Ware Liefde
ifia I i ÜW1! HÉS ÉSÉ HÉS
HOEST» RHEUMATIEK, STEKEN
!N DEZM Bi, IRSEP, LENDENPIJN
Vrouwerihoekje
DE POPERINGHENAAR,
RL 5; 22-12-1929. N' 51.
<imw
MAAN
1.000.000 FR. TE WINNEN
21.500.000 FRANKEN.
BURGERSTAND VAN
DECEMBER - WINTERMAAND.
PLANETEN.
EKLIPSEN.
SB O A C H 'F K M
Beter blind geboren
dan zien en gaan verloren.
Indien ge 't goed hebt, zoekt niet naar beter.
Versteuedige menschen zoeken de oorzaken
der feiten op; bekrompen geesten integendeel
stappdn er overheen en onderzoeken niets.
Met eude woord, geldt heden nog
Mw krijgt geen voordeel met bedrog.
ISBBI
teM i.
HETMANNEKE
UIT DE
Wanaeer het kloksken luiden zal
In stad en dorp en overal
In 't midden van den nacht
Dan zal dat luiden
Alom beduiden
Het Kindje lang verwacht
Is nu geboren
Wijl Englenkoren
Hertealen: Gloria! Gloria! Gloria!
En 't Manneken uit de Maan wenscht aan
u allea. alderliefste lezeressen en vrienden
Lezers een zalig en heilig' Kerstfeest. Vrede
op de aaide aan de menschen van goeden
wil! wordt er vandaag in de kerk gezongen.
Ik wertseh u ook vrede en goeden wil. En,
als dat voorschrift wat beter werd nageleefd,
zegt Marenta, zou 't heel wat beter gaan in
de wereld. Daarin heeft Marenta gelijk...
Maar laat ons toch
Op onze dagen
Niet te hard meer
Klagen.
Daar is voor de Vlamingen al veel verbe
terd en de franskiljons worden zoo stillekens
aan ook van goeden wil. Omdat ze moeten
roept onze Zander uit, die zijn studenten
muts zwaait die hij van tante Fie gekregen
heeft en die gansch van veloer is. Niet tante
Fie, maai- de muts. En op die muts staat
waarachtig de Vlaamsche Leeuw gebordeurd
Ge kunt nu zeggen wat ge wilt
Van gelijkheid en van rechten...
Maar het is nu amen en uit
Met den Vlaming nog te knechten.
DAAR KOMT meer en meer gebrek aan
knechten en meiden; dat komt omdat er in
de fabrieken te veel geld te verdienen is en
dat de jonkheid over meer vrijen tijd be
schikt. En dan nog: 't reizen en trekken met
trein en tram; vrij zijn... Dat lokt de jonk
heid allegaar aan.
Maar ouders, denkt er aan
En ach! onthoudt het wel...
Dat reizen voor dochters is
Vast een gevaarlijk spel.
Madame van Sol had ook een meid en
Mieken. zoo heette de meid, moest naar den
winkel om een half pond suiker. Maar Mie
ken bleef nogal lang weg... Misschien was
't meisje een goei kennis tegen gekomen...
Enfin, toen Mieken thuis kwam, zei madame
maar Mieken toch, zoo lang wegblijven, voor
een half pond suiker... Pardon, madame, zei
Mieken. ik -heb een pond meê. Den volgen
den keer bleef Mieken weer lang weg. Toen
ze terug kwam vroeg madame: hadt ge niet
wat harder kunnen loopen? Maar Mieken
antwoordde: ge hebt me gezegd, madame,
toen ik in dienst kwam, dat ge geen loopster
wilde.
En zoo vrienden zien we allen
Mieken is niet op haar tong gevallen.
Verschillende gevallen van treinongeluk
ken in ons land, vooral in de Walenstreek.
Bij Namen zijn er 14 dooden; ergens anders
in de Walenstreek, rolde de trein van de
sporen af, de gracht in; hier waren er geluk
kig geen dooden. Te Halle, waar in 't begin
van 't jaar zulk een ijselijk spoorwegongeluk
plaats had, gebeurde verleden week omtrent
't zelfde malheur. Menschen! Menschen! ge
zoudt schrik krijgen met den vapeur te gaan
reizen. Maar allee! ge moet precies niet met
nen trein of vliegmasjien of otomobiel voya-
zjeeren om aan uw dood te komen. Zie maar
ne keer dat triestig geval van madame Harots
te Luik. Ze stapte over 't voetpad en duwde
een voituurken vooruit waarin heur kindeken
lag te slapen en te droomen. Al meteens, met
den feilen wind komt er een kornis van een
dak gevallen. Moeder en kind zwaar gekwetst
en 't voituurken zoo plat als een vijg. Moe
der en kind zijn een paar uren later naar
't Kindeken Jezus gegaan.
