HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken. BARK UGQR HEL üiJUEiEID 1.1 Apotheek Frans Van de Plas 15 Centiemen. lïijnisier Vandevyvere Abonnernentprijs Sansen Van neste Zondag- 25n Februari 1923. 20 Jaar. Nr 8 Van groote denkers. Over Opvoeding. HET GEHElfli HUWELIJK Leest en verspreidt de Poperinghenaar Oorlogsschade. P o lit lek O ver zich t. De kolen- en de Roerbezetting DE ONTDEKKINGEN ?T«5. LOEKSOR. Dit is de Parade kamer in het graf van den Egyptischen koning Toetankamen. m nM Ti Dit zijn Albastervazen Dit is de van den koning. wagen Dit is een standbeeld Bezettingstroepen. Een menschiievende daad. De ondervraging over Schoolpolitiek. Het dagelijksch rantsoen. De nieuwe halve frankskens. Nieuwsbladen. Belgie en Engeland. De legerwet en de christene arbeiders. Poll de Bretagne, per Jaar In Stad fr. 6.50 In Belgie 8.00 Buitenland 13.00 Uitgever Drukkerij, Papierhandel, 15, Gasthuisstraat, POPERiKGHE Telefoon nr 9. Postcheokrekening nr 15570 PHEJS BERICHTEN, VERKOOPiHGEN, Eene inlassching o.6o ctn per regel. 2 inl o 5o et» 3 inl o 45 ct° VONNISSEN, 1 5o fr per regel. RQUWBERICHTEN, 5 fr. voor 10 reg Herhaalde Annoncen prijzen op a&nvraag Ai.le annoncen zijn vooraf te betalen en moeten voor den Vrijdag inqezonden worden. Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. PWTRINGHENAAJ De waarde van den mensch. Een mensch is waard wat zijn liefde waard is. Die zich bukt naar de wulpschheid, verlaagt zich, daalt af naar de dierlijkheid. Die bemint wat op zijne hoogte is, 't zij zich zelf 't zij een ander, maar met de overwegende bekommernis persoonlijk nut te trekken uit zijn daad, is een gemeene zelfzuchtige. Hij verdient noch dank noch achting. Hij alleen die stijgt tot boven het peil van eigen belang om zich toe te wijden en desnoods zich te offeren voor andermans welzijn, verheft zich zedelijk, adelt zijn persoonlijkheid en oogst vroeg of laat de echte genegenheid, den eerbied en de erkentelijkheid van zijn evenmensch. Kardinaal MERGER. Zoodra ons een kind geboren wordt, dan duikt uit de diepte van ons gemoed de illusie op, om het kind te zien opgroeien tot een krachtig en gezond mensch, maar ook tot een verstandig en bekwaam mensch, en bo venal, ja bovenaltot een karaktervol goed en deugdzaam mensch. En stil koesteren we de hoop, dat dit kind later, als het groot geworden zal zijn, een goed figuur zal maken op het veelbewogen wereldtooneel, waar iedereen zijn gewichtig- heidje Iaat gelden en ieder scharrelt om op het beste plaatsje te komen. Doch om onze kinderen tot zoover te brengen, is meer dan een illusie noodig, die geraken zoo gemakkelijk verteerd in de beslommeringen van het practische leven geld noch moeite mogen worden gespaard, om die kinderen een welverzorgde opvoeding te verschaffen. Een degelijke opvoeding is ten andere het beste, wat we onze kinderen, kunnen achterlaten. Want als vaderen moe der er niet meer zullen zijn, dan zullen de kinderen van die goede opvoeding, blijven genieten, en de nagedachtenis van hun ouders alleen om die goede opvoeding blij ven in eere houden. Doch er wordt zooveel over opvoeding ge praat, zonder den inhoud van dit woord te begrijpen. Dikwijls verstaat men soms de opvoe ding uitsluitend in den zin van wellevend heid, van uiterlijke voornaamheidzoo zal men zeggen van een mensch die beleefd is een welopgevoed man, un homme éduqué. Het woord opvoedenheeft een veel breeder beteekenis. Het beteekent leiden, opleiden, trekken uit den zwakken toestand waarin het kind zich bij zijn geboorte be vindt, om het te brengen tot bet hooger einde waarvoor het geschapen is. Opvoeden, dat is bereiden tot het latere le ven, tot het degelijke en harmonische leven, tot het groote ware leven van nu en van eeuwig. Opvoeden, dat is de verzorgende, leidende en vormende inwerking van volgroeide menschen op de ontwikkeling van de aan komende menschen, om hun deelachtig te maken aan de cultuurgoederen, waarop de levensgemeenschap berust. Opvoeden, dat is Christus vormen in de zielen, anderen leeren God beminnen en den evennaaste gelijk hemzelf om God. Opvoeden, dat is de krachten van de kin deren en hun bijzondere begaafdheden hel pen