ÜRANUM Kachel
Be Meestervangers v. Nuremberg
BETROUWEN OP DE
GODDELIJKE VOORZIENIGHEID
Geldplaatsingen - Warirbor^
ri
De noodlottige politiek
der Frontpartij
VEEPRIJSKAMP TE ANTWERPEN
EEN PEZIGE KEREÜ
Kapiiaïn Fracasse
Alles voor Toutou
Herderlijke brief van Z. Em. Kardinaal van Roey
Aartsbisschop van Mechelen. - Primaat van België
laatste gebreveieerd model
HET BEELD
VAN JOE ENGLISH
STEVIG ALS GOUD
RUWE OF GECONCEN
TREERDE POTASCHZOUTEN
ma
GEMEENTEKREDIET VAN BELGIE
HUIDIGE GELDPLAATSINGEN BIJ 'T GEMEENTEKREDIET
DE TUNNELWERKEN TE ANTWERPEN
STAD POPERINGE KATHOLIEKE KINEMA
1. - ACTUALITEITEN EN MERKWAARDIGHEDEN
Aanstaande Week
Ter gelegenheid van den Vasten heeft
Z. Em. Kardinaal Van Roey, volgende
Herderlijke Erief gericht.
ZEER BEMINDE BROEDERS,
DENKT OP GODS VOORZIENIGHEID
De lastige tijden, die de wereld door
maakt, zijn als natuurlijk voor de chris-
tene zielen een uitnoodiging om de blik
ken en de harten te verheffen naar den
Oppersten Meester van alle dingen en om
hun gevoelens van geloof aan- en van
betrouwen op de Goddelijke Voorzienig
heid opnieuw te verlevendigen.
De jaren van schijnbaren voorspoed en
rijkdom dien wij na den vreeselijken cn
rampvollen oorlog gekend hebben, en die
om wille van het overvloedig en gemak
kelijk leven dat zij meebrachten, den be
drieglijken indruk lieten van een algc-
meenen welstand, zijn, rechtuit gezegd,
geen voordcel geweest voor het godsdien
stig leven van de meerderheid der gelco-
vigen. De lessen van deze harde beproe
ving werden spoedig vergeten: zoo gaat
het immers, zoodra de zon weer licht
en vreugde afstraalt, denkt men niet meer
aan den donkeren nacht; en wanneer
men een bloeiende gezondheid geniet, dan
waant men dc ziekte met haar lijden en
angst ver weg. Naar allen schijn is het
om aan de menschen weer het juiste be
grip der dingen te geven, om hun het
ijdele der stoffelijke goederen te doen
aanvoelen, cm hun de geestelijke waar
den ten volle te doen beseffen, dat God,
volgens een raadsplan van rechtvaardig
heid en tevens van barmhartige goedheid,
de economische en zedelijke crisis die op
alle volkeren en cp alle standen der sa
menleving drukkend weegt, heeft toege
laten.
Nogmaals wordt het ingegeven woord
verwezenlijkt: Bominus dedit, Dotninus
ab'-tulit. De heer heeft gegeven, de Heer
heeft ontnomen. Mochten wij er met al
de vurigheid van ons hart aan toevoegen:
Stemt Domino placuit, ita factum est:
sit nomen Domini beneficium. Lijk het
den Heer behaagd heeft, zoo is 't ge
schiedt: 's Heeren naam weze gezegend
Beschouwd van uit het standpunt van
het geloof dat trouwens het eenige
ware standpunt is heeft de droevige
toestand dien' wij nu beleven onbetwist
baar ook zijn lichtzijden. Ontegenspreke
lijk gaan de oogen, in tegenspoed, voor
nieuwe klaarheid open, en wellen er in
de harten edeler en reiner betrachtingen
op: alsdan openbaart zich het overwegend
belang van het geestelijke en neemt de
naam des Heeren zijn plaats in het leven
in. Zoo moet het ook nu zijn. Tijdens het
plechtig verhoor dat Paus Pius XI, op den
vooravond van Kerstmis aan de Kardina
len van Rome varleende, zegde Zijne
Heiligheid zeer treffend: Wie ziet niet
Gods hand in de menschelijke aangele
genheden tusschenkomen? vtee ziet niet
in, dat hetgeen de wereld met lijden
overstelpt niet afhangt van menschelijke
handen? Dus gehoorzamen de mensche
lijke gebeurtenissen in werkelijkheid niet
aan onzen wil. Zietl heel de wereld is te
been, heel de wereld legt zich toe op harde
studie, heel de wereld zoekt koortsachtig
om de oorzaak dezer ramp, dezer alge-
meene ellende te ontdekken en om red
middelen er toe te vinden. En alles te
vergeefs: de redmiddelen dagen niet op;
en, dit doet nog pijnlijker aar, Gods hand
bemerkt men niet eens, al is zij dan nog
zoo zichtbaar; de gedachte aan God komt
niet te binnen. Wat vermogen wij, allen,
zelfs samen genomen, wat vermag gansch
de wereld zonder God, wat vermag heel
de wereld, indien zij, God vergeten, haar
toevlucht tot God niet neemt? Zoo komt
het goddelijke woord der onfaalbare en
ontegensprekelijke waarhei1 wederom
klaarbiijkend, ja, vreeselijk klaarblijkend,
in 't geheugen: Nisi Dominus cedificaverit
domum, in vanum Iaboraverunt qui oedi
ficant eam. De stede, het huis, worden
niet opgebouwd en worden niet verdedigd
dan met God. Vandaar de noodzake
lijkheid om ons met onze gedachten, met
ons hart en met geheel onze zLl naar
God te keeren
Die krachtige woorden van Onzen Hei
ligen Vader den Paus dienen diep over
wogen te worden. De beproeving, de el
lende, de onzekerheid waarin wij leven,
zijn inderdaad een opwekking, een ver
mar :ng der Voorzienigheid tot de men'
schelijke ziel. Indien er ernstig gehoor
gegeven wordt aan die goddelijke uitnoo
diging tot geloof, tot betrouwen, tot be
oefening der naastenliefde en der recht
vaardigheid, dan zal de menschheid niet
enkel mets verloren hebben aan echte
goederen, maar zal zij daarentegen een
nieuwen rijkdom van geestelijke waar
den, van duurzame, eeuwige schatten die
tijd en stof overtreffen, opdoen.
