Rerum=Novarum SAMARITAN A Bi/Scheren TooneeS IIP? KATHOLIEK NIEUWSNOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD Oorlog, Vrede êt Dienstweigeraars Een kijkje ia hst werkelijk leven BOERENWEELBE IN T WESTLAND M E L 0 T T E WEEKBLAD i 35 CENTIEMEN. Bi ZONDAG 1 MEI 1932. TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleine berichten per regel 1,00 fr. Kleine berichten (minimum) 4,00 fr. 1 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur. Berichten op 1" bl per regel 2,50 fr. Berichten op 2" bl. per regel 1.75 fr. Berichten op 3° bl. per regel 1.50 fr. Rouwber. en Bedank, (min.) 7.00 fr. Te herhalen aankondigingen; prijs op aanvraag. Annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. - Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. "DE POPERINGENAAR Uitgever SANSEN-VANNESTE POPERINGE Telefoon Nr 9. - Postch. Nr 15.570. Abonnementsprijs tot einde 't Jaar: voor Belgie per post 12.40 te storten op onze postcheckrekening met volledig adres; voor Frankrijk 27.65 voor andere landen 81.15 te zenden per internationaal post- mandaat met juiste adres. GEZINSOPVOEDING Hl I GASTON EN EUDOXIE TOOMLOOS Gaston en Eudoxie waren kinderen van bemiddelde ouders, wonende ln een stadje van ome Provincie. Wat bracht hun geboorte toch vreugde en zaligheid mede: een zoontje en een... dochtertje, hoe goed toch verdeeld, 't was een koningswensch! Gaston zou eens de steun, de trots en de roem van Papa zijn, en Eudoxie zou de troost, de fierheid, de fee, dus de ko ningin, van Mama wezen. En waarlijk, beide kinderen beloofden voel voor de toekomst: wakker, verstan dig, lief, schoon als... de Hoop... Onze juweeltjes werden ol 't moet niemand verwonderenmet over dreven teederheid, én door de ouders dat was natuurlijk én door de dienst boden uit vleierij én door de bezoe kers uit hoffelijkheid behandeld en waarlijk vertroeteld!... Hoe jammer, niet waar? Van hun eerste jaren af zagen ze al hun verlangens, billijke en gekunstelde, zelfs hun grilletjes voldaan. Hoe schade lijk niet waar? VERWEEKING EN HOOGMOED wer den tn de hand gewerkt: te veel loftui- gingen, te veel lekkernij, te veel speelgoed, te prachtige kleederen, te veel gemak, te prinselijke opdiening, te veel VRIJHEID... Hetzelfde gebeurt inaar al te dikwijls op onze dagen. Hun kortzichtige ouders vergaten maar al te veel dat er Iets heel gewichtigs ont breekt in een opvoeding, waar het kind ook niet wat te recht komt in de school van wederwaardigheid en tegenspoed. Ja van jongs af moet het kind zoetjes ver hard en toegerust worden in den STRIJD VOOR HET LEVEN! Wat gebeurde er verder? Papake lief, gevleid en gestreeld door zijn slim fijn dochterken had er weldra een handje van zijn Eudoxie te koesteren en te be voorrechten, en, Mamake-zoet gevoelde een heel bijzondere liefde voor haar knap pen, fleemenden Gaston. Ja maar onze twee doortrapte suiker- kindjes wisten weldra o zoo goed profijt uit die teedere voorkeur te trek ken. Daaruit ontstond er niet alleen een droevig en veel herhaald twisten en hot- sebotsen tusschen broeder en zuster... maar helaas zelfs tusschen vader en moe der, wier huwelijkshemel tot dan toe on bewolkt was gebleven! Verstandige lieden trokken er soms heel bescheiden en voorzichtig de aandacht op; hoe onredelijk het toch is kinderen zon der regel en zoo in volle vrijheid te laten opgroeien. «O!» antwoordde Mama, «ze zijn nog zoo jong!... Zij zullen later gelegen heid genoeg hebben om wijzer te wor den... Mis, Mama, grootelijks mis!... Hetgeen aan een kind, wanneer het bijv. volop tot de Jaren van verstand is geko men, niet geoorloofd is, mag ook vóór dien tijd niet toegelaten worden, en wat een kind ln latere jaren doen moet wor de reeds zoo vroegtijdig mogelijk bij het- zefdc tot gewoonte gemaakt. De goede opvoeding moet zoo jong mogelijk, ja zelfs bij de geboorte beginnen: Voorkomen is veel beter en veel gemakkelijker dan uit roeien. Wat was nu het gevolg van die dwaze handelwijze der ouders?... Gaston en Eudoxie steeds meer gehoor gevend fian hun zucht naar vrijheid, wilden niet