ontplooien, gelijk de zon door haar warmte een rozenbot doet opengaan. Opvoeden dat is onze kinderen opleiden tot ware persoonlijkheden, tot menschen die zichzelf zijn, die op eigen handje denken en oordeeien durven en wilskracht genoeg be zitten om te handelen naar hun eigen innig ste overtuiging, zonder zich te bekommeren om hetgeen anderen doen of zeggen. Want in het werkelijke leven komt het er minder op aan met een heele boel kennis in zijn hoofd rond te loopen, dan wel een persoon lijkheid te zijn. Kijk om u heen, wie er zich gelden laat. De gansche maatschappij steunt en berust op persoonlijkheden. Zij alleen zijn haar steunpilaren. Zonder hen wordt het leven een onmogelijkheid, een ongeordend spelletje. Om hen scharen zich de minder waardigden jn volle vertrouwen en zij voeren hun bevelen uit. Men vindt ze overal in de kleinste meest verstoken dorpen, in de scha mele achterbuurtjes der grootste steden als in de machtigste bedrijven. Ze zijn door God aangesteld als de leiders van grootere en kleinere menschengroepen. Elk hunner werkt, ongeweten schier, in zijn kring en doet goed. Opvoeden, wat een edel werk, wat een verantwoordelijk werk, waar nochtans zoo lichtzinnig over geoordeeld wordt. Maar ook wat ecu lastig werk Hoe vroeger, hoe beter in band gebonden het boomke, in bevelmacht hoe vroeger hoe beter gestand den telg getucht, die den telg acht. Hoe menigmaal hebt ge gemist die ganzen of schapen in 't veld wacht. Maar kinderwachters. wie is 't van at die ze wacht, die ze wel wacht (1) Kinderen wachten, hoeden, opvoeden, dat noemt onze groote dichter G. Gezelle, de kuist der kunsten. Men hoeft echttr niet met den zienerblik van den begenadigden dichter begunstigd te zijn, om deze waarheid in te zien. En al wie ooit met kinderen om- gi ïg, 't zij als ouder, 't zij als onderwijzer, ondervond tiet maar al te wel, wat al modte het kost, om met succes onze kinderen lichamelijk en geestelijk groot te brengen Van waar die moeite? Omdat onze invloed jop de kinderen niet volkomen, ja zou ik 'hiast zeggen, niet te overschatten is. Een f opvoeder is geen bouwm°ester, die een •schepping van zijn fantazie kan omzetten in f werkelijkheid geen metselaar, die een ge- I bouw op te trekken heeft, waarvan hij den stijl en de schikking zelf kan bepalen, en waarvan hij de materialen zelf kan aan brengen. Daar is vooreerst de erfelijkheid, dit zijn de donkere machten die in het kind werk zaam zijn ten goede of ten kwade, de licha melijke, de verstandelijke de zedelijke eigenaardigheden, die een kind van zijn ouders en zijn onmiddelijke voorouders ont ving. Als een kind op de wereld komt, dan is het reeds geprentteekend door zijn natuur lijken aanleg, door zijn erfelijke geschikthe den, door zijn raseigenschappen, zijn ziel is dus niet een blank vel papier, dat de opvoe ding slechts heeft te beschrijven. Elk kind, schreef P. Poirters, heeft een aardje naar zijn vaartje. Zooals de ouderf zongen zoo piepen de jongen, en zoo de moeder is, zoo maakt zij baar kind, gelijk men van grof vlas nooit fijnen draad spint. En zoo komt het eer de opvoeding het kind wil veredelen en verrijken, dat ze dikwijls zou moeten beginnen met heel wat leelijks en slechts er uit te drijven. Zoo alver gelijk een teekenmeester, die een verknoeide tee- kening moet verbeteren, de mislukte lijnen en de onreine smetten moet wegvegen en na veel wroeten dikwijls moet zuchten Och, de krassen zitten er te diep in, de vettige smetten zijn al in de vezelen doorgedron gen Tegen de overerving in, kan de opvoe ding veel, maar niet alles. Dan komt de omgeving, die onzer on danks ook en dikwijls ten kwade haar woordje te zeggen heeft in de opvoeding van onze kinderen. En daarbij denken we vooral aan den huiskrtng en aan de makkersen aan de straat, waarvan de invloed vooral der twee laatste, soms voldoende is om alle po gingen van de opvoeding in den wind te slaan. De opvoeding heeft weinig of geen pak op die arme kinderen die ongelukkig in een omgeving van onwetendheid en verwaar- loozing geboren zijn, of die moeten leven in de moerassen der menscheid Er zijn nog veel andere dingen, die maken dat de invloed van onze opvoedende zorgen beperkt is, en