ÜRANUM Kachel Be Meestervangers v. Nuremberg BETROUWEN OP DE GODDELIJKE VOORZIENIGHEID Geldplaatsingen - Warirbor^ ri De noodlottige politiek der Frontpartij VEEPRIJSKAMP TE ANTWERPEN EEN PEZIGE KEREÜ Kapiiaïn Fracasse Alles voor Toutou Herderlijke brief van Z. Em. Kardinaal van Roey Aartsbisschop van Mechelen. - Primaat van België laatste gebreveieerd model HET BEELD VAN JOE ENGLISH STEVIG ALS GOUD RUWE OF GECONCEN TREERDE POTASCHZOUTEN ma GEMEENTEKREDIET VAN BELGIE HUIDIGE GELDPLAATSINGEN BIJ 'T GEMEENTEKREDIET DE TUNNELWERKEN TE ANTWERPEN STAD POPERINGE KATHOLIEKE KINEMA 1. - ACTUALITEITEN EN MERKWAARDIGHEDEN Aanstaande Week Ter gelegenheid van den Vasten heeft Z. Em. Kardinaal Van Roey, volgende Herderlijke Erief gericht. ZEER BEMINDE BROEDERS, DENKT OP GODS VOORZIENIGHEID De lastige tijden, die de wereld door maakt, zijn als natuurlijk voor de chris- tene zielen een uitnoodiging om de blik ken en de harten te verheffen naar den Oppersten Meester van alle dingen en om hun gevoelens van geloof aan- en van betrouwen op de Goddelijke Voorzienig heid opnieuw te verlevendigen. De jaren van schijnbaren voorspoed en rijkdom dien wij na den vreeselijken cn rampvollen oorlog gekend hebben, en die om wille van het overvloedig en gemak kelijk leven dat zij meebrachten, den be drieglijken indruk lieten van een algc- meenen welstand, zijn, rechtuit gezegd, geen voordcel geweest voor het godsdien stig leven van de meerderheid der gelco- vigen. De lessen van deze harde beproe ving werden spoedig vergeten: zoo gaat het immers, zoodra de zon weer licht en vreugde afstraalt, denkt men niet meer aan den donkeren nacht; en wanneer men een bloeiende gezondheid geniet, dan waant men dc ziekte met haar lijden en angst ver weg. Naar allen schijn is het om aan de menschen weer het juiste be grip der dingen te geven, om hun het ijdele der stoffelijke goederen te doen aanvoelen, cm hun de geestelijke waar den ten volle te doen beseffen, dat God, volgens een raadsplan van rechtvaardig heid en tevens van barmhartige goedheid, de economische en zedelijke crisis die op alle volkeren en cp alle standen der sa menleving drukkend weegt, heeft toege laten. Nogmaals wordt het ingegeven woord verwezenlijkt: Bominus dedit, Dotninus ab'-tulit. De heer heeft gegeven, de Heer heeft ontnomen. Mochten wij er met al de vurigheid van ons hart aan toevoegen: Stemt Domino placuit, ita factum est: sit nomen Domini beneficium. Lijk het den Heer behaagd heeft, zoo is 't ge schiedt: 's Heeren naam weze gezegend Beschouwd van uit het standpunt van het geloof dat trouwens het eenige ware standpunt is heeft de droevige toestand dien' wij nu beleven onbetwist baar ook zijn lichtzijden. Ontegenspreke lijk gaan de oogen, in tegenspoed, voor nieuwe klaarheid open, en wellen er in de harten edeler en reiner betrachtingen op: alsdan openbaart zich het overwegend belang van het geestelijke en neemt de naam des Heeren zijn plaats in het leven in. Zoo moet het ook nu zijn. Tijdens het plechtig verhoor dat Paus Pius XI, op den vooravond van Kerstmis aan de Kardina len van Rome varleende, zegde Zijne Heiligheid zeer treffend: Wie ziet niet Gods hand in de menschelijke aangele genheden tusschenkomen? vtee ziet niet in, dat hetgeen de wereld met lijden overstelpt niet afhangt van menschelijke handen? Dus gehoorzamen de mensche lijke gebeurtenissen in werkelijkheid niet aan onzen wil. Zietl heel de wereld is te been, heel de wereld legt zich toe op harde studie, heel de wereld zoekt koortsachtig om de oorzaak dezer ramp, dezer alge- meene ellende te ontdekken en om red middelen er toe te vinden. En alles te vergeefs: de redmiddelen dagen niet op; en, dit doet nog pijnlijker aar, Gods hand bemerkt men niet eens, al is zij dan nog zoo zichtbaar; de gedachte aan God komt niet te binnen. Wat vermogen wij, allen, zelfs samen genomen, wat vermag gansch de wereld zonder God, wat vermag heel de wereld, indien zij, God vergeten, haar toevlucht tot God niet neemt? Zoo komt het goddelijke woord der onfaalbare en ontegensprekelijke waarhei1 wederom klaarbiijkend, ja, vreeselijk klaarblijkend, in 't geheugen: Nisi Dominus cedificaverit domum, in vanum Iaboraverunt qui oedi ficant eam. De stede, het huis, worden niet opgebouwd en worden niet verdedigd dan met God. Vandaar de noodzake lijkheid om ons met onze gedachten, met ons hart en met geheel onze zLl naar God te keeren Die krachtige woorden van Onzen Hei ligen Vader den Paus dienen diep over wogen te worden. De beproeving, de el lende, de onzekerheid waarin wij leven, zijn inderdaad een opwekking, een ver mar :ng der Voorzienigheid tot de men' schelijke ziel. Indien er ernstig gehoor gegeven wordt aan die goddelijke uitnoo diging tot geloof, tot betrouwen, tot be oefening der naastenliefde en der recht vaardigheid, dan zal de menschheid niet enkel mets verloren hebben