HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Poperinghen Omstreken. lig feisrl att stand Ér data Apotheek Frans Van de Plas Zondag 15" Augustus 1920. 15 Centiemen. 17- Jaar. N< 33. Over het Water. Ge zijt tegen 't Fransch.,. Provinciale Baad, E. DUQUESNE Zoon, I* o xi ift em e ii t pi*I js 1 Jaar in Stad tehuis besteld. 6.25 fr. buiten Stad met de post 7.50 fr. Buitenland 10.00 fr IJ i T® EVER V. ATOSEiW - WARMEST! Drukkerij - Papierhandel, Gasthuisstraat, ;15, POPERINGHE. H7! Ak cm kondigt ngen s Berichten 50 cent. de regel. Notarieële berichten 50 cent. - Rechterlijke Eerherstellingen en vonnissen 1 fr. 50 de regel.Rouwberichten, niet boven de 10 re ken 10 fr. Grootere herhaalde annoncen, prijzen op aanvraag. Alle annoncen zijn Voor den zooveelsten keer'k Heb het weer moeten hooren, en 'k weerleg het nog eens De Vlamingen hebben harde kop pen eens dat het er in is. geraakt het er nooit meer uit, inaar 't is entwat te zeggen om een gedachte in die keikoppen te kloppen Neen, menschen, we zijn tegen 't Fransch ren, hoe ze dat nog voort beproeven in de stadsscholen van Brussel en omtrek, en dat 't droevig is om zien hoe ze mislukken en welke marljiko's er uit die scholen komen, die noch Fransch noch Vlaamsch kennen. Hij zei dat 't waar was. dat er geen dwazer menschen bestaan, te Brussel, dan de Vlaamsche ketjes uit de Fransche lagere scholen 't zijn Marollen. de diezei hij, niet. We lezen en bewonderen de Franschefen 'k rnoest hem gelijk geven, 'k Vroeg hem letterkunde, we kennen Frankrijks geschie-seffens, of zijn eigen jongens, die naar een denis, we waardeeren Fransche kunst en (tweetalige lagere school gegaan hadden, Fransche wetenschap veel meer en met meer pok goed Fransch kenden? «Neen, de bevoegdheid mogelijks dan de onbenulligejjongste gast heeft ons doen verdolen, in nadpers, die we Beuletnans noemen. Maar, wat er waar is, het is dat we willen dat iedereen in België liet even ver zou kunnen brengen met zijn Vlaamsche moedertaal als met het Fransch. Is dat recht, of is dat on recht Ge kunt, lijk het nu is, minister geraken, te Brussel, met Fransch alleen, maar ge kunt nog geen bóde geraken te Poperinghe, met Vlaamsch alleen. Is dat juist? En toch zijn er 4 millioen en half in België die Vlaamsch spreken, en 3 millioen die Fransch spreken. Parijs, met al zijn Fransch en de oudste, die piot was, kon ordonnans geraken maar geen korporaal, omdat hij geen Fransch genoeg kende! 'k Heb aan dien braven vent dan gezegd en aan u, lezers, herhaal ik hetdaar ligt de knoop nooit kunnen onze volkskin deren, eer ze de lagere school verlaten (14 jaar) twee talen meester worden. Ze hebben geen tijd om langer te leeren ze moeten eer hun brokke brood verdienen. Ten tweede, een vreemde taal leeren, voor Ge zegt me zonder Fransch komt men aleerde moedertaal tekennen, is verbeesting, 'verknoeiing van 't verstand. (Al de opvoed kundigen van heel de wereld zeggen dat.) Dus, ik besluitde Vlaamsche kinderen moeten in de volksschool eerst volledig Hun Vlaamsch leeren, en de tijd ontbreekt hun vervolgens om nog even volledig een tweede taal te leeren. Ingeval ze de 2 samen leeren, kunnen ze noch de eene noch de andere. Bewijs onze schooljeugd der laatste 80-00 jaren. 7 Die werkman begreep dat. Ik meen dat vanRdjn iezers ten minste zoo slirn zijn als die van Tan. ('t Vervolgt.) Kerlinga. nergens. Nu zijn we ten volle t'akkoord. En 't is juist dat dat moet veranderen, en dat we zullen veranderen. Het moet zijn, en 't zal welhaast zijn dat ge met 't Vlaamsch even ver kunt komen, in België, als met 't Fransch. Dat is toch zoo redelijk, en zoo natuurlijk. Als 't dan alzoo zal zijn, dat 't Vlaamsch even profijtelijk is als 't Fransch, dan zult gij, simpele menschen, allemaal met ons zijn, van ons gedacht, en 't Vlaamsch even lief hebben als wij want ik weet het, gij zijt geen vijanden 't Vlaamsch, alleen maar liefhebbers 't Fransch, omdat