De Wilde Ruiter FORTE BRUNE Burgerstand van: GEDACHTE rw HETMANNEKE PASSCHENDAELE, m. Sept. 1928. VLAMERTINGHE, m. Septemb. 1928 ZONNEBEKE, m. September 1928. LOO, maand September 1928.^ ALVERINGHEM, m. Septemb. 1928. BIXSCHOTE, Juli-September 1928. PROVEN, v. 1 Juni tot 1 October 1928 BECELAERE, m. September 1928 OUDECAPPELLE, Juli-Sept 1928 NIEUCAPPELLE, Juli-Sept. 1928 DRINKT en FEYS-C ALLE WAERT'S Guldenbier en Extra L 'Twee harten -verstaan elkander spoediger dan twee hoofden. .Sommige mensdien zijra altijd ver standig... voor hu-fc evenra-ensdbien. De menschen -worden tocli nooit verstandig. Door Eva verloor Adam het aardsche paradijs, maar in zijn Eva meent ieder het aardsch paradijs te vinden. O menseh, fceer tot u-zelven in'!?» Hoor, drooneer, dat beduidt: Daal in uw hart en zoek en zin, Maar haal er ook wat uit De Genestet. ■SïBHlSlSIiHMSBBHBffiHBEHBHSBMHIRM UIT DE MAAN ZE SPREKEN TEGENWOORDIG veel over Congo en sedert onze Keuning daar met zijn Madame een plezierreizeken heeft ge maakt, hebben veel gazetten.alaar lange ar- titels over gegeven. Maar nu zijn er andere gazetten die schrijven dat het ginder precies niet allegaar zoo schoon is als 't lieken .zingt en dat de gezondheidstoestand bij de zwar tjes veel te wenschr-ti overlaat. Ja, ja, be schaven,.. Ze doen 't allegaar zoo schoon en treffelijk niet als onze missionarissen en kloosterzusters, die niet naar Congo gaan om goud te winnen. Maar 't werk van die apos telen wordt door velen niet geteld... En ;zoo igaat'.het alle kanten; Is er 't goud niet mee gemoeid, O! mijn vrienden weet het wel, 't Edel werk van de beschaving ;Is bij velen niet van tel. MAAR WEET GE WAT ER TELT? Dat zijn van die annoncekens die opgesteld zijn zooals deze en die 't Manneken in een gazet van Limburg heeft gevondenWordt ge vraagd bij pachter Beks te Wielegheam een flinke meid om voor 5 koeien te zorgen van goed gedrag en zeden. Marenta vraagt of die koeien van goed gedrag en zeden zijn. Te koop bij de weduwe M.ops te Kuttel- ooreghem «een koei die vijf en twintig liter melk geeft per dag en 50 kilo sloorzaad. Te huur een prachtige gemeubileerde ka mer voor een heer, onlangs geverfd en met schoon uitzicht. Te koop een akajoe tafel van dame die naar Congo gaat, met schoon gebeeldhouwde poolen. Marenta houdt haren buik vast vara 't lachen, als ze dat hoort. En ik hoor de menschen klagen Wijl ze kijken gram en zuur Och wat zijn op onze dagen Toch de noten peperduur. Och! ja! 't is niet meer lijk in den tijd, toen 't Manneken uit de Maan ter schole ging. In dien goeden tijd, kreegt ge voor een cent. tien lekkere noten. Nu geven ze er u te Brussel voor twee frank dertien slechte. Marenta heeft in een boeksken eenige reme dies opgeschreven die ge met noten of blaren van den notenboom kunt bereiden. Aange zien we elkander moeten helpen en bijstaan zal het Manneken voor ukler die remedies ne keer overschrijven. Alzoode pellen van de okkernoot op brandewijn of genever ge zet, zijn een goed middel tegen buikpijn. De olie uit de vrucht geperst is een geneesmid del tegen brandwonden, ook voor winter handen. De bladeren van den notenboom in water gekookt en als voetbad gebruikt, wer ken heilzaam bij waterzucht. Zie menschen, dat zijn van die straatremedies, de doktoors moeten daar niet veel van hebben, maar 't zijn soms goei remedies. EEN GOEIE RE MEDIE om uw zaken vooruit te helpen als ge handelaar zijt dat is: In «De Poperinghenaar Zet ge zonder vreezen Een annonce en die wordt Overal gelezen. Een handelaar zonder annoncen Dat is een man, Die werken zou gelijk de boeren Zonder gespan. BOERKEN TOPS was een erfenis in 't verwacht, maar 't ging niet gemakkelijk om aan de schijven te geraken. Boerken ging naar nen advocaat van slechte zaken en boerken legde 't geval uit. Hebt gij een stamboom, vroeg de advocaat. Een stam boom! zei 't boerken... Thuis op den boom gaard staan er veel boomen, maar of dat er een stamboom bij is, dat weet ik niet. MA RENTA zegtManneken, een stamboom wat is dat? Wel schaap, dat is een geslachts boom of tabel waarop de namen van de voorouders staan geschreven, met hun hu welijken, enzoovoort. O! zegt Marenta; en ik zegmoet ge daar zoo oud voor geworden zijn, omdat niet te weten. Van huwelijken gesprokenoverlest trouwde er te Antwer pen een koppelde man heette Steedsch en de vrouw Blijdedie zullen steeds blijde zijn. 