"MAS-CAR,, BIER De Wilde Kuiler DrinKt cyter cham.asne Burgerstand van: HET MANNEKE Drinkt Hgra I> A. Cl Hl T M IV plezier, en dikwijls ongezond i>td- koopt men in schouwburg en Jvz.lV - Kosteloos plezier en innig verkwik kend plezier vindt gij zonder een voet te verzetten in den haiselijken kring. Een vrouwenhand en een .paarden tand mogen niet stil staan. Houd bij arbeid, waarbij gij beiden noodig hebt, oogen en oonen goec open en let met aandacht op al wat er te zien en te hooren is, dat met uw werk verband houdt. UIT DE MAAN Marenta draagt om heuren kop Een dikken wollen doek... En zit te zuchten: ei! ei! ei! Te zuchten in een hoek Marenta klaagt, Marenta kreunt.. Mijn tanden doen zoo'n pijn... Maar 'k geloof: Marenta zit Met griep en flerecijn. In alle geval, daar zijn veel men- schen die van huider tanden klagen en van nevralgie en zoo meer miserie. Dat is 't begin van de ellende. De winter staat voor de deur En brengt van alles mede... Zoo wordt er ook aan griepgriep Dan telkens veel geleden [griepj Naar 't schijnt is de griep aan de kanten van Luik reeds met haar werk zaamheden begonnen. Allee! niet te lang gewacht met het wintergoed voor den dag te halen. Marenta heeft mijn onderbroek Reeds uit de kast getrokken, Alsook mijn slaaplijf en alsook Mijn dikke wollen zokken. DAAR IS ALWEER een wissel agent op zijn sokken vertrokken en hij laat rond de twee millioen schuld na. Plezierig is anders. DE BOEK KO ZEN en groentenkweekers rond Brus sel hebben een plezierigen dag beleefd. Burgemeester Max beeft hun een nieuw vaandel overhandigd, 't Is een schoon vaandel, zulle; puur van zijde en goud. Dat vaandel hangt aan een stok, zooals alle vaandels, maar nu weten de boerkozen niet goed wat ze boven op dien stok zullen zetten Een Leeuw? Een bol? Een ster? Neen, zegden de boerkozen. Boven op dien stok moet iets staan dat op ons vak betrekking heeft. En alzoo heeft men er een ajuin opgezet. ALS GE AJUIN pelt krijgt ge de tranen in de oogen. Maar als ge den duren tijd nagaat, zegt Marenta zoudt ge ook wel tranen in de oogen krijgen. De trams uit Brussel zijn van den 15 October weer opgeslagen. De legumen zijn niet meer kooplijk. Ja, de oorlog laat zich nog gevoelen Dames en heeren En in plaats van victorie Zingt maar gerustMiserie. r NAARDJE meende met een gerust geweten een pint bier te drinken in de staminee van baas Prop maar 't bier was zuur en slecht en Naardje prote steerde. Tut! tut! zei de baas., doe uw oogen maar toe en drink het maar uit. Naardje doet het en betaalt met een looden frank. Ja maar, zegt de baasalzoo niet he! dat is geen goede frank. Tuttuttutzegt Naardje, doe uw oogen toe en steek hem maar in uwen zak. DE NAAISTERS steken nogal dikwijls spelden in huider mond. Een slecchte gewoonte, zegt Marenta. Zeker en vast. Te Schaerbeek in een atelier slikte de genaamde Elvire Cou- pens alzoo één speld in. Met meisje ligt nu in 't hospitaal. Hoe het er mee afloopen zal is nog niet geweten j^S3~ Een ongeluk is gauw gebeurd Dies wil eerst goed verzinnen Voor dat ge, eender wat ge doet, Een werk wilt gaan beginnen. ZE BEGINNEN zich overal gereed zat «r de liefde ook niet diep in, zegt te maken, zoo tstillekens aan voor de Marenta. ZEG EENS, MOEDER, kamerverkiezingen die in Mei van vroeg Zanderken, is ons vader eeti bis- 't volgend jaar zullen plaats hebben, schop? Maar neen, jongen, waarom MENEER de Volksvertegenwoordi- vraagt ge dat? He welde pastoor ger van Parrapommelen was tlmisge- heeft maar een klein