Ontroomer {VIEÜOTTE g Der einzige Weg Einschrankung des Hopfenfeldes Politiek Overzicht ZONDAG 6 OCTOBER 1929. 26 JAAR. N' Notarieel-, Annoncen- en Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken. LIBEIALE TE6EIUIÜG Het epos van Pel Miand Een gesprek met Dr Allaeys I DE I S WEEKBLAD 30 CENTIEMEN. Abonnementsprijs per Jaar in Stad: 14 fr,| in't Land: I6fr.j (per post) Frankrijk: 28 fr. Congo: 28 fr. Andere landen: 34fr.| TARIEF Kleine Berichten: 1 fr. per reek minimumprijs per iniassching4 fr. DE nVEBfflBBESUB Postabonnenten in Belgie die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hun bedient, en niet aan on*. Telefoon Nr 9. Uitgever SANSEN-VANNESVE, Poperinghe. Postcheck Nr 15.570. Wie inlichtingen begeert over aankondi gingen, wordt verzocht een postzegel voor antwoord bij zijn schrijven te voegen. Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Donderdag noen ingezonden worden Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. TARIEF Notarieele Verkoopingen: 90 cent. per gewone regel. Annoncen: Prijzen op aanvraag. De eerste minister, heer Jaspar, en ieder klaarziende, vaderlandlievende man in Belgie oordeelen, dat er een einde moet komen aan den twist die ons nationaal leven vergalt, dat, bij gevolg, het oplossen van bet verbit terende taalvraagstuk niet spoedig genoeg kan doorgedreven worden. Alle partijen hebben zich dan toege legd op het vinden eener oplossing welke, e enerzijds, 's lands eenheid handhaaft en, anderzijds, de ontevre denheid, om niet te zeggen de opge wondenheid in Vlaamsch-Belgie doet sverkeéren itr bevrediging en vertrou wen. Het Christen Werkers verbond was liet eerste gereed met zijn formule, welke, in princiep, bijgetreden wordt door de meerderheid der katholieken de socialisten deden ook een poging, en al is hun verklaring, onderteekend door Vlamingen en Walen, vatbaar voor critiek, toch bevat ze welgemeen de wenken met het oog op 't verge makkelijken eener minnelijke en af doende overeenkomst. De liberalen, daarentegen, weten nog niet goed naar welken wind hun huik te hangen. Wel gaan er nu en dan stemmen op in hun midden, die er vooruitkomen Dat het regelen der taalkwestie, het volledig, definitief regelen, niet langer mag uitgesteld Dat door de franschsprekende be volking meer eerbied aan den dag dient gelegd voor de taal en de taal rechten van 4 l/2 naillioen Belgen; Dat de franschsprekenden in Vlaan deren zichzelven een grooten dienst bewijzen zouden met grondig Vlaamsch te leeren Dat, om kort te gaan, te twee natio nale talen op voet van volkomen ge lijkheid moeten gesteld. Maar die stemmen, hoe ze ook hun toon verheffen, schijnen verloren te klinken in de woestijn der liberale vijandschap en bekrompenheid. Heel de liberale pers, om zoo te zeggen, is op de hand der dwaze po litiekers, die meenen dat er voor de liberalen politiek voordeel te visschen valt in het troebel moeras van den taalt wist. Ja, voor die heeren is het taaige schil geen nationale kwestie, welke dient opgelost in het belang van 's lands eenheid en 's lands toekomst, maar wel een politieke, een partij kwestie. Naar hun meening is dit taaigeschil niet zoozeer een plaag die de Belgen van elkaar vervreemdt, die 's lands krachten sloopt en Belgie nog sombere dagen voorbereidt, neen, zij beschou wen dien twist veeleer als een wonde die vooral de katholieke partij heeft aangetast en heur aanhoudend ver zwakt ze hopen wel dat die wonde verkankere en de katholieke partij ten grave sleepe. Hoe dwaasWant konde dit ooit gebeuren, 't is toch van zelfsprekend, dat