't Is te hopen voor hen dat 't waar is. WIE OOK BLIJDE WAS dat was madame Bijle- veld aan de kanten van Leuven, 't Mensch had een zak met lijnwaad ter reparatie ge- ifllBBBRBBBBBBBBBBBBBBBBSBBBBIBB dragem. Een half u-rr later staid de naaister bij haar huis en ze?;de dat zij in dern zak een :portetuil had gevonden met 30 duwend frank in. Madame Bijleveld was die portefuil reeds twee jaar kwijt en zegde dat ze ziek was ge- wMrden van schrik, want ze durfde het aan 'haar man niet zeggen. En Manneken zegt Gelukkig madame Bijleveld Hebben die menschee u niet bedrogen... Want waren zij niet eerlijk dan... Uw centen waren voor goed gevlogen. Nu de sdheone dagen gevlogen zijn heeft het Beheer van spoorwegen laten aanplak ken dat de treinen van af 1 October zullen VERARMD zijn. De letter W is ook wegge vlogen. Maar dat de treinen met den dag verarmen dat weten we allen. TcTwijl men voor de reizigers met weel centen, prachtige wagens laat bollen, moeten de gewone ster velingen in echte beestenbakken reizen. Neen, dan moet ge ne keer in Holland gaan zien.. Daar is reizen in derde klas op harde banken zelfs een genot, zoo proper zijn de wagen». .BOKKEN WAS MET .ZIJN vrouw per spoorwagen naar de stad gereisd en ze gingen ne keer naar nen .theater. Ze speelden daar een schoon blijspel dat op een huwelijk eindigde. En Bokken zuchtte; ik kan niet begrijpen dat ze zoo een stuk een blijspel noemen... En waarom .niet, vroeg de ander helft van zijn bedde. Wel, zei Bokken, als "t op .een huwelijk eiadigt dan is 't een... drama. Ge moet niet vragen hoe gelukkig •Bokken is met het zevende sacramentje op zijn nek. EEN ZEKERE JAN GENMICK werd dertig jaar geleden bij zijn nek ge scheerd omdat hij ingebroken en gemoord had. Nu werd hij uit de" gevangenis ontsla gen. Maar den eigensten avond stond de man wederom aan de poort van de gevange nis en vroeg om weer in zijn cel te mogen gaan zitten. En waarom vroeg de bestuur der. T.oen sprak Jan Genmick de wereld is een zottenhuis geworden, Qp straat voel ik me niét meer veilig: ze vliegen voorbij in snorrea.vagens, alsof de duivel hen op de hie len zat. Ga ik een staminee binnen, in plaats van met centiemen te rekenen, rekenen ze met franks. En als ik het vrouwvolk zie loo- pen, dan vraag ik mij af of ér nog veel tref felijk vrouwvolk in de wereld is. Ze zijn ma zoo schandalig gekleed als vroeger in een kabberdoezeken. Voila, zoo ver zijn wij .gekomen, En over dezen zotten tijd, Heeft die gevangene zijn «aordeel In korte woorden goed g.ezeid. ZEG MIJ EENS, Jcfkcn. vroeg de mees ter, waarom het water vaft de zee zoo zout :is? Omdat er veel pekelharingen in zwem men, zei Jefken zonder haperen. TOONTJE haperde een beetje toen hij den sleutel in het slot stak. Hij deed zijn schoenen uit en kroop naar boven. Zijt ge niet beschaamd zoo laat in de nacht naar huis te komen riep zijn vrouw uit; 't is bijna twee uur. Niet waar, zei Toontje. Zie dam, zei zijn vrouw en ze duwde hem den wekker onder den neus... Ik zeg u dat het geen twee uur is; antwoordde Toontje... of gelooft ge zoo 'n stomme wekker eerder dan uw man... WIE DAT EEN MAN is, dat is Monsei gneur Redwood, bisschop van Ierland en die nu 55 jaar bisschop is en den ouderdom be reikt van 89 paar. We wenschen aan dien kloeken ouderling Nog vele schoone dagen, Opdat hij eens de kroon Van honderd jaren moge dragen... DAT MAN EN VROUW honderd jaar worden gebeurt niet ganw. Maar dat is nu het geval te Kreekwood in Engeland. En ze zijn acht en zeventig jaar getrouwd. Dat kan nog al tellen, zegt Marenta. En 't schoonst is dat die man zegt Acht en zeventig jaar getrouwd En nog geen minuut berouwd. Daar zijn er veel die nog geen 78 dagen zijn getrouwd en die er anders over peinzen. Nu met dat geklap over amnestie moeten t de Vlamingen weer eens bezuren. Maar zeg eens, heeren franskiljonszoudt gij vanaf 1830 hebben behandeld willen zijn, ge lijk men altijd de Vlamingen heeft behan deld. Wij betaalden kontribusie zoo goed als gij, we gaven onze jongens aan 't