BANNEUX Belgische Leeuw BRAND ONGEVALLEN en Levensverzekeringen van de Iersche Brigade GEDACHTEN het manneke uit de xxn IN 'T BUITENLAND AANBESTEDINGEN VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ Maatschappelijk Kapitaal5.000.000 frank Aangenomen door den Staqt voor Verzekeringen, Ongeval len én op leven. Hoogste waarborg en zekerheid - Voordeelige tarieven, Alle inlichtingen worden verschaft op aanvraag. GOEDE AGENTEN WORDEN AANGENOMEN. Schrijven aan: - M. VAN HEUSDEN, opziener Hotel "DE VREDE,, Groote Markt, DïKSMUlDE OS a: Wbri Het hulsgezin ls de eerste en voor- mste school, waarin ons karakter moet ■den gevormd. Op den weg van het voornemen tot de daad ls menige reus ln een dwerg veranderd. m Jonge lieden vertellen hetgeen zij doen, oude lieden hetgeen zij eooal ge daan hebben. Alleen de zotten vertellen hetgeen zij voornemen zijn te doen. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB KAMERADEN! KAMERADEN! 'k Ben alweêr eens vastberaden, ('t Zijn heusch wel droeve zaken!) U geen zwansen meer wijs te maken. Want dees week heb ik t weêral moeten [hooren Marenta leek precies nen... dondertoren! En z'heeft gedonderd, zulle! en ge bliksemd erbij. En dat alles, omdat ik tf verleden week zoo 't een en 't ander verteld hefo over onze huiselijke aan gelegenheden. Ik mag oprecht zeggen dat ft; deze week mijne peregezien heb! En daar lk hem niet gaarne nen... twee den keer zou willen zien, ben lk vast be sloten dees week een beetje ernstiger te Werk te gaan! 'k Heb aan Marenta beleefd gevraagd mij een plan gereed te maken over al de vreeselijke drama's die er in den les ten tijd gebeurd zijn, zooals moorden, •elfmoorden, enz... ik ben zeker dat «ulke dingen aan mijn beste Lezers en alderliefste Lezereskens meer zullen aan staan! !l Maar 't staat aan mij nu geenszins san, zie! en voor në keer wil ik ook eens ■aljn gedacht doen! We gaan ons dus aan al dat gepraat 'k Zeg 't kordaat Niet meer storen En voortdoen zooals te voren. En ziet Ben precies van glst'ren op ds wereld tniet Maar wel sedert acht en zestig Jaren En weet dus, en heb 't al honderdmaal [ervaren Dat allemaal dat... vrouwengebrul Slechts waard is... in overgroote nul! Precies zooals 't uwe! luidt Marenta's sntwoord Nu zal ik zeker ook bij mijn beste Le- «ereskens op 't zwarte boekje opgeschre ven staan, kwestie van dat vrouwenge brul... maar de waarheid moet gezegd. En... 'k zeg het met verdriet Liegen... ja... dat kan lk niet. WILT GE ZOO GEZOND ZIJN Als een visch Of als een wit konijn Dat nooit niet ziek en is Wel, beste Lezers, snuift! Ja, snuift! Dat 't stof in de geburen stuift! Bij manier van spreken, natuurlijk! want probeert nooit niet van 't stof van «wen snuif in de geburen te doen vlie gen, want ge zoudt alrap, nen blauwen... neus oploopen, niet vanwege 't stof... maar vanwege de geburen! t Is ne ge teerde dokter die er meê voor de pinnen komt! Snuiven is gezond... heel gezond, «egt hij... en wij zijn de mannen r' om hem te weêrleggen! Snuif doodt microben, zoo beweert hij! Maar, lk vraag mij af, wat ne mensch er eigenlijk moet gaan van gelooven: ruzie, en van woorden kwarm het tot daden, en in zijn kolere, schoot onze held zijn vader en zijn moeder dood. Ja, Ja, de grootste plagen Op onze dagen Dat zijn: de vrouwen en den drank. Laat g'U daardoor dan vangen En blijft g'in hunne netten hangen. Dan gaat ge voor uw leven mank! Enfin, wat wilt g'er aan doen, 't ls de gang van de wereld! zullen degenen zeg gen die vergeten dat 't woord karakter sterkte ook nog bestaat. BESCHULDIGDE, vroeg de jugepee op *t tribunaal, bij het eerste verhoor, kent ge dezen sleutel? Neen lk, mijnheer de sjuze! zei de man. 's Anderendaags, bij het tweede ver hoor, vroeg de sjuze weer: Beschuldigde, herkent ge dezen sleu tel? Ja, meneer de sjuze, was nu 't ant woord. Ah, zoo, zei de rechter, nu herkent gij hem en gisteren... Natuurlijk, herken ik hem, zei de man, g'hebt hem mij gisteren al ge toond IETS dat ge nog niet hadt geroken Dat is... dat er weer nen oorlog is uit- gebroken 'k Ga U direkt explikeeren Dat 't geenen oorlog is met kanonnen noch Waaraan die lieve meneeren [geweren Zich te erg zouden aan bezeeren Maar wel nen oorlog met de pen Waar *k ook geen partisanvan ben. En dien fameuzen oorlog is aan gang tusschen de vrienden van de zeevogels en -visschen en de zeeschepen (nog ne keer bij manier van spreken, want gewoonlijk schrijven de zeeschepen toch niet), 't Schijnt dat er veel van die vogels en visschen kapot gaan, omdat ze vergiftigd worden door de oliën voortkomende van de motors der schepen. En de geleerden (nog ne keer) die zeker al de visschen en vogels gaan tellen zijn, hebben uitgere kend dat er binnen 260 Jaar, juist gere kend, geen enkelen zeevisch noch -vogel meer zal overschieten! Voor de vogels is t nog niks, maar de visschen, dat is iets anders... en 'k'vrage mij af wat onze achter-achterkleinkinderen dan 's Vrij dags of met den vasten nog zullen kun nen eten! Och Heere toch! roept Marenta uit, gij peinst toch op alles!... als er maar sprake ls van eten! En daarmee stel ik vast dat de donder bui nog verre van gedaan is... en da 'k mij nog aan andere donderslagen en bliksem schichten zal mogen verwachten. En op dat het geen oprecht onweder worden zou, zal lk mij maar heel koest houden en maar niet... weêrdonderen! MIKT .KEN PRUIMSTEEN was op nen avond opgebleven met zijn moeder, en moeder Pruimsteen wierd zoodanig over mand door den vaak, dat heur oogen ge durig toevielen. Moeder, zei Mielke, waarom eet ge geenen appel? En waarom nen appel. Hewel, nen appel tegen den vaak! Daar en zijn zulk geen appels, Mielke 't Doet, 't doet moeder, zei Mielke, onzen broeder heeft ons geleerd in de schole, dat moeder Eva nen appel opat, en dat heur oogen opengingen! ken te krijgen. Maar t schijnt ook dat die ouw mannekens van ginder een beetje slimmer zijn, dan die van bij ons, want er werd vastgesteld dat ze bijna allemaal trouwen met een meisje... dat ongeveer hunnen ouderdom heeft... Misschien doen ze dat oOk wel, om zeker te zijn, dan met geen schoonmoeder meer geplaagd te zljnl Enfin, dat gaat ons precies niet aan, en zoo kurieus, van 't hen te gaan vragen, zijn we ook niet. Chili, 't doet me veel plezier Ligt heel ver van hier En *k wil er honderd keer voor gapen Dat men 't hier niet na zal apen. Tot groote vreugde van lien, die zich in dat droevig geval zouden bevinden! LANGE JEF is bellemaker geworden. Overlest werd hij bij Meneer Bellekens geroepen, om diens voordeurbel te herstel len. Als Jef al 'n tijdje voor de deur stond en binnen gerucht gehoord had maakte hij zich de refli-ekste: 'k Sta hier al 'n half uur veur De deur Dat kan tellen, Om hun belle te herstellen» Uit alle geweld Heb 'k al dertig keer gebeld En zijn me voorwaar vieze zaken Ze zijn nog niet komen open maken! T MANNEKEN uit de Maan Staat altijd op den uitkijk Ten einde geen gelegenheid voorbij te [laten gaan Om zijne lezers te maken: rijk. D'een zeggen En trachten 't uit te leggen: Bnuif, ge zult er wel meê varen En leven lange, lange jaren! D'andren, die niet ontbreken. Die preêken Snuif toch niet, och God, Of ge gaat ervan kapot Da's de groote kwestie van den dag dus: Snuiven of niet snuiven?! SLOEBERKEN was heel aandachtig geweest, heel de les door, en in de helft der les, toen de meester over de kieken- kweek aan 't spreken was, had hij zijn Vingerken opgestoken. Meester, mag ik eens iets vragen na de les? Zeker, Jongen, zeker... aan brave rlingen antwoord lk met plezier, zei meester. De les was gedaan en de meester vroeg Ban Sloeber ken: Hewel, Jongen, wat wilt ge nu vra gen? Wel, meester, begon Sloeberken, ge weet dat we thuis kiekens houden... en fk heb mij al dikwijls afgevraagd, hoe dat die kiekens weten, hoe groot onze •terpotjes zijn, en er hun elers naar leg gen? TOT WANNEER Och Heer! Bullen de menschen, de mannen als de [wijven Toch zoo dom en stom nog blijven? Da's een vraag da'k mij gesteld heb toen k in de gazetten las, wat drama «r zich te Brussel weêr eens heeft af gespeeld. Maurice Kanouw, had een erfe nis getrokken van rond die vijf honderd ballekensDa's precies geen drama I Neen! Maar de man dronk een potje, dronk er twee en zoo voort tot hij zich nog met moeite op zijn pikkels kon.recht- nouden! En daar ne zatlap gewoonlijk ntet meer weet wat hij doet (ik spreek NIET van ondervinding) liet Maurice ■teh te Brussel door 'n slenterkat in "n slecht huls lokken! In 't kort, als Mau- rtoo thuis kwam had hij geene roste knop meer op zak. Thuis verwachtten ze hem, in groote blijdschap, maar 't was al rap Ge moet nu niet gaan denken dat 'k U ln mijn testament ga zetten, hoor. Ge zoudt dan slechts rijker worden in... schulden! Maar g'hebt het allen reedis honderd maal ondervonden, nietwaar beste Lezers en alderliefste Lezereskens dat 't mijn vurigste wensch is U allen schatrijk te zien... En als ge tot nog toe geen miljonnalr zij-t, dan ls het maar uw eigen schuld! Ik had U namelijk al den raad gegeven, van als er ergens 'n groot lot te winnen is: slechts één lot te koopen... dat met 't goede nummer op, enz., enz... Hewel vandaag nu kom ik met iets anders voor den dag. Over enkele dagen, moet ge we ten, heeft een landbouwer van Vilno, te gen de grens van... Rusland, die zijn land omploegde, eene som ln den grond gevon den van één miljoen goudroebels, die door de Russen daar begraven werd, gedu rende den oorlog... en 't schijnt dat er anderen toen dat voorbeeld gevolgd heb ben, zoodat er nu ginder in den omtrek van Vilno nog miljoenen en miljoenen goudroebels ln den grond rusten... en 't geld is precies niet gemaakt om eeuwig te rusten hel maar wel om te rollen... vooral als 't geen briefjes zijn, maar ronde stukken... en dan nog van goud. Neemt dus uw spade op den schouder, gaat naar de statie en vraagt ne koepon voor Vilno... de kaartjesgever zal U wel ne keer vies bezien... maar ge moet hem precies niet zeggen waarvoor ge die lange reis onderneemt, want hij zou 't in zijn gedacht kunnen krijgen naar Geel te tele- foneer en. Eto al uwe schoorae plannen zon den kunnen ln duigen liggen... en gij erbij! MOEDER, vroeg kleine Jef, behooren de ooren tot den hals of tot 't gezicht? Waarom vraagt ge dat? Ge hebt aan Marie gezegd, mijn ge zicht te wasschen... en nu wascht ze mijn ooren mede 1 GETROUWD zijn, dat staat vast, Is bijna altijd een last Maar daar zijn mannen die moeten trou- [wen Om... hun pensioentje te kunnen houwen. Zoo wreedaardig zijn ze tot nog toe in ons land niet... maar 't kan komenl 't Geval, waarvan 'k daar zooeven sprak, heeft zich voorgedaan in Chili... gelukkig nog al ver van hier. In dat land zullen de oorlogsveteranen die tusschen 70 en 80 Jaar zijn, geen pensioen meer ontvangen, ten ware zij kunnen bewijzen dat ze ge trouwd zijn. En ge zoudt al die ouw pee- kens nu ne keer hun lappen van him schoenen moeten zien loopen, om nog nen hartelap't ls te zeggen een vrouw- EN HIER 'n gedacht van 'n groot man (om alle misverstand uit den weg te rui men, zal ik maar zeggen, dat het niet van mij is... 