De Wilde Ruiter
inüumioiiis van m e. h. rasior
GEDAC H T M P¥
het manneke
UIT DE
maa;
WULVERSMOHEW1
DE OPSCHRIFTEN
I 't Hoekje van den Christen Werkman
I Op heden Zondag 5 Oo£?st, te ioV»
uur, vergadeiing ^icor 't Textiel en
i't syndikart van Hout en Bouw.
I Woensdag 8 Oogst, te 8 uur, ver-
fgadering voer 't b.stuur der Coope-
ratief.
Donderdag 9 Oogst, te 8 uur, be
langrijke vergadering voor den Mid-
denr. ai.
De Spaarkas is open 's Zondags van
4 tot 5 en 's Vrijdags van 9 tot 10 ure.
Loten der TQFi/IBÓLA zijn te verkrij
gen in 't Volkshuis, in de Coöperatief
en bij al de Bestuursleden. Miel.
I Maar Robert was te bescheiden om
die vragen te stellen.
('t Vervolgt.)
Indien gij in 't huwelijksbootje
stapt., zegt een vader tot zijn zoon,
kies dan een vrouw, die oordeel ge
noeg bezit om opzicht te houden over
de keukensmaak genoeg om zïch-
zelven te kunnen kleeden; trots ge
noeg om haar aangezicht te wasschen
voordat zij ontbijt, en verstand ge
noeg om te zwijgen wanneer zij niets
te zeggen heeft.
Men moet voor den duivel een
kaarsken ontsteken.
Men moet een bliekje smijten om
een snoekje te Vangen.
De deugd houdt tusschen twee gebre
[ken 't middenpad
't ging beter zoo 't gebrek twee deug
eden bij zich had
Wie beweert geen. vijanden te heb
ben, moet eerst eens tusschen zijn
vrienden zoeken.
En door de wijde hemelbocht
Begint opnieuw mijn lage tocht
Van Oost tot West en tot besluit
Strooi ik weer alle nieuwsjes uit
EN OM TE BEGINNEN, 't is hier
boven in 't maantje frisch en gezond.
Mijn wijveken, dat ge niet kunt zien
omdat ze altijd druk op bezig is in
heur huizenken en maar af en toe ne
keer door 't venstrken van heur keu
ken loert, mijn wijveken dus, dat Ma
rentajoeba heet zegt al met ne keer,
zoo: Manneken uit de Maan, nu begin
ik te geloven dat er een vijs los is bij
de menschen daar beneden. En
waarom dat, Marentajoeba zeg il
zoo. Hewel, zegt zezie ne keer
daar verkoopen ze nu te Brussel de
citroenappels aan drie frank het stuk
en de dikke vleeschkersen aan 16
frank per kilo. Ha, ja, Marentajoe
ba, 't is dure tijd daar beneden en de
mannen van het Ministerie van Arbeid
hebben uitgerekend dat het leven 8
keeren en een half zoo kostelijk is
als voor den oorlog. Hewel
antwoordt mijn Marentajoeba. dan
moeten die ministeriemannen huider
rekeningen maar ne keer laten con
troleeren door 't is eender welke huis
moeder dan zullen ze rap zien dat het
leven wel tien, twaalf en veertien
keeren duurder is geworden. Toch
wordt er nog bij hoog en laag be
weerd dat het leven in Belgie nog veel
goedkooper is dan in andere landen
In alle geval de vreemdelingen die
met ponden sterveling, dollars en gul
dens en goudmarken naar hier ko
men. vinden er profijt bij, maar de
arune Belskens met huider nikkelen
frankskens moeten precies niet stoe
ten. STOEPEN IS NOOIT NIET
schoon.
En daarbij waarlijk
Somtijds zeer gevaarlijk.
Zie maar ne keer wat er te Rotter
dam is gebeurd. Zekere Van Hemel
had geld getrokken bij eenen notaris
en was daarmee op zwier gegaan
niet met den notaris maar met zijn
geld.
Daar werden veel druppelkens ge-
En weer vol geschonken, [drokenn
en Van Hemel maakte kennis met
een paar bootwerkers en hij was zoo
onnoozel zijn geld te laten zien. Die
twee kerels lokten den sukkelaar
naar eene eenzame plaats, sloegen
hein half dood en namen hem zijn por-
tefüil af en smeten hem toen in een
gracht. Gelukkig stond er niet veel
water in en kon Van Hemel er later
uitkruipen, maar met al zijn stoefen
was hij toch zijn centen kwijt.
