HET NOTARIEEL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Poperinghen Omstreken. Da bloem van bet Vrtjboscb Apotheek Frans Van de Pias Zondag 7;' Mei 1922. 15 Centiemen. V aderlandsiiefde. In 't Buitenland. ïn 't Binnenland. Aboaaeiiieniprijs In Stad fr. 6.50 In Belgie &yt 8.00 Buitenland 13.00 Sausen hanneste, 15, Gasthuisstraat, POPERINGHE 19 Jaar. N1 19. öe maand der Lieve Vrouwe fpff Mode! Iloede-i \T Spert citstuuiöu O orlogs schade. Politiek O verzieh t. Genua. Zc-er vriendelijk. De Syndikaie vrijheid De Aartsbisschop van Genua. In Engeland. IIOUWBERICHTEH, Het Wetsvoorstei Van Cauwelaert. Onze kantnijverheid, HONGERLIJDENDE RUSSEN (Vervolgt.) per Jaar Uitgever Drukkerij, Papierhandel, PtPERINGHEMAR Postcheokrekening nr 15570 «Waar men ga langs Vlaamsche wegen Oude hoeve, huis of tronk, Komt men U, Maria, tegen, Staat uw beeltenis te pronk, Lacht ons toe uit lindegroen, Bloemenkrans of blij festoen. Aldus schildert de gemoedelijke dichter van het eenvoudig-schoon lied «Onze Liev Vrouw van Vlaanderen ons lieve hoekjes van den Vlaarnschen buiten in den tijd van Mei. In den gevel der oude hoeve, bezijden de lage halfronde deur is een nis, met glas ge' sloten, waarachter een beeldje der Moeder' maagd prijkt, opgesierd met verzilverde kan deiaartjes en veelkleurige papieren rozen. Op het kruispunt van twee karwegen, die eene gele zandstreep trekken door het bruine land staat een lindeboom. Aan den stam daar waar de takken ontspruiten, hangt een houten kapelletje met Maria's beeld. Boven het kapelletje hangt een reusachtige kroon papieren bloemen, door de landsche doch ters geknipt en gedraaid. Menigvuldig ook zijn de steenen kapelle- tjes, welke men doorgaans aantreft bij den viersprong van oude banen. Wie heeft er nooit door de tralievenster kens van zoo'n klein keken. Uit eigen jeugd herinneren wij ons een zeer schilderachtig gelegen kapelletje, te midden van donkere dennenbosschen. Van verre reeds zag men de helderwitte muurtjes tusschen de boomstammen glimmen. Het groen deurtje vertoonde een rond venster ken, heimelijk lonkend achter zwaar rooster werk. Hoe dikwijls hebben we niet, met de lawaaierige blokjes aan de voeten, opgeklau terd naar het vensterken, om te kijken naar 't versierde Mariabeeld? Met stillen eerbied we?en we elkaar het paar krukken, <?n de ex-votos aan den muur opgehangen Hoe menigmaal hebben wij, met stille stem, het onderschrift gespeld en gelezen Langs dezen weg zet geenen voet. Of zegMaria wees gegroet! in de steden ook vindt men nogmenigMa' riabeeld met lantaarn of kandelaars. De Meimaand brengt ook daar aanleiding tot opschikken, herschilderen, verlichten. Deze versiering, te land of ter steê Maria-heiligdom ge is ais een uiting van eenvoudig geloof en kin deriijke liefde. Menigeen, die modern wil schijnen of mo dern wil doen, vindt deze uiterlijke Maria- vereering niet meer van den tijd. Doch, zoolang godsvrucht en reinheid van zeden als deugden gelden, zoolang ook zal Maria door haar kinderen met groen, bloe men en Meizangen vereerd worden. Dikwijls wordt er gesproken en geschre ven over verheffing van het zedelijk leven. Er wordt geklaagd dat de massa als naar het heidendom terugschuift. Weelde en genotschijnenhet hoogste goed en de opperste betrachting. Meer dan ooit worden de Christelijke deugden ootmoed, kuischheid, zelfbeheer- sching, beschimpt. In Maria vinden wij deze deugden tot vol- ledigen bloei gekomen. Daarom zal voor katholieken de verheffing van het zedelijk leven steeds staan in het teeken der Maria- vereering. Gaarne zien wij de jeugd neerknielen rond het blanke beeld der Onbevlekte, verheven op een troon van bloemen en licht. Daar leeren jonge lieden opblikken naar een