kaal pleksken op komen en hij was slecht geluimd. Het zijn hoofd en ons vader heeft zoo eten stond op tafel en hij wist op alles n groote kale plek. IN TRANSVAAL wat af te keuren.Hoor ne keer, ze' zijn en Oranje Vrijstaat zijn er groote kale madame: gij, als volksvertegenwoor- plekken die nu door de droogte fel diger, zit in de kamer, maar ik zit in geteisterd zijn. De menschen k'agen de keuken. En daarmee uit. EN DE ginder van de wilde beesten en vooral EERSTE TAND van prinses Chariot- van de leeuwen die tot aan huizingen teken is ook uitgekomen. We hopen komen, zoekende wie ze gaan verslin- dat het kind er nog 31 bijkrijgf en er den. Ze zeggen dat er meer dan 3000 niet zooveel meê zal afzien als Maren ta, och arme. OCH ARME! dat moogt ge ook zeggen van die arme Zita, die getrouwd is geweest met keizer Karei Leeuw, van Oostenrijk en als jonge weduwe met acht kindereu Is blijven zitten. leeuwen zoo op promenade zijn. 3000! 't Is om te rillen en te beven. Dat zijn andere kastaars dan onze Vlaamsche Zonder land, zonder geld. O! wat sombere dagen... Dat mensch heeft voorwaar Toch wel reden van klagen. Onze Vlaamsche Leeuw Is nog, en is steeds geweest. Een tam en lam en zoet En... ezelachtig beest. En die Vlaamsche Leeuw gaal toe- laten dat er te Brussel in 't gerecht KLAGEN hoort ge ook allewegeweer drie vlaamsch onkundige ma- dat het zoo moeilijk is aan een goeie gistraten gaan benoemd worden. Ja, meid te geraken. Hewel, dat is toch ja, menschen, daar is op vlaamsch ge bied nog veel te doen en als ge denkt dat we de fameuze gelijkheid in rechte en feite reeds vast hebben, zijt ge deerlijk mis. Geen wonder dat Maren ta zegt zoo simpel als 't groot is. Ge zet een annonce in De Pope ril} - ghenaar En op een wipken is dat klaar. En ge krijgt na luttel tijd, I Ken goede flinke propere meid. De Vlaamsche strijd zou verder staan Hadden wij steeds gehad, Ge kunt het ne keer probeeren. ma- In plaats van eenen tammen Vlaam- dameMADAME Verhoregen van Antwerpen stond op den tram te wachten. Ze had heur sakosken in de hand en in dat sakosken staken veel bankbiljetten en verschillende kost bare voorwerpen. Toen ze op den tram stond en haar sakosken wou open bleek het dat het handvatsel was door- gesmeden. Een behendige pikpoket had dat geflikt. En zoo hoort ge op onze dagen Gedurig klagen Dat pikpokees en dieven Naar believen Ken kwade vlaamsche, [schen Leeuw kat. Maar de Vlaming Op onze dagen Beseft niet dat hij is nog steeds Het vijfde wiel aan eenen wagen. Goed zoo, Marenta, ik constateer met satisfactie dat ge progres maakt in de affaires van de vlomse kwestie. PINHELM II, die bandiet, zit nog al tijd in Holland. Maar stillekens aan maakt hij ook progres. Hij heeft zijn bezittingen in Zuid-Afrika terug ge- Pakken, op tram en straat en trein kregen en nu zou hij gaarne een reis- ken gaan maken in die streken. En ge Het groote en 't klein. FRANS VAN CAUWELAERT. bur gemeester van Antwerpen is even een klein reisken gaan maken in Spanje zult het zien: de mogendheden zullen dat toe laten en Pinhelm II zal kon tent zijn. VEEL MENSCHEN zijn kontent, parteklier de vrotnven, ais ze en Kardinaal van Roey is naar Rome een sneeken peperkoek bij hun koffie gegaan om den PauS een bezoeksken krijgen. Pater Judocus was bezig met te brengen. En minister Baels is inde missie te sermonen, maar er kwam Rome bij Musolini gaan koffie drin- maar weinig volk naar de kerk. Toen ken. VAN DRINKEN gesproken Wannes lag ziek te bed en zijn vrouw bracht hem