De Wilde Ruiter G jêk Mi> A. d ijt is m HETMANNEKE MAAN ROMAN door A. HANS. I.oup(Irs fiJsionx J Verstand en geweten: Waar die twee één zijn, daar is't recht, 't Gewetenloos verstand is slecht, En 't onverstandig geweten U aakt menigeen bezeten. De waarheid, zegt men, is gemeen lijk in 't midden: Daarom is 't zeker dat de sloore zoo dikwijls versmacht zit. Mis hooren en verlet niet Almoesen en verarmt niet; Zondagwerk en vèrrijkt niet Gestolen goed gedijt niet. Aangeboden diensten zijn zelden aangenaamgevraagde nog minder. Het kind dat heeft leeren gehoorza men, heeft een groot deel van zijn op voeding achter den rug. MRMHHBBBMMHBSBBBBSg&BBS UIT DE Nog enkle dagen en we zitten In «le schoone maand van Mei AI et 't ontluiken van de bloemen Komt voor goed de lentetij ezel. te Manneke uit de Maan, ge zijt een Merci, Marenta, en waarom dat- -Omdat ge ezelarijen verkoopt. Merci. Marenta, hoe datte -Omdat ge zegtmet het ontluiken van de bloemen, komt voor goed de lentetij. Dat is toch zoo, Marenta. Dat is niet zoo; 't is averechts; het moet zijn: de bloemen komen met het ontluiken van de lentetij en 't is niet de lentetij die komt met het ont- luiken'van de bloemen. Als ge niemen- dalle anders te zeggen hebt, zwijg dan liever. Alderliefste Lezeressen en vrienden Lezers, ons Marenta is met 't verkeer de been uit heur bedde gestapt. We zullen maar peinzen't is stille waar dat het nooit en waait en maar voort gaan met ons artikeltje te schrijven. DE GAZETTEN SCHRIJVEN dat er op de fwaar kommersijal of jaarbeurs te Brussel een masjien te zien was, waarmee dat er kiekens werden ge pluimd. Op 5 minuten tijd waren er wel honderd kiekens van hun pluimen verlost. Maar dat is geen nieuws zulle in ons vaderland België hebben ze sinds 1830 altijd masjienen gehad om 'de Vlamingen te pluimen. Maar nu raakt zoo zachtjes aan Dat Vlamingen-pluimen gedaan, En zuchten de politieke franskiljons Ileb medelij met ons! ABRAHAM SWIFT, een jood, luid geen medelijden met zijn bedienden. Wie bij hem kwam werken werd maar slecht betaald. Simon Tops, die nu een half jaar in dienst was, ging opslag vragen. Hoelang zijt ge hier? vroeg de patroon. Zes maanden, mijnheer. En wat verdiend ge? Niemendalle, men heer. Goed. vanaf morgen zal ik u loon verdubbelen.En daarmee mocht Simon het aftrappen. DE TRAPPEN van de Beurs van Brussel stonden vol azjaan- desjaans of wisselagenten en prins Sjarel, de tweede zeune van den keu- ning kwam die mannen nen drapo offreeren. En prins Sjarel lapte nen diskoers af, maar halverwege bleef hij steken en 't was er mee als met .de ossenkar van boer Tripzaad 't ging niet meer vooruit of achteruit. Maar alleéde wisselagenten hebben toch huider drapo, •maar ze mogen er hu wel een zwart striksken aan doen, want 't gaat er maar slecht met de Beurs. Eerst klommen de actiesnu ze zak- Dat is nog meer gebeurd [ken. Maar velen hebben daardoor ook Duchtig hun broek gescheurd. ■BSSSEBBBflBBBBBBBflBBBSBBBflSBBl Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 39 Robert wenkte de bezembinder en zijn vrouw. En met den ouden priester begaven allen zich naar den Maerburg. Het volk verspreidde zich, de ge beurtenis druk besprekend, die zoo wonderlijk toe scheen, dat velen dat nieuws nog niet konden gelooven. En toch. ja, men had Magda Posteels al tijd een vreemd meisje gevonden. Ze was hier in de streek gekomen met deti bezembinder en zij-ra vrouw, lieden, ook elders gewonnen en geboren. Magda was toch nooit een eigenlijke leurster geweest. Ze