niet het minst onze onwetendheid in opvoedingszaken. We ken nen onze kinderen niet genoeg, hun aanleg, hun krachten, hun bijzondere begaafdheden, de goede hoedanigheden en de fouten in hun aard. Dat maakt dat we niet met zekerheid kunnen bepalen, wat een kind noodig heeft noch hoe we in eik geval tegenover hetzelve moeten optreden. Er wordt tegenwoordig heel wat over die kwesties geschreven en gewreven, ja er bestaat een heele wetenschap over de op voeding, waarover we wel eens in ander artikels zullen spreken. Nu hadden we het alleen over het werk der opvoeding, over de groote kunst van opvoeden en over de moeilijkheid van dit werk tengevolge van de erfelijkheid,de om geving en de onwetendheid in dergelijke zaken. Espera. (Verboden nadruk zonder toelating). 1) G Gezelle, Rymsnoer, Ars Artium. TE POPERÏIVGIIE. Opvolger van S. VANDEN BERGHE, Bertenplaate, 8, (Kleine Markt), - 5» P E tl I X Cï 11 E. Kapitaal 6.000.090 FILIAAL van de VOLKSBANK van LEUVEN. Betrokken bij de A leem eene Bankvereeniging te Antwerpen. Hoofdkantoor Kortrijk, Bijkantooren llrng^e, uernc, llirnuide, beid"'"). Tleenen, i'oppringhe, llncsplar", Thipli, U'evelghpin. Hulpkant.: Aerseeie, Avelghem, Desselghem,Ghistel,Ichteghem. Langemarck, Moorslede, Oost-Roosebeke, Ruysselede, Staden, Wynghene. ALLE BANK- BEURSVERRICHTINGEN. S I» A A k A S 4 Termijnrekeningen van 3.75 tot 5 00 0Zichtrekeningen beschikbaar 3.50 Vlamingstraat, 15, POPERINGHE. Telefoon 36. Mengelwerk van «De Poperinghënaar» 36j ROMAN Hedwig had na eenig nadenken een plan ontworpen, dat zij meende goed uitvoerbaar en 't geschiktst te zijn. Zij stelde Bertram voor, dat zij dadelijk aan Leontines ouders zou schrijven, en hen op het verblijdend be richt bereiden. Zij zou hun melden dat den heer Seeland een gerucht was ter oore geko men, dat zijn gade was gered geworden en in een stad in de nabijheid van de plaats waar de scheepsramp was voorgevalleu ziek lag. Er was dus een zwakke hoop, dat zij nog leefde maar haar ouders moesten aan dit gerucht niet te veel geloof slaan. Voorts zou zij schrijven, dat zij met den heer See- wald naar Italië vertrok, om verdere naspo- ringen te doen zoodra zij iets vernam, zou zij het hun dadelijk mededeelen. Hedwig meende dat het goed zou zijn een gelijkluidend bericht aan de bladen te doen toekomen, die indertijd de zeeramp en hef verongelukken van mevrouw Seewald zoo wijdloopig besproken hadden. En ais Leontine zich daartoe sterk ge noeg gevoelt, aldus ging Hedwig voor, zal ik reeds morgen de reis met haar aanvaar den. We gaan naar Sicilië. Ge volgt ons na een paar dagen, en van daar kunnen we aan Leontines ouders schrijven, dat we de zeker heid hebben gekregen, dat hun dochter is gered geworden en nu ook van haar ziekte hersteld is. Evenwel moogt ge u op Sicilië niet aan Leontine vertoonen dan wanneer ik u daartoe zal roepen zij moet niet beter weten dan dat ik niet haaralleen hiereen ben gereisd. De Hemel zal het ons vergeven, als we een klein leugen verzinnen en in zeke re mate is het ook werkelijk waarheid en aan de dagbladen melden, dat uw echtge- noote ten gevo'ge van den scheepsbrand en den uitgestanen angst niet alleen ziek, maar ook krankzinnig is geworden, zoodat zij tot voor korten tijd geen besef had om iets van zich te doen hooren, en de lieden bij wien zij verpleegd wordt, niets omtrent haar familie en afkomst wisten. Bertram vond dit pian uitmuntend. Na een verblijf van enkele dagen op Sicilië kunnen we terugkeeren, vervolgde Hedwig. En gij Bertram, moet voortaan uw echtgenoote teeder beminnen, want zulk een innige liefde als de hare moet wederliefde wekken. God heeft onze vereeniging niet gewild we waren niet voor elkander be stemd tracht dus met haar gelukkig te zijn en haar gelukkig te maken. En gij, Hedwig, vroeg Bertram treu rig, hoe zult, gij u in uw lot schikken De hemel weet het, antwoordde zij kalm en ernstig. In eik geval zal het geluk mijner dierbaarste vrienden mij eenen groo- ten troost schenken. Laten we over mij geen woord meer spreken. Beiden waren eenige oogenblikken in diep gepeins verzonken hun aandoeningen be- 'etten hen het gesprek voort te zetten. Toen nam Hedwig het woord. Ik beschouw