leger zoo goed als gijmaar als 't op vet betaalde postjes aan kwam, als 't er op aan kwam bij t gerecht, bij 't leger, in 't ministerie, in statie of bij den ontvanger met onze taal voor den dag te komen, dan was 't andere thee. VlomsWelk fatsoenlijk mens, sprak nu vloms. En zoo heeft men de Vlamingen jaren en jaren, gejudast. Eindelijk zijn de oogen van de Vlamingen opengegaan gelijk van een musschenjonk... En nu zeggen de Vlamingen 't Heeft lang genoeg geduurd dat spel We vragen simpelijk ons recht, We blijven thans verdraaid niet meer Noch minderman, noch knecht. TOONTJE POEF en Sisse Geerezat lie pen door Brussel. Ze waren op tralala en hadden veel pintjes gedronken. Nu waren ze in een spijshuis binnen gegaan om een broks- ken te eten. Ze kommandeerden twee bief stukken met friet. Ze kregen 't gevraagde en de twee biefstukken lagen daar op een scho tel, zeer appeteitelijk. Bedien u, zei Toontje tot Sisse. Neen, merci, après-vous; ant woordde Sisse die fransch kende met haar op. Toontje liet het zich geen twee keeren zeggen en nam den grootsten biefstuk en liet de kleinste met reentjes in, liggen, Dat is onbeleefd, wat ge nu doet, zei Sisse kwaad. Onbeleefd? vroeg Toontje, en wat zoudt gij gedaan hebben? Ik sprak Sisse, ik zou de kleine biefstuk genomen hebben, uit beleefdheid. Hewellachte Toon, dat kunt ge nog doen... hij ligt daar voor u op den schotel, dus hebt ge geen reden om te reklameercn. MAAR MARENTA R.EKLA- MEERT, ze zegt de lezeressen van «De Po- peringhe®aar zijn geen zierken gentiel. En als ik vraag waarom niet dan zegt ze ik had hun ne keer gevraagd hcedat men den haring prepareert zooa.ls ze dat te Pope- ringhe in den vasten doen en daar heeft er jgeen (enkele 'geantwoord. Hewel.! wie geeft j (lat recept »e keer?'it Manneken uit de; j Maajn geeft dan eenige schoone boeken kado en als er te veel lieve lezeressen zijn die het receipt geveta dan laat bij ze verlotenniet de lezeressen,., maar de boeken. 1 MADAME TOPS GING naar den apothe ker en vroegmijnheer, hebt gij niets vow mijn grijze haren? Jawel, madame, zei de apotheker... ik heb (daar eerbied voor... zoo-j lang gij ze grijs laat. En hier laat ik het ge-j dicht eken volgen dat een farseur mij ge- stonden heeft uit het land van Poperiaghe. DE MAAN. Als de zon haar werk heeft gedaan 'Dan komt de maan jAan de hemelbaan .Staan. De maan is veel .kleiner dan de zon .En de bal van een kanon Vliegt er op drie dagen heen. in de maan staat een manneken ganscii J.alleem Ze noemen dat Manneken uit de Maan, En dat manneken ziet de menschen gaan j .Iin staan, en veel malheuren. Ziet dat manneken gebeuren. Ge hebt de volle maan, de halve maan .En dan ziet ge «aok nog staan Het eerste kwartier en '.t leste kwartier Maar soms ziet ge van de maan geen zier Dan is 't zoó danker als «een hel En ik weet maar al te wed Dat liet dan niet goêü is op'fle straat Want 'ge ziet niet waar ge gaat, Zoo liep ik lest met mijn gezicht op «en Igebauw Mijn neus is neig altijd peers en blauw Daarom, als er is geen maan j.Zal ik niet gauw nog zonder licht naar buiten [gaan I Alleenieve jaojeet, 't is niet slecht, ge 'anoogt nog meer tvan die v.erzen sturen. 33e- jidankt en de complimenten thuis. THUIS MOETEN DE OUDERS qp hun kinderen letten, maar dat is niet genoeg zulle. Ge anoet zooveel ontzag over uw gasten hebben, •dat, als ze van u weg zijn, ze .toch nog weten dat ze geen kattekwaad mogen uitvoeren of andere dingen doen, die niet deugen. Zo© is er te Stanford -sen manneken van twaaH jaar gestorven door 't danig sigaretten roo kt n. .Ouders, Ouders luistert naar hetgeen Ik u zeg op dezen stond Zijn uw kinder, s geen zestien jaar Slaat hun pijp, slaat hun sigaar En sigaretjen uit den mond. Ook de (Onderwijzers .en meesters zouden daar streng het oog op moeten houden. MEESTER TRIPS was in de school bezig les te geven over de breuken. Warmes, zei hij, uw vader gaat naar de markt met hon derd eiers in een korf. Maar daar zijn tien slechte bij. Hoeveel per honderd verliest hij dan? Niemendalle meester; zei Wannes, want de slechte verkoopt hij ook. EN TE KALOO is er een os verkocht van den heer Michiels en deze woog meer dan dertien honderd kilo. Die heer