HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken. t staii Ir BtloMi Zondag 4» April 1920. 15 Centiemen FORREST. L. 17° Jaar. - N» 14. B o ii ïi e m e ai tp I* j s V. SANSEN-VANN Zalig Paaschfeest Leuvensche Kroniek. BANK van POPERINGHE, Dienst der Verwoeste streek. Overdreven genotzucht. 1 Jaar in Stad te huis besteld huiten Stad met de post Buitenland 6.25 fr. 7.50 fr. 9.00 fr. Uitgever s Gasthuisstraat. i5, Poperinghe A.£mkon<Iig£ingcii s Berichten 50 cent. de regel Notarieële berichten 50 cent. Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag. Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag noen ingezonden worden. De klokken luiden het Paaschfeest in. Met helderen blijden klanA hoepen zij lui de over de wereldde Heer is verrezen van dood en graf. Hij is opgestaan, opdat Hij 't inenschdom verlossevan leed en zonde, van verwerping en eeuwige verdoemenis.» Dat is de hooge en schoone beteekenis van dit feest. En deze blijde beteekenis toont zich ook in de natuur. Ook de natuur heeft de poort van het wintergraf ontsloten. Ook zij jubelt, dat alle leed, alle dood eu zorg voorbij js. Met haar knoppen en haar jong groen herinnert zij er aan, dat ook wij het blijde feest der verrijzenis znllen beleven en dat wij het met kalme vreugde mogen ver wachten in het vaste geloof aan den gekruis igden en verrezen Verlosser. Midden in ons bewogen leven, dat met zijn zorg en arbeid ons geheel in beslag neemt, dat ons onophoudelijk voorwaarts dringt en weinig tijd laat tot nadenken heett de Katho lieke Kerk op den feestdag van Paschen het verheven wonder der Verrijzenis van Chris tus, het groote geheim van onzen heiligen godsdienst, geplaatst. Wij weten, dat tegelijk met de instelling het Allerheiligste Sacrament des Altaars dit feest alle eeuwen door bestaan heeft. Wij we ten dat deze reeks van historische feesten zich aansluit bij historische gebeurtenissen en ons geloof hernieuwt zich jaar op jaar bij het luiden der Paaschklokken en den zege zang van het Alleluja. Een storm, gelijk op het meer van Gene- sareth loeit vaak in ons binnenste en doet ons met de apostelen uitroepen Heer helpt ons, want wij vergaan. Dergelijke storm loeit ook over het mensch- dom en te midden van den strijd roept de geloovige Christen vaak ten hemel om hulp. Slechts het Christelijk geloof met zijn door God ingesteld autoriteitsbeginsel is een vei lige dam tegen de revolutionnaire denkbeel den van onzen tijd, en in het teeken van het Kruis slechts kan het menschdom genezing vinden. Daarom is het plicht van den Staat en van de Christelijke Maatschappij om in het volk het geloof te bewaren en het licht van 't ge loof ook daar te laten schijnen, waar de mo derne wetenschap en de zucht naar bezit dit licht hebben uitgedoofd. Goddank, werken in het openbare leven nog tal van krachten, die den achteruitgang der christelijke wereldbeschouwing tegen houden, en die, toegerust met het wapen van het Christendom, de goddeloosheid met suc ces bestrijden, en in den grooten strijd om het bestaan het gebod der christelijke naas tenliefde prediken. Verzoenende liefde, Christelijke liefde moet het menschdom omvatten. Dan zullen de Paaschklokken den morgen van een ge lukkige toekomst inluiden. Onzen lezers een ZALIG PAASCHFEEST! Het Vle Groot - Nederiandsch Studentencongres. De gazetten staan er vol van, en de hoof den zitten er vol mee, heel België door, van wat er in deze dagen te Leuven gebeurd is. Dus past het dat er ook een klankje van overwaaie tot in den far westvan België's kolonie, tot in Poperinghe. 