De Wilde Ruiter
G jêk Mi> A. d ijt is m
HETMANNEKE
MAAN
ROMAN
door A. HANS.
I.oup(Irs fiJsionx
J
Verstand en geweten:
Waar die twee één zijn, daar is't recht,
't Gewetenloos verstand is slecht,
En 't onverstandig geweten
U aakt menigeen bezeten.
De waarheid, zegt men, is gemeen
lijk in 't midden: Daarom is 't zeker
dat de sloore zoo dikwijls versmacht
zit.
Mis hooren en verlet niet
Almoesen en verarmt niet;
Zondagwerk en vèrrijkt niet
Gestolen goed gedijt niet.
Aangeboden diensten zijn zelden
aangenaamgevraagde nog minder.
Het kind dat heeft leeren gehoorza
men, heeft een groot deel van zijn op
voeding achter den rug.
MRMHHBBBMMHBSBBBBSg&BBS
UIT DE
Nog enkle dagen en we zitten
In «le schoone maand van Mei
AI et 't ontluiken van de bloemen
Komt voor goed de lentetij
ezel.
te
Manneke uit de Maan, ge zijt een
Merci, Marenta, en waarom dat-
-Omdat ge ezelarijen verkoopt.
Merci. Marenta, hoe datte
-Omdat ge zegtmet het ontluiken
van de bloemen, komt voor goed de
lentetij.
Dat is toch zoo, Marenta.
Dat is niet zoo; 't is averechts;
het moet zijn: de bloemen komen met
het ontluiken van de lentetij en 't is
niet de lentetij die komt met het ont-
luiken'van de bloemen. Als ge niemen-
dalle anders te zeggen hebt, zwijg dan
liever.
Alderliefste Lezeressen en vrienden
Lezers, ons Marenta is met 't verkeer
de been uit heur bedde gestapt. We
zullen maar peinzen't is stille waar
dat het nooit en waait en maar voort
gaan met ons artikeltje te schrijven.
DE GAZETTEN SCHRIJVEN dat er
op de fwaar kommersijal of jaarbeurs
te Brussel een masjien te zien was,
waarmee dat er kiekens werden ge
pluimd. Op 5 minuten tijd waren er
wel honderd kiekens van hun pluimen
verlost. Maar dat is geen nieuws zulle
in ons vaderland België hebben ze
sinds 1830 altijd masjienen gehad om
'de Vlamingen te pluimen.
Maar nu raakt zoo zachtjes aan
Dat Vlamingen-pluimen gedaan,
En zuchten de politieke franskiljons
Ileb medelij met ons!
ABRAHAM SWIFT, een jood, luid
geen medelijden met zijn bedienden.
Wie bij hem kwam werken werd maar
slecht betaald. Simon Tops, die nu een
half jaar in dienst was, ging opslag
vragen. Hoelang zijt ge hier? vroeg de
patroon. Zes maanden, mijnheer. En
wat verdiend ge? Niemendalle, men
heer. Goed. vanaf morgen zal ik u loon
verdubbelen.En daarmee mocht Simon
het aftrappen. DE TRAPPEN van de
Beurs van Brussel stonden vol azjaan-
desjaans of wisselagenten en prins
Sjarel, de tweede zeune van den keu-
ning kwam die mannen nen drapo
offreeren. En prins Sjarel lapte nen
diskoers af, maar halverwege bleef
hij steken en 't was er mee als met
.de ossenkar van boer Tripzaad
't ging niet meer vooruit of achteruit.
Maar alleéde wisselagenten hebben
toch huider drapo, •maar ze mogen er
hu wel een zwart striksken aan doen,
want 't gaat er maar slecht met de
Beurs.
Eerst klommen de actiesnu ze zak-
Dat is nog meer gebeurd [ken.
Maar velen hebben daardoor ook
Duchtig hun broek gescheurd.
■BSSSEBBBflBBBBBBBflBBBSBBBflSBBl
Mengelwerk v. "De Poperinghenaar,, 39
Robert wenkte de bezembinder en
zijn vrouw. En met den ouden priester
begaven allen zich naar den Maerburg.
Het volk verspreidde zich, de ge
beurtenis druk besprekend, die zoo
wonderlijk toe scheen, dat velen dat
nieuws nog niet konden gelooven. En
toch. ja, men had Magda Posteels al
tijd een vreemd meisje gevonden. Ze
was hier in de streek gekomen met
deti bezembinder en zij-ra vrouw, lieden,
ook elders gewonnen en geboren.
