Ware Liefde ifia I i ÜW1! HÉS ÉSÉ HÉS HOEST» RHEUMATIEK, STEKEN !N DEZM Bi, IRSEP, LENDENPIJN Vrouwerihoekje DE POPERINGHENAAR, RL 5; 22-12-1929. N' 51. <imw MAAN 1.000.000 FR. TE WINNEN 21.500.000 FRANKEN. BURGERSTAND VAN DECEMBER - WINTERMAAND. PLANETEN. EKLIPSEN. SB O A C H 'F K M Beter blind geboren dan zien en gaan verloren. Indien ge 't goed hebt, zoekt niet naar beter. Versteuedige menschen zoeken de oorzaken der feiten op; bekrompen geesten integendeel stappdn er overheen en onderzoeken niets. Met eude woord, geldt heden nog Mw krijgt geen voordeel met bedrog. ISBBI teM i. HETMANNEKE UIT DE Wanaeer het kloksken luiden zal In stad en dorp en overal In 't midden van den nacht Dan zal dat luiden Alom beduiden Het Kindje lang verwacht Is nu geboren Wijl Englenkoren Hertealen: Gloria! Gloria! Gloria! En 't Manneken uit de Maan wenscht aan u allea. alderliefste lezeressen en vrienden Lezers een zalig en heilig' Kerstfeest. Vrede op de aaide aan de menschen van goeden wil! wordt er vandaag in de kerk gezongen. Ik wertseh u ook vrede en goeden wil. En, als dat voorschrift wat beter werd nageleefd, zegt Marenta, zou 't heel wat beter gaan in de wereld. Daarin heeft Marenta gelijk... Maar laat ons toch Op onze dagen Niet te hard meer Klagen. Daar is voor de Vlamingen al veel verbe terd en de franskiljons worden zoo stillekens aan ook van goeden wil. Omdat ze moeten roept onze Zander uit, die zijn studenten muts zwaait die hij van tante Fie gekregen heeft en die gansch van veloer is. Niet tante Fie, maai- de muts. En op die muts staat waarachtig de Vlaamsche Leeuw gebordeurd Ge kunt nu zeggen wat ge wilt Van gelijkheid en van rechten... Maar het is nu amen en uit Met den Vlaming nog te knechten. DAAR KOMT meer en meer gebrek aan knechten en meiden; dat komt omdat er in de fabrieken te veel geld te verdienen is en dat de jonkheid over meer vrijen tijd be schikt. En dan nog: 't reizen en trekken met trein en tram; vrij zijn... Dat lokt de jonk heid allegaar aan. Maar ouders, denkt er aan En ach! onthoudt het wel... Dat reizen voor dochters is Vast een gevaarlijk spel. Madame van Sol had ook een meid en Mieken. zoo heette de meid, moest naar den winkel om een half pond suiker. Maar Mie ken bleef nogal lang weg... Misschien was 't meisje een goei kennis tegen gekomen... Enfin, toen Mieken thuis kwam, zei madame maar Mieken toch, zoo lang wegblijven, voor een half pond suiker... Pardon, madame, zei Mieken. ik -heb een pond meê. Den volgen den keer bleef Mieken weer lang weg. Toen ze terug kwam vroeg madame: hadt ge niet wat harder kunnen loopen? Maar Mieken antwoordde: ge hebt me gezegd, madame, toen ik in dienst kwam, dat ge geen loopster wilde. En zoo vrienden zien we allen Mieken is niet op haar tong gevallen. Verschillende gevallen van treinongeluk ken in ons land, vooral in de Walenstreek. Bij Namen zijn er 14 dooden; ergens anders in de Walenstreek, rolde de trein van de sporen af, de gracht in; hier waren er geluk kig geen dooden. Te Halle, waar in 't begin van 't jaar zulk een ijselijk spoorwegongeluk plaats had, gebeurde verleden week omtrent 't zelfde malheur. Menschen! Menschen! ge zoudt schrik krijgen met den vapeur te gaan reizen. Maar allee! ge moet precies niet met nen trein of vliegmasjien of otomobiel voya- zjeeren om aan uw dood te komen. Zie maar ne keer dat triestig geval van madame Harots te Luik. Ze stapte over 't voetpad en duwde een voituurken vooruit waarin heur kindeken lag te slapen en te droomen. Al meteens, met den feilen wind komt er een kornis van een dak gevallen. Moeder en kind zwaar gekwetst en 't voituurken zoo plat als een vijg. Moe der en kind zijn een paar uren later naar 't Kindeken Jezus gegaan. Zooals ge ziet De malheuren rusten niet. OP ZEE is 't ook een spelleken geweest met dat