het als een dringend ver- eischte, dat ik zonder uitstel met Leontine vertrek des te eerder kunnen wij haar in de armen harer bedroefde ouders terugvoeren. De kleine Elfriede zal haar wel eenigen tijd Zondag laatst had de Katholieke Kring de groote eer Zijne Exc. Minister Vandevy vere te mogen ontvangen. Het Katholiek Muziek, gevolgd door talrijke Katholieken is den Heer Minister gaan afhalen ten huize van D' Bruisaert, voorzitter van den pro vincieraad van West-Vlaanderen. In den Katho'i ken Kring werd Hij plech'ig en geestdriftig onthaald. De Voorzitter van den Katholieken Kring, Heer Octaaf Vandenberghe, stelde de Heer Minister voor aan de talrijke aanwezigen. Hij schetste in eene kernachtige, beeldrijke lail de groote verdiensten van den Heer Van levyvere. Hij wenscht Hem welkom en bedankt Hem op voorhand om de redevoering die Hij zal houden. Heer Minister Vandevyvere is gelukkig zich te bevinden in eenen kring van goede vrienden, oude studiemakkers en flinke medewerkers. Hij zegt eene boodschapte brengen van ver'r -uwen en van hoop. De oorlog is voorbij. Wij moeten allen samen werken om er het laatste spoor van te doen ver dwijnen en om tot eenen duurzamen vrede te geraken. Hij herinnert aan den Wereld- brief van Z. H. de Paus. Naar Diens woord moeten wij, zonder haat, de vrede betrach ten, vrede met het buitenland, vrede onder de verschillige standen. Heer Minister Vandevyvere zet vervolgens in eene eenvoudige, gemoedelijke taal de houding uiteen die onze tegenwoordige Regeering, waarvan Hij deel uitmaakt, genomen heeft in zake Roerkwestie. Naar zijn oordeel moeten wij nog eenige maanden geduld en vertrouwen hebben, Intusschen zal de Regeering,in zake oorlogs schade stipt hare verbintenissen houden. Onze Regeering wil vrede en herstel. Daarom moeten wij de Regeering steunen. Wat de inwendige politiek van het land betreft, de Katholieken bezitten noch in de Kamer noch in den Senaat de noodige meerderheid om hun gedacht op te dringen. Onze Katholieke gekozenen zullen geen voetbreed achteruitgaan zoo de Godsdienst of het Katholiek onderwijs mochten bedreigd zijn. De Vlaamsche Kamergroep vormt de grootste macht tot het verdedigen der rech ten der Vlamingen. Wat de Vlaamsche Hoogeschool betreft, de Senaat is onmach tig om tot een besluit te komen dat tegen de Vlamingen zou uitdraaien. Hetgeen de Senaat zal stemmen zal ten minste zoo goed zijn als hetgeene uit de Kamer gekomen is. Wat de legerwet betreft, daar ook zullen wij ernstige waarborgen bekomen. Hit grootste gevaar dat ons bedreigt is de verdeeling. Al kunnen wij op sommige punten van gedacht verschillen, er moet tucht genoeg zijn om in gemeen overleg de beste oplossing fe zoeken.De hoogere band, het verdedigen van den Godsdienst, moet alle Katholieken aaneensnoeren, Wij moeten instaan voor de toekomst van ons volk, de opleiding van ons jong geslaeht en het bewaren van het geloof in Vlaanderen. Door macht, inrichtingen beslistheid zul len wij tot de zegepraal geraken. De prachtige rede van den Heer Minister werd herhaaldelijk door goedkeurend hand geklap onderbroken. Harteiijken dank aan den Katholieken Vlaming den Heer Minister Vandevyvere. kunnen ontberen en spcedig hersteld zijn. De toebereidselen voor de reis werden in stilte gemaakt, en de grootste voorzichtig heid werd in acht genomen. De dienstboden vernamen alleen dat juffrouw Werner plot seling ziek geworden was en Peule Kroon haar ter verpleging naar een andere plaats zou brengen, Alleen juffrouw Vogel, de huishoudster, was in het geheim ingewijd. XXXIV De ernstige moedige en rechtschapen Hedwig voerde haar plan met de meeste kor daatheid uit. Zij had groot'moeite gehad, Leontine tot de reis te bewegen, daar deze na het ongeval haar kind niet wilde verlaten, maar eindelijk was het haar door haar groo te overredingskracht toch gelukt, Toen zij op Sicilië waren aangekomen en Leontine na een verblijf van een paar dagen volkomen was uitgerust, wilde Hed wig volstrekt dat haar vriendin de haar mis vormende vermomming zou afleggen. Hoe ernstig zij ook gestemd was, moest zij toch lachen, toen zij Leontine het valsche zwarte haar van het hoafd nam, en de goudkleurige lokken