't Gebeurde alzoo. De Vlaatnsche hoog studenten wilden hun Vlc Groot Neder iandsch Congres houden de bloedzuigers van Vlaanderen wilden het niet. Twee willen zijn in botsing gekomen. En de slotsom was Mengelwerk van «De Poperinghenaar» 5. De burgerlijke bevolking van Duinkerke begon ongerustte worden.Ze wist dat slechts het laatste overblijfsel van het Belgische le ger tusschen de groote zeehaven en 's vijands linie stond. Nu dat Antwerpen gevallen was, begon zij ook betrouwen te verliezen in de gordel van forten en de forteres-artillerie. De Duitsche kanonnen hadden eene fabel-en monsterachtige beteekenis gekregen iu's volks inbeelding. Het docht hun dat de vij and, met zijn verreikende dondergeweld, hunne sterkste verdedigingen in gruis kon schieten. Daar was geene uitwendige paniek in de stad en de stedelingen hielden hunne vrees onder een masker van verachting voor de «sacrés Boches» verborgen. Maar op som mige aangezichten van volk dat geene vrees voor dood had tenzij voor dezen, die ze lief hadden-was het toch een dun masker, dat in een rompelde en den schik doorliet, van zoohaast door de dijken en de vestingen de mare kwam dat de Duitschers immer vooruit «•/UHon on immof H irlltorl-iii dat er Congres gohouden werd, dat Vlaan- derens vijanden ijzer gefret hebben van ver kropte woede. En de slotsom blijftdat de feiten weeral eens te meer bewezen hebben dat Vlaming 't zelfde is als schooier, land- looper en dolare in 't land van gelijkheid in rechte en feite. Wat er gebeurd is, om ons te beletten het Congres te houden is onbeschrijfbaar. De macht van invloeden en geld vereenigd, werkte in 't duister, kocht uit, dreigde, be taalde, gelukte er in ons, Vlamingen, in onze eigen Vlaamsche stad overal buiten te zetten, 't Was alles in 't water gevallen, 't Judasgeld had zijn werk gedaan, 't Vlaamsche graf was gesloten, verzegeld, en nooit zou er nog een haan kraaien over een Groot-Nederlandsch studentencongres.... Zoo dachten ze. En Pilatus, Herodes en al de Farizeërs sliepen rustig... Maar,'t werd Zaterdag 20 Maart, en er was tóch Congres. Heel Leuven vierde 't mee, en een 100 gendarmen, te peerde als 't u belieft, deden ook mee. Ze waren heel goed, en 't deerde hun ook, lijk ons, dat de franskillons te laf waren om herrie te maken, opdat ze een keer hun Belgische sabels op Belgische hoofden hadden mogen kloppen, in plaats van altijd met Belgisch gerief op Vlaamsche lijven te moeten deischen. We hebben dus Congres gehouden, en nog nooit ging het zoo wel, want nog nooit was er ruiterij en politiemacht lijk dees keer, om ons te.... beschermen 't Waren heer lijke dagen, zelfs heerlijke nachten, en, men- schen van Poperinghe en Yper streek, plech tig verzeker ik u dat de zonen van het west- land hun man gestaan hebben te Leuven, zoowel bij nachte als bij dage Gebroken armen of beenen zijn er nietmogelijks ge broken stokken en gebuilde koppen De roes van ingewortelde Gambrinusliefde heeft niet geschaad aan den passie-vollen roes van Vlaamsche blijheid en Vlaamsche liefde. Wij Westlanders, we gaan er groot op dat wij ons steke mogen en kunnen staan, in dien geweldigen strijd van Vlaamsch Recht tegen franskillonsche Overmacht, 't Is met onzeggeüjke blijheid dat ik hier, in 't blad van onze streek, in naam van alle westland- sche studenten te Leuven, openlijk hulde breng aan Berten Pil, onzen Berten, kind van de streke, die zoo heerlijk en meester lijk in deze beroerde dagen het Leuvensche Congres geleid heeft, aan wien de duizend deelnemers herhaalde malen, met stormend gejuich hun verknochtheid en bewondering uitgedrukt hebben. Heel de studentenwe reld van Vlaanderen gaat in vereering op voor Berten, en deze gedenkwaardige dagen zijn onveranderlijk verbonden aan zijn naam. Daarom is het dat v/ij zoo oneindig preutsch zijn, om den knappen, stoeren man, die een der onzen is, uit ons hoekje en daarom is 't dat het past dat onze menschen weten, lijk wij, wie hun waardige kinderen zijn, in de harde worsteling om recht voor ieder in Vlaanderen. Nadat heel de Vlaamsche stu dentenwereld, nadat de groote Vlaamsche