HEBT BETROUWEN
Verre van ons alle ontmoediging en te-
neerdrukking! De harten dienen boven
de kortstondige gebeurtenissen verheven.
In tegenspoed, moet de kreet der chris-
tene ziel, meer dan ooit die zijn welke de
Heilige Kerk op de lippen van den Pries
ter legt bij den aanvang van de prefatie
der H. Mis: Sursum Corda! Hoog de
Harten! Weze in volle rechtzinnigheid
uw aller antwoord op deze aanmoediging:
o Habemus ad Dominum. Wij verheffen
onze harten tot den Heer De vurige
christene ziel gaat zelfs verder en aarzelt
niet er, in alle omstandigheden, aan toe
te voegen: Gratias agamus Domino Deo
nostro. Laten wij aan den Heer onzen God
dank zeggen, omdat het waarlijk passend
en billijk is, redelijk en heilzaam, dat wij
U, altijd en overal dank zeggen, heilige
Heer, Vader almachtig, eeuwige God.
Die gevoelens van betrouwen en van
dankbaarheid jegens God bezielen de op
recht-trouwe harten in wonne en ln wee,
wijl zij er van overtuigd zijn dat de Voor
zienigheid al wat geschiedt ten slotte voor
hun goed en voor hun zaligheid weet te
regelen.
Bijzonder geschikt, zooniet noodzake
lijk, dunkt het ons, u in de huidige om
standigheden deze troostvolle waarheid
ln het geheugen te roepen: God ls onze
Meester, God is onze Vader. Laten wij
bijgevolg ons zelf aan Hem toevertrouwen;
leggen wij al wat wij bezitten en al wat
wij zijn in Zijne handen; erkennen wij
Zijn Voorzienigheid en onderwerpen wij
ons nederig en kinderlijk aan Zijn onein
dig goede en rechtvaardige leiding.
BESTAAN DER VOORZIENIGHEID
Het ls, Zeer Beminde Broeders, een
der uitstekendste weldaden van het Chris
tendom het bestaan der Voorzienigheid
te hebben geopenbaard. Die waarheid ligt
weliswaar, niet boven het bereik van het
Verstand aan zich zelf overgelaten; maar
zonder het licht van het geloof zoeken
de menschen naar God en vinden zij Hem
slechts al tastend, ofschoon Hij niet ver
van eenieder van ons af is. In Hem ech
ter leven, roeren e:i •"'jn wij Bui
ten den geopenbaarden godsdienst, kwa
men slechts zeer weinigen tot de kennis
van den persoonlijken God, Schepper en
oppersten Meester van het heelal en van
elk wezen, en die alles richt naar het
eene denkbare doeleinde, dat is de afstra
ling zijner eigen volmaaktheden.
Hoe zij het ook heeten noodlot,
eeuwig raadsbesluit, mecanische noodza
kelijkheid, natuurlijke wetten of anders
nog, vast staat het dat de arme ster
velingen die het licht van het geloof moe
ten derven zich overgeleverd meenen aap
het blinde spel eener geheimzinnige
macht die hen overtreft en verdrukt.
Voor ons daarentegen heet die opper
ste macht de Voorzienigheid; niet blind
is Zij, maar oneindig wijs; niet kwaad
doende maar rechtvaardig, goed en barm
hartig voor hen die Haar in hun hart en
in hun handelingen erkennen. Zij legt
haar wetten cp aan het heelal; Zij leidt
gauscli. den loop der geschiedenis; zij
bepaalt voor leder volk den tijd van zijn
Vestaan en de grenzen van zijn ge
bied ir; «niet' geschiedt er in het le
ven van eiken mensch buiten Haar wil
of Haar toelating.
HAAR BESTUUR
God echter bestuurt de wezens volgens
de natuur waarmee Hij hen toebedeeld
heeft. Aan de rede- en willoose schep
selen legt Hij onbuigbare wetten op,
waarvan de werking door niets gewijzigd
wordt, tenzij door Zijn eigen almachtigen
wil in uitzonderlijke gevallen die men
mirakelen heet. Gansch de stoffelijke orde
gehoorzaamt blind aan Zijn macht. Voor
God, zegt het Heilig Schrift in zijn dich
terlijke beeldspraak, is de afgrond niet
onpeilbaar. Hij spant de Noordpool op
het ijdel uit, en aan het niet hangt Hij
de aarde vast. In zijn wolken omsluit Hij
de wateren en hun gewicht scheurt ze
niet. Hij omhult het aanschijn van zijn
troon en bedekt hem met wolken. Hij
heeft een kring geteekend op het vlak
der wateren tot aan de grensscheiding
van licht en duisternis. De zuilen waar
op de hemel rust wankelen en beven on
der zijn dreigingen. Door zijn macht
zweept Hij de zee omhoog, door zijn
wijsheid verbrijzelt Hij haar hoogmoed.
Zijn adsm heeft de wolken weggevaagd
Aan den mensch echter komt een bij
zondere plaats toe in de orde der Voor
zienigheid. Omdat hij met verstand en
wilsvrijheid bedeeld is, kan hij in zekere
mate zich zelf richten. God nochtans
duidt hem den weg aan dien hij hoeft te
volgen, maar het staat den mensch vrij
ervan af te wijken en het kwaad te kiezen.
Alsdan treedt de wanorde, door den boo-
zen wil van het schepsel, de wereld in:
wanorde die de Opperste Rechtvaardig
heid vroeg of laat herstellen moet om de
lijnen van het goddelijk plan weer recht
te maken. Vandaar de persoonlijke of
collectieve straffen die God, in den tijd
of in de eeuwigheid, aan den mensch
overzendt, niet enkel om hem te herin
neren aan den vereischten eerbied jegens
zijn opperste voorschriften, maar ook
nog 0111 de gestoorde orde te herstellen
en de uitvoering ervan volgens zijn eeuwi
ge raadsbesluiten te verzekeren. In den
beginne, zoo luidt het Boek van den Ec-
clesiasticus, schiep God den mensch, en
Hij liet hem zelf beschikken over zijn lot.