een lepel van de flesch door den doktoor voorgeschreven. Ja, ja, zei Treze, de doktoor zegt dat ge aan dyspepsie lijdt. Dyspepsie zegt Wannes, dat... dat komt van 't Grieksch. Neen... neen, antwoordt Treze, dat komt van te veel te drinken Drinken en schinken Dat doet men om ter meest Op een bruiloftfeest. Te Putsy in Hongarie, stond de tafel voor het bruiloftsmaal gereed. Daar trouwde daar een madame van rond de zestig mét nen feilen kadee van dertig. Maar als 't mensch nu op de trappen van 't altaar zat, is ze in me kaar gestuikt en was ze dood Dood van contentementzegt Marenta, van alteratie. Maar ik peis Dat de jonge vent Dubbel en dwars Is content. 't Is te zien, zegt Marenta, of 't hu welijk reeds was voltrokken -want anders zullen de erfgenamen van ma- tantje met de flippen gaan schuiven. SCHUIVEN en schuiven is twee, zei de boer, en hij schoof uit en viel op zijn achterwerk. Een politieagent te Etterbeek die ne keer in een huis wou gaan zien of dat er dieven in waren, klom over een muurken en schoof ter wijl ook uit en wel zoo ongelukkig dat de ijzeren pinnen van een hekwerk hem in den buik drongen. De man is misschien reeds dood. EN HMIEL LA FLEUR van Roebaais heeft zich zelf den dood aangedaan van verdriet omdat hij zijn haar verloor. De jongen had een haarziekte opgedaan en zijn hoofd was zoo glad als een biliardbol en zijn lief had hem laten loopen Dan had de pater gezegd dat hij ging pe perkoek uitdeelen. 's Anderendaags zat de kerk vol. Toen zei de pater zooveel peperkoek heb ik niet kunnen meebrengen, dus zal ik de peperkoek' maar verdeelen. Morgen geef ik de koek... en vandaag de peper. Ge kunt denken dat zijn sermoentje gepeperd was. PEPER GROEIT in de warme landen en Abysinnie is een warm land. De regent van dat land rasTafari heeft zich tot keizer doen kronen. Allee, als dat die vent plezier doet, is 't mij ook goed... maar 'k had nog liever dat 't leven wat goedkooper werd en Ma renta is van 't eigenste gedacht VEEL MENSCHEN hebben een gedacht als huider portret in de gazet staat He- wel dat is niet moeilijk. Ge zet bij voorbeeld uw vrouw op een kruiwa gen of pupegale en ge rijdt er alzoo mee naar Brussel of Antwerpen en, dan moogt ge zeker zijn dat ge uw konterfietsel in de gazetten zult zien staan. Maar of de wereld daar 'n cent profijt bij zal hebben, is andere thee. DAT SOLDAAT zijn precies geen profijt is, dat weten we reeds lang. Maar, naar 't schijnt is 't met onze jongens die te Brasschaat liggen, maar triestig gesteldslechte slaping, slecht eten en meer miserie. Zoo toch schrijft De Standaard En hier is 't briefken van een soldaat aan zijn j lief. Dit brièfken kan dienen op een avondfeest om gezongen te worden, 't Is een meisken dat zingt; voor de muziek moet ge maar schrijven naar Bas-Billiet, te Herne bij Kdingen. Soldatenbrief. Kijk daar stak daar het facteurken Dezen morgen door het deurken Wel? een briefje van Francis Die bij de soldaten is, Waar hij nog een maand moet blijven 'k Ben benieuwd wat hij zal schrijven Ach! mijn hartje klopt zoo blij Als er komt een brief voor mij. (Ze opent den brief) Liefste Miekeu, 'k laat u weten Da 'k u nimmer zal vergeten 'k Neem hier in het Walenland Voor een brief 'de pen ter hand. 