Zooals ge ziet
De malheuren rusten niet.
OP ZEE is 't ook een spelleken geweest
met dat stormweer. Daar zijn er veel den
diepen kelder ingestuikt en die drijven daar
nu rond als eten voor de visschen. Een
stoomboot die naar Frankrijk vaarde en
waarop wel zes honderd menschen waren,
heeft niets meer van zich laten hooren.
Daar is voor te vreezen voorwaar
Dat ook die menschen allegaar
Liggen bedolven
In de diepe golven.
GOLVEN rijmt met wolven. In sommige
streken van Rusland is 't reeds zoo bitter
koud en ligt er zooveel sneeuw dat de wol
ven uit de wouden komen en rond de huizen
beginnen te snuffelen. De menschen durven
niet naar buiten gaan. Ge moet weten dat
het in Rusland niet is lijk hier en dat de
pachthoven daar kort bij mekander staan.
Ge moet soms verschillende uren loopen
voor dat ge van 't een huis naar 't ander
kunt gaan. En Marenta zegt: Vivat mijn
Vlaanderland. MAAR JA, 't is in Vlaanderen
ook altijd geen rozengeur en maneschijn!
Zie maar ne keer, hoe de menschen verleden
jaar op den dool zijn geweest, toen het
natte water van Schelde over de dijken
stroomde. De vlucht van die menschen deed
me denken aan de vlucht van de bevolking
onder den oorlog. En nu .zullen de dijken
het nu uithouden als de Schelde weer begint
te wassen.
Al wat ik kan wenschen
Dat is dat die menschen
Mogen blijven in huis
Want voorwaar toch was het kruis
Van verleden winterdagen
Zwaar om dragen.
ALS MAN EN VROUW elkaar niet ver
staan, dan is 't kruis ook zwaar om dragen.
Mie en Sisse hadden gedurig kwestie en
meneer de paster had reeds dikwijls gezegd
dat ze overeen moesten komen en denzelfden
wil hebben. Welhoe, schreeuwde het wijf:
men durft zeggen dat ik en mijn man niet
eensgezind zijn: wat hij wil, dat wil ik ook:
hij wil meester zijn, ik dito.
EENE VOORUITZIENDE VROUW.
Boer Sukkelmans was ziek, zeer ziek; de man
was stervend. Boven zijn bed hing eene wei-
gerookte hesp, die maar pas begonnen was.
Met dat die hesp daar gedurig voor zijne
oogen hing, had de man goesting gekregen
er nog een stuk van te proeven, en zeide tot
zijne vrouw: Trien lief, snijd mij nog eene
sneê van de hesp, alvorens ik sterf. Man
lief, zeide Trien, ge weet het genoeg, ik zie
u geerne, maar dat en kan toch niet zijn
ik moet die hesp bewaren voor uwe uitvaart.
DE ONDERWIJZER. Ik zal u dat eens
klaar doen verstaan door een voorbeeld: Als
ik 60 appelen en 27 peren onder drie jongens
verdeel, wat krijgt dan ieder?
KLEINE WILLEM. Pijn in den buik,
meester.
EN HIER is een gedichteken, dat te pas
kan komen als ze u fransclie reclamen sturen.
IN EEN WINKEL.
'k Kwam te Brussel in een winkel
En ik vroeg aan een meneer
Die daar stond wil mij eens zeggen
Juist den prijs van dat geweer.
Die meneer stak de oogen open
Omdat ik in 't Vlaamsch dat vroeg,
En ik zag dat hij den Vlaming
Juist geen groote vriendschap droeg.
Trois cents francs, zoo sprak het heerschap
Maar ik zei: 'k versta gaan Fransch,
En ik dacht: om u te foppen.
Manneken, wat schoone kans.
'k Vroeg 't geweer eens te bekijken
En toen ik daarmeê bezig was
Bracht ik met een enkel woordje
't Vlaamsch recht in 't gesprek te pas.
Mengelwerk van De Poperinghenaar 1
ROMAN
door A. HANS.
I.
George Verlane stapte te Belaarde van den
trein. Her was avond. Een gure wind beet de
reizigers, die de verwarmde rijtuigen verlie
ten, in *t gelaat, 't Vroos al vroeg in No
vember.
George kwam na drie jaren in zijn geboor
testad terug Hij was in 't buitenland ge
weest, in een groote linnenfabriek. op het
kantoor.
Hij voelde ginds steeds heimwee naar eigen
land. Hij had zijn vader een linnenfabriek
laten koopen, waarvan de eigenaar kinder
loos was gestorven en de erfgenamen ergens
rond Gent rentenierden.
Thans kwam George Verlane voor goed te
Belaarde terug.
't Stationplein lag daar verlaten. Uit her-
hergen straalde licht.
George spoedde zich door een breede straat.
