MEUBELPAPIER
HET NOTARIEËL EN NIJVERHEIDS ANNONCEN BLAD
Nieuwsblad voor Popermghe en Omstreken.
Plas
lil 1111 HEL I lIJHIEil I SI.
Va li
de
Bi! is rosier ttesia
mui üiiii! Jesus
RANSINTER
15 Centiemen.
Wraak en Liefde
Ataeasentprifs:
In Stad fr. 8.50
!n Belgie £ft 8.00
Buitenland 13.00
Sausen-Vaaaesfe,
BFR1CHTEB,
VERK00PIBCES,
Eene inlassching
ROüWBEaiCHTEB,
Zondag 8* April 1923.
20 Jaar. Nr 14.
Van groote denkers.
Wraakroepend
Het Proces der militaire Diktatuur.
Oorlogsschade
öe Nieuwe Legerwet.
Over het Zomeruur.
Nadeelen van den Zomertijd.
Voordeelen van den Zomertijd.
Politiek O verzich t.
De kolen uil het Roergebied.
Belgie en de Schadevergoeding.
'nen Aprilvisch
Het Socialistisch Congres,
Alls Bankverrichtingen aan de beste voorwaarden
Geldbelegging op zicht, op kort en lang termijn
Vreemde munten aan de voordeeligste koersen.
per Jaar
Uitgever
Drukkerij,
Papierhandel,
15, Gasthuisstraat,
POPER1NGHE
Telefoon nr 9.
Postchockrekeniag
v 15570.
PRIJS
o.6o ctn per regel.
2 inl o.5o et"
3 inl. 0.45 ctn
VttPISSEH,
1 5o fr. per regel.
5 fr. voor 10 reg
Herhaalde Atmoncen
prijzen op s&nvraag.
Alle annoncen zijn
vooraf te betalen
en moeten voor den
Vrijdag inoe zonden
worden. Kleine
berichten teüen
den Vrijdag noen.
nraniBHBiuB
Wanneer men er in lukt den ikzucht in be
dwang te houden door het godsdienstig gevoelen,
dan bekomt men allerlei offers, welke door het
geloof gevergd, ondersteund en beloond worden.
Maar gaan gelooven dat in een land waar men
erop boogt met een plechtig gebaar de sterren
aan den hemel uit te dooven, men de menschen
door koude beredeneering ertoe zal overhalen de
zware familielasten te aanvaarden, is dat geen
zelfbedrog geen hersenschim 't Lijkt niet dat
met ons huidig ge>lacht, zoo weinig ingenomen
met zelfverloochening en zelfopoffering dank aan
onze moderne opvoeding,' de bloot zedelijke pro
paganda eenigen invloed kan uitwerken op het
geboortecijfer. (Le Temps) van Parijs.
Vrijdenkers zijn wel vrij, maar geen denkers.
Spierkracht wordt tegenwoordig meer gevierd
dan geesteskracht; de mensch stamt niet af van
I den aap, hij gaat er naar toe.
"ST: - .vKrawaaraaw ia
■■m iHliiniMTnnijiim'Bnii ii win i
MWBHWittrrwwTsasasa
i
Eindelijk, eindelijk, laat ons hopen, zullen
wij van dien steen verlost worden die ons op
het herte woog Eindelijk zullen de Belgi
sche militaire schandalen van tijdens den
oorlog, waaronder onze bioedeigene Vlaam-
sche jongens zoo onmenschelijk leden, en
sommige, eilaas, ais Vlaainsche martelaars
er onder stierven gewikt en gewogen, ge
brandmerkt en gewroken worden.
Hoe dat zulks nu eerst gebeurt De oor
logsverminkte van Nylen, die op zijn krukken
tot iri de gerechtzaal te Antwerpen gesukkeld
was verleden week en er, tot groote ver
ontwaardiging van alle toeschouwers, buiten
gesmeten werd riep het uitwij hebben
moeten zwijgen tot nu maar nu, eindelijk,
draagt het uur van spreken, het uur de ver
gelding
Hoe dit nu aan den gang geroeht? Heel
eenvoudig Yzergalm De jonge
Viaamsche letterkundige, Edward Hermans,
van Turnhout, die tijdens den oorlog, door
de Belgische sabelslepers met nog andere
in de bosschen van de Orne, in Frankrijk als
houtkapper levend verkocht of verhuurd
werd aan de Fransche boschontginncrs, en
die geweten heeft aan de lijve wat het hem
en zijn maten gekost heeft daar het Bel
gisch Vaderland te moeten dienen
Yzergalmdus (dat is Ward Hermans'
deknaam) schreef in het Antwerpsch dagblad
De Schelde waarbij hij opsteller is, eene
reeks artikels over de militaire Belgische
schandalen van de Belgische strafkampen
Auvours, Ruchard, enz.
Een gewezen Belgisch officier, zekere
Ulens de Schooien (van Schooten, Merxem,
bij Antwerpen), een razend franskiljon en
Vlaamschhater, moet ge 't vragen, die daar
bevelen gevoerd had en dus mede-verant
woordelijk was, vroeg Wardjen Hermans
voor den rechtbank en eischte 20.(XX) fr. als
schadevergoeding Er zit geen schaamte in
die kerels, geen En geen vrees ook, zou
men zeggen, omdat ze wel weten dat hee! de
Belgische militaire boel en heel het Belgi
sche franskiijonsch Centr'aal-bestuur van
Brussei, al waren ze nog eens zoo plichtig,
en al ware 't maar pour l'honneur du
corps gelijk ze dat heeten, hen redden zal,
en die sales Flamins in het ongelijk ",t.de.ce' «jet angstige geschrei vernomen
J had, dan klonk het barsch
Leuvensche gevangenis een vriend, een ka
meraad.
Toen de Oorlog voor Recht en Bescha
ving recht en beschaving vernietigde, trok
hij met ons, jonge, koortsige koppen en
harten, meê naar een veldregiment. Luik
viel, Aarschot brandde, de Duitschers ruk
ten op Antwerpen.
Antwerpen vielHet leger ging in aftocht.
Officieren en manschappen in grooten getalle
vergistten zich van weg en... belegerden
Holland op een vreedzame wijze.
Mijn kameraad was zijn regiment kwijt
geraakt en ging op zoek met andere doo
laards, dwars door de beide Vlaanderen,
naar de Panne. Zijn regiment was er niet.
Men wees hem de richting van Hondschoote,
in Fransch Vlaanderen, waar troepen gele
gerd waren. Mijn kameraad vond er nietsdan
een tiental Fransche onderofficieren, die zich
heldhaftig aanstelden door mijn kameraad,
die Vlaming was. voor een Duitsche spion te
nemen en hem al twistend bewusteloos te
slaan.
Mijn kameraad ontwaakte in de gevange
nis en werd door den krijgsraad veroor
deeld tot... driejaar opsluiiing voor... op
stand tegen geallieerde oversten..., die stom
dronken waren, maar dat zegde het vonnis
er niet bij.
Verbittering om dit schandige vonnis, pijn
om de vreeselijke kwelling der gevangenis,
heimweê naar vader en moeder, die hem
hadden afgestaan, om, zoo dachten zij,
Recht en Beschaving te dienen, folterden het
hart van mijn kameraad.
's Nachts, als alles zweeg in de donkere
kerkerhoien, dan lag mijn kameraad te snik
ken op zijn ijzeren brits wanneer hij, moê
en uitgeput, zijn roodgekreten oogen sloot,
dan martelden de bange vizioenen zijn ge-
pijnigden geest. In den hoek van zijn hok
verscheen een oude vrouw, die weenend de
armen naar hem uitstak, en, telkens als iiij
opgeschrikt wakker schoot en zijn armen
instinktmatig vooruitstak en zijn lippen be
vend riepen «Moeder», toen grijnsde hem
telkens niets anders tegen dan de wanhopige
duisternis van zijn enge cel. Wanneer de ci
pier op nachtelijke ronde, met zijn flauw
lichtenden lantaarn, inspektie hield en van
Frcsnes, wou hij niet ineer. Liever sterven pen en, waar 't noodig is, een weinig onderwijzers echter, en de regenten, die tot
dan terug in die oude, grauwe cellen, de uitleggen en toelichten. j deze drie klassen behooren, worden bestemd
bange vizioenen weer te beleven in den angst I We beginnen met te zeggen dat elkeen voor de hulptroepen van den gezondheids
der nachten. (dieniet voor lichamelijk gebrek voorgoed j dienst. Zij zullen een instructietermijn moe-
Maar het vonnis kende geen beroep, het, wordt vrijgesteld) militaire verplichtingen
cynieke bevel werd naar de letter uitgevoerd, j heeft van afzijn 17cjaar, tot zijn 45 'tis te
stellen j
Intusschen, en als weder-antwoord, en!
inoê van zwijgen en lijden, hebben de nog'
levende de dooden martelaars, die ginder!
te Auvours, te Ruchard enz., begraven lig-1
gen, kunnen, eilaas, niet meer dus dej
Viaamsche Oud-Strijders, op hun beurt heb- groeide met netn de bittere vertwijfeling tot
Tenez-vous
tranquille, vtiain Boche 1
Mijn kameraad vernam alzoo, dat hij niet
thuis, en dat moeder, zijn oud lief moedertje
ver van hem was.
Zoo gingen de dagen, de nachten. Zoo
Mijn kaneraad werd opgesloten te Fresnes
Hij verliet zijn cel na eeri wanhopig aantal
maanden samen met zijn kameraad, die blind
geworden was in de gevangenis.
Men voerde hen naar het kamp van Ru
chard, waar zijn kameraad stierf, zeggende;
Michel, als het lot U spaart, beloof mij dan
dat ge naar vader, die deurwaarder is en
woont op de Liedsplaats te Schaarbeek, zult
gaan zeggen, hoe ik gestorven ben Mijn
kameraad zwoer het, en toen ging er een
laatste schok door het uitgemergelde lichaam
van den blinden stumper. Hij werd begraven
buiten het kamp. Op zijn graf werd een
kruisken geplant, met de woorden Mort
pour la patrie
Mijn kameraad werd gestraft, omdat hij
het lijk van zijn kameraad naar het graf
had gevolgd.
Toen de oorlog voor Recht en Beschaving
geëindigd was,ontvluchte mijn kameraad de
boetkompanie om aan de ouders van zijn
dooden vriend de treurige rnare te brengen.
Mijn kameraad hield zijn belofte.
De krijgsraad veroordeelde hem zonder
genade tot tien jaar gevang.
Mijn kameraad zit, ergens in een kerker
der gevangenis van Leuven, te wachten op
amnestie om naar zijn ouden vader terug te
keeren. Zijn oud moederken is dood, gestor
ven van verdriet.
Mijn kameraad is mij lief. Hem verdedig
den wij voor het Gerecht, hem en de andere
kameraden, levenden en dooden.
Ais het gerecht hem wrcekt.dan geschiedt
er recht na acht jaar. Als het Gerecht ons
vonnist, dan zal ik denken aan mijn
kameraad. Yzergalm.
dat
hij gedurende die 28 jaar, in
oorlog, kan binnengeroepen
x*3K^&nez^xxx£JsagS2tfc'ti
ben, Ulens de Schooten voor het krijgsge-
recht gedaagd, opdat er eindelijk zal
't v/aar zijn, in Belgie loon naar werken
geschiedde 1
Intusschen zet Yzergalm (Ward Her
mans) in De Schelde van Antwerpen
zijne reeks onthullingen voort over de
schandalen van den Belgischen franskiljon-
schen-miütairen boel 1
Wij nemen, hierachter, deze over die ver
schenen is op Paschen-hoogdag laatst.