'k Wil u vragen, 'k wil u schrijven Aan mij steeds getrouw te blijven Liefste Mieken daar ge weet Dat ik nimmer u vergeet. Tegenwoordig, liefste Mieken Zijn er hier nog al veel zieken j Gistre.il nog is Jef Verlaan [Aan de griepplaag dood gegaan 't Was een korporaal van 't elfde l'iet Van Tucht, die ligt met 't zelfde 't Is een vent twee meters lang En hij moet me nog tien frank. Mieken lief, zal 't lang nog duren Dat ge zult een paksken sturen Lijk gij alle maanden doet? Wilt ge dan, mijn Mieken zoet, Zorgen voor wat coteletten Eil een spiksken hesp hij zetten, Want 't is deerlijk bij den troep Met het brood en met de soep. Mieken, 'k heb niets kunnen sparen, Voor een naald en tuitje garen, Doe er dat dan ook maar bij, Want, daar is een knop of drij Van mijn onderbroek gesprongen, Mieken och! wat is een jongen, Bij den troep nen sukkelaar 'k Wordt het meer en meer gewaar, Mieken en dan voor het sluiten Ik zit weeral zonder duiten En dat is een echte ramp. Naaste week gaan wij naar 't kamp. En daar, wil het niet vergeten, Mieken, kan ik dubbel eten 'k Vraag dus Mieken, wees niet kwaad Zendt me vlug een postmandaat. Mieken lief, zooveel soldaten Loopen 's avonds langs de straten Met een meisken van plezier En die zijn er velen hier. Maar ik, Mieken, liefste schatje Ik lonk naar geen slenterkatje. Ik kruip 's avonds vroeg in bed En bekijk dan uw portret. En nu, Mieken, zoetste liefje Eindig ik mijn hartelijk briefje Met de pen, maar niet met 't hart, En om mijne liefdesmart Te overwinnen, ondertusschen Krijgt gij honderdduizend kussen. Van hem, die steeds blijft en is LTw geliefde Jan Francis. Biscouplet. k Ga nu rap voor 't paksken zorgen, En ik zend aan Francis morgen, Hesp, saucissen en nog meer, Ook tabak en appelteer. En een tuiteken met garen Om zijn knoppen te bewaren. Want, och Heer, ik heb voorwaar Meelij met dien sukkelaar. 't Manneken uit de' Maan PROVINCIALE COMMISSIE der prijskampen voor Vruchten te Velde en Landbouwvoordrachten van West - Vlaanderen, OOGSTJAAR 1928. Prijskamp voor hoeve-uitbating. Het geldt hier niet eenen prijskamp voor beste hofsteden, maar wel van uitbating, het is te zeggen van beboe ren van Hofsteden. Omschrijving van M. SIMOENS. Eerste pr. met groote onderscheiding Hofsteden van min dan 10 Hectaren. AlveringhemDedeurwaerder Ev. Hofsteden van 10 Hectaren en meer. ReninghelstMerlevede Gaston. Reninghelst: Gatteen Wed Ch. Woumen Berghman Achiel. Eerste prijs met onderscheiding. Hofsteden van min dan 10 Hectaren. ZarrenKimpe Richard, Lescouhier M., Van Damme Cyr. AlveringhemOpsomer Ltenri. HouthemDecorte Emeric. OostduvnkerkeDeclercq Omer. Wulpen: Detollenaere Firmin. Eerste prijs. Hofsteden van min dan 10 Hectaren. Bovekerke: Koels Hector. Isenberghe: Poujole Je room LeyseleVanderghote August Bixschote: Depuydt J., Van Eecke H. FessenDeplenter Alfons. Houthem (Y.)Deprez-Maes Const. Neuve-KgliseDe Paene Camiel Noordschote: Lou wage René. Ramscappelle (Y.)Maenhottdt Cam. ReningheMoton Jules, Leuridan Ca miel, Sticker René. St. JacobscapelleDemeester Richard. VlamertingheSteelandt Kmiel. Woumen: Vanquathem Achiel. Zonnebeke Del va Elie. Geene. Tweede prijs. Eervolle melding. (Klasseering zonder onderverdee ling wat betreft de oppervlakte). BeerstAvereyn Cyriel. Bovekerke: Anthierens Leon. CoxydeTernier Julien. MerckemSchaut Albert. Zonnebeke: Capelle Jeroom, Merchier Remi. ZuydschooteMyngheer Henri Gesticht van de Dames der H. Fami lie, Thielt. Met de Goedkeuring van Zijne Doorl. Hoogw. Mgr Waffelaert, Bisschop van Brugge, wordt binnen enkele weken, een Hooger Normaal school voor Landbouwhuishoudkunde geopend, in het gesticht van de Dames der H. Familie te Thielt. Deze nieuwe stichting, de allereer ste van dien aard in West-Vlaanderen, is van het