hoog ideaal van schoonheid en reinheid. Eilaas, de wereld Iaat niet zelden andere idealen voor de oogen van jonge menschen schitteren weelde, genotzucht, wellust. Dat de jeugd vurig vrage, zoo schreef E H. Drijvers, door Maria voorgelicht te wor den, om in alles volgens de ware wijsheid te handelen». Niet om zich zeiven van naden ken te ontslaan en lijdzaam de ingevingen van boven af te wachten; neen, want de eerste wet van onze natuur is zelf te denken, maar opdat Maria den loop onzer gedachten zou richten, onze inzichten zuiveren en ver heffen,ons het meesterschap over onze harts tochten en aandoeningen helpen behalen. Dan zullen wij met volkomen klaarheid des geestes in ieder geval zien wat goed, wat edel, wat God gevallig is, en we zullen daar met vastheid toe besluiten. Belangwekkend is de persoonsschildering der H. Maagd, welke in het dagboek der kloosterlinge Anna Catharina Emmerich wordt aangetroffen. «Magdalena is grooter en schooner dan de andere vrouwen. Dinade Samaritaansche is ook schoon, maar veel werkzamer en handiger dan Magdalena, en zeer levendig, Mengelwerk van De Poperinqhenaar 71 door A. HANS. Zekeren Decemberdag werd Godelieve naar het komiteit geroepen. In spanning ging ze er heen. Ze werd door een angstig voorgevoel gekweld. Zou ze nu nieuws hooren van haar man O. ze had zoo veel aan hem gedacht en om hem geweend. Ze had zoo'n hevig ver langen naar hem. O, als hij nu tot haar terugkwam, berouw vol, bereid, om een nieuw leven te beginnen. Ze zouden het verleden vergeten. Maar welk nieuws wachtte haar op het bureel van het komiteit? Madam Devuist, deze brief is uit Brugge naar u gezonden, zei een der be stuurleden. Uit Brugge, stamelde Godelieve. Ja... de post gaat nog traag maar nu hooren de menschen toch nieuws... Godelieve ging heen... Menschen spra ken tot haar, maar ze hoorde 't niet,tenmin ste ze verstond hen niet. 't Was even of alles om haar duizelde. Uit Brugge! Die woorden ronkten nog in haar oor. Maar haar hart stormde. 't Is van Louis... Ze bekeek den omslag. Ze kende 't ge schrift van 't adres niet. Hier was er een rustige hoek... Er ston den geen groepjes vluchtelingen ais elders, vriendelijk en gedienstig bij elke gelegen heid, als een snelle, schrandere en minzame meid. Zij is ook zeer ootmoedig. «Maar allen overtreft de H, Maagd in wonderbare schoonheid Hoewel hare leest wel haars gelijke in schoonheid heeft en minder opvallend is dan 't voorkomen van Magdalena, toch schijnt zij boven allen uit door een onbeschrijfbare zedigheid, een voud, ernst, zachtmoedigheid en rustigheid. «Zij is zoo rein en zonder nevenindruk- ken, dat men in haar het evenbeeld Gods in menschengedaante ziet. «Niemands wezen gelijkt haar. Heur zoon toch heeft hare trekken. Haar aangezicht overtreft dit van alle vrouwen rond haar, of van die ik ooit zag, in onuitsprekelijke rein heid, onschuld, ernst, wijsheid, vrede en zoete, vrome lieflijkheid. «Zij zietergansch verheven uit en toch als een onschuldig, eenvoudig kind. Zij is zeer ernstig, zeer stil, vaak treurig, maar nooit ontdaan, noch onstuimig. De tranen loopen hee! zacht over haar rustig aangezicht. Schoone Lieve Vrouwe, bid voor ons. e. w. Overjas Impefmeables HOEDEN OP MAAT OF GEREED. Veranderingen - - Herstellingen. BRUSSEL-NOORD, BotiU Ad. Max, 50. Telefoon 129.2 Belangrijkste hoedenmakerij v. h. Land. In de laatste zitting der Scheidsrechter lijke Kommissies werd de schade op len Au gusti 1914, als volgt vastgesteld voor de hiernavermelde geteisterden POPERINGHE. Peel Elie Delbeke Lucien Decocker Maria Metsu Romain Debyser Maurice Derycke Erniie RyckeBosch Jules Butaye Victor Delboo Henri Papegaey Justin Debruyne Camiile Deleye Henri Goussy Stéphanie Z1LLEBEKE. Gryson Léopold Spotbeen Arthur Hooghe Qdfle YPER. Noyelle Alois Weyne Amandus Verbeke Auguste Lalou Julie We Cailliez Indevuyst Amand Declercq Séraphin We Priem Acke Hélène Goesaert Camiile Bailleul Alice Callens Hónoré Pierre Duplacie Pélagie Deceuninck Joseph Gustave Deltoinbe-Gliesquiere Jules Dethoor Robert Spotbeen Arthur WERVICQ. Verbeke Godderis Aloïs Withouck Vanhede Jules fr. 260. 