Onwezenlijk rees op den hoek, tegen den
duisteren hemel, de oude zware toren en
George groette hem als een vriend, dien hij
zoo dikwijls voor zijn geest had gezien, ginds
in den vreemde.
Juist speelde de beiaard en zijn klanken
leken den teruggekeerden jonkman 't wel
kom toe te roepen.
Bij den toren sloeg George een smalle zij
straat in en aan 't einde stond hij met ont
roering voor een nederig winkeltje.
Dat was zijn ouderlijk huis. Hoe dikwijls
had hij verlangd er eens heen te gaan. Maar
't Vlaamsche rechtzoo sprak 't meneerken.
Altijd koekoek, eenen zang
Niets dan werk van ruziemakers
En voor 't land den ondergang.
't Vlaamsch! zoo ging hij voort met razen
Kan wel dienen voor nen boer...
Maar in Brussel hier in Brussel
C'est francais, partout, toujours!
't Vlaamsch! ge zult er ver meê raken!
Ging hij voort; maar ik zei: meneer,
Maak mij als 't u blieft een paksken
Van dat schoone jachtgeweer.
En sinjeur begon te buigen
Nam een koord en een papier
En hij rolde daarin 't wapen
Met veel zorg en veel plezier.
Toen nam ik een bankbiljetje
Uit mijn zak en zei: patroon,
Zeg mij eens, wat staat te lezen
Op 't biljet dat ik u toon?
Vlaamsch, staat op ons bankbiljetten,
Vlaamsch, verstaat ge dat menheer,
En wilt gij dat Vlaamsch bespotten
Wel, behoud dan uw geweer.
Cinq cents francs, zoo las de kerel
Maar Ik keerde 't briefken om,
En aan dezen kant? zoo vroeg ik,
Maar de vent bezag me stom.
In het Vlaamsch staat hier te lezen,
Let wel op: vijf honderd frank
En die taal dat is de Vlaamsche
Sprak ik tot het heerschap vrank.
't Heerschap krabde in zijne haren
Bij 't zien van mijn besluit:
Vlaming! als ze uw taal niet eeren
Geld in zak! en trek er uit.
Bravo! roept Marenta en ze klapt geest
driftig in de handen en ons Mieleken in zijn
stoeltje doet dat ook... Maar Mieleken klapt
zoo fel dat zijn papscnoteltje op mijn besten
frak te recht komt, die er dan ook danig
gepapt uitziet EN BUYLEKEN, och arme,
de teputee van Oostende en burgemeester
van Elsene heeft ook niets meer in de pap
te brokken. Hij stapt het af. Een grrroot
vervlies voor de riberbibberale partij en voor
de franskiljons. Ze gaan hem nu een stand
beeld oprichten maar 't is nog niet ge
weten waar misschien wel te Nergens-
huize. Sie transit gloria mundi! zegt de
wijze man in 't Vlaamsch: zoo vergaat de
glorie der wereld.
En hier is mijn historie over de Apen.
Lees maar eens, alderliefste Lezeressen.
Kan zijn nut hebben:
APEN.
Antwerpen! Uitstappen! An vers! tout ie
monde descend! Op een wipken was ik uit
den trein, op twee wipkens stond ik buiten
de statie en op drie wipkens belandde ik in
den Dierentuin of Jardin Zoologique. En ge
lijk alle jaren begon ik hier mijn wandeling
met een bezoek aan de kooien, waar de apen
en aapkens logeeren.
Daar zijn nog altijd menschen die beweren
dat wij van de apen afstammen en dat de
metteko's die in den Dierentuin en elders
zitten, ons broeders en kozijntjes zijn. Maar
als ge dan aan die geleerde bollen vraagt
waar onze apensteert is gebleven dan ant
woorden zij: die is afgesleten op het rad
der beschaving. Dat is natuurlijk zeever in
pakskens: als wij van de apen moesten af
stammen zouden wij onzen apensteert ge
houden hebben, want een aap zonder steert
is maar een halven aap. v/ij, christene men
schen weten bliksemsgoed dat wij niet van
een apenfamilie afstammen, maar dat onze
eerste papa met ons eerste mama op een
campa.gne of buitengoed logeerde totdat ze
daar door nen aartsengel, die de functie deed
van huissier of deurwaarder, met een vlam
mend zwaard aan de deur zijn gezet. Dat
was het schoonste niet van hun historie en
't triestigste is dat wij nog allé dagen de
gebroken potjes moeten betalen. En aange
zien Adam en Eva geen apen waren zijn
wij ook geen apen. Wat niet belet dat wij
fameuze apenstreken in ons lijf hebben en
het woord na-apen zegt genoeg dat we van
de streken van de metteko's in ons lijf heb
ben.
Ge kent die historie van dien reiziger in
slaapmutsen. Die vent was met zijn valies
vol slaapmutsen in een bosch verloren ge-
loopen, 't werd avond en de man kreeg vaak.