lachte en ^gekte niet mét dé jonge kerels, was nooit bij de leute in herbergjes. En men had dikwijls verteld dat ze geleerdheid be zat. Nu wist ieder wat zonderlings over het meisje uit de hut. Notaris Campens was naar huis ge gaan. En de man, die voor de mensehen ioo gaarne heel braaf en deftig voor deed, vloekte nu geweldig. Zijn vrouw had dat wel meer van hem gehoord en ze begreep dat er iets buitengewoons moest gebeurd zijn 't Is heelemaal mis! bromde cle notaris. Wat mis Ja, ja, met de Beurs is 't als met de liefde: zegt Marenta; ge zijt er nooit zeker van. DAT heeft Gaston Lokas, te Antwerpen ook ondervonden. Hij was van Amerika gekomen en had in Antwerpen kennis gekregen met de dochter van een herbergier. Maar toen de centen op waren wilde het meisken van beuren Gaston niet meer weten. De kerel kreeg daarop een aanval van sjagrindamoer en hij ging zich door zijn koppeken schieten. En weet ge waar hij dat deed? In zijn kop, zult gij zeggen. Natuurlijk. Maar in welke plaats In de kerk van Berchem. De kerel is echter niet aan zijn wonde ge storven. Hij ligt in 't hospitaal en de kerk is opnieuw moeten gewijd wor den. Als er in Engeland zich iemand wil zelfmoorden en 't lukt niet, dan draaien ze hem nog den bak in; op den hoop toe. De machinist van den eks- prestrein die gepasseerde week te Hal- Ie zooveel scherven heeft gemaakt, staken ze ook in den bak. Maar na een paar dagen lieten ze hem toch vrij. 't Ergste van al is dat er elf mepochen 't leven bij verloren hebben. Gelukkig hooren we alle weken Hier in 't land Niet van treinmalheuren spreken. Hij heeft weer ne keer verzen willen schrijven, spot Marenta en hij is er niet doorgeraakt. Hewel, Marenta, ge zult niet blijven lachen. Zie, hier is voor de alderliefste Lezeressen van De Poperinghenaareen Meige dichtje. In veel streken van Limburg is 't nog de gewoonte dat een jongen voor de deur van 't huis waar een meisje woont dat hij gaarne ziet, een Mei komt planten, in den nacht van 30 April op 1 Mei. Hier hebt ge een gedichtje daarover. DE MEI IN DE LINDE. Piet beminde Blond Marieken Blond Marieken minde Piet, En. als hij het meisje ontmoette Zong hij zoetDag deugeniet. Nu eens kocht ik haar amandelen Dan weer koekjes of gebak, En met Mei, stond hij te lachen, Stéék ik u een Mei op 't dak. Blond Marieken stond te blozen Maar heur hartje zong zoo blij Pieter zal u bloemen brengen In den eersten nacht van Mei!» Midden in den nacht kwam Pieter Met een grooten bloementak. Dien hij boven in de linde Juist voor Miekens deurken stak. Hoog! Heel hoog! in 't hoogste sjopken Moest den grooten bloementak, Lustig zou hij daar dan pralen Boven boom en huis en dak. Hoog! heel hoog! maar 't sjopken zwaai- En daar klonk hetkrikkrik krak[de 't Sjopken van de fiere linde Als een rietje knakte en brak. Blond Marieken keek doo,r ',t venster, 's Morgens vroeg... verheugd en blij En ze zocht in de oude linde Naar de lang beloofde Mei. Maar daar stond geen Mei te pralen In het klarend morgenrood Ouder aan den voet der linde 'Lag haar dïerbre Pieter... dood,..