niet de liberale partij goede sier zoude maken met de nalatenschap der katholieke gezindheid; integendeel, de extremistische revolutionnaire elemen ten zouden er best bij varen, en bij de eerste gelegenheid ook de liberalen van den kant in de gracht helpen. Maar een massa liberalen is te ver blind omdat in te zien, en die kortzich tigheid bracht onlangs L'Etoi'e Beige er toe, een ander liberaal blad napratende, haren mond voorbij te klappen, bewerende «dat het inzake taalkwestie, niet de rol was der libe ralen, een politiek te steunen, die er vooral op gericht was de eenheid der katholieke partij te redden L'Etoile Beige 10 Septemb. 1929.) Dus. om de eenheid der katholieke partij te schaden, moet de wonde van den taaltwist blijven bloeden on danks de noodlottige gevolgen tot wel ke dit bloeden en verkankeren leiden kan ten koste van 't Belgische vader land Vandaar de halsstarrigheid, de moedwil, de onverzoenlijkheid der liberalen op het terrein der taalkwes tie vandaar hun stelselmatig pogen om haar oplossen te bemoeilijken; vandaar hun wanhopig vasthouden aan vooroordeelen en voorrechtenvan daar hun meening uitgedrukt door heer Pater op de jongste vergadering der liberale parlementsleden -dat ei- absoluut geen haast bij is om het taai geschil van de baan te helpen... Nochtans, de liberalen vergissen zich deerlijk als ze denken de katholieke partij te kunnen begraven onder den zerk der taalgrieven, tin we zijn zoo vrij hun te verwijzen naar de groote. teleurstelling van zekeren heer Piet Van Humbeeck. liberaal minister van 1878 tot 1884. Die ongelukkige was er van overtuigd dat zijn schoolwet de ongelukswet van 1879 de kuil zou wezen, waarin hij het lijk van het Katholicisme ging onderdelven. Maar zie, die schoolwet beteekende het be gin van het einde der liberale partij, terwijl ze de groote katholieke vic torie van 10 Juni 1884 voorbereidde, met het gevolg dat de katholieken lan ger dan 30 jaar, zonder onderbreking, zoncjer hulp van andere partijen, het land bestuurden. Zeker, het laten bloeden der taai- wonde kan de katholieken nog pijn veroorzaken; maar als er, tengevolge van dit bloeden en verkankeren, eens een overlijden dient geboekt, niet over de katholieke partij wordt dan het de profondis gezongen, maar wel over de krankzinnige politiekers, die ge vallen zijn en versmacht in den kuil dien ze voor anderen meenden te gra ven. Want de katholieke partij is ge grondvest op onsterfelijke princiepen, terwijl de liberalen teren op vooroor deelen en speculeeren op mistoestan den, aan welke toch eens een einde ko men moet, een einde komen zal." (Vervolg.) Het mirakel. Wel, ik was, in 't begin van den oorlog, hoofd-chirurg van het Roode- Kruis te Nieuwpoort-Baden, waar ik vrijwillig dienst had genomen als dok ter. Na den val van Antwerpen kreeg ik pakken gewonden. Begin daaraan! Negen dagen lang kwam ik niet uit de kleeren. Toen kon ik niet meer. Het heelal mocht instorten, maar ik moest slapen. Ik ging slapen in het leeg huis van mijn broer Arthur, Staats-ingenieur, als dan officieel weggezonden naar Engelanddat huis stond te Nieuw- poort-Stad. Maar in den nacht kwam men mij roepen. De aalmoezenier bloedde dood... Ik vertrok. De man zijn voet was een zeef. Wat ge er aan een kant ingoot, spoot er aan den an deren kant weer uit. -- Afzetten had men gezegd. Ik hel) niet afgezet. Ik heb alle splin ters er uitgehaald, ook een stuk kous dat vijftien centimeter diep zat... De aalmoezenier, een neef van mij, loopt nog op zijn twee voeten. Maar, toen ik weer terug te Nieu- poort-Stad