De Wilde Ruiter inüumioiiis van m e. h. rasior GEDAC H T M P¥ het manneke UIT DE maa; WULVERSMOHEW1 DE OPSCHRIFTEN I 't Hoekje van den Christen Werkman I Op heden Zondag 5 Oo£?st, te ioV» uur, vergadeiing ^icor 't Textiel en i't syndikart van Hout en Bouw. I Woensdag 8 Oogst, te 8 uur, ver- fgadering voer 't b.stuur der Coope- ratief. Donderdag 9 Oogst, te 8 uur, be langrijke vergadering voor den Mid- denr. ai. De Spaarkas is open 's Zondags van 4 tot 5 en 's Vrijdags van 9 tot 10 ure. Loten der TQFi/IBÓLA zijn te verkrij gen in 't Volkshuis, in de Coöperatief en bij al de Bestuursleden. Miel. I Maar Robert was te bescheiden om die vragen te stellen. ('t Vervolgt.) Indien gij in 't huwelijksbootje stapt., zegt een vader tot zijn zoon, kies dan een vrouw, die oordeel ge noeg bezit om opzicht te houden over de keukensmaak genoeg om zïch- zelven te kunnen kleeden; trots ge noeg om haar aangezicht te wasschen voordat zij ontbijt, en verstand ge noeg om te zwijgen wanneer zij niets te zeggen heeft. Men moet voor den duivel een kaarsken ontsteken. Men moet een bliekje smijten om een snoekje te Vangen. De deugd houdt tusschen twee gebre [ken 't middenpad 't ging beter zoo 't gebrek twee deug eden bij zich had Wie beweert geen. vijanden te heb ben, moet eerst eens tusschen zijn vrienden zoeken. En door de wijde hemelbocht Begint opnieuw mijn lage tocht Van Oost tot West en tot besluit Strooi ik weer alle nieuwsjes uit EN OM TE BEGINNEN, 't is hier boven in 't maantje frisch en gezond. Mijn wijveken, dat ge niet kunt zien omdat ze altijd druk op bezig is in heur huizenken en maar af en toe ne keer door 't venstrken van heur keu ken loert, mijn wijveken dus, dat Ma rentajoeba heet zegt al met ne keer, zoo: Manneken uit de Maan, nu begin ik te geloven dat er een vijs los is bij de menschen daar beneden. En waarom dat, Marentajoeba zeg il zoo. Hewel, zegt zezie ne keer daar verkoopen ze nu te Brussel de citroenappels aan drie frank het stuk en de dikke vleeschkersen aan 16 frank per kilo. Ha, ja, Marentajoe ba, 't is dure tijd daar beneden en de mannen van het Ministerie van Arbeid hebben uitgerekend dat het leven 8 keeren en een half zoo kostelijk is als voor den oorlog. Hewel antwoordt mijn Marentajoeba. dan moeten die ministeriemannen huider rekeningen maar ne keer laten con troleeren door 't is eender welke huis moeder dan zullen ze rap zien dat het leven wel tien, twaalf en veertien keeren duurder is geworden. Toch wordt er nog bij hoog en laag be weerd dat het leven in Belgie nog veel goedkooper is dan in andere landen In alle geval de vreemdelingen die met ponden sterveling, dollars en gul dens en goudmarken naar hier ko men. vinden er profijt bij, maar de arune Belskens met huider nikkelen frankskens moeten precies niet stoe ten. STOEPEN IS NOOIT NIET schoon. En daarbij waarlijk Somtijds zeer gevaarlijk. Zie maar ne keer wat er te Rotter dam is gebeurd. Zekere Van Hemel had geld getrokken bij eenen notaris en was daarmee op zwier gegaan niet met den notaris maar met zijn geld. Daar werden veel druppelkens ge- En weer vol geschonken, [drokenn en Van Hemel maakte kennis met een paar bootwerkers en hij was zoo onnoozel zijn geld te laten zien. Die twee kerels lokten den sukkelaar naar eene eenzame plaats, sloegen hein half dood en namen hem zijn por- tefüil af en smeten hem toen in een gracht. Gelukkig