* En de versch geplukte bloemen Lagen geurend aan zijn zij-... In de heesters zong een merel Lustig, 't liedje van den Mei. Mar.enta zwijgt. Hewel, zeg ik. zijn dat nog verzen van drie ellen voor hen frank? ONZE frank krijgt al langer hoe meer de kramp in zijn buiksken en dat kan niet anders, want alles wordt met den dag duurder en ons franksken blijft van nikkel. Een ki'l.d" spinazie kost te Brussel zoo twaalf van die nik kelen frankskens. En zeggen dat ze in grootmoeders tijd voor 5 eens eenen beelen zak kost trekken. LTPPE. de schaapherder wasook zeker uit gropt- vaders tijd, maar als ze hem vroegen: hoe oud zijt gij? Dan antwoordde Lip- peik weet het niet. En hij voegde .er bijik tel mijn schapen, om te weten, hoeveel zijn er, ik tel mijn centen om te weten of ze er mij geen stelen, maar mijn jaren moet ik niet tellen, want niemand zal ze komen stelen. Allee nog zoo slecht niet geredeneerd van Lippe. DE GROOTE KOPPEN in 't leger redeneeren dat een b.eetje vloms te kennen al meer dan genoeg is voor nen sabelsleper. Hewelziehier wat er lest is gebeurd. Daar werd een examen gedaan en 't was een kapitein die moest ondervragen. Hij zei tot een sergeant: Zek in de vloms, de con signes van de sentinelles De man be doelde: het ordewoord aan de schild wachten. De sergeant dachtwacht BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB Met Robert van Maffere. Weer ruzie gehad... Die Magda Posteels is een adel lijke jonkvrouw... De jonker liep haar •reeds altijd na en nu beeft hij ze mee getroond naar zijn kasteel. Zij een adellijke jonkvrouw? her haalde mevrouw. De dochter keek nu ook verrast op. Ja, ja... een van Heilbeke, de zus ter van dien liederlijken Raoul. Maar hoe is dat mogelijk Ze heeft zich gedragen als een sluns en ze stond het aan 't graf van haar broer bluffend te vertellen.. Zij was de Wilde Ruiter. Moeder en dochter toonden zich nog meer verbaasd. Och kom! riep mevrouw uit. Een meisje zou al die daden verricht heb ben... Ze beweert het toch... En ja. ik heb ze als Wilden Ruiter gezien... zoo vermomd met pruik en baard... een masker en in een mantel. Ze smeet bij het graf die vermomming af. De notaris vertelde nu het gansche voorval, maar wilde niets van al' 't edele, dat Magda bezield had, erken nen. -'t Is een avonturierster beweer de Campens... Welk meisje zou zich zoo gedragen, veel 's nachts op gang... En ik herhaal nog, dat ze met de roo- vers in betrekking moest staan om zoo al hun plannen te weten. Ze had er natuurlijk een vrijer HijMaar die snul van een van Maere staat van eigen in felle bewondering voor haar! Ze is" voor hem een heldin... j man, ik ga tl ne keer foppen en hij be gon heel rap te zeggen«Qnze vader die in den hemelen zijt, geheiligd zij uw naam enz. Eu toen hij amen gezegd had, sprak de kapitein «Gkansch kgoedgkij heb al de punt». Een punt dat iedereen moet weten En dat niemand mag vergeten Zet annoncen in «De Poperinghenaar» En iedereen koopt dan uwe waar EN DIT IS OOK WAAR. Gabriel Britch is 94 jaar oud en zit in een peetjeshuis zijn pijpken te rooken en slijt er gerust zijn oude dagen, De man heeft juist genoeg om te leven. Maar nu is er een broeder van hem in Amerika gestorven en die broeder laat hem een fortuin na van meer dan vijf honderd miljoen. Maar Gabriel Britch zei, als ze hem dat nieuws brachten: ik hen te oud om er van te profiteeren. En hij heeft zijn geld aan zijn kozijnen en nichtjes ver deeld. Maar in plaats van pijpen smoort hij nu fijne sigaren. Daarin heeft de man precies geen ongelijk. Ons Marenta heeft ook een nonkel in Amerika, maar die laat niet van zich hooren. Ik wensch niet dat die man zou ster- Maar hij mag het toch doen. [ven Mochten wij dan erven Ook een paar miljoen. Foei! Manneken... naar iemands dood verlangen om wat smerig geld, roept Marenta uit. Ochschaap lief ge weet dat het toch maar is om te lachen... want uw nonkel zit waar schijnlijk in de krot... Hier in België