'k ben maar ne meter zestig groot), maar 't komt van John Galswor thy, de onlangs overleden Engelsche schrijver. John Galsworthy was een pessi mist. Een pessimist ziet alles ln het zwart En draagt veel droefheid ln zijn hart. Daartegenover komt een optimist te staan En die ziet 't al rooskleurig aan, Hij feest en maakt plezier alom Wel 'k vind dat gedacht nog niet zoo dom. Die Engelsche schrijver dus was een pessimist. Op zekeren dag ontmoette hij twee knapen, die bezig waren aan 't rede twisten. Ik, zei de eerste, ik zou wel wil len een arend zijn, om alles te zien van uit de lucht!En lk, zei de tweede, lk wilde wel 'n leeuw zijn, met veel macht en fel gespierd! Weest nederiger, zei John Galsworthy daarop, lk zou een mol willen zijn, om alleen te leven onder den grond, en de laagheden niet te moeten zien die de menschen begaan! Was dat een menschenkenner ja! VEROORDEEL me toch niet ter dood Beste Lezers, 'k heb U allen bedrogen Van schaamte word lk rood Tot in 't wit van mijn oogen. Verleden week heb ik U namelijk ver teld dat de Elfïeltoren van Parijs ging afgebroken worden. Hewel, 't is niet waar! Geloove dat ik dat moet gedroomd heb ben... maar 't contrarie is waar. Ze gaan er nog eenen bij lappen. Ja, tegen de tentoonstelling van 1937 gaan ze nu gin der nen toren bouwen, die 700 meter hoog zijn zal. Hij zou dus den Elffeltoren met 400 meter overtroeven! Dat kan nog al tellen. Dat zal een rekord zijn, zooals 't een rekord is, voor 't langst te spee- kelen. Ze moeten maar zien dat ze niet varen, zooals die anderen met dien fameuzen toren van Babel! Mengelwerk van 80 April 1933. Nr 28. Shea door RANDALL PARRISH Hij is U dus te hulp gekomen?drong bij ruw bij haar aan. Voor antwoord liep zij naar mij toe en gwf mij haar hand. Hij is een man, op wien men Staat kan maken», zeide zij, heel eenvoudig, «Lk ueb alle vertrouwen in Arthur Bhea. DE AANVAL Met moeite zijn met staal bekleede le dematen bewegend, wist de Chevalier een paar passen vooruit te komen. Hij kon onze vage gestalten nu ten minste Iets duidelijker zien. Ik voelde een zekere ver lichting toen hij een goed bedoeld lachje deed hooren. Gij moet wel een buitengewoon goeden Indruk op de dame hebben gemaakt, Mon sieur zei hl], ii dat zij zulk een vertrou wen in U stelt. Ik kan U verklaren, lk ken mijn zuster, maar het ls voor het eerst dat lk haar zoo openhartig voor haar meening hoor uitkomen. Betere aanbe- sskng heb lk niet noodig. Geef mij uw band, Monsieur, en een termen druk, daar bc»a|d ik van. Uw hand ls er een van de soort die een zwaard weet te hanteeren en doel weet te treffen. Denk geen oogenbllk dat ik U een kwaad hart toedraag voor den dien eU mij gegeven hebt. "t Was mem «esrrifk» kamjj. an gxj Ieren, zijt een vechtersnatie, het zit U ln het bloed. Deze zaak ls dus afgehandeld; voor de toekomst zijn wij kameraden. Hoe 'denkt gij er zelf over, luitenant? Niets liever dan datzei lk van' harte. Wij hebben onze handen vol met ons tegen die schurken te weer te stellen en kunnen dus niet beter doen dan onze eigen kinderachtige kibbelarijen vergeten. Ik kan mij, om de waarheid te zeggen, maar nauweli jks meer herinneren wat de aanleiding er toe was. Wij stonden nog een oogenibldkje, hand ln hand, naast elkaar. Gij zegt dat de Saule zelf hier is? voreg hij, alsof hij het nog niet kon ge looven. Ik heb hem zelf in de zaal beneden gezien en hij voerde de bende aan, de trap op, op zoek naar U. 't Is de man, dien gij tegen den grond' hebt geslagen, toen gij het op een loopen hebt gezet, en hij heeft daar nog een aardig 'bewijs van overge houden. Wij behoeven er overigens niet aan te twijfelen of hij het ls, want hij heeft een heele poos met Mademoiselle gepraat en haar met het ergste bedreigd. Neen, de hertog is hier vast en zeker, en zijn trawant, de gebochelde dwerg is bij hem. Die ellendige Gospele? «Geen twijfelen aan. Ik trof hem hier alleen op het dak en wist den schurk met geweld een bekentenis te ontlokken. Zoo dra lk hem zag, wist lk meteen dat de Saule in (deze zaak was betrokken, en Ik begon zoo'n beetje te doorzien waar het om te doen was. De dwerg bevindt slch op het oogenbllk veilig «chter slot in de zelfde cel,die gij eerst hebt bewoond. Heeft U misschien Desllms gedood; Mon sieur? Als gij den cipier bedoelt, ja, dien heb lk gedoeld gal ÜJ onverschMHg ten ast- DE KLEINE SANDERS had zijn hand Verbrand En ging aan 't hullen Zooals 's nachts d-'uilen. De vader sprak: Steek uw hand in uwen [mondt En 't schreeuwlawijd een einde vond. Hel! zei de moeder, zletl Dat wist ik nu nog niet. Maar nu zie 'k gewis Dat 't een goed middel ls Door den band fe- Als iemand ;i Zijn hand Verbrand! Dat weet ik niet, zei de vader toen Precies als gaf hij een sermoen. Maar dat t toch een middel is van tel Tegen 't schreeuwlawijd, dat ziet ge well 't Manneken uit de Maan. IBHflBBBBBBEBflBBBBBBBBSBBBBEB IN SPANJE ls een vliegtuig neerge stort. De ramp veroorzaakte dien dood