stond er niet veel water in en kon Van Hemel er later uitkruipen, maar met al zijn stoefen was hij toch zijn centen kwijt. Hebt gij geld mijn goede vrienden, Luistert goed naar mijnen raad, Loopt er niet mede te koop, want Daar het anders vliegen gaat. IN FRANKRIJK ligt Parijs en daar gaat er nu vrouwvolk over de straat met levende slangen om den hals. Dat is nu de leste mode. Maren tajoeba zegt dat dat vrouwvolk wel 'vrouwvolk van de lichte cavalerie zal zijn en daarin zal Marentajoeba wel gelijk hebben.. Nu we toch over het vrouwvolk bezig zijn, mag ik hier wel een paar spreuken aanhalen die op het vrouwvolk toepasselijk zijn Een zuinige vrouw Is een eigen gebouw. Hoe schooner vrouw Hoe gevaarlijker trouw. Vrouw met geld Man ongeteld. Als de vrouw haar kii#d mag wiegen, Zal zij niet gauw haar man bedriegen. SISSE kwam Zander tegen. Hewel, Zander zei Sisse, hoe komt dat toch dat gij altijd uw vrouw thuis laat en nooit met haar naar feesten en ker missen gaat. Dat komt, antwoord de Zander, omdat ik dien raad in de H. Schriftuur heb gelezen. Staat daarin, vroeg Sisse, dat de man zijn vrouw moet thuis laten? - Daar staat zóó in, zei Zanderwie een schat gevonden heeft, laat die schat thuis en loopt er niet mee te koop, uit vrees dien schat te verliezen. Hewel, wat is En nu op een wipte Reizen we naar Egypte. Hier is 't ruzie in 't huishouden met Engeland. De Kamers zijn naar huis gezonden en Engeland heeft troepen naar hier gehaald en nu moeten de Egyptenaren braaf en piet zijn of de Èngelsche soldaatjes beginnen met hun geweren te spelen en dat kan gevaarlijk worden, 't ïs hier fel droog en 't water kost peperduur, 't Is daar- meê dat er hier zooveel met zwarte voeten loopen. Maar allee! daarvoor 'moet ge niet naar Egypte gaan. VAN HIER NAAR CONGO is 't voor ons maar een stapken. We zien dat onze Koning en zijn madame huider reis zonder ongemakken vervolgen; nu ne keer per boot, dan per auto, dan per trein en dan weer per vliegmachien. Op zulk een manier is 't plezant -.rei zen als er geen strooiken in den weg wordt gelegd. Van de slaapziekte, waarvan er vroeger zoovel werd 'ge sproken en die zooveel zwarte negers naar 't pierenland hielp, hoort ge te genwoordig bijna niet meer spreken. HIER EEN remedie als ge niet in slaap kunt komen. Ge legt uw twee armen onder uwen nek en ge begint te de grootste schat voor 'n man? Is dat niet zijn vrouw. En zoo komt het dat ik, al dc voorschriften van de EI. Schriftuur te volgen, mijn vrouw thuis laat. Waarop Marentajoeba zegt: er staat geschreven dat het ver boden is de H. Schriftuur te lezen en zoo zal het hier nu het geval van Zander zijn vrouw ook wel zijn, want zij is duister op vele plaatsenniet Zander zijn vrouw, maar de H. Schrif tuur. En hier nog zoo iets. Waarom tellen: een... twee... drie... enz. 't Is zeker en vast dat ge zijt ingeslapen vóór dat ge aan 't millioën zijt. Ge kunt het in alle-geval ne keer probee ren. IN DE KERK werd er een rond- haling gedaan voor de negerkens in Congo. Moeder, vroeg Janneken, dra gen de negerkens in Congo ook een broeksken. Neen, zei moeder, waarom vraagt ge dat? Omdat ons vader een knoop in den offerblok heeft gestoken. Nu kijken we even in den hoek En brengen aan Perzië een bezoek. Alhier heeft er een huwelijk plaats gehad van een broeder van den Sjah met een rijke inlarische vrouw. Het gaat gij