860. 3410. 647.50 1000. 741. 658. 1441. 685. 6797.82 1300. 290. 3622.86 2120. 7140. 3200. 1800. 2939. 3400. 4710. 2862. 7190. 4460. 8528. 5370. 700. 8165. 2100. 355. 1010. 500. 1250. 1110. 3106. Fourmantrouw Verhaeghen Léopold 1855. Vanheden beschrijver 1165. Lecomte Fourmantrouw Cyrille 730. Staessens-Nuttens Constant 563. Delie Vandelannoote Pierre 3417. Decroix-Schoonaert Emile 2192. Vandenameele-Verschaeve Aloïs 1136. We Delbaere-Vanalderwerelt 395. Kimpe-Depoortere Gustave 1481.50 We Henri Schotte-Penet 1145. Verbeke-Goethals Henri 2573. Breyne Desmet Léon 1485. Ramaut-Defever Pierre 1398. Claeys-Debock Rerni 875. Pattout-Carton Victor 1520. Pardoen Marie en Pauline 3515. Kesteloot Carrein Théophiie 1185. Delobel-Elslander Cyrille 513. Depiere-Catteau Emile 1028. Pype Salomez Léon 883. menschen, die hun belangen bespraken en vooral de groote vraag wanneer ze naar huis zouden kunnen gaan. Godelievê trok met bevende handen de enveloppe open... Neen ze kende 't schrift niet... Maar daar van onder... groote hemel... t was toch zijn naam... Louis De Vuist... 't stond daar... Hij leefde dus nog, hij schreef haar... Zie maar... Beminde Godelieve... En de jonge vrouw las... «Eindelijk verneem ik van een kennis, waar gij zijt. Ik lig hier zwaar gewond te Brugge in het hospitaal. En de dokter kan geen hoop meer geven. Nu 't is zeker het beste zoo... Ik heb mijn eigen leven bedor ven... Ik ben van u weggegaan omdat ik moest. Ik trok naar Holland, maar daar had ik geen rust. Ik ging naar Engeland. Lang zaam ontwaakte ik als uit een droom. En toen voelde ik, welk een slecht mensch ik was. Niet aileen om mijn gedrag binst den oorlog... meer nog om mijn gedrag voor den oorlog... Ik kan dat nu niet allemaal schrij ven. O, wat heb ik u bedrogen, Godelieve. Maar 'k heb er zoo om geleden. Uit wan hoop ben ik soldaat geworden. Ook uit boetvaardigheid. Somswenschte ik te ster ven. k Zag mannen vallen, die zoo veel beter waren dan ik en zoo veel meer noodig dan ik, voor hun vrouw en kinderen of voor hun ouders. Dan weer hechtte ik aan 't leven, 'k Had een wilde hoop, dat alles weer goed zou worden... Maar neen,dat is onmogelijk. V-andamme-Decroix Emile 1185. Vervaecke Jules 1150. Desmadryl-Descamps 1098. Bille-Bonnier Edmond 2406. We Bernard-Vandamme 940. Lacante-Masschelein 2000. KEMMEL. D' Huysser-Nuns Jules 16837.50 Goudezeune-Callens Henri 29500. We Vandersype-Descamps 27592.50 WESTOUTEP. Castelein Charles 1825.' Verbrugghe Gustave 8255. LOCRE. Dumoulin Ernest 3970. Dondeyne Aloïs 3670. DRANOUTER. We Derckx-Pouille 17745. WAESTEN. Oudendycke Camiile 1426. Mesure Auguste 1050. Bekaert Arthur 502. Boone jean Baptiste 3136. Debruyne Armand 1902. Dhoisne Sauveur 1882. We Freurbaix 1077. Baelde Charles 788. Deaegenaere Pierre 2059. Devroe Hilaire 2555. Ghesquiere Emile 19569. Verbeke Edrnond 39 T- Castrycke Charles 11854. Wij lezen in De Rousselaersche Bode. De prachtige stoet van Zondag laatst heeft aanleiding gegeven tot beknibbeling en af keuring van een zeker aantal personen die vonden dat die stoet misplaatst was, dat hij gericht was tegen het gerecht, tegen de re geering, ja tegen de Koning... met een woord naar hun zin was het eene echte on- of anti- vaderlandsche boel En dan vragen wij ons of wat dan eigen lijk vaderlandsliefde is; met welk