te voorschijn kwamen, en zij beknor de haar vriendin niet weinig terwijl zij bezig was de verf van haar gelaat te wasschen, wat in weerwil van het middel, dat de heer Deville haar gegeven had, geen gemakke lijk werk was evenmin als het verwijderen van de zwarte vlek aan de kin en andere kunstmiddeltjes die gediend hadden om de vermomming volkomen te maken. Toen zij hiermede gereed was, trok zij Leontine met zich naar een spiegel en deze ontroerde hevig zoodra zij zichzelve in haar In de laatste zitting der Scheidsrechter lijke Kommissies werd de schade op lcn A u- gusti 1914, als volgt vastgesteld voor de hiernavermelde geteisterden YPER. Van Assche Jeati 2.941.50 Noorenberghe Louis 589.50 Houwen Louise 4.480 Dolle Théodore 12.108 W' Laconte 3.882.50 Wc Liliere Petrus 9 943 Baesen Cyrille Einile 8 381 Woussen Jules Arthur 11.305 Huyghebaeit Marie "2.882.50 Waselynck Eulalie Emilie 2.320 LyndeAchille 10.330 W" Berlamont 33.730 Lanoo Albertus 9.185 ZILLEBEKE. Lewyllie Arthur 7.215.50 POPERINGHE. Godderis Richard 7.520 Viaene Hllaire 2.560 ludevuyst Louise We Gerber 3.419.55 Dequydt Debyser 1.518 REN1NGHELST. Verhaeghe Auguste 18.990 Vanpoullie We 9.170 Recope Sidonie Lagache Blanche 18.202 Taillieu Eugeen Achille 7.836 Verstraete Achille 1.349.75 Vancayseele Henri 9.480 KEMMEL. Temperman 11.652.50 Benoit Oreel 5.401.16 We Lippinois 21.186.66 Gekiere Foutren We 2.516.66 STADEN. Catry Plaetevoet Benjamin 2.140 Vanlerberghe Soenen Oscar 11.530 Bossuyt Depauw Félix 13.785 Ouvrein Alois Wc en kinders 8.100 Terryn Caura Théophile 6.020 Lowie Lefevere Henri 2 140 Deleu Gesquiere Victor 12.100 In feite mogen wij zeggen dat de economi sche oorlog tusschen Belgie en Frankrijk eenerzijds en Duitschland anderzijds is uitge broken. De Duitsche regeering staan slechts twee middelen ten dienste om dezen strijd te voeren. Het eerste middel is van Duitsch land te voorzien van kolen zonder deze van het Roergebied en het tweede om door allerlei middelen, zooals staking, sabotage enz dat gebied voor Belgie en Frankrijk van nul en geener waarde te maken. Kan Duitschland voort zonder de Roerko len Door afscheiding van het Roergebied is Duitschland beroofd van de drie vierden van zijne opbrengst in kolen. Uit de cijfers over het kolenverbruik in Duitschland, over den in- en uitvoer, over het verbruik inde bezette streek kan men klaar opmaken dat er in Duitschland een tekort aan kolen zal ontstaan. Voor Duitschland is er maar een weg om in dit tekort te voorzien, en dat is de invoer. Er is ook maar één markt waar de Duitschers kunnen koopen, en dat is Engeland. De groote vraag is nu, kan Duitschland, gezien zijnen finantieelen toestand, uit Enge land kolen invoeren? De Fransche politiek vindt van neen en ziet daarin een der groote redens waarom de Duitsch zal toegeven. Het is echter volstrekt niet zeker dat dit zal gebeuren Kan Duitschland, dat zijnemaandelijksche stortingen stopgezet heeft, dit geld niet aan Engelsche kolen besteden? En mocht dit niet gaan dan is er nog een weghet moratorium. Het zijn de Engelsche handelskringen die het moratorium voorgesteld hebben. Wat zou hen beletten dit tegenover Duitschland uit te voeren De Duitsch is een erge vijand. Ook de economische oorlog heeft zijne verrassingen. Het is steeds gevaarlijk de kracht van eenen vijand te onderschatten, Die kolenhistorje heeft ook haren weerslag op de Belgische nijverheid. De Belgische nijverheid heeft ook kolen noodig uit het Roergebied. Welnu in de eerste maand der bezetting kwam ei in Belgie 108 duizend ton kolen min dan de vorige maand als de Roer niet bezet was. Die toestand dreigt het stopzetten van enkele nijverheden en het uitdooven van smeltovens voor gevolg te hebben. De Bel gische n ij veraars vragen nu reeds aan de Belgische mijnwerkers langer dan acht uren te werken. Deze die de Roerbezetting goedkeuren kunnen gelijk hebben, maar na een maand bezetting kunnen daarvoor nog geene prijzen uitgedeeld worden. Generaal Degoutte, die baas speelt in de Roer, is ook van dat gedacht als hij zegt Ik ben reeds zeer tevreden over de bereikte oorspronkelijke kleur en als de vroegere Leontine Seewald wederzag. In weerwil van haar smartelijk