altijd aan de deur staan, als schijnt dat de juweelen die bij die ge- uw vrouw een romance zingt? vroeg legenheid werden gedragen meer dan Jeppe aan Mane. Wel, antwoordde 2 miljard franken waarde hadden. Mane, anders zouden de buren mis-1 ISAAK EN REBECCA waren in seinen peinzen dat we aan 't kwestie den echt verbonden en zooals 't de maken zijn. [gewoonte is, om die triestige gelreur- IN OP FE I JD in Dtiitschland was er j tenis te vieren, werd er een ferme ruzie in 't huishouden van de familie dinee opgediend. Aron en Mozes, twee Kaufmann. De vader verweet zijiDoude joodjes zaten ook aan tafel en oudsten zoon Wilhelm dat deze te veeDdaar werd bij de spijzen mosterd op dronk. De moeder trok partij voor -gediend. Aron proefde er van en kreeg haar zoon, want naar 't schijnt lustte er de tranen van in de oogen. - die moeder ook graag nen lepel. De Waarom weent ge? vroeg Mozes. andere kinderen trokken partij voor Ik ween antwoordde Aron, omdat ik den vader. Kortom 't werd daar een aan mijn broeder denk, die verdron- oorlog in 't klein en de politie kwam ken is. Vijf minuten later, bediende er bij te pas. Daarmee was de ruzie Mozes zich ook van den mosterd en gestild. Maar 's nachts toen iedereen kreeg ook de tranen in de oogen, sliep is die oudste zoon opgestaan en Waarom weent gij vroeg Aron nu heeft hij zijn vader en drie broers met met een spotlachje. Ik ween, ant- een geweerkolf het hoofd ingeslagen, woordde Mozes omdat gij niet met De deugniet heeft daarop de vlucht uw broeder... zijt verzopen. Marenïa- genomen en is nog niet gevonden, joeba bekijkt me kwaad, omdat ik het Eert vader en moeder zoo luidt het huwelijk een triestige gebeurtenis vierde gebod, maar de ouders zijn dik- heb genoemd. Och Marentajoeba wijls en veekde schuld er van dat de, wat is het anders dan een plaat» W ar kinderen dit gebod niet naleven; zoo de verliefden gepijnigd worden... zegt Marentajoeba en heeft Maren- Dat is het vagevuurantwoordt Ma- tajoeba weer ne keer gelijk. rentajoeba. Maar 't Manneken [uit VAN DE TIEN GEBODEN GE- de Maan zegt op zijn beurthet een is SPROKENmeneer de paster had 't ander. DIE AUSTRAEIER, Tom Zondags gesermoond en de tien Heeney heeft ook zijn vagevuur ge- geboden Gods in 't kort uitgelegd. Nu zien, gepasseerde week in Amerika twam hij Toontje den vertinner tegen waar hij moest boksen tegen den en hij zegdeToontje, ik heb gehoord Amerikaan Gene Tunney. dat gij Zondag weer in De Kroon j Gene Tunney sloeg al gauw zijt blijven plakken en niet naar de: Tom's gezichte bont en blauw, mis zijt geweest Zeg nu eens recht- Was om een stier dood te uit: Zoudt gij de tien geboden kun- skan en fJaarv*or werden er mi]joe, nen opzeggen. Wel, meneer de pas- nen gn miljoenen uitgegeven omdat ter, zei loontje ieder zijn stiel: ik tfi 7jen Hewel! 't is effenaf vr Lieve Vrouw, de nood is groot, Haat en kwaad, zwoer val en dood Aan Vlaanderen. Steun ons moeder, 't is ons recht, Leid ons zeegrijk uit 't gevecht, 't ls voor Vlaanderen. DAAR ERGENS in Vlaanderen woonde een zekere Zeepbol en die was naar een doktoor gegaan want hij hinkte door 't danig flerecijn in zijn rechter been. Troost u man, zei de doktoor, dat komt door den ouder dom. Watte! bromde Zeepbol, door den ouderdom? mijn linkerbeen is toch zeker zoo oud als mijn rechter. EN HIER NOG ZOO IETS: Judo- cus zou gaan trouwen en hij had bij een