leiders, nadat al de Vlaamsche bladen hulde gebracht hebben aan 't beleid en de toewij ding van voorzitter Albert Pil is het niet meer dan billijk dat ook «De Poperinghe naar», tolk onzer Vlaamsche gouwe, zich er bij aansluite, en den edelmoedigen en kra- nigen Vlaamschen strijder geluk wensche en danke om wat hij doet voor ons Vlaamsche Volk. Nu is het gedaan, en stilaan keert de kalmte terug in de oude Peetermansstede. De gendarmen patrouilleeren nog 's avonds door de straten, maar 't elektrisch licht speelt vreedzaam op de blanke sabels en op de glimmende karabijnen... 't Is gedaan, nu, en al die goede Vlaamsche jongens trekken naar hua haardsteden terug, in alle hoekjes van Vlaanderen, om er te gaan zeggen wat de commune van Leuven geweest is, om er te vertellen hoeveel flaminganten deze dagen weer bijgewonnen werden, om een druppel tje bitterheid meer te storten in 't gemoed De oude eigenaarster van het klein hotel, waar ik verbleef, had hartelijk staan lachen- met hare handen op hare heupen toen een jong Belgisch officierken heel kluchtig met hare twee schoone dochters aan 't «flirt» maken was: eene blonde en eene brunette wier wezentlijke schoonheid en frische een voudigheid veel deden vergeven aan de slor digheid van de keuken, Maar nu greep ze mijnen arm vast, terwijl ze met de andere hand de deur dicht deed. Monsieur, ik ben eene oude sukkel van een vrouw, omdat ik daar die twee beautés heb. Voor me zeiven ben ik hoegenaamd niet bevreesd. Zoo ik maar een Duitscher zijnen nek kon afwringen, zou ik gewillig aan de rest toelaten dat ze mij in stukken snijden. Maai; mijne twee meisjes—twee rozen! Ik kan die toch in 't gevaar niet latenGe ver staat mij - die Duitschers zijn van zoo een dierlijk ras. Zeg mij, is het tijd voor ons, om weg te vluchten Ik kon haar niet zeggen of het tijd was, l Met twee zulke meisjes, dunkt' het mij, zou ik al lange in volle vlucht opgereisd zijn. En dan dacht ik dat de Duitschers geen gemak kelijk werk zouden gevonden hebben in 't beleg van Duinkerke ik had de verdedigings werken rondgewandeld, en in «détail» de werken gezien die zelfs tegen Duitsche ka- nnnnpn hpQ+anH cphpnan hni+on Hp m'+prcfp van alle rechtgeaarde Vlaamsche menschen. Ik verlaat Leuven, met het heimwee om die beroerde dagen, en 'k tracht te weten hoe veel de wijde wonde in 't Belgisch Vaderland weder verder opengescheurd is door de schuld der onderdrukkers zelf, die meenden den brand te blusschen met er olie op te gieten. Maar kom, geen heimwee en geen bitter heid meer. 'k Rijd immers terug naar 't land van piketten en pintiekensdraad en 'k ga de menschen terugzien die in hondekoten wonen, en 'k ga hun verslagen voorlezen over de weergaalooze werking van het Al- bert-fonds 'k ga hun vertellen van den mil- lioenendans in 't binnenland; hoe dat Char leroi meer dan 50 millioen schadevergoeding opstreek, en Luik 172 millioen 860,373 fr terwijl Yperen zich tot nu toe mocht'tevre den houden met 2 millioen 823,526 fr., ter wijl het weelderig NeufchSteau in 't Walenland, menschen reeds drie maal zooveel kreeg als Yperen. 'k Zal hun verder leeren hoe dat allemaal in verband staat met wat hier in Leuven gebeurde, met wat in heel Vlaanderen gebeurtomdat we staan, en blijven staan waar de bezem staat. Dit is mijne slotgedachte over het VIe Groot-Nederlandsch studentencongres: arm, arm Vlaanderen, dubbel arm omdat ge uwe tafelschuimers zoo rijkelijk betaalt, en om dat ge uw eigen kinderen onder tsaristisch knoetregiem laat mishandelen MOKER. APOTH EEK - DROGERIJ A. KESTELIJN, Gasthuisstraat, 35, POPERINGHE. Het Nationaal Syndicaat socialistisch in zijn wszen en in zijne leiding. Op ons voorstel tot debat kwam nog steeds geen antwoord, en er zal ook geen komen, want de groote bazen te Brussel verbieden aan de afdeelingen nog debatten aan te gaan met