zijn ze dus volop bezig de krotwonin gen af te breken. In Amerika bouwen ze nu een huis dat 44 verdiepingen heeft en waarin er plaats zal zijn voor 10.000 man. Dat het in Amerika precies niet deugt is weer te zien geweest te Chicago. Daar hebben bandieten de oto van een Bank geplunderd en die ban dieten hadden astemblief revolvers, geweren en mitraljeurs mêe. De naaste keer komen ze met kanonnen en tanks afge zult het zien. En laat ons nu ne keer rap zien wat het boerenalmanaks ken zooal vertelt over Mei Mei koel en zwak Veel koren in den zak. Een Mei koel en koud Een Mei van goud. Den eersten Mei Heeft elke vogel een ei. Behalve koekoek en spriet Die kennen hunnen nest nog niet. Pachtesse Kwikker had naar een veearst geschreven om te weten hoe een goed zwijn er moest uitzien en ze kreeg het volgende briefje terug: Madame. Ziehier mijn antwoord. Een goed zwijn moet er alzoo uitzienlan cilindervormig lichaam; ontwikkelde spieren breede borst, afgeplatte «lenden, korte, dunne kop, scherpe snuit, vlammende oogen, korte, dikke breede hals, zachte huid, lange ooren alzoo heeft het een goede gezond- heid. Ik hoop van u het hetzelfde WAT HETZELFDE niet is dat zijn de rekenirigèn die sommige madame kens aan huider kwafeur moeten beta len. Te Brussel zijn er reeds verschil lende echtscheidingsprocessen in gang omdat de mannen nog langer weigeren de rekeningen te betalen die bulder madame bij de kwafeur maakt. Ziehier zoo een rekening van 1 maand, snijden 9 fr. wasschen 2X10=20 friction 18 haargolving 30 Verschillende kleinigheden 28 drinkgeld 10 En hier om te eindigen twee waar heden, waar iedereen zijn profijt uit kan trekken Wie Hielt zonder aandacht, is gelijk een man, die een brief schrijft, maar het adres vergeet. Wie bidt zonder vertrouwen, is ge lijk de man, die een brief schrijft, maar hem niet wegzendt, denkende ik krijg toch geen antwoord. En nu dat de zomertwaletjes weer voor den dag komen en de meiskens van de kerk weer een modenwinkel gaan maken, zal het gezegde van Ons Heer nog al ne keer te pas komen«Ze vereeren mij met de lippen, maar het hart is ver van mij Marenta, zeg iknu preek ik als een apostel. Ja, zegt Marentage zijt een rare apostel. Plet Manneken uit de Maan. ■■■■IBKIBlIBHlBHilllBiniHI VLAANDERENS|BEDEVAART naar van 10 tot 17 Mei 1929. Vraagt inlichtingen bij E. H. Derycke, Pastoor op St Jan, Poperinghe. E. H. Onderpastoor, St Janskruis straat, Poperinghe ,Heer Fr. Vandeplas, Apotheker, Bertenplaats, Poperinghe bekomen, begiftigde er mede de abdij H. Reliquie vereerd te hebben, schenke van Weingarten. ook zijne aandacht aan de kostelijke In Jerusalem bewaarde men zorg- Hijve, waarin mén Ze processiewijs vuldig tot aan de kruisvaarten H: Bloed, van het Lichaam Christi door ronddraagt. Zij wierd gemaakt in 1650-17 door Jan Crabbe en daarom lieden der confrérie het waren 30 ridders die met Diederik de Reliquie in Brugge brachten, is er een 32® schild, voorstellende eene krab Joseph van Arimathea afgenomen den "e^ens 51 schilden van de edele H 4 1 A A A«- t U B TH Vrijdag achternoen, als hij dat I\er- biedweerdig Lichaam afwiesch, vóór Het te balsemen en in 't nieuw stee nen graf te leggen. Diederik van den Elzas, kleinzoon langs moederskantmet het jaartal 1617. Boven het kastje, 1 waarin de Reliquie steekt, slingert, onder aan den troonhemel, de k^oon, in bevrocht zilver, van Maria, aarts hertogin van Burgondie en grootmoe der van Keizer Karei. Onder de merk- weerdige steenen, die de rijve versie