HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperinghen Omstreken.
lig feisrl
att stand Ér data
Apotheek Frans Van de Plas
Zondag 15" Augustus 1920.
15 Centiemen.
17- Jaar. N< 33.
Over het Water.
Ge zijt tegen 't Fransch.,.
Provinciale Baad,
E. DUQUESNE Zoon,
I* o xi ift em e ii t pi*I js
1 Jaar in Stad tehuis besteld. 6.25 fr.
buiten Stad met de post 7.50 fr.
Buitenland
10.00 fr
IJ i T® EVER
V. ATOSEiW - WARMEST!
Drukkerij - Papierhandel,
Gasthuisstraat, ;15, POPERINGHE.
H7!
Ak cm kondigt ngen s
Berichten 50 cent. de regel. Notarieële berichten
50 cent. - Rechterlijke Eerherstellingen en vonnissen
1 fr. 50 de regel.Rouwberichten, niet boven de 10 re
ken 10 fr. Grootere herhaalde annoncen, prijzen
op aanvraag.
Alle annoncen zijn
Voor den zooveelsten keer'k Heb het
weer moeten hooren, en 'k weerleg het nog
eens De Vlamingen hebben harde kop
pen eens dat het er in is. geraakt het er
nooit meer uit, inaar 't is entwat te zeggen
om een gedachte in die keikoppen te kloppen
Neen, menschen, we zijn tegen 't Fransch
ren, hoe ze dat nog voort beproeven in de
stadsscholen van Brussel en omtrek, en dat
't droevig is om zien hoe ze mislukken en
welke marljiko's er uit die scholen komen,
die noch Fransch noch Vlaamsch kennen.
Hij zei dat 't waar was. dat er geen dwazer
menschen bestaan, te Brussel, dan de
Vlaamsche ketjes uit de Fransche lagere
scholen 't zijn Marollen. de diezei hij,
niet. We lezen en bewonderen de Franschefen 'k rnoest hem gelijk geven, 'k Vroeg hem
letterkunde, we kennen Frankrijks geschie-seffens, of zijn eigen jongens, die naar een
denis, we waardeeren Fransche kunst en (tweetalige lagere school gegaan hadden,
Fransche wetenschap veel meer en met meer pok goed Fransch kenden? «Neen, de
bevoegdheid mogelijks dan de onbenulligejjongste gast heeft ons doen verdolen, in
nadpers, die we Beuletnans noemen. Maar,
wat er waar is, het is dat we willen dat
iedereen in België liet even ver zou kunnen
brengen met zijn Vlaamsche moedertaal als
met het Fransch. Is dat recht, of is dat on
recht Ge kunt, lijk het nu is, minister
geraken, te Brussel, met Fransch alleen,
maar ge kunt nog geen bóde geraken te
Poperinghe, met Vlaamsch alleen. Is dat
juist? En toch zijn er 4 millioen en half in
België die Vlaamsch spreken, en 3 millioen
die Fransch spreken.
Parijs, met al zijn Fransch en de oudste,
die piot was, kon ordonnans geraken maar
geen korporaal, omdat hij geen Fransch
genoeg kende!
'k Heb aan dien braven vent dan gezegd
en aan u, lezers, herhaal ik hetdaar
ligt de knoop nooit kunnen onze volkskin
deren, eer ze de lagere school verlaten
(14 jaar) twee talen meester worden. Ze
hebben geen tijd om langer te leeren ze
moeten eer hun brokke brood verdienen.
Ten tweede, een vreemde taal leeren, voor
Ge zegt me zonder Fransch komt men aleerde moedertaal tekennen, is verbeesting,
'verknoeiing van 't verstand. (Al de opvoed
kundigen van heel de wereld zeggen dat.)
Dus, ik besluitde Vlaamsche kinderen
moeten in de volksschool eerst volledig Hun
Vlaamsch leeren, en de tijd ontbreekt hun
vervolgens om nog even volledig een tweede
taal te leeren. Ingeval ze de 2 samen leeren,
kunnen ze noch de eene noch de andere.