kwam, lag het huis waar ik had geslapen en de omgevende in gruiselementen. Er waren twee en zestig dooden. De Duitschers hadden de stad be schoten, en op de kerk gemikt. Een buurman zei me dat de eerste granaat door het raam van mijn kamer was gevlogen!... Ge ziet hoe ik mirakuleus aan die granaat ben ontsnapt. De deugd wordt ook in den oorlog be loond. Dr Allaeys lacht al zijn tanden bloot. Het mirakuleuse van zijn verhaal krijgt nog meer glans als men bedenkt dat er wrijving was tusschen den be doelden gekwetste en den dokter, die, in ruil voor kwaad, goed had gegeven. De razende lezer en de schrijver. Hoe hebt gij, dokter, onder al dat werk nog den tijd gevonden voor de letteren? De taal en de letteren zijn mijn lievelingsvakken. Eiken avond lees ik in een of ander Vlaamsch boek. Nu zit ik in Laquela Kunt ge u indenken dat ik het Idioticon van De Bo en Eoquela heb gevonden, in den oor log, in de Universiteit te Oxford?... merkwaardigste woorden teeken ik aan. Ook de namen. Dat is zeer voor naam, een naam. Hij moet suggestief werken. Er is maar één naam die past voor een held. Dien moet ge vinden. Ik lees razend veel. Zoowat drie tot vier boeken in de week, uit alle landen liefst in de oorspronkelijke taal. De klassieken en onze letteren daargela ten, heb ik, bij de Franschen, een voorliefde voor A. Daudet, P. Arène, J. Renard, E. About, Joseph de Pes- quidoux, Fr. de Miomandre, Germaine Acrémont, Fred. Lefèvre, Const. Wey- er, Bernanos... Voor den Belg André Baillon,eerste periode. Voor de Ieren Mac Manus, Louis Walsh, Lynn Doy le, James Stephens, Martin Ros», F.mi- lie Lawless, Griffith; de Engeschen Chesterton, Belloc, Benson, Black, om van dien ouden Dickens niet te spre ken. Voor een schaar Polen, Ladislas Reymont aan het hoofd. Voor de Skandinaviërs Jörgensen, Joh. Jensen dezen de zielvertolker van Jutland, een prachtig woordkun- tenaar, Janos Die, Bojer, Ring, Rötme, Rung kostelijk deze met zijn short stories Paulsen, Sö- derberg, de twee Krag's, natuurlijk Hamsun, Undset, Lagerlöf. En de Fin nen, met Linankoski, Karl af Tavas- tjerna. En de IJslanders Joh. Svens- son, Gumarson... In tal van bladen en tijdschriften heb ik schetsen en novellen geschre ven, onder mijn naam en onder ver scheidene schuilnamen, als Jan van de Woestijne en Jan van Houtkerke, of als Yann Kergouelech en Yann Coati- liz, die de Bretortsche vertaling zijn van de eerste twee, of ten slotte als Jan van Montana. Ik hoop die dingen wel eens te bun delen, onder andere, dat wat ver scheen, in den oorlog, in De Belgi sche Standaard onder den titel Van bachten de Kuppe 1" Onzent in 't Westland. Ei, dokter, nu moet ik nog een en ander weten over uw geprimeerde boek: T'Onzent in 't Westland». Dr Allaeys haalt gedwee een manus- kript te voorschijn, een lijvig bundel, en zegt Dat is mijn boek. Schetsen des avonds geschreven. Zoo een jaar of twee geleden ben ik er aan begonnen. Het is het epos van de ziel van ons Westlandsch volk. Het uitzicht der dingende menschen, de herder, de paster, de smid, de idioot, de wette- ijkende bakens uit de geschiedenis de witte en zwarte zielen de vergau- weloosde lieden. -Wat zijn dat? Dat zijn de g'ens tarés waar onder Clette, de heksverder de mor gen, de middag of de moederweelde, de avond of Ket oude wijf; de kunst en de wetenschappende vier jaarge tijden de viervoetige parochianen, met Nandje, het Ezeltje dat den Bee- weg deeddat heb ik daarin bezongen. Het laatste hoofdstuk is: «En dit blaast de keerse uit de terugkeer na den oorlog. Ik laat dat allemaal zich voltrekken in