot
het beloop van 3 000 frank aan de personen
die na 15 Maart 1920,eene voorloopige wo
ning in eene gemeente der verwoeste streken
van West-Vlaanderen, door de Hooge Ko
ninklijke Commissarissen aangeduid, zullen
bouwen.
II. Kunnen alléén van dezen maatregel
genieten de personen, die noch over eene
woning noch over eene barak beschikken
welke in de vereischte gezondheidsvoor-
waarden werd opgetrokken en waarvan de
oude woonst niet kan hersteld worden; in
dien de belanghebbende eene barak aan het
Koning Albertsfonds gevraagd, doch ze nog
niet verkregen hadden, moeten zij vooraf
gaandelijk en uitdrukkelijk aan die houten
woning verzaken.
III. De woning dient aan volgende voor
waarden te beantwoorden.
a) gebouwd worden in blijvende materia
len als baksteen en hout, leemmortel, stamp-
aarde. De bevloering moet waterdicht zijn.
Het dak zal gelegd worden in pannen, scha
liën of gestampte produkten in den aard van
«Eterniet», in strooi of riet, ter uitzonde
ring van asphaltpapier en plaatijzer.
b) Eene oppervlakte hebben van minstens
9m. x 6. zonder de bijgebouwen en binnen
eene hoogte van 2,50 m. onder de zoldering.
Voor de woningen met mindere oppervak-
te zal de toelage naar evenredigheid ver
minderd worden en dat tegen 70 fr. per m2.
c) Geplaatst zijn buiten de kom van het
dorper zaltusschen de huisjes eene plaats
ruimte van minstens 10 m. moeten blijven.
d) Uitgenomen het geval in art. 4 voor
zien, mag men op de grondvesten van een
vernield huis niet bouwen.
IV. Indien de voorloopige bouw bestemd
is om eene, door den oorlog, vernielde wo
ning te vervangen, die in de zelfde materia
len opgetrokken was, zal er enkel toelage
verleend worden, mits afstand door de ge
teisterde van zijne rechten op oorlogsschade
vergoeding; in deze veronderstelling is de
Hooge Koninklijke Commissaris gemachtigd
aan de geteisterden eene vergoeding toe te
staan tot het beloop der totale kosten van
het herbouwen zijner vernielde woning en
zoo het maximun in art. I voorzien te over
schrijden.
V. De aanvragen moeten aan den Burge
meester der gemeenten, waar men zijne
woonst wil bouwen, gericht worden.
De aanvraag zal vergezeld zijn vaH een
eenvoudig plan of eene beschrijving van het
op te bouwen huis. De belanghebbende zal
de juiste ligging aanduiden en zal bewijs ge
ven dat hij het recht bezit, dezen bouw op te
trekken, hetzij als eigenaar of huurder van
het terrein, hetzij om reden van eene bijzon
dere overeenkomst tusschen den eigenaar en
den huurder van den grond getroffen.
VI. De toelage zal, door de zorgen van het
land, trappelde een groep soldaten op en af,
in oefening.
De priester wees er naartoe.
«Ze vochten ongeoefend, die Belgische
jongens. Per naasten, zullen ze met meer
orde vechten. Maar met geen meerder moed,
MonsieurIk hef mijn hoed op voor dat held
haftig kleine België, dat herdacht zal worden
zoo lang als de Geschiedenis een heerlijk
wapenfeit verhalen zal. God zegene België
en geneze zijne wonden!»
Hij nam zijnen breeden zwarteu hoed af
en stond blootshoofds, met een groote schud
ding van den wind in zijne soutaan, kijkend
naar de Belgische soldaten, die na den ver-
moeienden aftocht, weer in rang en gelid op
rukten en oefende om eens te meer voor het
kleine koninkrijk, dat ze verloren hadden,
hun bloed te geven.
Weinige dagen later, zag ik de Belgen im
mer voortvechten op den eigenen grond - el
lendig maar overheerlijk schoon, ziek in 't
hart, maar onoverwinbaar in 't gemoed.
V
't Was in Kaleswaar ik voor een of twee
dagen naartoe gereisd was—dat ik de kans
vond om in de vuurlinie in België te geraken.
Ik zat voor een open venster met mijne twee
\rrionHpn fnpn ik an ppiiq pph wplhpkonH
gezicht op straat ontwaarde. Voor het laatst
had ik de dame gezien in een oud English
mansion», waar er veel geesten van gemoe
delijke en aangename historieke namen rond
zweven, en dat overvol was van lachende
meisjes die trippelénd uitzetten naar eene
lawn-tennis spel beneden de terrasse, van
waaruit een frisschc geur van rozen en klim
op-planten opwaaide in de slaapwekkende
lucht van eenen Engelschen zomer, 't Deed
vreemd een dezer meisjes in Kales te zien,
waar er een nog vreemder spel gespeeld werd.
Zij had in hare oogen eene ernstigheid, die
ik vroeger in Engeland nooit gezien had, en
toch, nadien, hoorde ik haar lachen rinke
len op korten afstand van de ontploffende
houwitsers. Zij had een auto en een pass voor
het Belgische front, en een goede inborst
die me een plaatsken in de auto toestond,
op voorwaarde dat ik fameus rap zou zijn.
Ik was zóó rap, dat ik met twee drie wippen
om mijn handvaliesje, in twee grootere spron
gen terug was en alleenlijk tijd had om mijne
twee vrienden de hand te drukken. We had
den samen langs zóóveel wegen geslenterd
in deze oorlog, om diens wondere drama 's
mee te leven. Ik verliet ze nu langs den weg,
met nog de herinnering bij me van hun deugd
doende kameraadschap.
Wordt vnnrtapynt
Drukkerij - Papierhandel,
naar het Engelsch.
Ministerie van Binnenlandsche Zaken.