Bewijs onze schooljeugd der laatste 80-00
jaren.
7 Die werkman begreep dat. Ik meen dat
vanRdjn iezers ten minste zoo slirn zijn als die
van Tan. ('t Vervolgt.)
Kerlinga.
nergens. Nu zijn we ten volle t'akkoord.
En 't is juist dat dat moet veranderen, en
dat we zullen veranderen. Het moet zijn, en
't zal welhaast zijn dat ge met 't Vlaamsch
even ver kunt komen, in België, als met
't Fransch. Dat is toch zoo redelijk, en zoo
natuurlijk. Als 't dan alzoo zal zijn, dat
't Vlaamsch even profijtelijk is als
't Fransch, dan zult gij, simpele menschen,
allemaal met ons zijn, van ons gedacht, en
't Vlaamsch even lief hebben als wij want
ik weet het, gij zijt geen vijanden
't Vlaamsch, alleen maar liefhebbers
't Fransch, omdat het meer opbrengt
De franskillons echter, en de Beulemans,
die zijn gezworen vijanden van de taal die
hun moeder hun eerst leerde stamelen, en
't meestedeel van die menschen zullen we
nooit bekeeren. Dat begeeren we ook niet.
We wenschen alleenfijk meester te worden
in ons eigen land, met ons eigen taalen al
degenen aan wie 't hier dan niet meer aan
staat, kunnen er vanonder trekken, met den
wind van achter... Ik vrees echter dat ze
dan ook luide zullen roepen leve de Vla
mingen, omdat de wind zal gekeerd zijn.
Dat zien we na reeds, zelfs in de kamers
Ik zal u bewijzen dat we niet Vlaamsch
alleen even ver kunnen geraken als met
't Fransch. Niet dus dat het alzoo moet
zijn, maar méér nog dat het alzoo kan zijn.
Want, 't is dat punt dat vele menschen doet
wantrouwig zijn tegenover de Vlaamsche
Beweging.
Een geschiedenisje om u dat duidelijk te
maken, 'k Sprak met onzen werkman, op de
hoeve, en 't ging over 't Vlaamsch in het
bestuur. De man vroeg me, of ze nu ook
gingen 't Fransch verbieden in de school.
'k Was vluchteling in Frankrijk, en 'k was
er niemand omdat ik geen Fransch kon is
dat niet triestig Én toen vroeg ik den
man, of hij geschapen was om vluchteling te
zijn in Frankrijk, ofwel om in Vlaanderen te
wonen en in Vlaanderen zijn brood te ver
dienen En 't mensch kon me niet antwoor
den van verbouwereerdheid 1 Ik zei 't hem
dan zelfdat de miilioenen Vlaamsche men
schen geschapen zijn om in Vlaanderen te
leven, te werken en te bestaan, op een men
schelijke manierdat isgemakkelijk en
ruim hun brood verdienen, elk in zijn vak
allemaal even waardig en even vrij, zonder
dat de eene moet werken als een machien,
omdat hij dom is en maar ééne taal kent,
terwijl de andere zijn geld wint zonder zwee-
ten, omdat hij geleerd is en twee talen kent.
Mijn werkman vroeg me dan als't alzoo
is, waarom leeren ze dan aan allemaal geen
twee talen Vlaamsch én Fransch? Ik zei
hem dan, hoe ze dat 80 jaar lang beproefd
hebben, in de lagere scholen van Vlaande-
Opvolger van S yANSEN BERGNE,
Bertenplaats, 8, (Kleine Markt),
I» O 3' ii Bt I C» II K -
i.
ii.
in.
Wat is er te zeggen op 't water van
Poperinghe
1° Dat er niet genoeg water is.
2° Dat het niet goed is.
Daarom dient er uitgezien te worden
om meer water, en beter water te heb
ben. En dat is mogelijk, ja gemakkelijk.
De verantwoordelijkheid van het be
voegd gezag in deze zaak is zwaar. En
niets, ja ook de geldkwestie niet,
verontschuldigt een verzuimen of uit
stellen van eene beslissing in deze zaak.