hoogste belang. Wie zijn eigen hoeve naar de moderne metho den wil behooren, wie bij zijn school een landbouw- of huishoudkundige af- deeling wil voegen, met degelijke toe lagen van den Staat, ga er heen om er een volledige vorming te ontvangen. Geen diploma van onderwijzeres is noodig om aanvaard te worden. Stu diebeurzen worden verleend. Prospec tus aanvragen bij de Overste. I.OO Inhaling van den Heer Burgemeester J. HEÏNDRYCX, ter gelegenheid van zijn huwelijk. Zondag, den 30 September, bad de plech tige inhaling plaats van den Heer Burge meester ter gelegenheid van zijn huwelijk. 't Weer wilde volop mee. Nu en dan wel dreigende zwarte wolken aan den hemel, doch de wind stak op en speelde er baas over. Reeds vroeg in den namiddag waren de Loonaars druk aan 't versieren. De sparre- boompjes met bloemen en linten en vlag getjes gepint zetten Loo op zijn best. Om ZYz u. kwam er beweging in dé Oost straat de vorming van den stoet begon. In- tusschen kwam de vermaarde reus van Veurne door de Iloogebrugstraat aan. Om 4 u. was het volop geweld aan de ge meenteschool. Onverwachts te midden 't ge harrewar snorden twee auto's tusschen de praalwagen en de menigte heen en hielden aan het huis van het schoolhoofd stil. 't Was de Heer Burgemeester met vrouw en fami lieleden Een beetje vroeger dan men ver wacht had... dat komt er van als men ver langt om weer thuis te zijn. Ze werden ver welkomd door de Heei en Schepenen' en Ge meenteraadsleden, terwijl in allerijl de stoet in orde gebracht werd. De gevierden betraden het verhoog, aldaar opgericht, en twee schoolkinderen, in naam der heide scholen, brachten den welkomst groet, waarna twee prachtige bloemtuilen aangeboden werden. De Heer Burgemeester en zijn Vrouw waren blijkbaar ontroerd! De stoet trad in beweging. Flinke ruiters in prachtige kleedij reden voorop, waarna het muziek, de maatschappijen met hun kleurige banieren, de puik versierde praal wagens, de statige reus en de schoolkinders met hun wapperende vlaggetjes volgden. Op recht een prachtige stoet, de Loonaars waardigDe reus vooral, die zoo plechtig de straten doortrok, trof de aandacht. Ook de praalwagens brachten den stoet veel luister bij. Zoo hadden we den duivenwagen, mooi gepint, met zijn knikkende roekedekoes den bakkerswagen, die de kinders zoo in t oog hielden om de geurige pannekoeken den molenaarswagen, met zijn draaienden molen en dorstige molenaars den pompierswagen, met zijn flink opge smukt tuig, dat niet aan brandgevaar deed denken den wagen der schoolkinders een huwe lijksboot met zijn burgemeester als stuur man, zijn zingende matrozen en zijn burge- meesterinneke te midden haar wuivende kleuters. Twee mooi-opgezette ezels vereerden ook den stoet met hunne aanwezigheid. De gui tige kanonniers met hun oud kanonnetje waren er ook op hun plaats. In een woord de Loonaars haalden er eer van! Ze hebben er een handje van om fees ten in te richten Na al de straten doortrokken te hebben werd er halt gehouden op de markt. De mu ziekmaatschappij speelde er eenige flinke stukjes, terwijl de eerewijn op het stadhuis gedronken werd. Naderhand werden de gevierden met de gemeenteoverheden door het muziek opge leid naar het gedenkteeken der burgerlijke slachtoffers en dat der gesneuvelden, waar de Vrouw van den Heer Burgemeester twee prachtige bloemtuilen neerlegde. Nu werden de jong gehuwden naar hun nieuwe woning gebracht, waar een schoone poort was opgesteld, met volgend opschrift: Mocht dag op dag Een zonnelach