Hebt gij geld mijn goede vrienden,
Luistert goed naar mijnen raad,
Loopt er niet mede te koop, want
Daar het anders vliegen gaat.
IN FRANKRIJK ligt Parijs en
daar gaat er nu vrouwvolk over de
straat met levende slangen om den
hals. Dat is nu de leste mode. Maren
tajoeba zegt dat dat vrouwvolk wel
'vrouwvolk van de lichte cavalerie zal
zijn en daarin zal Marentajoeba wel
gelijk hebben.. Nu we toch over het
vrouwvolk bezig zijn, mag ik hier wel
een paar spreuken aanhalen die op het
vrouwvolk toepasselijk zijn
Een zuinige vrouw
Is een eigen gebouw.
Hoe schooner vrouw
Hoe gevaarlijker trouw.
Vrouw met geld
Man ongeteld.
Als de vrouw haar kii#d mag wiegen,
Zal zij niet gauw haar man bedriegen.
SISSE kwam Zander tegen. Hewel,
Zander zei Sisse, hoe komt dat toch
dat gij altijd uw vrouw thuis laat en
nooit met haar naar feesten en ker
missen gaat. Dat komt, antwoord
de Zander, omdat ik dien raad in de
H. Schriftuur heb gelezen. Staat
daarin, vroeg Sisse, dat de man zijn
vrouw moet thuis laten? - Daar
staat zóó in, zei Zanderwie een schat
gevonden heeft, laat die schat thuis
en loopt er niet mee te koop, uit vrees
dien schat te verliezen. Hewel, wat is
En nu op een wipte
Reizen we naar Egypte.
Hier is 't ruzie in 't huishouden met
Engeland. De Kamers zijn naar huis
gezonden en Engeland heeft troepen
naar hier gehaald en nu moeten
de Egyptenaren braaf en piet zijn
of de Èngelsche soldaatjes beginnen
met hun geweren te spelen en dat kan
gevaarlijk worden, 't ïs hier fel droog
en 't water kost peperduur, 't Is daar-
meê dat er hier zooveel met zwarte
voeten loopen. Maar allee! daarvoor
'moet ge niet naar Egypte gaan. VAN
HIER NAAR CONGO is 't voor ons
maar een stapken. We zien dat onze
Koning en zijn madame huider reis
zonder ongemakken vervolgen; nu ne
keer per boot, dan per auto, dan per
trein en dan weer per vliegmachien.
Op zulk een manier is 't plezant -.rei
zen als er geen strooiken in den weg
wordt gelegd. Van de slaapziekte,
waarvan er vroeger zoovel werd 'ge
sproken en die zooveel zwarte negers
naar 't pierenland hielp, hoort ge te
genwoordig bijna niet meer spreken.
HIER EEN remedie als ge niet in
slaap kunt komen. Ge legt uw twee
armen onder uwen nek en ge begint te
de grootste schat voor 'n man? Is dat
niet zijn vrouw. En zoo komt het dat
ik, al dc voorschriften van de EI.
Schriftuur te volgen, mijn vrouw
thuis laat. Waarop Marentajoeba
zegt: er staat geschreven dat het ver
boden is de H. Schriftuur te lezen en
zoo zal het hier nu het geval van
Zander zijn vrouw ook wel zijn, want
zij is duister op vele plaatsenniet
Zander zijn vrouw, maar de H. Schrif
tuur. En hier nog zoo iets. Waarom
tellen: een... twee... drie... enz. 't Is
zeker en vast dat ge zijt ingeslapen
vóór dat ge aan 't millioën zijt. Ge
kunt het in alle-geval ne keer probee
ren. IN DE KERK werd er een rond-
haling gedaan voor de negerkens in
Congo. Moeder, vroeg Janneken, dra
gen de negerkens in Congo ook een
broeksken. Neen, zei moeder,
waarom vraagt ge dat? Omdat ons
vader een knoop in den offerblok
heeft gestoken.
Nu kijken we even in den hoek
En brengen aan Perzië een bezoek.
Alhier heeft er een huwelijk plaats
gehad van een broeder van den Sjah
met een rijke inlarische vrouw. Het
gaat gij altijd aan de deur staan, als schijnt dat de juweelen die bij die ge-
uw vrouw een romance zingt? vroeg legenheid werden gedragen meer dan
Jeppe aan Mane. Wel, antwoordde 2 miljard franken waarde hadden.