Laat ons vandaag het eerste punt uiteen
zetten.
Er ontbreekt water te Poperinghe en de
gezondheidstoesfand onzer stad lijdt erbij
dat er geen drinkbaar water genoeg is, noch
water genoeg om te schuren en wasschen.
Dat er typhus in de streek heerscht, moet
men achter geen stoelen steken. Dat typhus
proper en net is dat kan iedereen begrijpen.
Dat bc,t *7"''7- r»-pper. pp net te zijn,
als men geen water heeft om huizen, kleede
ren enzijn zeiven te reinigen, datisook klaar.
Hewel, zeg mij, waar moeten de menschen
te Poperinghe water halen
Voor den oorlog was het reeds moeilijk
dagelijks zag men, in den zomer, rond de
stadspompen troepen huismoeders wachten
tot dat men de keten losdeed, dan kijven
en vechten om een vrecht water, soms
ook ijdelhands huizenwaarts keerenen alle
dage was de pomp afgepomt. Nu ziet men
zooveel niet meerde pompen belegerd, voor
de goe reden dat een groot getal omver ge
reden wierden onder den oorlog en dat die
pompen dom genoeg zijn om daar van zelfs
niet weder te keeren.
De vraag blijft er zijn nu te Poperinghe
zes duizend inwoners meer dan vóór den
oorlog: waar halen die menschen water?
Belet we! dat er bovendien nog veel water
putten in de huizen, ofwel vernield door
obussen, ofwel door soldaten onherstelbaar
bezoedeld werden. Dus min water en meer
nood dan voor de oorlog.
Onze huisvrouwen vragen niet beter dan
hunne huizen grondig te steperen, alle
week de waschte te slaan, en de jongens
gildig af te spoelen maar waarmede Men
kloeg onlangs in «den Poperinghenaar» dat
jongens ten uitkante in obusputten gaan ba
den, tot ergernis soms van voorbijgangers,
en alleszins met gevaar voor de zedelijkheid
onderling. Maar wat wilt gij Ze zijn
bezweet en bemorscht, anderen komen van
hun werk op 't front zwart bestoven, en in
hun huis of hunne barak hebben zij noch
plaats, noch water om zich te verschoonen.
Bestond er alhier eene welingerichte zwem
plaats, het ware al gewin voor netheid,
gezondheid en zc lelijkheid.
Er zijn nu, fallen kante, reken houten
huizen, blikken viüas, ijzeren tunnels en
leemen koten uit den grond gerezen .waar
halen de bewoners hun water Uit 'nen
gracht of uit de vaart, ofwel ze moeten een
einde verre een eemerke gaan schooien, en
dan is het te sparen, sparen
In de groote steden berekent men het ver
bruik van water op 50 liters (vijf seulen,
menschen per persoon en per dag het is
niet te veel als gij rekening houdt met
wasschen en scheuren. Hewel, ik zeg dat er
zooveel niet is, alhier, voor heel eene straat,
b. v. voor de Meessenstraat, of 't nieuw
gebuurte bij de Kom, enz. Water moeten ze
halen uit grachten of uit de vaart Foei
Iedereen weet dat al het vuil zop onzer keu
kens, na langzaam door onze greppen vcort-
gestuurd te zijn, tot pap gedikt, eindelijk
rechte komt in de vaart. Moeten wij daar
mee bier, soepe, koffij maken, en daarmee
ons wasschen
En waar dat er nog water is, opgepast
wasschen en schuren, baden, brandweer) Onze Provincie heeft het meest geleden door
voorzien te zijn, dat zijlen wij naaste weekjden oorlog: de eene helft is totaal verwoest,
zien.
E. J. V.
Cie.
van Merris, Coevc-ot
SCHAALSTRAAT, 6, POPERINGHE.
Loopende Rekeningen.
Geldplaatsingen op korte en lange termijnen
Beursbewerkingen.
Wissel van vreemde gelden.
Leeningen op titels.
Provin-
punteo
In den jongsten zittijd van den
cialen raad werden drie belangrijke
behandeld.
Gedcn It teeken.