al leenlijk de dienstboden, maar ook mal kander totaal onderjukken. Zelfs het ge zag van Mama en Papa leed meermaals schipbreuk tegen hun scherpe en harde klippen: vrijheid en heerschzucht, groote kwalen van onzen tijd! De fiere en lee- lijke weerbarstigheid toonde maar al te veel haar zuur gezicht en pruilende tro nie, de valsche nijtïen, de booze moed wil zetten zeer dikwijls de kinderen vij andig tegen elkander op, de wreede ti ran opstand sloeg zijn zetel neer, on- eenigheid, tweedracht en wanorde troon den meer dan eens met hun ellendige ge volgen in dit huisgezin, dat zoo eendrach tig en tevreden had kunnen zijn, en ver nielden er alle geluk... Mama zuchtte meermaals ln stilte Hoe toch heel jonge kinderen als een kruis in 't huis kunnen zijnen Papa gaf al dikwijls en luidop zijn kwade luim ln die klaagwoorden lucht. Hij was som tijds bij zulke uitvallen zoo slecht gezind, Ja zoo hevig opgewonden dat hij sloeg en wierp met al wat onder zijn handen viel, en niet alleen Gaston, maar zelfs zijn Eudoxie zou gedegen en ja geschopt hebben... Geen half uur later was hij weder dan de zwakke overteedere papa van te vo ren! Zoo leerden, die kinderen helaas aan schouwelijk en practisch hoe ze hevig ongeduld en groote gramschap moesten botvieren... Welke schromelijke gevolgen moet dat hebben' In de oogen der wereld, in hun eigen oogen met betrekking tot andere kinde ren misschien ook schenen Gaston en Eudoxie vrij, onafhankelijk... en in wer kelijkheid waren het slaven, echte slaven van hun driften! De ware tevredenneid, de zoete kalmte kenden zij niet: steeds nieuwe behoeften, altild nieuwe behoef ten, altijd nieuwe lusten, Immer nieuwe eischen... onmogelijk ze al te voldoen en onmogelijk ze... te bedwingen, zij die wei nig of niet leerden hun verlangens te be perken en zich te bevredigen met hetgeen zij hadden... Onze suikerkindjes opgebracht ln de verweeking, overgevoelig voor het minste lijden, zij zuchten, weenden en treur den dieper voor een beuzelarij, een kleine teleurstelling dan meer geharden bij de grootste wederwaardigheden en de zwaar ste tegenkomsten. Arme slaven van een dwaze opvoeding in de eerste jeugd, in de kinderjaren dus! heeft gebracht. De afschaffing van den oorlog is slechts mogelijk door den vol- ledigen uitbouw van de Internationale rechtsorde, van de universeele arbitra ge... We moeten aan den staat het oorlogsrecht ontnemen om de verdediging van het recht toe te vertrouwen aan een hooger internationaal organisme. Hoe moeten we praktisch tegenover dienstweigering staan? Tegenover leger en oorlogsdlenst zijn 2 plichten te onderscheiden: gehoor zaamheidsplicht en politieke plicht. a) De gehoorzaamheidsplicht.'Wij zijn verplicht te gehoorzamen aan de over heid zoolang deze ons geen zondige daad beveelt. Welnu dit princiep aangenomen, is het gansch onmogeli jk dienst te wei geren ln vredestijd. Het feit zijn leger dienst te verrichten is geen zondige daad. Hoe men over dlej:.„„ fcSgcriag ln oor logstijd moet oordeei.ri.i ls hooger uit eengezet. Onzinnig is het te eischen, merkt Pater Lauwers aan, dat de Kerk zou tusschenkomen en aanwijzen of er een rechtvaardige oorlog is. Vooral bij het losbreken van den oorlog, ziin de toe standen zoo Ingewikkeld, dat de Kerk onmogelijk klaar kan zien en de schul digen treffen. De Kerk is daarom ver plicht te zwijgen over de schuld en kan enkel de volkeren tot vrede aanzetten. b) De politieke plicht. Dienstweigering wil zijn een actie tot afschaffing van den oorlog, zelfs door formeela onge hoorzaamheid aan een rechtmatig bevel. Die weigering zijn plicht tegenover zijn land te vervullen kan de katholieke mo raal niet goedkeuren, maar wel de actie tegen den oorlog. In onze democratische landen heeft leder den dringenden plicht het algemeen welzijn van zijfl volk en van de wereld te bevorderen door de vredesactie, die dsn oorlog voor altijd uit de wereld wil. Om den oorlog af te schaffen ls abso lute dienstweigering niet alleen onrecht vaardig, maar ook ongeschikt. De oorlog is een wanverhouding tusschen twee ge