Michiels vraagt Marenta. Allee!. Marenta, doe nu zoo on- noozel niet. Zoo 'n zware menschen bestaan er immers niet. Maar sterke menschen zijn er wel. Zoo werkt er te Brussel in nen thea ter een zekeren franschmanBourouf, en die meneer steekt zijn arm recht uit, terwijl zijn vrouw op zijn hand zit. Die mag zingen: Hadat is het jonge Klauwerslied, Zij hebben kracht en spieren in den buik... enzoovoort. DE MEESTER GING voort met les geven in 't rekenen en hij zei tot Toontje ik geef u twee hondekens en dan nog twee hondekens, hoeveel hondekens hebt ge dan? Vijf! meester, zei Toontje heel kor daat. Wel neen, domme jongen, Hoeveel is twee en twee? Ja maar, meester, zei Toon tje, we hebben thuis al een hondeken. En zoo had Toontje ook gelijk. WIE DAT ER PRECIES geen gelijk had, dat was Jeanne- ken Van Éngen van Meulebeke bij de Senne. Jeanneken had een kanarievogelken gekregen van heuren vent en alderliefste en hem in een schoon kotje gezet, niet heuren vent, maar de kanarievogel En 's morgens als Jeanneken uit heur bedde kwam en 't venster open trok dan zette zij den kana rievogel met zijn muitje op 't venster voor de goei lucht en dan zei Jeanneken: dag Pietje... dag Pietje... en ze zegde dat met een vriendelijk stemmeken en 't kanarievo gelken antwoordde: Piet! Piet! Maar bene den, woonde er een meneer en die heette Piet... En als Jeanneken nu stond te roepen: Pietje! Pietje! meende meneer van beneden dat het lieve kind hem goeden dag zegde. Mijnheer keek naar boven en Jeanneken keek naar beneden en ze keken naar mekaar. En wat meer is gebeurd Dat gebeurde er ook toen... Eerst een vriendelijk woordje Dan een lach... dan een zoen. En zoo begost Jeanneken te vrijen met me- nee Pietje. Ja maar... de milde gever van 't kanarievogelken kwam er achter en het duvelken van de jaloezie kwam bij te pas En pif, poef, paf... De kogels vlogen in 't rond En 't arme Jeanneken, Lag gekwetst op den grond. En Pietje die kreeg Ook een kogel heel gauw Zoo malheuren Gebeuren Och Heer om een vrouw Marenta zegt liet goed Door de liefde (och zooveren Raken er hun zinnen kwijt... En gewis op later dagen Hebben dan berouw en spijt. Fientje Van Baeleu had ook sjagrindarnoer i Schaap was nog geen zestien jaar oud en re wou trouwen. Maar heur poepa zeiHela als ge tot de jaren van verstand zijt geko men. Maar Fientje had zoo 'n verdriet dat ze een ivevolverken kocht en heur eigen wou doodschieten. Maar ze schoot mis. Daar vlo gen slnchts enkele tanden uit heur mondje. Nu heeft ze van heur vader een goei ram meling gekregen on mag ze nog een rekening aan den dentist betalen. En zoo gebeuren er allerhande rare dingen in de wereld. En dit is er dees week te Brussel gebeurd. De vrouw van den onbekenden soldaat is met heur vijf kinderen een bezoek komen brengen aan 't graf van haar man. En ze zei als ik het geld had, dat men heeft uitgegeven om al die kransen en boekees en bloemenkes te koo- pen. die men op het graf van mijnen Jef heeft gelegd, dan kost ik mij tegen Aller heiligen eenen meven mantel koopen en voor mijn jongens een nieven pardesia... ZE SPE LEN TEGENWOORDIG EEN stuk in den tlieater en dat stuk heetHet Graf van den Onbekenden Soldaat. Toen men dat stuk vijf jaar geleden wilde spelen, moest men het stillekens achterwege laten. De menschen zouden 't theater afgebroken hebben. Tegen woordig vinden ze liet heel gewoon... En zoo veranderen de tijden en de gedachten. Daar is een spreekwoord dat zegt; het ge dacht van een vrouw, verandert gelijk het weer. En dat is waar ook. Marenta is daar mee niet ('akkoord en ze zegt dat he t bij de mannen dito, dito is. BOER HUMMELS had een goed gedacht. Hij was naar de kermis geweest van Paarapommele®, had er duchtig gedronken en even duchtig gevochten zoodat zijn oor tfcjg met een velleken aan «ijn kop hing. Pummels ging naar de® doktoer om dat velleken te doen vast naaien. Maar als de dokter na bezig was dan zaei Pummelsge moet dat precies zoo vast niet doen, want 't is morgen nog kermis. MAAR 'T IS OVERAL geen kermis zulle. En als bewijs dat er in veel huishouden miserie kamt kan het volgend"' tellen. Verschillende groote huizen van .Brussel, Antwerpen, Luik enz. gaan nu aam hun klanten op krediet «erkoo- pen, wat ze vroeger nooit deden. Daar waren wel huizen die uitsluitend ©jp kredieit ver kochten, maar dan moest ge gewoonlijk veel duurder be tale. tl. Hier nu betaalt ge slechts ,3 ten honderd meer. Allee'. 