aan echte goederen, maar zal zij daarentegen een nieuwen rijkdom van geestelijke waar den, van duurzame, eeuwige schatten die tijd en stof overtreffen, opdoen. HEBT BETROUWEN Verre van ons alle ontmoediging en te- neerdrukking! De harten dienen boven de kortstondige gebeurtenissen verheven. In tegenspoed, moet de kreet der chris- tene ziel, meer dan ooit die zijn welke de Heilige Kerk op de lippen van den Pries ter legt bij den aanvang van de prefatie der H. Mis: Sursum Corda! Hoog de Harten! Weze in volle rechtzinnigheid uw aller antwoord op deze aanmoediging: o Habemus ad Dominum. Wij verheffen onze harten tot den Heer De vurige christene ziel gaat zelfs verder en aarzelt niet er, in alle omstandigheden, aan toe te voegen: Gratias agamus Domino Deo nostro. Laten wij aan den Heer onzen God dank zeggen, omdat het waarlijk passend en billijk is, redelijk en heilzaam, dat wij U, altijd en overal dank zeggen, heilige Heer, Vader almachtig, eeuwige God. Die gevoelens van betrouwen en van dankbaarheid jegens God bezielen de op recht-trouwe harten in wonne en ln wee, wijl zij er van overtuigd zijn dat de Voor zienigheid al wat geschiedt ten slotte voor hun goed en voor hun zaligheid weet te regelen. Bijzonder geschikt, zooniet noodzake lijk, dunkt het ons, u in de huidige om standigheden deze troostvolle waarheid ln het geheugen te roepen: God ls onze Meester, God is onze Vader. Laten wij bijgevolg ons zelf aan Hem toevertrouwen; leggen wij al wat wij bezitten en al wat wij zijn in Zijne handen; erkennen wij Zijn Voorzienigheid en onderwerpen wij ons nederig en kinderlijk aan Zijn onein dig goede en rechtvaardige leiding. BESTAAN DER VOORZIENIGHEID Het ls, Zeer Beminde Broeders, een der uitstekendste weldaden van het Chris tendom het bestaan der Voorzienigheid te hebben geopenbaard. Die waarheid ligt weliswaar, niet boven het bereik van het Verstand aan zich zelf overgelaten; maar zonder het licht van het geloof zoeken de menschen naar God en vinden zij Hem slechts al tastend, ofschoon Hij niet ver van eenieder van ons af is. In Hem ech ter leven, roeren e:i •"'jn wij Bui ten den geopenbaarden godsdienst, kwa men slechts zeer weinigen tot de kennis van den persoonlijken God, Schepper en oppersten Meester van het heelal en van elk wezen, en die alles richt naar het eene denkbare doeleinde, dat is de afstra ling zijner eigen volmaaktheden. Hoe zij het ook heeten noodlot, eeuwig raadsbesluit, mecanische noodza kelijkheid, natuurlijke wetten of anders nog, vast staat het dat de arme ster velingen die het licht van het geloof moe ten derven zich overgeleverd meenen aap het blinde spel eener geheimzinnige macht die hen overtreft en verdrukt. Voor ons daarentegen heet die opper ste macht de Voorzienigheid; niet blind is Zij, maar oneindig wijs; niet kwaad doende maar rechtvaardig, goed en barm hartig voor hen die Haar in hun hart en in hun handelingen erkennen. Zij legt haar wetten cp aan het heelal; Zij leidt gauscli. den loop der geschiedenis; zij bepaalt voor leder volk den tijd van zijn Vestaan en de grenzen van zijn ge bied ir; «niet' geschiedt er in het le ven van eiken mensch buiten Haar wil of Haar toelating. HAAR BESTUUR God echter bestuurt de wezens volgens de natuur waarmee Hij hen toebedeeld heeft. Aan de rede- en willoose schep selen legt Hij onbuigbare wetten op, waarvan de werking door niets gewijzigd wordt, tenzij door Zijn eigen almachtigen wil in uitzonderlijke gevallen die men mirakelen heet. Gansch de stoffelijke orde gehoorzaamt blind aan Zijn macht. Voor God, zegt het Heilig Schrift in zijn dich terlijke beeldspraak, is de afgrond niet onpeilbaar. Hij spant de Noordpool op het ijdel uit, en aan het niet hangt Hij de aarde vast. In zijn wolken omsluit Hij de wateren en hun gewicht scheurt ze niet. Hij omhult het aanschijn van zijn troon en bedekt hem met wolken. Hij heeft een kring geteekend op het vlak der wateren tot aan de grensscheiding van licht en duisternis. De zuilen waar op de hemel rust wankelen en beven on der zijn dreigingen. Door zijn macht zweept Hij de zee omhoog, door zijn wijsheid verbrijzelt Hij haar hoogmoed. Zijn adsm heeft de wolken weggevaagd Aan den mensch echter komt een bij zondere plaats toe in de orde der Voor zienigheid. Omdat hij met verstand en wilsvrijheid bedeeld is, kan hij in zekere mate zich zelf richten. God nochtans duidt hem den weg aan dien hij hoeft te volgen, maar het staat den mensch vrij ervan af te wijken en het kwaad te kiezen. Alsdan treedt de wanorde, door den boo- zen wil van het schepsel, de wereld in: wanorde die de Opperste Rechtvaardig heid vroeg of laat herstellen moet om de lijnen van het goddelijk plan weer recht te maken. Vandaar de persoonlijke of collectieve straffen die God, in den tijd of in de eeuwigheid, aan den mensch overzendt, niet enkel om hem te herin neren aan den