Magda was toch nooit een eigenlijke
leurster geweest. Ze lachte en ^gekte
niet mét dé jonge kerels, was nooit bij
de leute in herbergjes. En men had
dikwijls verteld dat ze geleerdheid be
zat.
Nu wist ieder wat zonderlings over
het meisje uit de hut.
Notaris Campens was naar huis ge
gaan. En de man, die voor de mensehen
ioo gaarne heel braaf en deftig voor
deed, vloekte nu geweldig.
Zijn vrouw had dat wel meer van
hem gehoord en ze begreep dat er iets
buitengewoons moest gebeurd zijn
't Is heelemaal mis! bromde cle
notaris.
Wat mis
Ja, ja, met de Beurs is 't als met de
liefde: zegt Marenta; ge zijt er nooit
zeker van. DAT heeft Gaston Lokas,
te Antwerpen ook ondervonden. Hij
was van Amerika gekomen en had in
Antwerpen kennis gekregen met de
dochter van een herbergier. Maar toen
de centen op waren wilde het meisken
van beuren Gaston niet meer weten.
De kerel kreeg daarop een aanval van
sjagrindamoer en hij ging zich door
zijn koppeken schieten. En weet ge
waar hij dat deed? In zijn kop, zult gij
zeggen. Natuurlijk. Maar in welke
plaats In de kerk van Berchem. De
kerel is echter niet aan zijn wonde ge
storven. Hij ligt in 't hospitaal en de
kerk is opnieuw moeten gewijd wor
den. Als er in Engeland zich iemand
wil zelfmoorden en 't lukt niet, dan
draaien ze hem nog den bak in; op den
hoop toe. De machinist van den eks-
prestrein die gepasseerde week te Hal-
Ie zooveel scherven heeft gemaakt,
staken ze ook in den bak. Maar na een
paar dagen lieten ze hem toch vrij.
't Ergste van al is dat er elf mepochen
't leven bij verloren hebben.
Gelukkig hooren we alle weken
Hier in 't land
Niet van treinmalheuren spreken.
Hij heeft weer ne keer verzen willen
schrijven, spot Marenta en hij is er
niet doorgeraakt. Hewel, Marenta, ge
zult niet blijven lachen. Zie, hier is
voor de alderliefste Lezeressen van
De Poperinghenaareen Meige
dichtje. In veel streken van Limburg
is 't nog de gewoonte dat een jongen
voor de deur van 't huis waar een
meisje woont dat hij gaarne ziet, een
Mei komt planten, in den nacht van
30 April op 1 Mei. Hier hebt ge een
gedichtje daarover.
DE MEI IN DE LINDE.
Piet beminde Blond Marieken
Blond Marieken minde Piet,
En. als hij het meisje ontmoette
Zong hij zoetDag deugeniet.
Nu eens kocht ik haar amandelen
Dan weer koekjes of gebak,
En met Mei, stond hij te lachen,
Stéék ik u een Mei op 't dak.
Blond Marieken stond te blozen
Maar heur hartje zong zoo blij
Pieter zal u bloemen brengen
In den eersten nacht van Mei!»
Midden in den nacht kwam Pieter
Met een grooten bloementak.
Dien hij boven in de linde
Juist voor Miekens deurken stak.
Hoog! Heel hoog! in 't hoogste sjopken
Moest den grooten bloementak,
Lustig zou hij daar dan pralen
Boven boom en huis en dak.
Hoog! heel hoog! maar 't sjopken zwaai-
En daar klonk hetkrikkrik krak[de
't Sjopken van de fiere linde
Als een rietje knakte en brak.
Blond Marieken keek doo,r ',t venster,
's Morgens vroeg... verheugd en blij
En ze zocht in de oude linde
Naar de lang beloofde Mei.
Maar daar stond geen Mei te pralen
In het klarend morgenrood
Ouder aan den voet der linde
'Lag haar dïerbre Pieter... dood,..*
En de versch geplukte bloemen
Lagen geurend aan zijn zij-...
In de heesters zong een merel
Lustig, 't liedje van den Mei.