het meer opbrengt De franskillons echter, en de Beulemans, die zijn gezworen vijanden van de taal die hun moeder hun eerst leerde stamelen, en 't meestedeel van die menschen zullen we nooit bekeeren. Dat begeeren we ook niet. We wenschen alleenfijk meester te worden in ons eigen land, met ons eigen taalen al degenen aan wie 't hier dan niet meer aan staat, kunnen er vanonder trekken, met den wind van achter... Ik vrees echter dat ze dan ook luide zullen roepen leve de Vla mingen, omdat de wind zal gekeerd zijn. Dat zien we na reeds, zelfs in de kamers Ik zal u bewijzen dat we niet Vlaamsch alleen even ver kunnen geraken als met 't Fransch. Niet dus dat het alzoo moet zijn, maar méér nog dat het alzoo kan zijn. Want, 't is dat punt dat vele menschen doet wantrouwig zijn tegenover de Vlaamsche Beweging. Een geschiedenisje om u dat duidelijk te maken, 'k Sprak met onzen werkman, op de hoeve, en 't ging over 't Vlaamsch in het bestuur. De man vroeg me, of ze nu ook gingen 't Fransch verbieden in de school. 'k Was vluchteling in Frankrijk, en 'k was er niemand omdat ik geen Fransch kon is dat niet triestig Én toen vroeg ik den man, of hij geschapen was om vluchteling te zijn in Frankrijk, ofwel om in Vlaanderen te wonen en in Vlaanderen zijn brood te ver dienen En 't mensch kon me niet antwoor den van verbouwereerdheid 1 Ik zei 't hem dan zelfdat de miilioenen Vlaamsche men schen geschapen zijn om in Vlaanderen te leven, te werken en te bestaan, op een men schelijke manierdat isgemakkelijk en ruim hun brood verdienen, elk in zijn vak allemaal even waardig en even vrij, zonder dat de eene moet werken als een machien, omdat hij dom is en maar ééne taal kent, terwijl de andere zijn geld wint zonder zwee- ten, omdat hij geleerd is en twee talen kent. Mijn werkman vroeg me dan als't alzoo is, waarom leeren ze dan aan allemaal geen twee talen Vlaamsch én Fransch? Ik zei hem dan, hoe ze dat 80 jaar lang beproefd hebben, in de lagere scholen van Vlaande- Opvolger van S yANSEN BERGNE, Bertenplaats, 8, (Kleine Markt), I» O 3' ii Bt I C» II K - i. ii. in. Wat is er te zeggen op 't water van Poperinghe 1° Dat er niet genoeg water is. 2° Dat het niet goed is. Daarom dient er uitgezien te worden om meer water, en beter water te heb ben. En dat is mogelijk, ja gemakkelijk. De verantwoordelijkheid van het be voegd gezag in deze zaak is zwaar. En niets, ja ook de geldkwestie niet, verontschuldigt een verzuimen of uit stellen van eene beslissing in deze zaak. Laat ons vandaag het eerste punt uiteen zetten. Er ontbreekt water te Poperinghe en de gezondheidstoesfand onzer stad lijdt erbij dat er geen drinkbaar water genoeg is, noch water genoeg om te schuren en wasschen. Dat er typhus in de streek heerscht, moet men achter geen stoelen steken. Dat typhus proper en net is dat kan iedereen begrijpen. Dat bc,t *7"''7- r»-pper. pp net te zijn, als men geen water heeft om huizen, kleede ren enzijn zeiven te reinigen, datisook klaar. Hewel, zeg mij, waar moeten de menschen te Poperinghe water halen Voor den oorlog was het reeds moeilijk dagelijks zag men, in den zomer, rond de stadspompen troepen huismoeders wachten tot dat men de keten losdeed, dan kijven en vechten om een vrecht water, soms ook ijdelhands huizenwaarts keerenen alle dage was de pomp afgepomt. Nu ziet men zooveel niet meerde pompen belegerd, voor de goe reden dat een groot getal omver ge reden wierden onder den oorlog en dat die pompen dom genoeg zijn om daar van zelfs niet weder te keeren. De vraag blijft er zijn nu te Poperinghe zes duizend inwoners meer dan vóór den oorlog: waar halen die menschen water? Belet we! dat er bovendien nog veel water putten in de huizen, ofwel vernield door obussen, ofwel door soldaten onherstelbaar bezoedeld werden. Dus min water en meer nood dan voor de oorlog. Onze huisvrouwen vragen niet beter dan hunne huizen grondig te steperen, alle week de