vereischten eerbied jegens zijn opperste voorschriften, maar ook nog 0111 de gestoorde orde te herstellen en de uitvoering ervan volgens zijn eeuwi ge raadsbesluiten te verzekeren. In den beginne, zoo luidt het Boek van den Ec- clesiasticus, schiep God den mensch, en Hij liet hem zelf beschikken over zijn lot. Zoo gij wilt zult gij de geboden onder houden; getrouw zijn hangt af van uw willekeur. Vóór u heeft Hij het vuur en het water geplaatst, naar den k nt dien gij verkiest moogt gij uw hand uitstrek ken. Vóór den mensch staan het leven en de dood: wat hij zal gekozen hebben, zal 14-2-32. - DE POPERINGENAAR. - N' 7. BI. 2. hem gegeven worden. De wijsheid immers van den Keer is groot: Hij is sterk en machtig en alles ziet Hij. Zijn oogen rus ten op hen die Hem vreezen en hij kent zelfs al de handelingen der menschen. Aan niemand heeft Hij bevel jn goddeloos te zijn; aan niemand heeft Hij toegelaten te zondigen HAAR DOELEINDE In het bestuur van de wereld en van het menschdom beoogt de Voorzienigheid steeds een doel Gode waardig. Dit doel kan ten slotte geen ander zijr. dan zijn eigen glorie, dit wil zeggen, de oneindige volmaaktheid in de ruimte en in den tijd, de openbaring van zijn wijsheid, van zijn rechvaardigheld er bovenal van zijn barmhartige goedheid. Zoo al de goddelij. ke werken zonder eenige uitzondering deze eigenschappen aanschouwelijk ma ken, is het niettemin in de zaligmaking der zielen dat zij gansch bijzonder uitschitte ren; er mag zelfs gezegd worden dat God zijne glorie verwezenlijkt door de zalig heid der uitverkorenen. God, schrijft Sint Faulus, heeft, om zijn gramschap te laten blijken en zijne macht te kennen te gevsn, met groot en lai g geduld vaten van gramschap verdragen, die gebakken waren om in stukken te vallen (hij be doelt de goddeloozen), en hij heeft ook gewild dat zijn rijke glorie blijke over va ten van barmhartigheid die Hij voor de glorie heeft gereedgemaakt (namelijk de uitverkorenen) Volgens het inzicht en in het bestuur der Voorzienigheid, is alles gericht naai* het geestelijk heil der menschen; daaraan is alles ondergeschikt: de welstand, de gezondheid, he* leven zeifs hebben slechts werkelijke waarde voor zooveel zij nuttig zi.in voor de hei ligmaking der zielen. Overweegt deze grondwaarheid, Zeer Beminde Broeders, en meteen zullen de gebeurtenissen rondom u een nieuw uit zicht krijgen. Men moet niet meenen dat God de menschen verlaat wanneer Hij hun beproevingen overzendt; meestal is hij dan het dichtst bij hen, hetzij om hen terug naar dtn plicht te voeren, hetzij om hun vooruitgang op den weg der vol maaktheid te bewerkstelligen. Beatus homo qui ccrripitur a Deo. Gelukkig zegt het Heilig Schrift, gelukkig de mensch, dien God kastijdt. Wacht er u dus voor de kast.jding van den Almachtige af te keu ren; want Hij kwetst en Hij heelt, Hij slaat en zijn handen genezen Indien dat waar is voor de enkelingen, is het ook zoo voor de volkeren. Waar het voor de volkeren ter. slotte op aankomt, is niet dat zij groeten economischen voor spoed genieten, leven in overvloed en rijkdommen opstapelen, maar wel dat zij Godes naam eerbiedigen en doen eerbie digen, dat zij getrouw blijven aan zijn heilige wet, dat zij Onzen Heer Je- zus-Christus als Verlosser en geestelij ken Koning der wereld erkennen en zijn leer- en bovennatuurlijke werking in het leer- en bestuursambt van zijn Kerk aan vaar' Helaas! is dat het schouw spel dat de meeste randen ons op dit oogenblik te zien geven? Onder voor wendsel van onzijdigheid of van laïcis- me beweren zij 01 ristus en God te kun nen missen; zij richten zich in, leven en handelen alsof er geen ander ideaal be stond dan het nastreven van stoffelijken welstand, geen andere werkelijkheid dan aardsche genietingen. Sommigen zelfs zijn zoo verblind in hun onbezonnenheid, dat zij een wreeden oorlog voeren, niet enkel tegen de Kerk, maar ook tegen de chris telijke zedenleer en tegen het begrip zelf van God: denkt aan dat afschuwelijk bol- chevistisch bewind, dat in het ongeluk kige Rusland en zelfs heel de wereld door, zijn programma van geestelijke ver nieling en tevens van economische en maatschappelijke omwenteling onmeedoo- gend uitvoert. En zeggen dat sommige re- geeringen niet afschrikken het ter hulp te komen om het te verstevigen en zijn verderfelijke werking verder te laten ont wikkelen! Al kennen wij de geheimen van de Voorzienigheid niet, en al durven wij het niet aan ze te doordringen, toch is het voldoende zijn blikken te vestigen op het ellendig beeld der hedendaagsche samenleving om geenszins verbaasd te zijn dat God door de stem der gebeurte nissen de menschen streng wil waarschu wen. Mochten zij die waarschuwing ver staan en er voor hun welzijn naar luiste ren! ANTWOORD OP SOMMIGE MOEILIJKHEDEN In het licht der waarheden waax*aan wij u zooeven herinnerden, wijken als van