stormweer. Daar zijn er veel den diepen kelder ingestuikt en die drijven daar nu rond als eten voor de visschen. Een stoomboot die naar Frankrijk vaarde en waarop wel zes honderd menschen waren, heeft niets meer van zich laten hooren. Daar is voor te vreezen voorwaar Dat ook die menschen allegaar Liggen bedolven In de diepe golven. GOLVEN rijmt met wolven. In sommige streken van Rusland is 't reeds zoo bitter koud en ligt er zooveel sneeuw dat de wol ven uit de wouden komen en rond de huizen beginnen te snuffelen. De menschen durven niet naar buiten gaan. Ge moet weten dat het in Rusland niet is lijk hier en dat de pachthoven daar kort bij mekander staan. Ge moet soms verschillende uren loopen voor dat ge van 't een huis naar 't ander kunt gaan. En Marenta zegt: Vivat mijn Vlaanderland. MAAR JA, 't is in Vlaanderen ook altijd geen rozengeur en maneschijn! Zie maar ne keer, hoe de menschen verleden jaar op den dool zijn geweest, toen het natte water van Schelde over de dijken stroomde. De vlucht van die menschen deed me denken aan de vlucht van de bevolking onder den oorlog. En nu .zullen de dijken het nu uithouden als de Schelde weer begint te wassen. Al wat ik kan wenschen Dat is dat die menschen Mogen blijven in huis Want voorwaar toch was het kruis Van verleden winterdagen Zwaar om dragen. ALS MAN EN VROUW elkaar niet ver staan, dan is 't kruis ook zwaar om dragen. Mie en Sisse hadden gedurig kwestie en meneer de paster had reeds dikwijls gezegd dat ze overeen moesten komen en denzelfden wil hebben. Welhoe, schreeuwde het wijf: men durft zeggen dat ik en mijn man niet eensgezind zijn: wat hij wil, dat wil ik ook: hij wil meester zijn, ik dito. EENE VOORUITZIENDE VROUW. Boer Sukkelmans was ziek, zeer ziek; de man was stervend. Boven zijn bed hing eene wei- gerookte hesp, die maar pas begonnen was. Met dat die hesp daar gedurig voor zijne oogen hing, had de man goesting gekregen er nog een stuk van te proeven, en zeide tot zijne vrouw: Trien lief, snijd mij nog eene sneê van de hesp, alvorens ik sterf. Man lief, zeide Trien, ge weet het genoeg, ik zie u geerne, maar dat en kan toch niet zijn ik moet die hesp bewaren voor uwe uitvaart. DE ONDERWIJZER. Ik zal u dat eens klaar doen verstaan door een voorbeeld: Als ik 60 appelen en 27 peren onder drie jongens verdeel, wat krijgt dan ieder? KLEINE WILLEM. Pijn in den buik, meester. EN HIER is een gedichteken, dat te pas kan komen als ze u fransclie reclamen sturen. IN EEN WINKEL. 'k Kwam te Brussel in een winkel En ik vroeg aan een meneer Die daar stond wil mij eens zeggen Juist den prijs van dat geweer. Die meneer stak de oogen open Omdat ik in 't Vlaamsch dat vroeg, En ik zag dat hij den Vlaming Juist geen groote vriendschap droeg. Trois cents francs, zoo sprak het heerschap Maar ik zei: 'k versta gaan Fransch, En ik dacht: om u te foppen. Manneken, wat schoone kans. 'k Vroeg 't geweer eens te bekijken En toen ik daarmeê bezig was Bracht ik met een enkel woordje 't Vlaamsch recht in 't gesprek te pas. Mengelwerk van De Poperinghenaar 1 ROMAN door A. HANS. I. George Verlane stapte te Belaarde van den trein. Her was avond. Een gure wind beet de reizigers, die de verwarmde rijtuigen verlie ten, in *t gelaat, 't Vroos al vroeg in No vember. George kwam na drie jaren in zijn geboor testad terug Hij was in 't buitenland ge weest, in een groote linnenfabriek. op het kantoor. Hij voelde ginds steeds heimwee naar eigen land. Hij had zijn vader een linnenfabriek laten koopen, waarvan de eigenaar kinder loos was gestorven en de erfgenamen ergens rond Gent rentenierden. Thans kwam George Verlane voor goed te Belaarde terug. 