lijden, haar moeitevolle dagen en slapelooze nach ten, zag zij er zoo jong en bekoorlijk uit dat Hedwig er over verbaasd was. De glinster en de lokken kort als die van haar kind, ver leenden aan haar lief gelaat iets kinderlijks en onschuldigs. Ik kan waarlijk niet begrijpen, Leonti ne hoe ge er toe hebt kunnen besluiten u zoo te mismaken, zei Hedwig. Van schaamte blozend, verborg Leontine haar gelaat aan de borst der trouwe vrien- r din. Toen Hedwig haar met bijzondere zorg vuldigheid kleedde en een paar rozen in het haar stak, zag zij haar vriendin verwonderd aan. Hedwig gaf haar een harteiijken kus blik te haar ernstig in het gelaat en sprak Ge zult het eindelijk beseffen hoe in nig gij bemind zijt geweest ik moet u na melijk mededeelen dat iemand u verwacht en wenscht te sprekeu. Wie kan dat zijn vroeg Leontine met bevende stem. Lieve Hedwig, zeg mij wie is het Iemand die u bemint, Leontine die u misschien vroeger niet zoo innig heeft liefge had als ge verdiendet, wien ge nu echter dierbaar zijt en dan ook de teederste liefde moet betoonen, omdat ge hem zoo diep hebt bedroefd. O, dan is het Bertram riep Leontine. Ach ik durf het niet wagen hem onder de oogen te komen. Lieve Hedwig blijf bij me I Ik ben zoo ontroeid. Ik zal bij u biijvei antwoordde Hed- ;rs.ïpmsc-j* VY'TT s Onze leze: weten reeds dat men in Egypte opgravingen gedaan heeft en het graf van een koning ontdekt, die nu 3000 jaar geleden over Egyptenland regeerde. Onze zichten en den uit leg geven een klein gedacht van de weelde en den rijkdom en de beschaving van dien tijd, aan het hof van Egypte. In deze kamer staan twee zwarte standbeelden, en verscheidene kisten of koffers. De rieten zetels zijn door den ouderdom Jvan 3000 jaar, in pulver gevallen. Het gelijkt, langs den muur, op een ovenbuur van een hofstee. Daar staat een leeuw met een grooten krulstaart een uitgerekt lijf en pooten. Dit houten figuur hield de wacht voor het praalbed. De kisten zijn met goud en edelgesteenten be slegen. Op den muur ziet men een grauwe vierkante plek, dit is voorzeker de toegemetste deur naar de laatste kamer waar het gebalsemde lijk van Toe tankamen zal berusten. Men denkt nog een jaar te wachten, vooraleer bij den doode in te treden, daar men zoo machtig veel kunstvoorwerpen te bergen en scheikundig te bewerken heeft, opdat zij niet zouden in pul ver vallen. fs&ut ..TL 1 PC* N y - d -.«t i» - vvf'L -*\ -■ ':V vier stuks, die met zalf ge vuld waren. De zalf is er nog in, en zal ontleed worden, om onze geleerden aan te toonen hoever Egypte het daarmede gebracht had. reeds wagens met Men had dus 3000 jaar geleden vier wielen. Rechts ziet men weer twee parade-leeuwen of tijgers en een groote hoop stoelen en bankjes. In den ver sten hoek staat een zeer kostbare kist met de klee deren van den Pharaoen in den dichtsten hoek liggen een hoop brooden, voor zijne spijs op de reis naar de onderwereld. uit den hoek. Op den arm der Egyptische vrouw licht geweven linnen goed van merk waardige fijnheid.Deze vondsten zullen eeuwig vermaard blijven in de geschiedenis. uitslagen. Wat echter de einduitslag betref-t, die zal misschien moeilijk te bereiken zijn, maar ik heb toch goede hoop: twijfel is niet toegelaten I Dat is zoo danig geestdriftig niet en ten slotte op den einduitslag komt het alleen aan, en op iets anders. Belgie heeft als bezettingstroepen in Duitschland 875 officieren en 18425 soldaten die 4550 paarden gebruiken. Elke soldaat kost dageiijks 14 frank. Er is in de begroo ting eene som voorzien van 102 millioen 850 duizend frank. Er is daarbij nog eene som van 850 duizend frank voorzien die bestemd is voor de uitgaven van de geallieerde com missie van toezicht. Eere aan wien eere toekomt. Minister Devèze heeft een wetsontwerp ingediend waarbij de afschaffing voorzien wordt van militaire tuchthuizen, onder het volk beter gekend onder den naam van «correctie». Zij zullen vervangen worden door gewone gevangenissen. Deze daad verdient allen lof. Ook de hervorming van de militaire ge vangenissen in de kazernen dringt zich op. Drie opeenvolgende Dinsdagen werden ter Kamer besteed aan eene ondervraging over de Schoolpolitiek. Die ondervragingen