Mar.enta zwijgt. Hewel, zeg ik. zijn
dat nog verzen van drie ellen voor hen
frank? ONZE frank krijgt al langer
hoe meer de kramp in zijn buiksken en
dat kan niet anders, want alles wordt
met den dag duurder en ons franksken
blijft van nikkel. Een ki'l.d" spinazie
kost te Brussel zoo twaalf van die nik
kelen frankskens. En zeggen dat ze in
grootmoeders tijd voor 5 eens eenen
beelen zak kost trekken. LTPPE. de
schaapherder wasook zeker uit gropt-
vaders tijd, maar als ze hem vroegen:
hoe oud zijt gij? Dan antwoordde Lip-
peik weet het niet. En hij voegde .er
bijik tel mijn schapen, om te weten,
hoeveel zijn er, ik tel mijn centen om
te weten of ze er mij geen stelen, maar
mijn jaren moet ik niet tellen, want
niemand zal ze komen stelen. Allee
nog zoo slecht niet geredeneerd van
Lippe. DE GROOTE KOPPEN in
't leger redeneeren dat een b.eetje
vloms te kennen al meer dan genoeg is
voor nen sabelsleper. Hewelziehier
wat er lest is gebeurd. Daar werd een
examen gedaan en 't was een kapitein
die moest ondervragen. Hij zei tot een
sergeant: Zek in de vloms, de con
signes van de sentinelles De man be
doelde: het ordewoord aan de schild
wachten. De sergeant dachtwacht
BBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
Met Robert van Maffere.
Weer ruzie gehad...
Die Magda Posteels is een adel
lijke jonkvrouw... De jonker liep haar
•reeds altijd na en nu beeft hij ze mee
getroond naar zijn kasteel.
Zij een adellijke jonkvrouw? her
haalde mevrouw.
De dochter keek nu ook verrast op.
Ja, ja... een van Heilbeke, de zus
ter van dien liederlijken Raoul.
Maar hoe is dat mogelijk
Ze heeft zich gedragen als een
sluns en ze stond het aan 't graf van
haar broer bluffend te vertellen.. Zij
was de Wilde Ruiter.
Moeder en dochter toonden zich nog
meer verbaasd.
Och kom! riep mevrouw uit. Een
meisje zou al die daden verricht heb
ben...
Ze beweert het toch... En ja. ik
heb ze als Wilden Ruiter gezien... zoo
vermomd met pruik en baard... een
masker en in een mantel. Ze smeet bij
het graf die vermomming af.
De notaris vertelde nu het gansche
voorval, maar wilde niets van al'
't edele, dat Magda bezield had, erken
nen.
-'t Is een avonturierster beweer
de Campens... Welk meisje zou zich
zoo gedragen, veel 's nachts op gang...
En ik herhaal nog, dat ze met de roo-
vers in betrekking moest staan om zoo
al hun plannen te weten. Ze had er
natuurlijk een vrijer HijMaar die snul
van een van Maere staat van eigen in
felle bewondering voor haar! Ze is"
voor hem een heldin... j
man, ik ga tl ne keer foppen en hij be
gon heel rap te zeggen«Qnze vader
die in den hemelen zijt, geheiligd zij
uw naam enz. Eu toen hij amen
gezegd had, sprak de kapitein
«Gkansch kgoedgkij heb al de punt».
Een punt dat iedereen moet weten
En dat niemand mag vergeten
Zet annoncen in «De Poperinghenaar»
En iedereen koopt dan uwe waar
EN DIT IS OOK WAAR. Gabriel
Britch is 94 jaar oud en zit in een
peetjeshuis zijn pijpken te rooken en
slijt er gerust zijn oude dagen,
De man heeft juist genoeg om te
leven. Maar nu is er een broeder
van hem in Amerika gestorven en
die broeder laat hem een fortuin na
van meer dan vijf honderd miljoen.
Maar Gabriel Britch zei, als ze hem dat
nieuws brachten: ik hen te oud om er
van te profiteeren. En hij heeft zijn
geld aan zijn kozijnen en nichtjes ver
deeld. Maar in plaats van pijpen
smoort hij nu fijne sigaren. Daarin
heeft de man precies geen ongelijk.
Ons Marenta heeft ook een nonkel in
Amerika, maar die laat niet van zich
hooren.
Ik wensch niet dat die man zou ster-
Maar hij mag het toch doen. [ven
Mochten wij dan erven
Ook een paar miljoen.