Hier in uw woning weem'len, Wijl kindren klein Aan 't spelen zijn, Lijk englen uit de heem'len. Om 7 u. trokken een honderd zeventigtal mannen en vrouwen naar het stadhuis, waar een flink maal opgediend werd. De Heer Schepen, H. Bovyn verwelkomde er den lieer Burgemeester en Vrouw in naam van den Gemeenteraad en de ganschc bevolking en stelde voor te drinken op de gezondheid der jong gehuwden. De Heer Burgemeester bedankte allen har telijk voor het gul onthaal welke ze beiden genoten hadden en beloofde geen moeite te sparen om Loo zoo hoog mogelijk te houden tot aller welzijn. Beide aanspraken werden met levendig handgeklap begroet. Om 10 u. werd een prachtig vuurwerk af geschoten dat eindigde met een «Leve de Burgemeester't Voldeed iedereen. Waarlijk een heerlijke dag voor de Loo naars ROMANS VAN A. HANS. De winteravonden zijn daar! Na uw werk lees eenige schoone boekenOnder de beste tellen de volksromans van A. Hans, waarvan hier een prijslijst vólgt: De Witte Hoeve 4,00 fr. Filips Van Artevelde 7,00 De Vlaamsche Boschkerel 8,00 Het Graf aan de Zee 9,00 Het Geheim van het Woud 9,00 De Verstooteling 11,00 Het Geheimzinnig Kasteel 16,00 De Slavinnen van Vlaanderen 17,00 De Heks van Nieuwpoort 16,00 Het Spook van den Wolvenburg 12,00 Lea van den Molen 15,00 Het Geheim van den Toren 9.00 Klara van den Bareelwachter 13,00 Stadsleven 9,00 Het Geheim van den Rechter 17,50 De Roode Hand 19,00 Laura van den Vuurtoren 16,00 De Dochter van den Veroordeelde 12,00 Verborgen Schat 14,00 Het Kruis aan de beek 15,00 De Jonkvrouw van den Eikenhof 16,00 De Dood in Vlaanderen 11,00 Het gebed eener Moeder 16,00 Het Huwelijk in de Gevangenis 16,00 Martha's Liefde 17,00 Keizer Karei in Vlaanderen 10,00 De Gek van den Molenberg 16,00 De Dochter van den Voerman 14,00 De Dochter van den Smokkelaar 14,00 y Het Huis op de Heide 17,00 De Opgeeischten 15,00 Het Zwarte Huis 9.00 De Zingende Toren 3,00 Een Schot in den Nacht 14,50 Bloedgeld Aan onze Lezers willen we deze aan een gunstprijs leveren. Alwie een. boek van A. Hans begeert, stor- te de hierboven aangeduide prijs op onze postcheckrekening 15.570 en vult op het stortingsbulletijn in: titel van het begeerde hoek en volledig juist adres en we zullen hen dadelijk het boek vrachtvrij toezenden. We hebben ook de 200 uitgaven van A. Hans' Kinderbibliotheek aan 60 cent. 't stuk stichtende en aangename lezing voor kin ders. Die er eenige begeert, stort bedrag op one postcheckrekening, en vrachtvrij sturen wij ze op. WATOU, maand September 1928. Geboorten. Delereu Maurice, z. v. Jules en Helène Vanhee. Lermytte Maria, d. v. Maurice en Alice Verhaeghe. Overlijdens. Verbouwe Celina, 77 j., wed. v. Louis Vermeulen. Verhulde Edou- ard, 90 j., ongeh. Derycke Joseph, 60 j., wed. v. Romanie Lej^s. Corteel Emerence," 75 j., wed. v. Honoré Bouttekein. Huwelijken. Devos Michel te Komen en Six Marie te Watou. Mahieu Camiel te Woesten en Dezitter Madeleine te Watou. Bostyn Emile te Staden en Julia Bousse- maere te Watou. CROMBEKE, m. Augustus en Sept. 1928. Geboorten. Rolfe Gerald, z. v. Howard en Nerval Edna. Marchand Godelieve, d. v. Maurits en Delmaere Maria. Vanpe- perstraete Georgette, d. v. Maurits en Ysaert Maria. Capoen Georges, z. v. Michaël en Smagghe Martha. Dumoii Paula, d. v. Maurits en Devos Maria. Gruwez Valère, z. v. Jules en Fossaert Angèla. Theeten Henri, z. v. Cyrille en Fossaert Emma. Sterfgevallen. Sackeel Timon, 6 m., z. v. René en Leys Marie. De Keukelaere Jo sephine, 82 j., ongeh. Huwelijk. Fieu Firmin met Pinson Ra chel. Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 13 ROMAN door A. HANS. Waarofö verzocht ge haar op uw kasteel Om een teekening te maken van den Maerburg, bestemd voor mijn zusters in Engeland. Ge schijnt me wel voor een gemeenen kerel te hou den om me andere bedoelingen toe te schrijven. Mijnheer van Maere, ik geloof u ook op uw woord. Maar het was een zonderling uur van den dag, om na donker nog naar het huis van Posteels te komen. O, ik wil rechtzinnig zijn... Ik was daar om u te bespieden, bekende de jonker. En na te gaan of ik Magda be zocht. Uit belangstelling in tl... en ook belangstelling in Magda. Welnu, onthoud dan, dat zij ieders eerbied verdient! Waarom mag ik u niet kennen! riep Robert uit. Ik heb er een reden voor... We kunnen vrienden zijn Eerbiedig' mijn besluit... En luis ter niet naar lieden als de notaris Ik heb zelfstandigheid genoeg, om niet door de oogen van den heer Campens te moeten zien. Ge liet u dan toch opstoken tegen Magda Posteels! -Kende ik haarEn doet zii niet wat vreemd Vreemd? Waarom? En zoo ze nu eens met den Wilden Ruiter verloofd was? Mag dat niet? Hebt gij haar met andere mannen gezien, al zullen de notaris en zijn vrouw en dochter wel beweren, dat ze met jonkers uit de stad verkeert, wat laster isHeeft ze het recht niet, zich te kleeden. zooals ze wil? Zela Campens benijdt Mag da... En nu genoeg over haar! Wordt het u niet te lastig zoo den gewonde te steunen? O, neen We zullen een dokter moeten ha len. Ik zal er straks om rijden. Mijn portier kan wel gaan. Neen, neen... te paard is de bood schap vlugger verricht God geve, dat het nog helpt. Weldra bereikten ze den Maerburg. Lode Martens, de portier, opende spoedig' de poort. We hebben hier een gewonde, zei van Maere. Help me hem in huis te brengen. Hij is door de roovers aan gerand. Ook de Wilde Ruiter stak een hand toe. En de ongelukkige werd op een rustbank in een der benedenkamers gelegd. Robert was zoo door nieuwsgierig heid naar den Wilden Ruiter gedreven, dat hij dezen eerder beschouwde dan het slachtoffer der bandieten. De geheimzinnige man was lang en slank en van onder den breedgeranden hoed golfden prachtige, als zijden, lokken zwierig over de schouders. Doch een masker verborg het ge laat. En zoo bleef de Wilde Ruiter ook in het kaarslicht, dat hem be scheen, een onbekende. De gewonde bleek een jonge man, behoorend tot den boerenstand, een voudig, doch degelijk gekleed. Zijn haren kleefden aaneen door bloed en de ruiter ontdekte een groote wonde in 't hoofd. De arme kerel heeft een slag van een knuppel gekregen, zei hij. Ik rijd om een dokter. Zulk een hoofdwonde kan zeer ernstig zijn. Ik dank u voor uw hulp, sprak Robert. Ik deed mijn plicht, juist zooals gij, jonker... Maar onze taak is niet geëindigd. De gekwetste zal hier als een huisgenoot verzorgd worden. -Eu ik spoed me om den genees heer. Robert stapte mee tot aan de deur. Zie ik u terug? vroeg hij. Ik zal den dokter begeleiden. Ik mag u toch de hand drukken Gaarne... En er is geen wrok meer tus schen ons! Wat ik, zonder veel na te denken van Magda Posteels gezegd heb, neem ik terug. Dat is eerlijk. Gij verandert uw spraak... Die basstem is niet natuurlijk, hernam Robert. Ze behoort bij mijn masker jon ker van Maere... De tijd zal komen, dat ik mijn gelaat vertoonen en mijn naam noemen mag. Ik hoop dat het spoedig zal zijn. Laat mij nu gaan! De Patient. van Maere keerde bij den patient terug. Ik zal jufvrouw