van twee personen. MEN IS ZONDER NIEUWS van den Enigelschen vlieger Lancaster de de vlieg tocht Engeland-De Kaap ondernomen had. BIJ GILBRALTAR is een Engelsche stoomboot ln brand geraakt. TE ROEBAAIS werden te gelijkertijd, twee diamanten- en tien gouden bruilof ten gevierd. IN FRANKRIJK is gansch het dorp Aubépin-e te verknopen voor 500.000 fr, TE GRAVELINNES ls een auto in het kanaal gereden. Drie inzittenden ver dronken in bet rijtuig. TE MONTBAZIN-GIGEAU zijn twee treinen op elkaar gebotst. Veertien perso nen werden aldus levensgevaarlijk ge kwetst. IN SPAANSOH-MAROKKO zouden nog 300 Europeanen gevangen zijn van de Mooren. IN TOHEKO -SLOWAKIJE werden 25 Nazi's aangehouden. BIJ NIZZA werden vijf koeien door den bliksem gedood. IN NOORD-AMERIKA heeft een geweldige sneeuwstorm gewoed. Op zekere punten lag de sneeuw op eene dikte van meter. EEN PLAN wend opgemaakt om een tunnel te maken van Gibraltar tot de Afrikaansche kust. TE PARIJS, bij onvoorzichtigheid, werd een meisje van 21 Jaar, bediende aan een schietbarak, door een kogel getroffen en gedood. TE HALLEWIJN ls de fabriek J, Dumontier afgebrand. TE LIVERPOOL heeft een moeder haar twee dochtertjes de keel overgesne den en daarna getracht zelfmoord te ple gen. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBI Belgische fabriek van Chicorei Wyppelier-Taffin. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB woord. «De dief had mijn uniform aan, en vóór lk ze hem kon afnemen, hoorde ik iemand aankomen en was ik verplicht mij schuil te houden. Dat zal Gospele geweest zijn. Ik kreeg voor het eerst een glimpje van den schelm te zien ln de nis van de groote zaal. «Het is best mogelijk dat hij het ge weest ls, maar van waar lk stond, kon ik dat niet zien. Er waren er overigens meer, want lk hoorde praten. Een poosje later probeerde lk de trap te bereiken, maar het wou niet lukken, want er stond daar een man, doch ik was de gang nog niet Ingeslopen of lk hoorde dat achter mij iemand kwam aanrennen. Volgens U was dit de Saule? «Hij was het, hij ging weer naar be neden nadiat hij met Mademoiselle had zitten praten. «Lk kon hem maar heel even zien en het begon al donker te woelden.. Met een enkelen sprong stond lk ln een kamertje ter zij en trof daar een anderen man aan. HIJ was meer geschrokken dan ik. Geen van ons tweeën durfde een woord te spre ken. Zijn gezicht kwam mij heel bekend voor maar ik kon mij niet herinneren waar lk den man eerder had gezien. Weet U soms wie hij ls, Monsieur? «Een kapitein- van het Regiment van Touraine, Eimile Oassier. Ik had hem op de benedenverdieping ln een oei opgeslo ten gevonden en liet hem bij de trap ter bewaking achter, terwijl lk op zoek ging naar een uitgang. De man te dood.» Dood! Hij verloor het evenwicht en kwam op de steenen beneden neer. Lk hoor nog in mijn ooren den ljzigen doodskreet.» Et heb het gillen ook gehoord. Ik «lacht aan da weeklacht van een geest, au mijn bloed verstijfde, i (VERVOLG) DE DERDE VERSCHIJNING» 19 JANUARI Verschijning van 19 Januari 1933, Dit zal de derde zijn. Marlette gaat tegen 19 uur plots naar buiten. Zij knielt neer in den tuin, en roept dan plotseling uit: «O, daar is zijl». Bij deze woorden strekt zij de handen uit. Een weinig later zij schijnt nu eenigermate opgewonden te zijn doet zij deze vraag (welke Dom Bonifacius del Marmol haar had aangeraden)«Wie zijt gij, Madame? En na een korte pa/uze hoort men haar luidop nazeggen: Wel, de Lieve Vrouwe der armen I Dan gaat Mariette gelijk daags tevo ren naar de bron, nu-en-dan een knie buiging makende. Vervolgens, aangeko men bij de bron: «Gij hebt mij giste ren gezegd: De bron ls van mij Pauze. Voor al de natiënenkele minuten la-ter: «Voor al de zieken» (ge hoord door Michel Charleseche). Dan «Dank U, dank UEindelijk: «Ja, lk zal voor U biddenNa deze woorden staat de kleine op, doet eenige stappen; zij bemerkt haar vader, omhelst hem in gaat naar binnen. Op dat oogenbllk komt Dr Heuse (van Nessonvaux) ter plaatse en treedt met de getuigen van t hier boven beschreven tooneel de woning bin nen. Hij wil de kleine ondervragen; maar zij wordt bang, gaat achteruit en zegt, dat niet zij maar heur klein broertje ziek is. De dokter dringt aan, krijgt eindelijk eenige antwoorden. Deze stemmen over een met die, welke zij daags tevoren ge geven heeft, wat betreft het voorkomen der Heilige Maagd en de wijze, waarop zij haar gezien had. De twee vragen, die zij aan de Ver schijning heeftgesteld, waren haar In gegeven door een voorzichtig getuige. De dokter verzoekt haar, de ontvangen antwoorden te herhalen. Zij zwijgt; doch na het vertrek van den dokter krijgen de getuigen antwoorden, die overeenstem men met hetgeen zij-zelf gedurende de Verschijning hebben gehoord. Aangezien de dokter Mariette niet gron dig heeft kunnen onderzoeken, kan hij slechts een oppervlakkige diagnose geven. Hij heeft geen koortsigen toestand opge merkt, en verklaart, dat, naar het uiter lijke te oordeelen, het kind normaal is. Dienzelfden dag is Mariette naar school gegaan en heeft goed gegeten. De vorige nacht was goed geweest; zij verklaarde, niet te hebben gedroomd. Maar dien avond hadden de herhaalde ondervragin gen van de verschillende getuigen haar sterk vermoeid, en zij had pijn aan de oogen. Dien nacht kon de kleine niet goed slapen, en op bevel van haar ouders moest zij te 'bed blijven. Wederom ver klaarde zij, niet te hebben gedroomd, maar nog altijd pijn te hebben aan de oogen, die overgevoelig waren geworden. In den loop van den dag gebruikte zij slechts een weinig drank en at een stukje chocolade. De vader beweert, dat zij hem dien heelen dag geen woord over de gebeurtenissen van den vorigen avond heeft gezegd. VIERDE VERSCHIJNING t VRIJDAG 20 JANUARI Vrijdag 20 Januari. 