't Stationplein lag daar verlaten. Uit her- hergen straalde licht. George spoedde zich door een breede straat. Onwezenlijk rees op den hoek, tegen den duisteren hemel, de oude zware toren en George groette hem als een vriend, dien hij zoo dikwijls voor zijn geest had gezien, ginds in den vreemde. Juist speelde de beiaard en zijn klanken leken den teruggekeerden jonkman 't wel kom toe te roepen. Bij den toren sloeg George een smalle zij straat in en aan 't einde stond hij met ont roering voor een nederig winkeltje. Dat was zijn ouderlijk huis. Hoe dikwijls had hij verlangd er eens heen te gaan. Maar 't Vlaamsche rechtzoo sprak 't meneerken. Altijd koekoek, eenen zang Niets dan werk van ruziemakers En voor 't land den ondergang. 't Vlaamsch! zoo ging hij voort met razen Kan wel dienen voor nen boer... Maar in Brussel hier in Brussel C'est francais, partout, toujours! 't Vlaamsch! ge zult er ver meê raken! Ging hij voort; maar ik zei: meneer, Maak mij als 't u blieft een paksken Van dat schoone jachtgeweer. En sinjeur begon te buigen Nam een koord en een papier En hij rolde daarin 't wapen Met veel zorg en veel plezier. Toen nam ik een bankbiljetje Uit mijn zak en zei: patroon, Zeg mij eens, wat staat te lezen Op 't biljet dat ik u toon? Vlaamsch, staat op ons bankbiljetten, Vlaamsch, verstaat ge dat menheer, En wilt gij dat Vlaamsch bespotten Wel, behoud dan uw geweer. Cinq cents francs, zoo las de kerel Maar Ik keerde 't briefken om, En aan dezen kant? zoo vroeg ik, Maar de vent bezag me stom. In het Vlaamsch staat hier te lezen, Let wel op: vijf honderd frank En die taal dat is de Vlaamsche Sprak ik tot het heerschap vrank. 't Heerschap krabde in zijne haren Bij 't zien van mijn besluit: Vlaming! als ze uw taal niet eeren Geld in zak! en trek er uit. Bravo! roept Marenta en ze klapt geest driftig in de handen en ons Mieleken in zijn stoeltje doet dat ook... Maar Mieleken klapt zoo fel dat zijn papscnoteltje op mijn besten frak te recht komt, die er dan ook danig gepapt uitziet EN BUYLEKEN, och arme, de teputee van Oostende en burgemeester van Elsene heeft ook niets meer in de pap te brokken. Hij stapt het af. Een grrroot vervlies voor de riberbibberale partij en voor de franskiljons. Ze gaan hem nu een stand beeld oprichten maar 't is nog niet ge weten waar misschien wel te Nergens- huize. Sie transit gloria mundi! zegt de wijze man in 't Vlaamsch: zoo vergaat de glorie der wereld. En hier is mijn historie over de Apen. Lees maar eens, alderliefste Lezeressen. Kan zijn nut hebben: APEN. Antwerpen! Uitstappen! An vers! tout ie monde descend! Op een wipken was ik uit den trein, op twee wipkens stond ik buiten de statie en op drie wipkens belandde ik in den Dierentuin of Jardin Zoologique. En ge lijk alle jaren begon ik hier mijn wandeling met een bezoek aan de kooien, waar de apen en aapkens logeeren. Daar zijn nog altijd menschen die beweren dat wij van de apen afstammen en dat de metteko's die in den Dierentuin en elders zitten, ons broeders en kozijntjes zijn. Maar als ge dan aan die geleerde bollen vraagt waar onze apensteert is gebleven dan ant woorden zij: die is afgesleten op het rad der beschaving. Dat is natuurlijk zeever in pakskens: als wij van de apen moesten af stammen zouden wij onzen apensteert ge houden hebben, want een aap zonder steert is maar een halven aap. v/ij, christene men schen weten bliksemsgoed dat wij niet van een apenfamilie afstammen, maar dat onze eerste papa met ons eerste mama op een campa.gne of buitengoed logeerde totdat ze daar door nen aartsengel, die de functie deed van huissier of deurwaarder, met een vlam mend zwaard aan de deur zijn gezet. Dat was het schoonste niet van hun historie en 't triestigste is dat wij nog allé dagen de gebroken potjes moeten betalen. En aange zien Adam en Eva geen apen waren zijn wij ook geen apen. Wat niet belet dat wij fameuze apenstreken in ons lijf hebben en het woord na-apen zegt genoeg dat we van de