Om gerust te slapen, nam hij een slaapmuts
uit zijn valies en trok ze over zijn ooren
Toen hij 's morgens wakker werd was zijn
valies leeg alles uitverkocht, maar geen
cent ontvangen. En geen wonder ook. Op
de boomen zat een heel regiment apen en
iedere aap van grootvader tot kleinzoon had
een slaapmuts op zijn kop. De reiziger begon
te sakkeren en lawaaien maar haalde geen
zier uit. Ten slotte en ten einde raad, wierp
hij driftig zijn slaapmuts tegen den grond
En zie: al de apen aapten hem na en het
regende slaapmutsen uit de boomen.
Zie nu ne keer rond u en moet ge dan
niet bekennen dat wij er ook fameus vpel
apenstreken op na houden. Waar worden
er meer na-apers gevonden dan in de mode.
Wat we voor een 10-tal jaren als een bespot
ting aanzagen wordt nu algemeen genoemd
ais mooi en keurig, chic en fijn. Zie maar
eens de kortgeknipte haren van 't vrouwvolk.
Ik weet nog goed hoe kortelings, na den
wapenstilstand, thuis op 't dorp, twee meis-
kens uit een herberg, die nogal vriendelijk
met de Duitschers waren geweest, door de
Jassen, den bol werden kortgeknipt... Wie
toen met korte haren liep, werd met de vin
gers nagewezen. Wat meer is: velen vonden
het afschuwelijk, een vrouw met korte ha
ren! En nu. De na-aperij heeft er een we
reldmode van gemaakt, tot groot profijt van
de coiffeurs en tot nadeel van de portemon-
naie van menigen huisvader. Zoo zijn er
nog veel andere na-aperijen. Mijnheer X
rijdt per auto en de madame van mijnheer Z
is jaloersch. Daar moet ook een auto komen,
Ai! menschen; wat hebben er zich reeds
veel zeer gedaan met een auto te koopen..
Als ge hen op de baan ziet, al die honderden
auto's op 'n Zondagavond, peist dan maar
gerust: 't is geen goud al wat blinkt... En
dan hebt ge de huwelijken tegenwoordig.
De leuze schijnt te zijn: geen kinderen of
ten hoogste een. Want daar en daar en gin
der en hier hebben ze ook maar een kind of
geen kind. Lest las ik in een tijdschrift:
Ze wilden er maar één.
God zegdegeen.
Die kinderbeperking is een na-aperij die
reeds veel onheil heeft gesticht en nog stich
ten zal. En hoeveel meisjes geraken er uit
na-aperij niet op den doolweg? 't Een of
ander vriendinnetje mag naar een dancing
gaan... Waarom niet meêgeloopenDan
sen... 't is toch de mode tegenwoordig...
Aan al die na-aperij dacht ik toen ik voor
de kooi van de metteko's stond. En onder
hij was zoover weg geweest en zijn zaken
lieten hem geen vrije dagen over.
Hij gluurde door 't eenige raam. En tranen
welden in zijn oogen.
Achter de toonbank stond zijn goede moe
der, eenvoudig vrouwtje, met een wit mutsje
om 't reeds grijzend haar. Ze droeg nog altijd
een bruin pak en een blauwen voorschoot.
Ze geriefde er juist, zoo, als toen George
voor drie jaar heen ging. En ook 't kruide
nierswinkeltje was onveranderd.
George zag de blinkende schalen, de door
vader getimmerde laden en kasjes, de rijen
potten en flesschen... 't Was alles gelijk vroe
ger.
Hij wachtte, want hij wilde zijn moeder
niet ontmoeten onder de nieuwsgierige blik
ken van een vrouw uit de buurt.
Maar uit het huis daarnaast kwam een
meisje buiten.
George kon zich niet meer terugtrekken,
't Licht uit het winkeltje was zwak, maar
toch sterk genoeg, om den jongen man in
wat klaarte te stellen.
Wat, George, gij! riep het meisje ver
baasd uit.
Ze stond nu ook in 't licht. En uit den
grijzen hoofddoek gluurde een lief gezicht
met zachte als fluweelen oogen.
Ja, Lydia, ik ben terug, zei hij. Hoe gaat
het met u?
Hij gaf haar de hand.
O, best, best... Wat zal uw moeder blij
zijn, sprak het meisje.
Ik wacht even om binnen te gaan, tot
een klant weg is...
O, juist...
Lydia scheen nu plots verlegen...
Ze had met George gespeeld, als kind. Ze
waren altijd goede buren geweest, die dik
wijls over de haag een praatje voerden...
Maar George leek haar nu zoo'n deftige
heer...
Ge zijt nu pas aangekomen? vroeg ze
Ik kom recht van de statie.
