HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCENBLAD
Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken.
BARK UGQR HEL üiJUEiEID 1.1
Apotheek Frans Van de Plas
15 Centiemen.
lïijnisier Vandevyvere
Abonnernentprijs
Sansen Van neste
Zondag- 25n Februari 1923.
20 Jaar. Nr 8
Van groote denkers.
Over Opvoeding.
HET GEHElfli HUWELIJK
Leest en verspreidt de Poperinghenaar
Oorlogsschade.
P o lit lek O ver zich t.
De kolen- en de Roerbezetting
DE ONTDEKKINGEN
?T«5.
LOEKSOR.
Dit is de Parade kamer in het graf van den
Egyptischen koning Toetankamen.
m
nM
Ti
Dit zijn Albastervazen
Dit is de
van
den koning.
wagen
Dit is een standbeeld
Bezettingstroepen.
Een menschiievende daad.
De ondervraging over Schoolpolitiek.
Het dagelijksch rantsoen.
De nieuwe halve frankskens.
Nieuwsbladen.
Belgie en Engeland.
De legerwet en de christene arbeiders.
Poll de Bretagne,
per Jaar
In Stad fr. 6.50
In Belgie 8.00
Buitenland 13.00
Uitgever
Drukkerij,
Papierhandel,
15, Gasthuisstraat,
POPERiKGHE
Telefoon nr 9.
Postcheokrekening
nr 15570
PHEJS
BERICHTEN,
VERKOOPiHGEN,
Eene inlassching
o.6o ctn per regel.
2 inl o 5o et»
3 inl o 45 ct°
VONNISSEN,
1 5o fr per regel.
RQUWBERICHTEN,
5 fr. voor 10 reg
Herhaalde Annoncen
prijzen op a&nvraag
Ai.le annoncen zijn
vooraf te betalen
en moeten voor den
Vrijdag inqezonden
worden. Kleine
berichten tegen
den Vrijdag noen.
PWTRINGHENAAJ
De waarde van den mensch.
Een mensch is waard wat zijn liefde waard is.
Die zich bukt naar de wulpschheid, verlaagt
zich, daalt af naar de dierlijkheid.
Die bemint wat op zijne hoogte is, 't zij zich
zelf 't zij een ander, maar met de overwegende
bekommernis persoonlijk nut te trekken uit zijn
daad, is een gemeene zelfzuchtige. Hij verdient
noch dank noch achting.
Hij alleen die stijgt tot boven het peil van
eigen belang om zich toe te wijden en desnoods
zich te offeren voor andermans welzijn, verheft
zich zedelijk, adelt zijn persoonlijkheid en oogst
vroeg of laat de echte genegenheid, den eerbied
en de erkentelijkheid van zijn evenmensch.
Kardinaal MERGER.
Zoodra ons een kind geboren wordt, dan
duikt uit de diepte van ons gemoed de illusie
op, om het kind te zien opgroeien tot een
krachtig en gezond mensch, maar ook tot
een verstandig en bekwaam mensch, en bo
venal, ja bovenaltot een karaktervol goed
en deugdzaam mensch.
En stil koesteren we de hoop, dat dit kind
later, als het groot geworden zal zijn, een
goed figuur zal maken op het veelbewogen
wereldtooneel, waar iedereen zijn gewichtig-
heidje Iaat gelden en ieder scharrelt om op
het beste plaatsje te komen.
Doch om onze kinderen tot zoover te
brengen, is meer dan een illusie noodig,
die geraken zoo gemakkelijk verteerd in de
beslommeringen van het practische leven
geld noch moeite mogen worden gespaard,
om die kinderen een welverzorgde opvoeding
te verschaffen. Een degelijke opvoeding is
ten andere het beste, wat we onze kinderen,
kunnen achterlaten. Want als vaderen moe
der er niet meer zullen zijn, dan zullen de
kinderen van die goede opvoeding, blijven
genieten, en de nagedachtenis van hun
ouders alleen om die goede opvoeding blij
ven in eere houden.
Doch er wordt zooveel over opvoeding ge
praat, zonder den inhoud van dit woord te
begrijpen.
Dikwijls verstaat men soms de opvoe
ding uitsluitend in den zin van wellevend
heid, van uiterlijke voornaamheidzoo zal
men zeggen van een mensch die beleefd is
een welopgevoed man, un homme éduqué.
Het woord opvoedenheeft een veel
breeder beteekenis. Het beteekent leiden,
opleiden, trekken uit den zwakken toestand
waarin het kind zich bij zijn geboorte be
vindt, om het te brengen tot bet hooger einde
waarvoor het geschapen is.
Opvoeden, dat is bereiden tot het latere le
ven, tot het degelijke en harmonische leven,
tot het groote ware leven van nu en van
eeuwig.
Opvoeden, dat is de verzorgende, leidende
en vormende inwerking van volgroeide
menschen op de ontwikkeling van de aan
komende menschen, om hun deelachtig te
maken aan de cultuurgoederen, waarop de
levensgemeenschap berust.
Opvoeden, dat is Christus vormen in de
zielen, anderen leeren God beminnen en den
evennaaste gelijk hemzelf om God.