het Christen Synd. Ze hebben schrik voor de waarheid. Daarom gaan we voort gebruik maken van de gastvrijheid van De Poperinghenaar» om deonloochenbare waar heid voor te houden. In ons vorig schrijven bewezen we het socialistisch zijn van bet N. S. door zijne aansluiting bij de Syndicale Commissie en door het voeren van Klassenstrijd. We ge ven heden bewijzen van bevattelijker en na- bijliggender aard! 1.Op 6 April 1919 hield de afd.Gent van het N. S. betooging. Daar sprak Ver- schraegen naar verslag in Vooruit van 7 op 8 April als volgt: Hij verheugt zich over het heden voltrok ken huwelijk tusschen het N. S. en de Werk liedenpartij... doch geene halfslachtigheid er is slechts ééne werkliedenpartijonder de roode vlag is plaats voor alle werkers. 2.Op 13 Aug. 1919 hield het N. Srleest te Kortrijk. Verslag in Vooruit van 4 op 5 Aug. waaruit het volgendeHet N. S. heet Neutraaldoch moest meu een knikker wer pen in de massa zijner leden, het zou toch een echt mirakel zijn moest hij op den kop van een onzijdige terechtkomen. De kleuren van het vaandel zijn wel velerlei, doch de kleur van het hartebloed der leden is rood. 3.— Een paar Zondagen voor de kiezing betoogde het N. S. Ledeberg. Terwijl de suk kelaars op straat stonden, hielden de afge vaardigden vergadering in den zetel van het N. S- Vooruit geeft verslag: «Toch zet de werking der Gentsche federatie uiteen. Re- nier doet uitschijnen dat eens of morgen het N. S. positie zal moeten kiezen in den stand forten lag de grond plat en bloot, zoodat eri zelfs geen konijn kon rondspartelen zonder gezien en geschoten te worden. Grachten en aardewerk, borstweringen en hoopen zakjes muren—al lange gemaakt, want ze waren met gras begroeid—maakten uitstekende schuilhoeken voorde Fransche «batteries» Bomvrije kelders waren hier en daar door de velden verspreid, en mijlen verre, zoo verre als de Belgische grens, speelden de liniën loopgrachten en de stekkerdraadverwarrin- gen. Voor het oog van eenen niet militair op gevoeden man schenen al deze teekens van sterke verdediging teenemaal afdoende. En toch denk ik nu dat ze waardeloos, en als dusdanig wel aanzien waren, ware de vijand doorgebroken op zijne reis naar Duinkerke. Een geestige priester, dien ik tegenkwam op eene ijzeren brug, vertelde mij het waar geheim van Duinkerke's werkelijke verde digingen. Wij hebben maar juist eene kraan of twee te draaien zei hij, lachend om de eenvou digheid van de bewerking,en binnen eene uur of twee staan al die velden, uren verre, onder water. Kijk, dat laagliggend land is al onder, 's Vijands kanonnen moeten er in verzinken Hij wees dieper zuid-west, en ik zag inder daad veel nat en zompelig land, lijk na eenen cfr*rf\/1r\pH fTirHifpr \7Qn nnc nn Hrr»r*rr der partijen, om recht van medevertegenwoor diging te hebben in de besturende lichamen en geeft zijn persoonlijk, verheugend, gevoelen. En Bauwens voegt er een spiritu eel woordje aan ioe, even verheugend dan dat van Renier. Nu voor ons is dat geene veropenbaring de voormannen van het N. S. leven immers de groote werkersbeweging mee. 4.- In DE EENDRACHT voor de kiezing, nr van 15 Nov. schrijft Renier in een hoofd artikel Voor de Stembusin volgenden zin Werkliedenpartij is de eenige partij die het vertrouwen der werklieden genieten kan, omdat ze de eenige partij is die de verdedi ging der werklieden genomen heeft. Op hare kandidaten dus hebben de leden van het N. S. hunne stem uit te brengen. Als een doeks ken voor het bloeden vinden de Daensisten ook genade. 5.— In hetzelfde nr der EENDRACHT vin den we in het verslag over 't congres van 1 en 2 Nov. Bij de overname van het beheer van kameraad Brandelard, op 24 Mei 1919, bedroeg oris actieffr 117,627,40. waarvanfr. 