Zoo gij wilt zult gij de geboden onder
houden; getrouw zijn hangt af van uw
willekeur. Vóór u heeft Hij het vuur en
het water geplaatst, naar den k nt dien
gij verkiest moogt gij uw hand uitstrek
ken. Vóór den mensch staan het leven en
de dood: wat hij zal gekozen hebben, zal
14-2-32. - DE POPERINGENAAR. - N' 7. BI. 2.
hem gegeven worden. De wijsheid immers
van den Keer is groot: Hij is sterk en
machtig en alles ziet Hij. Zijn oogen rus
ten op hen die Hem vreezen en hij kent
zelfs al de handelingen der menschen.
Aan niemand heeft Hij bevel jn goddeloos
te zijn; aan niemand heeft Hij toegelaten
te zondigen
HAAR DOELEINDE
In het bestuur van de wereld en van
het menschdom beoogt de Voorzienigheid
steeds een doel Gode waardig. Dit doel
kan ten slotte geen ander zijr. dan zijn
eigen glorie, dit wil zeggen, de oneindige
volmaaktheid in de ruimte en in den tijd,
de openbaring van zijn wijsheid, van zijn
rechvaardigheld er bovenal van zijn
barmhartige goedheid. Zoo al de goddelij.
ke werken zonder eenige uitzondering
deze eigenschappen aanschouwelijk ma
ken, is het niettemin in de zaligmaking der
zielen dat zij gansch bijzonder uitschitte
ren; er mag zelfs gezegd worden dat God
zijne glorie verwezenlijkt door de zalig
heid der uitverkorenen. God, schrijft
Sint Faulus, heeft, om zijn gramschap te
laten blijken en zijne macht te kennen
te gevsn, met groot en lai g geduld vaten
van gramschap verdragen, die gebakken
waren om in stukken te vallen (hij be
doelt de goddeloozen), en hij heeft ook
gewild dat zijn rijke glorie blijke over va
ten van barmhartigheid die Hij voor de
glorie heeft gereedgemaakt (namelijk de
uitverkorenen) Volgens het inzicht
en in het bestuur der Voorzienigheid, is
alles gericht naai* het geestelijk heil der
menschen; daaraan is alles ondergeschikt:
de welstand, de gezondheid, he* leven
zeifs hebben slechts werkelijke waarde
voor zooveel zij nuttig zi.in voor de hei
ligmaking der zielen.
Overweegt deze grondwaarheid, Zeer
Beminde Broeders, en meteen zullen de
gebeurtenissen rondom u een nieuw uit
zicht krijgen. Men moet niet meenen dat
God de menschen verlaat wanneer Hij
hun beproevingen overzendt; meestal is
hij dan het dichtst bij hen, hetzij om hen
terug naar dtn plicht te voeren, hetzij om
hun vooruitgang op den weg der vol
maaktheid te bewerkstelligen. Beatus
homo qui ccrripitur a Deo. Gelukkig zegt
het Heilig Schrift, gelukkig de mensch,
dien God kastijdt. Wacht er u dus voor de
kast.jding van den Almachtige af te keu
ren; want Hij kwetst en Hij heelt, Hij
slaat en zijn handen genezen
Indien dat waar is voor de enkelingen,
is het ook zoo voor de volkeren. Waar het
voor de volkeren ter. slotte op aankomt, is
niet dat zij groeten economischen voor
spoed genieten, leven in overvloed en
rijkdommen opstapelen, maar wel dat zij
Godes naam eerbiedigen en doen eerbie
digen, dat zij getrouw blijven aan zijn
heilige wet, dat zij Onzen Heer Je-
zus-Christus als Verlosser en geestelij
ken Koning der wereld erkennen en zijn
leer- en bovennatuurlijke werking in het
leer- en bestuursambt van zijn Kerk aan
vaar' Helaas! is dat het schouw
spel dat de meeste randen ons op dit
oogenblik te zien geven? Onder voor
wendsel van onzijdigheid of van laïcis-
me beweren zij 01 ristus en God te kun
nen missen; zij richten zich in, leven en
handelen alsof er geen ander ideaal be
stond dan het nastreven van stoffelijken
welstand, geen andere werkelijkheid dan
aardsche genietingen. Sommigen zelfs zijn
zoo verblind in hun onbezonnenheid, dat
zij een wreeden oorlog voeren, niet enkel
tegen de Kerk, maar ook tegen de chris
telijke zedenleer en tegen het begrip zelf
van God: denkt aan dat afschuwelijk bol-
chevistisch bewind, dat in het ongeluk
kige Rusland en zelfs heel de wereld
door, zijn programma van geestelijke ver
nieling en tevens van economische en
maatschappelijke omwenteling onmeedoo-
gend uitvoert. En zeggen dat sommige re-
geeringen niet afschrikken het ter hulp
te komen om het te verstevigen en zijn
verderfelijke werking verder te laten ont
wikkelen! Al kennen wij de geheimen
van de Voorzienigheid niet, en al durven
wij het niet aan ze te doordringen, toch
is het voldoende zijn blikken te vestigen
op het ellendig beeld der hedendaagsche
samenleving om geenszins verbaasd te
zijn dat God door de stem der gebeurte
nissen de menschen streng wil waarschu
wen. Mochten zij die waarschuwing ver
staan en er voor hun welzijn naar luiste
ren!