zelfs zekere moeilijkheden, die soms den geest te binnen schieten, wanneer er spraak is van de Voorzienigheid. a) Wanorde en verwarring bij de menschen Indien God alle dingen bestuurt, hoe komt het dan toch dat men eenerzijds zulke orde en harmonie in de natuur waarneemt, en er anderzijds vaak zulke groote wanorde, zulke bevreemdende ver warring, zulke diepe onzekerheid heerscht in de menschelijke aangelegenheden? Bit komt hier uit voort wij zegden liet u reeds dat Hij de redeloos» wezens anders bestuurt dan de menschen; de eer ste gehoorzamen aan noodzakelijke, me canische of instinctieve wetten, wijl de menschen vrij kunnen beschikken over hun handelingen voor het goede of voor het kwade. Indien zij zich aan de zede lijke wetten door den Oppersten Wetge ver uitgevaardigd onderwierpen, is het dan niet klaarblijkend dat de rechtscha penheid, de vrede, de veiligheid in de huisgezinnen en in de samenleving even als in eenieders leven zouden heerschen? Bovendien, meet de mensch, in tegen stelling met de andere schepselen die tot vernietiging bestemd zijn, beschouwd v/orden van uit het standpunt der eeuwigheid. Dan beseft men dat hetgeen op een bepaald oogenblik der geschiede nis verwarring schijnt, eenmaal wijken zal voor een volmaakte harmonie, name lijk wanneer het volledig weefsel der ge beurtenissen en de eindoplossing van al de menschelijke handelingen, lijk die van nu af reeds door de goddelijke Wijsheid gekend en geschikt zijn, voor onze blikken zullen ontsluierd worden. b) Waarom het lijden? Maar zoo er een Voorzienigheid ls, zegt men verder, waarom drukken dan zooveel kwalen op de menschheid? Waarom moe ten de arme stervelingen naar ziel en li chaam lijden? Had God niet kunnen be letten dat het aardsche leven een lijdens weg zou wezen? In het eerste göddeUfit plan nopens het menschdom, zeer ber toe Broeders, was er feitelijk geen lijden voorzien. Het Ge loof leert ons dat God den mensch schiep in een staat van volmaakt geluk waarin de natuur zelve haar aandeel had. Adam v/as het, die door het misbruik zijner vrijheid, zijn nakomelingschap in zijn val meesleepte en de jammerlijke ge volgen zijner zondige ongehoorzaamheid op haar zoowel als op zichzelf neerkomen deed. Sindsdien is de menschelijke natuur beroofd van haar buitengewone voorrech ten, onderworpen aan de wet op het lij den en op den dood. In dit nieuwe plan, nochtans, is het lijden niet enkel een de straf der zonde, maar bovendien nog, naar Gods barmhartige inzichten, lijk trouwens in de uitvoering ervan, het groote middel om zedelijke volmaaktheid te bereiken; om geestelijken opgang te be vorderen, en ten slotte om de zaligmaking der zielen te verwezenlijken. Zoolang de mensch zijn aardschen pelgrimstocht voortzet, is het lijden, onder welken vorm het zich ook voordoet, een zegen. Het doet hem immers het vergankelijke en het ijdele der tijdelijke goederen ten volle beseffen; het leert hein, vóór dat de groote dag der noodgedwongen onthech ting aanbreke, de vrijwillige verzaking beoefenen: het leert hem verder nog, dat hij slechts in het betrachten en het be minnen van het opperste Goed, van God namelijk, het ware en duurzame geluk vinden zal. Geen enkel groot en edel fi guur heeft de menschheid voortgebracht, dat niet opgeleid werd in de leerschool der beproeving en der versterving. Zonder deze leerschool, geen helden, geen marte laren, geen heiligen! Indien Jezus-Cristus, de zoon Gods, die op aarde is neergeko men om voor de menschen den weg te banen en hun den weg aan te wijzen die ten Hemel opvoert, de Man der smarten, Vir dolorum heeft willen zijn, dan is dit waarlijk zóó geschied omdat Hij geen beter voorbeeld kon geven en geen kostbaarder erfgoed nalaten dan het lij den. Wellicht zullen deze ernstige gedachten niet behagen aan hen wier gezichteinder niet verder reikt dan de stoffelijke wer kelijkheid; maar niettemin zijn zij waar heden door het christen geloof voorbehou den, vastgesteld door de ervaring en aan vaard door allen die naar den Geest oor- dselen: Animalis horna non percinit ea quos sunt Spiritus Dei: stultttla est eniin iïli, et non potest intelïigère: quia spiri- tualite examinator c) Voorspoed der boozen Dat de goeden zich bijgevolg niet ver ontrusten wanneer de tegenspoed zich on der hun dak komt vestigen, wijl rondom hen aan menschen die leven zonder God of gebod het geluk steeds toelacht.' Heb ben de Gewijde Schrijvers niet herhaal delijk geantwoord op deze vraag: Waar om genieten de goddeloozen leven en voorspoed? waarom worden zij met rijk dom toebedeeld? Luistert naar het woord van den Psalmist: Hitst u niet op omwille van de boozen, verontwaar digt u niet over hen die zondigen- Want lijk het gras zullen zij spoedig gemaaid worden; lijk het groen van de zede zul len zij verdorren; vertrouwt uw lot aan Jehovah toe en stelt u onder zijn hoede: Hij zal