Mane, anders zouden de buren mis-1 ISAAK EN REBECCA waren in
seinen peinzen dat we aan 't kwestie den echt verbonden en zooals 't de
maken zijn. [gewoonte is, om die triestige gelreur-
IN OP FE I JD in Dtiitschland was er j tenis te vieren, werd er een ferme
ruzie in 't huishouden van de familie dinee opgediend. Aron en Mozes, twee
Kaufmann. De vader verweet zijiDoude joodjes zaten ook aan tafel en
oudsten zoon Wilhelm dat deze te veeDdaar werd bij de spijzen mosterd op
dronk. De moeder trok partij voor -gediend. Aron proefde er van en kreeg
haar zoon, want naar 't schijnt lustte er de tranen van in de oogen. -
die moeder ook graag nen lepel. De Waarom weent ge? vroeg Mozes.
andere kinderen trokken partij voor Ik ween antwoordde Aron, omdat ik
den vader. Kortom 't werd daar een aan mijn broeder denk, die verdron-
oorlog in 't klein en de politie kwam ken is. Vijf minuten later, bediende
er bij te pas. Daarmee was de ruzie Mozes zich ook van den mosterd en
gestild. Maar 's nachts toen iedereen kreeg ook de tranen in de oogen,
sliep is die oudste zoon opgestaan en Waarom weent gij vroeg Aron nu
heeft hij zijn vader en drie broers met met een spotlachje. Ik ween, ant-
een geweerkolf het hoofd ingeslagen, woordde Mozes omdat gij niet met
De deugniet heeft daarop de vlucht uw broeder... zijt verzopen. Marenïa-
genomen en is nog niet gevonden, joeba bekijkt me kwaad, omdat ik het
Eert vader en moeder zoo luidt het huwelijk een triestige gebeurtenis
vierde gebod, maar de ouders zijn dik- heb genoemd. Och Marentajoeba
wijls en veekde schuld er van dat de, wat is het anders dan een plaat» W ar
kinderen dit gebod niet naleven; zoo de verliefden gepijnigd worden...
zegt Marentajoeba en heeft Maren- Dat is het vagevuurantwoordt Ma-
tajoeba weer ne keer gelijk. rentajoeba. Maar 't Manneken [uit
VAN DE TIEN GEBODEN GE- de Maan zegt op zijn beurthet een is
SPROKENmeneer de paster had 't ander. DIE AUSTRAEIER, Tom
Zondags gesermoond en de tien Heeney heeft ook zijn vagevuur ge-
geboden Gods in 't kort uitgelegd. Nu zien, gepasseerde week in Amerika
twam hij Toontje den vertinner tegen waar hij moest boksen tegen den
en hij zegdeToontje, ik heb gehoord Amerikaan Gene Tunney.
dat gij Zondag weer in De Kroon j Gene Tunney sloeg al gauw
zijt blijven plakken en niet naar de: Tom's gezichte bont en blauw,
mis zijt geweest Zeg nu eens recht- Was om een stier dood te
uit: Zoudt gij de tien geboden kun- skan en fJaarv*or werden er mi]joe,
nen opzeggen. Wel, meneer de pas- nen gn miljoenen uitgegeven omdat
ter, zei loontje ieder zijn stiel: ik tfi 7jen Hewel! 't is effenaf
vr
Lieve Vrouw, de nood is groot,
Haat en kwaad, zwoer val en dood
Aan Vlaanderen.
Steun ons moeder, 't is ons recht,
Leid ons zeegrijk uit 't gevecht,
't ls voor Vlaanderen.
DAAR ERGENS in Vlaanderen
woonde een zekere Zeepbol en die
was naar een doktoor gegaan want
hij hinkte door 't danig flerecijn in
zijn rechter been. Troost u man, zei
de doktoor, dat komt door den ouder
dom. Watte! bromde Zeepbol, door
den ouderdom? mijn linkerbeen is
toch zeker zoo oud als mijn rechter.
EN HIER NOG ZOO IETS: Judo-
cus zou gaan trouwen en hij had bij
een juwelier reeds de ringen gekocht.
Maar een paar dagen later kwam hij
er meê terug. Staan ze u niet aan
vroeg de juwelier? Ja wel, antwoord
de Judocus, maar ik sta haar niet aan.