Eenige leden drukten den wensch uit dat
als provinciaal gedenkteeken aan de gesneu
velden een sanatorium diende opgericht
voor de provincie. Dr Brutsaert ontwikkelde
dezen wensch en pleitte voor de noodzake-
lïjkheid van dergelijke inrichting
Onze Provincie, met een hoog geboorte
cijfer, staat aan de spits van 't land wat
algemeene sterfte, kindersterfte, tering en!
besmettelijke ziekten betreft.
Gebrek aan verstandige hygiënische op
leiding onzer bevolking, algeheel gebrek of
ontoereikendheid van hulpmiddelen om den
strijd aan te gaan, zijn, in hoofdzaak, de
schuld van dien onrustborenden toestand.
Onze jongens, onze Helden van den Yzer
hebben op het geschiedenisboek eeneschoone
bladzijde geschreven. Maar onze groote
sterfte', door slechte levensvoorwaarden,
blijkt eene leelijke vlek op ons 'prachtig
blazoen.
Daarna overzag Dr Brutsaert welke wer-j
ken kunnen of reeds daartegen ingericht]
werden a) Tot gezondmaking der werk
manswoningen b) Tegen de kindersterfte
die hier in West-Vlaanderea schrikkelijk
woedt 17 op 100 levend geboren eenjarig
de andere helft is graotendeels uitgeput. Om
onze bevolking weer tot welstand te brengen
moet men zijnen landbouw herstellen. Geen
streek was rijker gezegend door de natuur.
Geen streek werd meer geteisterd door den
oorlog Het vakonderwijs is de hefboom van
alle nijverheid, en is nu meer dan ooit noo-
dig tot het heropbouwen van den vernielden
landbouw. Andere provinciën zijn ons reeds
voor. Het ware tot welzijn van het grootste
gedeelte onzer bevolking indien de raad tot
het oprichten eener provinciale Landbouw
school besloot. Aldus zou de gemeente zich
bezig houden met het lager landbouwonder
wijs, de Provincie met het middelbaar onder
wijs en de Staat met hooger onderwijs.
Walei'lcktin^.
Door M. Landas werd eenige uitleg gege
ven over de werken der Nationale Maat
schappij ter uitdeeling van drinkbaar water.
Het ontwerp voorziet het bedienen van
omtrent gansch West-Vlaanderen, en de in
stelling zal van eerst af 415.000 inwoners
kunnen bedienenzij kan uitgebreid worden.
Het water zou voortkomen uit de groeven
van 't Doornijksche waar men dagelijks 60
tot 70.000 kubieke meters water pompt. Het
ontwerp is gereed en er ontbreekt maar juist
het geld meer. De lasten zullen omtrent vol
ledig door den staat moeten gedragen wor
den, daar ftieest aide tebedienen gemeenten,
verwoest of erg geleden hebben.
Op eene vraag van Dr Brutsaert indien de
stad Poperinghe in het ontwerp vermeld was
werd ontkennend geantwoord door M. Lan
das, die niettemin verhoopte dat onze stad
niet zou uitgesloten blijven en ook van het
onontbeerlijke drinkbaar water voorzien
zou worden.
kinderen c) Tegen de tering De regeering
heeftin Frankrijk twee sanatoria voor long
ziekten ingericht waar iedereen kan aan-
*e vaard worden mits het kostgeld van 7 fr.
daags te betalen De minbegoederden die het
meest die gestichten van doen hebben kun
nen onmogelijk dit kostgeld betalen en als
Het water in heel de streek is verdacht
voor den oorlog mocht men het niet betrou
wen, maar nu is het nog een slag erger.
Nopens het water der stadspompen weet ik
het volgende te vertellen juist, voor den
oorlog had het stadsbestuur, door ernstige
vermoedens bewogen, het water onzer stads
pompen doen ontleden het antwoord kwam
onverwijld Niet drinkbaar de putten
moeten gedempt worden Ai mij kon
men die putten dempen Nu, om wel te
doen, men deed eenen keten met maalslot
aan de pompen, aangezien het toch onge
zond water was. Maar dan was er hoege
naamd geen waterHet volk morde 't was
omwenteling aan de pompen.... en men deed
de ketens af van de pompen.... En ze
dronken een glas, en zelieten de zaakj
gelijk ze was 1 Al het water der stadspompen,
en meestal het water der bijzondere huizen j
is slechtdus geen water gebruiken zonder'
voortzet door water, zou iedereen moeten het wel te koken. Dat er toch goed v/ater te
weten. Dat typhus en andere ziekten ont
staan en voortzetten daar waar men niet
Mengelwerk van «De Poperinghenaar» 23.
Een groep nonnen bepleitte de vraag orn
met doctoors en nursen te mogen mêe weg
reizen. Ze wilden kost watkost helpen om te
waken en te koken, of gel ijk wat doen mits
ze maar wegkwamen uit het gevaar van in
Duitsche Soldatenklauwen te geraken.
Ik stapte de markt over naar mijne eigene
kamer in het Hotel des Arcades, en raapte
daar mijn reisgoed bijeen. Een mijner vrien
den, die een handje hielp, vertelde mij de
geschiedenis van een leven de begane
fouten die bijna naar den afgrond geleid had
den, en al de avonturen van een hart. Een
aardig gesprek op het uur dat de vijand den
weg opstapte naar ons toe. De kanonnen
huilden luid Wulpenwaarts. 't Scheen mij dat
het gehuil nader begon te dreunen. Toch was
er geen paniek. Er werd zelfs gelachen op
den koer van 't hospitaal, waar de doctoors
nu wollen dekens, matrassen, heele kisten
mondbehoeften, en stoven ophoopten in de
motor-ambulancen. Ze waren niet haastig
pm te vluchten, 't Was immers noch de eer
ste noch de tweede maal dat ze een huis te
verlaten hadden door 's vijands dwang. Ik
hielp den blauwoogigen jongen omdegroote
stoven op te lichten. Ze waren nogal van ge
wicht, en door 't geweld van 't heffen werden
we beiden, die met de blauwe oogen en ik
zoodanig beplaasterd van stoofgrijm en roet,
dat we er uitzagen lijk kavevagers die nu
wachten op verdere bevelen. Ik hefte nu kis
ten op die me zouden verlamd hebben in
vredestijd, en zocht nauwkeurig rond naar
de duizend en één dingen, die toch niet kun
nen achtergelaten worden zonder wauhoop
te wekken later. Eindelijk kwam 't bevel
vooruit te rijden, en de stoet van motor-wa
gens zette uit naar Poperinghe, vijf en twin
tig kilometers dieper't zuiden in. Stillekens
aan stierf 't gedreun van de kanonnen meer
en meer uit, en we reden langs kalme velden
waar Fransche troepen «en bivouac» lagen
rond hunne vuren. Alzoo overstaken we een
regimentMarocains halfwege Poperinghe,
en ik keerde mij nog om in het rijtuig om ze
te zien weg en weere stappen en wemelen
tusschen de vuren, die weerkaatsten op hun
ne roodemantels en witte kleederen en hunne
ernstige, gebaarde Araabsche gezichten. Ze
hadden zulk ellendig koud uitzicht in den
bijtenden wind die in hunne losse kleeren
speelde, maar op die manrlen in het modde
rig kamp lag er eene sombere waardigheid
die mijne verbeelding naar de dagen terug
vinden is, en water genoeg om voor alle
noodwendigheden bereiden van spijzen
bracht van de Europeesche overweldiging
door de Sarrazijnen..
XXI.