juwelier reeds de ringen gekocht. Maar een paar dagen later kwam hij er meê terug. Staan ze u niet aan vroeg de juwelier? Ja wel, antwoord de Judocus, maar ik sta haar niet aan. En staat 't geklap Van Manneken in de Maan, Toe, zeg het rap, U somwijlen niet goed aan Geef dan maar gerust uw wenken 't Manneken zal ze gedenken Om te doen al wat hij kan Opdat elkeen vrouw en man Lijk het past, mijn goede vrinden, In het blad vermaak zou vinden. Daarmee is 't voor vandaag amen en uit en krijgt ge allen de hartelijke groeten van mijn Marentajoeba en van Het Manneken uit de Maan. raag aan u niet of gij een kasserol s£handali ist dat ook niet al zoudt kunnen soedeeren. i derliefste lezeres en vriend lezer. EN WE DRIJVEN NU met ons maan- NU ZOU 't Manneken uit de Maan tje over de stad V eenen. t Is hier nog nog veej moeten vertellen, maar daar altijd veel ellende naast rijkdom en zjjn a] nief- eens zware wolken komen weelde. In de scholen zijn er op hon- opzetten en daardoor kan het Manne- deid kinderen wel zeventig die een ken n;et meer zjen wat er beneden ge- wil dragen Dat komt vooral zeggen peurp Dat is niemendalle zegt Meren de doktoren doordat de kinderen te tajoeba, dan vertelt ge maar 't een eh vroeg beginnen te rooken en te veel >t ander waarover ze kunnen medi- naar de cinema gaan. JAN GING met teeren Alzoo* zijn Mieken ook naar den cinema en' ze spraken over trouwen. OJan, Kwaad ei, kwaad broedsel. Kwaad spijs, kwaad voedsel. Kwaad koren, kwaad brood. Kwaad* leven, kwade 'dood. iMengelwerk v."De Poperinghenaar,, 2 ROMAN door A. HANS. Maar Bakelandt en zijn mannen zitten aldaar niet, merkte de herber gier op. Als ge naar leper moet komt ge nu in hun streek. Gisteren hebben ze nog een reiziger aangerand, hem bestolen en hem in doling geslagen, 't Was een lijnwaadkoopman van Roeselare. Een boer vond hem 's mor gen s. Robert had geen lust naar zulke vertellingen te luisteren. De waard duidde hem aan hoe hij het stadje moest verlaten en weldra reed de ji aker den weg naar Roeselare op. 't Sloeg op den toren juist negen uur.. Rond middernacht zal ik wel thuis zijn, monpelde Robert, 'k Heb wonder of de portier, dien de notaris er geplaatst heeft, mijn brief heeft ontvangen. Met zijn blanken gevel doemde de oude herberg 't Land van Beloften j in t duister op. En Robert van Maere J begroette het nu gesloten huis als een ■oude kennis. Hier zwenkte de heirbaan naar leper af. Het paard scheen onver- anoeïd. Nu en dan liet de ruiter het j wrat stappen, maar meestal draafde zegde Mieken, wat zal ik gelukkig zijn, als we getrouwd zijn, ik zal u runnen troosten in uw verdriet. Maar, Mieken, zei Jan, ik heb geen verdriet. Wees maar gerust, ant- week door den telegrafiesansfiel door woordde Mieken, dat zal wel komen, een klein meisken hoorde opzeggen En hier een gedichteken dat ik dees het flink door. Robert reed door Hooglede en dan door West-Roosebeke. De baan daalde en klom. En weer werd ze door bosschen be hind, de uitloopers van Houthulst's dicht woud, algemeen Den Vrij- bosch genoemd. De wind scheen het nu van geheim zinnige klanken te vervullen: soms geklaag, dan weer een gejuich. Maar Robert bleef kalm en lachte bij zich zelf om de overdreven verha len van Bakelandt en zijn bende. Plots echter steigerde zijn paard en stuitte het zelfs zijn vaart. Er is onraad, dacht Robert, die te goed de paarden