Foei! Manneken... naar iemands
dood verlangen om wat smerig geld,
roept Marenta uit. Ochschaap lief
ge weet dat het toch maar is om te
lachen... want uw nonkel zit waar
schijnlijk in de krot... Hier in België
zijn ze dus volop bezig de krotwonin
gen af te breken. In Amerika bouwen
ze nu een huis dat 44 verdiepingen
heeft en waarin er plaats zal zijn voor
10.000 man. Dat het in Amerika precies
niet deugt is weer te zien geweest te
Chicago. Daar hebben bandieten de oto
van een Bank geplunderd en die ban
dieten hadden astemblief revolvers,
geweren en mitraljeurs mêe. De naaste
keer komen ze met kanonnen en tanks
afge zult het zien. En laat ons nu ne
keer rap zien wat het boerenalmanaks
ken zooal vertelt over Mei
Mei koel en zwak
Veel koren in den zak.
Een Mei koel en koud
Een Mei van goud.
Den eersten Mei
Heeft elke vogel een ei.
Behalve koekoek en spriet
Die kennen hunnen nest nog niet.
Pachtesse Kwikker had naar een
veearst geschreven om te weten hoe
een goed zwijn er moest uitzien en ze
kreeg het volgende briefje terug:
Madame.
Ziehier mijn antwoord. Een goed
zwijn moet er alzoo uitzienlan
cilindervormig lichaam; ontwikkelde
spieren breede borst, afgeplatte
«lenden, korte, dunne kop, scherpe
snuit, vlammende oogen, korte, dikke
breede hals, zachte huid, lange ooren
alzoo heeft het een goede gezond-
heid. Ik hoop van u het hetzelfde
WAT HETZELFDE niet is dat zijn
de rekenirigèn die sommige madame
kens aan huider kwafeur moeten beta
len. Te Brussel zijn er reeds verschil
lende echtscheidingsprocessen in gang
omdat de mannen nog langer weigeren
de rekeningen te betalen die bulder
madame bij de kwafeur maakt. Ziehier
zoo een rekening van 1 maand,
snijden 9 fr.
wasschen 2X10=20
friction 18
haargolving 30
Verschillende
kleinigheden 28
drinkgeld 10
En hier om te eindigen twee waar
heden, waar iedereen zijn profijt uit
kan trekken
Wie Hielt zonder aandacht, is gelijk
een man, die een brief schrijft, maar
het adres vergeet.
Wie bidt zonder vertrouwen, is ge
lijk de man, die een brief schrijft, maar
hem niet wegzendt, denkende ik krijg
toch geen antwoord.
En nu dat de zomertwaletjes weer
voor den dag komen en de meiskens
van de kerk weer een modenwinkel
gaan maken, zal het gezegde van Ons
Heer nog al ne keer te pas komen«Ze
vereeren mij met de lippen, maar het
hart is ver van mij
Marenta, zeg iknu preek ik als een
apostel.
Ja, zegt Marentage zijt een rare
apostel.
Plet Manneken uit de Maan.
■■■■IBKIBlIBHlBHilllBiniHI
VLAANDERENS|BEDEVAART naar
van 10 tot 17 Mei 1929.
Vraagt inlichtingen bij
E. H. Derycke, Pastoor op St Jan,
Poperinghe.
E. H. Onderpastoor, St Janskruis
straat, Poperinghe
,Heer Fr. Vandeplas, Apotheker,
Bertenplaats, Poperinghe
bekomen, begiftigde er mede de abdij H. Reliquie vereerd te hebben, schenke
van Weingarten. ook zijne aandacht aan de kostelijke
In Jerusalem bewaarde men zorg- Hijve, waarin mén Ze processiewijs
vuldig tot aan de kruisvaarten H:
Bloed, van het Lichaam Christi door
ronddraagt. Zij wierd gemaakt in
1650-17 door Jan Crabbe en daarom
lieden der confrérie het waren 30
ridders die met Diederik de Reliquie
in Brugge brachten, is er een
32® schild, voorstellende eene krab
Joseph van Arimathea afgenomen den "e^ens 51 schilden van de edele
H 4 1 A A A«- t U B TH
Vrijdag achternoen, als hij dat I\er-
biedweerdig Lichaam afwiesch, vóór
Het te balsemen en in 't nieuw stee
nen graf te leggen. Diederik van den
Elzas, kleinzoon langs moederskantmet het jaartal 1617. Boven het kastje,
1 waarin de Reliquie steekt, slingert,
onder aan den troonhemel, de k^oon,
in bevrocht zilver, van Maria, aarts
hertogin van Burgondie en grootmoe
der van Keizer Karei. Onder de merk-
weerdige steenen, die de rijve versie
ren, zooals witte diamanten, roode
rubis, groene emeranden, violetkleu
rige amethysten, ge luwe topazen is er
een groote zwarte diamant, geschenk
van Maria Stuart en er tusschen prij
ken twee hedendaagsche kameeën
(steenen waarop eene figuur gegra
veerd is) geschenk van Leopold I.