En staat 't geklap
Van Manneken in de Maan,
Toe, zeg het rap,
U somwijlen niet goed aan
Geef dan maar gerust uw wenken
't Manneken zal ze gedenken
Om te doen al wat hij kan
Opdat elkeen vrouw en man
Lijk het past, mijn goede vrinden,
In het blad vermaak zou vinden.
Daarmee is 't voor vandaag amen
en uit en krijgt ge allen de hartelijke
groeten van mijn Marentajoeba en
van
Het Manneken uit de Maan.
raag aan u niet of gij een kasserol s£handali ist dat ook niet al
zoudt kunnen soedeeren. i derliefste lezeres en vriend lezer. EN
WE DRIJVEN NU met ons maan- NU ZOU 't Manneken uit de Maan
tje over de stad V eenen. t Is hier nog nog veej moeten vertellen, maar daar
altijd veel ellende naast rijkdom en zjjn a] nief- eens zware wolken komen
weelde. In de scholen zijn er op hon- opzetten en daardoor kan het Manne-
deid kinderen wel zeventig die een ken n;et meer zjen wat er beneden ge-
wil dragen Dat komt vooral zeggen peurp Dat is niemendalle zegt Meren
de doktoren doordat de kinderen te tajoeba, dan vertelt ge maar 't een eh
vroeg beginnen te rooken en te veel >t ander waarover ze kunnen medi-
naar de cinema gaan. JAN GING met teeren Alzoo*
zijn Mieken ook naar den cinema en'
ze spraken over trouwen. OJan,
Kwaad ei, kwaad broedsel.
Kwaad spijs, kwaad voedsel.
Kwaad koren, kwaad brood.
Kwaad* leven, kwade 'dood.
iMengelwerk v."De Poperinghenaar,, 2
ROMAN
door A. HANS.
Maar Bakelandt en zijn mannen
zitten aldaar niet, merkte de herber
gier op. Als ge naar leper moet komt
ge nu in hun streek. Gisteren hebben
ze nog een reiziger aangerand, hem
bestolen en hem in doling geslagen,
't Was een lijnwaadkoopman van
Roeselare. Een boer vond hem 's mor
gen s.
Robert had geen lust naar zulke
vertellingen te luisteren. De waard
duidde hem aan hoe hij het stadje
moest verlaten en weldra reed de
ji aker den weg naar Roeselare op.
't Sloeg op den toren juist negen
uur..
Rond middernacht zal ik wel
thuis zijn, monpelde Robert, 'k Heb
wonder of de portier, dien de notaris
er geplaatst heeft, mijn brief heeft
ontvangen.
Met zijn blanken gevel doemde de
oude herberg 't Land van Beloften j
in t duister op. En Robert van Maere J
begroette het nu gesloten huis als een
■oude kennis.
Hier zwenkte de heirbaan naar
leper af. Het paard scheen onver-
anoeïd. Nu en dan liet de ruiter het j
wrat stappen, maar meestal draafde
zegde Mieken, wat zal ik gelukkig
zijn, als we getrouwd zijn, ik zal u
runnen troosten in uw verdriet.
Maar, Mieken, zei Jan, ik heb geen
verdriet. Wees maar gerust, ant- week door den telegrafiesansfiel door
woordde Mieken, dat zal wel komen, een klein meisken hoorde opzeggen
En hier een gedichteken dat ik dees
het flink door.
Robert reed door Hooglede en dan
door West-Roosebeke.
De baan daalde en klom.
En weer werd ze door bosschen be
hind, de uitloopers van Houthulst's
dicht woud, algemeen Den Vrij-
bosch genoemd.
De wind scheen het nu van geheim
zinnige klanken te vervullen: soms
geklaag, dan weer een gejuich.
Maar Robert bleef kalm en lachte
bij zich zelf om de overdreven verha
len van Bakelandt en zijn bende.
Plots echter steigerde zijn paard en
stuitte het zelfs zijn vaart.
Er is onraad, dacht Robert, die
te goed de paarden kende, om niet
onmiddellijk te begrijpen dat het dier
schrok.
Tegelijk nam hij zijn pistool en
trachtte hij de duisternis te doorpei
len.
Een gedaante rees voor hem op en
klagend klonk het
Mijnheer, een aalmoes, als 't u
belieft
Robert meende een vrouw in een
kapmantel te onderscheiden, maar
't was de stem van een man.