kende, om niet onmiddellijk te begrijpen dat het dier schrok. Tegelijk nam hij zijn pistool en trachtte hij de duisternis te doorpei len. Een gedaante rees voor hem op en klagend klonk het Mijnheer, een aalmoes, als 't u belieft Robert meende een vrouw in een kapmantel te onderscheiden, maar 't was de stem van een man. Hij boog zich terzijde en gaf de ver meende bedelares een slag, dat ze omver tuimelde. Dat is een schreeuwde hij, en de tweede schiet ik neer! Wel zeven kerels sprongen nu uit lfet bosch. Robert vuurde en hoorde een kreet. Maar een kogel floot hem nu ook om de ooren. En het paard wilde niet vooruit, 't Werd zoo een hachelijke toestand. I Geef u overriep men. Nooitbulderde Robert terug. Daar naderde een andere ruiter. Mijnheer van Maere ik kom u helpen! schreeuwde hij, Bakelandt en zijn mannen zijn lafaards! De Wilde Ruiterkloeg er een van de roovers. j De bedelares was opgesprongen en verdween met de anderen in het woud. I Het gevaar is voorbij, sprak de helper. Maar voor alle zekerheid, zal ik u begeleiden, mijnheer van Maere. Gij kent mij i Ik wist dat ge naar Maerburg zoudt komen. - Zijt ge misschien de portier van mijn kasteel? Neen, neen... Men noemt mij den Wilden Ruiter, omdat ik zoo snel kan rijden, en veel bij avond op de baan ben. En sta me toe, mijn naam voor u te verbergen. Er is trouwens nie mand in de streek die me kent. Ze houden me zelfs voor een soort van spook... den Wilden of den Eeuwigen Jager. Dat leek allemaal ook zeer ge heimzinnig. Willen we naast elkaar? hernam de Wilde Ruiter met zijn zware bas stem. Gaarne en ik dank u voor uw hulp. Ik was juist in groot gevaar. Ik rijd 's avonds rond om eenza me reizigers te helpen. Wie ik ben, dat komt er niet op aan. Ik heb er nu W' HUYGHE Klokke, bezing verrukt Van Walleghems allerplechtigste intrede. CA MI EL DE WULP: Heer Pastoor, wees welkom Hoort men roepen hier alom Konden wij U lange jaren In ons midden hier bewaren. HENRI CHAEREL: In vrede, rust en vreugde Doorbreng alhier uw dagen 't Is hetgeen wij aan God Uit ganscher herten vragen. EVARIST PRINSIER: Hier wonen twee oude lieden Die U hunnen welkom bieden. RICHARD SINNAEVE: Gebuur, Eerweerde Heer Paster 'k Schiet liever Patrijs dan Akster Voor U als herderlijken baas Schiet ik in jachtstijd een lekk'ren haas. W6 WELVAERT: Heel ons dorpje is in feest Iedereen verheugd van geest Wenscht, U Herder uit ter lierte Heil en vrede nimmer smerte. DÉSIRÉ MOENECLAEY: Welkom, aarde herder die in de naam des [Heeren Aan ons allen deugd en wijsheid hier komt [leeren Dat de goede God U leid op al uw wegen En o,p al uw werk- stort steeds zijn milde "[zegen. AUGUST DAVID: Saam gaan wij hand in hand L>oor eensgezinde streven Gij brengt de zon in 't ziel En ik in 't burgerleven En heerlijk op ons bei Zal zij haar weerschijn geven. We HOSTE: Wel achtbare Herder der Parochie, U hier heilwenschen opgedragen. HENRI AN SEEL: Achtbare nieuwe Zielenherder, gij zijt welgekomen bij uwe lieye Parochianen. LEON HINDERYCKX Mijnheer Pastoor wees welkom In het huis van Leon 'k Versier mijne winkel Met hier en daar 'ne krinkel En wordt gij Mijnheer Pastoor ons klient Dan zijn wij allemaal kontent. JOSEPH SAMPF.RS Op dezen blijden dag Zegt klok, kanon en vlag Dat Wnlveringhem vol moed Zijnen nieuwen herder groet. SILVÈRE VERMEULEN: Mochtet gij in blijde dagen Hier den staf van herder dragen