't Is dure lijd En in de kamende dagen Zal Jan en alleman Van duren tijd nog harder klagen. Ja, ja, de boter aan 34 frank bet kilo.,., 't vl.eesch aan 25 en ncjg meer. Waar gaan we naar toe? Wie weet, zei de boer, en hij liep niet zijn neus tegen een lanteernpaal. FONSKEN BR.OEBEL laad gestoleji, maar al weg te loopen liep hij met zijn neus tegen nen agent die Fonsken den bak in draaide. Fonsken kwam nu voor meneer de Zj.uze en de Zjuze zei: waarom bedde gij gestolen? Wel, meneer, zei Fonsken, ik ben ziek en mijn dokloor heeft gezegd dat ik 's avonds voor het slapen gaan iets moest nemen... en ik heb wat genomen. GENOMEN rijmt met gekomen. En wil er op letten Daar zijn valsche bankbiljetten lil omloop gekomen. Ze zijn te Brussel uitgegeven door twee meiskens en zeer goed nagemaakt. Ze zijn dikker dan de andere en iets of wat bleeker, niet de meisjes, maar de biljetten. Dus op gepast en laat u niet foppen. WIE ZICH FAMEUS liet foppen dat was een gezworen franskiljon waarmee ik dees week in den tram zat. Die franskiljon was bezig over amnestie en flaminganten ëil vlamingen eu activisten en hij maakte daar nen fameuzen hutsepot van. 't Was allemaal soep naar 't kommeken, zei hij, en natuurlijk moesten de vlaamsche priesters het ook bezuren, Die meneer zat alzoo zijn gal uit te spuwen tot dat verschillende reizigers waren afgestapt. Toen nam hij een franskiljonsche gazet uit zijn zak en wou gaan lezen. Maar hij begon eerst zijn bril af te vegen en legde de gazet nevens zich op de bank. Twee vlaamsche jongens die ook in den tram zaten zagen dat. En weet ge wat een van die jongens deed. Hij legde stillekens een vlaamsche gazet in de plaats van die franskiljonsche... Nauwe lijks was dit gebeurd of de meneer zette zijn bril op zijn neus... nam zijn gazet op en be gon te lezen. Neen! hij begon niet te lezen. Hij zag dadelijk dat hij een verkeerde gazet vast haden nog wel 'n vlaamsche gazet, eerst neemde hij zich mispakt te hebben, keek onder de bank... tastte zijn zakken af... maar opeens begreep hij wat er gebeurd was... Toen riep hij uit... Neen, wat hij toen uitriep, zal ik maar niet zeggen... want 't waren vloeken gelijk een zatte matroos en geen aftrekt... Maar de twee farseurs ston den van verre te lachen en in den tram was er ook meer of een die zijn buik moest vast houden. ALS GE ZAT ZIJT MOET ge u ook vasthouden. Zekere Hartmann kwam uit Amerika in Engeland aan. In Amerika kunt ge aan geenen goeien druppel geraken en daarom profiteerde Hartmann in Engeland dubbel van. Maar Hartmann stond nu met slappe beenen op straat. Daar alles draaide, als een peerdekensmolen Nam de politie Harmann vast. En stak hem toen, om uit te slapen, Voor twaalf uurtjes in de kast. Toen Hartmann 's anderdaags wakker werd, dacht hij er met een geldboete af te geraken. Maar de Zjuze was van een ander gedacht. Hij veroordeelde Hartmann om acht dagen lang de straten van de stad te helpen vegen. En Marenta zegt: Een beste middel om de mannen Te genezen, 't gaat zoo 't gaat, Is,- lijk Hartmann, hen te zenden Met een bezem langs de straat. Maar 't deugt niet op straat, als 't gure weder afkomt, met regen en wind. Vivat de winteravonden. Bij het lamplicht, om de tafel... Wordt het kaartspel uitgedeeld... Hoe gezellig, als men samen Dus een wisthpartijtje speelt... Bij het drinken van een glaasken, En 't vertellen van een grap... Strijken de avonduren henen Al te vlug en al te rap... En wie niet houdt van het kaarten... Kruipt dan in een boeksken, waar Hij gerust en stil kan lezen Zijnen «POPERINGHENAAR» Op zoo 'n avond in 't geluchte Door de wijde hemelbaan, Rijst dan in zijn gouden koetse... Wie? Wel... 