Leest dat vaders en moeders van Vlaanderen
als ge kunt, zonder den krop in de keel, en
zonder uw vuisten te voelen jeuken 1
En maakt dan toch eindelijk, eens een ver
standig besluitWat baten al die woorden,
al die kroppen in de kele, al die vuisten
Niets Niets tot gij, eindelijk, eindelijk eens
er zult toe besluiten verstandige koppige,
standvastige Vlamingen te zijn, altijd, en
overal, en ze ongenadig, nu en later, buiten
te walsen deze die dien onmenschelijken
militairen Franskiijonschen boe! blijven
steunen, wat ook de reden zijHet bloed
onzer martelaren van Auvours, enz, eischt
het 1 Gaat gij het hooren, eindelijk
De dichter zong het reeds: Er is maar één
Vlaanderen, en 't vergaat
Leest, intusschen, volgend wraakroepend
stuk, en denkt eens, vaders en moeders uit
Vlaanderen, dat dit uw kind was, waarmeê
zoo iets gebeurde't Was toch iemands
kind j. v. w.
Mijn Kameraad
Daar zit ergens in een kerker van de
ellendige wanhoop.
Ni ettelijke maanden kwam er een bode
met het nieuws, dat hij met andere gevan
genen naar een strafkamp vertrekken zou.
Toen rees de onafweerbare gedachte in
hem, langzaam, maar hoe dichter het uur
naderde, hoe overtuigender tevens.
Hij wou terug naar moeder, naar moeder
die eiken nacht schreiend haar handen naar
hem uitstak, daar van uit dien hoek van zijn
kerker, doch die telkens vluchtte als hij ook
zijn armen uitstrekte en... buiten de barsche
ciepierop nachtronde hoorde drentelen langs
de gesloten cellen.
Hij wou weg, weg van die schurken, die
geen hart, en die toch ook een moeder had
den. Van de oorlogsgebeurtenissen wist hi
niets, daar sprak de nijdige cipier geen
woord van.
Toen de dag van het vertrek aanbrak en
mijn kameraad gekoppeld met een ketting
aan een noodlotsgezel, naar het strafkamp
vertrok, was de gedachte om te vluchten tot
een obsessie geworden.
Samen met zijn kameraad namen zij een
enkele gunstige gelegenheid waarom teont
snappen, de ketting vijlden zij door met een
stuk ijzer en dan gingen zij, elk zijn weg
naar het onzekere.
Mijn kameraad vernam weldra dat de
Duitschers het land bezet hielden en dat hi,
zijn moederken niet zou terug zien. Fransche
gendarmen vonden hem uitgehongerd langs
den weg.
De krijgsraad was zonder genade en
veroordeelde mijn kameraad tot twintig jaar
gevang.
Naar de gevangenis, naar de hel
van
Kapitaal 6.OÜ0.QOO
FILIAAL van de VOLKSBANK van LEUVEN.
Betrokken bij de Alzemeene Bankvereeniging te Antwerpen.
Hoofdkantoor Kortrijk.
Bijkantooren Br-ugga, Cnerne, Rixmude, lsegbem. Aleenen,
Poperingtie, lioeselare, l lsirlt. Wevelgheni.
Hulpkant. Aerseele, Avelghem, Desselghem, Ghistel, Ichfeghem, Langemarck,
Moorslede, Oost-Roosebeke, Ruysselede, Staden, Wynghene.
ALLE BANK- BEURSVERRICHTINGEN.
Termijnrekeningen van 3.75 tot 5.00 Zichtrekeningen beschikbaar 3.50
SPAARKAS 4 Vrij van alle commissieloon.
Vlamingstraat, 15, POPERINGHE. Telefoon 3d.
Mengelwerk van «De Poperinohenaar» 6
ROMAN
door VERVARCKE.
Beide mannen zwegen eene poos. Cies
scheen niet bijzonder haastig te zijn en smaak
te vinden in hunnen wederzijdschen toestand,
want hij bezag Dammaert met een gelaat,
dat de hoogste tevredenheid en zelfvoldoe
ning te kennen gaf.
Zonder zijnen lastigen bezoeker te bezien,
vroeg Emiel eindelijk
Wat vraagt gij, eene geschrevene be
kentenis Het ware al zoo wel mij aanstonds
te gaan aanklagen.
3n 't geheel niet, mijnheerin 't geheel
niet. Verre van daar. Mag ik u eens de zaak
uitleggen, zooals ik ze versta
Welnu, zegt maar op.
Als gij mij het gevraagde schrift bezorgt,
blijft het voor goed verborgen. Het zou maar
tusscben ons te voorschijn komen, in geval
gij den dienst, welken ik u bewijs, zou willen
vergelen. Veel geld vraag ik u niet, nu en
dan een kieine hulp, ziedaar wat ik begeer.
Gij verstaat dus dat ik niets beter kan wen-
schen, dan dat alles stil blijve en dat gij
goede zaken doetwant anders zou er mij
niets meer van u te krijgen zijnenhetspreekt
van zelfs dat ik alles zou doen wat in mijne
macht is, om zoolang mogelijk voordeel te
kunnen trekken uit uwe dankbare gezindheid
ten mijnen opzichte. Indien gij het waarlijk
goed meent, is er dan niets aan gelegen, want
het is voor ons beide te wenschen, dat alles
zoo goed en zoolang mogelijk gezwegen
worde.
En indien ik weiger vroeg Emiel
zonder op te zien.
j Dan ga ik heden nog naar Gent om te
zeggen dat Juan Caroli onschuldig is en den
waren plichtige doen kennen.