ANTWOORD OP SOMMIGE
MOEILIJKHEDEN
In het licht der waarheden waax*aan
wij u zooeven herinnerden, wijken als
van zelfs zekere moeilijkheden, die soms
den geest te binnen schieten, wanneer er
spraak is van de Voorzienigheid.
a) Wanorde en verwarring bij de
menschen
Indien God alle dingen bestuurt, hoe
komt het dan toch dat men eenerzijds
zulke orde en harmonie in de natuur
waarneemt, en er anderzijds vaak zulke
groote wanorde, zulke bevreemdende ver
warring, zulke diepe onzekerheid heerscht
in de menschelijke aangelegenheden?
Bit komt hier uit voort wij zegden
liet u reeds dat Hij de redeloos» wezens
anders bestuurt dan de menschen; de eer
ste gehoorzamen aan noodzakelijke, me
canische of instinctieve wetten, wijl de
menschen vrij kunnen beschikken over
hun handelingen voor het goede of voor
het kwade. Indien zij zich aan de zede
lijke wetten door den Oppersten Wetge
ver uitgevaardigd onderwierpen, is het
dan niet klaarblijkend dat de rechtscha
penheid, de vrede, de veiligheid in de
huisgezinnen en in de samenleving even
als in eenieders leven zouden heerschen?
Bovendien, meet de mensch, in tegen
stelling met de andere schepselen die tot
vernietiging bestemd zijn, beschouwd
v/orden van uit het standpunt der
eeuwigheid. Dan beseft men dat hetgeen
op een bepaald oogenblik der geschiede
nis verwarring schijnt, eenmaal wijken
zal voor een volmaakte harmonie, name
lijk wanneer het volledig weefsel der ge
beurtenissen en de eindoplossing van al
de menschelijke handelingen, lijk die van
nu af reeds door de goddelijke Wijsheid
gekend en geschikt zijn, voor onze blikken
zullen ontsluierd worden.
b) Waarom het lijden?
Maar zoo er een Voorzienigheid ls, zegt
men verder, waarom drukken dan zooveel
kwalen op de menschheid? Waarom moe
ten de arme stervelingen naar ziel en li
chaam lijden? Had God niet kunnen be
letten dat het aardsche leven een lijdens
weg zou wezen?
In het eerste göddeUfit plan nopens het
menschdom, zeer ber toe Broeders, was
er feitelijk geen lijden voorzien. Het Ge
loof leert ons dat God den mensch schiep
in een staat van volmaakt geluk waarin
de natuur zelve haar aandeel had.
Adam v/as het, die door het misbruik
zijner vrijheid, zijn nakomelingschap in
zijn val meesleepte en de jammerlijke ge
volgen zijner zondige ongehoorzaamheid
op haar zoowel als op zichzelf neerkomen
deed. Sindsdien is de menschelijke natuur
beroofd van haar buitengewone voorrech
ten, onderworpen aan de wet op het lij
den en op den dood. In dit nieuwe plan,
nochtans, is het lijden niet enkel een
de straf der zonde, maar bovendien nog,
naar Gods barmhartige inzichten, lijk
trouwens in de uitvoering ervan, het
groote middel om zedelijke volmaaktheid
te bereiken; om geestelijken opgang te be
vorderen, en ten slotte om de zaligmaking
der zielen te verwezenlijken. Zoolang de
mensch zijn aardschen pelgrimstocht
voortzet, is het lijden, onder welken vorm
het zich ook voordoet, een zegen. Het
doet hem immers het vergankelijke en
het ijdele der tijdelijke goederen ten volle
beseffen; het leert hein, vóór dat de
groote dag der noodgedwongen onthech
ting aanbreke, de vrijwillige verzaking
beoefenen: het leert hem verder nog, dat
hij slechts in het betrachten en het be
minnen van het opperste Goed, van God
namelijk, het ware en duurzame geluk
vinden zal. Geen enkel groot en edel fi
guur heeft de menschheid voortgebracht,
dat niet opgeleid werd in de leerschool
der beproeving en der versterving. Zonder
deze leerschool, geen helden, geen marte
laren, geen heiligen! Indien Jezus-Cristus,
de zoon Gods, die op aarde is neergeko
men om voor de menschen den weg te
banen en hun den weg aan te wijzen die
ten Hemel opvoert, de Man der smarten,
Vir dolorum heeft willen zijn, dan
is dit waarlijk zóó geschied omdat Hij
geen beter voorbeeld kon geven en geen
kostbaarder erfgoed nalaten dan het lij
den.
Wellicht zullen deze ernstige gedachten
niet behagen aan hen wier gezichteinder
niet verder reikt dan de stoffelijke wer
kelijkheid; maar niettemin zijn zij waar
heden door het christen geloof voorbehou
den, vastgesteld door de ervaring en aan
vaard door allen die naar den Geest oor-
dselen: Animalis horna non percinit ea
quos sunt Spiritus Dei: stultttla est eniin
iïli, et non potest intelïigère: quia spiri-
tualite examinator
c) Voorspoed der boozen
Dat de goeden zich bijgevolg niet ver
ontrusten wanneer de tegenspoed zich on
der hun dak komt vestigen, wijl rondom
hen aan menschen die leven zonder God
of gebod het geluk steeds toelacht.' Heb
ben de Gewijde Schrijvers niet herhaal
delijk geantwoord op deze vraag: Waar
om genieten de goddeloozen leven en
voorspoed? waarom worden zij met rijk
dom toebedeeld? Luistert naar het
woord van den Psalmist: Hitst u niet
op omwille van de boozen, verontwaar
digt u niet over hen die zondigen- Want
lijk het gras zullen zij spoedig gemaaid
worden; lijk het groen van de zede zul
len zij verdorren; vertrouwt uw lot aan
Jehovah toe en stelt u onder zijn hoede:
Hij zal handelen. Uw rechtvaardigheid
zal Hij doen schitteren als het licht, en
uw recht als de middagzon. Weest inge
togen voor Jehovah en vertrouwt op Hem;
ontsteekt niet in gramschap omwille van
den mensch die meeval heeft en die er
in gelukt zijn booze plannen ten uitvoer
te brengen
AKTE VAN GELOOF IN DE
VOORZIENIGHEID
Zeer Beminde Broeders, houdt steeds
de gedachte aan de goddelijke Voorzie
nigheid levendig in uw geest. Hernieuwt
dikwijls een akte van diep geloof aan deze
grondwaarheid die waarde geven moet aan
uw leven. Zegt in volle rechtzinnigheid
Ja, Heer, ik erken uw macht, uw wijsheid,
uw rechtvaardigheid, uw goedheid; ik
weet dat niets aan uw heerschappij ont
snapt; al wat er geschiedt in de stoffe
lijke wereld, in de samenleving in het le
ven van leder wezen, hebt Gij gewild, ge
schikt of toegelaten; edelmoedig aanvaard
ik de inzichten uwer Voorzienigheid om
trent mijn persoon, al schijnen zij mij
ook ondoordringbaar, omdat ik er van
overtuigd ben dat zij steeds door de liefde
uwer glorie en de bezorgdheid om mijn
gsluk zijn ingegeven. Aan u, Heer, lof en
zegen om uwe Voorzienigheid, voor de
welke ik in aanbidding neerbuig!