ren, zooals witte diamanten, roode rubis, groene emeranden, violetkleu rige amethysten, ge luwe topazen is er een groote zwarte diamant, geschenk van Maria Stuart en er tusschen prij ken twee hedendaagsche kameeën (steenen waarop eene figuur gegra veerd is) geschenk van Leopold I. Getrokken uit den boek Le pré- cieux Sang a Bruges par L. Yan- haecke 115 op 1 maand. Dat maakt per jaar 1.380 fr. Zonder het tijdverlies en nog veel andere dingen te rekenen. Awel, merci, zegt Maren ta; clan draag ik liever mijn haren, lijk grootmoeder zaliger dat deed. Maar ja, het mag gezeid, In grootmoeders tijd Toen moest men niet naar de mode [springen Zooals men nu voor vele dingen Met groot verdriet Alle dagen ziet. HBBBaiMBSBHHiBBBHNUHaSlfln En ze is mee naar 't kasteel? vroeg mevrouw Campens. Ja Zijne manieren lie Ze kunnen dan maar over den bezemstok trou wen. De notaris verzweeg, dat de oude priester en de bezembinder en zijn vrouw de jonge lieden vergezelden. -Wat tijden! zuchtte zijn echtge- noote. Ge moogt blij zijn dat gij Ro- berts vrouw niet zijt geworden, sprak ze tot haar dochter. van Maere is een lichtmis! brom de de notaris. Ja, dat is hij, stemde zijn vrouw toe. Eerst die jufvrouw Lamoens... terwijl hij Magda ook naliep. En nu deze op zijn kasteel, wel, 't is om zijn ouders in hun graf te doen omkeeren... Hij brengt zijn naam ten schande. De ouders hadden vermetele plan nen gehad en er op gerekend hun dochter aan Robert van Maere uit te huwen en zelf ook op het kasteed te wonen. En vooral de notaris toonde dan zijn woede over 't ineenstorten z;jner lucht kasteeltui... Er werd luid op de deur'geklopt. Pier Huigfe stormde opgewonden Lin nen. De loeder heeft me vastgezet, zei hij... Ik zat gevangen en zoo kon ik geen schandaal maken bij 't graf van Raoul, die mijn zuster bedroog. Mevrouw Campens en haar dochter trokken zich terug. Ze vernederden zich niet gaarjie.in zulk gezelschap. 1Waarom zijt ge ine niet komen Het Heüig Bloed Met 3 Mei aanstaande, begint de 14 daagsche plechtigheid, gevierd ter eere van het H. Bloed, in Brugge be waard. In verschillige oorden der we reld vereerde of vereert men H. Bloed. In Brussel, tijdens de Hertogen van Burgondië, wierden er H. H. Hostiën onteerd door Joden, die er hunne dol ken in ploften. Veel bloed liep uit de onteerde H. H. Hostiën. Van die H. H. Hostiën zijn er nog in Brussel bewaard en men noemt ze het H. Sakrament van 't mirakel. In Bolsena, bij Rome, om een pries ter ter hulpe te komen, die zich niet kon ontdoen van onvrijwilligen twijfel nopens de tegenwoordigheid van C. O. H. in het H. Sakrament, liet God toe dat, 'per ongeval, een deel van de H. Specië van Wijn (na de consecratië dus) uit den Kelk stortte op den witten altaardoek. Dit veroorzaakte eene groote bloedvlek op den doek, heden daags nog bewaard en vereerd. Dit mirakel was de gelegenheid voor Paus Urbaims IV, alsdan regeerende, om tot geheel de Kerk uit te breiden, den feestdag van het H. Sakrament, reeds gevierd in 't bisdom Luik. Dat Bloed van Brussel en dat Bloed van Bolsena, was zeer eerbiedwaardig en marikuleus, maar was geen Bloed van O. H. J. C., omdat het Bloed des Heeren, sedert de verrijzenis, niet meer kan gescheiden worden van zijn duurbaar Lichaam en omdat in het II. Sakrament des Altaars, als dp ge- difente van Brood of Wijn verdwijnt Christus O. H. er niet meer tegen woordig is. Te Mantoua, in Italië, te Weingar ten, in Duitschland en te Brugge be waart men H. Bloed, voortkomende van Christus' bitter