waschte te slaan, en de jongens gildig af te spoelen maar waarmede Men kloeg onlangs in «den Poperinghenaar» dat jongens ten uitkante in obusputten gaan ba den, tot ergernis soms van voorbijgangers, en alleszins met gevaar voor de zedelijkheid onderling. Maar wat wilt gij Ze zijn bezweet en bemorscht, anderen komen van hun werk op 't front zwart bestoven, en in hun huis of hunne barak hebben zij noch plaats, noch water om zich te verschoonen. Bestond er alhier eene welingerichte zwem plaats, het ware al gewin voor netheid, gezondheid en zc lelijkheid. Er zijn nu, fallen kante, reken houten huizen, blikken viüas, ijzeren tunnels en leemen koten uit den grond gerezen .waar halen de bewoners hun water Uit 'nen gracht of uit de vaart, ofwel ze moeten een einde verre een eemerke gaan schooien, en dan is het te sparen, sparen In de groote steden berekent men het ver bruik van water op 50 liters (vijf seulen, menschen per persoon en per dag het is niet te veel als gij rekening houdt met wasschen en scheuren. Hewel, ik zeg dat er zooveel niet is, alhier, voor heel eene straat, b. v. voor de Meessenstraat, of 't nieuw gebuurte bij de Kom, enz. Water moeten ze halen uit grachten of uit de vaart Foei Iedereen weet dat al het vuil zop onzer keu kens, na langzaam door onze greppen vcort- gestuurd te zijn, tot pap gedikt, eindelijk rechte komt in de vaart. Moeten wij daar mee bier, soepe, koffij maken, en daarmee ons wasschen En waar dat er nog water is, opgepast wasschen en schuren, baden, brandweer) Onze Provincie heeft het meest geleden door voorzien te zijn, dat zijlen wij naaste weekjden oorlog: de eene helft is totaal verwoest, zien. E. J. V. Cie. van Merris, Coevc-ot SCHAALSTRAAT, 6, POPERINGHE. Loopende Rekeningen. Geldplaatsingen op korte en lange termijnen Beursbewerkingen. Wissel van vreemde gelden. Leeningen op titels. Provin- punteo In den jongsten zittijd van den cialen raad werden drie belangrijke behandeld. Gedcn It teeken. Eenige leden drukten den wensch uit dat als provinciaal gedenkteeken aan de gesneu velden een sanatorium diende opgericht voor de provincie. Dr Brutsaert ontwikkelde dezen wensch en pleitte voor de noodzake- lïjkheid van dergelijke inrichting Onze Provincie, met een hoog geboorte cijfer, staat aan de spits van 't land wat algemeene sterfte, kindersterfte, tering en! besmettelijke ziekten betreft. Gebrek aan verstandige hygiënische op leiding onzer bevolking, algeheel gebrek of ontoereikendheid van hulpmiddelen om den strijd aan te gaan, zijn, in hoofdzaak, de schuld van dien onrustborenden toestand. Onze jongens, onze Helden van den Yzer hebben op het geschiedenisboek eeneschoone bladzijde geschreven. Maar onze groote sterfte', door slechte levensvoorwaarden, blijkt eene leelijke vlek op ons 'prachtig blazoen. Daarna overzag Dr Brutsaert welke wer-j ken kunnen of reeds daartegen ingericht] werden a) Tot gezondmaking der werk manswoningen b) Tegen de kindersterfte die hier in West-Vlaanderea schrikkelijk woedt 17 op 100 levend geboren eenjarig de andere helft is graotendeels uitgeput. Om onze bevolking weer tot welstand te brengen moet men zijnen landbouw herstellen. Geen streek was rijker gezegend door de natuur. Geen streek werd meer geteisterd door den oorlog Het vakonderwijs is de hefboom van alle nijverheid, en is nu meer dan ooit noo- dig tot het heropbouwen van den vernielden landbouw. Andere provinciën zijn ons reeds voor. Het ware tot welzijn van het grootste gedeelte onzer bevolking indien de raad tot het oprichten eener provinciale Landbouw school besloot. Aldus zou de gemeente zich bezig houden met het lager landbouwonder wijs, de Provincie met het middelbaar onder wijs en de Staat met hooger onderwijs. Walei'lcktin^. Door M. Landas werd eenige uitleg gege ven over de werken der Nationale Maat schappij ter uitdeeling van drinkbaar water. Het ontwerp voorziet het bedienen van omtrent