't Was duister toen we Poperinghe bereik
ten, en onze rij tuigen stilhielden op de markt,
nevens het nieuw Stadhuis, en tusschen eene
menigte andere motor-wagens, marine-lor
ries, mitrailleuse-auto's en allerhande voor
raad wagens Groepjes Engelsche soldaten
stonden daar, cigareltente rooken en nieuws
gierig naar ons te kijken door den avond,
alsof ze maar half zeker waren wat er mei
ons te doen viel. En inderdaad we moesten
er kluchtig uitzien, sommigen onder ons
waren in khaki, en anderen in burgerkleedij
met Belgische soldatenmutsjes, en tusschen
dgn hoop nursen was er eene lading nonnen,
die rondwentelden in hunne zwarte kleede
ren Bericht onzer aankomst in Poperinghe
was gezonden geworden naar het stedelijk
bestuur, ten einde voor ons plaats te vinden
en bovendien had de Koningin der Belgen
met dat doel, ook tijding gelaten. Maar het
scheen mij dat het moeilijk ging om een on
derdak voor ons hoofd te vinden, en een uur
verliep op de markt, binst dat de dame die
't bevel voerde over het «departement» van
het dienstpersoneel, den burgmeester be
zocht, de raadsheeren vleide en eenige kloo
sters in - -
zij hen tot de gemeente wenden, is deze
meestal zelf in de stoffelijke onmogelijkheid
zulke lasten op haar te nemen.
Ten gevolge van den oorlog, de levens
duurte, en de slechte overbevolkte woningen
wint de tering veld. Wij moeten "te weer
vliegen tegen dien schrikkelijken vijand
het eenig doelmatig wapen is een sanatorium
voor West-Vlaanderen, benevens dispensaria
in ieder geweste om zoo vroeg mogelijk de
teringlijders op te sporen Voor dispensaria
zal vermoedelijk dé Staat zorgen maar laten
wij een provinciaal sanatorium oprichten,
als gedenkmaal voororize gesneuvelden.
En op den kunstigen voorgevel zullen wij
ten eeuwigen dage doen inbeitelen nevens
hunnen naam, dit opschrift
Uit zoete en dankbare herinnering aan
onze gesneuvelde helden is dit Sanatorium
opgericht.
Hlitlddbarë Lan<1 Itoaiwschool
Door D1' Brutsaert en andere leden werd
een wensch uitgedrukt dat de Provincie eene
Middelbare Landbouwschool oprichte.
eindelijk terug, met een tikje hopeloosheid
in hare oogen.
God weet waar we binnen kunnenDaar
is geen plaats meer voor een muis in Pope
ringhe, schijnt het, en intusschen zijn onze
arme nursen bijna dood van honger. We
moeten toch ergens een plaatsje vinden
Ik werd belast met ten minste een tijdelijk
verblijf te vinden en op zoek te gaan om
voedsel geen gemakkelijke taak in eene
donkere stad, waar ik van mijn leven nooit
geweest was en die over en overbevolkt
was met troepen van drie natiën. Ik werd
alzoo aangesteld als herder over eene kudde,
die bevel kreeg mij uit het oog niet te verlie
zen en stap voor stap mij op het spoor te
volgen, waar ik ze leiden zou. Het was de
belachelijkst mogelijke positie voor een Lon-
densch journalist van schuwe en schuchtere
inborst, vooral doordien sommige nursen
uit mijne handen begonnen te glippen en in
persoonlijke avontuurtjes afleiding wilden
zoeken. Êene alzoo was er eene opgewek
te en kluchtige ziel, die mij toevertrouwde
dat «het haar al niet scheelde» die reeds
vriendelijke betrekking aangeknoopt had
met een marine-officierken, en ik had de
meeste moeite van de wereld om ze los te
krijgen uit haar veelbelovend praatje. An
deren hadden eenen winkel ontdekt, waar
x J er warme koffij geschonken werd aan Engel-
zijstraten inspecteerde. Ze kwanüsche.soldaten, die in de wereld ni„f„ 1i.HI
Een nieuwe iinisterieele Gunst!?
Het ministerie van binnenlandsche zaken
stuurt aan de bewoners der barakken van
het K. A. F. die meubels in huur hebben, den
onderstaanden omzendbrief, waarbij twee
prijslijsten
De Heer Minister .van Binnenland
sche Zaken, zijne genegenheid jegens de
oorlogsgeteisterden willende betuigen, heeft
besloten hun toe te laten eigenaar te worden
der meubels die het Koning Albert Fonds tot
heden in huur heeft gegeven.