Hij boog zich terzijde en gaf de ver
meende bedelares een slag, dat ze
omver tuimelde.
Dat is een schreeuwde hij, en
de tweede schiet ik neer!
Wel zeven kerels sprongen nu uit
lfet bosch. Robert vuurde en hoorde
een kreet.
Maar een kogel floot hem nu ook
om de ooren. En het paard wilde niet
vooruit, 't Werd zoo een hachelijke
toestand.
I Geef u overriep men.
Nooitbulderde Robert terug.
Daar naderde een andere ruiter.
Mijnheer van Maere ik kom u
helpen! schreeuwde hij, Bakelandt en
zijn mannen zijn lafaards!
De Wilde Ruiterkloeg er een
van de roovers.
j De bedelares was opgesprongen en
verdween met de anderen in het
woud.
I Het gevaar is voorbij, sprak de
helper. Maar voor alle zekerheid, zal
ik u begeleiden, mijnheer van Maere.
Gij kent mij
i Ik wist dat ge naar Maerburg
zoudt komen.
- Zijt ge misschien de portier van
mijn kasteel?
Neen, neen... Men noemt mij den
Wilden Ruiter, omdat ik zoo snel kan
rijden, en veel bij avond op de baan
ben. En sta me toe, mijn naam voor
u te verbergen. Er is trouwens nie
mand in de streek die me kent. Ze
houden me zelfs voor een soort van
spook... den Wilden of den Eeuwigen
Jager.
Dat leek allemaal ook zeer ge
heimzinnig.
Willen we naast elkaar? hernam
de Wilde Ruiter met zijn zware bas
stem.
Gaarne en ik dank u voor uw
hulp. Ik was juist in groot gevaar.
Ik rijd 's avonds rond om eenza
me reizigers te helpen. Wie ik ben,
dat komt er niet op aan. Ik heb er nu
W' HUYGHE
Klokke, bezing verrukt Van Walleghems
allerplechtigste intrede.
CA MI EL DE WULP:
Heer Pastoor, wees welkom
Hoort men roepen hier alom
Konden wij U lange jaren
In ons midden hier bewaren.
HENRI CHAEREL:
In vrede, rust en vreugde
Doorbreng alhier uw dagen
't Is hetgeen wij aan God
Uit ganscher herten vragen.
EVARIST PRINSIER:
Hier wonen twee oude lieden
Die U hunnen welkom bieden.
RICHARD SINNAEVE:
Gebuur, Eerweerde Heer Paster
'k Schiet liever Patrijs dan Akster
Voor U als herderlijken baas
Schiet ik in jachtstijd een lekk'ren haas.
W6 WELVAERT:
Heel ons dorpje is in feest
Iedereen verheugd van geest
Wenscht, U Herder uit ter lierte
Heil en vrede nimmer smerte.
DÉSIRÉ MOENECLAEY:
Welkom, aarde herder die in de naam des
[Heeren
Aan ons allen deugd en wijsheid hier komt
[leeren
Dat de goede God U leid op al uw wegen
En o,p al uw werk- stort steeds zijn milde
"[zegen.
AUGUST DAVID:
Saam gaan wij hand in hand
L>oor eensgezinde streven
Gij brengt de zon in 't ziel
En ik in 't burgerleven
En heerlijk op ons bei
Zal zij haar weerschijn geven.
We HOSTE:
Wel achtbare Herder der Parochie, U hier
heilwenschen opgedragen.
HENRI AN SEEL:
Achtbare nieuwe Zielenherder, gij zijt
welgekomen bij uwe lieye Parochianen.
LEON HINDERYCKX
Mijnheer Pastoor wees welkom
In het huis van Leon
'k Versier mijne winkel
Met hier en daar 'ne krinkel
En wordt gij Mijnheer Pastoor ons klient
Dan zijn wij allemaal kontent.
JOSEPH SAMPF.RS
Op dezen blijden dag
Zegt klok, kanon en vlag
Dat Wnlveringhem vol moed
Zijnen nieuwen herder groet.
SILVÈRE VERMEULEN:
Mochtet gij in blijde dagen
Hier den staf van herder dragen
Lieer Pastoor welkom alhier
Silvère Vermeulen winkelier.
JOSEPH HUYGHE:
Jos. Huyghe winkelier
Wenscht zijn herder welkom hier
Wees welkom, o herder zoet
Gij die ons bestieren moet.