Welnu, wat wilt gij dat ik schrijve
Gelief u gereed te maken oin te schrij
ven en ik zal het u voorzeggen.
Emiel nam pen en papieren zijn bezoeker
dicteerde hem het volgende.
Ik ondergeteekende, Emiel Dammaert,
koopman te Hoogendijk, verklaar vrijwillig
bij deze, dat in den nacht van den 15 tot 16
december 1830,kort na middernacht, ik mijn
broeder Oscar in de beek heb doen vallen,
hetgeen zijnen dood veroorzaakt heeft. Des
anderendaags is Juan Caroli, bijgenaamd
de Corsikaan, onplichtig van dien moord
beschuldigd en gevankelijk naar Gent mede
gevoerd.
De misdaad is gezien geweest door
Frans Harniest en Jan Verackers.
Aldus naar waarheid opgemaakt te Hoo
gendijk, 17 december 1830
E. Dammaert.
Het schrijven van dit briefje ging natuur
lijk gepaard met eenige aarzelingen en te-
genstribbelingen van wege den moordenaar,
maar onder de bedreigingen van Cies kwam
het er toch.
Als het handteeken van onder stond, over
las deze laatste het zeer aandachtig, vouwde
het papier zorgvuldig toe en stak het in een
zakje, dat langs binnen in zijn ondervest
gemaakt was, zeggende
Daar zal geen haantje naar kraaien,
mijnheer, als wij maar goed l'akkoord
blijven en dat hoop ik wel, want ik zal niet
lastig zijn.
Opwlgar van S. VANDEN BERGHE
Bertenp'aets, 8, (Kleins Markt),
P p 85 R a 1% sa E,
In cle laatste zitting der Scheidsrechter-
lijke Kommissies werd de schade op l'n Au
gust.i 1914, als volgt vastgesteld voor de
hier naver melde geteisterden
GHELUWE.
Lernout-Soenen Cyrille
11.030
Malfait We
1.015
Vantomme-Vanhee Petrus
1.430
W" Willemyns-Bcstyn
1.525
W" Vandekerckhove-Degryse
1.710
Van Meenen-Tournicourt Th.
6.856.50
W' Deconinck-Colpaert J.
3.166.50
WAESTEN.
Verslype René
953
Coppin Louis
68.512
Leire Henri
680
Geloen Michel
7.732
Bondue-Marquette
4.111
Stamper Fr. en S.
1.121
Turq Jeanne
160
Devroede Victor
niet akkoord
Wydau César
224
Hosdez Abel
niet akkoord
Bonte Jules
9.834
PLOEGSTEERT.
Bataille Henri
325
Leterme Maurice
366
Busschaert CéJina
807
Leuridan Charles
6.882
Boudry Charles
1.660
YPER.
Vanbleu Joseph
2.000
Wennes üustave
2.725
Parret Charles
3.150
Parret Charles
33.135
t'lanqueel Emile
17.215
Kerrinckx Alois
7.988
Bruynsteen Hólene
5.835
Callens Emile
3.687.50
BECELAERE.
Demeulenaere Héliodor
8.464.87
Durnez-Gryson Henri
10 290
Verstraete Camille
2.646.50
Vermeersch Auguste
8.446.67
Minister Devéze heeft eene nieuwe leger-
wet opgemaaktde Kamers hebben ze hee!
druk besproken, heel weinig veranderd, en
ze ons overgeleverd. Wij hebben ze dus en
moeten er ons naar schikken.
Dag- en weekbladen hebben reeds menig
artikel gewijd aan het opsommen der gebre
ken en onvolmaaktheden der wet doch
wanneer men dat alles gelezen heeft, dan
weet men nog lang niet alles, wat vooral de
mililieplichtige jongelingen over die nieuwe
wet behoeven te weten. Daarom willen wij
lier, ten gerieve van al wie 't lezen wil, zoo
eenvoudig mogelijk de nieuwe wet overloo-
zeggen
geval van
worden.
Volgens de nieuwe wet moet dus «alleman
soldaatzijn. Alleenlijk degenen die licha
melijk ongeschikt zijn, worden vrijgesteld.
Er worden nochtans onbepaalde uitstellen
verleend
1" Aan éénen zoon uit elke familie van
ten minste 6 kinderen 't is gelijk aan den
welken indien de eerste het niet verlangt,
dan mag de tweede zoon het vragen, enZ.
Bemerk wel, de wet zegt eene familie van
6 kinderen zelfs in eene familie van 5 meis
jes en één zoon, daar mag die zoon van dit
voordeei genieten. Dit uitstel wordt noch-
thans niet verleend aan de families die een
zekeren welstand genieten. En hier zal de
Controleur der belastingen geraadpleegd
worden oin vast te stellen welk inkomen de
familie der aanvragers geniet.
2° Aan de militianen waarvan de vader
of de moeder, of twee broeders, of twee
zusters, of een broeder en eene zusier, door
den vijand gedood werden, of gestorven
zijn aan ziekten of wonden door 's vijands
schuld opgedaan tijdens den oorlog 1914-
1918, of als oorlogsijjyalieden werden- afge
dankt met minstens".'} werkonbekwaam
heid. Deze schikking is slechts van toepas
sing voor de lichtingen van 1923, 1924 en
1925 en er mag maar één zoon uit dezelfde
familie er van genieten.
Bemerk wel dat deze twee voordeelen
geene vrijstellingen zijn, gelijk in vroegere
wetten. Het zijn alleenlijk onbepaalde uit-
uitstellen in vredestijd't is te zeggen
degenen die er van genieten moeten geen
soldaat worden in vredestijd, doch zij blij
ven met hunne kla* ingeschreven gelijk de
anderen, tot hun vijf-en-veertigste jaar, en
zij worden binnengeroepen met hunne klas,
juist gelijk de anderen, in geval van mobili
satie. Zij zullen dus heel waarschijnlijk ook
de jaariijksche monstering of revue moeten
bijwonen.