meenschappen; die zaak dient daarom opgelost te worden, niet ln de staatsorde, maar wel in de internationale orde. Er hoeft dus minder geschreeuwd te wor den over dienstweigering, er moet meer geijverd worden om door den invloed van de openbare opinie de rechtsorga nisatie van de internationale gemeen schap te volmaken. Dus de conclusie moet niet zijn DIENSTWEIGERING, maar wel VRE DESACTIE. Dienstweigering ls immers negatief, vredesactie ls positief. Vredesactie ls meer dan ijveren tegen den oorlog. Door dienstweigering beletten wij misschien dat oorlog kan gevoerd worden, maar door dienstweigering ls er nog geen vrede. Vrede wordt langzaam opgebouwd eerst in het bewustzijn der volkeren, dan in de politieke en rechterlijke vormen van de Internationale gemeenschap, schap. Luisteren wij naar de stem der Pausen, die steeds tegen den oorlog en voor den vrede hebben gesproken. Strijden we tegen den oorlog, die mon sterachtige menschenmoord, die zekere zelfmoord. IJveren wij voor den wereldvrede, want er is niets van meer belang dan voor Europa het oorlogsgevaar te be zweren en daarom ook moet alles, wat te dien einde gedaan wordt, beschouwd worden als een werk ten bate van het algemeen welzijn.» (Paus Leo XIII).» W I geen stukgaan en pijn |t meer en ook geen na* «f schrijnen c!er huid, als men vóór het inzeepen Trof de huid even inwrijft met slechts een weinig Is deze historie lang, te verwonderen is 't niet, een vrouw is hier aan t woord. De Keer ging naar Galllea en moest door het ongastvrije Samarië. 't Was rond de noenure, toen Hij bij den waterput neer zat, alleen, vermoeid en dorstend, terwijl zijn leerlingen weg waren om mondvoor raad. Een Samaritaansche vrouw kwam met een kruik op haar hoofd om water. De Heer, hoewel moe en uitgeput, ontzag geen moeite; er was een arme schaap te redden. Joden en Samaritanen deden 't niet te gare, tegenover malkaar stonden ze eer der vechtensgereed. De Heer vroeg niet eerst: Toon mij uw eenzelvigheldskaart Hij deed niet aan eng nationalisme en Kleingeestige rasgeschillen. Geef mij te drinkenwas de inlei ding van zijn zieledorst. Hoe komt het dat gij, een Jood, van mij, een Samaritaansche, te drinken vraagt? Hij die voor anderen door een heerlijk wonder, water in wijn veranderde; Hij die zelf geen slokje water, ln zijn naam gegeven, kan onbeloond laten, bedelt wat men aan niemand weigert, ook niet aan een gekwetsten vijand op het slagveld. Hij vraagt zoo weinig om zooveel te meer te kunnen weeregeven. Hij vraagt aan den mensch juist dat wat men minst Hem geeft, precies dit offer dat ons meest moei te kost en dat we sinds lang weigeren. Indien gij de gave Gods kendet en wist wie het is die u zegt: Geef mij te drinken zoudt gij er zelf gevraagd heb ben en Hij zou u levend water hebben ge geven. De vrouw verstaat dat woord niet, diep grondiger dan de put, ze weet niet dat ze ook den Gever zou kennen, kende ze maar de gave. Daarom antwoordt ze al lachend: Heer, gij hebt niets om water te schep pen en de put is diep, van waar haalt gij uw bronnewater, of zijt gij misschien meer dan onze vader Jacob die ons dezen put bezorgde en zelf daaruit dronk, hij, zijn volk, en zijn vee. Schertsend doet zij een tafereel ontrol len uit den ouden tijd, 't ls een heel pa norama. Na haar scheef antwoord, wedervoer de Heer: Alwie van dit water drinkt, zal weder om dorst krijgen, doch wie drinkt van het water dat Ik hem geven zal, die zal in eeuwigheid geen dorst meer lijden; want het water dat Ik hem geef zal ln hem eene bron doen ontspruiten die springt tot het eeuwig leven. De vrouw begreep niet over welke soort van Top-bronnen de Heer sprak en als practisch menagiewijf en ook een weinig nieuwsgierig gelijk andere Eva's dochters: Heer, geef mij van dit watertje vroeg ze, dat ik geen dorst meer krijge en niet meer naar hier moet komen putten, zoo verre. Zij kent nog de gave Gods niet, doch wanneer zij ook maar een teugje zal ge proefd hebben van 't genadewater, dan zal ze walgen van haar zoutwater des verledens. Haar ellendig verleden zal de Heer voor