En ge blijft?...
Ja, ja...
Als ge 't in ons stadje maar gewoon
kunt worden.
j Dat zal wel gaan... Is het goed met uw
S vader?
Ja... Moeder heeft wat gesukkeld, maar
ze is nu beter...
En George zag dat Lydia Molenaar opge
groeid was tot een knap, rank meisje.
Maar hij had altijd meer aan een ander
gedacht te Belaarde en hij was verlangend
die terug te zien...
Ik moet een boodschap doen, zei Lydia
Wel, ik ben blij dat ge terug zijt.
Ze scheen nu van die vrijmoedigheid te
schrikken.
Tot ziens, stamelde ze en vlug ging ze
de straat in.
George ergerde zich aan de vrouw die voor
den toog stond te kletsen.
Deze ging nu toch heen. Ze opende de
deur. De bel rinkelde als voorheen, met be
kenden klank. George schoof op zij. Hij
wilde geen vreemden meer ontmoeten voor
moeder.
De vrouw had bij de half geopende deur
nog wat te vertellen, maar eindelijk trippelde
ze toch weg.
Haastig stapte George binnen...
Moeder stond al bij de keukendeur. Ze
wendde zich om. En George zag plots haar
goed, schoon gelaat stralen van vreugde.
George... Vader, vader! riep ze...
En tegelijk strekte ze haar armen uit naar
den eenigen, geliefden zoon.
't Was een innige omhelzing. En Verlane
stond daar ook, eerlijk, braaf werkman,
wiens timmerplaats achter het huis was.
De ouders hadden hun jongen pas morgen
verwacht. In triomf voerden ze hem binnen,
ontwikkelt warmte en bestrijdt afdoende
Legt eenvoudig het blad watte op liet pijnlijke lichaams
deel, zorg' dragend dat het goed aan de huid kleeft.
Wanneer een spoedige en krachtige uitwerking verlangd
wordt is het voldoende de Thermogène eerst te bespren
kelen met gezouten lauw water of azijn.
In alle afrotheken 4.SO Fr. de doos3 Fr. de halve doos.
tusschen waren de beesten bezig mekaars
vlooien te vangen dat het een lust was te
zien. En toen dacht ik: zie: dat is nu een
na-aperij die de menschen niet doen. Ik wil
daarmeê niet besluiten dat we mekaars vlooi
en moeten vangen... maar in dat vlooien
vangen ligt een les besloten. De apen met
hun apenverstand helpen mekaar en wij
menschen met ons menschenverstand, wij
zijn er maar al te dikwijls op uit om te zoe
ken hoe wij mekaar kunnen den duivel aan
doen... Is 't waar of niet?
't Manneken uit de Maan.
door het koopen van loten der
Verwoeste Gewesten
betaalbaar door kleine stortingen vanaf
9 fr. 50 per maand.
Vanaf de eerste storting neemt gij deel
aan al de trekkingen. Bij geval van uittrek
king van uw lot, zal de gansche premie u
toebhooren.
Ieder jaar zijn er 32 Trekkingen, 233 loten
worden uitgetrokken voor een totaal van
De volgende trekkingen zullen plaats heb
ben:
den 10 Januari 1 lot van 250.000 fr.
den 10 Januari 2 loten van 100.000 fr.
den 15 Januari 1 lot van 1 milj. fr.
den 20 Januari 2 loten van 100.000 fr.
den 20 Januari 3 loten van 50.000 fr.
den 20 Januari 15 loten van 10.000 fr.
Voor alle inlichtingen wendt U tot de
UNION CENTRALE de Ia BOURSE
Naaml. Maat., Beursstraat, BRUSSEL.
Of bij:
Juffr. Simone Lansens, Post, Vlamertinghe.
Ernstige Agenten worden gevraagd.
BBBEBEB&SBSBSB&aSISESSSRSÜiBaai
WATOU, maand November 1929.
Geboorten. Kesteman Michel, z. v. Je-
remie en Julia Peel. Ruckebusch Maurice,
z. v. Leopold en Adrlenne Roetynck. Van
brabant Agnès, d. v. Desire en Pauline Rut-
teur. Igodt Julien, z. v. Georges en Rachel
Verdonék.
Overlijdens. Boone Alois, 73 j., wed. v.
Eugenie Bollengier. Vanneste Jules, 70 j.,
echtg. v. Eugenie Deschilder. Busson
Fleury, 77 j., echtg. v. Thérèse Verhaeghe.
Brunouw Francies, 82 j., echtg. v. Melanie
Vandenabeele. France Paula, 9 m., d. v.
Cyrille en Marguerite Lanoo. Deroo Pieter,
81 j., wed. v. Eugenie Decreus.
Huwelijken. Vanoost Paul, iandb. en
Verhaeghe Rachel, landb. Gesquiere Va-
lère, meubelmakersgast te Poperinghe en
Vuylsteker Maria, huishoudster te Watou.