Getrokken uit den boek Le pré-
cieux Sang a Bruges par L. Yan-
haecke
115 op 1 maand. Dat
maakt per jaar 1.380 fr. Zonder het
tijdverlies en nog veel andere dingen
te rekenen. Awel, merci, zegt Maren
ta; clan draag ik liever mijn haren, lijk
grootmoeder zaliger dat deed.
Maar ja, het mag gezeid,
In grootmoeders tijd
Toen moest men niet naar de mode
[springen
Zooals men nu voor vele dingen
Met groot verdriet
Alle dagen ziet.
HBBBaiMBSBHHiBBBHNUHaSlfln
En ze is mee naar 't kasteel?
vroeg mevrouw Campens.
Ja Zijne manieren lie Ze kunnen
dan maar over den bezemstok trou
wen.
De notaris verzweeg, dat de oude
priester en de bezembinder en zijn
vrouw de jonge lieden vergezelden.
-Wat tijden! zuchtte zijn echtge-
noote. Ge moogt blij zijn dat gij Ro-
berts vrouw niet zijt geworden, sprak
ze tot haar dochter.
van Maere is een lichtmis! brom
de de notaris.
Ja, dat is hij, stemde zijn vrouw toe.
Eerst die jufvrouw Lamoens... terwijl
hij Magda ook naliep. En nu deze op
zijn kasteel, wel, 't is om zijn ouders
in hun graf te doen omkeeren...
Hij brengt zijn naam ten schande.
De ouders hadden vermetele plan
nen gehad en er op gerekend hun
dochter aan Robert van Maere uit te
huwen en zelf ook op het kasteed te
wonen.
En vooral de notaris toonde dan zijn
woede over 't ineenstorten z;jner
lucht kasteeltui...
Er werd luid op de deur'geklopt.
Pier Huigfe stormde opgewonden Lin
nen.
De loeder heeft me vastgezet, zei
hij... Ik zat gevangen en zoo kon ik
geen schandaal maken bij 't graf van
Raoul, die mijn zuster bedroog.
Mevrouw Campens en haar dochter
trokken zich terug.
Ze vernederden zich niet gaarjie.in
zulk gezelschap.
1Waarom zijt ge ine niet komen
Het Heüig Bloed
Met 3 Mei aanstaande, begint de
14 daagsche plechtigheid, gevierd ter
eere van het H. Bloed, in Brugge be
waard. In verschillige oorden der we
reld vereerde of vereert men H. Bloed.
In Brussel, tijdens de Hertogen van
Burgondië, wierden er H. H. Hostiën
onteerd door Joden, die er hunne dol
ken in ploften. Veel bloed liep uit de
onteerde H. H. Hostiën. Van die H. H.
Hostiën zijn er nog in Brussel bewaard
en men noemt ze het H. Sakrament
van 't mirakel.
In Bolsena, bij Rome, om een pries
ter ter hulpe te komen, die zich niet
kon ontdoen van onvrijwilligen twijfel
nopens de tegenwoordigheid van C.
O. H. in het H. Sakrament, liet God
toe dat, 'per ongeval, een deel van de
H. Specië van Wijn (na de consecratië
dus) uit den Kelk stortte op den witten
altaardoek. Dit veroorzaakte eene
groote bloedvlek op den doek, heden
daags nog bewaard en vereerd. Dit
mirakel was de gelegenheid voor Paus
Urbaims IV, alsdan regeerende, om tot
geheel de Kerk uit te breiden, den
feestdag van het H. Sakrament, reeds
gevierd in 't bisdom Luik.
Dat Bloed van Brussel en dat Bloed
van Bolsena, was zeer eerbiedwaardig
en marikuleus, maar was geen Bloed
van O. H. J. C., omdat het Bloed des
Heeren, sedert de verrijzenis, niet
meer kan gescheiden worden van zijn
duurbaar Lichaam en omdat in het
II. Sakrament des Altaars, als dp ge-
difente van Brood of Wijn verdwijnt
Christus O. H. er niet meer tegen
woordig is.