Veerdeghem, hetwelk natuurlijk Woesten is. Ik schrijf in den naam van de on geletterde geleerden van bij ons.. Alles wat er in staat is gebeurd. Mijn grootvader Pieter Joannes treedt er in op als de laatste rederijker. Meester Mane, is eigenlijk mijn eigen vader. Dr Allaeys leest nu een paar blad zijden uit zijn boek voor. Hij vertelt zooals Streuvels, zooals Timmermans, zooals Claes maar heelemaal op zijn eigen manier, met eigen, rijke woor den en beelden, met eigen muziek en rythme. Het is jong, frisch en vloeit gelijk een bron onder open hemel. Ge denkt een poos aan Jules Renard en André Baillon. Maar dan voelt ge wel dra hoe mis ge zijt en denkt nog alleen aan Allaeys. Hoe kwam in u de gedachte op om dat epos te schrijven, dokter? De maanden liggen dicht hijeen. Eerst als ik een deel van de stomato- logische beweging op jongere schou ders kon schuiven kon ik er aan den ken een ouden droom van me uit te werkendat epos van een volk waar van, helaasde oorlog ook veel heeft vernietigt dat geen steen of boom heet. Ook zonder den wedstrijd zou het boek zijn geschreven, 't Lag al lang in mijn leen. Waarom ik aan dien wedstrijd deel nam? Niet om den prijs. Maar omdat ik, en velen met mij 'vraag 't eens aan Biekorf te Brugge het zou den betreurd hebben als, voor de eerste maal dat West-Vlaanderen een letterkundige wedstrijd uitschreef, er een werk had moeten bekroond wor den, waarover Guido Gezelle, taalkun dig gesproken, beschaanfd had moeten zijn Van woorden, beelden en rythme. En ook wou ik een bescheiden wenk geven aan onze jeugd die de lessen van Gezelle vergeet: Ik bedoel vooral dat deel hetwelk ze genoemd hebben de Tieltsche school Och ja, ze bedoelen het goed. Ze zouden algemeen gaan doen en vermeden met opzet - niet enkel in uitspraak, waaróp niets te zeggen valt, integendeel maar ook, helaas in woordenschat, beeldspreuk en ryth me, al wat te onzent nog gangbare munt is, doch elders min bekend of verloren. Taalkundig verarmden, zij zich, in plaats van min begenadigden met hun rijkdom, en zoo, de heele Nederlandsche spraakgemeente, te verrijken. 't Gevolg is dat sommigen overloop pen van gedachten, maar last onder vinden om die, in alle schakeering te uiten. De taaizin, buiten het land van Gezelle, gaat stilaan verloren. Daar haalt Biekorf elke maand treurige bewijzen van aan. Daar moet een ein de aan komen. Zoo niet, eer Vlaande ren weer Vlaanderen is, zitten we zonder eigen Vlaamsche of Neder landsche taal. Jammer dat de boeken en de bladen aan die verarming meehelpenmoor denaarswerk. Gewapend met twee of drie honderd Vlaamsche of Nederland sche woorden gaan ze er maar op los Ge moet eerst Eransch kennen om ze te verstaan. De steenen zijn Eransch, alleen de mortel bleef Nederlandsch dan is die mortel nog enkel duinzand en water. Een voorbeeld. Op een Vlaamsch Wetenschappelijk Kongres liet Dr Van den Bulcke, uit Veurne, een onderwerp alzoo inschrijvenWat de zieke ge voelt als-men zijn ribbenkas beklopt Dat was duidelijk, zelfs voor een koe wachter uit Gelderland. Niemand min der dan prof. Dr Burger, gewezen rek- tor van de Universiteit te Amsterdam, sprak daar vol bewondering vanWat een les voor ons, Noord-Nederlanders, zei hij. Wij zouden die hpofding een titel noemen en zonder blozen zettenVan den sensatie van den pa tient bij de percutie van de thorax Alleen de mortel is nog Neder landsch. En wie gewaagt van de mor tel, als ge een kathedraal beschrijft! Daar moet een einde aan komen. Maar, dat rythme van uw proza, dokter... In West-Vlaanderen is de gol ving van de taal in