handelen. Uw rechtvaardigheid zal Hij doen schitteren als het licht, en uw recht als de middagzon. Weest inge togen voor Jehovah en vertrouwt op Hem; ontsteekt niet in gramschap omwille van den mensch die meeval heeft en die er in gelukt zijn booze plannen ten uitvoer te brengen AKTE VAN GELOOF IN DE VOORZIENIGHEID Zeer Beminde Broeders, houdt steeds de gedachte aan de goddelijke Voorzie nigheid levendig in uw geest. Hernieuwt dikwijls een akte van diep geloof aan deze grondwaarheid die waarde geven moet aan uw leven. Zegt in volle rechtzinnigheid Ja, Heer, ik erken uw macht, uw wijsheid, uw rechtvaardigheid, uw goedheid; ik weet dat niets aan uw heerschappij ont snapt; al wat er geschiedt in de stoffe lijke wereld, in de samenleving in het le ven van leder wezen, hebt Gij gewild, ge schikt of toegelaten; edelmoedig aanvaard ik de inzichten uwer Voorzienigheid om trent mijn persoon, al schijnen zij mij ook ondoordringbaar, omdat ik er van overtuigd ben dat zij steeds door de liefde uwer glorie en de bezorgdheid om mijn gsluk zijn ingegeven. Aan u, Heer, lof en zegen om uwe Voorzienigheid, voor de welke ik in aanbidding neerbuig! &B33BSBBBH!!j3SE!HBi3BQi3BIS3SiQESB L.F.B. 2877 Verbrandt anthraciet 10/20 en is bovendien uiterst zuinig. A!b. Denys, Poperinghe. Tel. 61. MBaBBBBBaBBSaRSBflSiSBBa&BaSBB MIJNRAMP IN VIRGIN1E Zes dooden In de anthracietmijnen van Parott, ln Virginië, heeft eene vreeselijke ontploffing plaats gehad, waarbij zes mijnwerkers ge dood werden. Rond de bespreking in de Kamer van bet wetsontwerp op het ge bruik der talen in bestuurszaken We weeen er reeds op in ons nummer van verleden week hoe de heer Van Cauweiaert over eenige dagen in de Ka mer het woord nam in de debatten waar het goldt het vlaamsch rechtsherstel. De Frontpartij, die geen oplossing zoekt, maar enkel ruzie in de katholieke rangen betracht, werd hare haatstrooiende poli tiek door den heer Van Cauweiaert aan gewreven en vond er geen antwoord op. 't Westland 14 dagen geleden, drukte een artikel over nopens die kwes tie uit De Schelde geteekend door Borms en act zoo jiaar verwarringswerk voort. Op bedoeld artikel werd door heer Van Cauweiaert klaar geantwoord en ln de Kamer venden de vertegenwoordigers der Frontpartij er niets op te zeggen. t West- land echter rept daar niet over. Wij willen echter ons volk eerlijk in lichten en hierom houden wij eraan het slot der redevoering van den heer Van Cauweiaert, in ds Kamerzitting van 28 Januari uitgesproken, in zijn woorde lijken tekst v/eer te geven, opdat wij nooit beter de drogredenen, door de Vlaamsche Nationalisten aangevoerd, om hunne zie kelijke, en soms kinderachtige politiek te rechtvaardigen, zoo doorslaande hoorden weerleggen. Mijne hseren, dit is hetgeen ik over het critisch gedeelt» ;ton den heer Vos had te zeggen. De heer Vos heeft echter ook gemeend dat dit wetsontwerp zou zijn het paard van Troja in de Belgische vesting Vooreerst zullen wij nog moeten onder vinden of die meening van den heer Vos zich ook uiten zal bij de stemming; dan wel of de leden van de Frontpartij op dit oogenblik nog eens klink zuilen trekken, zooals het geval was met het wetsvoorstel betreffende de vervlaamsching der Gent- sche Hoogeschool. Maar ook zonder hen, krijgen wij het wetsontwerp er wel door. De houding der Frontpartij heeft voor ens dus praktisch nist veel belang. Maar de heer Vos, sprekende over het paard van Troja, heeft zich te gemakkelijk la ten verleiden door zijn klassieke herinne ringen. Met dit voorstel is niets geheim zinnigs, noch dubbelzinnigs bedoeld. De beginselen zijn duidelijk en wat ze mee brengen in de toekomst is voor ieder dooraichtbaar. Wat mij en mijn vrienden betreft, wij hebben steeds in alle op rechtheid kunnen verzekeren dat wij geen bestuurlijke scheiding in dit land willen. Vlaanderen heeft voor zijn heil deze scheiding niet noodig. Wij vragen enkel de erkenning van de eentaligheid van Vlaanderen zoowel als van de eentalig heid van Wallonië, en het is gewenscht dat de splijtvlam die zich in de na-ocr- logsche atmosfeer zoo voorspoedig heeft ontwikkeld, door een definitieve en rechtvaardige taalregeling zou kunnen worden gedoofd. In strijd met wat de heer Vos voor spelde, blijf ik de overtuiging toegedaan dat dit wetsontwerp er zal toe bijdragen om de eenheid van het land te verstevi gen, terwijl deze eenheid op de oude basis op den duur niet houdbaar was. Die eenheid kan alleen worden verzekerd door gelijken eerbied voor de rechten van ieder gedeelte van het land. Wordt die gelijkberechtiging zorgvuldig in acht genomen, dan zal de kalmte in de Vlaamsche gemoederen terugkeeren, en dan zullen de Vlamingen inzien dat het behoud van de Belgische eenheid niet een nadeel maar een wezenlijk voordeel voor Vlaanderen is. De Frontpartij heeft in hare trage en moeilijke pogingen om een ander statuut voor