Passie. De bon derdman van dienst op Calvarië noem de Longmus en na den dood des Zalig makers, als de beulen de beenderen verbrijzelden der twee moordenaars en het Lichaam Christi ongeschonden lie ten. plofte zijne lans in Christus' zijde en doorboorde zijn duurbaar Hert. Water en bloed vloeide uit de gapende wonde en Longinus, die eene erge oogkwaal had en die er van oogenblikkelijk genezen wierd door 't H Bloed, dat hem in aangezicht spat te, heeft zorgvuldig dat Bloed opge nomen en eerbiediglijk bewaard. Hij wierd Christen en verbleef langen tijd in Mantoua, waar alzoo dit H. Bloed, tot op den dag van heden bewaard en vereerd wordt. Om een duitschen Kei zer Hendrik III te beloonen voor zijne groote mildadigheid ten voordeele van het heiligdom van Matoua, wierd hem een deel van dit H. Bloed geschonken. Later overhandigde de Keizer deze re liquie aan Balduinus V van Vlaande ren. die het per testament overliet aan zijne dochter; Judith. Deze was ge huwd met een beierschen prins en Ju dith om het gelukkig weerkomen van haar gemaal uit Palestina (1090) te 9BBflBBBBBflBflBBBBflBBBBBBflBBflBBl verlossen vroeg Huigfe op denzelfden groven toon aan den notaris. Ik wist toch niet, waar ge geble ven waart... - Gij die alles weet en alleVziet en tot in de verdoken geldkasjes van de menschen weet te kijken. Wordt nu kalm, Pier Er is daar een heele komedie Hij 't graf geweest, heb ik gehoord, her nam Pier. Ja... Iets belachelijks! De Jonker heeft me een leelijken toer gespeeld... Hij is met die Juffer naar zijn kasteel. Maar ik ken iemand die nog heel veel bij de Franschen te vertellen heeft. Hij is voor u ook geen vreemde. 't Is mogelijk, zei Campens voor zichtig. Ge hangt weer de schijnheilige uit Als ge zulke taal gebruikt, zei ik u aan de deur steken, dreigde de no taris. O. neen... dat zult ge niet doen, zoolang ge ons laatste stukje land nog niet in uw klauwen hebt. Maar laat ons over den Jonker en zijn lief mort spreken. Zij is dus de Wilde'Ruiter... Nu, ik heb dikwijls een oogje getrok ken naar Magda Posteels als ze met bezems leurde, maar ze was te preuseft voor mij. Nu weet ik waarom. Zoo, zoo, de Wilde Ruiter was de zuster van Raoul van Heilbeke. Nu begrijp ik, waarom die Ruiter mijn zuster Mela liet vluchten. Er mocht geen gerechts zaak volgend waarin de schande van haar broeder zou be sprok e n word en van Robrecht-de-Vries en eigen kozijn van Karel-de-Goede aan wien hij, als raaf van Vlaanderen, opvolgde ten jare 1128, trok viermaal naar Jerusa lem, waar hij zich onderscheidde door heldhaftige wapenfeiten. Tijdens zijn tweede verblijf in Palestina (1147- 1149), Balduinus III, christen koning van Jerusalem en schoonbroeder van Diederik, samen met den Patriarch besloot een deel van dit H. Bloed aan Diederik te schenken, als belooning zijner uitstekende diensten. Dit ge schiedde op Kerstdag 1148 in de H. Graf-kerk. Ten jare 1149 verliet het vlaainsch legerken het H. Land en langzaam zakte het af naar Vlaand ren. Met den avond van 1 Mei 1150, was men in Kortrijk en het H. Bloed ver nachtte in eene kapel, nu verdwenen, en in de volkslegende gekend onder de naam van Bloecapelleke Van Kortrijk bracht men de kost bare Reliquie over naar Brugge en op dien laatsten tocht was het Leonius, Gij zijt gezeteld op ons allen prelaat der abdij van St Bertinus te Uw steenen beeld kon eenmaal vallen, St Omaars, die ze droeg, hetgeen hij Doch onze herten duizendtallen, steeds gedaan had, sedert het heen- Ontvielt gij nooit een enk'len