werden ingezet door M. Huysmans. Wie de Kamerverslagen leest is waarlijk geneigd zich de vraag te stellenGaan wij naar eenen nieuwen schooloorlog? Moest men daarmede beginnen dan zou vooreerst de regeeringscrisis geopend zijn. Daarbij zou ons land, dat reeds zooveel in wendige twisten kent, een nieuwe tijd van onrusten ramp opgaan. Voorzeker zal het zoover niet komen. Men verwijt de Regeering het officieel onderwijs te verwaarloozen ten voordeele van het vrije onderwijs. De laatste Ministers van Kunsten en We tenschappen waren geene katholieken. Hoe wig. En, Leontine, blik me in 't gelaat en zie of de minste zweem van ijverzucht er uit spreekt. Ik werd vroeger het meest door Bertram bemind thans echter bemint hij u, omdat uw opofferende liefde en voorbeelde- looze standvastigheid hem diep getroffen hebben. Kom mede, ik zal u hem in de ar men voeren. Zij voegde het woord bij de daad, opende eene z'jdeur en wees de verbaasde en be schroomde Leontine op haar echtgenoot, die naar haar toeijlde en haar teeder omhelsde. Vportaan zal niets ons scheiden, zei Hedwig aangedaan en met lieflijk klinkende stem, en zal de trouwste liefde u verbin ien. Zij verliet de kamer en deed de deur achter zich toe. 't Verwekte groot opzien, toen Bertram Seewald met zijn jonge gade in hun geboor- plaats terugkwam. Er werd veel over ge praat, maar men moest zich met het door Hedwig Kroon uitgedachte verhaal verge noegen. Alleen met betrekking tot de plaats, waar de zoo wonderlijk geredde was terug gevonden, weken de opgaven van de praat zieke lieden van elkander afeenigen noem- der als zoodanig Italië, anderen China, de afrikaansche kust, ja zelfs Zuid-Ainerika. Leontine kwam weinig in groote gezel schappen haar zwakke gezondheid was een voldoende reden voor die teruggetrokken heid. Waar zij echter kwam, werd de lieve verschijning met genegenheid ontvangen, en niet de minste onbetamelijke aanmerking, geen enkel spottend gebaar bracht haar ooit in verlegenheid. Hoe oneindig gelukkig gevoelde Leontine zouden die het vrije onderwijs meer bevoor- deeligen dan het officieele De katholieken vragen dit ook niet. De katholieken hebben hun vrij onderwijs en houden eraan dat het werkelijk «vrij» weze. Zij aanveerden naast de staatsondersteuning het staatstoezicht. Die staatstoelagen ver lichten in hooge mate de lasten van den staat, gezien de katholieken zich nog groote opofferingen getroosten ten voordeele van hunne scholen. Vrij en officieel onderwijs dienen evenzeer gesteund, aangemoedigd en verbeterd te worden. Al het geld besteed aan onderwijs brengt grooten intrest op gezien het bij draagt tot de verstandelijke en zedelijke verbetering van onze jeugd, van ons volk. Mochten onze vijanden dit inzien en van allen schooloorlog afzien, zooniet zullen zij al de katholieken, als een man, op hunnen weg ontmoeten. Het dagelijksch rantsoen van onze solda ten bestaat uit 600 gr. brood, 300 gr. vleesch, 15 gr. koffie, 5 gr. bitter, 25 gr. reuzel, 25 gr. rijst, boonen of erwten, 1/4 gr. peper en 20 gr. zout. De korpsoversten regelen het rantsoen aardappelen naar believen. De intendantie-diensten leveren die eet waren kosteloos aan de troepkeukens. Daarbij krijgt iedere keuken eene dage- lijksche vaste vergoeding om de noodige kruiderijen te koopen ten einde het eten te verbeteren en af te wisselen. De nieuwe halve frankskens zijn geslagen uit plaatjes van zuiver nickel. Zij wegen 2 gram en half en hebben eene middellijn van 18 milim. Op de voorzijde ziet men eene verbeel ding van het zegevierend gekwetste Belgie met het opschrift België Op de keerzijde is een caduceus, waarrond Goed voor 50 centiem en het jaartal. Sedert de bezetting van de Roer worden zich, toen zij haar ouders wederzag. De blijdschap van ouders en kind is niet te be schrijven. Zij was voor haarvader en moe der in werkelijkheid een uit den dood herre- zene en werd evenals in de dagen harer jeugd weer vormelijk vergood. Nooit vergat zij den dag toen zij, in Hed- wigs kamer komende, het geschenk van haar vader, de noodlottige roode sjaal, zag, vvaardoor zij Hedwig het leven had willen redden, terwijl zij zich zelve aan den dood had gewijd. Weldra vertrokken