't Manneken uit de Maan. BHBMSflBflBKBDfiSSE&BBBBBB&SlBlBBB Geboorten. Vanlerberghe Willy, z. x. Emiel ea Eeckhout Hart ha. Vanm oer kerke Jozef, z. v. Hilaire en De Deyn Maria. Yancb-putte So- lange, d. v. Victor en Lammerant Mar ie. Crexes Gerard, z. v. Gu staaf ■e». .Van Isberghe Adronie. Ostyn Jacqueline, d. v. Oé iel en Reynaert Pain tyre. Oltón Irma, d. v. Camiel en Déburgraeve Lucia.Vamssche Ro ger, z. v. The©fiel en Vandaele Marie. - Dëorock Joseph, z. v. Gaston esi La4rez Angèle. Huwelijken. Devarrewaere Oscar v. Moorslede en ,Lele,u Margartha v.. Passchendaele. Ca.nnie Alberic v.. Ghe1uve.lt en Vermeulen Marcella* v.. Passchendaele. Coofe Celest en Be- heyt Marthe. Coene Jozef en Novelle Alice. Geboorten. Tec hel Willy, z. v. Juliaaaa en Augusta Gryson. Bau Maria^ d. v. Valeer en Sidonie Le houck. -Vanlede Rioger, z. v. Hector en Adrüana Crombez. Heyte Gerar- da, d. v. Aloysius en Alida Verheeke. Clamv Joseph, z. v. Jerome en Maria Gotidenhooft. Alleaaaon Odet te, d. v. Maurice en Martha Depuydt. Gheyselen Hallin, z. y. Alberic en Urbana Debruyne. Huwelijken. Andreas Kestelyn, andb. te Reninghelst en Irma Myn- gheer, z. b. André Devernay, zink- werker te Halewyn en Clara Derou- jaix, z. b. René Van Eeckhoutte, alsylegger te Kemmel en Godelieve Dury, huishoudster. Geboorten. Deleu Antoin, z. v. Alfons en Vandorpe Yictorine. Nut- ten André, z. v. Alois en Kunkels An na. Sieuw Paula, d. v. Arthur en Claerebout Emma. Boutte Roger, z. v.. Gaspar eu Verbeke Martha. Debal Isabella, d. v. Lucien en Cap- pelle Maria. Doolaeghe Roger, z. v. Valeer en Santy Bertha. Overlijden. Petillion Rachel 1 j., d. v. Henri en Vangheluwe Irma. Huwelijken-. Rruneel lateien, fa- trie.kw. en Fauvart Magdalena, fa- miekw. Nuyten Eugène, fabriekw. en Landuyt Bertha, fabriekw. -Mi chiels Henri, werktuigk. en Gobyn Maria, naaister. Vanthuyne René, andb. en Gheysens Rachel, z. b. Piteca Gaston, fabriekw. en Vandevi- vere Adronie, fabriekw. Seynhaeve Jector, landb. en Pauwelvn Maria, z. b". Cneudt Cvrille, landb. en Wer- niers Maria, landb. Sterfgevallen. Kinget Eugenie, rentenierster, 72 j., wed. v. Decroos Frederik. Ameloot Maria, z. b 78 j., ongeh. Huwelijken. Dequidt Gerardus, andb. met Vanpeperstraete Maria, andb. Feryn Eudovicus, landb. te Pollinchove met Soe'te Maria, landb. Geboorten. Louwagie Agnès, d.v. Cyrille en Catteeu Bertha. Godderis Albert, z. v. Jerome en Dewancker Julia. Sterfgevallen. Nyssens Henri, 68 j., voerman, eclitg. v. Mary Julia. Deceunynck Theophile, 72 j., rente nier, echtg. v. Borgonie Eugenie. Vandenabeele Gustave,, 74 j., grond eigenaar, ongeh. Huwelijken. Lucidarme Alfons,. metser te Veurne en Thery Maria, z,b. te Alveringhem. Dehouck Maurice, werktyigk. en Maenhout Rosina. z. b. Del va Maurice, landb. te Oeren en. Boussemaere Julma, z. b. te Alverin ghem. Tournoy Maximilaan, landb. te Oostende en Wackenier Maria, z. b. te Alveringhem. Pil Hetiri, staats- ijzerwegwerkman te Houthem, wed. v. Desodfe Eugenie en Avonture Alice, werkster te Alveringhem. Geboorten. Allemon Daniel z. v. August en Delobel Renilde. Ver- yser Georges, z. v. Hector en Vanden- broucke Louisa. Leclair Margareta, d. v. Hector en Victoor Julia. Overlijdens. Vandewynckel Ce- lestina, 32 j., echtg. v. Haghedooren Alberic. D'hulster Alois, 77 j ong. Huwelijken. Laridon Maurice, bakker, v. Hixmude en Buseyne Vlida, onderwijzeres v. Bïxschote. Crom bez Antoin®, landb. en Vandermeersch Bertha, landb. Geboorten. Huyghe Roger, z. v. René en Deschuytter Ida. Degraeve Joseph, s.. v. Camiel en Devos Alida. Devos Angèle, d. v. René en Suffys Marguerite. Soenen André, z. v. Etnile en Verhaeghe Madeleine. Hollies Paul, z. v. René en Vanhoutte Elisa. Schar re Clara, d. v. Henri en en Bounré Martha. Devos André, z. v. Achiel en Dumon Gabrielle. Rol- langier Gilbert, z. v. René en Tahon Germaine. Debergh Alfons, z. v. Jerome en Delva Jeannette. Qua- ghebeur André, z. v. Remi en Verbrig- ghe Corciula. -Vandelannoote Jac queline, d. v. Gaston en Decaesteker Rachel. Sterfgevallen. Degraeve Joseph, 1 d., z. v. Camiel en Devos Alida. Ghesquiere Eugenie, 77 j., wed. Logie Fuanciscus. Cornette Ida, 23 j., echtg. Maes Camiel. Ramoudt Ro salie, 62 j., echtg. Alleweireldt Aimé. Veniere Anna, 7 nr., d. v. Marcel en Depr.ez Maria. -Lefever Seraphin, 73 j.