En nu komen we aan de tijdelijke uit
stellen.
Er wordt gemakkelijk uitstel verleend
en dat, vijf jaar riaëen. 't Zij als steun van
ouders als steun van familie als weduw
naar met kinderen voor studies als onmis
baar in eene landbouw- of nijverbeidsuitba
ting en voor andere redenen welke de
opgeroepene maar wil doen gelden. En
zoolang geen 12% van hee! de lichting der
Provintie uitstel vragen, worden ze allemaal
toegestaan. Beloopen ze meer dan 12
dan worden de ernstigste gevallen voren
genomen tot men aan 12 komt, en de
andere worden geweigerd.
Na die vijfjaar uitstel kan nog driemaal
een jaar uitstel toegestaan worden, doch
slechts voor twee gevallen1° als onmisbare
steun van vader en moeder of van één van
hen steun van grootouders of van ouder-
looze broeders of zusters en 2° als vader
weduwnaar met één of meer kinderen.
Deze laatste drie jaren heeten uitzon
derlijk uitstel en wie deze drie jaren
uitzonderlijk uitstel bekomen heeft, moet
geen soldaat meer zijn in vredestijd, doch
wordt ingeschreven met zijne klas, als zou
hij regelmatig gediend hebben, en zal ook
met zijne klas opgeroepen worden in geval
van mobilisatie, tot zijn 45° jaar.
In sommige gevallen zelfs wordt men na
het eerste jaar uitzonderlijk uitstel, reeds
van den dienst ontslagen in vredestijd.
Het uitzonderlijk uitstel kan aan geen
twee leden van hetzelfde gezin tegelijker
tijd toegestaan worden.
Om de ontslagingen of uitstellen te bere
kenen, tellen de kinderen van twee bedden,
als heele broers en zusters bijvoorbeeld
in een huishouden met drie kinders uit een
eerste huwelijk van vader en moeder, en
drie uit een tweede huwelijk, mag eene van
de zes de ontslaging van dienst vragen
juist gelijk in elk ander gezin met zes kin
deren.
De aanvragen oin ontslaging of uitstel
moeten gedaan worden bij het gemeentebe
stuur. (Voor de klas 1923 moet dit gebeuren
in de eerste 2 weken van Aprilna 15 April
is 't te laat).
Terwijl we van uitstellen spreken, weze
nog een woord gezegd van de uitgestelden
der vroegere klassen dan 1923. Vooreerst
ten uitdoen van 4 maanden in twee tijdper
ken, gedurende de maanden Augustus en
September 1923 en 1924.
Verders komen nog eenige dienstverkor
tingen ten gunste van de jongelingen die
door den vijand werden gevangen genomen
terwijl zij spionneerden of trachtten de grens
over te steken. Dit is van minder belang
voor onze streek.
Blijft nog voor dezen keer een woord te
zeggen over de vervroegde dienstnemingen
Art. 7 der wet is heel klaar, en zegt dat elke
jongeling mits hij ingeschreven zij als
militieplichtige mag dienen iri het jaar
waarin hij achttien of negentien jaar oud
wordt. Dit is eene schoone zaak (nevens de
vele flauwe kanten der wet), en ongetwijfeld
zullen talrijke jongelingen hiervan gebruik
maken, immers hoe eerder van den troep
af, hoe liever 1 Ook de vervroegde dienst
nemingen moeten voor 15 April bij het
gemeentebestuur aangevraagd worden.
Dit zijn de voornaamste schikkingen
liever, dit zijn de schikkingen die de jonge
lingen bij hoogdringendheid hoeven
weten. Een naasten keer handelen wij breed
voeriger over andere wetsbepalingen, keus
van wapens en garnizoen, enz. Wate.
of
De verleden week werd met groote plech
tigheid haar gebeente, rustend op een
heuveltje op het Kerkhof tetLisieux naar de
hoofdkerk aldaar overgebracht.
Zes jaar geleden opendefmen hare kist en
een rozengeur sloeg uit 't verstorven lichaam
Ze was een rijkemenschens kind verliet
haar weenende vader met gebroken hert, 16
jaar oud zijnde, om karmelietes te worden
en was Jesus liefdebloemeken in alles.
Ze verklaarde, korts voor hare dood, dat
Jesus, haar toelaten zou weeld'rig zijne
rozen uit te strooien en 't is zoo...
Nooit vindt men haar graf veriaten
duizenden komen er een zieleroosken
afsmeeken.
Geboren te Lisieux in 1873, gestorven in
1897 en reeds is men te Rome met hare
zaligheid bezig.
Een heerlijk voorbeeld in dezen verwit
derden wereld.
Men is aan het sukkelen om de regeling
van het uur.
Hierover eenige bijzonderheden.
Natuurlijker wijze gesproken zou het uur
overal zoo moeten geregeld zijn, dat het
twaalf uur slaat, als de zon op den middag
het hoogst staat. Maar dat is'onmogelijk
daar het uur van streek tot streek zou ver
schillen. In ons land, dat maar zoo uitge
strekt is, zou de tijd van Oostende en van
Luik met 10 minuten verschillen.
Een tweede reden is nog dat de zon zelf
een leugenaarster is.Door de schuld van de
eclipsen verschilt zij geleidelijk tot 30 minu
ten, wat geene enkele horloge juist kan
achterdoen.
Er moet dus een ander middel gevonden
worden om het uur vast te stellen.
Vóór 1892 bezat geheel ons land het uur
van Brussel. Men heeft het Brusselsche
uur laten varen om dat van Greenwich
deze der bijzondere lichting 1919zij worden j (Engeland) aan te nemen. Men deed dit om
allemaal vrijgesteld, uitgenomen degenen geheel Westelijk Europa hetzelfde uur te
- Maar de andere, vroeg Dammaert, als
gansch moedeloos, wat zal die zeggen
- Om hem hoeft gij u in 't geheel niet te
bekommeren,ik antwoord voor hem. Hij zal
niets doen en niets zeggen, zonder dat ik het
toelaat. Hij weet wat hij aan mij te danken
en van mij te vreezen heeft.
- Nu, dan zal het misschien nog zoo
slecht niet zijn, zegde Dammaert met eenen
zucht.
Hij gaf dertig frank aan Cies en deze ver
liet het kleine spreekplaatsje in 't huis, met
de betooningen der rechtzinnigste beleefheid
en des diepsten eerbieds.
die hun uitstel bekwamen om reden dat zij I
onmisbaar waren in eene landbouw- ot'
nijverheidsuitbating. Dezen alleen, vallen]
onder toepassing der nieuwe wet, en kunnen I
verder uitstel bekomen volgens de schik-1
kingen dezer wet. Al de anderen zijn vrij
van actieven dienst.
Wat de uitgestelden der lichtingen 1920,
1921 en 1922 aangaat, dezen vallen thans 1
onder toepassing der nieuwe wet. De lagere
geven. Dit was eenigszins verkeerd, want
men boerde zoo 17 minuten en 26 seconden
achteruit.
Vóór den oorlog waren er voorstaanders,
meest geneesheeren en ekonomisten, om
den tijd van Midden-Europa, die èèn uur
verschilt, in ons land toe te passen. Gedu
rende den oorlog werd er eene overeen
komst gesloten tusschen Frankrijk en
Engeland om het Zomeruur aan te nemen.
Als men des anderendaags het lijk van den
ongelukkigen Dammaert ter aarde bestelde,
merkte iedereen de deerniswekkende hou
ding zijns eenigen broeders op. Hij zag er
waarlijk hoop- en troosteloos uit.
- Zie eens, zegden sommige moeders,
die hem tot schoonzoon zouden gewild heb
ben, zie eens hoe die onverwachte en schrik
kelijke dood hem ter neder heeft geslagen
hij gelijkt denzelfden niet meer.
Dien dag dronk Cies Harniest meer dan
gewoonlijk. Hij stompelde het eene drank
huis uit en het andere in, tot laat in den
avond, hier en daar een vijffrankstuk optafel
slaande, tot groote verwondering der dorpe
lingen.
Waar mag hij het toch halen monpel-
den deze.
- Ja, ja, riep Cies, ik heb een oude tante
dood te Brussel en zij heeft mij een pensioen
verzekerd voor de rest van mijn leven Nu
zult gij wat gaan zien van Cies! Heele dagen
kermis en borrels drinken zonder ze te teilen!
Hoera, hoera wat een leventje 1Baas,
vult ze maar eens Leve de vreugde en weg
met den dorst
Sommige boeren schudden het hoofd,
maar de meerderheid was van gevoelen dat
Cies toch een bijzondere prettige kerel was.
Omtrent middernacht waggelde hij al zin
gend voorbij de woning van Dammaert.
Emiel, die te bed lag maar geen oog kon
sluiten, herkende zijne stem en hij rilde
koortsachtig bij de gedachten, dat hij om zoo
te zeggen met lijf en zie! aan dien ellending
toebehoorde.
VII.
Eene onverwachte nachtelijke bijeenkomst.
Veertien dagen zijn verloopen en wij zijn
gedwongen den lezer omtrent middernacht,
op het kerkhof van Hoogendijk te leiden.
Gansch het dorp ligt in de diepste rust
gedompeld.
Uit den grijzen toren galmen traagzaam
en indrukwekkend twaalf klokslagen over de
slapende natuur.
Nog siddert de lucht onder de laatste tril
lingen van het dreunend metaal, als wij
eenen man zien te voorschijn komen aan den
ingang van het kerkhof.
Het is Jan Verrackers. die zich op eene
wijkkermis wat lang bezig gehouden heeft
en nu op weg is naar huis. Om zijnen weg te
verkorten, volgt hij 't pad, dat schuins over
het kerkhof loopt.
Dien avond had den drank een wonderlijk
uitwerksel op hem gemaaktin plaats van er
alles door te vergoten, denkt hij meer en
meer aan hetgeen in de laatste dagen voor
gevallen is en zijn herte is er als weemoedig
en bewogen door geworden.
Hij vertraagt zijnen stap en mompelt
Ik weet niet wat er met mij scheelt,
maar ik ben nog nooit zoo gesteld geweest,
als ik over het kerkhof ging. Men zou zeggen
dat de dooden uit hun graf gaan komen om
mij mijne misdaad te verwijten. Ja, het is
toch eene misdaad eenen onschuldige te laten
veroordeelen. Och, die arme Juan. Was ik
maar rijk en onafhankelijk
Zoo ver was hij in zijne overwegingen ge
komen, als hij plotselings bleef stilstaan.
Zijne blikken doorboorden de halve duister
nis en op eenige stappen van hem zag hij
eenen man, die geknield zat op een graf.
Stil en behoedzaam gaat hij een weinig
nader.
't Is het graf van die vreemde vrouw,
zegt hij tot zich zeiven, van de moeder van
Juan. Ik kan niet missen, want de goede
jongen plant er reeds langen tijd bloemen op
in den zomer en onderhoudt ze zoo goed als
hij kan. Maar wie mag daar nu op die plaats
zitten te bidden ik wil zulks toch weten.
Hij is maar een vijftal stappen meer ver
wijderd van den geknielde,toen deze al met
eens het hoofd oprichte en rondzag.
Jan herkende hem en scheen te ver
schrikken.
Hij monpelde tusschen de tanden, maar
eventwel luid genoeg om verstaan te worden:
Mijn God Het is Juan, ofwel zijn
geest
- Ja, het is Juan in pesoon, sprak deze
gansch rechtstaande en nader komende. Gij
schijnt niet weinig te verschikken, Jan, 't is
niet te verwonderen ook, wie zou niet be
nauwd zijn van een moordenaar
Hij sprak met zijne diepe stem, dit laatste
woord zoo zonderling, akelig spottend uit,
dat Jan Verrackers zijn herte voelde ineen
krimpen van wroeging en naberouw.
Hij scheen te willen antwoorden en deed
Gedurende 7 jaren werd het toegepast.
Zooals men weet verdeelt de kwestie van
het Zomeruur de stedelingen en de buiten
lieden. De eersten zijn er voorstaanders van
omdat deze hervorming hun een voordeei
bijbrengt, de tweeden zijn er tegen, omdat
zij hun ongemakken veroorzaakt.
Daarom gaan er telken jare stemmen op
onder de landelijke bevolking, om tot het
oude stelsel terug te keeren.
Daartegen ziet men vereenigingen van
geneesheeren, sportbeoefenaars, vakvere
nigingen, toeristenbonden moties stemmen
ten voordeele van het Zomeruur.
Mogelijk zal men in Frankrijk, en ook
we! in Belgie, met 1923 het uur van
Straatsburg inbrengen. Er is een verschil
van 35 minuten. Zoodat de stok in twee'n
gedaan is en eigenlijk iedereen zou moeten
tevreden zijn. Straatsburg ligt op den Rijn
in den Elzas en is vermaard om het mooiste
uurwerk van de wereld dat het bezit.
Onze landelijke bevolking is grootelijks
gekant tegen het Zomeruur. Hoe komt dit
Wel, omdat het een kunstmatig uur is dat
haar in de war brengt en hare gewoonten
komt verstoren.
Bij den landman is de arbeid en het leven
geregeld volgens de zon. De boeren staan op
wanneer het dag wordt, en leggen den ar
beid neer als de avond valt.
De-verandering van uur op zichzelf blijkt
nog niet te vervelen voor de landbouwers,
maar de treinuren, de opening en het slui
ten der scholen en markten maken hun het
leven ingewikkeld.
Deze klachten zijn in velegevallen gegrond
en daarom tracht de wetgever, bij het re
gelen van het zomeruur, zooveel mogelijk
rekening te houden met de plaatselijke ge
woonten en de belangen der landbouwbe
volking.
Onder de voordeelen die pleiten voor het
nieuwe stelsel, dient in de eerste plaats de
lichtbesparing De toepassing van het
Zomeruur beteekent eene groote verminde
ring van verbruik van steenkolen, gas,
electriciteit en petrolie. Dit is maar voor elk
een kleintje, 't is mogelijk, maar toch het
maakt eene besparing van verscheidene
millioen op de uitgaven van openbare en
bijzondere verlichting.
In dezen tijd van levensduurte zou zulk
argument wel den doorslag mogen geven.
De morgenstond heeft goud in den
mond
Des morgens is de lucht het zuiverst en
het heldere zonnelicht, vooral in de frissche
buitenlucht, is heilzaam aan het lichaam van
den mensch en het is het beste geneesmiddel
tegen bloedarmoede en tering.
De arbeider en den bediende, die geheel
den dag opgesloten geweest zijn in eene fa
briek of op een bureel kunnen zich nog over
geven aan sport, wandeling of tuinbouw.
Met den nieuwen tijd is September nog
een van de beste maanden voor het reizen.
Handelaars, nijveraars, arbeiders, lieden
die een vrij beroep uitoefenen, toeristen heb
ben belang bij het aannemen van het nieuw
uur.
De voorstaanders der Roerbezetting heb-
verstaan dat men nu in
nemen, wat het land niet
l»i i Sansen-Vanneste
hen steeds laten
Duitschland zou
gewillig geefde.
Voorde kolen vooral zou dit gemakkelijk
zijn... Zij voorspelden eenen koleninvoer die
fabelachtig zou zijn.
In werkelijkheid is dat geheel verkeerd
uitgevallen.
In December, dus vóór de bezetting,
Aoerde het Roergebied 1.157.487 ton kolen
uit.
In Februari, binst de bezetting, vermin
derde dit cijfer tot 115.492 ton. Juist tien
maal minder.
Voor wat Belgie betreft was de kolentoe-
voer uit het Roergebied het volgende
In December 88.731 ton
In januari27.717 ton
In Februari 1.139 ton.
Als men weet dat de bezetting op 10 Jan.
begonnen is kan men best de cijfers van
Februari vergelijken met deze van December.
Welnu, het is gemakkelijk vast te stellen
dat Februari 80 maal minder kolen gegeven
heeft dan December.
De bezetting heeft inderdaad, vooral voor
ons land, prachtige uitslagen opgeleverd
Volgens den betalingsstaat van Londen
heeft Belgie recht op 8 t. h. van de geheele
schadevergoeding Dit komt op 10 milliard
en half. Zijn prioriteitrecht beloopt op 2 mil
liard. Daarvan werden reeds de drie vierden
betaald. Maar wanneer die 2 milliard priori
teit geheel zullen op betaald zijn dan zal
Belgienog recht hebben op 8milliard en half.
Zoodat Belgie, eens het prioriteitsrecht ge
regeld is, zich nog voort met de kwestie van
herstel zal moeten bezig houden.
De Ministerraad had de uurverandering
besproken, maar dat was maar om te lachen.
De Ministers van Belgie en Frankrijk ver
klaarden zich vo^r het zomeruur, maar dat
was ook maar om te lachen. Ken koninklijk
besluit kwam en officieel werd er medege
deeld dat de 1 April zou beginnen op 31
Maart ten 11 uur.
Maar 1 April blijft 1 April fen dan moet
men steeds wantrouwig zijn. Zelfs Ministers
kunnen liefhebbers zijn van Aprilvisch
En zoo was het inderdaad Gelukkig dat
iedereen nog op tijd is kunnen verwittigd
zijn dat geheel dat officieel gedoente maar
'nen grooten klucht was.
Met Paschen hebben de Socialisten hun
34e Congres gehouden.
Het bijzonderste punt dat besproken
werd was het Vrouwenkiesrecht voor de
Provincie.
Het vrouwenstemrecht is een echte nacht
merrie voor de socialistische partij. Zij zien
we! dat er geen houden meer aan is. De
eerste groote stap, het stemrecht voor de
gemeente is gezet. De Provincie en de
Kamer zullen onvermijdelijk volgen.
Er zetelen in de Kamer 20 socialistische
Kamerleden die hun woord gegeven hebben
dat zij het vrouwenstemrecht voor de Pro
vinciale verkiezingen van 1925 zouden aan
nemen.
Banque pour favoriser les transactions Internationales
Bank tot bevordering van Internationale handelszaken.
Naaml. Venn.
Maatsch. Zetel GENT.
Algemeene Bestuurder voor West-Vlaanderen FORREST L.
AGENTSCHAPPEN
POPER1NGHE, Groote Markt, 28, tel. 89 90.
VEi'RiXE, Ooststraat, 64, tel. 76.
DIXMEDE, Kiekenstraat, tel. 44.
MOESKROEN, Toerkoenjestraat, 109, tel. 179.
Wytschaete en omliggende, Agent
Bavereti
Noordschoofte
Ledeghem
Westoutre
Rousbrugge
Heer F'OURNIER, Burgemeester.
HeerTAHON, Gemeentesekretaris.
Heer M. BAILLEUL,
Heer G. DELANNOO,
Heer A. DECLERCQ.
Heer A. CLAEYSOONE, Gem.-ontv.
BIJKANTOREN
Nieuwpoort, Loo, Proven, Rousbrugge, Watou, Leysele, Couckelaere,
Ichteghem, Stavele, Alveringhem, Lichtervelde, Cortemark, Merckem.
reeds met de hand een teeken van tegen
spraak, doch Juan ging voort
Ja, ik weet wel dat gij en al de inwoners
van Hoogendijk mij voor eenen moordenaar
aanziet Alhoewel gansch en geheel onschul
dig zou ik hier bij klaren dage niet durven
verschijnen. Morgen als de zon hare eerste
stralen over het aarderijk zendt, zal ik reeds
verre zijn. Ik zal dit gevloekt land, waar
noch orde, noch recht heerscht, misschien
niet meer betreden. Zeg dan morgen maar
stout aan al de Hoogendijkenaren dat gij,
uan, den Corsikaan, gezien hebt, biddende
öp het graf zijner moeder. Dat de moorde
naar
Hier onderbrak Jan den jongeling door
hem bij den arm te grijpen en zegde op vas
ten toon
Zegt dat woord niet meer, Juan, ten
minste niet in mijne tegenwoordigheid, want
ik weet dat gij onplichtig zijt.
- Hoe zoudt gij dat weten
-Omdat ik den moordenaar gezien heb
en hem ken.
Weihoe gij kent den moordenaar
Ja, ik heb hem met mijne eigene oogen
gezien, zooals ik u hier zie, onmiddelrjk
nadat hij de moord gepleegd had.
- Waarom hebt gij zulks niet eerder
gezegd
Ja, dat zijn al zonderlinge omstandig-;
heden door die getuigenis zou ik alles te
vreezen gehad hebben en zij zou u zeker niet
voordeelig geweest zijn.
Hoe dat ik kan zulks niet verstaan.
Het zou lang duren om u dat al uit te
leggen en daarbij bestaan dezelfde redenen
nog om mij te doen zwijgen. Indien het maar
voor mij alleen was.
In alle geval moet gij niet verlegen zijn f.
mij alles te bekennen want, vrat gij mij ookj
zeggen moget, ja, al toondet gij mij den
moordenaar, toch zal ik deze streek verlaten,
In dit land, waar nu geen regelmatig bestuur
is, zou ik, een voortvluchtige vreemdeling,
van moord beschuldigd, voorzeker mij geen
recht kunnen doen wedervaren. Daarom heb
ik liever te vluchten.
Als het zoo is, zou ik wel alles kunnen
vertellen, maar zeg mij eens hoe gij hier ge
komen zijt, men heeft u toch gevankelijk
naar Gent medegenomen...
Ja, maar Gent staat sedert eenige da
gen in oproer. De eene willen van Holland
afgescheiden zijn en de andere begeeren er
weder mede vereenigd te worden. Die om
standigheid heeft het mogelijk gemaakt te ont
vluchten... Morgen zal ik in Holland zijn,
waar men mij niet zal komen halen, want
met de eerste gelegenheid trek ik naar
Amerika.
En indien ik u den moordenaar noemde
zoudt gij niet van gedacht veranderen
In 't geheel niet, nu zou ik nog niets
tegen hem ondernemen, doch indien ik er in
kon gelukken in den vreemde fortuin te ma
ken, dan voorzeker zou hij van mij hooren.
Belooft gij mij zulks vasteüjk
Ik zweer u bij de geheugenis mijner
moeder, wier gebeente hier onder onze voe
ten rust, dat ik morgen België zal verlaten
hebben. Wat ik ook van u moge vernemen,
ik zal nog in langen tijd niets tegen mijne
vijanden verrichtten. Doch indien ik later
nog de gelegenheid heb mij te wreken, zal
mijne wraak schrikkelijk zijn, zonder dat ik
evenwel de hulp van het gerecht zal inroepen.
Als het zoo is, dan wil ik u alles vertel
len. Ik hoop dat mijn gemoed er geruster zal
door worden. Maar wij zouden beter doen
ons wat neer te zetten.
('t Vervolgt.)
1