WYTSCHAETE, maand November 1929.
Geboorten. Devisschere Suzanne, d. v.
Henri en Devreker Emelie. Gouwy Henri,
z. v. Marcel en Depestel Godelieve. De-
mey Roger, z. v. Oscar en Verkindt Julia.
Overlijdens. Deldicq Jules, z. b., 67 j.,
wed. v. Sidonie Thoma. Vansuyt Gilbert,
1 m., z. v. Henri en Esther Desmyter.
Huwelijken. Dezeure Hilaire, postbe
diende met Zoé Decrock, naaister. Dupont
Abel, landwerker v. Meessen met Angèle
Bille, z. b. v. Wytschaete.
VLAMERTINGHE, maand November 1929.
Geboorten. Labaere André, z. v. Valère
en Magdalena Parrein. Hoflack Agnès,
d. v. Joseph en Emma Delerue. Van Exem
André, z. v. Camiel en Hubertine Debal.
Witterbecq Odette, d. v. Gaston en Martha
Pyck. Pluym Jeanne, d. v. Cyriel en Lea
Deman. Derycke Simcnne, d. v. Emeric
en Irma Masschelein.
Overlijdens. Evelina Debreuck, 38 j.,
herbergierster, echtg. v. Camiel Nuyttens.
Huwelijken. Meersseman Remi, landb.
te Poperinghe en Marie Verstraete, landb.
Depuydt Oscar, stoker en Julia Boudry,
dienstmeid. Pluym Cyriel, metser en Lea
Deman, fabriekw. Verbeke Robert, fa-
briekw. te Yper en Louise Pluym, fabriekw.
Deberdt Camiel, metser en Anna Allaeys,
werkster. Van Weehaeghe Renaat, landb.
te Dickebusch en Maria Derycke, landb-
Timperman Remi, timmerman te Dickebusch
en Maria Lequien, werkster. Titeca Mi
chel, timmerman te Yper en Rachel Van
thuyne, dienstmeid.
FRANSCHE MEDEDINGING.
De oneerlijke mededinging van wege
Frankrijk, in zake levering van bloem, is een
gevolg der overproduktie in Frankrijk, waar
er 20 miljoen quintalen meer voortgebracht
wordt dan de Franschen noodig hebben.
Frankrijk overstept onze markten, niet alleen
met zijm-graan, maar ook met zijne bloem.
De cijfers van den Franschen bloeminvoer
zijn welsprekend: 13.000 zakken in Septem
ber laatst; 147.000 zakken in October en
275.000 zakken in November. En Frankrijk
levert ons zijne bloem aan 133 fr., terwijl
deze bij ons 145 fr. kost. De fransche uitvoer
ders kunnen ons aan 136 fr. leveren, omdat
zij van hunne regeering eene premie van
50 fr. per zak krijgen. Dat is de dumping
welke door de Konferencie van Genève ver
oordeeld is, doch Frankrijk stoort zich aan
Genève niet en zet zijn dumpingnog
scherper door: op dit oogenblik hebben wij
uit Frankrijk aanbod gekregen aan 102 fr.
per zak, franco geleverd!
Ons inlandsch graan en meel kunnen deze
mededinging niet het hoofd bieden. Onze
boeren blijven met hun voorraad zitten, en
nu reeds is er, ten gevolge van den Fran
schen dumping ,een afslag van 10 fr. per
zak aangekondigd. Op den stock, welke wij
in voorraad hebben, is dit een verlies van
23 miljoen, verlies dat door onze boeren al
leen wordt gedragen.
ZEVENTIG PRINSEN TE ROME.
In het Kwirinaal, te Rome, worden alle
toebereidselen getroffen voor het huwelijk
van prins Umberto en prinses Marie-José
en voornamelijk met het oog op de ontvangst
van al de hooge gasten, die bij die gelegen
heid te Rome zullen aanwezig zijn. Van
6 tot 11 Januari zullen niet minder dan vijf
vorsten en vijf en zestig prinsen te Rome
zijn, alsmede de vertegenwoordigers van de
republieken.
In het koninklijk paleis worden talrijke
appartementen in gereedheid gehouden. Vele
gasten zullen een onderkomen vinden in de
ambassaden en gezantschappen.
22 Z HH. Demetrius, Honoratus, Florus, tb.
23 M H. Victoria en Anatolia, m. en mart.
24 D Vastendag. HH. Adam en Eva.
25 W KERSTMIS. H. Anastasia, H. Eugenia
26 D Tweede Kerstdag. H. Stephanas, 1* m.
27 V H. Joannes, apost., evang. H. Fabiola.
28 Z Heilige Onnoozele Kinderen.
GLORIA IN EXCELCIS DEO.