MEDARD BOONEFAES:
Iedereen die zijn plicht voldoet
Brengt den herder zijnen groet
eenmaal genoegen in de roovers te
weerstaan.
Men heeft mij voor hen gewaar
schuwd, maar ik wilde niet naar raad
luisteren, die nu toch blijkt goed ge
weest te zijn, erkende Robert.
Uw reis tot morgen uit te stel
len
Ja, maar ik kon niet besluiten te
bukken voor gespuis.
De fierheid van een edelman
Welnu, ja...
Ik begrijp uw gevoelens. En als
er zoo een dozijn dapperen in de
streek waren, zou het spoedig met de
roovers uit zijn. De menschen stellen
hen voor als een onverschrokken ben
de, maar 't is een hoop ellendige la-
jfaards, die leemen hutten binnendrin
gen en daarvoor met een half of een
jheel dozijn mannen zijn, en ze moeten
even talrijk wezen om een eenzamen
reiziger aan te vallen. Ze weten ech
ter dat ze een vreeselijken naam heb
ben.
I Wel ik hoop dan met u te mogen
meewerken om de bende spoedig uit
te roeien. Het is u bekend dat ik me
op Maerburg ga vestigen.
Jawel, dat heeft Roden Martens
de portier verteld.
En woont gij ver van mij af,
mijnheer
Ik woon nergens en overal... Dat
klinkt mysterieus, 'k weet het... En
ze zullen u over mij allerlei onzin ver
tellen. Verleden week redde ik een
man die door de roovers opgewacht
werd, het leven. Den volgenden dag
ging hij te Roosebeke ter beevaart om
CYRIEL MISSINE:
Eerweerde Herder
Wees gegroet
Gij komt met wijsheid, kracht en moed
Den zwaren last d'r zielen dragen
God schenke U lange levensdagen
Tot allerheil en geestelijk goed.
KLOOSTER
Allerbaarste, overvurige zielengeleider
wclckom,
U, zielenleidsman heilvolle gelukwenschen.
NAPOLEON DEBERDT:
Ik ben maar een klein persoontje
Ik sta hier op mijn troontje
Te kijken hoven boven alle lien
Om den nieuwen Pastoor te zien
Proficiat.
EMILE HOSTE
Wees welkom, Zeer Eerwaarde Heer
Moge altoos uw woord de harten treffen
En ze al door eed'le christen leer
Tot broedermin en deugd verheffen.
HENRI HOSTE:
Eerwaarde achtbare' Herder, U heden har
telijk alle heil gewenscht.
VOOR DE KERK:
Zijn lieve Parochianen
Zal hij krachtig hier vermanen
En hun wijzen waar gewis
't Waar geluk te vinden is.
AAN 't OKZAAL:
De hemel zingt
Gods lof met jubelende galmen
De heilige kerk groet hem met
orgeltoon en psalmen.
AAN DEN PREDIKSTOEL:
Als leeraar spreekt gij hier de waarheid van
[Gods woord
Dat licht en leven schenkt aan ieder die het
[hoort.
AAN HET ALTAAR:
't Onbloedig offer door uw handen opge-
[dregen
Brengt ovër hiddeijd volk de volheid van
Gods zegen.
AAN DEN BIECHTSTOEL:
De priester in Gods naam verbreekt het
[juk der zonden
Bij hem wordt heul en troost voor alle
[smert gevonden.
AAN DE VONTE:
In 't heilig doopsel wordtde Christen merisch
[geboren
En vindt de gratie weer door Adams schuld
[verloren
AAN DE PASTORIJ:
Moge uw herderlijk bestuur
Wezen hier van langen duur
Moge u troost en ziele vrede
Ter belooning van uw vlijt
Vergezellen t' allen tijd
't Is ons wensch en liefdebede
Wees heer Pastoor wellekom
Roept elk parochiaan alom.
CAMIEL DEWAELE:
Hier woont Camiel DeWaele hakker
Die 's morgens vroeg altijd is wakker
Om te bezorgen 't dagelijksch brood
Aan arm en rijk, en klein en groot
Hij hakt ook koeken, taart en lekkernij
Vooral dienstig in de Pastorij
En hoopt van door zijn werk en kfinst
Te winnen 's heeren Pastoors gunst
Maar vandaag is het een liefhebberij
En daarom is er Camiel ook gaarne bij
En wenscht aan den Heer Van Walleghem
Geluk en voorspoed hier in Wulveringhem.