110,521,05 belegd was in de Spaarkas van het Volkshuis enfr. 7.KB.25 gestort in de kas van het N. S. De gelden van het N. S. worden dus aan gewend om socialistische inrichtingen in stand te houden en leven in te gieten. 6.— Er zijn nog rechtzinnige socialisten en daartusschen rangschikken we MAS- SART, algemeene secretaris der Centrale van Opvoeding in het N. S-. Deze zegt in een artikel verschenen in Florealtijd schrift voor Frankrijk van bolsjewistische strekking In België zijn de Synd, in legen- stelling met Frankrijk) de socialistische partij zelve. Ze zijn er dus niet een deel van, of er aan ondergeschikt, ze zijn feitelijk de partij zelve. Zou het daarmede niet bewezen zijn, dat het N. S. zijne leden bedriegt met zich voor neutraal uit te geven?Het N S. in zijn be staan efl in zijne leiding is ontegensprekelijk socialistisch. Voor dezen die nog niet over tuigd zijn bezitten we nog andere bewijzen, waar we bij gelegenheid mede uitpakken zullen. Doch aanstaande en volgende week willen we eerst klaar aantoonen dat het N. S. in menige gevallen de stoffelijke belangen zijner leden verraden heeft. Propaganda afd van het Kristen Synd. Fontainasplaats 9-11 Brussel. gels weer los. Als het niet betert, zullen onze steden er door ten onder gaan. Maar, jammer genoeg, die ziekte is ook naar den buiten overgeloopen. Al de buiten lieden, al de boeren zijn er niet mee besmet; maar het gevaar dreigt, en wee ons als zij er niet aan weerstaan! van Merris, Coevoet Cie. SCHAALSTRAAT, 6, POPERINGHE. Loopende Rekeningen, Beursbewerkingen, Spaarboekjes, Leeningen op titels, enz. Bureel open van 9 tot 12 en van 2 tot 4 ure. PROVEN. Beursbewerkingen. Geldplaatsingen. Geldwisseling. Uitbetaling van Koepons. Om het Belgisch volk in bedwang te houden, moeten wij het verzwakken door het veel plezieren te bezorgen zoo schreef een Duitsche ambtenaar tijdens de bezetting in Belgie. Zoo stond het, zwart op wit. De Duitscher die dat schreef, was geen ezel. Want het plezier is den weg naar den ondergang. Laat een man maar leven om plezier te maken, en kom na eenige jaren eens kijken: hij moet ten onder. Laat een familie, hoe rijk zij ook weze, enkel bedacht zijn om plezier en vermaakzij moet den grond in, Laat een heel volk, al wint het geld bij hoopen, enkel belust zijn te genieten, het moet den diepe rik in, het zal uitsterven. Voor elkeen is het plezier den weg naar den ondergang. Bij ons zit het plezier al in de groote ste den. Vóór den oorlog leefden daar duizenden menschen die maar droomden van plezier; onder den oorlog hebben zij zich misschien moeten inkrimpen; maar nu vliegen de teu- Bouwen van voorloopige woningen. I. De Regeering verleent eene toelage tot het beloop van 3 000 frank aan de personen die na 15 Maart 1920,eene voorloopige wo ning in eene gemeente der verwoeste streken van West-Vlaanderen, door de Hooge Ko ninklijke Commissarissen aangeduid, zullen bouwen. II. Kunnen alléén van dezen maatregel genieten de personen, die noch over eene woning noch over eene barak beschikken welke in de vereischte gezondheidsvoor- waarden werd opgetrokken en waarvan de oude woonst niet kan hersteld worden; in dien de belanghebbende eene barak aan het Koning Albertsfonds gevraagd, doch ze nog niet verkregen hadden, moeten zij vooraf gaandelijk en uitdrukkelijk aan die houten woning verzaken. III. De woning dient aan volgende voor waarden te beantwoorden. a) gebouwd worden in blijvende materia len als baksteen en hout, leemmortel, stamp- aarde. De bevloering moet waterdicht zijn. Het dak zal gelegd worden in pannen, scha liën of gestampte produkten in den aard van «Eterniet», in strooi of riet, ter uitzonde ring van asphaltpapier en plaatijzer. b) Eene oppervlakte hebben van minstens 9m. x 6. zonder de bijgebouwen en binnen eene hoogte van 2,50 m. onder de zoldering. Voor de woningen met mindere oppervak- te zal de toelage naar evenredigheid ver minderd worden en