Opvoeden, dat is de krachten van de kin
deren en hun bijzondere begaafdheden hel
pen ontplooien, gelijk de zon door haar
warmte een rozenbot doet opengaan.
Opvoeden dat is onze kinderen opleiden
tot ware persoonlijkheden, tot menschen die
zichzelf zijn, die op eigen handje denken en
oordeeien durven en wilskracht genoeg be
zitten om te handelen naar hun eigen innig
ste overtuiging, zonder zich te bekommeren
om hetgeen anderen doen of zeggen. Want
in het werkelijke leven komt het er minder
op aan met een heele boel kennis in zijn
hoofd rond te loopen, dan wel een persoon
lijkheid te zijn. Kijk om u heen, wie er zich
gelden laat. De gansche maatschappij steunt
en berust op persoonlijkheden. Zij alleen zijn
haar steunpilaren. Zonder hen wordt het
leven een onmogelijkheid, een ongeordend
spelletje. Om hen scharen zich de minder
waardigden jn volle vertrouwen en zij voeren
hun bevelen uit. Men vindt ze overal in de
kleinste meest verstoken dorpen, in de scha
mele achterbuurtjes der grootste steden als
in de machtigste bedrijven. Ze zijn door God
aangesteld als de leiders van grootere en
kleinere menschengroepen. Elk hunner
werkt, ongeweten schier, in zijn kring en
doet goed.
Opvoeden, wat een edel werk, wat een
verantwoordelijk werk, waar nochtans zoo
lichtzinnig over geoordeeld wordt. Maar ook
wat ecu lastig werk
Hoe vroeger, hoe beter in band
gebonden het boomke, in
bevelmacht
hoe vroeger hoe beter gestand
den telg getucht, die
den telg acht.
Hoe menigmaal hebt ge gemist
die ganzen of schapen
in 't veld wacht.
Maar kinderwachters. wie is 't
van at die ze wacht, die
ze wel wacht (1)
Kinderen wachten, hoeden, opvoeden, dat
noemt onze groote dichter G. Gezelle, de
kuist der kunsten. Men hoeft echttr niet
met den zienerblik van den begenadigden
dichter begunstigd te zijn, om deze waarheid
in te zien. En al wie ooit met kinderen om-
gi ïg, 't zij als ouder, 't zij als onderwijzer,
ondervond tiet maar al te wel, wat al modte
het kost, om met succes onze kinderen
lichamelijk en geestelijk groot te brengen
Van waar die moeite? Omdat onze invloed
jop de kinderen niet volkomen, ja zou ik
'hiast zeggen, niet te overschatten is. Een
f opvoeder is geen bouwm°ester, die een
•schepping van zijn fantazie kan omzetten in
f werkelijkheid geen metselaar, die een ge-
I bouw op te trekken heeft, waarvan hij den
stijl en de schikking zelf kan bepalen, en
waarvan hij de materialen zelf kan aan
brengen.
Daar is vooreerst de erfelijkheid, dit zijn
de donkere machten die in het kind werk
zaam zijn ten goede of ten kwade, de licha
melijke, de verstandelijke de zedelijke
eigenaardigheden, die een kind van zijn
ouders en zijn onmiddelijke voorouders ont
ving. Als een kind op de wereld komt, dan is
het reeds geprentteekend door zijn natuur
lijken aanleg, door zijn erfelijke geschikthe
den, door zijn raseigenschappen, zijn ziel is
dus niet een blank vel papier, dat de opvoe
ding slechts heeft te beschrijven. Elk kind,
schreef P. Poirters,
heeft een aardje
naar zijn vaartje.
Zooals de ouderf zongen
zoo piepen de jongen,
en zoo de moeder is, zoo maakt zij baar kind,
gelijk men van grof vlas nooit fijnen draad spint.
En zoo komt het eer de opvoeding het kind
wil veredelen en verrijken, dat ze dikwijls
zou moeten beginnen met heel wat leelijks
en slechts er uit te drijven. Zoo alver gelijk
een teekenmeester, die een verknoeide tee-
kening moet verbeteren, de mislukte lijnen
en de onreine smetten moet wegvegen en na
veel wroeten dikwijls moet zuchten Och,
de krassen zitten er te diep in, de vettige
smetten zijn al in de vezelen doorgedron
gen Tegen de overerving in, kan de opvoe
ding veel, maar niet alles.
Dan komt de omgeving, die onzer on
danks ook en dikwijls ten kwade haar
woordje te zeggen heeft in de opvoeding van
onze kinderen. En daarbij denken we vooral
aan den huiskrtng en aan de makkersen aan
de straat, waarvan de invloed vooral der
twee laatste, soms voldoende is om alle po
gingen van de opvoeding in den wind te
slaan. De opvoeding heeft weinig of geen
pak op die arme kinderen die ongelukkig in
een omgeving van onwetendheid en verwaar-
loozing geboren zijn, of die moeten leven in
de moerassen der menscheid
Er zijn nog veel andere dingen, die
maken dat de invloed van onze opvoedende
zorgen beperkt is, en niet het minst onze
onwetendheid in opvoedingszaken. We ken
nen onze kinderen niet genoeg, hun aanleg,
hun krachten, hun bijzondere begaafdheden,
de goede hoedanigheden en de fouten in hun
aard. Dat maakt dat we niet met zekerheid
kunnen bepalen, wat een kind noodig heeft
noch hoe we in eik geval tegenover hetzelve
moeten optreden.