Te Mantoua, in Italië, te Weingar
ten, in Duitschland en te Brugge be
waart men H. Bloed, voortkomende
van Christus' bitter Passie. De bon
derdman van dienst op Calvarië noem
de Longmus en na den dood des Zalig
makers, als de beulen de beenderen
verbrijzelden der twee moordenaars en
het Lichaam Christi ongeschonden lie
ten. plofte zijne lans in Christus'
zijde en doorboorde zijn duurbaar
Hert. Water en bloed vloeide uit de
gapende wonde en Longinus, die eene
erge oogkwaal had en die er van
oogenblikkelijk genezen wierd door
't H Bloed, dat hem in aangezicht spat
te, heeft zorgvuldig dat Bloed opge
nomen en eerbiediglijk bewaard. Hij
wierd Christen en verbleef langen tijd
in Mantoua, waar alzoo dit H. Bloed,
tot op den dag van heden bewaard en
vereerd wordt. Om een duitschen Kei
zer Hendrik III te beloonen voor zijne
groote mildadigheid ten voordeele van
het heiligdom van Matoua, wierd hem
een deel van dit H. Bloed geschonken.
Later overhandigde de Keizer deze re
liquie aan Balduinus V van Vlaande
ren. die het per testament overliet aan
zijne dochter; Judith. Deze was ge
huwd met een beierschen prins en Ju
dith om het gelukkig weerkomen van
haar gemaal uit Palestina (1090) te
9BBflBBBBBflBflBBBBflBBBBBBflBBflBBl
verlossen vroeg Huigfe op denzelfden
groven toon aan den notaris.
Ik wist toch niet, waar ge geble
ven waart...
- Gij die alles weet en alleVziet en
tot in de verdoken geldkasjes van de
menschen weet te kijken.
Wordt nu kalm, Pier
Er is daar een heele komedie Hij
't graf geweest, heb ik gehoord, her
nam Pier.
Ja... Iets belachelijks!
De Jonker heeft me een leelijken
toer gespeeld... Hij is met die Juffer
naar zijn kasteel. Maar ik ken iemand
die nog heel veel bij de Franschen te
vertellen heeft. Hij is voor u ook geen
vreemde.
't Is mogelijk, zei Campens voor
zichtig.
Ge hangt weer de schijnheilige
uit
Als ge zulke taal gebruikt, zei ik
u aan de deur steken, dreigde de no
taris.
O. neen... dat zult ge niet doen,
zoolang ge ons laatste stukje land nog
niet in uw klauwen hebt. Maar laat
ons over den Jonker en zijn lief mort
spreken. Zij is dus de Wilde'Ruiter...
Nu, ik heb dikwijls een oogje getrok
ken naar Magda Posteels als ze met
bezems leurde, maar ze was te preuseft
voor mij. Nu weet ik waarom. Zoo,
zoo, de Wilde Ruiter was de zuster van
Raoul van Heilbeke. Nu begrijp ik,
waarom die Ruiter mijn zuster Mela
liet vluchten. Er mocht geen gerechts
zaak volgend waarin de schande van
haar broeder zou be sprok e n word en
van Robrecht-de-Vries en eigen kozijn
van Karel-de-Goede aan wien hij, als
raaf van Vlaanderen, opvolgde ten
jare 1128, trok viermaal naar Jerusa
lem, waar hij zich onderscheidde door
heldhaftige wapenfeiten. Tijdens zijn
tweede verblijf in Palestina (1147-
1149), Balduinus III, christen koning
van Jerusalem en schoonbroeder van
Diederik, samen met den Patriarch
besloot een deel van dit H. Bloed aan
Diederik te schenken, als belooning
zijner uitstekende diensten. Dit ge
schiedde op Kerstdag 1148 in de
H. Graf-kerk. Ten jare 1149 verliet
het vlaainsch legerken het H. Land en
langzaam zakte het af naar Vlaand ren.
Met den avond van 1 Mei 1150, was
men in Kortrijk en het H. Bloed ver
nachtte in eene kapel, nu verdwenen,
en in de volkslegende gekend onder
de naam van Bloecapelleke
Van Kortrijk bracht men de kost
bare Reliquie over naar Brugge en
op dien laatsten tocht was het Leonius, Gij zijt gezeteld op ons allen
prelaat der abdij van St Bertinus te Uw steenen beeld kon eenmaal vallen,
St Omaars, die ze droeg, hetgeen hij Doch onze herten duizendtallen,
steeds gedaan had, sedert het heen- Ontvielt gij nooit een enk'len keer.
gaan uit Jerusalem. Hij droeg Ze, j
hangende met een zilveren ketting j 1
aan den hals en 's morgens waar hij Gij zjjt> Maria, nog op heden,
mis las, plaatste hij Ze op het altaar.Hetgeen gij waart in 't groot verleden,
Bij het ingaan in Brugge, Diederik, Spijts alle mede- en tegenheden.
gezeten op een wit peerd dat geleid Des Vlammgs Mleder immer meer.
wierd door twee monikken gaande
Vrouwenhockje
MEIMAAND
van Guido Gezelle.
blootsvoets, droeg zelve de Reliquie.