Belgie uit te denken dan het grond wettelijk eenheidsstatuut eens te meer het bewijs geleverd, dat zij op unvrucht bare wegen doolt Sn het weze mij cok toegélaten het door" haar ingediende voorstel tot grondwetsherziening ook in een dierenbeeld te zien. Het beeld zal niet ontleend zijn aan de oude litteratuur, maar simpel aan volksgelegenheden, zoo als onze jaarlijksche fooren. Het ontwerp door u, mijnheer Vos, me- deonderteekend, laat het me toe het zoo te zeggen, is een kemel, maar een kemel van een bijzondere soort. Een kemel met twee hoofden, of liever eigenlijk een dub bele vergroeide kemel met drie hoofden, twee waterhoofden een Vlaamsch en een Waalsch en daar tusschen een klein Belgisch verschrompeld hoofdje. Zulk een dier, wanneer het het licht der openbaarheid zal zien, door de discussie voor het parlement, zal zeker niet nala ten de belangstelling van het publiek ten zeerste op te wekken. Maar ieder zal bij een enkelen oogopslag moeten bekennen dat het niet leefbaar is. En omdat het niet leefbaar is, is het ook niet gevaarlijk. De toestand die het meeste gevaar ople vert voor Vlaanderen en ook voor Belgie is wel deze, dat men uv/e voorstellen niet voldoende critisch onderzoekt, dat men niet voldoends nagaat de houdbaarheid van uwe stellingen, de degelijkheid van uwe ontwerpen. Wanneer Vlaanderen tot dit kritisch inzicht zal komen, zal de ont goocheling groot zijn, en ook in kringen waar men thans nog met frontpolitiek hoog oploopt. Wanneer de geschiedenis ln de doktor thesis door den heer Vos verwacht spre ken zal over het beruchte ontwerp van den heer Vos en zijne vrienden, zal men zeggen dat het een misvormd kind was, waarvan de ontvangenis niet verwonderen zal, maar ook het verder lot niet te be twijfelen viel. Het is inderdaad een kind van bittere gevoelens, zelfs een kind van den haat. De heer VOS: Aanziet me, mijnheer Van Cauweiaert, zie ik er dan zoo haat dragend uit? De heer VAN CAUWELAERT: Vol strekt niet, doch de haat voor Belgie is een groote opwekker geweest in uw partij. Maar, wanneer de geschiedenis over u, mijnheer Vos, spreken zal, zal er welwil lend begrijpen zijn, doch de geschied schrijver zal voor u en nog ander goede geesten uit uwe beweging er aan toevoe gen: Hoe jammer dat die menschen niet vroeger hun ongelijk hebben ingezien En nochtans, ondanks dit alles, on danks uv/e misleiding en uwe negatieve resultaten, ondanks de vele bitterheid welke door uwe partij over de velden van Vlaanderen gestrooid ls, zeg ik dat gij er toe bijgedragen hebt om sommige hard- hoorigen te doen begrijpen, om aan som mige geesten welke hopeloos voor het taalvraagstuk gesloten schenen, de oogen voor Vlaanderens rechten te openen. Maar daarbij bepaalt zich uw verdienste. Daarbij bepale zich ook uw zending. Nu wij den nieuwen dag, den dag van recht- doening zien oplichten, volhardt thans niet langer op den verkeerden weg. Sluit u aan bij degenen welke geen ander doel hebben dan Vlaanderen zoo hoog moge lijk in zijne zedelijke en stoffelijke krach ten op te tillen. Vlaanderen heeft al onze krachten noodig om de ontwikkeling van zijn kültuur te verzekeren, Vlaanderen heeft al onze krachten noodig om vreed zaam maar hardnekkig zijn volle plaats in dit land te eischen. Sluit u aan bij degenen die den vrede willen en die ln een atmosfeer van mildheid en verdraag zaamheid op positieve wijze willen bou wen aan de grootheid van Vlaanderen. (Zeer wel! en levendige toejuichingen op de banken der rechterzijde. De rede naar wordt door zijn politieke vrienden gelukgewenscht) saBBBagiassaBiEBO^aEB&ssa&iafEaa LEVEND VERKOOLD OP 94 JAAR OUD In een huisje der rue Lamartlne, te Lu- chon, woonde de 94jarlge Jufvrouw Surre. Een geweldige brand brak in dit huis uit. Wanneer de pompiers ter plaats kwamen, stond het huis in lichte laaie. Nadat het vuur uitgedoofd was, vond men ln de pulnen het verkoold JJJk der pude wouw.. SS IN HET WERKHUIS VAN BEELDHOUWER KAKEL AUBROECK Wij hebben het genoegen gehad den beeldhouwer Karei Aubroeck in zijn werkhuis aan den arbeid te zien. Har telijk werden we door den artist-van- den-beitel ontvangen. Bij onze binnen komst werdsn we getroffen door de groote afmetingen in de hoogte en ruimte van het werkhuis, een noodzakelijkheid voor het boetseeren der énorme groote afmeting der hoekbeelden van het IJzer monument; een reuzenwerk, dat alleen door kunstenaars van eerste gehalte kan gecreëerd worden. Wie de laatste Ijzerbedevaart heeft medegemaakt, weet dat het eerste hoek- beeld, gewijd aan Renaat De Rudder, reeds is geplaatst en ingewijd geworden. Groot- sclie, indrukwekkende martelaar-figuur uit de menschen-slachting van 1914-1918! Wat zou het tweede, thans ontworpen hoekbeeld van den genialen beeldhou wer ons geven? Na een blik te hebhen geworpen ln de inopbouwaijnde luchtige zijkamer, stonden we alopeens, in het hoog om muurde