&B33BSBBBH!!j3SE!HBi3BQi3BIS3SiQESB
L.F.B. 2877
Verbrandt anthraciet 10/20 en is
bovendien uiterst zuinig.
A!b. Denys, Poperinghe. Tel. 61.
MBaBBBBBaBBSaRSBflSiSBBa&BaSBB
MIJNRAMP IN VIRGIN1E
Zes dooden
In de anthracietmijnen van Parott, ln
Virginië, heeft eene vreeselijke ontploffing
plaats gehad, waarbij zes mijnwerkers ge
dood werden.
Rond de bespreking in de Kamer
van bet wetsontwerp op het ge
bruik der talen in bestuurszaken
We weeen er reeds op in ons nummer
van verleden week hoe de heer Van
Cauweiaert over eenige dagen in de Ka
mer het woord nam in de debatten waar
het goldt het vlaamsch rechtsherstel.
De Frontpartij, die geen oplossing zoekt,
maar enkel ruzie in de katholieke rangen
betracht, werd hare haatstrooiende poli
tiek door den heer Van Cauweiaert aan
gewreven en vond er geen antwoord op.
't Westland 14 dagen geleden,
drukte een artikel over nopens die kwes
tie uit De Schelde geteekend door
Borms en act zoo jiaar verwarringswerk
voort.
Op bedoeld artikel werd door heer Van
Cauweiaert klaar geantwoord en ln de
Kamer venden de vertegenwoordigers der
Frontpartij er niets op te zeggen. t West-
land echter rept daar niet over.
Wij willen echter ons volk eerlijk in
lichten en hierom houden wij eraan het
slot der redevoering van den heer Van
Cauweiaert, in ds Kamerzitting van
28 Januari uitgesproken, in zijn woorde
lijken tekst v/eer te geven, opdat wij nooit
beter de drogredenen, door de Vlaamsche
Nationalisten aangevoerd, om hunne zie
kelijke, en soms kinderachtige politiek te
rechtvaardigen, zoo doorslaande hoorden
weerleggen.
Mijne hseren, dit is hetgeen ik over het
critisch gedeelt» ;ton den heer Vos had
te zeggen.
De heer Vos heeft echter ook gemeend
dat dit wetsontwerp zou zijn het paard
van Troja in de Belgische vesting
Vooreerst zullen wij nog moeten onder
vinden of die meening van den heer Vos
zich ook uiten zal bij de stemming; dan
wel of de leden van de Frontpartij op dit
oogenblik nog eens klink zuilen trekken,
zooals het geval was met het wetsvoorstel
betreffende de vervlaamsching der Gent-
sche Hoogeschool. Maar ook zonder hen,
krijgen wij het wetsontwerp er wel door.
De houding der Frontpartij heeft voor
ens dus praktisch nist veel belang. Maar
de heer Vos, sprekende over het paard
van Troja, heeft zich te gemakkelijk la
ten verleiden door zijn klassieke herinne
ringen. Met dit voorstel is niets geheim
zinnigs, noch dubbelzinnigs bedoeld. De
beginselen zijn duidelijk en wat ze mee
brengen in de toekomst is voor ieder
dooraichtbaar. Wat mij en mijn vrienden
betreft, wij hebben steeds in alle op
rechtheid kunnen verzekeren dat wij geen
bestuurlijke scheiding in dit land willen.
Vlaanderen heeft voor zijn heil deze
scheiding niet noodig. Wij vragen enkel
de erkenning van de eentaligheid van
Vlaanderen zoowel als van de eentalig
heid van Wallonië, en het is gewenscht
dat de splijtvlam die zich in de na-ocr-
logsche atmosfeer zoo voorspoedig heeft
ontwikkeld, door een definitieve en
rechtvaardige taalregeling zou kunnen
worden gedoofd.
In strijd met wat de heer Vos voor
spelde, blijf ik de overtuiging toegedaan
dat dit wetsontwerp er zal toe bijdragen
om de eenheid van het land te verstevi
gen, terwijl deze eenheid op de oude
basis op den duur niet houdbaar was.
Die eenheid kan alleen worden verzekerd
door gelijken eerbied voor de rechten van
ieder gedeelte van het land.
Wordt die gelijkberechtiging zorgvuldig
in acht genomen, dan zal de kalmte in de
Vlaamsche gemoederen terugkeeren, en
dan zullen de Vlamingen inzien dat het
behoud van de Belgische eenheid niet
een nadeel maar een wezenlijk voordeel
voor Vlaanderen is.
De Frontpartij heeft in hare trage en
moeilijke pogingen om een ander statuut
voor Belgie uit te denken dan het grond
wettelijk eenheidsstatuut eens te meer
het bewijs geleverd, dat zij op unvrucht
bare wegen doolt Sn het weze mij cok
toegélaten het door" haar ingediende
voorstel tot grondwetsherziening ook in
een dierenbeeld te zien. Het beeld zal niet
ontleend zijn aan de oude litteratuur,
maar simpel aan volksgelegenheden, zoo
als onze jaarlijksche fooren.