Volgden de 30 ridders, die met Diede
rik uit het Oosten terugkwamen en
aan de poorten der stad, hadden zij
verwelkomd geweest door het stede
lijk magistraat en de geestelijkheid.
De graaf droeg het H. Bloed naar de
oude burchtkapel van St Basilius, waar
Ze nu nog berustend is.
Volgens den brief (Bulle) van Cle
ment V, gedagteekend uit Avignon,
den 1 Juni 1310 en aflaten toestaande
aan alwie bedevaarde naar 't H. Bloed,
wierd dit H.Bloed alle Vijdagen vloei
baar. Dit mirakel zou opgehouden heb
ben ten jare 1325 en sedert dien blijft
het steeds geklonterd.
Tijdens de godsdienstoorlogen in de
XVI eeuw, wierd de Reliquie ten iare
1578 verdoken door Don Juan Perez
de Malvenda, eersten kerkheer der
St Basilius' kapel; zij berustte eerst
in Malvenda's woonst hij St Jan-Nepo-
muceenensbrug en in de gevel var dit
huis. langs de Rozenkrans-kaai, steekt
er een steen, waarop gekapt is:
Zoo Obededom de Arke borg,
Zoo Perez de Malvenda's zorg
Bewaerée-ons Heeren Bloed alhier
Voor haet en nijd en oorlogs vier.
Zij berustte daarna in Malvenda's
huis in de NieuWstraat en wierd op
nieuw overhandigd aan den tweeden
bisschop van Brugge Remi Drieuz, den
29 November 1584.
Tijdens de Pransche Omwenteling
wierd de H. Reliquie nogmaals vér
doken tot in Mei 1819.
Gedurende den oorlog 1919-18 was 't
Mgr Waffelaert, bisschop van Brugge,
die er persoonlijk voor zorgde in zijn
bisschoplijk paleis.
Welke eer zijn wij aan de H. Reli
quie van Brugge, Mantoua en Wein
garten verschuldigd?
Dat H. Bloed, als het deel miek van
O. H. Lichaam, was vereenigd met de
Godheid, en alzoo beschouwd mocht
het aanbeden worden.
Nu is het H. Bloed gescheiden van
O. H. Lichaam, dus niet meer ver-
eenigd met de Godheid en het hiag nu
niet meer aanbeden maar alleen
lijk, als de kostbaarste Reliquie, die
ievers bestaat, vereerdworden.
Daarom wordt o. m. de H. Reliquie
door den priester bewierookt, niet
knielende, zooals hij het doet, bewie
rookende het Allerheiligste Sak ra
ment, maar rechtstaande.
Wie naar Brugge bedevaart, na de
Die Jonkvrouw is slim. Maar als Wilde
Ruiter hééft ze mij dikwijls tegmi ge
werkt, toen ik hij de Franschen een
goeden duit kon verdienen... Ze weet
'ook veel van u, notaris.
Ik heb niets te verduiken.
Nu staat ge daar juist als een
pater... maar ge zijt heel anders. Ewel,
ik heb reden om kwaad te zijn op den
Ruiter, dus op Jonkvrouw van Heil
beke en ook op jonker van Maere En
zooals ik zei, ken ik iemand, dié een
wit voetje hij de Franschen heeft en
van Maere ook haat, omdat het. niet
gehikte, zijn dochter aan den Jonker te
verlappen. Ja, ja. ge verstaat al, dat ik
op Lamoens spreek. Ik weet waar hij
zit, niet ver van ons. Ik zal hem eens
vertellen, wie de Wilde Ruiter is en,
ik hen zeker, dat hij er voor zorgen zal.
dat de Franschen Robert'van Maere's
schoon liefje weg halen. Ze hebben
met den Wilden Ruiter een appeltje te
schillen.
De Eransc.hen zouden de avontu
rierster zeker gevangen nemen, te
meer daar de Ruiter ook Magda Pos
teels is. die reeds voor ropverij aang'è-
houden werd. Maar is hef schoon wat
ge doet, Pier!