streken van de metteko's in ons lijf heb ben. Ge kent die historie van dien reiziger in slaapmutsen. Die vent was met zijn valies vol slaapmutsen in een bosch verloren ge- loopen, 't werd avond en de man kreeg vaak. Om gerust te slapen, nam hij een slaapmuts uit zijn valies en trok ze over zijn ooren Toen hij 's morgens wakker werd was zijn valies leeg alles uitverkocht, maar geen cent ontvangen. En geen wonder ook. Op de boomen zat een heel regiment apen en iedere aap van grootvader tot kleinzoon had een slaapmuts op zijn kop. De reiziger begon te sakkeren en lawaaien maar haalde geen zier uit. Ten slotte en ten einde raad, wierp hij driftig zijn slaapmuts tegen den grond En zie: al de apen aapten hem na en het regende slaapmutsen uit de boomen. Zie nu ne keer rond u en moet ge dan niet bekennen dat wij er ook fameus vpel apenstreken op na houden. Waar worden er meer na-apers gevonden dan in de mode. Wat we voor een 10-tal jaren als een bespot ting aanzagen wordt nu algemeen genoemd ais mooi en keurig, chic en fijn. Zie maar eens de kortgeknipte haren van 't vrouwvolk. Ik weet nog goed hoe kortelings, na den wapenstilstand, thuis op 't dorp, twee meis- kens uit een herberg, die nogal vriendelijk met de Duitschers waren geweest, door de Jassen, den bol werden kortgeknipt... Wie toen met korte haren liep, werd met de vin gers nagewezen. Wat meer is: velen vonden het afschuwelijk, een vrouw met korte ha ren! En nu. De na-aperij heeft er een we reldmode van gemaakt, tot groot profijt van de coiffeurs en tot nadeel van de portemon- naie van menigen huisvader. Zoo zijn er nog veel andere na-aperijen. Mijnheer X rijdt per auto en de madame van mijnheer Z is jaloersch. Daar moet ook een auto komen, Ai! menschen; wat hebben er zich reeds veel zeer gedaan met een auto te koopen.. Als ge hen op de baan ziet, al die honderden auto's op 'n Zondagavond, peist dan maar gerust: 't is geen goud al wat blinkt... En dan hebt ge de huwelijken tegenwoordig. De leuze schijnt te zijn: geen kinderen of ten hoogste een. Want daar en daar en gin der en hier hebben ze ook maar een kind of geen kind. Lest las ik in een tijdschrift: Ze wilden er maar één. God zegdegeen. Die kinderbeperking is een na-aperij die reeds veel onheil heeft gesticht en nog stich ten zal. En hoeveel meisjes geraken er uit na-aperij niet op den doolweg? 't Een of ander vriendinnetje mag naar een dancing gaan... Waarom niet meêgeloopenDan sen... 't is toch de mode tegenwoordig... Aan al die na-aperij dacht ik toen ik voor de kooi van de metteko's stond. En onder hij was zoover weg geweest en zijn zaken lieten hem geen vrije dagen over. Hij gluurde door 't eenige raam. En tranen welden in zijn oogen. Achter de toonbank stond zijn goede moe der, eenvoudig vrouwtje, met een wit mutsje om 't reeds grijzend haar. Ze droeg nog altijd een bruin pak en een blauwen voorschoot. Ze geriefde er juist, zoo, als toen George voor drie jaar heen ging. En ook 't kruide nierswinkeltje was onveranderd. George zag de blinkende schalen, de door vader getimmerde laden en kasjes, de rijen potten en flesschen... 't Was alles gelijk vroe ger. Hij wachtte, want hij wilde zijn moeder niet ontmoeten onder de nieuwsgierige blik ken van een vrouw uit de buurt. Maar uit het huis daarnaast kwam een meisje buiten. George kon zich niet meer terugtrekken, 't Licht uit het winkeltje was zwak, maar toch sterk genoeg, om den jongen man in wat klaarte te stellen. Wat, George, gij! riep het meisje ver baasd uit. Ze stond nu ook in 't licht. En uit den grijzen hoofddoek gluurde een lief gezicht met zachte als fluweelen oogen. Ja, Lydia, ik ben terug, zei hij. Hoe gaat het met u? Hij gaf haar de hand. O, best, best... Wat zal uw moeder blij zijn, sprak het meisje. Ik wacht even om binnen te gaan, tot een klant weg