's Avonds oim 7 uur wil zij opstaan. De vader verzet zich daartegen. Zij begint te schreien en de ouders geven toe. Zij gaat naar buiten; 't is weer don ker en koud. Zij gaat recht naar de ge wone plaats, knielt neer, breidt de ar men uit en roept: «Daar ls zijlHet geluid harer stem heeft niets buitenge woons. Een weinig later spreekt zij (de vader had haar tevoren die vraag ingegeven) Wat verlangt gij, Madame? Een pauze dan een antwoord: «Een kapelletje» (Une petite chape lie). En Mariette valt in zwijm... Een geneesheer (Dr Dhaumont) bevindt zich onder de getuigen van dit tooneel Hij draagt Mariette 't huis binnen en brengt haar spoedig weer tot haar-zelve, Had misschien de koude, zij had den heelen dag te bed gelegen haar be vangen? De dokter onderzoekt haar, ontdekt geen spoor van ziekte. Den volgenden dag, Zaterdag 21 Ja nuari *33, 's namiddags tegen half drie, meldt zich Mariette alléén op de pastorij aan (voor de eerste maal sinds de be schreven verschijningen), en zij vertelt den priester wat zij heeft gezien en ge hoord. Alles stemt, overeen met 't hooger vermeld verhaal van de getuigen, met deze uitzondering: Mariette zegt dat de Heilige Maagd, alvorens te verdwijnen een kruisteeken in hare richting heeft gemaakt (vóór het rechthoekig kruistee ken: oplegging van de handen, tijdens het kruisteeken één hand op de borst) Dan vraagt zij toelating om te gaan bidden in de kerk; de priester vergezelt Mariette en geeft haar vóór het Lieve Vrouw-altaar den Sint Joannes-zegen Voordat zij heenging zei de priester tot haar: «Mariette nu is zeker alles gedaan; gij zult de Heilige Maagd niet meer zien. Zij is goed geweest voor u, niet-waar, maar nu ls ook alles afgeloopen. GIJ moet 's avonds niet meer bulten gaan, en goed luisteren naar vader, die u heeft gezegd, binnen te blijven. Dat zult gij doen, niet-waar? Tranen zijn het antwoord; Mariette begint te snikken. Tweemaal herhaalt zij met diepe overtuiging: Ik heb haar gezien, ik heb haar gehoord! Zij be looft niet, 's avonds binnen te zullen blijven. De priester zegt haar nog eens: Alles is gedaan; blijf binnenWeder om tranen. In den avond van den 22°, op het ge wone uur, vraagt,, de kleine verlof om naar bulten te gaan. Op dezelfde plaats als den vorigen avond begint zij te bid den. Na verloop Van, zekeren tijd staat zij op en gaat binnen. 't Is gedaan», zegt ze, «de Heilige Maagd heeft mij gezegend en zal niet meer terugkomen. Zij te volkomen normaal, maar een beetje weemoedig gestemd. Men wil haar doen gelooven dat ze de Heilige Maagd nog zal zien, maar zij blijft bij hare ver zekering. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB De hand van Mademoiselle drukte de mijne to aenuwachtigen angst. Monsieur fluisterde zij mij toe, la ten wij niet over zulke akelige dingen praten. Het dient nergens toe en de her innering alleen jaagt mij schrik aan. Lk ben geen soldaat, Monsieur, lk ben maar een heel gewoon meisje. Waarvoor ik heel dankbaar benzei ik op denzelfden fluistertoon., wezenlijk blij dat wij nu tot daden zouden overgaan. Kom, Ohevalier, de kwestie te nu vol doende uiteengezet. Probeer die laatste stukken van de wapenrusting los te krij gen, en wij zullen er gauw genoeg achter zijn of wij nog op een andere manier van dit dak weg kunnen. «Ik twijfel er sterk aan», bromde hij, aan de gespen rukkend» «Ik was Juist aan het zoeken naar den een of andieren uitweg toen gij kwaamt opdagen. Help mij eens even een handje duw dien haak eens achteruit en nu dien anderen. Jij niet, CamiUe, Je zult Je vingers maar -bezeeren. Het te heel wat moeilijker, om dit tuigage uit dan het aan te sohieten. Ha! wij winnen! nu voel lk mij weer mensch en kan voor mijn deel van het werk opkooien. Ik richtte mij op en keek om mij heen, lk wilde mij eens goed overtuigen hoe het er hier uitzag. Den eersten keer, |dat lk hier was geweest, was ik to mijn gedach ten te veel met andere dingen bezig, dan dat lk daar veel notitie van had kunnen nemen. Ik droeg nu niet langer alleen de verantwoording en d'Envllle bad daarbij een reputatie vain anbegrensden durf en groote bedrevenheid to het hanteeren der wapenen. Maar er stond tegenover dat to ons geval slimheid en vernuft meer waard waren dan durf. Wij hooiden ntete meer ven onae aöh- tervotoers; er bestond dus veel kans dat VIJFDE VERSCHIJNING: 11 FEBRUARI Den 21 Januari had Mariette vergeefs de Verschijning verwacht; vertrouwende op de verzekering van den kapelaan, had zij verklaard, dat de Heilige Maagd had opgehouden, haar te verschijnen; dat Zij haar had gezegend en dat Zij niet meer zou terugkomen. De priester had Ma riette dit gezegd aan het einde van de ondervraging van 21 Januari, om de mis schien verhitte verbeelding van de kleine af te houden van een verkeerden weg. Gedurende de volgende dagen, tot 11 Fe bruari, ging Mariette lederen avond, zon der uitzondering, tegen 19 uur, godvruch