keer. gaan uit Jerusalem. Hij droeg Ze, j hangende met een zilveren ketting j 1 aan den hals en 's morgens waar hij Gij zjjt> Maria, nog op heden, mis las, plaatste hij Ze op het altaar.Hetgeen gij waart in 't groot verleden, Bij het ingaan in Brugge, Diederik, Spijts alle mede- en tegenheden. gezeten op een wit peerd dat geleid Des Vlammgs Mleder immer meer. wierd door twee monikken gaande Vrouwenhockje MEIMAAND van Guido Gezelle. blootsvoets, droeg zelve de Reliquie. Volgden de 30 ridders, die met Diede rik uit het Oosten terugkwamen en aan de poorten der stad, hadden zij verwelkomd geweest door het stede lijk magistraat en de geestelijkheid. De graaf droeg het H. Bloed naar de oude burchtkapel van St Basilius, waar Ze nu nog berustend is. Volgens den brief (Bulle) van Cle ment V, gedagteekend uit Avignon, den 1 Juni 1310 en aflaten toestaande aan alwie bedevaarde naar 't H. Bloed, wierd dit H.Bloed alle Vijdagen vloei baar. Dit mirakel zou opgehouden heb ben ten jare 1325 en sedert dien blijft het steeds geklonterd. Tijdens de godsdienstoorlogen in de XVI eeuw, wierd de Reliquie ten iare 1578 verdoken door Don Juan Perez de Malvenda, eersten kerkheer der St Basilius' kapel; zij berustte eerst in Malvenda's woonst hij St Jan-Nepo- muceenensbrug en in de gevel var dit huis. langs de Rozenkrans-kaai, steekt er een steen, waarop gekapt is: Zoo Obededom de Arke borg, Zoo Perez de Malvenda's zorg Bewaerée-ons Heeren Bloed alhier Voor haet en nijd en oorlogs vier. Zij berustte daarna in Malvenda's huis in de NieuWstraat en wierd op nieuw overhandigd aan den tweeden bisschop van Brugge Remi Drieuz, den 29 November 1584. Tijdens de Pransche Omwenteling wierd de H. Reliquie nogmaals vér doken tot in Mei 1819. Gedurende den oorlog 1919-18 was 't Mgr Waffelaert, bisschop van Brugge, die er persoonlijk voor zorgde in zijn bisschoplijk paleis. Welke eer zijn wij aan de H. Reli quie van Brugge, Mantoua en Wein garten verschuldigd? Dat H. Bloed, als het deel miek van O. H. Lichaam, was vereenigd met de Godheid, en alzoo beschouwd mocht het aanbeden worden. Nu is het H. Bloed gescheiden van O. H. Lichaam, dus niet meer ver- eenigd met de Godheid en het hiag nu niet meer aanbeden maar alleen lijk, als de kostbaarste Reliquie, die ievers bestaat, vereerdworden. Daarom wordt o. m. de H. Reliquie door den priester bewierookt, niet knielende, zooals hij het doet, bewie rookende het Allerheiligste Sak ra ment, maar rechtstaande. Wie naar Brugge bedevaart, na de Die Jonkvrouw is slim. Maar als Wilde Ruiter hééft ze mij dikwijls tegmi ge werkt, toen ik hij de Franschen een goeden duit kon verdienen... Ze weet 'ook veel van u, notaris. Ik heb niets te verduiken. Nu staat ge daar juist als een pater... maar ge zijt heel anders. Ewel, ik heb reden om kwaad te zijn op den Ruiter, dus op Jonkvrouw van Heil beke en ook op jonker van Maere En zooals ik zei, ken ik iemand, dié een wit voetje hij de Franschen heeft en van Maere ook haat, omdat het. niet gehikte, zijn dochter aan den Jonker te verlappen. Ja, ja. ge verstaat al, dat ik op Lamoens spreek. Ik weet waar hij zit, niet ver van ons. Ik zal hem eens vertellen, wie de Wilde Ruiter is en, ik hen zeker, dat hij er voor zorgen zal. dat de Franschen Robert'van Maere's schoon liefje weg halen. Ze hebben met den Wilden Ruiter een appeltje te schillen. De Eransc.hen zouden de avontu rierster zeker gevangen nemen, te meer daar de Ruiter ook Magda Pos teels is. die reeds voor ropverij aang'è- houden