recht die menschen aanspraak maken op het monopo- lium der vaderlandsliefde, die het minste recht der Vlamingen miskennen met welk recht zij uit naam van het vaderland alle Vlamingen verketteren. Zijn zij de ware vaderlanders die met den oorlog het hazenpad kozen, naar veiliger oorden Zijn zij het die zakjes fabrikeer- den, die benzol leverden, die allerhande nieuwe bedrijven begonnen ten bate van hunne zaklandsliefde en van den toen zoo lieven, thans zoo vermalledijden Boche Zijn zij het die belangrijke sommen aan marken binnensmokkelden tot groot genoe gen en voordeel van het vaderland die hun goud duur verkochten (ten bate van wie?); die met een goudstuk een paspoort bemach tigden, en nu schimpen op de regeering orndat ze niet rap genoeg hunne oorlogscha de uitbetaald worden? Zijn dat de vaderlanders die destijds zich voor den legerdienst lieten afkeuren en nog niet eens de schamele 1.600 fr. gunden aan dezen, die in hunne plaats in de modder het vuur en de slachterij van den Yzer stonden? Zijn zij het die hun landgenooten tegen elkandqr opruien en in 't openbare hun bel- gische broeders durven noemen lompe uit buiters en meêwoners en Frankrijk hun ne grootmoeder noemen Zijn zij het die in zake sekwesters, oor- logschade of taksrechten den staat bestelen waar ze kunnen? Bestaat de Vaderlandsliefde dan alleen in uiterlijk vertoon, in brommende kanonnen, kletterende sabels, fijn gesnede glinsterende uniformen, inekanieke parademarchen, wap perende vlaggen op bepaalde dagen? Die heeren nemen het ons niet kwalijk, maar wij hebben eene andere opvatting van de liefde tot het vaderland Het vaderland, dat is onze familie, ons eigen volk, onze werkkring, onze inrichtin gen, onze vrijheid, onafhankelijkheid (wat doen de zoogezegde nationalisten ermede?). En deze noemen wij goede vaderlanders, die, niet uit eigenbaat of eigenbelang, maar met zuivere inzichten, werken om die be standdeelen, deze eigenschappen te behou den en te verbeteren. Vaderlandsliefde is on baatzuchtige liefde tot ons volk, is vruchtba re liefde, niet alleen ten goede van eigen zaak en eigen fortuin, maar tot nut van het algemeen. Vaderlandsliefde bezit hij die zijn volk schooner, edeler, ontwikkelder wil, die zijn volk wenscht te brengen op het hoogste cul tureel peil, die bewerkt en betracht de stof felijke en zedelijke opbeuring van zijn volk. Vaderlandsliefde bezit hij die zijne burger lijke plichten goed vervult, die de wetten naleeft, die eerlijk zijn to! betaalt aan de staatskas, die de rechten zijnen medebur gers erkent en eerbiedigt, die 's lands en 's volksbelang boven zijn eigen belang stelt. En waar vindt men die menschen? Natuurlijk niet in den stoet van Zondag laatst... dit waren onnoozelaars, dompers, lafaards, verraders. Die vaderlandsliefde vindt men alleen bij de mannen van Vive le roi, Vive l'arniée, Vive la France. O! Gekalkte graven! Hoe langer de Konferencie te Genua duurt, hoe meer zij op eene fopperij van België in het bijzonder schijnt uit te draaien. De Bondgenooten, die na lange en pijnlijke krachtinspanningen den oorlog gewonnen hebben, ioopen groot gevaar den vrede te verliezen. En België, dat in het Vredestrak taat van Versailles, op verre na, zijn recht niet verkregen had, wordt nog eens door zijne «vrienden» overboord geworpen. ...Verschill-ige Beigen, thans nog in Frank rijk gevestigd, worden krachtens de nieuwe Fransche wet tot intrekking van de verlen ging der huurovereenkomsten, bedreigd uit hun huis gezet te worden. Reeds meermaals moest de Belgische Gezant te Parijs onderhandelen met de Fransche Pegeering over eene overeenkomst om de Belgen in Frankrijk wat zachter te behandelen. Doch 't is al vruchteloos. Frankrijk geeft