Lieer Pastoor welkom alhier Silvère Vermeulen winkelier. JOSEPH HUYGHE: Jos. Huyghe winkelier Wenscht zijn herder welkom hier Wees welkom, o herder zoet Gij die ons bestieren moet. MEDARD BOONEFAES: Iedereen die zijn plicht voldoet Brengt den herder zijnen groet eenmaal genoegen in de roovers te weerstaan. Men heeft mij voor hen gewaar schuwd, maar ik wilde niet naar raad luisteren, die nu toch blijkt goed ge weest te zijn, erkende Robert. Uw reis tot morgen uit te stel len Ja, maar ik kon niet besluiten te bukken voor gespuis. De fierheid van een edelman Welnu, ja... Ik begrijp uw gevoelens. En als er zoo een dozijn dapperen in de streek waren, zou het spoedig met de roovers uit zijn. De menschen stellen hen voor als een onverschrokken ben de, maar 't is een hoop ellendige la- jfaards, die leemen hutten binnendrin gen en daarvoor met een half of een jheel dozijn mannen zijn, en ze moeten even talrijk wezen om een eenzamen reiziger aan te vallen. Ze weten ech ter dat ze een vreeselijken naam heb ben. I Wel ik hoop dan met u te mogen meewerken om de bende spoedig uit te roeien. Het is u bekend dat ik me op Maerburg ga vestigen. Jawel, dat heeft Roden Martens de portier verteld. En woont gij ver van mij af, mijnheer Ik woon nergens en overal... Dat klinkt mysterieus, 'k weet het... En ze zullen u over mij allerlei onzin ver tellen. Verleden week redde ik een man die door de roovers opgewacht werd, het leven. Den volgenden dag ging hij te Roosebeke ter beevaart om CYRIEL MISSINE: Eerweerde Herder Wees gegroet Gij komt met wijsheid, kracht en moed Den zwaren last d'r zielen dragen God schenke U lange levensdagen Tot allerheil en geestelijk goed. KLOOSTER Allerbaarste, overvurige zielengeleider wclckom, U, zielenleidsman heilvolle gelukwenschen. NAPOLEON DEBERDT: Ik ben maar een klein persoontje Ik sta hier op mijn troontje Te kijken hoven boven alle lien Om den nieuwen Pastoor te zien Proficiat. EMILE HOSTE Wees welkom, Zeer Eerwaarde Heer Moge altoos uw woord de harten treffen En ze al door eed'le christen leer Tot broedermin en deugd verheffen. HENRI HOSTE: Eerwaarde achtbare' Herder, U heden har telijk alle heil gewenscht. VOOR DE KERK: Zijn lieve Parochianen Zal hij krachtig hier vermanen En hun wijzen waar gewis 't Waar geluk te vinden is. AAN 't OKZAAL: De hemel zingt Gods lof met jubelende galmen De heilige kerk groet hem met orgeltoon en psalmen. AAN DEN PREDIKSTOEL: Als leeraar spreekt gij hier de waarheid van [Gods woord Dat licht en leven schenkt aan ieder die het [hoort. AAN HET ALTAAR: 't Onbloedig offer door uw handen opge- [dregen Brengt ovër hiddeijd volk de volheid van Gods zegen. AAN DEN BIECHTSTOEL: De priester in Gods naam verbreekt het [juk der zonden Bij hem wordt heul en troost voor alle [smert gevonden. AAN DE VONTE: In 't heilig doopsel wordtde Christen merisch [geboren En vindt de gratie weer door Adams schuld [verloren AAN DE PASTORIJ: Moge uw herderlijk bestuur Wezen hier van langen duur Moge u troost en ziele vrede Ter belooning van uw vlijt Vergezellen t' allen tijd 't Is ons wensch en liefdebede Wees heer Pastoor wellekom Roept elk parochiaan alom. CAMIEL DEWAELE: Hier woont Camiel DeWaele hakker Die 's morgens vroeg altijd is wakker Om te bezorgen 't dagelijksch brood Aan arm en rijk, en klein en groot Hij hakt ook koeken, taart en lekkernij Vooral dienstig