Het ontwerp door u, mijnheer Vos, me-
deonderteekend, laat het me toe het zoo te
zeggen, is een kemel, maar een kemel
van een bijzondere soort. Een kemel met
twee hoofden, of liever eigenlijk een dub
bele vergroeide kemel met drie hoofden,
twee waterhoofden een Vlaamsch en
een Waalsch en daar tusschen een
klein Belgisch verschrompeld hoofdje.
Zulk een dier, wanneer het het licht der
openbaarheid zal zien, door de discussie
voor het parlement, zal zeker niet nala
ten de belangstelling van het publiek ten
zeerste op te wekken. Maar ieder zal bij
een enkelen oogopslag moeten bekennen
dat het niet leefbaar is. En omdat het
niet leefbaar is, is het ook niet gevaarlijk.
De toestand die het meeste gevaar ople
vert voor Vlaanderen en ook voor Belgie
is wel deze, dat men uv/e voorstellen niet
voldoende critisch onderzoekt, dat men
niet voldoends nagaat de houdbaarheid
van uwe stellingen, de degelijkheid van
uwe ontwerpen. Wanneer Vlaanderen tot
dit kritisch inzicht zal komen, zal de ont
goocheling groot zijn, en ook in kringen
waar men thans nog met frontpolitiek
hoog oploopt.
Wanneer de geschiedenis ln de doktor
thesis door den heer Vos verwacht spre
ken zal over het beruchte ontwerp van
den heer Vos en zijne vrienden, zal men
zeggen dat het een misvormd kind was,
waarvan de ontvangenis niet verwonderen
zal, maar ook het verder lot niet te be
twijfelen viel. Het is inderdaad een kind
van bittere gevoelens, zelfs een kind van
den haat.
De heer VOS: Aanziet me, mijnheer
Van Cauweiaert, zie ik er dan zoo haat
dragend uit?
De heer VAN CAUWELAERT: Vol
strekt niet, doch de haat voor Belgie is
een groote opwekker geweest in uw partij.
Maar, wanneer de geschiedenis over u,
mijnheer Vos, spreken zal, zal er welwil
lend begrijpen zijn, doch de geschied
schrijver zal voor u en nog ander goede
geesten uit uwe beweging er aan toevoe
gen: Hoe jammer dat die menschen niet
vroeger hun ongelijk hebben ingezien
En nochtans, ondanks dit alles, on
danks uv/e misleiding en uwe negatieve
resultaten, ondanks de vele bitterheid
welke door uwe partij over de velden van
Vlaanderen gestrooid ls, zeg ik dat gij er
toe bijgedragen hebt om sommige hard-
hoorigen te doen begrijpen, om aan som
mige geesten welke hopeloos voor het
taalvraagstuk gesloten schenen, de oogen
voor Vlaanderens rechten te openen.
Maar daarbij bepaalt zich uw verdienste.
Daarbij bepale zich ook uw zending. Nu
wij den nieuwen dag, den dag van recht-
doening zien oplichten, volhardt thans
niet langer op den verkeerden weg. Sluit
u aan bij degenen welke geen ander doel
hebben dan Vlaanderen zoo hoog moge
lijk in zijne zedelijke en stoffelijke krach
ten op te tillen. Vlaanderen heeft al onze
krachten noodig om de ontwikkeling van
zijn kültuur te verzekeren, Vlaanderen
heeft al onze krachten noodig om vreed
zaam maar hardnekkig zijn volle plaats
in dit land te eischen. Sluit u aan bij
degenen die den vrede willen en die ln
een atmosfeer van mildheid en verdraag
zaamheid op positieve wijze willen bou
wen aan de grootheid van Vlaanderen.
(Zeer wel! en levendige toejuichingen op
de banken der rechterzijde. De rede
naar wordt door zijn politieke vrienden
gelukgewenscht)
saBBBagiassaBiEBO^aEB&ssa&iafEaa
LEVEND VERKOOLD
OP 94 JAAR OUD
In een huisje der rue Lamartlne, te Lu-
chon, woonde de 94jarlge Jufvrouw Surre.
Een geweldige brand brak in dit huis uit.
Wanneer de pompiers ter plaats kwamen,
stond het huis in lichte laaie. Nadat het
vuur uitgedoofd was, vond men ln de
pulnen het verkoold JJJk der pude wouw..
SS
IN HET WERKHUIS VAN
BEELDHOUWER KAKEL AUBROECK
Wij hebben het genoegen gehad den
beeldhouwer Karei Aubroeck in zijn
werkhuis aan den arbeid te zien. Har
telijk werden we door den artist-van-
den-beitel ontvangen. Bij onze binnen
komst werdsn we getroffen door de
groote afmetingen in de hoogte en ruimte
van het werkhuis, een noodzakelijkheid
voor het boetseeren der énorme groote
afmeting der hoekbeelden van het IJzer
monument; een reuzenwerk, dat alleen
door kunstenaars van eerste gehalte kan
gecreëerd worden.
Wie de laatste Ijzerbedevaart heeft
medegemaakt, weet dat het eerste hoek-
beeld, gewijd aan Renaat De Rudder, reeds
is geplaatst en ingewijd geworden. Groot-
sclie, indrukwekkende martelaar-figuur
uit de menschen-slachting van 1914-1918!
Wat zou het tweede, thans ontworpen
hoekbeeld van den genialen beeldhou
wer ons geven?
Na een blik te hebhen geworpen ln
de inopbouwaijnde luchtige zijkamer,
stonden we alopeens, in het hoog om
muurde werkhuis.
«Hier moet ge staan», zei Aubroeck.
Hij leidde ons tot midden van de ruime
plaats, en vandaar aagen we, achter een
stellage, waarvan de houten bevloering
mekanisch kon op en neer worden be
wogen, tegen den wand... het in klei
aarde geboetseerde beeld van den, in
lijden gestorven etser-teekenaar Joe En-
giish, in reuzengestalte bijna heel de
vlakte van den vloer tot het dak inne
men... Een gevoel van bewondering voor
die machtige schepping, ontnam ons
bijna de spraak... Het leven, da symbo
lische kracht, die er van uitging, over
meesterde ons zoodanig, dat we stilzwij
gend de hand drukten van den schepper,
van dit reuzenkunstgewrocht.