zelf geen antwoord op dit verzoek. Misschien zou Frankrijk wel antwoorden, moest men bij de behandeling der huishuur wet, de Franschen in Beigië wonend, met dezelfde maat te meten? Tijdens de ondervraging deze \Feek in de Kamer over de syndicale vrijheid komen ongehoorde dwangmiddelen voor den dag, door de socialisten gebruikt om de werkers te dwingen van hun syndicaat deel te maken. Zoo b. v. eisehen de socialisten wegzen ding van christene gesyndikeerden onder bedreiging van werkstaking. Stellige feiten met zekere bewijzen worden aangehaald. Dit alles is niet alleen onrechtvaardig maar ook gevaarlijk voor de rust onder de wer kende bevolking van het land. Dit stelsel, «Rood of geen brood» moet verdwijnen. En dit zal verdwijnen als de socialistische arbeiders een juister begrip zuiïen hebben van hun plicht. Het is de ver keerde voorlichting van hunne leiders, die ze op het dwaalspoor brengt. Een beroep wordt gedaan bij den Minister van Justicie om het onrechtvaardig stelsel «Roodof geen brood» te doen eindigen. sing die Van Cauwelïtërt voorhoudt is al gematigd genoeg. Geene enkele andere op lossing geeft voldoening aan de Vlamingen. De vervlaamsching van ons hooger onder wijs met als oplossing «Gent vervlaamscht» maakt deel van het Minimum programma, dat is het minste wat de Vlamingen als hun recht eisehen. Maar, laat het ons maar zeggen, Vlaande ren bezit ook een Maximum-Programma. Vrede rust op wederzijdsche toegevingen. De Vlamingen hebben reeds toegegeven met het Minimum boven het Maximum te ver kiezen. Nu is de beurt aan de Walen. Zoo de Walen ons niet willen helpen om eene oplossing te zoeken in' den geest van het Minimum-programma dan helpen zij het Maximuin-programmaverwezentlijken waar aan de Waal, gewezen Minister Destrée het eerste gedacht gegeven heeft. De Vlamingen vragen de bestuurlijke scheiding niet, maar ze vreezen ze ook niet. En dat mogen de Walen en de Franskil jons we! weten en er eens ernstig op denken. Aan ons de Vlaamsche Gentsche Hoo- geschool. Een dagbladschrijver vroeg een dezer da gen aan den aartsbisschop van Genua «Welke is de politiek van den H. Stoel?» Zijne Eminentie antwoordde De poli tiek van den H. Stoel is gericht op de alge- rneene pacificatie met gerechtigheid voor allen. Pacificatie door gerechtigheid Zulke woorden doen deugd aan ons katholiek hart. We juichen den prelaat toe die ze uit spreekt. Mochten al de katholieken zijn woord overwegen en de staatslieden ernaar hande len, Belgie zou er waarachtig niet slecht bij varen. In plaats daarvan prediken veel Belgische katholieken vervolging en onrecht Het legereffectief bedraagt 126 duizend man min dan verleden jaar. De kosten zijn op de helft verminderd- en geheel het budget van den legerdienst is met 19.794 pond ster ling verminderd. In Belgie is het legerbtidget met eenige duizenden.... vergroot. Guido. B»SSMS voor Aankondigingen BERICHTE», VEliKGQPiSiGEN, Eene inlassching o,6o ctn per regel. Herhaald» Itilassehiug-. o.5o c n per regel. VOüMSSEH, i 5o fr per iegel. 5 fr. voor io reg Herh !de r.- ree» prijzen op aanvraag Alle annoncën zijn vooraf te be talen en moeten voor den Vrijdag noen inge zonden worden. wereld*» Dat is wel. Doch het is nogeens meest van de werksters zelf dat de redding moet komen. Zij moeten door eene organi satie komen tot schooner loon dat hun mo gelijk zal maken kunstwerk te leveren. Dit kunstwerk moet de wereld verkonden dat de Vlaamsche kantnijverheid onover trefbaar is en dat haar roem nog niet uit gestorven is. En ik ben veroordeeld. O, als ge mij verge ven kunt, kom dan nogeens tot hier... Dan zal ik u mijn volle schuld bekennen. Maar kunt ge niet komen... denkt gij dat ik het niet meer verdien, dan zal ik