in de Pastorij En hoopt van door zijn werk en kfinst Te winnen 's heeren Pastoors gunst Maar vandaag is het een liefhebberij En daarom is er Camiel ook gaarne bij En wenscht aan den Heer Van Walleghem Geluk en voorspoed hier in Wulveringhem. MEESTER AMEEUW: Achtbare priester, de hemelheer verleene U hier echt heilrijke jaren geestelijk bestuur. REMI MARIJN: ,'k Wensch U Pastor hier veel jijren Vrij van kommer, vol plezier Wil daarom van kou u sparen En zorg steeds voor een goed vier Kolen hard, kolen zwart Matte of blinkers Geen rookers noch stinkers Dat vindt ge superfijn Bij Remi Marijn. JERÓME GHESQUIÈRE Heer Pastoor Voor U met met vlag en groen ik sier En recommandeer daarbij mijn bier Die van mijn biertje drinkt voorwaar Wordt zeker toch wel honderd jaar. MAURICE DEWITTE, onderwijzer: Uit ter herten wenschen wij Heil en welkom, gul en blij Wijze werking en bestier U ons nieuwe Pastoor hier. CAMIEL DEGRIECK: Achtbare herder U hier allerhartelijkst welkom gewenscht. CAMIEL DEGRIECK: Men hoort voorwaar door alle monden De wijsheid en de deugd verkonden Van d' herder die op dezen dag Bij feestgewaad, hij trommelslag En klank en zang en eerestoet Hier zijne plechtige intreê doet Hij leve lang dit wenschen wij Bevrijd van kwaad, van lijden vrij En voere d' herders staf met kracht Tot heil van Wulveringhems geslacht. HENRI HOUCK: Pastoor, welgekomen en gegroet Aan U, die hier uwintree doet Schenk ik wenschen blij van zinnen Treed vrij en vrank ons dorpje binnen Om de wet en leering van den Heer Rond te spreiden vol moed en eer. mijn duivelschë macht op hem te bre ken. Dat heeft hij daar in een herberg zitten vertellen... Ik heb nu tot doel zwakken en bedreigden te helpen. Ge voldoet misschien aan een be lofte Och, vraag niet verder tiaar mij. Gij zijt uit Engeland teruggekeerd? En de Wilde Ruiter begon dan over den tijd te spreken. Er was veel gele den geworden in Vlaanderen. En men verwachtte nu wonderen van Napo leon. Maar ik twijfel aan die wonde ren, zei de geheimzinnige reisgenoot. Deze Napoleon heeft zich tot Consul opgeworpen, hij bevestigt zijn gezag door gelukkige oorlogen en natuurlijk is het hem om te doen koning of keizer van Frankrijk en de veroverde gebieden te worden. Zoo 'n vechters baas is dan ook op zijn buurt een dwingeland. Robert van Maere kon 't gelaat van zijn helper niet onderscheiden. De Wilde Ruiter droeg dan ook een breedgeranden hoed en lange lokken golfden hem om 't hoofd en over de schouders tot op een zwarten mantel. Was hij jong of oud, deze geheim- zinige zwerver? En meer vragen re- zen op. De roovers lieten niets meer van zich merken. We zullen dezen zijweg nemen, sprak de Wilde Ruiter, toen ze op het gehucht Poelcapelle aangekomen wa- ren. Ge zult vlugger thuis zijn dan MEVROUW MERGHELYNCK Moge hij vreugdevolle jaren in ons midden verblijven. 1 Beauvoor'de wenscht onzen nieuwen her der hartelijk welkom. JERóME WELLECOMMEN 't ïs hier in d' herberg "De lansier" Den haas is kapitein pompier Heer Pastoor komt ook somtijds langs hier Want hij is ook nog winkelier. JULES ANKIftRE: Heer Pastoor 't is ter uwer eer Dat ik mijn huis pareer Aanveerd mijn welkomgroet Die alles voldoet. ONDERWIJZER DEWITTE: Leer dqn weg van eer en deugd I11 ons scholen aan de jeugd. HENRI DIERICKX: Achtbare herder hier u oprecht hartelijk welkom gewenscht. I B. VERMAST, Notaris: Innig