is... O, juist... Lydia scheen nu plots verlegen... Ze had met George gespeeld, als kind. Ze waren altijd goede buren geweest, die dik wijls over de haag een praatje voerden... Maar George leek haar nu zoo'n deftige heer... Ge zijt nu pas aangekomen? vroeg ze Ik kom recht van de statie. En ge blijft?... Ja, ja... Als ge 't in ons stadje maar gewoon kunt worden. j Dat zal wel gaan... Is het goed met uw S vader? Ja... Moeder heeft wat gesukkeld, maar ze is nu beter... En George zag dat Lydia Molenaar opge groeid was tot een knap, rank meisje. Maar hij had altijd meer aan een ander gedacht te Belaarde en hij was verlangend die terug te zien... Ik moet een boodschap doen, zei Lydia Wel, ik ben blij dat ge terug zijt. Ze scheen nu van die vrijmoedigheid te schrikken. Tot ziens, stamelde ze en vlug ging ze de straat in. George ergerde zich aan de vrouw die voor den toog stond te kletsen. Deze ging nu toch heen. Ze opende de deur. De bel rinkelde als voorheen, met be kenden klank. George schoof op zij. Hij wilde geen vreemden meer ontmoeten voor moeder. De vrouw had bij de half geopende deur nog wat te vertellen, maar eindelijk trippelde ze toch weg. Haastig stapte George binnen... Moeder stond al bij de keukendeur. Ze wendde zich om. En George zag plots haar goed, schoon gelaat stralen van vreugde. George... Vader, vader! riep ze... En tegelijk strekte ze haar armen uit naar den eenigen, geliefden zoon. 't Was een innige omhelzing. En Verlane stond daar ook, eerlijk, braaf werkman, wiens timmerplaats achter het huis was. De ouders hadden hun jongen pas morgen verwacht. In triomf voerden ze hem binnen, ontwikkelt warmte en bestrijdt afdoende Legt eenvoudig het blad watte op liet pijnlijke lichaams deel, zorg' dragend dat het goed aan de huid kleeft. Wanneer een spoedige en krachtige uitwerking verlangd wordt is het voldoende de Thermogène eerst te bespren kelen met gezouten lauw water of azijn. In alle afrotheken 4.SO Fr. de doos3 Fr. de halve doos. tusschen waren de beesten bezig mekaars vlooien te vangen dat het een lust was te zien. En toen dacht ik: zie: dat is nu een na-aperij die de menschen niet doen. Ik wil daarmeê niet besluiten dat we mekaars vlooi en moeten vangen... maar in dat vlooien vangen ligt een les besloten. De apen met hun apenverstand helpen mekaar en wij menschen met ons menschenverstand, wij zijn er maar al te dikwijls op uit om te zoe ken hoe wij mekaar kunnen den duivel aan doen... Is 't waar of niet? 't Manneken uit de Maan. door het koopen van loten der Verwoeste Gewesten betaalbaar door kleine stortingen vanaf 9 fr. 50 per maand. Vanaf de eerste storting neemt gij deel aan al de trekkingen. Bij geval van uittrek king van uw lot, zal de gansche premie u toebhooren. Ieder jaar zijn er 32 Trekkingen, 233 loten worden uitgetrokken voor een totaal van De volgende trekkingen zullen plaats heb ben: den 10 Januari 1 lot van 250.000 fr. den 10 Januari 2 loten van 100.000 fr. den 15 Januari 1 lot van 1 milj. fr. den 20 Januari 2 loten van 100.000 fr. den 20 Januari 3 loten van 50.000 fr. den 20 Januari 15 loten van 10.000 fr. Voor alle inlichtingen wendt U tot de UNION CENTRALE de Ia BOURSE Naaml. Maat., Beursstraat, BRUSSEL. Of bij: Juffr. Simone Lansens, Post, Vlamertinghe. Ernstige Agenten worden gevraagd. BBBEBEB&SBSBSB&aSISESSSRSÜiBaai WATOU, maand November 1929. Geboorten. Kesteman Michel, z. v. Je- remie en Julia Peel. Ruckebusch Maurice, z. v. Leopold en Adrlenne Roetynck. Van brabant Agnès, d. v. Desire en Pauline Rut- teur. Igodt Julien, z. v. Georges en Rachel Verdonék. Overlijdens. Boone Alois, 73 j., wed. v. Eugenie Bollengier. Vanneste Jules, 70 j., echtg. v. Eugenie Deschilder. Busson Fleury, 77 j., echtg. v. Thérèse Verhaeghe. Brunouw Francies, 82 j., echtg. v. Melanie Vandenabeele. France