Ten dien einde zijn de geteisterden, die
verlangen van deze gunst te genieten, ver
zocht de hierbijzijnde formulieren in te
vullen en ze ine weer te sturen na ze te
hebben laten teekenen en met het gemeen
tezegel bestempelen door den burgemeester
der gemeente waar de goederen vernield
werden.
Daar het Koning Albert Fonds ophoudt
meubels in huur te geven, zullen de voor
werpen die niet per volmacht op oorlogscha-
de zouden verkregen zijn, door toedoen
van het komiteit tot steun aan de geteisterden
teruggenomen worden.
De Bestuurder, A. Hollmann.
Dus menschen, die meubels moet gij koo-
pen en dan nog aan een hoogen prijs. Zegt
niet: ze zijn beschadigd of ze zijn zooveel
niet weerd. Niets te doen, gij moet ze koo-
peri, ofwel gij zijt ze kwijt, want ze huren
moogt gij niet meer.
Wanneer zal dan maar die reeks Ministe-
rieele gunsten uitgeput zijn en vervan
gen worden door de klinkende munt die ons
rechtmatig toekomt en die we zoo broodnoo-
dig hebben?
Wanneer? Vraagt het aan de Oud-Strij
ders. Piet.
deden dan hun tassen met lieve dametjes te
deelen. Ik zag er een snelle schaper uit met
mijne halve kudde op drilDan, een van de
chauffeurs kreeg lijk een beroertje in de
straat 't gevolg van eene zenuwcrisis na
een langen dag onder 't kanonvuur en
met twee behulpzame «Tommies» kregen
wij hem in 't Stadhuis binnen, 't Was een
sterke jonge man, bijzonder welgespierd, en
nadat hij voor een tijdje in eene soort coma
gelegen had, gerocht hij op eens ijlhoofdig
en aan 't vechten met mij. Ik overmeesterde
hem en trok hem op een achterkoertje, waar
hij van lieverlede bekwam. Dan zette ik weer
uit opzoek naar mijne schapen. Rond Pope
ringhe in den donkeren ronddrentelend vond
ik eene biertaveerne, met eene groote ruime
zaal, waarin ons volkje voorzichtig kon
ingekwartierd worden, en dan lijk een printjes-
patriarkwnet de kinderen van Israël, leidde
ik mijne dames te voet naar dat heiligdom,
en plaatste de nonnen rond den toog, met de
eerweerde Moeder daar juist in 't midden,
en ze had lijk een straalkrans rond haar
hoofd door den glans der tinEeu potten en
p^teelen die achter haar stonden. De ande
ren trappelden 't is gelijk hoe binnen en zei
den in dreigend koor, lijk Kathe in Shake
speare's «Getemde Heks» «We want our
supper!... We vragen eten!
POPERIN
ENAAR
Voor aankondigen der
provincie Oost-Vlaanderen
zich wenden tot
Marnixstraat, 30,
GENT.
Telefoon 1669.
postcheckrekening nr 15570.
vooraf te betalen en
moeten voor den VRIJ
dag noen ingezonden
worden.
Voor den oorlog en verleden jaar hebben
wij reeds een aantal artikelen overgedrukt,
nopens de belangrijke kwestie van het drink
baar water in Poperinghe. Wij geloven niet
dat er daarover ooit ernstig werd beraad
slaagd of naar ontwerpen omgezien. De zaak
is nogtans ernstig en uiterst belangrijk, en
wij zijn gelukkig het onderstaande artikel,
van onzen bevoegden medewerker, te kunnen
opnemen.
Bareelen open alle werkdagen
van 9 tot 12 en van 2 tot 4 ure.
Den Vrijdag van 8 1)2 tot 12 en van 2 tot 4 u.
Den Zaterdag van 9 tot 1 ure namiddag.
mm
naar het EngeJsch.
Ge zult best bediend zijn van h\cubelpa-
pier, Linoleum, Toile-cirée, bij Sansen-Van-
neste, Gasthuisstraat, 15, Poperinghe.
nawiimii—rii»—■utobi
..II T IJ 1