tig het rozenhoedje bidden ln het tuintje, waar zij de sohöone Vrouwehad ge zien. Weinig getuigen hebben dat kinderlijk gebed geregeld bijgewoond. Maar allen, die het deden, verklaarden, dat zij zel den zoo vroom en engelachtig hadden zien bidden, en dat het een stichtend schouwspel voor hen was - geweest. Ma riette bidt, met iets angstigs in haar uit drukking, geheel het rozenhoedje. Soms bidt zij het twee- of zelfs driemaal. Niet met overhaasting, het stemgeluid is zeer helder, middelmatig sterk. Zoo bad zij ln den avond van 11 Fe bruari, toen zij, na volgens gewoonte, knielend een rozenhoedje te hebben ge beden, uit vermoeidheid oprees om staan de een tweede te bidden. Aan het einde van het vierde tientje gekomen, viel zij plotseling op de knieën. Eenige oogen- blikken later stond zij weer op, en begint in rechte houding, de oogen een weinig naar boven gekeerd, voort te stappen zooais de vóórlaatste maal (19 Januari). Bij die kniebewegingen (drie) bidt zij met halfluide stem. Bij de bron gekomen knielt zij neer en bidt nog vijftienmaal het Wees ge groet Vervolgens ziet men haar lang zaam een groot kruis slaan, waarna zij zegt: «Dank U, dank UDan staat zij op, begint zaohtkens te weenen, gaat, zonder op iemand te letten, naar bin nen en blijft ongeveer tien minuten vol komen vreemd aan haar omgeving, als verloren in een droom, de handen tegen de oogen gedrukt. Later onderwerpt zij zich geredelijk -aan de ondervragingen, die verscheidene per sonen haar doen ondergaan. Onder die personen bevindt zich de overste van een gesticht voor zenuwlijders. Zij onderzoekt Mariette nauwkeurig en verklaart dan, geenerlei verdachte verschijnselen bij haar te ontdekken. In den avond van 11 Februari komt de kleine op de pastorij vragen, of zij den volgenden morgen de heilige Com munie mag ontvangen. Dien dag, Zon dag 11 Februari, gevoelt zich Mariette overgelukkig. Zij is 's morgens tot de H. Tafel genaderd; de Heilige Maagd heeft gisteravond bij het afscheid Tot weerziensgezegd. Dus zal zij de dier bare Verschijning nogmaals aanschou wen-. Van deze omstandigheden gebruik ma kende, en om te onderzoeken, in welke mate hij misschien buiten zijn weten de kleine beïnvloedt, heeft de priester 's mor gens na de Mis tot haar gezegdZe ker, kleine Mariette, de goede Heilige Maagd zal vanavond weer komen. Blijf haar getrouw, en doe uw best om nog christelijker en vromer te worden. Geef vooral een goed voorbeeld aan uw broers en zusters en bidt voor hen en voor de zondaars. De avond valt; 't .wordt zeer duister Ruim twintig getuigen bevinden zich ter plaatse. Hunne houding te Ingetogen. Al len zijn ze overtuigd, dat het vizioen zal plaats hebben. Mariette heeft langzaam een rozen hoedje gebeden. Op het eerste volgt een tweede. Nog altijd niets... Dan begint zij met nog grooter vurigheid een derde. *t Helpt niet... Tevergeefs houdt zij den blik gevestigd op de toppen der dennen, vanwaar de Heilige Maagd gewoonlijk komt eerst héél klein, dan allengs grooter wordende. Geen lichtschijntje in het zware duister... Mariette slaat eindelijk de oogen neer, verroert zich niet. Wat gaat er ln haar om? De buren hooren gesmoorde snik ken... Mariette keert terug binnen de scha mele woning en blijft nog eenigen tijd schreien. Waarom is de Heilige Maagd niet gekomen? vraagt de kleine zich af, Den 13 Februari 1933 en den 14 Fe bruari 1933 bidt zij volgens gewoonte tweemaal het rozenhoedje, maar 't helpt wederom niet... Den 14 Februari komen twee genees kundigen (Dr Ghaumont van Vervlers en Dr Boulanger van Enslval) Mariette on dervragen nadat zij het rozenhoedje heeft gebeden. De ondervraging geschiedt zeer nauwkeurig en duurt drie kwartier. DE ZESDE VERSCHIJNING: 15 FEBRUARI Woensdag 15 Februari bidt Mariette kalm zeven tientjes aan haar rozen kransje. Plotseling maakt zij geen be weging meer en kijkt voor zich uit: zij ziet de H. Maagd. Een pauze... Dan spreekt zij zacht maar duidelijk: «Heilige Maagd, Mijn heer de kapelaan heeft mij gezegd, dat lk U een teeken moest vragen.Weder om een pauze... wederom gebed1— al lengs langzamer... er komen tranen. 4* Den 16 en den 17 Februari niets bij zonders. Sinds den 15 Februari kwam niets bui tengewoons het langzame, duidelijke, god vruchtige bidden van het rozenhoedje onderbreken. Mariette begint daarmee lederen avond, juist om 19 uur. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB zij de geheime deur naar de -trap niet haddien ontdekt. Zij schenen dus ook geen anderen weg naar het diak te kennen. Als de Saule niet de leiding had gehad, dan hadden wij to het minst niet bang behoe ven te zijn, want het minste geritsel was voldoende om de lafaards naar de bene denverdieping te laten terugtrekken. Maar de Saule stand zijn man en zou van gée-n wijken willen hooren. Trouwens, er stond voor hem te veel op het spel om niet tot het uiterste door te zetten; de bekentenis, die hij zander nadenken aan Mademoisel le had gedaan omtrent zijn betrekking tot dezen bulten alle wetten levenden troep zou hem natuurlijk tot de uiterste wan hoopsdaden aansporen, ant als de ko ning de waarheid vernam, zouden de vroegere dagen van eer en fortuin voor hem voorbij zijn. En, als hij zijn weg versperd zou vinden, welke richting zou hij dan uitgaan? Waarheen zou hij zich wenden? t Was een raadsel, diat niet moeilijk