haar ophalen met de minste bijzonderhe den uit den diepen put. Hij fronste de wenkbrauwen niet, bekeef haar niet, toon de zich eerder meegaande en toegevende. Ga uwen man roepen en keer weer. Mijn man? Ik heb er geen. Dubbelzinnig sprak ze, twee gedachten had ze, één dat ze zei en één dat ze zweeg, lijk 't vrouwvolk dat kan. «Gij zegt wel: «Een man heb ik niet», want gij hebt er al vijf gehad en deze waarmee gij nu leeft ls ook uwe man niet, ge hebt de waarheid gezegd. Onthutst dacht zijHoe weet die vreemdeling dat alles? Hij ziet mij voor den eersten keer en hij onthult mijn his torie. Verbaasd en verrukt riep zij uit: Heer, ik zie dat gij een Profeet zijt. Het ijs was gesmolten. De Heer gaf haar geen slagen; men slaat geen vrouw, zelfs niet met een roos. Zijn goed woord trof haar. Nu nam zij de zaak ernstiger op, ze zag dat ze met een Godsgezant te doen had en met een begin van geloof in de eerste schemering der waarheid, vroeg zij om 't gesprek af te leiden op een ander punt. Onze Vaderen aanbaden op dezen berg, en gij lieden zegt dat te Jerusalem de plaats is, waar men aanbidden moet. Hij wil haar niet beschaamd maken maar verbeteren. Vrouw, geloof mij, de uur komt dat gij noch op dezen berg noch te Jerusalem den Vader zult aanbidden. Ik weet dat de Messias komt «Dat ben Ik die met u spreek....» Plechtig roerende stond. De Heer ver scheen haar niet in een vizioen maar wer kelijk, niet incognito maar met vooraf gaande officieele bekendmaking. Hij stond daar vóór haar, Deze naar wien zooveel geslachten reeds verlangd hadden. Eerst had Hij haar gezeid wie zij was en daar na zegde Hij wie Hij was. De Heiland, op twee stappen van haar, de Ziener, die ln haar ziele leest, de Gezaghebbende, de almachtige Wonderdoener ver scheen aan zulke modderziel, een heiden- sche of schismatieke in echtschennis-le- vende vrouw. Zij moest niet biechten, de Heer zei zelf wat ze uitgemeten had, Hij ontsluierde de verborgenheden van haar geweten. Ja, zij had haar hert verdeeld in zes deelen, lijk een landkaart in pro vinciën, hare geschiedenis was geen ge wijde geschiedenis; 't schoonste van haar historie niet: beminnen en bemind wor den. Haar jeugdig leven was reeds een hee- le roman. En ja, voorzeker in haar op komen een schoone zonnebloem geweest maar al gauw verslenst, en ja, jong zijn en peinzen dat men schoon is en droomen van in een blijde toekomst arm aan arm te wandelen langs een rozenweg. Arme sloor weldra, met een hert te huur of te koop. Aan den beker van 't plezier dronk ze zich zat weleer, maar wie van dat watertje drinkt krijgt nog meer dorst. En telkenmale als 't gebeurd was, proefde ze de bittere nasmaak en beloofdeNooit meerWacht tot de naaste occasie. Nooit meer, simple duif, 't serpent heeft het gehoord! De Heer verweet haar schandalig ge- drag niet, Hij toonde het hoogste mede lijden met de diepste ellende en Hij raap te op den mesthoop der zonde een perel van berouw. Zij ging weg heel anders dan zij gekomen was. Zij kwam met een IJdele kruik en een IJdeler hert, licht van kleed en lichter van zin, kort van rok en nog - korter ran memorie. Ze ls gekeerd lijk een handschoen. Ze had medegesleept naar 't kwaad; wat valt sleept mee, altijd en overal. Ze trekt nu mee naar 't goed. Van zondares wordt zij apostel, zij loopt het aan Iedereen vertel- 1 len van dien Wonderen Mandie haar gezegd had al wat ze uitgemeten had; van dwalende wordt ze leidster. Komt mee, komt zien Heel de stad brengt ze in rep en roer. Hare kruik heeft ze laten staan; nadat hare ziel gelaafd werd, weet ze niet meer waarvoor ze lüer gekomen was. Ze liet de kruik van haar verleden achter, om rapper te kunnen loopen, gezwinder te kunnen propaganda te maken en doelma tiger te werken aan Katholieke Actie en Vrouwenbeweging. (Zie vervolg onderaan 3* kolom). 