gansch West-Vlaanderen, en de in stelling zal van eerst af 415.000 inwoners kunnen bedienenzij kan uitgebreid worden. Het water zou voortkomen uit de groeven van 't Doornijksche waar men dagelijks 60 tot 70.000 kubieke meters water pompt. Het ontwerp is gereed en er ontbreekt maar juist het geld meer. De lasten zullen omtrent vol ledig door den staat moeten gedragen wor den, daar ftieest aide tebedienen gemeenten, verwoest of erg geleden hebben. Op eene vraag van Dr Brutsaert indien de stad Poperinghe in het ontwerp vermeld was werd ontkennend geantwoord door M. Lan das, die niettemin verhoopte dat onze stad niet zou uitgesloten blijven en ook van het onontbeerlijke drinkbaar water voorzien zou worden. kinderen c) Tegen de tering De regeering heeftin Frankrijk twee sanatoria voor long ziekten ingericht waar iedereen kan aan- *e vaard worden mits het kostgeld van 7 fr. daags te betalen De minbegoederden die het meest die gestichten van doen hebben kun nen onmogelijk dit kostgeld betalen en als Het water in heel de streek is verdacht voor den oorlog mocht men het niet betrou wen, maar nu is het nog een slag erger. Nopens het water der stadspompen weet ik het volgende te vertellen juist, voor den oorlog had het stadsbestuur, door ernstige vermoedens bewogen, het water onzer stads pompen doen ontleden het antwoord kwam onverwijld Niet drinkbaar de putten moeten gedempt worden Ai mij kon men die putten dempen Nu, om wel te doen, men deed eenen keten met maalslot aan de pompen, aangezien het toch onge zond water was. Maar dan was er hoege naamd geen waterHet volk morde 't was omwenteling aan de pompen.... en men deed de ketens af van de pompen.... En ze dronken een glas, en zelieten de zaakj gelijk ze was 1 Al het water der stadspompen, en meestal het water der bijzondere huizen j is slechtdus geen water gebruiken zonder' voortzet door water, zou iedereen moeten het wel te koken. Dat er toch goed v/ater te weten. Dat typhus en andere ziekten ont staan en voortzetten daar waar men niet Mengelwerk van «De Poperinghenaar» 23. Een groep nonnen bepleitte de vraag orn met doctoors en nursen te mogen mêe weg reizen. Ze wilden kost watkost helpen om te waken en te koken, of gel ijk wat doen mits ze maar wegkwamen uit het gevaar van in Duitsche Soldatenklauwen te geraken. Ik stapte de markt over naar mijne eigene kamer in het Hotel des Arcades, en raapte daar mijn reisgoed bijeen. Een mijner vrien den, die een handje hielp, vertelde mij de geschiedenis van een leven de begane fouten die bijna naar den afgrond geleid had den, en al de avonturen van een hart. Een aardig gesprek op het uur dat de vijand den weg opstapte naar ons toe. De kanonnen huilden luid Wulpenwaarts. 't Scheen mij dat het gehuil nader begon te dreunen. Toch was er geen paniek. Er werd zelfs gelachen op den koer van 't hospitaal, waar de doctoors nu wollen dekens, matrassen, heele kisten mondbehoeften, en stoven ophoopten in de motor-ambulancen. Ze waren niet haastig pm te vluchten, 't Was immers noch de eer ste noch de tweede maal dat ze een huis te verlaten hadden door 's vijands dwang. Ik hielp den blauwoogigen jongen omdegroote stoven op te lichten. Ze waren nogal van ge wicht, en door 't geweld van 't heffen werden we beiden, die met de blauwe oogen en ik zoodanig beplaasterd van stoofgrijm en roet, dat we er uitzagen lijk kavevagers die nu wachten op verdere bevelen. Ik hefte nu kis ten op die me zouden verlamd hebben in vredestijd, en zocht nauwkeurig rond naar de duizend en één dingen, die toch niet kun nen achtergelaten worden zonder wauhoop te wekken later. Eindelijk kwam 't bevel vooruit te rijden, en de stoet van motor-wa gens zette uit naar Poperinghe, vijf en twin tig kilometers dieper't zuiden in. Stillekens aan stierf 't gedreun van de kanonnen meer en meer uit, en we reden langs kalme velden waar Fransche troepen «en bivouac» lagen rond hunne vuren. Alzoo