Hoort! in beemd en veld en dalen
Galmen, ruischen eng'lenzang:
Spoedt naar 't kindje zonder dralen
Herders vroom, en weest niet bang.
Gloria in excelsis Deo!
Herderhens verlaat uw velden
Gansch de wereld wordt verblijd
Door de maar die wij U melden;
Zingt nu, doedelt en schalmeit.
Gloria in excelsis Deo!
God werd heden 's menschen Broeder,
Kwam ter wereld in een stal
Nam een reine Maagd tot Moeder.
Zingt dan meê met blij geschal:
Gloria in excelsis Deo!
In alle huisgezinnen moet men sparen voor
de Missiën: timbers, zilverpapier, oud papier,
parels, loodjes, pennen, enz., enz., alles ka*
te pas komen.
Kindervraag. Pa, als uw voeten sla
pen, gaan uw eksteroogen dan toe?
Beleefd. Dame. Hebt ge haringen en zijn
ze goed?
Winkelier. Zeker Madame.
Dame. Hoeveel kosten die?
Winkelier. Een halve frank, Madame.
Dame. Wilt ge mij dan een laten
t' huis brengen?
Winkelier (tot bediende). -Jan, span het
peerd in en breng dien haring t' huis bij
Madame
ISSBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBSBBBSH
In de lange
Winteravonden
verschaf uwe Kinders
en U zelf
aangenaam
tijdverdrijf!
Koopt een
PATHÉ-BABY
of
KINDERCINEMA
waarmede Ge
bij U tehuis
alle films kunt
op het doek brengen.
Er bestaan duizende verschillige films
v/etenswaardigheden, reizen, romans en bij
zonder veel geestige films waarmede klein en
groot gezellig den avond doorbrengen.
De gewone Pathé-Babykost 750 fr.;
het versterkt model met krachtige licht
kost 995 fr.
Op aanvraag kunt Ge eenige films zien
afloopen zonder de minste verbintenis.
We zullen ook zorgen om eene serie films
te kunnen in huur geven aan redelijke prijs.
SAKSEN-VANNESTE
Gasthuisstraat - 15 - Poperinghe.
in de gezellige keuken, waar het licht en
warm was.
Laat me u nu toch eens goed bekijken,
zei moeder.
Ze leek klein bij haar slanken, kloeken,
knappen zoon.
Wat bleek, oordeelde ze. Te hard ge
werkt...
Toch een gezond uitzicht, beweerde
vader...
En op en top een heer!
Natuurlijk...
Maar die gaarne in ons goed huis weer
keert! verzekerde George...
Vader dwong hem plaats te nemen in zijn
zetel bij 't vuur. Moeder ging haastig den
winkel sluiten, 't Was toch bijna tijd er voor
en ze wilde nu niet meer gestoord worden
door vreemden.
Gelukkig keek George om zich heen...
Niets scheen veranderd in de gezellige keu
ken. Hij voelde er zich niet vreemd.
De zoon vertelde hoe hij zijn reis had
kunnen bespoedigen, zoodat hij heden avond
nog aangekomen was.
Vrouw Verlane scnonk vlug koffie op en
sneed brood.
Maar waarom blijft ge nog winkel
houden, moeder, en' vader, gij, timmeren?
vroeg George. Ik zond u geld...
Ja, ja, en dat hebben we veilig op de
spaarbank gezet, tot ik er nu een deel van
heb gebruikt, om het huis bij de fabriek te
herstellen, zei vader.
Maar daarvoor stuurde ik het niet...
Dat weet ik wel, jongen. We hadden
het niet noodig, we hebben ook wat overge
spaard... En den winkel en de timmerwerk
plaats sluiten..., waarom zouden het doen?
Moeder en ik zijn geen menschen om nu al
met de handen over elkaar te zitten en niets
meer uit te voeren. Dat ware wachten op
onzen dood... 't Huis bij de fabriek ziet er
t
flink uit... Gij gaat daar natuurlijk wonen
Waarom zou ik dat doen, vader? Later,
als ik eens trouw...
Een fabrikant kan in ons huisje toch
niet blijven, schertste moeder.
Wilt ge me weg jagen! En ik zit pas
neer
Niet dadelijk, jongen... Maar we praten
er wel nader over.Wel, wel, jongen, hebben
we u nu waarlijk terug?...
O, ik voel me blij weer thuis te zijn...
Ik ben geen mensch om In een vreemd land
te leven... Een eenig kindje hé!
Maar ge hebt ginder dan toch flink
gewerkt, zei vader goedkeurend. Wat waren
ze hier in ons stadje verbaasd toen 't uit
kwam dat gij de kooper van de fabriek
waart! De zoon van timmerman Verlane..
Nog zijn er die denken dat ge maar een
strooien man zijt en voor een ander handelt
Ze beweren dat hier en daar...
Ik ben ginder zaken gaan doen voor
mijn eigen en heb veel voorspoed gehad en
ze voordeelig over kunnen doen. En of ze
hier nu beweren dat ik een strooien man
ben voor een ander, kan me niet schelen.
En George sprak even over cijfers. Zijn
moeder maakte gebaren van verbazing. En
vaders gezicht glansde.
De timmerman was fier op zijn jongen
En zoo er in 't stadje jaloerschaards waren
wel, beter benijd dan beklaagd.
George moest nu aan tafel zitten. En moe
ders koffie geurde zoo heerlijk en 't brood
smaakte lekker.
Hij vroeg naar kennissen. Zijn oude mees
ter, die hem les gegeven had na schooltijd
omdat hij in George een schranderen en
wilskrachtigen leerling zag, was over drie
weken gestorven. Koopman Rooze, bij wien
George als klerk was begonnen, had zijn
zaken overgelaten aan zijn zoon. En zoo
OUDSTRIJDERS VAN 'T T EN 21» LINIE.
De Oudstrijders die deelgemaakt hebben
van het 1' en 2T linie, alsook van het 1" li-
nievestingsregiment, vanaf 4 Aug. 1914 tot
11 Nov. 1918, kunnen hun toetreding sturen
naar het sekretariaat van de Afdeeling West-
Vlaanderen, 32, Scholenstraat, Oostende.
IBBB&aBBSBBSBBBÜBSSBBSBBSiaaff
De bijzonderste planeten draarien rond de
zon als volgt:
Mercurius in 88 dagen; Venus in 225 dagen;
De aarde in 365 dagen; Mars in 687 dagen;
Jupiter in 4.333 dagen; Saturnus in 10.759
dagep; Uranus in 30.688 dagen; Neptunus
in 60.181 dagen.
De aarde rolt in het ruim met een gemid
delde snelheid van 29.500 meters per second.
Uranus is 14 maal zwaarder dan de aarde;
Neptunus is het 16 maal; Saturnus, 92 maal;
en Jupiter 310 maal!!!
In 1930 zullen er twee zoneklipsen plaats
grijpen, waarvan een ringvormig is, omdat
de maan slechts het middendeel der zon
bedekt. Er zullen ook twee gedeeltelijke
maaneklipsen zijn. Doch van de vier eklip-
sen, is er maar ééne een gedeeltelijke
maaneklips die in Belgie zienbaar is.
1° Den 13 April 1930, gedeeltelijke maane
klips, onzichtbaar in Belgie.
2° Den 28 April 1930, ringvormige zoneklips,
onzichtbaar in Belgie.
3" Den 7 October 1930, gedeeltelijke maan
eklips, die in Belgie zienbaar is. Zij begint
om 16 u. 41 m. en eindigt om 21 u. 32 m.
4° Den 21 en 22 October 1930, volledige
zoneklips, onzichtbaar in Belgie.
iBlBEBSSQBBBSBSISBBBBBgiBSBBBBflB
hoorde de teruggekeerde van allerlei ver
anderingen.
De burgemeester, naar wien hij ook vroeg,
was nog fiksch en gezond.
En de sekretaris?
Is nog altijd in dienst, maar hij heeft
geërfd en woont in het huis van den vroe-
geren notaris, die de stad verlaten heeft.
En Malvina, zijn dochter, is zeker ge
trouwd?
George vroeg het heel eenvoudig, maar
kleurde toch wat. En zijn hart bonsde.
Malvina getrouwd... O, neen! Ze is een
heele dame geworden... Ze rijdt auto... O, ze
kent geen eenvoudige menschen meer.
George schrok, maar verborg dat.
Heeft de sekretaris een auto?
Ja, hoor... En Malvina stuurt. Ze behoo-
ren nu tot de rijke menschen, vertelde moe
der. Maar gij ook, jongen! Toch weet ik dat
ge niet zult worden als Malvina Brandsen.
Hoe dan, moeder?
O, ze zeggen, dat ze nu erg trotsch is
en niet meer met vroegere vriendinnen om
gaat. Voor haar broer heeft 't geld geen ze
gen gebracht. Die Klaas is een boemelaar
geworden; daar hoor ik in den winkel staal-
jes van.
Drinkt hij?
Ja, sprak vader nu. Laat in de herber
gen zitten en allerlei rare streken uitvoeren...
Hij doet zijn ouders veel verdriet.
Is hij al advokaat? Hij studeerde er
toch voor...
Advokaat is hij niet en zal hij wel nooit
worden; ik zie hem toch voortdurend hier...
En een hoogeschool is er niet bij ons te Be
laarde, hé?
George begon over andere kennissen. Fa
milie had hij in 't stadje niet. Hij vroeg naar
oude vrienden.
't Werd laat met al 't praten.
('t Vervolgt.)