41 Volle jaren ls het geleden dat Paus Leo XIII dien wereldbrief heeft uitge geven en den weg heeft gebaand tot het vereenigingswezen, met aan de gansche wereld toe te roepen: «Het recht van vereeniging is heilig; de werkliedenorga- nisaties zijn noodzakelijk. Gemakkelijk ging dat niet. De ouderen onder ons zullen het zich wel herinneren hoe katholieke zoowel als liberale werk gevers socialisme en marxisme meenden te zien waar het niet bestond en met alle middelen alle werkliedenorganisaties hebben bekampt en hun leiders gelasterd en vervolgd. En nog blijkt het dat het oude mis verstond en hst oude vooroordeel niet geheel overwonnen zijn. In naamlooze vennootschappen zitten werkgevers uit alle partijen broederlijk samen en een batig slot van de balans heeft veel meer beteekenis dan heel het Evangelie en alle Pauselijke Encyclieken. Voor dat batig slot is de werkliedenorganisatie een stron keisteen. Onzinnig zou het zijn te fcëweren dat alle, zelfs christelijke arbeidersvereenigin- gen altijd en in alles redelijk en onbe rispelijk waren; dat ze in geen enkel land politiek werden uitgebuit ware ook een leugen. Evenals bij de katholieke bur gerij en hoogere standen het liberalisme sporen naliet, zoo regende het ook op )hrist.elijke arbeiders druppels mate- lalisme en klassenstrijd Daarom juist had de Paus aan ieder een, aan patroon en arbeider, aan enke ling en aan gemeenschap, hun taak ge wezen en aan elk gegeven wat hem toe komt. De eene klasse heeft de andere vol- strekt noodig; het kapitaal kan niet bestaan zonder den arbeid, de arbeid niet zonder het kapitaal. De Staat moet er voor zorgen dat elk zijn recht behoudt maar hij moet vooral letten op de lagere klasse omdat zij niet sterk zijn door eigen kracht en dus vooral op de bescherming der overheid steunen. De taak van den enkeling wordt om schreven; het voornaamste middel ls VEREENIGING Niet enkel op partij-programs schrijve men Rerum-Novarumin, neen, ln de geesten, in de harten, moet de Encycliek haar merk slaan. Op sociaal gebied moet elke christen mensch duidelijk van lede ren andersdenkenden te onderscheiden zijn. Waar gaan we anders heen? Waar zitten we in? In een vertrusting van heel *t bedrijfs- aaven, een concentratie van de geldmacht, ven onderworpenheid van Staten en Vol keren aan enkele potentaten wier esnig geloof, eenlg levensdoel de winst is. Aan den werkiledenstand wil de Paus «ioor zijn Encycliek geven, alles wat hij eischen kan aan mensehelijke rechten en medezeggenschap in de industrie. Wij zuilen het dan niet aan socialisme en communisme overlaten, ook maar een gedachte van dat alles te behartigen wat volgens recht en billijkheid aan dan ar beider toekomt. De pilaren van onze Kerkzegt Pa ter Muchermann, zijn ons te goed en te heilig om ze te laten gebruiken als steun voor een verrot systeemen die alleen naar ons komen om hun kapita len te redden, moeten we de deur wij zen. i). Met Rerum-Novarum werd de weg gebaandmet Quadragesimo Anno werden de grondvesten gelegd van een nieuwe constructie van den Staat. Zal het gelukken in rustigen arbeid? Of wil men enkel de methoden veran- deren en den ouden geest bewaren d.w.z. wil men de revolutie? Laat dit schrik- kelijk woord toch niet ons laatste zijn... Neen, wij willen de nieuwe gemeenschap de gemeenschap die ook den geringste uit den arbeidersstand zijn mensehelijke rechten waarborgt evenals de menschelij- »ke waardigheid, waar dus ook de laatste mensch van zijn slavenjuk verlost wordt, zco als het betaamt voor een geslacht waaruit de eeuwige Zoonvan den Eeuwigen Vader de mensehelijke na- tuur heeft aangenomen.(P. Mucher mann.) Ook op economisch-handelsgebied heer- eche Jesus-Christus! Leefde Hij nu, wan delde Hij nu te midden van ons, Hij «ou ock gaan aan de weefgetouwen, in de mijnen, in de smeltovens. Wie Hem dienen wil hij weze nu arbeider of patroon diene Hem ook in de fabriek, ook in zijn vereeniging... daar ook is zijne wet toepasselijk. D. G. laiBBBSSSSEaeSHSlKSSSSÜÜEZSDSZ BETOOGING HOE ALS KATHOLIEKEN ER OVER TE DENKEN? DOOR R. D. DE MAN Van de hand van Heer R. De Man, komt De Rousselaarsche Bodeeene reeks artikelen te drukken handelend over dit actueel vraagstuk. We drukken hieronder het slotartikel over en geven het ter overweging aan alle Katholieken. Het moeilijk en ingewikkeld vraagstuk der dienstweigering wordt voor het ka tholieke geweten niet opgelost met voor- oordeelen en gevoelsargumenten. We moe ten dat woordje dienstweigering niet opvoeren tot de vertolking van een mys ticisme met radikale uitzichten en er ook geen overdreven vrees voor koeste- ren.