In den gebogen linkerarm houdt Joe
een gebroken O. L. Vr. kunstbeeldje,
aldus de door den oorlog gebroken kunst
verzinnebeeld, wijl den rechter arm hoog
opgeheven, het moordend geweld van den
oorlog afweert, symbolizeert het reuzen
beeld als een épes, den kreet der vol
keren om vrede en liefde op aarde.
Een tijd lang stonden we sprakeloos,
't oog onafgewend van dit heerlijk
schoon kunstgewrocht, dat de glorie zal
zijn der Ijzerbedevaart van 1932.
Onze ontroering weer meester, gingen
onze gedachten naar de materieele uit
werking van het reuzenbeeld en op onze
vragen antwoordde de beeldhouwers: De
hoogte van het beeld ls ruim 9 meter
de breedte 2,25 m. Er is circa voor
de boetseering 18.000 kilo klei aan ver
werkt, waarmede de steenbakkers 15.000
karreelsteenen zouden kunnen maken!
Voor de mouleering zal 4000 kilo
plaaster noodig zijn. Afgewerkt in
beton met een bewapening van ruim
2000 kilo Ijzer en in keienmozaïk zal het
beeld 28.000 kilo wegen...
Om een gedacht te geven van de af
meting der verschillende lichaamsdeelen,
zij het genoeg te zeggen, dat één enkele
voet, van den hiel tot het uiteinde der
teenen 1,05 m. bedraagt.
Wij drukten den vurigen wensch uit
,dat dit overschoone kunstwerk ongw
schonden zijn plaats van bestemming
moge bereiken, waar het de grootschheld
van het IJzermonument en de uitstra
lende macht op het vollesgemoed in hooge
mate zal versterken.
Na nog ander beeldhouwwerk van den
Meester te hebben in oogenschouw ge
nomen, namen we afscheid, in de vaste
overtuiging, dat Karei Aubroeck den weg
opgaat, om een der roemvolste kunste
naars van Vlaanderen te worden.
L. SCHELTJENS.
fiassBaassBssaasaasssasasBsaBB
Ter gelegenheid van da waardevermin
dering van het engelsch Pond Sterling,
werd de overeenkomst, gesloten tusschen
de regeering en de Nationale Bank van
Belgie, besproken.
Sommige menschen, minder op de hoogte
van al die financieele vraagstukken, be
gonnen te twijfelen aan de stevigheid
van onze nationale munt.
Laat ons maar vlug alle misverstand uit
den weg ruimen.
Het goud-incasso van de Nationale
Bank bedraagt heden meer dan 12 milliard
784 millioen fr. Nooit kende ons land een
grooter voorraad goud. Onze bankbiljet
ten zijn gedekt voor meer dan 65 goud.
Nogmaals, dit is de hoogste verhou
ding die v/ij in Belgie gekend hebben.
Zij is hooger dan de verhouding goud tot
bankbiljetten, in de andere banken van
uitgifte van het buitenland.
Gedurende het jaar 1931, bedroeg het
goud-deposito der Nationale Bank, meer
dan 6 milliard lrank.
Het is dan ook met reden dat de ver'
slaggever van de Commissie van Financie
van den Senaat, mocht verklaren dat de
finantieele toestand van ons land bij'
zonder stevig is. We mogen dus ons vol
ledig vertrouwen in onze munt behouden.
iHHBa&DBgBBaBBaBaEBBBBiaBBfl
Wij hebben reeds gezegd dat dit sei
zoen eene zeer sterke vraag bestaat voor
de verschillende potaschmesten.
Het is ook niet zonder belang te no-
teersn dat de geconcentreerde of rijke
zouten immer meer de ruwe of arme
zouten vervangen. Deze verandering in
de gewoonten onzer landbouwers kan men
wel begrijpen indien men bedenkt dat de
geconcentreerde zouten bijzonder voor-
deelig zijn. De prijs der eenheidspotasch
in de geconcentreerde zouten is ongeveer
dezelfde als in de ruwe zouten want het
verschil van drie centiemen per kilogram
zuivere potasch is gansch onbeduidend.
Daar men drie maal zooveel sylviniet-
kaïnlet 14 als chloorpotasch 40 ge
bruiken moet om eene gelijkwaardige
potaschbemesting toe te passen, zijn al
de onkosten die de landbouwer moet
doen vanaf de ontlading van den wa
gon tot de uitstrooiïng, verdriedubbeld
voor de ruwe zouten.
Bemerken wij ook, dat de geconcen
treerde zouten laattijdiger in de Lente
kunnen worden uitgestrooid als de ruwe
zouten.
Eindelijk, dient nog gezegd te worden
dat de geconcentreerde zouten de land
bouwer toelaten zeer sterke hoeveelheden
uit te strooien. Dit is niet zonder belang
als men nagaat dat de sterke hoeveelhe
den in menig geval de voordeeligste uit
slagen leveren, zoowel wat de opbrengst
aangaat als de netto winst.
ess
in
ENGELSCHE BURGERZIN
De volgende maand vervallen voor En
geland groote bedragen, verschuldigd we
gens inkomstenbelasting. In het geheel
moet ongeveer 200 millioen pond sterling
opgebracht worden en de overheden heb
ben uitdrukking gegeven aan hun ver
trouwen, dat dit bedrag vóór 31 Maart,
den einddatum van het belastingjaar,
binnen zal zijn. Veel opvallende voorbeel
den van daadwerkelijken burgerzin wor
den vermeld, zooals van belastingbetalers
die afzagen van hun recht om te veel
betaalde belasting terug te krijgen en
van personen die hun extra-belastingen
vooruit betaalden en soms nog meer be
taalden dan zij verplicht waren.