overstaken we een regimentMarocains halfwege Poperinghe, en ik keerde mij nog om in het rijtuig om ze te zien weg en weere stappen en wemelen tusschen de vuren, die weerkaatsten op hun ne roodemantels en witte kleederen en hunne ernstige, gebaarde Araabsche gezichten. Ze hadden zulk ellendig koud uitzicht in den bijtenden wind die in hunne losse kleeren speelde, maar op die manrlen in het modde rig kamp lag er eene sombere waardigheid die mijne verbeelding naar de dagen terug vinden is, en water genoeg om voor alle noodwendigheden bereiden van spijzen bracht van de Europeesche overweldiging door de Sarrazijnen.. XXI. 't Was duister toen we Poperinghe bereik ten, en onze rij tuigen stilhielden op de markt, nevens het nieuw Stadhuis, en tusschen eene menigte andere motor-wagens, marine-lor ries, mitrailleuse-auto's en allerhande voor raad wagens Groepjes Engelsche soldaten stonden daar, cigareltente rooken en nieuws gierig naar ons te kijken door den avond, alsof ze maar half zeker waren wat er mei ons te doen viel. En inderdaad we moesten er kluchtig uitzien, sommigen onder ons waren in khaki, en anderen in burgerkleedij met Belgische soldatenmutsjes, en tusschen dgn hoop nursen was er eene lading nonnen, die rondwentelden in hunne zwarte kleede ren Bericht onzer aankomst in Poperinghe was gezonden geworden naar het stedelijk bestuur, ten einde voor ons plaats te vinden en bovendien had de Koningin der Belgen met dat doel, ook tijding gelaten. Maar het scheen mij dat het moeilijk ging om een on derdak voor ons hoofd te vinden, en een uur verliep op de markt, binst dat de dame die 't bevel voerde over het «departement» van het dienstpersoneel, den burgmeester be zocht, de raadsheeren vleide en eenige kloo sters in - - zij hen tot de gemeente wenden, is deze meestal zelf in de stoffelijke onmogelijkheid zulke lasten op haar te nemen. Ten gevolge van den oorlog, de levens duurte, en de slechte overbevolkte woningen wint de tering veld. Wij moeten "te weer vliegen tegen dien schrikkelijken vijand het eenig doelmatig wapen is een sanatorium voor West-Vlaanderen, benevens dispensaria in ieder geweste om zoo vroeg mogelijk de teringlijders op te sporen Voor dispensaria zal vermoedelijk dé Staat zorgen maar laten wij een provinciaal sanatorium oprichten, als gedenkmaal voororize gesneuvelden. En op den kunstigen voorgevel zullen wij ten eeuwigen dage doen inbeitelen nevens hunnen naam, dit opschrift Uit zoete en dankbare herinnering aan onze gesneuvelde helden is dit Sanatorium opgericht. Hlitlddbarë Lan<1 Itoaiwschool Door D1' Brutsaert en andere leden werd een wensch uitgedrukt dat de Provincie eene Middelbare Landbouwschool oprichte. eindelijk terug, met een tikje hopeloosheid in hare oogen. God weet waar we binnen kunnenDaar is geen plaats meer voor een muis in Pope ringhe, schijnt het, en intusschen zijn onze arme nursen bijna dood van honger. We moeten toch ergens een plaatsje vinden Ik werd belast met ten minste een tijdelijk verblijf te vinden en op zoek te gaan om voedsel geen gemakkelijke taak in eene donkere stad, waar ik van mijn leven nooit geweest was en die over en overbevolkt was met troepen van drie natiën. Ik werd alzoo aangesteld als herder over eene kudde, die bevel kreeg mij uit het oog niet te verlie zen en stap voor stap mij op het spoor te volgen, waar ik ze leiden zou. Het was de belachelijkst mogelijke positie voor een Lon- densch journalist van schuwe en schuchtere inborst, vooral doordien sommige nursen uit mijne handen begonnen te glippen en in persoonlijke avontuurtjes afleiding wilden zoeken. Êene alzoo was er eene opgewek te en kluchtige ziel, die mij toevertrouwde dat «het haar al niet scheelde» die reeds vriendelijke betrekking aangeknoopt had met een marine-officierken, en ik had de meeste moeite van de wereld om ze los te krijgen uit haar veelbelovend praatje. An deren hadden eenen winkel ontdekt, waar x J er warme koffij geschonken werd aan Engel- zijstraten inspecteerde. Ze kwanüsche.soldaten, die in de wereld ni„f„ 1i.HI Een nieuwe iinisterieele Gunst!? Het ministerie van binnenlandsche zaken stuurt aan de bewoners der barakken van het K. A. F. die meubels in huur hebben, den onderstaanden omzendbrief, waarbij twee prijslijsten De Heer Minister .van Binnenland sche Zaken, zijne genegenheid jegens de oorlogsgeteisterden willende betuigen, heeft besloten hun toe te laten eigenaar te worden der meubels die het Koning Albert Fonds tot heden in huur heeft gegeven. Ten dien einde zijn de geteisterden, die verlangen van deze gunst te genieten, ver zocht de hierbijzijnde formulieren in te vullen en ze ine weer te sturen na ze te hebben laten teekenen en met het gemeen tezegel bestempelen door den burgemeester der gemeente waar de goederen vernield werden. Daar het Koning Albert Fonds ophoudt meubels in huur te geven, zullen de voor werpen die niet per volmacht op oorlogscha- de zouden verkregen zijn, door toedoen van het komiteit tot steun aan de geteisterden teruggenomen worden. De Bestuurder, A. Hollmann. Dus menschen, die meubels moet gij koo- pen en dan nog aan een hoogen prijs. Zegt niet: ze zijn beschadigd of ze zijn zooveel niet weerd. Niets te doen, gij moet ze koo- peri, ofwel gij zijt ze kwijt, want ze huren moogt gij niet meer. Wanneer zal dan maar die reeks Ministe- rieele gunsten uitgeput zijn en vervan gen worden door de klinkende munt die ons rechtmatig toekomt en die we zoo broodnoo- dig hebben? Wanneer? Vraagt het aan de Oud-Strij ders. Piet. deden dan hun tassen met lieve dametjes te deelen. Ik zag er een snelle schaper uit met mijne halve kudde op drilDan, een van de chauffeurs kreeg lijk een beroertje in de straat 't gevolg van eene zenuwcrisis na een langen dag onder 't kanonvuur en met twee behulpzame «Tommies» kregen wij hem in 't Stadhuis binnen, 't Was een sterke jonge man, bijzonder welgespierd, en nadat hij voor een tijdje in eene soort coma gelegen had, gerocht hij op eens ijlhoofdig en aan 't vechten met mij. Ik overmeesterde hem en trok hem op een achterkoertje, waar hij van lieverlede bekwam. Dan zette ik weer uit opzoek naar mijne schapen. Rond Pope ringhe in den donkeren ronddrentelend vond ik eene biertaveerne, met eene groote ruime zaal, waarin ons volkje voorzichtig kon ingekwartierd worden, en dan lijk een printjes- patriarkwnet de kinderen van Israël, leidde ik mijne dames te voet naar dat heiligdom, en plaatste de nonnen rond den toog, met de eerweerde Moeder daar juist in 't midden, en ze had lijk een straalkrans rond haar hoofd door den glans der tinEeu potten en p^teelen die achter haar stonden. De ande ren trappelden 't is gelijk hoe binnen en zei den in dreigend koor, lijk Kathe in Shake speare's «Getemde Heks» «We want our supper!... We vragen eten! POPERIN ENAAR Voor aankondigen der provincie Oost-Vlaanderen zich wenden tot Marnixstraat, 30, GENT. Telefoon 1669. postcheckrekening nr 15570. vooraf te betalen en moeten voor den VRIJ dag noen ingezonden worden. Voor den oorlog en verleden jaar hebben wij reeds een aantal artikelen overgedrukt, nopens de belangrijke kwestie van het drink baar water in Poperinghe. Wij geloven niet dat er daarover ooit ernstig werd beraad slaagd of naar ontwerpen omgezien. De zaak is nogtans ernstig en uiterst belangrijk, en wij zijn gelukkig het onderstaande artikel, van onzen bevoegden medewerker, te kunnen opnemen. Bareelen open alle werkdagen van 9 tot 12 en van 2 tot 4 ure. Den Vrijdag van 8 1)2 tot 12 en van 2 tot 4 u. Den Zaterdag van 9 tot 1 ure namiddag. mm naar het EngeJsch. Ge zult best bediend zijn van h\cubelpa- pier, Linoleum, Toile-cirée, bij Sansen-Van- neste, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe. nawiimii—rii»—■utobi ..II T IJ 1

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1920 | | pagina 1