geluk en vreè wenschen wij U acht bare ijverige nieuwe herder Van Walleghem. j LOUIS BOUDEWEEL: Hier is 't bij Boudeweel-Denijs Hij heet Louis, hij is niet vijs Heer Pastoor als gij zult passeeren Moogt gij hem heêl gerust trakteeren. R. BRULOOT, Secretaris: Het dorp in feest Pïn 't zwarte beest Is fier te mogen prijken Op 't gouden veld De stonden telt Geduldig zit te kijken -- Z'11 stoeren kop Dien richt hij op De klokken luiden verder Een poot vooruit Wiens klauw hij sluit Denk aan dien groet, o herder. JULES MOR LION: Achtbare zielenherder, de voorzitter der kerkfabriek wenscht u alle geluk. GUST. NOTEBAERT: Gust. Notebaert is ook in feest En knikt met Nilleken om ter meest Uit 't deurgat Proficiat. AUGUSTE DEWAELE Gust. en Emelie wenschen u alhier in alles echte voorspoed. HIPPOLI ET BRULOOT: Wees hartelijk welkom mijnheer Van Wal- [leghem Als nieuwe Pastoor, bij ons in Wulv'ringhem. CYRIEL CEULENAERE: Als dienaar Gods, als volksvriend wen schen allen u hier lang. CAMIEL DECEUNINCK: Wij willen ook den Hper Pastoor groeten E11 wij wérken voor aan' de roeten Gij, Heer Pastpcit die geen kloetten draagt Geef z' aan d' arme die ze vraagt. RENÉ THEUNISSEN: René Theunissen en Marie Zijn vandaag er geerne bie Wordt heer Pastoor ons klient Dan zijn we alle drie kontent. CAMIEL BOONEFAES: 't Wethuis ook in volle feeste viert den heer [Van Walleghem Dien den Bisschop als zijn pastoor schonk aan ons lief Wulv'ringhem Welkom herder en we wenschen,, Al wat gij maar wenschen kunt Heil zij u en Codes ^egen Weze u rijkelijk gegund. j HENRI MAERTEN: j Uit ter herten wenschen wij Heil en welkom gul en blij fe[ Wijze werking, wijs bestier U ons nieuwe pastoor hier. J HENRI BOLLE: Heel het dorp staat gepint Iedereen is welgezind Mond en herte roepen blij Dat heer Pastoor welkom zij. We BONTE: Eerwaarde zielenherder der Parochie U alle heil wordt toegewenscht. JULI EN CEULENAERE: Achtbare, Eerwaarde zielenherder heden hier alle heil U toegewenscht. EDOUARD CEULENAERE: Wij steken 't vaantjen uit Ook sieren wij de straat Langs Oost of West, Noord of Zuid We zien dat 't ook zoo gaat Geen wonder heer Van Walleghem Komt als herder, welkom zij hem De parochie nu bestieren 't Is hem ter eere dat wij sieren. blank ge- over Sint Jan. Ze kwamen nu in de donkere dreef van het bosch, waar de wind boven het geboomte voer. De Wilde Ruiter moest wel geen zween van vrees ken nen. Hier en daar stond het leemen hutje van een bezembinder. De witte want lichtte in 't donker op. De Wilde Ruiter scheen heel goed de streek te kennen, want zonder aarzelen nam hij zijdreven en zelfs wegels, waar de paarden achter elkaar moesten stappen. Eindelijk verlieten ze het bosch. Dat licht daar is van Maerburg, zei de gids. Het ontroert me, sprak Robert. Dat kan ik gelooven... Het toont uw vaderlijk huis met zijn vele herin neringen. En dan 11a tien jaren terug keeren... E11 uw ouders die in Enge land gestorven zijn... Gij weet dat dus ook? Ja... En'hoe maken het uw zus ters Margaretha en Eli se Beiden zijn gehuwd. Gij kent mijn familie van vroeger! O ja. En ik mag uw naam niet weten Eater misschien. Eerbiedig mijn stilzwijgen O, zeker Ik heb er een reden voor. Ze volgden nu een laan naar het kasteel. De portier schijnt u te verwach ten, hernam de ruiter. TLAW.:. Z .J:

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1928 | | pagina 5