Paula, 9 m., d. v. Cyrille en Marguerite Lanoo. Deroo Pieter, 81 j., wed. v. Eugenie Decreus. Huwelijken. Vanoost Paul, iandb. en Verhaeghe Rachel, landb. Gesquiere Va- lère, meubelmakersgast te Poperinghe en Vuylsteker Maria, huishoudster te Watou. WYTSCHAETE, maand November 1929. Geboorten. Devisschere Suzanne, d. v. Henri en Devreker Emelie. Gouwy Henri, z. v. Marcel en Depestel Godelieve. De- mey Roger, z. v. Oscar en Verkindt Julia. Overlijdens. Deldicq Jules, z. b., 67 j., wed. v. Sidonie Thoma. Vansuyt Gilbert, 1 m., z. v. Henri en Esther Desmyter. Huwelijken. Dezeure Hilaire, postbe diende met Zoé Decrock, naaister. Dupont Abel, landwerker v. Meessen met Angèle Bille, z. b. v. Wytschaete. VLAMERTINGHE, maand November 1929. Geboorten. Labaere André, z. v. Valère en Magdalena Parrein. Hoflack Agnès, d. v. Joseph en Emma Delerue. Van Exem André, z. v. Camiel en Hubertine Debal. Witterbecq Odette, d. v. Gaston en Martha Pyck. Pluym Jeanne, d. v. Cyriel en Lea Deman. Derycke Simcnne, d. v. Emeric en Irma Masschelein. Overlijdens. Evelina Debreuck, 38 j., herbergierster, echtg. v. Camiel Nuyttens. Huwelijken. Meersseman Remi, landb. te Poperinghe en Marie Verstraete, landb. Depuydt Oscar, stoker en Julia Boudry, dienstmeid. Pluym Cyriel, metser en Lea Deman, fabriekw. Verbeke Robert, fa- briekw. te Yper en Louise Pluym, fabriekw. Deberdt Camiel, metser en Anna Allaeys, werkster. Van Weehaeghe Renaat, landb. te Dickebusch en Maria Derycke, landb- Timperman Remi, timmerman te Dickebusch en Maria Lequien, werkster. Titeca Mi chel, timmerman te Yper en Rachel Van thuyne, dienstmeid. FRANSCHE MEDEDINGING. De oneerlijke mededinging van wege Frankrijk, in zake levering van bloem, is een gevolg der overproduktie in Frankrijk, waar er 20 miljoen quintalen meer voortgebracht wordt dan de Franschen noodig hebben. Frankrijk overstept onze markten, niet alleen met zijm-graan, maar ook met zijne bloem. De cijfers van den Franschen bloeminvoer zijn welsprekend: 13.000 zakken in Septem ber laatst; 147.000 zakken in October en 275.000 zakken in November. En Frankrijk levert ons zijne bloem aan 133 fr., terwijl deze bij ons 145 fr. kost. De fransche uitvoer ders kunnen ons aan 136 fr. leveren, omdat zij van hunne regeering eene premie van 50 fr. per zak krijgen. Dat is de dumping welke door de Konferencie van Genève ver oordeeld is, doch Frankrijk stoort zich aan Genève niet en zet zijn dumpingnog scherper door: op dit oogenblik hebben wij uit Frankrijk aanbod gekregen aan 102 fr. per zak, franco geleverd! Ons inlandsch graan en meel kunnen deze mededinging niet het hoofd bieden. Onze boeren blijven met hun voorraad zitten, en nu reeds is er, ten gevolge van den Fran schen dumping ,een afslag van 10 fr. per zak aangekondigd. Op den stock, welke wij in voorraad hebben, is dit een verlies van 23 miljoen, verlies dat door onze boeren al leen wordt gedragen. ZEVENTIG PRINSEN TE ROME. In het Kwirinaal, te Rome, worden alle toebereidselen getroffen voor het huwelijk van prins Umberto en prinses Marie-José en voornamelijk met het oog op de ontvangst van al de hooge gasten, die bij die gelegen heid te Rome zullen aanwezig zijn. Van 6 tot 11 Januari zullen niet minder dan vijf vorsten en vijf en zestig prinsen te Rome zijn, alsmede de vertegenwoordigers van de republieken. In het koninklijk paleis worden talrijke appartementen in gereedheid gehouden. Vele gasten zullen een onderkomen vinden in de ambassaden en gezantschappen. 22 Z HH. Demetrius, Honoratus, Florus, tb. 23 M H. Victoria en Anatolia, m. en mart. 24 D Vastendag. HH. Adam en Eva. 25 W KERSTMIS. H. Anastasia, H. Eugenia 26 D Tweede Kerstdag. H. Stephanas, 1* m. 27 V H. Joannes, apost., evang. H. Fabiola. 