^ Kalm, zakelijk onderzoek is hier de leuze. We hebben in de voorgaande artikels het oorlogsrecht omschreven en we trek ken uit onze uiteenzetting met Pater Lauwers nog een drietal besluiten: Pater Stratmann schrijft terecht: Voorloopig is de oorlog een feitelijk bestanddeel der mensehelijke orde, welke zich onder Gods toelating vrij ontwik kelt». In onzen tijd, zoolang er slechts een gebrekkige Internationale rechtsorga nisatie bestaat, zoolang de wederzijdsche verplichting om door vreedzame midde len de geschillen te beslechten geen stevige waarborgen oplevert, blijft de oorlog een der noodzakelijke middelen om de rechtsmacht uit te oefenen. Wie den oorlog wil afschaffen moet niet Ijveren voor dienstweigering, maar moet aan den oorlog zijn rechtsgrond ontnemen. De oorlog zal er zijn, zoolang er geen volledige Internationale rechts orde bestaat, die gezag heeft over de staten. Het wegnemen van deze leemte in het Internationale leven, door het ln leven roepen eener jurisdictie tusschen en boven de staten, hetgeen het doel der vredesbeweging is, zou het vaste punt van Archimedes zijn, van waaruit men de geheel oorlogsbeweging met haar troos teloos rechtssurro gaat hare voegen lich ten.(Pater Stratmann, bladz. 73)... Het beste middel tegen den oorlog is dus niet dienstweigering, maar uitbrei den en versterken van 't internationale rechtsleven. Met Kardinaal Faulhaber in zijn be roemd vredessermoen mogen wij zeggen: Elke oorlog is een ongeluk, een ver schrikkelijk ongeluk, maar elite oorlog is geen onrechtvaardigheid. A priori mogen wij een oorlog niet op absolute wijze veroordeelen en gelijk stellen aan een massa-moord en aan de katholieke sol daten zeggen:Gij moet weigeren uw legerdienst voort te zetten.Wij mogen alzoo niet spreken, omdat Christus zelf alzoo niet gesproken heeft. Een oorlog kan een rechtvaardige oorzaak hebben, alswanneer hij b. v. niet ondernomen wordt uit veroverings- of wraakzucht, maar om onrecht tegen te kanten. Wij hebben ock reeds de voorwaarden noodig tot een geoorloofd verklaren van een verdedigingsoorlog aangegeven, en nu stelt zich de vraag: Welke is de gewe tensplicht der onderdanen ten tijde van oorlog, is dienstweigering soms geen plicht? Wij volgen hier nogmaals den reeds vernoemden Franciscus de Victoria: Wie vast overtuigd Is van de onrechtvaar digheid van den oorlog moet dienst wei geren. De soldaten die ter kwader trouw oorlog voeren, zijn al evenmin te ver ontschuldigen als de Koning, die den onrechtvaardigen oorlog verklaart. Niet alleen zij, die kwaad doen, maar ook die er meê Instemmen, zijn den dood waardig.Rom. 1, 32. De leer is hier duidelijk: dienstweige ring ls gewetensplicht ln een onrecht vaardigen oorlog. Oorlog voeren nu, zelfs een verdedigingsoorlog, als men bewust is van zijn onrechtvaardigheid, is zonde. De verplichting rust op de burgerlijke overheden, op de politieke mandataris sen tot eiken prijs een onrechtvaardi gen oorlog te vermijden. Zeer zorgzaam moeten zij hun oordeel over de recht vaardigheid van den oorlog vormen en radikaal alle oorlogskredieten weigeren, indien de oorlog hun onrechtvaardig schijnt. Een derde stelling schrijft de gehoor zaamheidsplicht voor als gewone regel. Voor een gewoon sterveling is het vrij lastig uitspraak te doen over de recht vaardigheid van den oorlog. Hij heeft dus te presumeeren dat de oorlogsver klaring en het mobilisatiebevel recht vaardig zijn. Onvoorwaardelijke gehoorzaamheid ls echter ook veroordeeld. Er zijn immers oorlogen waarvan de onrechtvaardigheid zoo klaarblijkelijk is, dat de onwetend heid der soldaten niet te verontschuldi gen is. Zoo was b. v. de oorlogsverkla ring van Italië aan de Pauselijke Sta ten ln 1870. Wie twijfelt aan de rechtvaardigheid van den oorlog, moet toch zijn gehoor zaamheidsplicht jegens den Staat ver vullen. Een Staat die twijfelt aan het goede recht van zijn zaak, mag geen oorlog aangaan. Integendeel een enkeling, die zou twijfelen, moet toch opmarcheeren. We besluiten: 1) Een soldaat hoeft zijn plicht te genover zijn land in oorlogstijd te ver vullen, daar hij moet gehoorzamen aan elk rechtmatig bevel van zijn overheid. 