alles op papier laten zetten. Gij moet de waarheid kennen. Heel mijn leven was bedrog... Maar voor oprecht berouw is er toch vergiffenis en bijzonder als de dood nadert. O, kon ik u vergiffenis vragen en uit uw mond hooren, dat ge mij vergeeft... Maar ik durf niet veel aandringen, ik noemde u de Bloein van t Vrijbosch... Dat waart ge, maar ik heb ze vertrapt. Godelieve hebt toch medelijden met iemand die zijn zonden uitboet. Zend mij in elk geval een antwoord. Ik ben zwaar getroffen in de borst Ik kreegdie kogels in 't bosch van Houthulst Eu 't was verdiend... O, kondt gij voelen, welk een berouw ik heb... Een vriend schrijft voor mij... Louis De Vuist Godelieve beefde van ontroering... Nu had ze nieuws en zekerheid... Louis lag te sterven ginds in West-Vlaan- deren... te Brugge. Zij was dicht bij hem geweest en ze wist het niet. En toen reeds zocht ze hem. Voor hem was ze naar de verwoeste streek gereisd. En nu zou ze hier blijven Hij riep om haar... Godelieve besloot dadelijk te vertrekken. Anders kan het te laat zijn... En ze wilde hem vergiffenis schenken eer hij voor goed de oogen look. Maar wat zou ze voor haar onthullen Heel zijn leven was bedrog geweest... O, Het wetsvoorstel Van Cauwelaert dat de vervlaamsching der Gentsche Hoogeschool bevat, is aanveerd in de Midden-afdeeling der Kamer. Weldra zal het besproken worden in de. Kamer. Heeft het kans aangenomen te zijn? De Kamer is samengesteld uit Vlamingen, Walen en Brusselaars. De Vlamingen, op een paar na, vragen de vervlaamsching van Gent. Dus men mag zeggen: Vlaanderen eischt zijne Vlaamsche Hoogeschool. Maar zij hebben de meerder heid niet en het is de meerderheid die beslist. Wat kan er gebeuren De Brusselaars zullen zich verdeelen. De eene zullen Gent aannemen, de andere niet. Wij staan dus voor het ongehoorde, hoogst belangrijke feit dat het de Walen zijn die zullen moeten beslissen als er recht zal geschieden in Vlaanderen. En dat recht is voor Vlaanderen eene broodzaak, eene levenszaak. Het woord van onzen Koning Gelijkheid in rechte en in feite wacht noch steeds op uitvoering. Ofwel de Walen zullen stemmen tegen Gent: De Vlaamsche Hoogeschool komt er dan niet; Ofwel zij onthouden zich of stemmen niet de Vlamingen: dan krijgen wij de Hoo geschool. Komt Gent er niet, dan moeten de Vla mingen ook niets anders hebben. De oplos waarom had hij haar dan aan zijn verdorven leven, aan zijn lot gebonden Maar neen... nu geen kwaad denken... Hij had boetvaardigheid gedaan en veel geleden. Voor een berouwvolle was er ver giffenis. Godelieve strompelde naar huis... Tranen vulden haar oogen. Soms keek ze als door een floers. Ze kwam in de schamele vluchtelings- kamer. Een brief van Louis riep ze met een snik. Van Louis herhaalde Vereeke ver baasd. Maar kind toch! kreet moeder onthutst. Hij, die kerel durft nog schrijven Sprak tante Lotte, die bij hen inwoonde. Zwijg tante smeekte Godelieve. Zwijgen Is hij niet de schande voor de familie, misschien Loopt hij nog vrij 'tlsdatae 't niet weten, hoe hij de hand van de Duitschers is geweest. Soldaat wor den, dat is allemaal goed en wei... maar ze wisten in 't leger niet welk een gast hij is... Vereeke overliep den brief. Godelieve schreide stil. Tante, houd op riep ze heftig. Laat vader alles lezen... Dan zult gij we! anders spreken Anders spreken Omdat hij schoone woordenineen brief zet! Maarkind toch,hoe zoudt gij u nog met hem durven vertoonen Tante, hij ligt op sterven i Lotte schrok nu toch. Op sterven herhaalde ze, en keek nieuwsgierig naar den brief, die haar meer moest onthullen. Vereeke schudde 't hoofd... De kantnijverheid, waarvoor tegenwoor dig eene bijzondere belangstelling betoond wordt, beleeft een tijdstip van verzwakking De crisis speelt daat eene rol in maar andere oorzaken ervan moeten ook aange stipt worden de te lage loonen, de uitbrei ding en vervolmaking der mecanieke kanten het groot getal kantwerksters die geen kunstwerk meer voortbrengen en eindelijk de hooge tolrechten waarmede onze kant in andere landen belast wordt. De loonen in de kantnijverheid mag men echte hongerloonen noemen. Dit is de groote oorzaak dat vele werksters het fabriekwerk verkiezen en dat er veel minder kunstwerk geleverd wordt. Het kunst-kantwerk, dat vroeger de roem van Vlaanderen was, heeft plaats gemaakt voor kanten van mindere hoedanigheid. In tegendeel zijn de inekanieke kanten zoogoed nagemaakt, dat het soms zeer moeilijk is ze van handwerk-kanten te onderscheiden. Daar de kosten van voortbrengst kleiner zijn verdringen zij den echten kant. Het getal kantwerksters dat vroeger van 50 tot 60 duizend beliep is fel verminderd De tolrechten zijn hoog. Amerika dat ons veel kanten koopt, vraagt een tol van 60 t. h. De ongedurige wisselkoers houdt er tegen veel kant op te doen. Een der grootste redmiddels voor onze kantnijverheid is: het maken van kunstwerk. Daarom moeten de kantwerksters opge leid zijn in scholen die geheel op de hoogte zijn van de nieuwere kunst in de kantwer ken. Wij zijn gelukkig in Poperinghe ver- schillige scholen te bezitten die aan die ver- eischten voldoen. Een ander middel is het ontwikkeien van het vereenigingsleven bij de kantwerksters, om hooger loon te bekomen. Dit is moeilijk omdat men heel dikwijls stoot op den onwil der kantuitgevers of de onverschilligheid dei- kantwerksters. Dit middel is nochtans noodig. Alleen eene sterke organisatie kan aan de kantwerksters een menschwaardig loon geven. Er is eene beweging van belangstelling voor de kanten onder de Damen der hooge Mag ik hem voorlezen, vroeg hij, zijn dochter aanblikkend. Als tante er niet met anderen over spreekt. Ben ik dan zoo'n babbeltonge Stil nu gebood Vereecke en hij las den brief voor. Soms was er een vreemde trilling in zijn stem. Dan heerschte even stilte. Moeder verbrak ze en vroeg Godelieve, wat gaat ge doen Naar Brugge gaan. Wat kreet tante Lotte. Gij gaat naar Brugge Gebruikt toch uw verstand. 'tis zeker triestig, wat er in dien brief staat, maar ge moet voorzichtig zijn... Ge moogt niets meer met hem te stelien hebben. Nu weten ze te Schoonvelde dat gij met hem gebroken hebt. Maar wat zal 't zijn, ais ze hooren, dat ge bij hem teruggegaan zijt... Ik vertrek naar Brugge verzekerde Godelieve. En wat zult ge daar allemaal hooren Wie weet wat hij uitgestoken heeft En dan zijn gedrag binst den oorlog! wat gaan de menschen zeggen Zullen ze niet herhalen, wat ze al eens verteld hebben, dat gij 't ak koord waart met de Duitschers Wat letten mij de menschen riep Godelieve op heftigen toon. Louis is mijn man... hij ligt op zijn uiterste en hij roept op mij I Maar gij zijt een Vereeke en de eer van de familie telt ook mee hield Lotte vol. Als gij naar Brugge gaat... 't Is nu genoeg'! anders, brak Vereeke. Lotte, gij moet zwijgen. Ha, als ik zwijgen moet Ja ik weet Opvolger van S. VANDEN BERGHE, Bertenplaats, 8, (Kleine Markt), 1» O F E li 8 ii I I E. VOO li Diti Voor 't allerlaatst vermelden wij nog enkele giften die ons toegekomen zijn. Watou, ter eere der Goddelijke Voorzienigheid om verhoord te worden 20 Uit dankbaarheid aan St-Antonius om eene bekomene weldaad 25 Ter eere van de H. Jozef en de H. Antonius voor eene bijzondere intentie 40 Boesinghe, opdat God ons huisgezin zegené 25 Een edelmoedig Vlaming 10 Ter eere van de Goddelijke Voor zienigheid 10 Poperinghe, om van God den wereldvrede te bekomen 20 id., onbekend 30 Onbekend 20 Ter eere van de Goddelijke Voorzienigheid 40. Algemeen totaal 11 .721 fr. 1 5 cent. De conferentie voor den vrede in Ier land, tusschen de voorloopige regeering en de on verzoen baren is mislukt. Twee engelsche geneesheeren zouden de microbe ontdekt hebben van de suiker ziekte. In eene mijn van Roumenie heeft eene vreeselijke ontploffing plaats gehad. Van de 162 mijnwerkers zijn er 54gansch verkoold, 28 aan hunne wonden bezweken, 4 zwaai en 5 licht gekwetst. De goudmijnen van Belgisch Congo hebben in 1921 eene opbrengst goud gele verd van 2,228 kilos. In de twee eerste maanden van 1922 trok men uit die mijnen 362 kilos van dit kostbaar metaal. M. Deschanel, gewezen Voorzitter der Fransche Republiek is deze week overieden. Op zijn sterfbed heeft hij eenen priester ontboden en is gestorven, voorzien en ge stérkt door al de troostmiddelen van onzen katholieken Godsdienst. Woensdag had de plechtige lijkdienst plaats in de O. L. V. kerk te Parijs. Te Berlijn heeft men weer een grooten wapendepot ontdekt. De Spanjaarden leveren in Marokko bloedige gevechten tegen de opstandelingen. Spanje heeft 30.000. man ter plaats De landbouwers Decarne en Delberghe van Caestre die Zondag nacht huiswaarts keerden, werden langs de baan door drie roovers overvallen en uitgeschud. De 36-ja- rige Decarne werd zoo erg toegetakeld met kneukelijzers dat men hein 's anderdaags dood vond langs den weg. Zijn buurman was er in geslaagd te ontkomen. Een reizigerstrein werd in het station van Riüy in Frankrijk aangereden door een goederentrein. Vier rijtuigen van den reizi gerstrein drongen in elkaar, terwijl de ma- cliiene en twaalf andere rijtuigen uit het spoor sprongen. Na heel wat krachtinspanningen kon men een dertigtal gekwetsten onder de ineenge- stuikte wagons uithalen. Tot nog toe zijn er vier dooden twee mannen, een vrouw en een kind. Een der rijtuigen die vernield werden, hield de doodkisten in van soldaten, terug gebracht van he) front. KtiidNiiieuwA. Zondagrust. Alle Apotheken open tot den middag lieden Zondag namiddag alleen M. NOTPEDAME, Reizen. Indien gij u op reis begeeft, verwaarloos niet u van een of twee mono- poeders te voorzien, want het is het eenigste en echt ganeesmiddel tegen hoofd-en scheele hoofdpijn, zenuwlijden, razende tandpijn en rhumatiek. Te koop bij H Nutredams, Groote Markt, en A. Kestely^, Gasthuisstraat, Poperinghe, in doozen van 1,75 fr. en van 3,00 fr. het wel, ik tel nooit mee. Lotte heeft geen verstand... maar 'k heb het toch altijd gezegd, dat Godelieve 's huwelijk niet deugde. Ja, ja, dat weten we wel... en daarom bofte ge zoo op dat huwelijk. Maar 'k versta het gevoel van Godelieve en ik ga met haar mee. Gij ook hernam Lotte. O, ge moet 't weten 't Is uw zaak. Ik trek er mij niets meer van aan. Gij moet er u ook niets van aan trekken! Vader, wij vertrekken seffens, hé vroeg de jonge vrouw. --Wel ja... Gij doet uw plicht! Louis iigt op sterven. Als de dood nadert, zwijgt al 'iandere... Maak u gereed... Moeder Vereeke had ook de tranen in de oogen. Hoe triestig dat alles, zei ze. Maar ja, ge moet gaan. En ge zult daar alles hooren Lotte, dat is geen vereeniging... 't is de cheiding voor altijd. Godelieve ging in de andere kamer en kleedde zich. Ze wiesch haar gelaat. De menschen moesten niet zien, dat ze geweend had. Ze haatte al dat gebabbel. 't Ging hier tusschen haar en Louis... Anderen hadden er zich niet mee te moeien. Geen half uur later begaven vader en dochter zich op reis. t Werd weer een lange, vermoeiende tocht te voet, langs slijkerige wegen, door een troosteloos landschap. En toch joeg 't harte zoo... Als ik maar niet te iaat kom dacht Godelieve telkens.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1922 | | pagina 1