Er wordt tegenwoordig heel wat over die
kwesties geschreven en gewreven, ja er
bestaat een heele wetenschap over de op
voeding, waarover we wel eens in ander
artikels zullen spreken.
Nu hadden we het alleen over het werk
der opvoeding, over de groote kunst van
opvoeden en over de moeilijkheid van dit
werk tengevolge van de erfelijkheid,de om
geving en de onwetendheid in dergelijke
zaken. Espera.
(Verboden nadruk zonder toelating).
1) G Gezelle, Rymsnoer, Ars Artium.
TE POPERÏIVGIIE.
Opvolger van S. VANDEN BERGHE,
Bertenplaate, 8, (Kleine Markt),
- 5» P E tl I X Cï 11 E.
Kapitaal 6.000.090
FILIAAL van de VOLKSBANK van LEUVEN.
Betrokken bij de A leem eene Bankvereeniging te Antwerpen.
Hoofdkantoor Kortrijk,
Bijkantooren llrng^e, uernc, llirnuide, beid"'"). Tleenen,
i'oppringhe, llncsplar", Thipli, U'evelghpin.
Hulpkant.: Aerseeie, Avelghem, Desselghem,Ghistel,Ichteghem. Langemarck,
Moorslede, Oost-Roosebeke, Ruysselede, Staden, Wynghene.
ALLE BANK- BEURSVERRICHTINGEN.
S I» A A k A S 4
Termijnrekeningen van 3.75 tot 5 00 0Zichtrekeningen beschikbaar 3.50
Vlamingstraat, 15, POPERINGHE. Telefoon 36.
Mengelwerk van «De Poperinghënaar» 36j
ROMAN
Hedwig had na eenig nadenken een plan
ontworpen, dat zij meende goed uitvoerbaar
en 't geschiktst te zijn. Zij stelde Bertram
voor, dat zij dadelijk aan Leontines ouders
zou schrijven, en hen op het verblijdend be
richt bereiden. Zij zou hun melden dat den
heer Seeland een gerucht was ter oore geko
men, dat zijn gade was gered geworden en
in een stad in de nabijheid van de plaats
waar de scheepsramp was voorgevalleu ziek
lag. Er was dus een zwakke hoop, dat zij
nog leefde maar haar ouders moesten aan
dit gerucht niet te veel geloof slaan. Voorts
zou zij schrijven, dat zij met den heer See-
wald naar Italië vertrok, om verdere naspo-
ringen te doen zoodra zij iets vernam, zou
zij het hun dadelijk mededeelen.
Hedwig meende dat het goed zou zijn een
gelijkluidend bericht aan de bladen te doen
toekomen, die indertijd de zeeramp en hef
verongelukken van mevrouw Seewald zoo
wijdloopig besproken hadden.
En ais Leontine zich daartoe sterk ge
noeg gevoelt, aldus ging Hedwig voor, zal
ik reeds morgen de reis met haar aanvaar
den. We gaan naar Sicilië. Ge volgt ons na
een paar dagen, en van daar kunnen we aan
Leontines ouders schrijven, dat we de zeker
heid hebben gekregen, dat hun dochter is
gered geworden en nu ook van haar ziekte
hersteld is. Evenwel moogt ge u op Sicilië
niet aan Leontine vertoonen dan wanneer
ik u daartoe zal roepen zij moet niet beter
weten dan dat ik niet haaralleen hiereen ben
gereisd. De Hemel zal het ons vergeven, als
we een klein leugen verzinnen en in zeke
re mate is het ook werkelijk waarheid en
aan de dagbladen melden, dat uw echtge-
noote ten gevo'ge van den scheepsbrand en
den uitgestanen angst niet alleen ziek, maar
ook krankzinnig is geworden, zoodat zij tot
voor korten tijd geen besef had om iets van
zich te doen hooren, en de lieden bij wien zij
verpleegd wordt, niets omtrent haar familie
en afkomst wisten.
Bertram vond dit pian uitmuntend.
Na een verblijf van enkele dagen op
Sicilië kunnen we terugkeeren, vervolgde
Hedwig. En gij Bertram, moet voortaan uw
echtgenoote teeder beminnen, want zulk een
innige liefde als de hare moet wederliefde
wekken. God heeft onze vereeniging niet
gewild we waren niet voor elkander be
stemd tracht dus met haar gelukkig te zijn
en haar gelukkig te maken.
En gij, Hedwig, vroeg Bertram treu
rig, hoe zult, gij u in uw lot schikken
De hemel weet het, antwoordde zij
kalm en ernstig. In eik geval zal het geluk
mijner dierbaarste vrienden mij eenen groo-
ten troost schenken. Laten we over mij geen
woord meer spreken.