al haar rijkdom en schakeering bewaard. De West- Vlaming heeft zijn stafrijmen, als de basnoot op het klankberd in de toon kunst, als stapsteenen waarop telkens de stemzate rust, en die zijn zin vol zwier en vol zwaai zetten. Hij zegt van zijn taal dat zij zit vol klank en vol kleur en vol klatergoud, dat klet tert en dat schettert. De West-Vla ming brengt de golflengten van zijn- paragrafen in harmonie met zijn ge dachten en vooral met de gevoelens die hij wil wekken. Die golving zit hem in het bloed. Het is een geluk voor een Vlaming, West-Vlaming ge boren te zijn. Aan een jongen student. Aan een jongen student die vroeg hoe jTi moest leeren schrijven, ant woordde ik Studeer aanhoudend. Leer eiken dag de taal, al was 't maar tien of twintig 'minuten: leer de woorden; maar lees ook eiken dag uw taaizin louteren en doe in uw ziel het bloedeigen rythme van uw taal zinderen. Taalschat, taai zin en rythmedat is nog gaaf geble- onder ons volk. Studeer b. v. eiken dag een bladzijde uit De Bo's Idio ticon dat Lannoo eerlang weer her drukt, daarna Loquela enz., dagen, jaren aan een stuk. Streuvels doet dat zoo, vertelt Dr A. De Ridder ergens. Voor het rythme, lees eiken dag als een pianist die jaren lang zijn gam- men speelt enkele bladzijden uit Caeser Gezelle's Het Leven der Die ren zoo rijk aan rythme en stafrijm Nu ligt er geen lach meer op Allaeys zijn wezen, maar de luister van de diepste overtuiging. Van Landuyt tot Bloemardinne. Nog een vraag, dokter. Uw ver dere plannen? T' Onzent in 't Westland is, in mijn meening, de grond, waarop mijn overig letterkundig werk naast mijn wetenschappelijke:) dat ook voort moet zal staan of beter zal uitgroeien, zoo God me dagen geeft. Zal volgen: Wat t' onzent Schaper Landuyt vertelde die schaper is een ongeletterde geleerde uit het epos, en voor een deel reeds af. Dan Dien elfden in Hooimaand of schetsen over 11 Juli op de wereld, in Amerika en... in den hemel Verder De Zij- lage het epos van de misdeeklen. Nog: Bloemardinne» wat een naam, vrouwelijk zacht en onverwin- nelijk durvend -die de vrouwelijke Pallieter zou zijn uit het Westland... Alzoo sprak tot ons, dien Zondag- schen nanoen, tusschen een kopje kof fie en een tuinhoek vol zomer, in zijn huis te Antwerpen, Dr H. Allaeys, die keikop, die blauwvoet, de rare kerel, die filoloog, die beroemde geleerde, die Europeaan, die wereldburger, die Vla ming tot in 't innigste van zijn roode bloed, die kunstenaar, die rijke, geest driftige, bloeiende zoon van 't West land, waarover de geest is blijven han gen, ongerept, van Heer en Meester Gezelle. Jos. DE M A EGT. ■BmBBMEHIBMBBHSMaSBESHHS "DE POPERINGHE NAAR,, Dit nummer verschijnt op Tien Bladzijden en bevat onder meer de Uurregeling van Treinen, Trams en Autobussen der gansche streek. IBBBBBBBHBBBBBSBBaBBBBBBBBBlBB met verlaagden Melkbak DE PIJNLIJKE TOESTAND ONZER HOPPEVELDEN. Het laatste hopseizoen was eene ramp voor onze streek. De prijzen der hop zijn zoo onbeduidend dat me nig landbouwer de moeite niet deed om de hop te plukkenplukken en dro gen moest meer kosten dan de huidige prijs kan opbrengen. Hierboven zien we een hoppeveld waar niet één rank geplukt werd. Het grootste gedeelte werd afgesneden en ligt op den grond te rotten. Eenige hopperanken hangen nog aan de kepers. De normale opbrengst voor Pope ringhe was voor dit jaar geschat op 35,000 centenarenbevoegde vakman nen rekenen dat daaromtrent )4 niet geplukt werd. Redensoveral te veel hoppe ge kweekt en deze uit onze streek ge raakt niet aan den man, omdat ze voor de brouwerij minderwaardig is dan de vreemde. Redmiddelmin kweeken en beter bezorgen. -«o»- draaiende om eene as anBBBBBSSEBEBHBBSBBIflEBflflBBBBflfla Terug van Rome. De Kajotters zijn terug van Rome, opgetogen en begeesterd door de heerlijke, overprachtige reis die zij gemaakt hebben. Zij geraken er over niet uitgepraat. Zij zijn teruggekomen met versterkt geloof en met vernieuwden moed om het hooge ideaal van hun werking na te strevende terugkeer van de gan sche arbeidersjeugd tot Christus Zij ieveren voor de erkenning van Chris tus in de fabriek, op het atelier, het kantoor, het magazijn. Zij eischen eerbied voor de ziel van de jongens in hun werkmidden, dat nu helaas, al te dikwijls zoo snel den geest der jonge arbeiders vergiftigt, hun hart ver woest. Z. H. de Paus ontving de groote be devaart der Belgische jeugd van den werkenden stand1700 personen, on der geleide van, en voorgesteld door Zoo luidt de dringende waarschu wing, die het Saazer Hopverbond aan de hopboeren toestuurt in den Saazer Zeitung, 28 Sept. 1.1De eenige weg om uit de hopcrisis te geraken is de hopcultuur te verminderen Voor de Poperingsche hopboeren laten we de voornaamste deelen van die waarschuwing overdrukken, de^ wijl al te veel kopplanters onzer streek in den waan verkeeren dat die verslap ping van den hophandel maar korten tijd duren zou. De crisis in de hopteelt (zoo schrijft het Saazer Hopverbond is een. ware ramp gewordende hop- pepnjzetf zijn voor den kopplanter niet alleen onrentabel d. w. z. niet-winst- gevend, maar zij dekken nauwelijks in Saazer-land (waar prima-hop 510- 600 frank noteert) de onkosten van plukken en drogen. Trots eenige goede hoppejanen blijft er den kopplanter geen reserve of overschotde door den oorlog verval len boerenbedrijven moesten in stand gezet worden, de uitgehongerde vel den eischten een grondige overbe mesting; kostelijke herstelling aan ijzerdraadstellingen, droogasten, enz. waren noodig om de hopteelt redema- tig te herscheppen; de fiscus vorderde zijn deel op; intusschen liet de boer de arbeiders en neringdoeners leven. Zoo gingen de goede jaren ras voorbij, de geringe spaarcenten werden lichter uitgegeven dan gewonnen, en heden is de Saazer hopboer weer daar, waar hij vóór den oorlog stond... Geen wonder dat het geboerte de toekomst' zeer bang te gemoet ziet, en van de openbare besturen en van de boerenorganisatie krachtdadige maatregelen vraagt om hulp te ver- leenen eer het te laat is. De verscheidene voorgestelde maat regelen kunnen maar een deel van het kwaad opheffen of lenigen. Wil men SBBSBBEBBBflBBSBBBBEISBBflBBBBBBl IB9BSBBBBBBBBBBBB9BBBE9BBBBBBBB het doel bereiken, dan is 't noodig de laatste oorzaak van de hopcrisis klaar in te zien, en den wortel van de kwaal uit te rukken. Geen anderen weg moeten wij vol gen dan onzen hoppekweek aanpassen aan de behoeften der brouwerij, met andere woordenonze hopteelt be perken volgens er kan verkocht en verbruikt worden. In gansch Midden-Europa, zelfs in onze streek van Saaz, hebben de hop boeren op eene onbezonnen wijze hunne hopcultuur gestadig vermeer derd, zoodat ze tot eene rampspoedige overproductie of te groote opbrengst kwamen. Thans hebben de brouwers de gun stige gelegenheid om hun voorraad aan te koopen niet alleen voor het loo- pende seizoen maar zelfs voor een jaar vooruit, aan bespottelijke lage prijzen, die men niet hadde durven droomen. Daaruit zal volgen dat men zelfs schandeprijzen mag vooruitzien in ge val de hop te naaste jaar een slecht en ontoereikend gewas geeft. Daartegen blijft er maar één middel