28 Z Heilige Onnoozele Kinderen. GLORIA IN EXCELCIS DEO. Hoort! in beemd en veld en dalen Galmen, ruischen eng'lenzang: Spoedt naar 't kindje zonder dralen Herders vroom, en weest niet bang. Gloria in excelsis Deo! Herderhens verlaat uw velden Gansch de wereld wordt verblijd Door de maar die wij U melden; Zingt nu, doedelt en schalmeit. Gloria in excelsis Deo! God werd heden 's menschen Broeder, Kwam ter wereld in een stal Nam een reine Maagd tot Moeder. Zingt dan meê met blij geschal: Gloria in excelsis Deo! In alle huisgezinnen moet men sparen voor de Missiën: timbers, zilverpapier, oud papier, parels, loodjes, pennen, enz., enz., alles ka* te pas komen. Kindervraag. Pa, als uw voeten sla pen, gaan uw eksteroogen dan toe? Beleefd. Dame. Hebt ge haringen en zijn ze goed? Winkelier. Zeker Madame. Dame. Hoeveel kosten die? Winkelier. Een halve frank, Madame. Dame. Wilt ge mij dan een laten t' huis brengen? Winkelier (tot bediende). -Jan, span het peerd in en breng dien haring t' huis bij Madame ISSBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBSBBBSH In de lange Winteravonden verschaf uwe Kinders en U zelf aangenaam tijdverdrijf! Koopt een PATHÉ-BABY of KINDERCINEMA waarmede Ge bij U tehuis alle films kunt op het doek brengen. Er bestaan duizende verschillige films v/etenswaardigheden, reizen, romans en bij zonder veel geestige films waarmede klein en groot gezellig den avond doorbrengen. De gewone Pathé-Babykost 750 fr.; het versterkt model met krachtige licht kost 995 fr. Op aanvraag kunt Ge eenige films zien afloopen zonder de minste verbintenis. We zullen ook zorgen om eene serie films te kunnen in huur geven aan redelijke prijs. SAKSEN-VANNESTE Gasthuisstraat - 15 - Poperinghe. in de gezellige keuken, waar het licht en warm was. Laat me u nu toch eens goed bekijken, zei moeder. Ze leek klein bij haar slanken, kloeken, knappen zoon. Wat bleek, oordeelde ze. Te hard ge werkt... Toch een gezond uitzicht, beweerde vader... En op en top een heer! Natuurlijk... Maar die gaarne in ons goed huis weer keert! verzekerde George... Vader dwong hem plaats te nemen in zijn zetel bij 't vuur. Moeder ging haastig den winkel sluiten, 't Was toch bijna tijd er voor en ze wilde nu niet meer gestoord worden door vreemden. Gelukkig keek George om zich heen... Niets scheen veranderd in de gezellige keu ken. Hij voelde er zich niet vreemd. De zoon vertelde hoe hij zijn reis had kunnen bespoedigen, zoodat hij heden avond nog aangekomen was. Vrouw Verlane scnonk vlug koffie op en sneed brood. Maar waarom blijft ge nog winkel houden, moeder, en' vader, gij, timmeren? vroeg George. Ik zond u geld... Ja, ja, en dat hebben we veilig op de spaarbank gezet, tot ik er nu een deel van heb gebruikt, om het huis bij de fabriek te herstellen, zei vader. Maar daarvoor stuurde ik het niet... Dat weet ik wel, jongen. We hadden het niet noodig, we hebben ook wat overge spaard... En den winkel en de timmerwerk plaats sluiten..., waarom zouden het doen? Moeder en ik zijn geen menschen om nu al met de handen over elkaar te zitten en niets meer uit te voeren. Dat ware wachten op onzen dood... 't Huis bij de fabriek ziet er t flink uit... Gij gaat daar natuurlijk wonen Waarom zou ik dat doen, vader? Later, als ik eens trouw... Een fabrikant kan in ons huisje toch niet blijven, schertste moeder. Wilt ge me weg jagen! En ik zit pas neer Niet dadelijk, jongen... Maar we praten er wel nader over.Wel, wel, jongen, hebben we u nu waarlijk terug?... O, ik voel me blij weer thuis te zijn... Ik ben geen mensch om In een vreemd land te leven... Een eenig kindje hé! Maar ge hebt ginder dan toch flink gewerkt, zei vader goedkeurend. Wat waren ze hier in ons stadje verbaasd toen 't uit kwam dat gij de kooper van de fabriek waart! De zoon van timmerman Verlane.. Nog zijn er die denken dat ge maar een strooien man zijt en voor een ander handelt Ze beweren dat hier en daar... Ik ben ginder zaken gaan doen voor mijn eigen en heb veel voorspoed gehad en ze voordeelig over kunnen doen. En of ze hier nu beweren dat ik een strooien man ben voor een ander, kan me niet schelen. En George sprak even over cijfers. Zijn moeder maakte gebaren van verbazing. En vaders gezicht glansde. De timmerman was fier op zijn jongen En zoo er in 't stadje jaloerschaards waren wel, beter benijd dan beklaagd. George moest nu aan tafel zitten. En moe ders koffie geurde zoo heerlijk en 't brood smaakte lekker. Hij vroeg naar kennissen. Zijn oude mees ter, die hem les gegeven had na schooltijd omdat hij in George een schranderen en wilskrachtigen leerling zag, was over drie weken gestorven. Koopman Rooze, bij wien George als klerk was begonnen, had zijn zaken overgelaten aan zijn zoon. En zoo OUDSTRIJDERS VAN 'T T EN 21» LINIE. De Oudstrijders die deelgemaakt hebben van het 1' en 2T linie, alsook van het 1" li- nievestingsregiment, vanaf 4 Aug. 1914 tot 11 Nov. 1918, kunnen hun toetreding sturen naar het sekretariaat van de Afdeeling West- Vlaanderen, 32, Scholenstraat, Oostende. IBBB&aBBSBBSBBBÜBSSBBSBBSiaaff De bijzonderste planeten draarien rond de zon als volgt: Mercurius in 88 dagen; Venus in 225 dagen; De aarde in 365 dagen; Mars in 687 dagen; Jupiter in 4.333 dagen; Saturnus in 10.759 dagep; Uranus in 30.688 dagen; Neptunus in 60.181 dagen. De aarde rolt in het ruim met een gemid delde snelheid van 29.500 meters per second. Uranus is 14 maal zwaarder dan de aarde; Neptunus is het 16 maal; Saturnus, 92 maal; en Jupiter 310 maal!!! In 1930 zullen er twee zoneklipsen plaats grijpen, waarvan een ringvormig is, omdat de maan slechts het middendeel der zon bedekt. Er zullen ook twee gedeeltelijke maaneklipsen zijn. Doch van de vier eklip- sen, is er maar ééne een gedeeltelijke maaneklips die in Belgie zienbaar is. 1° Den 13 April 1930, gedeeltelijke maane klips, onzichtbaar in Belgie. 2° Den 28 April 1930, ringvormige zoneklips, onzichtbaar in Belgie. 3" Den 7 October 1930, gedeeltelijke maan eklips, die in Belgie zienbaar is. Zij begint om 16 u. 41 m. en eindigt om 21 u. 32 m. 4° Den 21 en 22 October 1930, volledige zoneklips, onzichtbaar in Belgie. iBlBEBSSQBBBSBSISBBBBBgiBSBBBBflB hoorde de teruggekeerde van allerlei ver anderingen. De burgemeester, naar wien hij ook vroeg, was nog fiksch en gezond. En de sekretaris? Is nog altijd in dienst, maar hij heeft geërfd en woont in het huis van den vroe- geren notaris, die de stad verlaten heeft. En Malvina, zijn dochter, is zeker ge trouwd? George vroeg het heel eenvoudig, maar kleurde toch wat. En zijn hart bonsde. Malvina getrouwd... O, neen! Ze is een heele dame geworden... Ze rijdt auto... O, ze kent geen eenvoudige menschen meer. George schrok, maar verborg dat. Heeft de sekretaris een auto? Ja, hoor... En Malvina stuurt. Ze behoo- ren nu tot de rijke menschen, vertelde moe der. Maar gij ook, jongen! Toch weet ik dat ge niet zult worden als Malvina Brandsen. Hoe dan, moeder? O, ze zeggen, dat ze nu erg trotsch is en niet meer met vroegere vriendinnen om gaat. Voor haar broer heeft 't geld geen ze gen gebracht. Die Klaas is een boemelaar geworden; daar hoor ik in den winkel staal- jes van. Drinkt hij? Ja, sprak vader nu. Laat in de herber gen zitten en allerlei rare streken uitvoeren... Hij doet zijn ouders veel verdriet. Is hij al advokaat? Hij studeerde er toch voor... Advokaat is hij niet en zal hij wel nooit worden; ik zie hem toch voortdurend hier... En een hoogeschool is er niet bij ons te Be laarde, hé? George begon over andere kennissen. Fa milie had hij in 't stadje niet. Hij vroeg naar oude vrienden. 't Werd laat met al 't praten. ('t Vervolgt.)

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1929 | | pagina 5