viel op te lossen. Hij kan niet weten dat lk to het kasteel was en ook niet dat Mademoiselle niet langer to den toren zat opgesloten. Maar hij wist dat Desltas dood was en zou licht kunnen vermoeden dat dit d'En- vüle's wenk was. Er bestond zelfs heel veel kans dat hij bl-J het gevecht boven aan de trap dezen herkend had. Wanneer hij tot de overtuiging zou komen dat aohtervolgtng nutteloos was, dan zou na tuurlijk zijn eerste werk zijn op zijn schreden terug te keenen en zich te de cel, waar de gevangene was opgesloten ge weest, te vergewissen dat dieze ontsnapt was. Bij dftt onderzoek zou natuurlijk Gospele vrij komen; deze zou, daar viel ntet aan te twijfelen vertellen, dat lk er was en ook dat öe dame vrij was. Hier door zou de Saule nog woedender warden «l tóiea op het epe-i zetten DE ZEVENDE VERSCHIJNING* 20 FERBRUARI Maandag 20 Februari bidt zij naar ge woonte het rozenhoedje. Een beetje ver moeid van het geknield-blijven, staat ze bij het tweede rozenhoedje op. En plotseling valt zij weer op de knieën en blijft gedurende eenige minuten ln beschouwing verzonken. Dan staat ze op en gaat met het gewone ceremonieel (drie kniebuigingen) naar de bron. DAar hoort men haar geen vragen- stellen, noch eeni ge Boodschap herhalen. Doch uit haar beschouwing ontwaakt, vertelt zij aan de getuigen, dat de Heilige Maagd, glim lachend zooals steeds, haar naar 't water had geleid en, alvorens te verdwijnen, slechts deze woorden gesproken had: Dierbaar kind, bid veel... Tot weder- zlens. De vader vertelde den volgenden dag, dat hij, den vorigen avond tegen 22 uur naar boven was gegaan en Mariette, welke hij sinds lang te bed waande, neer geknield en met den rozenkrans tus schen de vingers gevonden had. De getuigen van dit tooneel waren met velen in getale: de Heer Dedoyard, Mad. Delhaes en Mej. Adèle Fabry, alle drie van Banneux. Vijf personen van Luik: Mad. Borras (rue Entre-deux-Ponts) en haar drie kinderen; een andere dame, bejaard, zwajar beproefd door ziekte en te genspoed. De omstaanders baden vurig en waren tot tranen toe bewogen. -De volgende dagen niets bijzonders. Mariette blijft voortgaan, lederen dag godvruchtig te communiceeren. 's Avonds bidt zij geregeld driemaal het rozenhoed je voor, en dan antwoorden de getuigen, wier aantal-sterk afwisselt. Méér dan 25 schijnen er niet geweest te zijn. DE ACHTSTE EN LAATSTE VERSCHIJNING 2 MAART 2 Maart 1933. Mariette bidt twee maal het rozenhoedje, kalm, met geloof en vertrouwen. Bij de derde houdt de regen, die van 15 uur af voortdurend ge vallen was, plotseling op na een hevige wind. Mariette komt aan het derde tientje, maar zwijgt dan eensklaps. Zij breidt een weinig de armen uit, kijkt gedurende omtrent vier minuten aan dachtig toe, en zegt dan, duidelijk te hoo ren: «Ja». Zij staat op, wil vooruit loo pen, valt op de knieën, zijgt ten gronde, zooals bij de verschijning van 20 Januari 1933. Men draagt haar naar binnen. Den volgenden dag, den eersten Vrij dag van de maand, ziet men den vader en de moeder der kleine naar de com muniebank gaan. Na de catechismusles wordt Mariette ondervraagd door den kapelaan die uit de woorden van het kind meent te kunnen opmaken, dat de periode der verschijningenis geëin digd. De Verschijning zou inderdaad dit maal «Adieu» gezegd hebben. Hier hebben wij getracht de feiten zoo trouw mogelijk uiteen te zetten, maar blijven ons steeds onthouden van eenig oordeel vooraleer het kerkelijk onderzoek over de verschijningen van Banneux ge daan worde. Wij hopen toch dat Ban neux ook een genadeoord worde, ten goede van ons aller zieken, zoowel op geestelijk, 't zij godsdienstig, als op li chamelijk gebied. IBBBBBBEBBBBBBBEBBBBBBBBBBBB APRIL - GRASMAAND 30 Z 2" Zond. na Paschen. H. Catharina van Benen. Evangelie: De goede Herder. MEI - BLOEIMAAND 1 M H. Philippus. H. Jacobus. 2D H. Athanasius. 3 W Plechtigh. v. d. H. Jozef, bescherm, d. H. Kerk. H. Kruisvind. H. Alfridus. 4D H. Monica. 5VE Pius V. 6 Z H. Joannes in de Olie. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB TE MOORTMEERREEK werd een wielrijder het hoofd verpletterd onder een aut'okamion. IN DE WERKHUIZEN van het dag blad La Me-use te Luik brak brand uit. Vier personen werden bij het blusschen gekwetst. YR0UWENH0EKJE i MEIMAAND Waar men ga langs Vlaamsche 1 Oude hoeve, huis of tronk, Komt men U, Maria, tegen, Staat uw beeltenis te pronk, Lacht ons toe uit llmdenigroeii, Bloemenkrans of blij festoen. Moge 't nimmer hier veramdreo! O gij, lieve Vrouw van Vlaandren! Ja, 't ls Mei! De maand van maand der -bloemen I In ai-Ie-huizes', men Haar Beeld versdelen..Bedevaar!! zullen plaats hebben naar hare Wig^ m-en ver en naar. Poperingemaars, vei» niet den schat die ge bewaart tusschen muren... denkt meer dan ooit op 0. £j van St Jan, en, gelijk onze voorouders, R den ommegang gedurende de Melma» Zij is onze Moeder: in Haar hebbende eindeloos vertrouwen. Mochten we dit all! In deze schoone maand begrijpen! Dan zu, len wij Maria's beeld versieren, niet alle met Bloemen en kaarsen, maar met rozen van ons eigen hart. AMANDELBROOD Bewerk in een kom 125 gr. boter i 200 gr. bruine suiker en een heel el V er dan 275 gr. bloem en twee koffielepels kaneel bij. Bewerk het deeg op tafel menig er nog 100 gr. gepelde en gepleit! amandelen bij; rol het deeg tot een wors; en laat het in eene koe-Ie plaats 24 tmj rusten, Sn-ij dan in dunne schijven en taj op een plaat in den oven. Als gij het ge-bed nalaat wordt gij ft een bloem die geen licht en geen lucht,a geen water heeft; uw hoofd zinkt omtaa naar den grond en gij ziet alleen naar. was beneden is en vergaat in aardsche te. geerten. ik IN VIER TALEN De veldwachter van Ossenüorp had'etti landloopster aangehouden. Hoe heet gij? vroeg hij. De vrouw gaf geen antwoord. 