dat tegen 70 fr. per m2. c) Geplaatst zijn buiten de kom van het dorper zaltusschen de huisjes eene plaats ruimte van minstens 10 m. moeten blijven. d) Uitgenomen het geval in art. 4 voor zien, mag men op de grondvesten van een vernield huis niet bouwen. IV. Indien de voorloopige bouw bestemd is om eene, door den oorlog, vernielde wo ning te vervangen, die in de zelfde materia len opgetrokken was, zal er enkel toelage verleend worden, mits afstand door de ge teisterde van zijne rechten op oorlogsschade vergoeding; in deze veronderstelling is de Hooge Koninklijke Commissaris gemachtigd aan de geteisterden eene vergoeding toe te staan tot het beloop der totale kosten van het herbouwen zijner vernielde woning en zoo het maximun in art. I voorzien te over schrijden. V. De aanvragen moeten aan den Burge meester der gemeenten, waar men zijne woonst wil bouwen, gericht worden. De aanvraag zal vergezeld zijn vaH een eenvoudig plan of eene beschrijving van het op te bouwen huis. De belanghebbende zal de juiste ligging aanduiden en zal bewijs ge ven dat hij het recht bezit, dezen bouw op te trekken, hetzij als eigenaar of huurder van het terrein, hetzij om reden van eene bijzon dere overeenkomst tusschen den eigenaar en den huurder van den grond getroffen. VI. De toelage zal, door de zorgen van het land, trappelde een groep soldaten op en af, in oefening. De priester wees er naartoe. «Ze vochten ongeoefend, die Belgische jongens. Per naasten, zullen ze met meer orde vechten. Maar met geen meerder moed, MonsieurIk hef mijn hoed op voor dat held haftig kleine België, dat herdacht zal worden zoo lang als de Geschiedenis een heerlijk wapenfeit verhalen zal. God zegene België en geneze zijne wonden!» Hij nam zijnen breeden zwarteu hoed af en stond blootshoofds, met een groote schud ding van den wind in zijne soutaan, kijkend naar de Belgische soldaten, die na den ver- moeienden aftocht, weer in rang en gelid op rukten en oefende om eens te meer voor het kleine koninkrijk, dat ze verloren hadden, hun bloed te geven. Weinige dagen later, zag ik de Belgen im mer voortvechten op den eigenen grond - el lendig maar overheerlijk schoon, ziek in 't hart, maar onoverwinbaar in 't gemoed. V 't Was in Kaleswaar ik voor een of twee dagen naartoe gereisd was—dat ik de kans vond om in de vuurlinie in België te geraken. Ik zat voor een open venster met mijne twee \rrionHpn fnpn ik an ppiiq pph wplhpkonH gezicht op straat ontwaarde. Voor het laatst had ik de dame gezien in een oud English mansion», waar er veel geesten van gemoe delijke en aangename historieke namen rond zweven, en dat overvol was van lachende meisjes die trippelénd uitzetten naar eene lawn-tennis spel beneden de terrasse, van waaruit een frisschc geur van rozen en klim op-planten opwaaide in de slaapwekkende lucht van eenen Engelschen zomer, 't Deed vreemd een dezer meisjes in Kales te zien, waar er een nog vreemder spel gespeeld werd. Zij had in hare oogen eene ernstigheid, die ik vroeger in Engeland nooit gezien had, en toch, nadien, hoorde ik haar lachen rinke len op korten afstand van de ontploffende houwitsers. Zij had een auto en een pass voor het Belgische front, en een goede inborst die me een plaatsken in de auto toestond, op voorwaarde dat ik fameus rap zou zijn. Ik was zóó rap, dat ik met twee drie wippen om mijn handvaliesje, in twee grootere spron gen terug was en alleenlijk tijd had om mijne twee vrienden de hand te drukken. We had den samen langs zóóveel wegen geslenterd in deze oorlog, om diens wondere drama 's mee te leven. Ik verliet ze nu langs den weg, met nog de herinnering bij me van hun deugd doende kameraadschap. Wordt vnnrtapynt Drukkerij - Papierhandel, naar het Engelsch. Ministerie van Binnenlandsche Zaken.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1920 | | pagina 1