werkhuis. «Hier moet ge staan», zei Aubroeck. Hij leidde ons tot midden van de ruime plaats, en vandaar aagen we, achter een stellage, waarvan de houten bevloering mekanisch kon op en neer worden be wogen, tegen den wand... het in klei aarde geboetseerde beeld van den, in lijden gestorven etser-teekenaar Joe En- giish, in reuzengestalte bijna heel de vlakte van den vloer tot het dak inne men... Een gevoel van bewondering voor die machtige schepping, ontnam ons bijna de spraak... Het leven, da symbo lische kracht, die er van uitging, over meesterde ons zoodanig, dat we stilzwij gend de hand drukten van den schepper, van dit reuzenkunstgewrocht. In den gebogen linkerarm houdt Joe een gebroken O. L. Vr. kunstbeeldje, aldus de door den oorlog gebroken kunst verzinnebeeld, wijl den rechter arm hoog opgeheven, het moordend geweld van den oorlog afweert, symbolizeert het reuzen beeld als een épes, den kreet der vol keren om vrede en liefde op aarde. Een tijd lang stonden we sprakeloos, 't oog onafgewend van dit heerlijk schoon kunstgewrocht, dat de glorie zal zijn der Ijzerbedevaart van 1932. Onze ontroering weer meester, gingen onze gedachten naar de materieele uit werking van het reuzenbeeld en op onze vragen antwoordde de beeldhouwers: De hoogte van het beeld ls ruim 9 meter de breedte 2,25 m. Er is circa voor de boetseering 18.000 kilo klei aan ver werkt, waarmede de steenbakkers 15.000 karreelsteenen zouden kunnen maken! Voor de mouleering zal 4000 kilo plaaster noodig zijn. Afgewerkt in beton met een bewapening van ruim 2000 kilo Ijzer en in keienmozaïk zal het beeld 28.000 kilo wegen... Om een gedacht te geven van de af meting der verschillende lichaamsdeelen, zij het genoeg te zeggen, dat één enkele voet, van den hiel tot het uiteinde der teenen 1,05 m. bedraagt. Wij drukten den vurigen wensch uit ,dat dit overschoone kunstwerk ongw schonden zijn plaats van bestemming moge bereiken, waar het de grootschheld van het IJzermonument en de uitstra lende macht op het vollesgemoed in hooge mate zal versterken. Na nog ander beeldhouwwerk van den Meester te hebben in oogenschouw ge nomen, namen we afscheid, in de vaste overtuiging, dat Karei Aubroeck den weg opgaat, om een der roemvolste kunste naars van Vlaanderen te worden. L. SCHELTJENS. fiassBaassBssaasaasssasasBsaBB Ter gelegenheid van da waardevermin dering van het engelsch Pond Sterling, werd de overeenkomst, gesloten tusschen de regeering en de Nationale Bank van Belgie, besproken. Sommige menschen, minder op de hoogte van al die financieele vraagstukken, be gonnen te twijfelen aan de stevigheid van onze nationale munt. Laat ons maar vlug alle misverstand uit den weg ruimen. Het goud-incasso van de Nationale Bank bedraagt heden meer dan 12 milliard 784 millioen fr. Nooit kende ons land een grooter voorraad goud. Onze bankbiljet ten zijn gedekt voor meer dan 65 goud. Nogmaals, dit is de hoogste verhou ding die v/ij in Belgie gekend hebben. Zij is hooger dan de verhouding goud tot bankbiljetten, in de andere banken van uitgifte van het buitenland. Gedurende het jaar 1931, bedroeg het goud-deposito der Nationale Bank, meer dan 6 milliard lrank. Het is dan ook met reden dat de ver' slaggever van de Commissie van Financie van den Senaat, mocht verklaren dat de finantieele toestand van ons land bij' zonder stevig is. We mogen dus ons vol ledig vertrouwen in onze munt behouden. iHHBa&DBgBBaBBaBaEBBBBiaBBfl Wij hebben reeds gezegd dat dit sei zoen eene zeer sterke vraag bestaat voor de verschillende potaschmesten. Het is ook niet zonder belang te no- teersn dat de geconcentreerde of rijke zouten immer meer de ruwe of arme zouten vervangen. Deze verandering in de gewoonten onzer landbouwers kan men wel begrijpen indien men bedenkt dat de geconcentreerde zouten bijzonder voor- deelig zijn. De prijs der eenheidspotasch in de geconcentreerde zouten is ongeveer dezelfde als in de ruwe zouten want het verschil van drie centiemen per kilogram zuivere potasch is gansch onbeduidend. Daar men drie maal zooveel sylviniet- kaïnlet 14 als chloorpotasch 40 ge bruiken moet om eene gelijkwaardige potaschbemesting toe te passen, zijn al de onkosten die de landbouwer moet doen vanaf de ontlading van den wa gon tot de uitstrooiïng, verdriedubbeld voor de ruwe zouten. Bemerken wij ook, dat de geconcen treerde zouten laattijdiger in de Lente kunnen worden uitgestrooid als de ruwe zouten. Eindelijk, dient nog gezegd te worden dat de geconcentreerde zouten de land bouwer toelaten zeer sterke hoeveelheden uit te strooien. Dit is niet zonder belang als men nagaat dat de sterke hoeveelhe den in menig geval de voordeeligste uit slagen leveren, zoowel wat de opbrengst aangaat als de netto winst. ess in ENGELSCHE BURGERZIN De volgende maand vervallen voor En geland groote bedragen, verschuldigd we gens inkomstenbelasting. In het