1i Verstaat gij -geen Vlaamsch? 1 Geen antwoord. Spreekt ge misschien Fransch? - Ge-en antwoord. Of zijt ge misschien een Duitscte) Geen antwoord. Een Engelsche misschien? Geen antwoord. Toen mi-ek de plichtgetrouwe veldwach ter zijn rapport op en schreef: «Eat vrouw aangehouden die ln alle talen kat zwijgen... ik heb ze in vier verscMkoli tal-en ondervraagd en nog verstond ze mij niet1 IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBIHIBIIII 8 Mei. Te 9 u., voor den Bevelhebber der Spoorwegtroepen, Kazerne 5-6. Bar- gerhout-Antw., leveren van dwarsliggen tot onderhoud van de spoorlijnen der mu nitiedepots van HOUTHULST en AART. RIJKE. Lastkoh. nr 4, prijs 5 fr.. Lom- straat, 16, Brussel. Inschrij-v. 5 Mei. 12 Mei. Te 11 u., voor den h. Claejs, hoofdingr-best. van Bruggen en Wegw, 12, Vrijdagmarkt, Brugge, schilderen vat verschillende Rijkswachtkazernen in dt prov. WEST-VLAANDEREN. LasM zonder nr (Neder-1. tekst). Uitslagen dtr Aanbestedingen 17 Maart. Te 10 u., op '-t Province- bestuur te Brugge,Groote Markt, aanbe steding voor een openbaren en regelmail gen autobusdienst tusschen DIKSMD DE en OOSTENDE over Eesen, Vl-adss Bovekerke, Koek-elare, Moere, Zande. vekote en Lefïmge. PLATTEAU C., Merk-em, fr. 0.28 per to (2 reizen h-sen te terug)Simon A., Oos;> ende, fr. 0.30 (ld.).Govaert A., ld., fr. (.31 tot fr. 0.40 per km. (id). j-j* IBBBBBBSaaflESElflBEBBBflaSanl TE MARCÏNELLE werd een best)®:. der van de Mij van'Goedkoop® Woning» aangehouden wegens het verduisteren «u drie miltiosn frank uit de kas van Maatschappij. Gesticht in 1899 Goepele eou hem natuurlijk alle ver langde inlichtingen kunnen geven-, want die dwerg had. niet dagen achtereen door de gangen gedoold, zonder achter de geheimen te komen. Hij zou zich on middellijk de deur -aar de trap herin neren. En de Saule zou de -bende lafaards wei door die duisternis weten heen te situ- wen en hen d-wtogen zijn wil .te doen. Dat was hem wei toevertrouwd wanit hij be greep natuurlijk dat zijn toekomst van onze gevangenneming zou afhangen. Op het oogenbllk waren zij beneden mis schien op het punt de nauwe trap op te gaan, met het doel zich op ons te werpen. Wij hadden een oogenblikje verademing gekend,een oogenblikje met elkaar kunnen overleggen. Voor een korte poos hadden wij de schurken tot rust genoodzaakt, maar het zou niet lang meer duren of zij zouden ons op het spoor zijn en wij wa ren op onze eigen (kracht aangewezen; op hulp van bul/ten af behoefden wij niet te rekenen. Onwillekeurig keken mijn oogen den kan-t van Mademoiselle uit, ik kon maar heel vaagjes den omtrek van haar aan- tnekkeUj-k gezicht,j-e zien en ik balde mijn vuist to een wanhoopspoging. Gij zegt. dTtoville, dat er geen andere weg naar beneden ls? Ik zeg, dait lk er geen gevonden heb en lk heb toch naar best vermogen ge-- zoohit Toch ls heit vreemd dat deze plaats geen anderen uitweg zou hebben. Misschien zullen wij bij daglicht meer geluk hebben. Het was louter toeval dat wij den geheimen toegang hebben ont dekt, de ateen was niet geheel op zijn plaats geschoven. Maar hoe dan ook, Che valier, er vaft niet aan te twijfelen dat er 'Vöör oud maar één plan ls, eh Wel dë®è trap te verdedigen tot het daglicht 'örls by WM ciKferaoék m Wöre fcftiis Op ér ',A >?-'«4 *c- gen geeft. Mij dunkt, zoo heel ver af de dag niet meer zijn..f «4.1 De Clievalier keek onrustig om heen, I Gij denkt dus dat zij den toegang- d' len vinden'?'1 V'I Ik heb de vaste overtuiging dat 1 Sa-ul-e w-el zóó lang zal loopein te speurt tot hij dien schurk van een- dwerg op 1# spoor komt in de cel, waar ik hem opgesloten. Deze is natuurlijk op de loos te van de geheime trap. De rest iahe* eenvoudig, Monsieur, U kent de Saule. l Een -handlanger van den duivel!.» I En een die op net oogehblii tot W uiterste is gedreven; onze ontsnapping toe.' beteekent voor -hem den ondergang. HeW gij wapenen bij U? Hij begon te lachen alsof -hij plotseliri een grappige-n inval kreeg, .en hij Wf zich om het verouderde slagzwaard, op den grond lag, op te rapen. Ik heft alleen maar dit kleine wapw tje; ik weet 'niet hoe zij het ding vroègd noemden ma-ar -ik weet wel dat aten e"; man met reusachtige handen met fa ding kan om-gaan. Voel eens hoe waar W' ls, mijn yriend. Sainte Anne! de mann"- van die dagen m-oeten Ware reuzen geweest om met zulk een dingetje te W nen omspringen. Ik moe-t toe-geven, h-et was niet vers»^ dig om onzen tijd met praten te verKa' zelen.' terwijl ons eerste werk had zijn'alles in gereedheid te brengen te 'Verdedigen. Wel 1-s waar was ér <Vr' oogenbllk geen enkel geluld te ve®j® dat - onze -onrust tof dit -opzitht wéfêSr Op stuk van zaken was het tóeli'-ökt- n - dan een vermoeden--flest G&spele'®': hieim. vande trap zou- -kennen,- .en mannen uit zich zelf achter, het E*» Zouden katoen, dan v-'< j yv

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1933 | | pagina 14