„ echtg.Demeersseman Leonie. Boussemaere Georges, 20 j., ong. Leroy Helena, 60 j., echtg. Top Achiel. Devos Marguerite, 8 m., d. v. Omer en Thoina Emma. Huwelijken. Mahieu André v. Dickebusch en Plancke Marguerite v. Proven. Desaegher Julien, wed. Butaye Alice v. Stavele en Debaene Irma v. Proven. -De Bruvcker Ca miel v. JJkkel en Elslander Maria v- Proven. Benaut Honoré v. Elver- dinghe en Sonneville Marguerite v. Proven. Quaghebeur Omer v. Pope- ringhe en Vaudenbruwane Adrienne v. Proven. Top Omer v. Proven en Wallays Rachel v. Ledeghem. - War- )p Gaston v. Proven en Deleu Marg;u«~ eriete v. Poperinghe. Geboorten.Vandenameele Julien, z. v. René en Heléne Ghesquiere. Bekaert Simonne, d. v. Gerard en Ver beke Martha. Degryse Georges, z.v. Jules en Bouché Jeanne. -- Hollevoet André, z. v. Omer en Rachel Soete. Sterfgevallen. Deloffer Romanie, 59 j., echtg. Verstraete Theo.Samyn Agnès, 4 m. Bekaert Joël, 22 m. Huweljik. Vandenbroucke Ray mond v. Gheluvelt en De wulf Adelina. Geboorte. -Hondekyn Jozef, z. v. Odiel en Maria Vandemeulebroeke. Stergeval. Merlevede Sylvie, wed. v. Pieter Verleye, 65 j. Geboorten. Dolfea Julien, z. v. lorent en Elza Van Eecke. Dela- nove Madeleine, d. v. Achille en Elodie Vanmas^enhove. Sterfgeval. Mahieu Leon, 20 j., z. b., z. v. Florent en Renilde Seryn, overl. te Houthem (V.) Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 12 p% ROMAN door A. HANS. Meenen of niet, nu is hij toch onder zoo 'n indruk. Ik ben menschen- kenner. Hij spreekt zoo omdat hij verliefd is op die boerenmeid. We kun nen hem van avond niet houden, hij wil bij Lamoens en zijn dochter zijn. Ge had die indringers moeten dwingen den Maerburg te verlaten, beweerde mevrouw. Kon ik Een klacht bij een Fransch be stuurder... bij monsieur Aubelon bij voorbeeld. Zoo openlijk een Franschman in den arm nemen, dat gaat niet. Maar ge maakt me ongerust. Die meid ginder heeft vrij spel. Ze is onder 't zelfde dak met jonker van Maere. En door sluwheid kan ze hem in haar net strikken Ik heb de macht niet ze buiten te jagen. - Gebruik ook een list... Welke? Vrouwen zijn vinding rijk. Laat me eens hooren, wat ge me aanraadt Maak het Robert duidelijk dat hij niet met de Lamoens op den Maer burg kan blijven, terwille van zijn goeden naam. Er staat een kop op onzen jon ker... dat heb ik al bemerkt. Vertel hem dat de menschen er aiover praten... dat zal hem doen schrikken. Ik moet eens bedenken. Intusschen reed van Maere door den avond. Hij had zijn wapen bij de hand. De Wilde Ruiter zou wel niet altijd juister tijde verschijnen als roovers op den loer lagen. De notaris familie had me willen houden, zei Robert bij zich zelf... En van middag moest juffer Zela mee rij den. Dat was een afspraak... Ze zien in mij een huwelijkskandidaat. Ik moet hun illusies dan maar dadelijk verstoren. Hun dochter wordt niet de vrouw van den Maerburg. Op Zela wordt ik nimmer verliefd. Ik zal me heel verstandig op een afstand hou den. En ander gezichtje komt me voor den geest. Dadelijk zie ik het in werkelijkheid... Jacqueline zal mis schien wel voor goed op den Maer burg blijven Zou Magda Posteels van avond weer door den Wilden Ruiter afgehaald worden? Wat bekommer ik me met haar! En toch... zoo fier, zoo waardig kan zij zich houden: Ik ge- Joof liever dat het oprechtheid is dan huichelarij... Maar haar fijne kleeren... en op het paard van dien geheimzin nigen zwerver. Toe, toe, als ik op Jacqueline Lamoens verliefd ben, moet ik 111e niet bezig houden met een •eva!hg bezembinders meisje. Mijn volksgezinde gevoelens kunrren niet zoo ver gaan. Notaris Campens kreeg nu bijna een beroerte van ergernis e oude heer liet me dikwijls voelen, dat hij aan den adel verwant is Dus kan ik gerust Zela tot vrouw nemen. Maar ik wensch wat meer dan ver wantschap met adel. De ouderwetsche gezette Zela zou me altijd den indruk geven of ik met mijn tante getrouwd was, die moederlijk over me waakt. Beste menschen uit het notarishuis, stel dat plannetje maar uit 't hoofd. Ik bijt niet aan het aas van uw hengel Robert hield plots zijn paard in voor een gedaante die te midden van den weg lag. Hei, vriend, wat doet ge daar? vroeg de jonker. Maar tegelijk hield hij zijn wapen gereed. Het kon weer een list van de roovers zijn. De gevallene antwoordde niet an ders dan door een gekreun. Dronken of ziek of gewond? mompelde Robert. Ik moet voorzich