de echtelieden naar Windischkrona, waar niemand in de schoone blonde vrouw de donkerkleurige,ernstige en arme naaister vermoedde, die reeds vroeger in 't huis had verkeerd. Bertram had de huishoudster en de kindermeid, met wie Leontine dikwijls in aanraking was geweest, met een aanzienlijke vergoeding uit zijn dienst ontslagen, om zijn gade zooveel mo gelijk elke herinnering aan haar vorig leven op Windischkrona te besparen. Leontine dacht nog vaak met liefde aan haar, doch gevoelde geen verlangen haar weder te zien, Na verloop van korten tijd hoorde men niet meer spreken over haar wonderlijke redding en terugkomst, en een nieuw, ge lukkig leven begon voor haar en haar echt genoot. Bertram gevoelde zich van dag tot dag meer tot haar aangetrokken, en de kleine Elfriede, die schoon en lieftallig opgroeide, was een innige band tusschen hen beiden. Zij hadden plechtig met elkander afgespro ken, nimmer over het verleden te spreken en zoo weinig mogelijk er aan te denken. Leontine beschouwde haar vreemde en onoverdachte handelwijze als een soort van talrijke zendingen nieuwsbladen uit Belgie naaronzetroepen opgezonden.De zendingen moeten gestuurd zijn naar het persoonlijk adres van de militairen en zij mogen portvrij verzonden worden. Het publiek wordt verzocht deze nieuws bladen aan het winket van het postkantoor af te geven. Belgie is aan Engeland niets ineer schul dig. Het heeft echter aan Engeland eene leeniag gedaan van 9 millioen pond voor de herstelling en den wederopbouw in ons land. De interest daarvan werd met gereed geld betaald. Tijdens de bespreking over de legerwet deed Volksvertegenwoordiger De Greve de volgende verklaring Als christene demokraten staan wij tegen over alle leger. Wanneer het leger noodza kelijk is, dan is het dat sommige menschen niet volgens onze christene beginselen leven. Aan de andere zijde zijn de werklieden, die ik hier vertegenwoordig, de eerste slachtof fers van den legerdienst. Dat is des te erger daar in alle landen het volk nog altijd be stuurd wordt door eenige menschen, name lijk de diplomaten. Het zijn nog immereenige groote kapitalisten die beschikken over het lot van het volk. Wij moeten daarom den weg op der ont wapening. Door meer liefde moeten wij tot vrede komen. Ik betreur dat men bij het betrachten van den internationalen vrede, den Paus, het hoofd der Kerk daarbuiten heeft gehouden. Welnu, de christene arbeiders hebben den vrede in hun programma opgenomen, en wij vragen ons af of dat programma niet kan verwezend ijkt worden zonder ons vaderland te benadeelen, Doch hoe kan iets verwezentlijkt wor den wanneer men elkander niet vijandelijke oogen beloert Daarvan nemen wij de ver antwoordelijkheid niet op. Wij nemen dus het ontwsrp van den mi nister aan als een noodgedwongen iets. waanzinnigheid. Zij schaamde er zich voor en had haar echtgenoot met tranen in de oogen gebeden, er hun kind nimmer een woord van te zeggen. Lachend had hij ge antwoord, dat die geschiedenis geheel onder de bloemen van zijn nieuw, gelukkig leven begraven was. En alzoo was Leontine einde lijk werkelijk zoo gelukkig geworden als zij zich in de eerste dagen na haar huwelijk had verbeeld te zijn. Ook Hedwig werd nog gelukkig, want haar oude aanbidder en trouwe vriend Hugo Bonen had zoolang om haar hand aanzoek gedaan en zoo vaak blijken van vurige en onveranderlijke liefde gegeven, dat zij ten laatste een innige genegenheid voor hem opvatte, die door den lateren meer vertrou- welijken omgang met den edelen jongeling steeds toenam, zoodat zij hem weldra uit ware liefde haar hand kon reiken. Mijnheer en mevrouw Harders hadden in den beginne veel moeite gehad om haar te bewegen, Hugo Boden niet af te wijzen, daar zij toch niet ongehuwd kon blijven, en Hugo de voorbeeldigste echtgenoot zou zijn maar in latere jaren dankte zij hen voor hun goeden raad, want haar huwelijk was gezegend, en zij en haar echtgenoot gevoelden de trouw ste en innigste gehechtheid voor elkander. Zij was zoo gelukkig als zij het verdiende te zijn. Finde. Anti-rhumatische wol aan 4 fr. 50 het pal* Gasthuisstraat, 15, POPERINGHE.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1923 | | pagina 1