overeen aanzienlijk deel der oudste hopvelden uitrooien, alsook deze hop velden die te veelt van nieuwe plaag geleden hebben. Wij moeten daartoe streven om op eane kleinere opper vlakte door intensieve kuituur beter opbrengst en beste kwaliteit te beko men... De beste weg is u van natuurswege aangeduidmaakt dat er min hop ter markt komt in alle landen, dan zal de prijs opnieuw winstgevend worden. Hetgeen het Saazer Hopverbond alzoo schrijft voor de Saazer hopplan- ters, die de beste hop der wereld kwee- ken, mag met pit van reden op de Bel gische hopteelt toegepast worden. Zijne Eminentie Kardinaal van Roey, Primaat van Belgie, en Zijne Excellen tie Mgr Micarra, nuntius te Brussel. Op het St Pietersplein vormde de bedevaart een prachtige groep met 350 vlaggen. De pelgrims waren vol gens de ambachten opgesteld, en in iedere groep droegen een zeker aan tal jonge lieden hun werkpak. De Heilige Vader ontving de pel grims in de Hertogelijke en in de Ko ninklijke Zaal en zegende de vaandels van twee nieuwe vereenigingen. Daar na hield cle Paus een redevoering, waarin Hij zijne vreugde over het grootsche schouwspel, een der schoonste audiënties van dit jaar uitdrukte. De plichten der Katholie ken wérden door Zijne Heiligheid sa mengevat in deze woorden eendracht en tucht Eendracht baart macht Ver volgens schonk de Opperherder plechtig zijn vaderlijken Zegen aan de pelgrims en aan Belgie.- Ons volk heeft zijn plicht tegenover deze stralende jeugdbeweging. Zij dient gesteund te worden, ten volle gesteund. Ondermijnt den durf onzer christene werkjongens niet met een onverschillig schouderophalen. Toont uwe genegenheid voor de christene arbeidersjeugd en laat het niet met woorden doch wel met daden. Helpt hen in bun reddend werk. Over het vliegen. Heer Minister hippens is de vlieg kunst hoogst genegen. Men weet dat zijne dochter een der eerste en eenige vrouwen van ons land is die een di ploma van vliegenierster bezit. Bij een vergadering van dagblad vertegenwoordigers, deze week ge houden, sprak M. Lippens over zijne reis naar Zweden en Noorwegen en zegde dat onze handelaars voor hun zaken, zooals in Nederland, Zweden en Duitschland, ook van 't vliegtuig ge bruik zouden dienen te maken. Men noemt Belgie, ter oorzake van zijne bijzondere aardrijkskundige lig ging het slagveld van Europa Van die ligging zou in vredestijd wel mo gen gebruik gemaakt worden om het vliegveld van Europa te worden, het knooppunt van de groote luchtvaart- lijnen van Europa. Met dat inzicht werd te Evere bij Brussel een vliegveld opgericht met tal van gebouwen dienstig voor lucht vaart. Zondag werd dit luchtstation, in tegenwoordigheid van onzen Koning en van een macht van volk, ingehul digd. Een grootsche luchtmeeting toonde aan hoe ver men reeds gevor derd was op gebied van vliegkunst. Zaterdag was voor Antwerpen ook een vliegdag. Daar werd de volksge liefde sportman Jan Olieslagers ge vierd, om de diensten die hij geduren de twintig jaar aan de luchtvaart be wezen heeft. Daar ook verden door tal van vlie gers allerhande kunsten en acrobati sche toeren uitgehaald, die de Ant- werpsche bevolking deden huiveren en ze meteen begeesterden. Jan Olie dagers eerst wielrijder, la ter motOcychsi en vlieger werd tijdens den ooriög Luitenant, werd meer maals vcreeremerkt en werd deze week benoemd tot Commandeur in de Kroonorde. Het A.C.W. en de supertaks. Deze week heeft het Algemeen Christen Werkersverbond van Belgie een algemeene bestuurszitting gehou-

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1929 | | pagina 1