tig zijn. Bij mijn- rit van Brugge vroeg een vrouw een aalmoes en ze was een trawant van de bandieten. En hier kan iemand liggen, die me wil doen afstijgen en over hem neer bui gen. En misschien staan terzijde de schelmen, die me dan moeten vastgrij pen. Maar neen. de vent zal de kans niet willen loopen door mijn paard vertrappeld te worden. Ik moet barm hartig zijn. En de jonker steeg van zijn paard. Wat scheelt er aan? vroeg hij. Op nieuw kermde de gevallene. Hij is niet in staat te antwoor den, dacht Robert. Zeker een ongeluk gehad... of aangerand. Ik kan hem niet alleen op mijn paard hijschen. Hij nam den ongelukkige bij den arm en zei Kunt gij niet opstaan? De man roerde zich niet. Ik moet hulp gaan halen, besloot Robert. Hij hoorde hoefgetrappel. En als verscheen hij met zijn rijdier uit den grond zoo onverwacht stond de Wilde Ruiter daar. Met zijn zware basstem, vroeg hij Is er iets gebeurd? Ja hier ligt een man, ziek of ge wond, antwoordde Robert verrast. Gewond dan! Door de roovers aangevallen. Ik was de schelmen op het spoor... 'k had bemerkt dat ze iets in den zin hadden. Maar ik ben dus te laat geweest. Wilt ge me helpen, dan zullen we den gewonde naar mijn kasteel bren gen. Ik ben jonker van Maere. 'k Kwam van 't dorp... en nog bijtijds zag ik de gedaante liggen. -Kunt ge den man op uw paard nemen? vroeg de ruiter. I Ja, als ge 111e helpt. Natuurlijk. De ruiter steeg af. Robert keek hem scherp aan en merkte nu ook dat de geheimzinnige zwerver een masker droeg. 't Kostte beiden toch moeite den ge vallene op het paard te hijschen. Robert steeg ook op en hield den be zwijmde voor zich. De ruiter vergezelde hem. 't Ging traag in de richting van den Maer burg. Ja, de roovers waren op gang vertelde de ruiter. Maar ik verloor hun spoor en ditmaal hebben ze weer eens hun slag kunnen slaan Ze zullen dezen man beroofd hebben. Dat is toch een plaag. Me dunkt, dat het zoo geen heksenwerk is, die bende uit te roeien. Ik wil heel gaarne mee werken? Waar kan ik u over een krijgsplan spreken? Ik heb vernomen dat de fran chen maatregelen treffen om voor oed een eind aan de bandietenstreken te maken, 't Is dus onnoodig dat wij optreden. Maar wanneer zullen zij het doen Ze schijnen het nu te meenen Het lijkt me, of ge niet met mij wilt samen werken, merkte Robert op. De Fransche overheid is voor die taak aangewezen. Maar intusschen is deze man weer misschien wel levensgevaarlijk gewond We zouden in een maand de bos- schen ook niet gezuiverd hebben. Ik voel in uw woorden, dat gij mijn medewerking niet verlangt. Waarom niet? Ik heb reden me onbekend te houden. Maar ge kunt voor mij een onbe kende blijven... Er is iets anders... Ge zijt verstoord op mij omdat Magda Posteels ongunstig over me heeft ge sproken. Wel, ik moet zeggen, dat gij hee lichtvaardig een eerlijk meisje belas tert, sprak de ruiter wat bits. Ik heb de bezembinders dochter niet belasterd. Ze nam het me vreese- lijk kwalijk, dat ik ze wat vrijmoedig toesprak. Ik deed het met de beste redoeling. Ik ben nu eenmaal geen verstokte aristocraat en houd van een ossen toon-ook tegenover eenvoudige menschen. En uw insinuatie's over haar kleeren Ik heb die woorden terug geno men. Ge luistert naar de notaris fa milie, die zich ver boven alle dorpelin gen waant. Denkt ge, dat ik me aan hun ge klets stoor O, ge zult wellicht zelf ondervin den, dat de menschen een kwade tong bezitten. Ze hebben niets begrepen van de gansche, geweldige omwente ling. Er zijn gruwelijke dingen ge beurd. Maar zij, die vroeger heersch- ten, moeten toch eens onderzoeken in hoeverre allerlei mistoestanden mee gewerkt hebben, om den storm te ont ketenen. Ge hebt volkomen gelijk, stemde Robert toe. De notaris echter voelt daarvan niets. Ik weet het. Of hij doet zoo. Maar ik zal niet handelen als hij... en geen kwaad van hem vertellen. Leer hem zelf kennen. Ik had er verdriet van ongunstig te denken over Magda Posteels. En ik wil gaarne 't beste van haar gelooven, hernam van Maere. Zij behoeft voor niemand te blo zen. Ik ben blij het te hooren. Maar beoordeel dan ook mij niet verkeerd! ('t Vervolgt.) t

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1928 | | pagina 5