MEESTER AMEEUW:
Achtbare priester, de hemelheer verleene
U hier echt heilrijke jaren geestelijk bestuur.
REMI MARIJN:
,'k Wensch U Pastor hier veel jijren
Vrij van kommer, vol plezier
Wil daarom van kou u sparen
En zorg steeds voor een goed vier
Kolen hard, kolen zwart
Matte of blinkers
Geen rookers noch stinkers
Dat vindt ge superfijn
Bij Remi Marijn.
JERÓME GHESQUIÈRE
Heer Pastoor
Voor U met met vlag en groen ik sier
En recommandeer daarbij mijn bier
Die van mijn biertje drinkt voorwaar
Wordt zeker toch wel honderd jaar.
MAURICE DEWITTE, onderwijzer:
Uit ter herten wenschen wij
Heil en welkom, gul en blij
Wijze werking en bestier
U ons nieuwe Pastoor hier.
CAMIEL DEGRIECK:
Achtbare herder U hier allerhartelijkst
welkom gewenscht.
CAMIEL DEGRIECK:
Men hoort voorwaar door alle monden
De wijsheid en de deugd verkonden
Van d' herder die op dezen dag
Bij feestgewaad, hij trommelslag
En klank en zang en eerestoet
Hier zijne plechtige intreê doet
Hij leve lang dit wenschen wij
Bevrijd van kwaad, van lijden vrij
En voere d' herders staf met kracht
Tot heil van Wulveringhems geslacht.
HENRI HOUCK:
Pastoor, welgekomen en gegroet
Aan U, die hier uwintree doet
Schenk ik wenschen blij van zinnen
Treed vrij en vrank ons dorpje binnen
Om de wet en leering van den Heer
Rond te spreiden vol moed en eer.
mijn duivelschë macht op hem te bre
ken. Dat heeft hij daar in een herberg
zitten vertellen... Ik heb nu tot doel
zwakken en bedreigden te helpen.
Ge voldoet misschien aan een be
lofte
Och, vraag niet verder tiaar mij.
Gij zijt uit Engeland teruggekeerd?
En de Wilde Ruiter begon dan over
den tijd te spreken. Er was veel gele
den geworden in Vlaanderen. En men
verwachtte nu wonderen van Napo
leon.
Maar ik twijfel aan die wonde
ren, zei de geheimzinnige reisgenoot.
Deze Napoleon heeft zich tot Consul
opgeworpen, hij bevestigt zijn gezag
door gelukkige oorlogen en natuurlijk
is het hem om te doen koning of
keizer van Frankrijk en de veroverde
gebieden te worden. Zoo 'n vechters
baas is dan ook op zijn buurt een
dwingeland.
Robert van Maere kon 't gelaat van
zijn helper niet onderscheiden. De
Wilde Ruiter droeg dan ook een
breedgeranden hoed en lange lokken
golfden hem om 't hoofd en over de
schouders tot op een zwarten mantel.
Was hij jong of oud, deze geheim-
zinige zwerver? En meer vragen re-
zen op.
De roovers lieten niets meer van
zich merken.
We zullen dezen zijweg nemen,
sprak de Wilde Ruiter, toen ze op het
gehucht Poelcapelle aangekomen wa-
ren. Ge zult vlugger thuis zijn dan
MEVROUW MERGHELYNCK
Moge hij vreugdevolle jaren in ons midden
verblijven.
1 Beauvoor'de wenscht onzen nieuwen her
der hartelijk welkom.
JERóME WELLECOMMEN
't ïs hier in d' herberg "De lansier"
Den haas is kapitein pompier
Heer Pastoor komt ook somtijds langs hier
Want hij is ook nog winkelier.
JULES ANKIftRE:
Heer Pastoor 't is ter uwer eer
Dat ik mijn huis pareer
Aanveerd mijn welkomgroet
Die alles voldoet.
ONDERWIJZER DEWITTE:
Leer dqn weg van eer en deugd
I11 ons scholen aan de jeugd.
HENRI DIERICKX:
Achtbare herder hier u oprecht hartelijk
welkom gewenscht.