Beiden waren eenige oogenblikken in diep
gepeins verzonken hun aandoeningen be-
'etten hen het gesprek voort te zetten.
Toen nam Hedwig het woord.
Ik beschouw het als een dringend ver-
eischte, dat ik zonder uitstel met Leontine
vertrek des te eerder kunnen wij haar in de
armen harer bedroefde ouders terugvoeren.
De kleine Elfriede zal haar wel eenigen tijd
Zondag laatst had de Katholieke Kring
de groote eer Zijne Exc. Minister Vandevy
vere te mogen ontvangen. Het Katholiek
Muziek, gevolgd door talrijke Katholieken
is den Heer Minister gaan afhalen ten huize
van D' Bruisaert, voorzitter van den pro
vincieraad van West-Vlaanderen.
In den Katho'i ken Kring werd Hij plech'ig
en geestdriftig onthaald.
De Voorzitter van den Katholieken Kring,
Heer Octaaf Vandenberghe, stelde de Heer
Minister voor aan de talrijke aanwezigen.
Hij schetste in eene kernachtige, beeldrijke
lail de groote verdiensten van den Heer
Van levyvere.
Hij wenscht Hem welkom en bedankt
Hem op voorhand om de redevoering die
Hij zal houden.
Heer Minister Vandevyvere is gelukkig
zich te bevinden in eenen kring van goede
vrienden, oude studiemakkers en flinke
medewerkers.
Hij zegt eene boodschapte brengen van
ver'r -uwen en van hoop. De oorlog is
voorbij. Wij moeten allen samen werken
om er het laatste spoor van te doen ver
dwijnen en om tot eenen duurzamen vrede
te geraken. Hij herinnert aan den Wereld-
brief van Z. H. de Paus. Naar Diens woord
moeten wij, zonder haat, de vrede betrach
ten, vrede met het buitenland, vrede onder
de verschillige standen.
Heer Minister Vandevyvere zet vervolgens
in eene eenvoudige, gemoedelijke taal de
houding uiteen die onze tegenwoordige
Regeering, waarvan Hij deel uitmaakt,
genomen heeft in zake Roerkwestie.
Naar zijn oordeel moeten wij nog eenige
maanden geduld en vertrouwen hebben,
Intusschen zal de Regeering,in zake oorlogs
schade stipt hare verbintenissen houden.
Onze Regeering wil vrede en herstel.
Daarom moeten wij de Regeering steunen.
Wat de inwendige politiek van het land
betreft, de Katholieken bezitten noch in de
Kamer noch in den Senaat de noodige
meerderheid om hun gedacht op te dringen.
Onze Katholieke gekozenen zullen geen
voetbreed achteruitgaan zoo de Godsdienst
of het Katholiek onderwijs mochten bedreigd
zijn.
De Vlaamsche Kamergroep vormt de
grootste macht tot het verdedigen der rech
ten der Vlamingen. Wat de Vlaamsche
Hoogeschool betreft, de Senaat is onmach
tig om tot een besluit te komen dat tegen de
Vlamingen zou uitdraaien.
Hetgeen de Senaat zal stemmen zal ten
minste zoo goed zijn als hetgeene uit de
Kamer gekomen is.
Wat de legerwet betreft, daar ook zullen
wij ernstige waarborgen bekomen.
Hit grootste gevaar dat ons bedreigt is
de verdeeling. Al kunnen wij op sommige
punten van gedacht verschillen, er moet
tucht genoeg zijn om in gemeen overleg de
beste oplossing fe zoeken.De hoogere band,
het verdedigen van den Godsdienst, moet
alle Katholieken aaneensnoeren, Wij moeten
instaan voor de toekomst van ons volk, de
opleiding van ons jong geslaeht en het
bewaren van het geloof in Vlaanderen.
Door macht, inrichtingen beslistheid zul
len wij tot de zegepraal geraken.
De prachtige rede van den Heer Minister
werd herhaaldelijk door goedkeurend hand
geklap onderbroken.
Harteiijken dank aan den Katholieken
Vlaming den Heer Minister Vandevyvere.
kunnen ontberen en spcedig hersteld zijn.
De toebereidselen voor de reis werden in
stilte gemaakt, en de grootste voorzichtig
heid werd in acht genomen. De dienstboden
vernamen alleen dat juffrouw Werner plot
seling ziek geworden was en Peule Kroon
haar ter verpleging naar een andere plaats
zou brengen, Alleen juffrouw Vogel, de
huishoudster, was in het geheim ingewijd.
XXXIV
De ernstige moedige en rechtschapen
Hedwig voerde haar plan met de meeste kor
daatheid uit. Zij had groot'moeite gehad,
Leontine tot de reis te bewegen, daar deze
na het ongeval haar kind niet wilde verlaten,
maar eindelijk was het haar door haar groo
te overredingskracht toch gelukt,
Toen zij op Sicilië waren aangekomen
en Leontine na een verblijf van een paar
dagen volkomen was uitgerust, wilde Hed
wig volstrekt dat haar vriendin de haar mis
vormende vermomming zou afleggen. Hoe
ernstig zij ook gestemd was, moest zij toch
lachen, toen zij Leontine het valsche zwarte
haar van het hoafd nam, en de goudkleurige
lokken te voorschijn kwamen, en zij beknor
de haar vriendin niet weinig terwijl zij bezig
was de verf van haar gelaat te wasschen,
wat in weerwil van het middel, dat de heer
Deville haar gegeven had, geen gemakke
lijk werk was evenmin als het verwijderen
van de zwarte vlek aan de kin en andere
kunstmiddeltjes die gediend hadden om de
vermomming volkomen te maken.
Toen zij hiermede gereed was, trok zij
Leontine met zich naar een spiegel en deze
ontroerde hevig zoodra zij zichzelve in haar
In de laatste zitting der Scheidsrechter
lijke Kommissies werd de schade op lcn A u-
gusti 1914, als volgt vastgesteld voor de
hiernavermelde geteisterden
YPER.
Van Assche Jeati 2.941.50
Noorenberghe Louis 589.50
Houwen Louise 4.480
Dolle Théodore 12.108
W' Laconte 3.882.50
Wc Liliere Petrus 9 943
Baesen Cyrille Einile 8 381
Woussen Jules Arthur 11.305
Huyghebaeit Marie "2.882.50
Waselynck Eulalie Emilie 2.320
LyndeAchille 10.330
W" Berlamont 33.730
Lanoo Albertus 9.185
ZILLEBEKE.
Lewyllie Arthur 7.215.50
POPERINGHE.
Godderis Richard 7.520
Viaene Hllaire 2.560
ludevuyst Louise We Gerber 3.419.55
Dequydt Debyser 1.518
REN1NGHELST.
Verhaeghe Auguste 18.990
Vanpoullie We 9.170
Recope Sidonie Lagache Blanche 18.202
Taillieu Eugeen Achille 7.836
Verstraete Achille 1.349.75
Vancayseele Henri 9.480
KEMMEL.
Temperman 11.652.50
Benoit Oreel 5.401.16
We Lippinois 21.186.66
Gekiere Foutren We 2.516.66
STADEN.
Catry Plaetevoet Benjamin 2.140
Vanlerberghe Soenen Oscar 11.530
Bossuyt Depauw Félix 13.785
Ouvrein Alois Wc en kinders 8.100
Terryn Caura Théophile 6.020
Lowie Lefevere Henri 2 140
Deleu Gesquiere Victor 12.100
In feite mogen wij zeggen dat de economi
sche oorlog tusschen Belgie en Frankrijk
eenerzijds en Duitschland anderzijds is uitge
broken. De Duitsche regeering staan slechts
twee middelen ten dienste om dezen strijd
te voeren. Het eerste middel is van Duitsch
land te voorzien van kolen zonder deze van het
Roergebied en het tweede om door allerlei
middelen, zooals staking, sabotage enz
dat gebied voor Belgie en Frankrijk van nul
en geener waarde te maken.
Kan Duitschland voort zonder de Roerko
len
Door afscheiding van het Roergebied is
Duitschland beroofd van de drie vierden van
zijne opbrengst in kolen. Uit de cijfers over
het kolenverbruik in Duitschland, over den
in- en uitvoer, over het verbruik inde bezette
streek kan men klaar opmaken dat er in
Duitschland een tekort aan kolen zal
ontstaan.
Voor Duitschland is er maar een weg om
in dit tekort te voorzien, en dat is de invoer.
Er is ook maar één markt waar de Duitschers
kunnen koopen, en dat is Engeland.
De groote vraag is nu, kan Duitschland,
gezien zijnen finantieelen toestand, uit Enge
land kolen invoeren?
De Fransche politiek vindt van neen en
ziet daarin een der groote redens waarom de
Duitsch zal toegeven.
Het is echter volstrekt niet zeker dat dit
zal gebeuren
Kan Duitschland, dat zijnemaandelijksche
stortingen stopgezet heeft, dit geld niet aan
Engelsche kolen besteden? En mocht dit niet
gaan dan is er nog een weghet moratorium.
Het zijn de Engelsche handelskringen die
het moratorium voorgesteld hebben. Wat
zou hen beletten dit tegenover Duitschland
uit te voeren
De Duitsch is een erge vijand. Ook de
economische oorlog heeft zijne verrassingen.
Het is steeds gevaarlijk de kracht van eenen
vijand te onderschatten,
Die kolenhistorje heeft ook haren weerslag
op de Belgische nijverheid.
De Belgische nijverheid heeft ook kolen
noodig uit het Roergebied. Welnu in de
eerste maand der bezetting kwam ei in Belgie
108 duizend ton kolen min dan de vorige
maand als de Roer niet bezet was.
Die toestand dreigt het stopzetten van
enkele nijverheden en het uitdooven van
smeltovens voor gevolg te hebben. De Bel
gische n ij veraars vragen nu reeds aan de
Belgische mijnwerkers langer dan acht uren
te werken.
Deze die de Roerbezetting goedkeuren
kunnen gelijk hebben, maar na een maand
bezetting kunnen daarvoor nog geene prijzen
uitgedeeld worden.
Generaal Degoutte, die baas speelt in de
Roer, is ook van dat gedacht als hij zegt
Ik ben reeds zeer tevreden over de bereikte
oorspronkelijke kleur en als de vroegere
Leontine Seewald wederzag.
In weerwil van haar smartelijk lijden,
haar moeitevolle dagen en slapelooze nach
ten, zag zij er zoo jong en bekoorlijk uit dat
Hedwig er over verbaasd was. De glinster
en de lokken kort als die van haar kind, ver
leenden aan haar lief gelaat iets kinderlijks
en onschuldigs.
Ik kan waarlijk niet begrijpen, Leonti
ne hoe ge er toe hebt kunnen besluiten u zoo
te mismaken, zei Hedwig.
Van schaamte blozend, verborg Leontine
haar gelaat aan de borst der trouwe vrien-
r din.
Toen Hedwig haar met bijzondere zorg
vuldigheid kleedde en een paar rozen in het
haar stak, zag zij haar vriendin verwonderd
aan.
Hedwig gaf haar een harteiijken kus blik
te haar ernstig in het gelaat en sprak
Ge zult het eindelijk beseffen hoe in
nig gij bemind zijt geweest ik moet u na
melijk mededeelen dat iemand u verwacht
en wenscht te sprekeu.
Wie kan dat zijn vroeg Leontine met
bevende stem. Lieve Hedwig, zeg mij wie
is het
Iemand die u bemint, Leontine die u
misschien vroeger niet zoo innig heeft liefge
had als ge verdiendet, wien ge nu echter
dierbaar zijt en dan ook de teederste liefde
moet betoonen, omdat ge hem zoo diep hebt
bedroefd.
O, dan is het Bertram riep Leontine.
Ach ik durf het niet wagen hem onder de
oogen te komen. Lieve Hedwig blijf bij me I
Ik ben zoo ontroeid.
Ik zal bij u biijvei antwoordde Hed-
;rs.ïpmsc-j*
VY'TT s
Onze leze: weten reeds dat men in Egypte
opgravingen gedaan heeft en het graf van een
koning ontdekt, die nu 3000 jaar geleden over
Egyptenland regeerde. Onze zichten en den uit
leg geven een klein gedacht van de weelde en den
rijkdom en de beschaving van dien tijd, aan het
hof van Egypte.
In deze kamer staan twee zwarte standbeelden,
en verscheidene kisten of koffers. De rieten zetels
zijn door den ouderdom Jvan 3000 jaar, in pulver
gevallen. Het gelijkt, langs den muur, op een
ovenbuur van een hofstee. Daar staat een leeuw
met een grooten krulstaart een uitgerekt lijf en
pooten. Dit houten figuur hield de wacht voor het
praalbed.
De kisten zijn met goud en edelgesteenten be
slegen.
Op den muur ziet men een grauwe vierkante
plek, dit is voorzeker de toegemetste deur naar de
laatste kamer waar het gebalsemde lijk van Toe
tankamen zal berusten.
Men denkt nog een jaar te wachten, vooraleer
bij den doode in te treden, daar men zoo machtig
veel kunstvoorwerpen te bergen en scheikundig
te bewerken heeft, opdat zij niet zouden in pul
ver vallen.
fs&ut ..TL 1
PC* N y -
d -.«t i» -
vvf'L -*\
-■
':V
vier stuks, die met zalf ge
vuld waren.
De zalf is er nog in, en
zal ontleed worden, om
onze geleerden aan te
toonen hoever Egypte het
daarmede gebracht had.
reeds wagens met
Men had dus 3000 jaar geleden
vier wielen.
Rechts ziet men weer twee parade-leeuwen of tijgers
en een groote hoop stoelen en bankjes. In den ver
sten hoek staat een zeer kostbare kist met de klee
deren van den Pharaoen in den dichtsten hoek liggen
een hoop brooden, voor zijne spijs op de reis naar de
onderwereld.
uit den hoek. Op den
arm der Egyptische
vrouw licht geweven
linnen goed van merk
waardige fijnheid.Deze
vondsten zullen eeuwig
vermaard blijven in de
geschiedenis.
uitslagen. Wat echter de einduitslag betref-t,
die zal misschien moeilijk te bereiken zijn,
maar ik heb toch goede hoop: twijfel is niet
toegelaten I
Dat is zoo danig geestdriftig niet en ten
slotte op den einduitslag komt het alleen
aan, en op iets anders.
Belgie heeft als bezettingstroepen in
Duitschland 875 officieren en 18425 soldaten
die 4550 paarden gebruiken. Elke soldaat
kost dageiijks 14 frank. Er is in de begroo
ting eene som voorzien van 102 millioen 850
duizend frank. Er is daarbij nog eene som
van 850 duizend frank voorzien die bestemd
is voor de uitgaven van de geallieerde com
missie van toezicht.
Eere aan wien eere toekomt.
Minister Devèze heeft een wetsontwerp
ingediend waarbij de afschaffing voorzien
wordt van militaire tuchthuizen, onder het
volk beter gekend onder den naam van
«correctie». Zij zullen vervangen worden
door gewone gevangenissen.
Deze daad verdient allen lof.
Ook de hervorming van de militaire ge
vangenissen in de kazernen dringt zich op.
Drie opeenvolgende Dinsdagen werden
ter Kamer besteed aan eene ondervraging
over de Schoolpolitiek. Die ondervragingen
werden ingezet door M. Huysmans. Wie de
Kamerverslagen leest is waarlijk geneigd
zich de vraag te stellenGaan wij naar eenen
nieuwen schooloorlog?
Moest men daarmede beginnen dan zou
vooreerst de regeeringscrisis geopend zijn.
Daarbij zou ons land, dat reeds zooveel in
wendige twisten kent, een nieuwe tijd van
onrusten ramp opgaan. Voorzeker zal het
zoover niet komen.
Men verwijt de Regeering het officieel
onderwijs te verwaarloozen ten voordeele
van het vrije onderwijs.
De laatste Ministers van Kunsten en We
tenschappen waren geene katholieken. Hoe
wig. En, Leontine, blik me in 't gelaat en zie
of de minste zweem van ijverzucht er uit
spreekt. Ik werd vroeger het meest door
Bertram bemind thans echter bemint hij u,
omdat uw opofferende liefde en voorbeelde-
looze standvastigheid hem diep getroffen
hebben. Kom mede, ik zal u hem in de ar
men voeren.
Zij voegde het woord bij de daad, opende
eene z'jdeur en wees de verbaasde en be
schroomde Leontine op haar echtgenoot, die
naar haar toeijlde en haar teeder omhelsde.
Vportaan zal niets ons scheiden, zei
Hedwig aangedaan en met lieflijk klinkende
stem, en zal de trouwste liefde u verbin ien.
Zij verliet de kamer en deed de deur achter
zich toe.
't Verwekte groot opzien, toen Bertram
Seewald met zijn jonge gade in hun geboor-
plaats terugkwam. Er werd veel over ge
praat, maar men moest zich met het door
Hedwig Kroon uitgedachte verhaal verge
noegen. Alleen met betrekking tot de plaats,
waar de zoo wonderlijk geredde was terug
gevonden, weken de opgaven van de praat
zieke lieden van elkander afeenigen noem-
der als zoodanig Italië, anderen China, de
afrikaansche kust, ja zelfs Zuid-Ainerika.
Leontine kwam weinig in groote gezel
schappen haar zwakke gezondheid was een
voldoende reden voor die teruggetrokken
heid. Waar zij echter kwam, werd de lieve
verschijning met genegenheid ontvangen, en
niet de minste onbetamelijke aanmerking,
geen enkel spottend gebaar bracht haar ooit
in verlegenheid.
Hoe oneindig gelukkig gevoelde Leontine
zouden die het vrije onderwijs meer bevoor-
deeligen dan het officieele
De katholieken vragen dit ook niet. De
katholieken hebben hun vrij onderwijs en
houden eraan dat het werkelijk «vrij» weze.
Zij aanveerden naast de staatsondersteuning
het staatstoezicht. Die staatstoelagen ver
lichten in hooge mate de lasten van den
staat, gezien de katholieken zich nog groote
opofferingen getroosten ten voordeele van
hunne scholen.
Vrij en officieel onderwijs dienen evenzeer
gesteund, aangemoedigd en verbeterd te
worden. Al het geld besteed aan onderwijs
brengt grooten intrest op gezien het bij
draagt tot de verstandelijke en zedelijke
verbetering van onze jeugd, van ons volk.
Mochten onze vijanden dit inzien en van
allen schooloorlog afzien, zooniet zullen zij
al de katholieken, als een man, op hunnen
weg ontmoeten.
Het dagelijksch rantsoen van onze solda
ten bestaat uit 600 gr. brood, 300 gr.
vleesch, 15 gr. koffie, 5 gr. bitter, 25 gr.
reuzel, 25 gr. rijst, boonen of erwten, 1/4
gr. peper en 20 gr. zout.
De korpsoversten regelen het rantsoen
aardappelen naar believen.
De intendantie-diensten leveren die eet
waren kosteloos aan de troepkeukens.
Daarbij krijgt iedere keuken eene dage-
lijksche vaste vergoeding om de noodige
kruiderijen te koopen ten einde het eten te
verbeteren en af te wisselen.
De nieuwe halve frankskens zijn geslagen
uit plaatjes van zuiver nickel. Zij wegen 2
gram en half en hebben eene middellijn van
18 milim.
Op de voorzijde ziet men eene verbeel
ding van het zegevierend gekwetste Belgie
met het opschrift België Op de keerzijde
is een caduceus, waarrond Goed voor 50
centiem en het jaartal.
Sedert de bezetting van de Roer worden
zich, toen zij haar ouders wederzag. De
blijdschap van ouders en kind is niet te be
schrijven. Zij was voor haarvader en moe
der in werkelijkheid een uit den dood herre-
zene en werd evenals in de dagen harer
jeugd weer vormelijk vergood.