werd. Maar is hef schoon wat ge doet, Pier! En gij zoudt. het zoo gaarne wil len zien gebeuren, schijnheilige Zebe- deus... Toe, voor mij moet ge.niet zoo Uw oogen naar den hemel verheffen, ge zijt geen heilige, verre van daar! Ik weet, dat uw opvoeding alles te wenschen overlaat, Iluigtn Anders... Wat anders! Ge verlangt dat ik naar Lamoens ga. Ge zijt woedend, omdat jonker van Maere uw dochter ij« i[J O Moeder Gods, onz' koninginne, O lieve Vrouw, vol eed'ler minne, Al wat wij einden en beginnen, Beveelt het onzen lieven Heer. Heel Vlaanderen rond, zuid, west, oost, [noorden, Langs Heule- en Leie- en bekeboorden Herklinkt, 't schoonste woord der woorden, Maria Maagd, uw naam vol eer. Aan alle moeders, vragen wij dat zij aanhoudend in de harten hunner kin deren groote liefde en betrouwen zou den opwekken tot ons aller lieve Moe der Maria. Aan alle Lezeressen herin neren wij de vlaamsche gewoonte van samen rond de kruiskapel den Pater noster te bidden, naar het Meilof te gaan of minstens iemand van 't huis gezin er henen te sturen. En Maria zal zegenen de stad en de streek. Voor de keuken. Eieren met gar- naalen. De eieren ifeën per genoo- digcle) hard koken, afkoelen, pellen, in twee snijden (langwerpig). Het igeel uithalen en fijn wrijven -of verbrijzelen. Maak een dikke mayonnaise-saus, voeg de gepelde garnaalen er a;ln toe. Daarmede de halve eieren vullen. Frisch houden. Qp het oogenblik van op te dienen er de- gewreven eierdooi ers over strooien. Dit is een smakelijk tusscheiigerecht om na de sóep op te dienen. X Verwonderd. Trees Pummels, een boerenmeid, komt op 't gemeentehuis. M. de Suikefëtaris, 'k zou geeren trouwen. Zoo... en waar is de bruidegom? Kan ekik dien hier niet krijgen? VLAAMSCHE CONCERTEN. Aan het groot Vlaamsch Festival, dat op 28 en 29 April zal plaats hebben in den Koninklijken Franschen Schouwburg en waar twee nieuwe werken zullen uitge voerd worden van de heeren Candael en Meulemans, alsook de meesterlijke GU- DRl'M van Ernest Brengier, ouder de leiding van den heer L Ontrop zullen de volgende kunstenaars van de Viaamsche Opera medewerken: Mevrouwen Brif- faux en Verhoeven alsook de heeren Sterkens, Van Aert, Vercamer, Wouters. in niet gekozen heeft, maar daarin kan ik hem geen ongelijk geven. Ik zou ze ook niet willen, tenware om haar geld... en dan zou ik toch voorzeker niet heel trouw zijn aan haar! Nu is 't genoegAonbeschaamde- rikriep Campens woedend, want Huige had hem op een gevoelige plaats getroffen. Ik heb een stoute muile he, her nam de jonge man/Er zijn er niet veel die zoo tot u dur/veA spreken, maar ik zwijg voor niemdnm Verlaat mijn huis! Moet ik het gaan rond strooien, dat de deftige notaris me getracteerd heeft, om schandaal te gaan maken Hij de begrafenis van Raoul van Heilbeke. Dat liegt ge! Heb ik u dat bevo len Ik begreep uw dubbelzinnige taal wel. Rechtuit spreekt ge nooit. Maar anders" zijt ge zoo mild niet met uw wijn. Ge giet hem liever in uw eigen keelgat. Toe, we zullen niet kwaad zijn op elkaar. Ik bezorg weer leute door naar Lamoens te gaan en Pran sche gendarmen op den Maerburg te brengen. Dan zult ge zeker ook zeggen, dat ik er u toe opgestookt heb. Ge raadt het me toch niet af. Zoudt ge naar raad luisteren het ware de eerste keer van uw,leven! Ja, ja, we kennen elkaar. Tk hen weg, notaris, want nu houdt ge uw wijnkelder gesloten, merk ik. Ge hebt meer dan genoeg binnen vandaag. ('t Vervolgt.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1929 | | pagina 5