I B. VERMAST, Notaris:
Innig geluk en vreè wenschen wij U acht
bare ijverige nieuwe herder Van Walleghem.
j LOUIS BOUDEWEEL:
Hier is 't bij Boudeweel-Denijs
Hij heet Louis, hij is niet vijs
Heer Pastoor als gij zult passeeren
Moogt gij hem heêl gerust trakteeren.
R. BRULOOT, Secretaris:
Het dorp in feest
Pïn 't zwarte beest
Is fier te mogen prijken
Op 't gouden veld
De stonden telt
Geduldig zit te kijken --
Z'11 stoeren kop
Dien richt hij op
De klokken luiden verder
Een poot vooruit
Wiens klauw hij sluit
Denk aan dien groet, o herder.
JULES MOR LION:
Achtbare zielenherder, de voorzitter der
kerkfabriek wenscht u alle geluk.
GUST. NOTEBAERT:
Gust. Notebaert is ook in feest
En knikt met Nilleken om ter meest
Uit 't deurgat
Proficiat.
AUGUSTE DEWAELE
Gust. en Emelie wenschen u alhier in
alles echte voorspoed.
HIPPOLI ET BRULOOT:
Wees hartelijk welkom mijnheer Van Wal-
[leghem
Als nieuwe Pastoor, bij ons in Wulv'ringhem.
CYRIEL CEULENAERE:
Als dienaar Gods, als volksvriend wen
schen allen u hier lang.
CAMIEL DECEUNINCK:
Wij willen ook den Hper Pastoor groeten
E11 wij wérken voor aan' de roeten
Gij, Heer Pastpcit die geen kloetten draagt
Geef z' aan d' arme die ze vraagt.
RENÉ THEUNISSEN:
René Theunissen en Marie
Zijn vandaag er geerne bie
Wordt heer Pastoor ons klient
Dan zijn we alle drie kontent.
CAMIEL BOONEFAES:
't Wethuis ook in volle feeste viert den heer
[Van Walleghem
Dien den Bisschop als zijn pastoor schonk
aan ons lief Wulv'ringhem
Welkom herder en we wenschen,,
Al wat gij maar wenschen kunt
Heil zij u en Codes ^egen
Weze u rijkelijk gegund. j
HENRI MAERTEN: j
Uit ter herten wenschen wij
Heil en welkom gul en blij fe[
Wijze werking, wijs bestier
U ons nieuwe pastoor hier. J
HENRI BOLLE:
Heel het dorp staat gepint
Iedereen is welgezind
Mond en herte roepen blij
Dat heer Pastoor welkom zij.
We BONTE:
Eerwaarde zielenherder der Parochie U
alle heil wordt toegewenscht.
JULI EN CEULENAERE:
Achtbare, Eerwaarde zielenherder heden
hier alle heil U toegewenscht.
EDOUARD CEULENAERE:
Wij steken 't vaantjen uit
Ook sieren wij de straat
Langs Oost of West, Noord of Zuid
We zien dat 't ook zoo gaat
Geen wonder heer Van Walleghem
Komt als herder, welkom zij hem
De parochie nu bestieren
't Is hem ter eere dat wij sieren.
blank ge-
over Sint Jan.
Ze kwamen nu in de donkere dreef
van het bosch, waar de wind boven
het geboomte voer. De Wilde Ruiter
moest wel geen zween van vrees ken
nen.
Hier en daar stond het leemen hutje
van een bezembinder. De
witte want lichtte in 't donker op.
De Wilde Ruiter scheen heel goed
de streek te kennen, want zonder
aarzelen nam hij zijdreven en zelfs
wegels, waar de paarden achter elkaar
moesten stappen.
Eindelijk verlieten ze het bosch.
Dat licht daar is van Maerburg,
zei de gids.
Het ontroert me, sprak Robert.
Dat kan ik gelooven... Het toont
uw vaderlijk huis met zijn vele herin
neringen. En dan 11a tien jaren terug
keeren... E11 uw ouders die in Enge
land gestorven zijn...
Gij weet dat dus ook?
Ja... En'hoe maken het uw zus
ters Margaretha en Eli se
Beiden zijn gehuwd. Gij kent
mijn familie van vroeger!
O ja.
En ik mag uw naam niet weten
Eater misschien. Eerbiedig mijn
stilzwijgen
O, zeker
Ik heb er een reden voor.
Ze volgden nu een laan naar het
kasteel.
De portier schijnt u te verwach
ten, hernam de ruiter.
TLAW.:. Z .J: