Be Broeders des Verderïs LijKpieciiiioMei! Meerde Keer e. oe jeepher MISSIEZONDAG Politiek Overzicht Notarieel-, Annoncen- en Nieuwsblad voor Poperinghe en Omstreken. Telefoon Nr 9. Uitgever SANSEN - VANNESTE, Poperinghe. Postcheck Nr 15.570, 27» JAAR. Nr 42. ZONDAG 19 OCTOBER 1930. ---WEEKBLAD 35 CENTIEMEN TENTOONSTELLING MISSIEWERKEN Nieuuu JVIengeluuerk Katholieke Kinerna Maurlco WITTE CHRYSANTHEMEN B Koopt geen Ontroomer vooraleer gij den MELOTTE 5 a Ontroomers MELOTTE, N. V. Remicourt Postabonnenten in Belgie die van woonst veranderen, moeten dit aangeven in 't post- bureel dat hun bedient, en niet aan ons. Wie inlichtingen begeert over aankondi gingen, wordt verzocht een postzegel voor antwoord bij zijn schrijven te voegen. Alle annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Donderdag noen ingezonden worden. Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. TARIEF Notarieele Verkoopingen: 90 cent. per gewone regeL Annoncen Prijzen op aanvraag. Abonnementsprijs per Jaar: Anderelanden: 40 fr. Congo: 35 fr. Frankrijk: 35 fr. (per ppst) In 't Land: 18 fr. In Stad: 17 fr. TARIEF Kleine Berichten: 1 fr. per reek; minimumprijs per inlassching4 fr. Over gansch de wereld zijn er 400 katho lieke missiegebieden verspreid. Alleen in de Missies, die afhangen van de H. Congregatie der Propaganda zijn er 't oogenblik 380 Bis schoppen en Apostolische Prefecten, 53.000 missionarissen (priesters, broeders en zus ters), 114.000 catechisten, schoolmeesters en doopers; 300 seminaries met 10.000 inland sche seminaristen. In diezelfde Missies zijn er 14.000 000 bekeerden, 45.000 kerken, 30.000 scholen met anderhalf millioen leerlingen. In 1923 waren er 29.500 Missionarissen,, 65.000 catechisten en ongeveer 13.000.000 bekeer den. Hoeveel werk, hoeveel offers, hoeveel durf dit alles heeft gevergd, is onmogelijk te berekenen. Hoeveel offers Zooveel Missionarissen hebben daartoe vaarwel gezeid aan zielsge liefde ouders, aan vrienden of kennissen vaarwel aan de christelijke beschaving; en dat vaarwel valt zwaar, zwaarder dan men wel denkt. Zooveel Missionarissen moesten zich gewennen aan een nieuw klimaat; de ijzige koude der poolstreken of de zengende hitte der tropen; zich gewennen aan vreemd soortig voedsel; zich weten te behelpen met weinig. Zooveel Missionarissen moesten hun eigen geliefkoosde moedertaal opofferen om stamelend als een kind een nieuwe taal aan te leeren. Zijn dit allemaal geen zware offers geweest, offers die dag aan dag nog gebracht worden? En zijn daar reeds niet voldoende redenen opdat ieder katholiek dagelijks een kort maar vurig gebed storte voor de mis sies? Doch, na de offerdaad van het vaar wel, begint maar voor den missionaris het dagelijks zoeken en dolen achter de zielen in het verre land. Er komen troostelooze dagen als soms het offer zwaarder weegt. Heeft de afgematte Missionaris ons dage- lijksch gebed niet noodig om nog op zulke dagen zijn troost te durven zoeken in de hospitalen, in de hutten van arme leiders, in de weeshuizen bij verlaten kinderen? On mogelijk is het dat de missionarissen in zulke omstandigheden ons gebed niet zou den noodig hebben maar eerst en vooral vragen zij het ook voor de zielen, die toch zooveel genade behoeven om uit het heiden dom te stijgen en te volharden! Ons gebed vragen zij een kort maar dagelijksch een voudig gebed, voor de inlandsche priesters en kloosterzusters, die tot de zaligheid van hun volk meêarbeiden. Ook nog vragen zij een gebed opdat nog velen (priesters, broe ders en zusters) naar de missie zouden gaan; want zoolang er b. v. in China per priester 180.000 heidenen te bekeeren zijn, zoolang er bisdommen zijn alsdat van Patna met 15 priesters voor 25.000.000 heidenen, zoo lang moeten de missionarissen zich dood werken en is er nog ruimte genoeg voor veel nieuwe werkers ter bekeering van die mil- Iioenen, die wachten... En indien we nu eens moesten uitrekenen hoeveel die 400 katho lieke missiegebieden JAARLIJKS kosten? Alleen om het bestaande in gang te houden (dus geen spraak van uitbreiding) zijn er 540.000.000 fr. (vijf honderd veertig millioen!) noodig!... En de Missies moeten niet alleen in stand houden, ze moeten zich wijd uitbrei den: EEN MILJARD ZIELEN WACHTEN NOG. In iedere missiestreek moeten er nog kerken bijgebouwd, scholen opgericht, semi naries gestieht, propagandabladen uitgege ven, nieuwe catechisten betaald, nieuwe hos pitalen gebouwd, enz.; wie durft uitrekenen hoeveel dit nog jaarlijks kost. Begrijpt men nu hoe noodzakelijk het is voor de missies te bedelen, en voor de missies te geven. Eerst zijn daar de drie Pauselijke Missie werken (Voortplanting des Geloofs, St Pe trus' Liefdewerk, H. Kindsheid). De Paus vraagt aan IEDER volwassene voor de Mis sionarissen naar vermogen te geven. Er wordt den dag van vandaag zooveel aan luxe en allerhande overtolligheden wegge worpen. Een goed besluit ter gelegenheid van de Missie-Zondag: IEDER volwassene worde lid van de drie hoogergenoemde mis siewerken samen minstens 5 fr.wie is zoo arm dat hij niet 10 centiem per week voor de armste onzer broeders kan wegleggen?) Bedenken we wel: wanneer de katholieken 1 fr. geven voor de missie, storten de pro testanten er 4! Op ieder missie is er steeds groote nood. De Missies zijn te arm om hunne werking uit te breiden zooals de ijver der Missionarissen het zou willen. Hoeveel duizenden leemen hutten moeten dienst doen als kapel, als school, als hospitaal, als wo ning voor onze Missionarissen in de verre landen? Nog een voorbeeld: Vele seminaries moeten seminaristen doorzenden: ze hebben geen gebouwen, geen eten. Zoo blijven de heidenen wachten en gaan vele roepingen Verloren. Zal het dan eindelijk tot IEDER EEN doordringen dat we naar vermogen moeten geven. Op den 3" Zondag van Okto ber, den 19", wordt er onder alle heilige missen in al de kerken en openbare bid plaatsen van de wereld een edelmoedige aalmoes gevraagd: zal ze opnieuw door zoo- velen geweigerd worden? Geweigerd? Och kom: hoevelen zullen zich met een schamele gift van 0,10 fr. tevreden stellen? Iedereen kan meer geven en zoovelen kunnen veel tueer voor dien grooten nood!! Dat de Missie-Zondag meer missieliefde onder ons brenge. O, 't is dezer dagen de vurigste wensch van zooveel Missionarissen in verre streken die alles gaven en voor de dolende heidenvolkeren, een dagelijksch ge bed en een edelmoedige gift vragen. ZONDAG 19 OCTOBER - MISSIEZONDAG der in de Feestzaal der Zusters Benedictinessen van 9 tot 5 uur Ingang vrij! Ingang vrij! Al wie iets voor missiewerk gevoelt wordt ar verwacht. lees zondag aanstaande ons Boeiend en meeslepend vanaf het begin tot het einde Oorspronkelijker: Detectiveroman door WILLIAM HOLT OP HET KERKHOF TIJDENS HET UITSPREKEN DER LIJKREDEN Maandag had de droeve plechtigheid plaats van den veel te vroeg afgestorvene Wat een massa van volk had er aan ge houden de laatste hulde te brengen aan den verdienstvollen Priester. Van heid' en verre waren ze toegestroomd: de Vrienden, de Kennissen, de Vereerders; deze voor wie hij had gewrocht en gezwoegddeze die zijne bekwaamheid waardeerden en hoog schatten; deze die hij had voorgelicht en onderwezen; en ze waren talrijk en uit alle gewesten. Ja, door grooten en kleinen, door priesters, door landbouwers, handelaars, brouwers, ge leerden werd hier hulde gebracht aan den hoogst gewaardeerden en talentvollen zwoe ger, te vroeg en in volle werkzaamheid uit het leven weggerukt. De treurige lijkstoet werd geopend door het Katholiek Muziek. De Leeraars en Leer lingen van de Middelbare School woonden de plechtigheid bij. 't Ware te lang moesten wij al de Personaliteiten en Vooraanstaande Mannen opsommen die den lijkstoet volg den. Rond de lijkbaar stapten: M. Em. Desmytter, namens het Hopverbond; M. Vandroogenbroeck, vertegenwoordigende de streek van Aalst; M. Dr Brutsaert, Volks vertegenwoordiger; M. Van Eecke, Notaris, voor den Katholieken Kring; M. H. Quaghe- beur, voor den Boerenbond; M. De Jonghe, Burgemeester van Watou. Bij de dienst, opgedragen door E. H. Joye, Pastor, was de ruime kerk proppensvol. Op het kerkhof werden de volgende lijk- reden uitgesproken. Door Dr Brutsaert, Volksvertegenwoordi ger, Eere-Voorzitter van den Boerenbond. Geachte Toehoorders, Vandaag is er van alle hoeken van 't land volk toegestroomd, niet alleen om uit kriste- ne naastenliefde voor den alom geachten overledenen te bidden, maar ook naar hier gedreven door een gevoel van dankbare ge negenheid. Immers geheel het leven van den eerbiedweerdigen man die wij op heden be graven was niets anders dan toewijding aan de landsche bevolking, offervaardigheid voor allen die hulp of raad vandoen hadden, zon der dat praal- of oaatzucht zijne wondere geestes- en zielegaven kwamen ontglanzen. Ik en spreke niet van zijn priesterdeug- den, iedereen weet hoe eenvoudig, hoe voor beeldig hij leefde, hoe eerlijk hij was in zijn handel en wandel, verre boven alle ver dachtmaking. Meer dan dertig' jaren verbleef hij onder ons te Poperinghe en in die lange tijdspanne heeft hij zich bezig gehouden met de studie van den landbouw en bijzonderlijk met de studie over de hoppe, het dichterlijke sie raad, de liefelijkheid, de faam, en vroeger in betere tijden, de rijkdom van de streek. Zijn schrijven over hoppekweek en bestrij den der ziekten, zijn in alle fransche, en- gelsche, duitsche vakbladen overgenomen. Wel mocht hij niet een hoogeschool-oplei- ding genieten en hij droeg geen ronkende titels, maar door eigen werk, door persoon lijke studie, had hij ach opgetild en name en fame verworven: bij alle Europeesche landbouwleeraars, die zich met de hopteelt bezig houden was zijn woord en raad, van groot gezag. Lange jaren droeg hij schier alleen op zijn schouders den zwaren last van de re dactie van De Hopboerwaarin de boe ren met gretigheid lazen en herlazen wat hij hen in ontelbare voordrachten geleerd had, over gezond maken der gronden, over doel matige landbemesting, veredeling van plant soen en vee, verbetering in 't kweeken, pluk ken en drogen van hoppe. Ik heb het in andere omstandigheden ver klaard en herhaal hier geren die getuigenis der waarheid: Staan onze boeren van Po peringhe bekend als de beste, de bekwaam ste, de vooruitstrevendste van Vlaanderen, dat hebben ze grootelijks te danken aan den E. H. De Jaegher, die met een onvermoeiba- ren ijver van dorp tot dorp hen de nieuwe wetten in landbouwkunde verkondigde en hier te Poperinghe de landbouw-winter- school inrichtte, die onder onze boerenjeugd zooveel bijval genoot. Hoe schoon en hoe waar die spreuk die bij den ingang dei- school te lezen stond: De tijd aan landbouwschool besteed brengt den boer meer op dan jaren zorg [en zweet. Hij streefde geheel zijn leven naar ver standelijke en zedelijke ontwikkeling van onze landsche bevolking en betrachtte met een hun stoffelijke welvaart. Een man, met zooveel geestes- en hertesgaven, met zooveel toewijding bezield voor al de belangen van den mensch van den buiten, met zooveel invloed in alle kringen, tot in de ministeries toe, was een ware zegen voor de streek. De regeering die zijn schitterende diensten op alle gebied erkende, schonk hem verschil- lige eereteekens. Nog lange jaren hoopten wij de vruchten van zijn kennis en ervaring te mogen pluk ken, maar God heeft er anders over beschikt Hij is geveld in den vollen bloei van zijn krachten en niets anders kunnen we nog voor hem doen dan hem vriendhertig en erkentelijk blijven en hem in onze gebeden gedenken, opdat God hem in genade ont- vange en den loon niet onthoude die Hij voor eeuwen aan den goeden dienaar heeft voor bereid. Ook zeggen wij hem geen hopeloos vaar wel, maar een hertelij k tot wederziens daar waar alle goede wil en alle goed werk betaald worden met de onvergankelijkste der vergoedingen. Dierbare vriend, mijn boezemvriend, vaar wel! Daarna werd door M. W. Van Eecke, No taris, als Voorzitter van den Katholieken Kring, eene rede uitgesproken waaruit we volgende overnemen Eerwaarde Heeren, diep treurende Familie, achtbare Omstanders, Door den Katholieken Kring werd mij de droeve taak opgedragen hier een laatste ont roerde hulde te brengen aan den verdienste lijken man, aan den trouwen burger, aan den nederigen, maar hoogstaanden, priester wiens stoffelijke overblijfselen heden ten grave gedragen worden en binnen enkele oogenblikken aan de gewijde aarde zullen worden toevertrouwd. Den 9" dezer maand, op een killen en regenachtigen herfstmorgen werd door onze stad een akelige en onver wachte mare verspreidde Eerwaarde Heer De Jaegher is gisteren overleden. De man, die door gansch de.streek en tot verre buiten 's Rijles grenzen gekend was om zijn min zaam, rechtschapen, rondborstig en edel moedig karakter, om zijn grenzelooze offer vaardigheid, om zijn schranderen geest en zijn helderen en ruimen blik over zoovele zaken, om zijn wondere bekwaamheid, om zijn onvermoeibaren werklust, om zijn taaie en weergalooze werkkracht, is op deze wereld niet meer. De vrome priester, die gansch zijn zoo vruchtbare loopbaan in onze stad, waar hij volkomen ingeburgerd was, had doorge bracht, is bijna schielijk overleden. Ons, die zijn vrienden waren, die zulk een vurige genegenheidvoor hem koesteren en die nem zoo noodig hadden, werd hij plotse lings ontrukt. Wij wisten reeds sinds eenige dagen dat de Eerw. Heer De Jaegher onge steld was en zelfs bedlegerig en, zoodra wij deze tijding vernomen hadden, werd gansch onze bevolking met een gevoel van vrees en angst bevangen. Wij werden echter gerust gesteld en er werd ons verzekerd dat zijn onpasselijkheid slechts van voorbijgaanden aard was, dat zij geen zwaarigheid noch ge vaar opleverde en dat zij ons hoegenaamd geen onrust noch kommer moest inboeze men. Overigens, wij hadden ons immer kun nen voorstellen dat die lange, slanke man, met zijn hooge gestalte, met zijn frisschen levenslust en sterke levenskracht, slechts zulk een korten tijd tegen de ziekte zou kunnen worstelen, dat hij na zoo weinige dagen door den onverbiddelijken dood on- meedoogend zou worden neergeveld. Wij kenden allen dien heiligen priester, toon beeld van plichtbesef en van ijver voor het werk; wij hadden hem zoo vaak langs de straat ontmoet, altijd met den dikken tesch onder den arm en zoo dikwerf verslonden in het lezen van brieven en van dagbladen van welker inhoud hij, bij tijdgebrek, ten gevolge zijner zoo talrijke en zoo drukke beslommeringen, te zijnen huize geen kennis had kunnen nemen. Wij hadden nooit ge dacht dat hij zoo spoedig den dood ten offer kon vallen. Nogmaals worden de woorden bewaarheid die de groote Joost Van den Vondel neerpende in een zijner gedichten: De dood ziet geleerdheid aan noen deugd Geleerdheid en deugd zijn zeker twee gaven die gij, o dierbare afgestorvene, in ruime en hooge mate bezat, maar u hebben zij ook niet gevrijwaard tegen een al te vroeg- tijdigen dood. De Kaholieke Kring, waarvan gij een dei- trouwste bestuursleden waart, legt heden veel in 't graf. Voorwaar, ons Bestuur wordt sinds eenigen tijd vreeselijk getroffen en zwaar beproefd. Nauwelijks werd hier, op dezen zelfden doodenakker, ook namens den Katholieken Kring een laatste groet ge bracht aan de nagedachtenis van onzen ge- achten stadsontvanger en wakkeren schrij ver van onzen Kring Heer Julien De vacht en werd het graf gesloten waarin het li chaam van dezen koenen en kranigen ka tholieken strijder geborgen ligt, of wij wor den reeds opnieuw door den dood bezocht, die nogmaals een zwaren tol van ons heeft geeischt. Doch de besluitselen der Voorzie nigheid zijn ondoordringbaar en het doel wit dat zij nastreeft is ons verborgen. Als christenen weten wij echter dat, wanneer Gods hand ons raakt, zij niet slaat blinde lings en in het wilde en dat, wanneer God ons het onheil overzendt, hij zulks slechts doet met het oog op een hooger goed. Ja, Eerwaarde Heer Alfons De Jaegher, gij waart steeds een der meest gezaghebben de en der dienstvaardigste leden van ons Bestuur. Wij wisten dat gij altijd bereid waart om met raad en daad bij te staan. Op uwen onvoorwaardelijken steun hebben wij altijd mogen rekenen; uw gegrond en gezond oordeel werd door ons altijd aan dachtig aanhoord en naar uw wijze en gul den wenken werd altijd gretig geluisterd. Gij waart een dergenen die het als een erg plichtverzuim zoudt beschouwd hebben onze bestuursvergaderingen niet bij te wonen wanneer gij niet door ernstige redenen el ders geroepen werdt of ten huize weerhou den. Gij wist ook welke erkentelijkheid de land- bouwstand aan de katholieken schuldig wa ren; gij waart steeds indachtig dat de land bouwers aan onze partij de verwezenlijking te danken hadden van gansch dat prachtig en uitgebreid landbouwprogram waarvan het eerste punt verwezenlijkt werd door de oprichting van een ministerie van landbouw binnen de eerste dagen na de wetgevende kiezing van 't jaar 1884. Er werd door den vorigen redenaar reeds gewezen op de schitterende, onschatbare diensten die gij op landbouwgebied bewez n hebt. Overigens, de feiten spreken hier luid genoeg. De Regeering heeft ook uw diensten erkend door u te verheffen tot Ridder in de Leopoldsorde en door u te vereeremerken met het eerekruis van T" klas. Wanneer, tengevolge van pijnlijke omstandigheden, de hoppeteelt, die eertijds zoo bloeiend was in onze streek en er een bron van welvaart en van ruimen voorspoed was, aan het ver kwijnen ging, en een vreeselijke crisis door maakte, werd door onze Regeering, steeds bekommerd om het lot van al haar order - hoorigen, een commissie in het leven ge roepen die moest uitzien naar middelen om den hoppekweek te verbeteren. Gij waart het dan die, samen met onzen katholieken volgsveftegenwoordiger Heer Dr Brutsaert, aangesteld werdt om in deze commissie Po peringhe te vertegenwoordigen. Wanneer, tengevolge van den wreedsten aller oorlogen, onze streek in een echte woestenij herscha pen was, dan hebt gij ook machtig bijgedra gen tot het herstel onzer geteisterde streek en vooral tot het vruchtbaar maken onzer verwoeste landerijen. Als oprichter en als bestuurder onzer vrije Katholieke Beroepsschool moogt gij ook aan spraak maken op de ruime erkentelijkheid onzer gansche streek en vooral onzer stad. Daar is het dat zoovele onzer volksjongens de vakopleiding genoten hebben die hen in staat gesteld heeft thans hun brood en dit gezins eerlijk en waardig te verdie- In verband met deze Beroepsschool hebt gij langs verschillende zijden op mis verstand, op onverschilligheid en zelfs op vijandelijke stemming gebotst. Doch al de naijver en al de tegenkanting die gij aldus wektet zijn alleenlijk het bewijs der dege lijkheid en voortreffelijkheid van uw onder wijs en van de onmacht der anderen het te evenaren. Maar, boven al de andere hoedanigheden die gij in zoo ruime maat bezat, staat vooruit en vooral uw hoedanigheid van priester. Gij waart een vroom, voorbeeldig en heilig pries ter, een priester volgens den wil en het hart van God. Als priester hebt gij altijd uitge munt door uw onbegrensde goedheid, door uw ijver in den strijd voor het katholiek ge loof en door uw gehechtheid aan die politie ke partij die de verdediging van dit geloof als 1" punt van haar programma op al haar vlaggen geschreven heeft. Gij hebt u ook altijd gekenmerkt door uw onderdanigheid aan de hoogere geestelijke overheid en door de beslistheid waarmede gij u schiktet naai de woorden en de onderrichtingen onzer verantwoordelijke opperherders, die door God aangesteld zijn om in zijne plaats te oordeelen en in zijne plaats zijne Kerk te besturen en te regeeren. Als priester bekleeddet gij ook de bedie ning van godsdienstleeraar aan 's Staats onzijdige middelbare school. Voorwaar een zware, gewichtige en kiesche taak. Het geven van godsdienstonderricht aan de opkomende geslachten, die de bevolking van morgen zullen uitmaken, is wel een der belangrijkste bedieningen waarmede men gelast kan wor den. En deze bediening aan het onzijdig officieel onderwijs is nog veel gewichtiger dan aan onze vrije katholieke inrichtingen. Immers, in onze katholieke gestichten is het godsdienstonderricht de grondslag, de kern en de bron van gansch her onderwijs; de godsdienstles wordt er onophoudélijk aan- j gevuld, toegelicht en toegepast in al de an dere vakkenin onze katholieke colleges wordt de godsdienstleeraar bijgestaan door een aan tal andere priesters, die alle er evenzeer naar streven, bij élke gelegenheid, de heerlijke katholieke begrippen in de jeugdige gees ten en gemoederen in te prenten. Doch in het onzijdige Staatsonderwijs is de leergang over godsdienst een vak dat afgescheiden is van de andere vakken en dat op zich zelf ajjfis; moet bevatten dat met het katholiek Geloof en met de kath Ileke Lëvénstèer be trekking heeft. Daai het de godsdienst leraar die alleen op zijne schouders al de verantwoordelijkheid dragen moet van het Vervullen der verhevene zending die door den Meester aan zijn Katholieke Kerk werd toevertrouwd, toen hij tot zijn Apostelen en, door hen, tot al degenen die van dien stond aï tot op den jongsten dag van het bestaan der wereld met de priesterlijke waardigheid bekleed zouden worden, deze woorden toe riep: Ite et docete omnes gentes: Gaat en onderwijst aile volken Deze zijn de woor den die ons het onomstootbaar bewijs leve ren van de opdracht die in verband met de opvoeding der jeugd door God zelf aan de katholieke geestelijkheid gegeven; deze zijn ook de woorden die wij geloovigen, wij vooral die met rnilden kinderzegen begunstigd zijn, nooit uit het oog verliezen mogen. En de man die zooveel goed rondom zich stichtte is nu van ons gescheiden. En toch zijn wij hier niet gekomen om hem vaarwel te wenschen. Want voor ons christenen levert de dood al den bitteren balsem niet dien hij aanbiedt aan degenen die in God en in de eeuwigheid niet gelooven. Wij allen weten, immers, en wij zijn er innig van overtuigd, dat de dood niet het einde van alles is, maar dat zij voor de rechtvaardigen slechts het einde is van al de kwellingen die op dezen aardbodem het menschdom teisteren en het begin van een beter, een gelukkiger en eeuwig leven. Wij twijfelen er niet aan, eerwaarde afgestorvene, of thans geniet gij reeds de schitterende, alles overtreffende belooning die door den Allerhoogste voorbehouden is voor degenen die in Zijne liefde van deze wereld scheiden en die gij, door uw voor beeldig, vlekkeloos en heilig leven, over- vloediglijk verdiend hebt. Wij weten ook dat gij, daar, dicht bij den Alvermogende, ons niet vergeten zult en ons niet verlaten zult, maar dat gij daar voor ons bidt met even veel ijver als gij hier voor ons gezorgd hebt en gewerkt. En uw voorspraak bij den Al machtige zal des te krachtiger en te doel matiger zijn omdat uw; ziel vereerd is met een onuitwischbaar en onvernielbaar teeken. Gij waart, immers, priesteren priester blijft gij in der eeuwigheid. Tu es sacerdos in aeternum. Priester zijt gij, niet van de orde der oude Joodsche hoogpriesters, niet folgens de orde van Melchiscdech, reeds zoo oog door den psalmist geprezen, maar priester zijt gij eener oneindig hooger orde, priester immers van de orde die door den menschgeworden God zelf, onder het nutten van het Paaschlam, op het laatste avond maal, des avonds alvorens Hij stierf op Golgotha, werd ingesteld. Lijkrede uitgesproken door M. Van Cau- wenberghe, Afgeveerdigde van den Belgi schen Brouwersbond. Mijne Heeren, Het is met eene diepe en innige deelne ming, dat den Belgischen Brouwersbond het verlies betreurt, welke het Hopverbond on derstaat. De werken en de studies van den Eerwaar den Heer De Jaegher werden altijd door onze nijverheid op hooge waarde geschat, omdat zij steeds streefden om de hopboeren de baan aan te duiden tot de voortbrengst van waren, die aan de eischen van de Bel gische Brouwerij beantwoorden. Deze taak was voorwaar niet eenvoudig noch gemakkelijk, want hare vertakkingen zijn talrijk en ingewikkeld: het verbeteren der techniek, het bestrijden der ziekten, het veredelen der kwaliteiten, het streven naar vernieuwde en verbeterde soorten, zich aan de veranderende eischen der belgische brou werij beter aanpassend, nu dat de groote massa's der verbruikers den toon geven en de wet maken, zijn allen door den Eerwaar den Heer De Jaegher grondig en in al hun verwikkelingen bestudeerd geweest. Bezield door een hoog ideaal, onvermoeiba re werker, hooggewaardeerde geleerde, zijn naam was tot verre over onze grenzen ge kend en geprezen, en nochtans was hij een voorbeeld van eenvoudigheid en bedienstig- heid, altijd gereed om eenieder te helpen door zijn goeden raad. W:j brouwers, wisten zijn voordrachten en zijne schriften hoog te waardeeren. Is het niet te betreuren dat deze onver moeibare zoeker niet alle gewenschte mid delen ter zijner beschikking had en dat hem den 'steun ontbrak om zijne taak nog hon derdmaal vruchtbaarder te maken. Zijn plaats was aan het hoofd van een nationaal Instituut voor hopstudies, indien de regee ring, den landbouw en de brouwerij hun plicht verstaan hadden. Zijn werken zullen hem overleven. Wat hij gezaaid heeft zal een nieuwen oogst opbrengen voor den wel vaart van den belgischen landbouw. Betere tijden zullen voor de hopteelt dagen. Deze zal en moet blijven voortbestaan, want de belgische brouwerij hoopt vast, eens in haar eigen land alle kwaliteiten van hop te vin den welke zij van doen heeft. Moge de Eerwaarde Heer De Jaegher op volgers vinden om zijn taak te voltooien. Eerwaarde Heer De Jaegher, laat mij, in naam der gansche brouwerij-nijverheid, U deze diepgevoelde dankwoorden toesturen voor uw grootsche taak. De goede God heeft U tot zich geroepen, veel te vroeg voor ons allen. Dat Zijn wil geschiede! Rust in vrede! Dat zijne Ziel in vrede ruste. Voor veel menschen schijnt het nog een tegenspraak op zich zelf. Katholiek? een Cinema! En inderdaad de New World van Chi cago beweerde laatst dat op 632 amerikaan- sche films er 177 werden gevonden met hu welijksbedrog en overspel, 113 met aanslag op de zedelijkheid, 172 met wulpsche naakt heden, 192 met schunnige filmscenes, 38 waar echtbreuk verdedigd, verontschuldigd en op gehemeld wordt. Cinema dat is een gevaar voor iedereen, een nog grooter gevaar voor de jeugd: en zal men dat nu ook Katholiek gaan noemen? Zal men in een Katholiek weekblad propaganda maken voor Cinema? Juist dat nochtans wordt hier bedoeld. Aan alle Katholieken roepen we zoo luid we maar kunnen: Moderne Katholieke men schen rechtsomkeer. De Cinema is niet nood zakelijk een wapentuig tegen het Katholi- cism, tegen den godsdienst, tegen de zede lijkheid. Het Katholicism kan al Gods natuur krachten en de menschelijke natuurkrach ten en de menschelijke natuurwerken in- schaken in zijn dienst. Het Katholicism staat in Vlaanderen wel aan den kop, op een eereplaats op gebied wetenschap, kunst, letterkunde en tooneel: ook de moderne techniek, ook de film moet het Katholicisme dienstbaar maken aan zijn apostolaat. De wereld vluchten is goed voor wie kan maar een organism dat in de wereld werkt kan en mag de wereld niet vluchten, maar ze organiseeren en ze trotseeren. Gods genade kan alles, de rijkdommen van Krist us, zijn oneindig maar de Katho lieken moeten medewerken. Wint de genade Gods het niet dan ligt de schuld daarvan bij de werkloosheid der Katholieken. Daarom juist werd sinds enkele jaren, in de meeste landen een Katholieke Filmcen trale ingericht onder de hooge bescherming der geestelijke overheid. Het Katholiek Filmcomiteit van Poperinghe is daarbij aan gesloten en doet een oproep tot alle Katho lieken. Laten we nog goed maken wat goed te maken is, en terwijl de niet-Katholieke film voort holt op de baan van het driftige en het wulpsche; laten wij de baan opgaan van het veredelende, verzedelijkende werk. Laten we niet begaan de zonde van verzuimenis. Zondag a. s. 26 October wordt de Katho lieke Cinema, lokaal «Katholiek Volkshuis», plechtig ingehuldigd. Te 7 uur stipt na een inleidingswoord van Z. E. H. Deken houdt E. P. De Clippele de Feestrede. Daarna worden afgerold: EUCHARISTISCH CONGRES VAN MECHELEN en «CES DAMES AUX CHAPEAUX VERTS naar den franschen roman van Germaine Acremant. Kaarten van 3, 5 en 10 fr. worden ten huize aangeboden en zijn te verkrijgen in het Katholiek Volkshuis en den Katho lieken Kring (De vertooningen zullen gegeven worden gewoonlijk eiken Zondag te 4 u. en te 8 u.; den Maandag te 8 u. Plaatsen: 1,50, 2, 4 fr.) BLOEMIST Wcstouterstraat - Poperinghe Laat weten dat hij een duizendtal prachtige te koop heeft, in potten; te beginnen van 3 tot 15 bloemen per pot. Alle dagen zichtbaar en verkrijgbaar aan genadige prijzen. DE BEGROOTING VAN 1931. De ministerraad heeft het onderzoek aan gevangen over het ontwerp-begrooting voor 1931 en de memorie van toelichting door den H. Houtart, minister van Financies voorge legd. Uit dit ontwerp hebben de ministers ge leerd dat de ontvangsten in aanzienlijke mate verminderd zijn. Die geweldige inzin king van de ontvangsten ten gevolge van de economische depressie die over de wereld heerscht, kon niet voorzien worden, zegt de H. Houtart. Doch de Regeering wil volstrekt dat de begrooting voor 1931 in evenwicht zijn zou. Wat dient daartoe gedaan? Van nieuwe be lastingen of een herinvoering van taksen die verleden jaar werden afgeschaft, kan geen sprake zijn en wil de Regeering ook niet weten, daar deze nieuwe lasten een al te zware last zouden zijn voor 's lands eko- nomie. Een middel tot saneering van den finan- cieelen toestand is een aanzienlijke inkrim ping van de bestuursuitgaven, en zooals wij reeds hebben meegedeeld, hebben de minis ters opdracht gekregen de verschillende pos ten van hun begrooting nauwkeurig na te zien en te verlagen. Het valt te bezien of deze maatregel in de praktijk doelmatig en toereikend zijn zal, en of een leening niet noodzakelijk zal geacht worden. Het plan tot een dergelijke leening wordt niet on voorwaardelijk van de hand gewezen. DE WEDDEN DER STAATSAGENTEN. In den Ministerraad van Donderdag na middag werd beslist de staatuitgaven voor 1931 tot het strikt minimum te herleiden zonder evenwel de loonbarema's van het Staatspersoneel aan te raken. De eigenlijke loon- en weddebedragen zul len dus niet worden verminderd. Uit de beste bron wordt ons echter ver zekerd dat voor 1931, geen kredieten maar zijn voorzien voor het uitkeeren der buiten gewone vergoeding van 6 zoodat deze va» af 1 Januari automatisch moet wegvallen. Gezien het index-cijfer veeleer stijgt daa daalt, zal deze beslissing bij de belangheb benden ongetwijfeld verzet uitlokken. saaHBasaaaBSBBsasaaaaüBfisaaaaH met verlaagden melkbak draaiende op eene spil S vooruit- gangs hebt zien werken BBHEBBBBBBBHBBBnBBBBBHBBWnB DE LIBERALEN WILLEN DE POLITIEKE CRISIS. Zondag hebben de Liberalen beslist over het lot der Regeering. Op de algemeene ver gadering van den Landsraad der Liberale Partij te Brussel werd beslist dat de be spreking en de behandeling der onderwijs- ontwerpen onverwijld geëischt werden. De ontwerpen welke de Liberalen bedoelen zijn deze die door de formuul van den Heer In- genbleek gewijzigd werden. Er werd niet de minste rekening gehou den noch met het besluit van den Katholie ken Vlaamschen Landsbond, noch met de motie van het Algemeen Christelijk Wer- kersverbond, noch met de verklaringen van menig katholiek mandataris. Het verzet van geheel het Vlaamsche land tegen deze on- derwijs-ontwerpen en dat met eene eensge zindheid zooals men er zelden een gezien heeft in de geschiedenis van den Vlaam schen strijd, daarvan al hebben de Liberalen geen rekening gehouden. Zij willen Vlaanderen tweetalig houden omdat, zooals M. Dierckx het zegde, een officieel eentalig Vlaanderen zou verloren zijn voor het liberalisme. De regeeringsont- werpen, zegde hij verder, moeten het libe ralisme in Vlaanderen redden. Indien de Katholieke Landsbond triomfeert, beteekent dit het einde van het liberalisme in het Vlaamsche land. Er moest zeker niet meer gezegd worden om geheel het Katholiek Vlaanderen nau wer te doen aaneensluiten in den strijd tegen het liberaal verfranschingsstelsel. Welke begoochelingen maakt men zich dan nog in den ivoren toren der Liberale kringen, dat men daar nog hoopt de Ka tholieke Vlamingen bang te maken met de bedreiging van een regeeringscrisis? De onderwijs-ontwerpen, die hatelijk zijn in de oogen van het Vlaamsche volk omdat ze, zooals het op het liberaal congres be vestigd werd, uitsluitend gegrondvest zijn op liberale grondbeginselen, hebben de stem ming van Belgie's jubeljaar vergald. In Vlaanderen wordt de politieke lucht slechts helder den dag wanneer volledig recht wordt verleend aan het eentalige Vlaanderen als aan het eentalige Wallonië. De onderwijs-ontwerpen zijn niet van aard om zulks te bevorderen, daarom met crisis of er zonder zoo moeten zij verworpen worden. De Liberalen willen den strijd, willen het land in een warboel werpen. Zij zullen hunne goesting hebben, al loopen zij daar mede gevaar van in den draaikolk heele- maal te vergaan. Vlaanderen zou er niet om treuren. VERVLAAMSCHT! Minister Heyman heeft woord gehouden. De Hoogere Nijverheidsschool te Gent wordt vervlaamscht. Meteen wordt voorzien dat ook wel enkele vakscholen in Vlaanderen, waar 't vlaamsch heelemaal verwaarloosd werd, andere methodes zullen moeten bezi gen willen ze niet van de staatstoelagen uit gesloten worden. DE PLECHTIGE DOOP VAN PRINS BOUDEWIJN. Zaterdag was het dag op dag drie jaren geleden, dat het prinsesje Jozefina-Charlotte in het Paleis Belle-Vue geboren werd. En nu, drie jaar later, was het wederom volop feest in het paleis ter gelegenheid van den plechtigen doop van haar broertje Prins Boudewijn. Het was tusschen een dubbele haag van toeschouwers en onder het uitbundig ge juich der menigte, dat de koninklijke stoet het paleis te 11 uur 's morgens verliet, om zich naar St-Jaak-op-Coudenbergkerk te begeven. Daar wachtte hem Z. Em. Kardinaal Van Roey. De klokken begonnen te luiden en de klaroenen werdep geblazen. Z. Em. verwelkomde de koninklijke fa milie. Het was de Gravin du Roy de Blicquy die het prinsje droeg. Z. M. de Koning was Peter en Prinses René de Bourlon was Meter. Behalve de Vader en de Moeder van den. doopeling waren de Koningin en tal van Prinsen en Prinsessen bij den doop aan wezig. Na de plechtigheid werd een Te Deum aangeheven.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1930 | | pagina 1