Vrijwillige giften van geldsommen, van
af vijftien pence tot honderden ponden
sterling, zijn bij de schatkist binnenge
komen en ook zijn andere giften in den
vorm van juweelen en andere kostbaar
heden ontvangen. De belastingoverheden
hebben verklaard, dat sinds den oorlog
nog niet een dergelijk bewijs is gegeven
van den vastberaden wil van het volk om
een crisis te bestrijden.
IBHBS331SBISeSS30<IS!&aaSS)SIS2!EISSQ!B
Chicorei WYPELIER-TAFFIN
Belgische Fabriek
In verband met pebeurlijk verkeerde onvattinoen -aneaande
zijne bewerkingen BEVESTIGT HET GEMEENTEKREDIET HET
VOLGENDE:
S^P" Het celd der bewaargevers en inteekenaars op waarden van
't GEMEENTEKREDIET wordt besteed tot leeningen aan de
Gemeenten en Openbare Besturen.
De waarden van 't Gemeentekrediet Maatschappij van Open
baar Nut zijn gewaarborgd, krachtens de Wet, door het
Bezit en de Inkomsten der Gemeenten van geheel 't Land,
dewelke rechtstreeks gestort worden door den Staat op het
Gemeentekrediet.
Deze waarborgen bereiken meer dan vijf maal het bedrag
der verbintenissen van 't Gemeentekrediet tegenover de dragers
en de bewaargevers van waarden dezer Maatschappij.
SST Dat bijgevolg, door bedoelde waarborgen, het Gemeentekrediet,
volstrekt onafhankelijk zijnde van 't zij gelijk welke Financieele
Instellingen, altijd in staat is om zijne verplichtingen tegenover
liet publiek na te komen.
Kasbons 6 maanden intrest 3,55 bruto 3,00 netto
Kasbons 1 jaar intrest 4,25 bruto 3,60 netto
Kasbons 5 jaar intrest 5,90 bruto 5,00 netto
TE POPERINGE ZICH WENDEN TOT: M. A. CROUSEL
Agent van 't Gemeentekrediet 14 - GUIDO GEZELLESTRAAT
aBaèn0B9gan3ssiaasBBBaaBBBaBiaaB®39Ba!BaBaiz!sasBaaa&aBBsaani
TWEE PRIJZEN NAAR BOEZINGE
PRACHTDIEREN TEN TOON GESTELD OP DE ALGEMEENE BELGISCHS
PRIJSKAMP TE ANTWERPEN VOOR HET SLACHTVEE
BE OS, wegende 831 ligr., bekwam in de kategoric 6 tanders, 1" PRIJS
DE VAARS, wegende 748 kgr. bekwam in dezelfde liategorie dc 2» PRIJS
Deze dieren werden ingebracht door CAMIEL VANDENBROELE, greote veehan
delaar en invoerder uit Frankrijk (Chateau Gonthier). Deze handelaar, oude
Boezingenaar, is gekend orn zijne prachtige beesten en bekwam reeds menige
prijzen. De prijsdieren v/erden gekweekt door onzen dorpsgenoot S. LEROY,
Brouwer, en ten toon gesteld door A. VAN KOORYCKS, van Ste Kruis bij Brugge.
SS3SBSQSSi3Sa8KS2ag3S3BSSB:a33SfiS3£Sa£a3&iEl£i2Ë!3i3&.2i':22g2S£S;iaB
room •txH» itscuon 1 i
:Tut»m.'COOP vöscoüSm
vriTf8-*nw iPP|f
TurPEL' VQoq vosnwéöfc
e 'mm. I
Het verluchtingsstelsel van dezen tunnel was een der moeilijkste vraagstuk
ken. Ziehier hoe het opgelost werd. Een dubbele luchtverversching wordt teweeg
gebracht door ventilators; van den eenen leant blazen zij, van de anderen kant
zuigen ze weg. De eersten Jagen versche lucht in den tunnel ter 'ijl de tweeden
de slechte lucht er uit wegzuigen.
lBBBEU!BH8aBBBBBBJBSBBBBBSflBB5eiSaBMMBaBB3;S£aaB3££BaBaRBa
GROOTE NOOD
IN ZUID-BULGARIE
Dringende hulp gevraagd aan de regeering
In Zuid-Bulgarije en bijzonderlijk in
het departement Pachmakht, heerscht
grooten nood onder de bevolking die ge
brek lijdt aan voedsel.
M. Chonogoff, volksvertegenwoordiger
uit deze streek, heeft telefonisch hulp ge
vraagd aan het ministerie van binnen-
landsche zaken, meldende dat vele fami
lies van honger dreigen om te komen.
ZITDAGEN
Dr BRUTSAERT, Kamerlid, is spreke-
lijk voor iedereen:
Te POPERINGE, in zijn huis, 's mor
gens, den Maandag en Vrijdag.
Te WERVIK, den 2" Zaterdag der
maand, van 9 tot 12 uur, in Het
Kapitel
Te IEPER, den 1" en 3" Zaterdag der
maand, van 9 Va tot 12 uur, in den Ka
tholieken Kring,
LOKAAL KATHOLIEK VOLKSHUIS
Zaterdag 13 Februari, te 8 U. Zondag 14 Februari, te 4 en 8 U.
EEN COWBOYFILM UIT DE BOVENSTE LADE. t
3
In stijgende lijn gaan da programma's der Katholieke Kinema, met als eenige
streving haar steeds groeiende clienteel in alle opzichten te voldoen.
<i Aüeen op de Wereld deed bij leder vertooning de zaal proppensvol loopen;
met de M eester - Zangers van Nuremberg wordt de zaal te klein.
DEZE PRACHTFILM ZAL ZELF DE MOEILIJKSTEN VOLDOEN!
'3iïF" Bemerk: Dit programma wordt niet vertoond den Maandag, 15 Febr. "U®
SDU
Comedie.
boeiend drama. Naar den roman
van Théophile Gautier.
DOOR DE K. A. J. WORDT DEN MAANDAG DE PRACHTIGE '43
m: LOUttDESIILM AFGEHOLD. *$3