geheel moet ongeveer 200 millioen pond sterling opgebracht worden en de overheden heb ben uitdrukking gegeven aan hun ver trouwen, dat dit bedrag vóór 31 Maart, den einddatum van het belastingjaar, binnen zal zijn. Veel opvallende voorbeel den van daadwerkelijken burgerzin wor den vermeld, zooals van belastingbetalers die afzagen van hun recht om te veel betaalde belasting terug te krijgen en van personen die hun extra-belastingen vooruit betaalden en soms nog meer be taalden dan zij verplicht waren. Vrijwillige giften van geldsommen, van af vijftien pence tot honderden ponden sterling, zijn bij de schatkist binnenge komen en ook zijn andere giften in den vorm van juweelen en andere kostbaar heden ontvangen. De belastingoverheden hebben verklaard, dat sinds den oorlog nog niet een dergelijk bewijs is gegeven van den vastberaden wil van het volk om een crisis te bestrijden. IBHBS331SBISeSS30<IS!&aaSS)SIS2!EISSQ!B Chicorei WYPELIER-TAFFIN Belgische Fabriek In verband met pebeurlijk verkeerde onvattinoen -aneaande zijne bewerkingen BEVESTIGT HET GEMEENTEKREDIET HET VOLGENDE: S^P" Het celd der bewaargevers en inteekenaars op waarden van 't GEMEENTEKREDIET wordt besteed tot leeningen aan de Gemeenten en Openbare Besturen. De waarden van 't Gemeentekrediet Maatschappij van Open baar Nut zijn gewaarborgd, krachtens de Wet, door het Bezit en de Inkomsten der Gemeenten van geheel 't Land, dewelke rechtstreeks gestort worden door den Staat op het Gemeentekrediet. Deze waarborgen bereiken meer dan vijf maal het bedrag der verbintenissen van 't Gemeentekrediet tegenover de dragers en de bewaargevers van waarden dezer Maatschappij. SST Dat bijgevolg, door bedoelde waarborgen, het Gemeentekrediet, volstrekt onafhankelijk zijnde van 't zij gelijk welke Financieele Instellingen, altijd in staat is om zijne verplichtingen tegenover liet publiek na te komen. Kasbons 6 maanden intrest 3,55 bruto 3,00 netto Kasbons 1 jaar intrest 4,25 bruto 3,60 netto Kasbons 5 jaar intrest 5,90 bruto 5,00 netto TE POPERINGE ZICH WENDEN TOT: M. A. CROUSEL Agent van 't Gemeentekrediet 14 - GUIDO GEZELLESTRAAT aBaèn0B9gan3ssiaasBBBaaBBBaBiaaB®39Ba!BaBaiz!sasBaaa&aBBsaani TWEE PRIJZEN NAAR BOEZINGE PRACHTDIEREN TEN TOON GESTELD OP DE ALGEMEENE BELGISCHS PRIJSKAMP TE ANTWERPEN VOOR HET SLACHTVEE BE OS, wegende 831 ligr., bekwam in de kategoric 6 tanders, 1" PRIJS DE VAARS, wegende 748 kgr. bekwam in dezelfde liategorie dc 2» PRIJS Deze dieren werden ingebracht door CAMIEL VANDENBROELE, greote veehan delaar en invoerder uit Frankrijk (Chateau Gonthier). Deze handelaar, oude Boezingenaar, is gekend orn zijne prachtige beesten en bekwam reeds menige prijzen. De prijsdieren v/erden gekweekt door onzen dorpsgenoot S. LEROY, Brouwer, en ten toon gesteld door A. VAN KOORYCKS, van Ste Kruis bij Brugge. SS3SBSQSSi3Sa8KS2ag3S3BSSB:a33SfiS3£Sa£a3&iEl£i2Ë!3i3&.2i':22g2S£S;iaB room •txH» itscuon 1 i :Tut»m.'COOP vöscoüSm vriTf8-*nw iPP|f TurPEL' VQoq vosnwéöfc e 'mm. I Het verluchtingsstelsel van dezen tunnel was een der moeilijkste vraagstuk ken. Ziehier hoe het opgelost werd. Een dubbele luchtverversching wordt teweeg gebracht door ventilators; van den eenen leant blazen zij, van de anderen kant zuigen ze weg. De eersten Jagen versche lucht in den tunnel ter 'ijl de tweeden de slechte lucht er uit wegzuigen. lBBBEU!BH8aBBBBBBJBSBBBBBSflBB5eiSaBMMBaBB3;S£aaB3££BaBaRBa GROOTE NOOD IN ZUID-BULGARIE Dringende hulp gevraagd aan de regeering In Zuid-Bulgarije en bijzonderlijk in het departement Pachmakht, heerscht grooten nood onder de bevolking die ge brek lijdt aan voedsel. M. Chonogoff, volksvertegenwoordiger uit deze streek, heeft telefonisch hulp ge vraagd aan het ministerie van binnen- landsche zaken, meldende dat vele fami lies van honger dreigen om te komen. ZITDAGEN Dr BRUTSAERT, Kamerlid, is spreke- lijk voor iedereen: Te POPERINGE, in zijn huis, 's mor gens, den Maandag en Vrijdag. Te WERVIK, den 2" Zaterdag der maand, van 9 tot 12 uur, in Het Kapitel Te IEPER, den 1" en 3" Zaterdag der maand, van 9 Va tot 12 uur, in den Ka tholieken Kring, LOKAAL KATHOLIEK VOLKSHUIS Zaterdag 13 Februari, te 8 U. Zondag 14 Februari, te 4 en 8 U. EEN COWBOYFILM UIT DE BOVENSTE LADE. t 3 In stijgende lijn gaan da programma's der Katholieke Kinema, met als eenige streving haar steeds groeiende clienteel in alle opzichten te voldoen. <i Aüeen op de Wereld deed bij leder vertooning de zaal proppensvol loopen; met de M eester - Zangers van Nuremberg wordt de zaal te klein. DEZE PRACHTFILM ZAL ZELF DE MOEILIJKSTEN VOLDOEN! '3iïF" Bemerk: Dit programma wordt niet vertoond den Maandag, 15 Febr. "U® SDU Comedie. boeiend drama. Naar den roman van Théophile Gautier. DOOR DE K. A. J. WORDT DEN MAANDAG DE PRACHTIGE '43 m: LOUttDESIILM AFGEHOLD. *$3

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1932 | | pagina 2