2) Indien een soldaat absoluut over tuigd ls van de onrechtvaardigheid van den oorlog, dan heeft hij als gewetens plicht dienst te weigeren. Moeilijk ls het voor een gewoon soldaat de evidentie te bezitten van de onrechtvaardigheid van den oorlog. 3) Indien een soldaat twijfelt of de oorlog rechtvaardig is, moet hij gehoor zamen en zijn plicht vervullen. De heropbouw van Noord-Frankrijk ls veel ten achteren bij ons Vlaanderen maar toch ls men er steeds ijverig aan 't werk. Onze foto toont het nieuw stadhuis van Arras. Versta me niet slecht, beste lezer, lk bedoel hier niet dat de Westlandsche boe ren geld winnen, genoeg ora in bundels te binden, o neen, want sedert een paar jaar zijn er veel van onze kalme naarstige landbouwers die zwijgend voortzwoegea en... met den spanbroek aan zitten. Alhoewel him zwaren arbeid voor t oogenblik onbeloond is, toch werken en zwoegen zij met echten boerenmoed voor HUN weelde, hun echte boerenweelde: HUN VEESTAPEL. Wilt Gij die weelde zien? Gaat Dinsdag aanstaande naar Roes» brugge en daar zult gij uw oogen uitkij ken op deze boerenWeelde. Meer dan hon derd zestig stuks prachtvce nemen deel aan den grooten veeprijskamp. Het gaat hier niet om een doodgewoon veeprijskampje, waar enkele schoone die ren tentoongesteld worden; het is meer, veel meer: het ls een echte tentoonstelling te weeg van prachtvee, een niet genoeg bekende weelde van onze streek. Dit prachtvee is gewonnen uit de oude Vlaam- sche roode koe, door de Belgisch j regeering erkend als de koe bij uitmuntendheid voor de hofsteden. Dit is te danken aan den jarenlangen arbeid, met echten boerenmoed en fierheid volgehouden, van de kweekers van Rees- brugge, Haringe, Stavele... kortom van gansch het Westland. Zij hebben het oude Vlaamsche ras zoodanig veredeld en verbeterd dat zij met dit ras overal de eerste prijzen halen. Door onderltagen steun en onder de eensgezinde leiding van den Roesbrug- schen Boerenbond hebben onze sterke kweekers het reeds zoover gebracht dat de afzetsels van hun geprimeerde en in geschreven beesten, voor groot geld aan gföote Brabantsche en Henegouwsche boeren verkocht worden. Het gaat hier niet om enkele uitgelezen stuks; gansche stallen dingen mee en al de dieren zijn in stamboeken Ingeschreven en behooren tot dit uitverkoren roode Vlaamsch ras. Brabantsche en Henegouwsche boeren komen in groep deze weelde van hun Westlandsche ambtsbroeders bewonderen; gansch de landbouwschool van Avelgem komt zien, en de Vlaamsche boeren van 't Fransch-Noorden komen af met hon derden. Te Roesbrugge zullen de boeren, lief hebbers van prachtvee, een heugelijker) dag beleven. Deze veeprijskamp wordt eer echt boerenfeest, waardoor onze rijkdoi: aan prachtvee meer en meer gekend word dit ten bate voor al de kweekers van Westland, die eensgezind samenwerken ei met recht en reden fier zijn op hun vee stapel, den schoonsten van 't land. Indien het weder meevalt zal Roesbrug ge-Haringe nog nooit zooveel boerenvolk 't hoope gezien hebben dan op Dinsdag 3 Mei 1932. Ooo« 4 en 7Vj frank. In alle Apotheken. GROOTE TOONEELDAG TE IEPER Zondag 1 Mei, te 2 uur stipt, in de feest zaal van het St Vinccntiuscollege (Mee- nenpoort) te leper, houdt het Algemeen Katholiek Vlaamsch Tooneelverbond, ge west leper, zijn Algemeene Stichtingsver gadering. De Heer Frans Haepers, algemeen se- kretaris van het verbond, zal er spreken over: Wezen en doel van het A. K. V.T. en de Heer Jan Holvoet, voorzitter der gouw West-Vlaanderen, overDo prak tische werking van het A. K. V. T. Ter afwisseling deklamatie. Na Iedere spreekbeurt krijgen de aan wezigen kans om nadere inlichtingen no pens het A.K. V.T. en zijn werking te vragen. Tot deze vergadering worden alle Ka tholieke Vlaamsche Tooneeigroepeeringen (gemengd, dames of heeren) van het ge west leper uitgenoodlgd. Het gewest leper omvat de volgende gemeenten; Wer- vik, Geluwe, Dadizeele, Moorslede, Pas- schendale, Westroozebeke, Poelkapelle, Langemark, Biksehote, Rentage, Oost en Westvleteren, Krombeke, Proven, Watou, Abeele, Rentagelst, Westouter, Loker, Dranouter, Westnieuwkerke, Ploegsteert, Waasten, Komen, en alle gemeenten bin nen dezen kring gelegen. Niemand denke, dat is voor ons niet! Zelfs de vereeaigtagen die slechts één of tweemaal ln het jaar ee: vertooning ge ven, zullen het grootste nut kunnen halen uit de werking van het A. K, V. T. Men neme geen afwijzende houding aan, voor aleer men Juist weet, wat het A.K.V.T. wil! Daarom z o elke tooneelkring he den Zondag een paar afgevaardigden naar onze vergadering, en we zijn er van over tuigd, ze zullen naar huis toe keeren, overtuigd van de noodzakelijkheid van het A.K.V.T. Verleden week werd, aan de kringen, waarvan we melding hadden gekregen, een ultnoodigingsbrief gestuurd. Het kan nl9t anders, we hebben zeker heel wat .kringen vergeten! Zij gelieven deze mededeeling als zoodanig te aanzien, en we durven verhopen, dat, niettegenstaande de laat tijdigheid van dit bericht, zij alles in 't werk zullen stellen om op deze hoogst- belangrijke vergadering tegenwoordig te zijn! We verwachten ook de personen, die niet aangesloten zijn bij een tooneelver- eeniging, maar die belang stellen ta het tooneelOok zij kunnen lid worden van het A. K. V. T., en' aldus de voordrachten en studiezitttagen, ingericht door het ver bond, bijwonen. Tooneelmannen, alle te leper op 1 Mei! Het gaat er om ons Katholiek Vlaamsch leekentooneel degelijk te organiseert®, en kultureel hooger op te voeren, wat ten slotte, onrechtstreeksch, aan ons volk ten goede komen zal! Van U zal het afhan gen, of het A. K. V. T. zal groeien of sterven! We rekenen dus op U! A. K. V, T. gewest leper. Gebruikt Chicorei WYPELIEK-TAFFIN 't ls dc beste. Koopt geen Ontroomer voo rale o gij den meï verlaagden melkbak j draaiende op eene spil die den Is er óp onze dagen nog een rechtveerdigen oorlog mogelijk? Pater Lauwers antwoordt op die vraag onder meer: Zoo lk beweer dat op dit oogenblik nog een rechtvaardige oorlog mogeirik ls, deel lk de meentag niet van hen. i overtuigd zijn van de noodza kelijk -d van den oorlog. Ik ben de meening toegedaan van dien Engelschen Bisschop Cursartelli die ln een van zijn vastenbrieven zich a'"vroeg, waarom de 20* eeuw niet de afschaffing van den oorlog zou kunnen brengen, wanneer de 19" eeuw de afschaffing van de slavernij iaHB?i2a«iaHK3HBaK£N,SSaBE3S2iEa Het volk komt en gelooft ta Hem. De witte zielenoogst rijst voor de oogen. Groot is de oogst, weinig de werklieden. Er is een vrouw die zant, een bekeerlinge die doet aan apostolaat, die haar omge ving bewerkt voor 't goede, ééne die oor deelt; Ik verlies zooveel korenaren als dat ik niet opraap en bind tot een garve ééne die besluit: Ik laat geen aartje liggen op 't missleveld». Heden ééne vrouw en morgen een gan sche bevolking. A, B. Onlangs werd te Amsterdam eene he- tooglng van Vlamingen gehouden ten bate van vrij Vlaanderen, 't Ging er geest driftig toe zooals men ziet. Holland laat dat toe maar houdt echter niet aan ons gezelschap; het ware veel beter hier samen te werken In tucht, dan naar Hol land te gaan betoogen. IRBBBBBBBaBBBBBBBBBBBl^aBBBK Mlaanderens Bedevaarten naar LOURDES (rij EERSTE: 1 tot 9 Oogst. Treinen Eg rechtstreeks naar Lourdes en recht- 18 streeks terug en treinen met opont- gP houd In Parijs (Montmartre) en te el rugreis langs Lisieux. P TWEEDE: 5 tot 14 Sept. Reisweg: fS Lisieux, M'ont St Michel, Lourdes, »B Parijs-Montmartrè. P Inlichtingen: Eerw. Heer DE RYCKE, Pastor op Sint Jan, en Eerw. Heer ||f VERBOUWE, Onderpastor op Onze tij Lieve Vrouw te Poperinge. ALGEMEEN SECRETARIAAT: Plein, ItA. IicrU-ijk. vooruit- l 21611 Ontroomer» MELOTTE, N. V. Remicourt

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1932 | | pagina 1