Lamoens roepen, zei hij tot zijn knecht, die kan den ar men sukkelaar de eerste zorgen toe dienen. Maak gij hier intusschen wat vuur. Robert begaf zich naar de zitkamer van zijn medebewoners. En hij vertel de wat er gebeurd was. De heer Lamoens en zijn dochter gingen dadelijk* mee naar den gewon de. Toen Jacqueline den patient zag, uitte ze een kreet. En ze greep haar vader bij den arm. Deze scheen ook hevig te schrikken, maar zei dadelijk: 't Is wel erg, dat de roovers tlog zoo onbeschaamd durven optreden. Mijn dochter geraakt er van in de war. O, ik mag hier niet blijven sta melde Jacqueline. Als ik bloed zie, word ik zoo kwalijk, 't Spijt me, dat ik den ongelukkige niet kan verzorgen. De zenuwen, fluisterde Lamoens tot Robert. We hebben in onze streek zooveel wreeds beleefd en die herin- nering komt nu weer sterk bij mijn dochter boven. -Leid de juffer dan heen, ried Ro bert aan. Ge begrijpt het I O. ja... Ik zal de wonde uitwas- schen. En spoedig zal de dokter hier zijn. Ge kunt op mij rekenen om hij j den patient te waken, verzekerde La moens. We zullen dat straks bespreken, Loden kwam met hout. Jufvrouw Lamoens is te ontsteld om den gewonde te helpen, zei Robert. De man ziet er toch niet zoo lee- ijk uit. Sommige menschen kunnen geen doed zijn. Dat is waar... Tk heb een nicht die flauw valt als ze zich in den vinger snijdt. Ik zal water en doeken halen. Weldra brandde in den haard een vuur. En van Maere wiesch de wonde uit en legde een eerste verhand Hij goot den bezwijmde eenige druppels wijn tusschen de lippen. Maar de man kwam nog niet tot he lming. Robert onderzocht of hij papieren )ij zich had en vond een paspoort. Dit vermeldde dat de vreemdeling Johan Blomme heette, 26 jaar oud was, on gehuwd en onder Heist aan Zee boer de. Het slachtoffer bevond zich dus ver van huis. Geld bleek Blomme niet te bezitten. Hij ziet er toch een welgestelde man uit en geen landlooper, zei Ro bert. Dus zal hij beroofd zijn gewor den. O. dat is zeker, sprak Loden Mar tens. Bakelandts mannen zijn stout moedig geweest van avond Ze begonnen vroeg. En weer was de Wilde Ruiter in de buurt. Dat is toch aardig. Plij kwam te laat om Tohan Blomme te beschermen. Spijtig genoeg... Maar ia, hij kan niet overal te gelijk zijn, al schijnt het soms zoo... Och ja, mijnheer, 't is waar er is een brief voor u gebracht. Ik zou het met al die drukte nog ver geten. Door wien Door Jan Posteels, den bezem binder. En zei hij er niets Di j Neen... Hij zag er nijdig uit. Ik zal den brief halen. Toen Robert den omslag verscheur de vond hij tusschen het papier een goudstuk. En de"ergernis kwam boven toen hij las Jonker van Maere, Hierbij is het goudstuk terug, dat gi j ons gebracht hebt, op verzoek van den Wilden Ruiter. Wij nemen niets aan van iemand, die zoo lichtzinnig onze dochter be lastert. Jan Posteels Wat strekenbromde Robert. Ze zij n beleedjgd. De brief was netjes geschreven en bevatte geen fouten. 't Geschrift van de dochter, zei Robert hij zich zelf. De bezembinder zal wel geen letter kunnen maken zoo groot als de kerk. Maar waar heeft dat meisje die geleerdheid gehaald? Ze zijn kwaad... De Wilde Ruiter zal 't.sussen... En och, wat maak ik er me druk om! Ik hen op Jacqueline ver liefd. En Magda is 't lief van den rui ter... Plij verdedigt 'haar met zooveel warmte. Loden, vroeg Robert aan zijn knecht, waar is Posteels dochter op school geweest. ('t Vervolgt), Mark O. O. C.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1928 | | pagina 5