En gij zoudt. het zoo gaarne wil
len zien gebeuren, schijnheilige Zebe-
deus... Toe, voor mij moet ge.niet zoo
Uw oogen naar den hemel verheffen,
ge zijt geen heilige, verre van daar!
Ik weet, dat uw opvoeding alles
te wenschen overlaat, Iluigtn Anders...
Wat anders! Ge verlangt dat ik
naar Lamoens ga. Ge zijt woedend,
omdat jonker van Maere uw dochter
ij« i[J
O Moeder Gods, onz' koninginne,
O lieve Vrouw, vol eed'ler minne,
Al wat wij einden en beginnen,
Beveelt het onzen lieven Heer.
Heel Vlaanderen rond, zuid, west, oost,
[noorden,
Langs Heule- en Leie- en bekeboorden
Herklinkt, 't schoonste woord der
woorden,
Maria Maagd, uw naam vol eer.
Aan alle moeders, vragen wij dat zij
aanhoudend in de harten hunner kin
deren groote liefde en betrouwen zou
den opwekken tot ons aller lieve Moe
der Maria. Aan alle Lezeressen herin
neren wij de vlaamsche gewoonte van
samen rond de kruiskapel den Pater
noster te bidden, naar het Meilof te
gaan of minstens iemand van 't huis
gezin er henen te sturen.
En Maria zal zegenen de stad en de
streek.
Voor de keuken. Eieren met gar-
naalen. De eieren ifeën per genoo-
digcle) hard koken, afkoelen, pellen, in
twee snijden (langwerpig). Het igeel
uithalen en fijn wrijven -of verbrijzelen.
Maak een dikke mayonnaise-saus,
voeg de gepelde garnaalen er a;ln toe.
Daarmede de halve eieren vullen.
Frisch houden. Qp het oogenblik van
op te dienen er de- gewreven eierdooi
ers over strooien.
Dit is een smakelijk tusscheiigerecht
om na de sóep op te dienen.
X
Verwonderd. Trees Pummels, een
boerenmeid, komt op 't gemeentehuis.
M. de Suikefëtaris, 'k zou geeren
trouwen.
Zoo... en waar is de bruidegom?
Kan ekik dien hier niet krijgen?
VLAAMSCHE CONCERTEN.
Aan het groot Vlaamsch Festival, dat
op 28 en 29 April zal plaats hebben in
den Koninklijken Franschen Schouwburg
en waar twee nieuwe werken zullen uitge
voerd worden van de heeren Candael en
Meulemans, alsook de meesterlijke GU-
DRl'M van Ernest Brengier, ouder de
leiding van den heer L Ontrop zullen de
volgende kunstenaars van de Viaamsche
Opera medewerken: Mevrouwen Brif-
faux en Verhoeven alsook de heeren
Sterkens, Van Aert, Vercamer, Wouters.
in
niet gekozen heeft, maar daarin kan
ik hem geen ongelijk geven. Ik zou
ze ook niet willen, tenware om haar
geld... en dan zou ik toch voorzeker
niet heel trouw zijn aan haar!
Nu is 't genoegAonbeschaamde-
rikriep Campens woedend, want
Huige had hem op een gevoelige plaats
getroffen.
Ik heb een stoute muile he, her
nam de jonge man/Er zijn er niet veel
die zoo tot u dur/veA spreken, maar ik
zwijg voor niemdnm
Verlaat mijn huis!
Moet ik het gaan rond strooien,
dat de deftige notaris me getracteerd
heeft, om schandaal te gaan maken Hij
de begrafenis van Raoul van Heilbeke.
Dat liegt ge! Heb ik u dat bevo
len
Ik begreep uw dubbelzinnige taal
wel. Rechtuit spreekt ge nooit. Maar
anders" zijt ge zoo mild niet met uw
wijn. Ge giet hem liever in uw eigen
keelgat. Toe, we zullen niet kwaad
zijn op elkaar. Ik bezorg weer leute
door naar Lamoens te gaan en Pran
sche gendarmen op den Maerburg te
brengen.
Dan zult ge zeker ook zeggen,
dat ik er u toe opgestookt heb.
Ge raadt het me toch niet af.
Zoudt ge naar raad luisteren het
ware de eerste keer van uw,leven!
Ja, ja, we kennen elkaar. Tk hen
weg, notaris, want nu houdt ge uw
wijnkelder gesloten, merk ik.
Ge hebt meer dan genoeg binnen
vandaag.
('t Vervolgt.)