Nooit vergat zij den dag toen zij, in Hed-
wigs kamer komende, het geschenk van
haar vader, de noodlottige roode sjaal, zag,
vvaardoor zij Hedwig het leven had willen
redden, terwijl zij zich zelve aan den dood
had gewijd.
Weldra vertrokken de echtelieden naar
Windischkrona, waar niemand in de schoone
blonde vrouw de donkerkleurige,ernstige en
arme naaister vermoedde, die reeds vroeger
in 't huis had verkeerd. Bertram had de
huishoudster en de kindermeid, met wie
Leontine dikwijls in aanraking was geweest,
met een aanzienlijke vergoeding uit zijn
dienst ontslagen, om zijn gade zooveel mo
gelijk elke herinnering aan haar vorig leven
op Windischkrona te besparen. Leontine
dacht nog vaak met liefde aan haar, doch
gevoelde geen verlangen haar weder te zien,
Na verloop van korten tijd hoorde men
niet meer spreken over haar wonderlijke
redding en terugkomst, en een nieuw, ge
lukkig leven begon voor haar en haar echt
genoot.
Bertram gevoelde zich van dag tot dag
meer tot haar aangetrokken, en de kleine
Elfriede, die schoon en lieftallig opgroeide,
was een innige band tusschen hen beiden.
Zij hadden plechtig met elkander afgespro
ken, nimmer over het verleden te spreken en
zoo weinig mogelijk er aan te denken.
Leontine beschouwde haar vreemde en
onoverdachte handelwijze als een soort van
talrijke zendingen nieuwsbladen uit Belgie
naaronzetroepen opgezonden.De zendingen
moeten gestuurd zijn naar het persoonlijk
adres van de militairen en zij mogen portvrij
verzonden worden.
Het publiek wordt verzocht deze nieuws
bladen aan het winket van het postkantoor
af te geven.
Belgie is aan Engeland niets ineer schul
dig. Het heeft echter aan Engeland eene
leeniag gedaan van 9 millioen pond voor de
herstelling en den wederopbouw in ons land.
De interest daarvan werd met gereed geld
betaald.
Tijdens de bespreking over de legerwet
deed Volksvertegenwoordiger De Greve de
volgende verklaring
Als christene demokraten staan wij tegen
over alle leger. Wanneer het leger noodza
kelijk is, dan is het dat sommige menschen
niet volgens onze christene beginselen leven.
Aan de andere zijde zijn de werklieden, die
ik hier vertegenwoordig, de eerste slachtof
fers van den legerdienst. Dat is des te erger
daar in alle landen het volk nog altijd be
stuurd wordt door eenige menschen, name
lijk de diplomaten. Het zijn nog immereenige
groote kapitalisten die beschikken over het
lot van het volk.
Wij moeten daarom den weg op der ont
wapening. Door meer liefde moeten wij tot
vrede komen.
Ik betreur dat men bij het betrachten van
den internationalen vrede, den Paus, het
hoofd der Kerk daarbuiten heeft gehouden.
Welnu, de christene arbeiders hebben den
vrede in hun programma opgenomen, en wij
vragen ons af of dat programma niet kan
verwezend ijkt worden zonder ons vaderland
te benadeelen,
Doch hoe kan iets verwezentlijkt wor
den wanneer men elkander niet vijandelijke
oogen beloert Daarvan nemen wij de ver
antwoordelijkheid niet op.
Wij nemen dus het ontwsrp van den mi
nister aan als een noodgedwongen iets.
waanzinnigheid. Zij schaamde er zich voor
en had haar echtgenoot met tranen in de
oogen gebeden, er hun kind nimmer een
woord van te zeggen. Lachend had hij ge
antwoord, dat die geschiedenis geheel onder
de bloemen van zijn nieuw, gelukkig leven
begraven was. En alzoo was Leontine einde
lijk werkelijk zoo gelukkig geworden als zij
zich in de eerste dagen na haar huwelijk
had verbeeld te zijn.
Ook Hedwig werd nog gelukkig, want
haar oude aanbidder en trouwe vriend Hugo
Bonen had zoolang om haar hand aanzoek
gedaan en zoo vaak blijken van vurige en
onveranderlijke liefde gegeven, dat zij ten
laatste een innige genegenheid voor hem
opvatte, die door den lateren meer vertrou-
welijken omgang met den edelen jongeling
steeds toenam, zoodat zij hem weldra uit
ware liefde haar hand kon reiken. Mijnheer
en mevrouw Harders hadden in den beginne
veel moeite gehad om haar te bewegen,
Hugo Boden niet af te wijzen, daar zij toch
niet ongehuwd kon blijven, en Hugo de
voorbeeldigste echtgenoot zou zijn maar in
latere jaren dankte zij hen voor hun goeden
raad, want haar huwelijk was gezegend, en
zij en haar echtgenoot gevoelden de trouw
ste en innigste gehechtheid voor elkander.
Zij was zoo gelukkig als zij het verdiende te
zijn.
Finde.
Anti-rhumatische wol aan 4 fr. 50 het pal*
Gasthuisstraat, 15, POPERINGHE.