Belgische Leeuw
VROUPNhoekje
BRAND -= ONGEVALLEN
én Levensverzekeringen
is*
Shea
BANNEUX
GEDACHTEN
m'
UIT DE
van de Iersche Brigade
xxn
IN 'T BUITENLAND
Belgische fabriek van
Chicorei Wyppelier-Taffin.
IBBBBBBBBBBBBBBBBBEBBBBBBBBB
APRIL - GRASMAAND
MEI - BLOEIMAAND
AANBESTEDINGEN
VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ
Maatschappelijk Kapitaal5.000.000 frank
Aangenomen door den Staat
voor Verzekeringen, Ongeval
len én op leven.
Hoogste waarborg en zekerheid Voordeelige tarieven.
M. VAN HEUSDEN, opziener
trap te verdedigen- 'töt höt <SS$3É Öftfi
zouden kotóen, ton
Het hulsgezin is de eerste en voor
naamste sohool, waarin ons karakter moet
Worden gevormd.
Op den weg van het voornemen tot
do daad ls menige reus in een dwerg
veranderd.
Jonge lieden vertellen hetgeen rij
doen, oude lieden hetgeen rij «ooal ge
daan hebben. Alleen de zotten vertellen
hetgeen zij voornemen zijn te doen.
IIIIIHIIHHUIIIIHIHBIBI
KETAUNNEKE
KAMERADEN! KAMERADEN 1
'k Ben alweêr eens vastberaden,
('t Zijn heusch wel droeve zaken!)
U geen zwansen meer wijs te maken.
Want dees week heb ik t weêral moeten
[hooren
Marenta leek precies nen... dondertoren!
En z'he eft gedonderd, zulle! en ge
bliksemd erbij. En dat alles, omdat ik
U verleden week zoo 't een en 't ander
verteld heb over onze huiselijke aan
gelegenheden. Ik mag oprecht zeggen dat
Ik deze week mijne «pere» gezien heb!
En daar Ik hem niet gaarne nen... twee
den keer zou willen zien, ben ik vast be-
oloten dees week een beetje ernstiger te
werk te gaan!
'k Heb aan Marenta beleefd gevraagd
mij een plan gereed te maken over al
de vreeselijke drama's die er in den les
ten tijd gebeurd zijn, zooals moorden,
■elfmoorden, enz... ik ben zeker dat
«ulke dingen aan mijn beste Lezers en
alderliefste Lezereskens meer zullen aan
staan!!!
Maar 't staat aan mij nu geenszins
Mn, zie! en voor ne keer wil lk ook eens
■lijn gedacht doen!
We gaan ons dus aan al dat gepraat
'k Zeg 't kordaat
Niet meer storen
En voortdoen zooals te voren.
En ziet
Ben precies van gist'ren op de wereld
[niet
Maar wel sedert acht en zestig Jaren
En weet dus, en heb 't al honderdmaal
[ervaren
Dat allemaal dat... vrouwengebrul
Slechts waard ls... 'n overgroote nul!
Precies zooals 't uwe! luidt Marenta's
•ntwoord!
Nu zal ik zeker ook bij mijn beste Le-
■ereskens op 't zwarte boekje opgeschre-
van staan, kwestie van dat vrouwenge-
brul... maar de waarheid moet gezegd.
En... 'k zeg het met verdriet
Liegen... ja... dat kan ik niet.
WILT GE ZOO GEZOND ZIJN
Als een visch
Of als een wit konijn
Dat nooit niet riek en ls
Wel, beste Lezers, snuift! Ja, snuift!
Dat 't stof ln de geburen stuift!
Bij manier van spreken, natuurlijk!
Want probeert nooit niet van 't stof van
«wen snuif ln de geburen te doen vlle-
fen, want ge zoudt alrap, nen blauwen...
neus oploopen, niet vanwege 't stof...
maar vanwege de geburen! 't Is ne ge
toerde dokter die er meê voor de pinnen
komt! Snuiven is gezond... heel gezond,
■egt hij... en wij zijn de mannen r'
etn hem te weêrleggen! Snuif doodt
microben, zoo beweert hijMaar, ik vraag
mij af, wat ne mensch er eigenlijk moet
Baan van gelooven:
D'een zeggen
En trachten 't uit te leggen:
Snuif, ge zult er wel meê varen
En leyen lange, lange Jaren!
D'andren, die niet ontbreken.
Die preêken
Snuif toch niet, och God,
Of ge gaat ervan kapot.
Da's de groote kwestie van den dag
dus: Snuiven of niet snuiven?!
SLOEBERKEN was heel aandachtig
reest, heel de les door, en in de helft
les, toen de meester over de kieken-
kweek aan 't spreken was, had hij rijn
Vingerken opgestoken.
Meester, mag lk eens iets vragen
tta de les?
Zeker, jongen, zeker... aan brave
teerlingen antwoord ik met plezier, zei
de meester.
De les was gedaan en de meester VToeg
ban Sloeber ken:
Hewel, Jongen, wat wilt ge nu vra
ten?
Wel, meester, begon Sloeberken, ge
weet dat we thuis kiekens houden... en
flc heb mij al dikwijls afgevraagd, hoe
dat die kiekens weten, hoe groot onze
otjes zijn, en er hun elers naar leg-
TOT WANNEER
Och Heer!
Bullen de menschen, de mannen als de
[wijven
Toch zoo dom en stom nog blijven?
Da's een vraag da'k mij gesteld heb
♦oen 'k in de gazetten las, wat drama
«r rich te Brussel weêr eens heeft af
gespeeld. Maurice Kanoiiw, had een erfe
nis getrokken van rond de vijf honderd
ballekensDa's precies geen drama!
Neen! Maar de man dronk een potje,
dronk er twee en zoo voort tot hij rich
aog met moeite op zijn pikkels kon recht
houden! En daar ne zatlap gewoonlijk
plet meer weet wat hij doet (lk spreek
NIET van ondervinding) liet Maurice
rich te Brussel door 'n slenterkat ln *n
•lecht huis lokken! In t kort, als Mau
rice thuis kwam hadi hijgeene roste knop
meer op zak. Thuis verwachtten ze hem,
in groote blijdschap, maar 't was al rap
Mengelwerk van 80 April 19S3. Nr 88.
door
RANDALL PARRISH
Hij Is U dus te hulp gekomen? drong
bti ruw bij haar aan.
Voor antwoord liep rij naar mij toe en
gaf mij haar hand.
Hij is een man, op wien men staat kan
maken», zeide rij, 'heel eenvoudig. «Ik
heb alle vertrouwen in Arthur Shea.
DE AANVAL
Mét moeite zijn met staal bekleed© le
dematen bewegend, wist de Chevalier een
paar passen vooruit te komen Hij kon
onze vage gestalten nu ten minste tets
duidelijker zien. Ik voelde een zekere ver
lichting toen hij een goed bedoeld lachje
deed hooren.
GIJ moet wel een buitengewoon goeden
Indruk op de dame hebben gemaakt, Mon
sieur zei hij, dat rij zulk een. vertrou
wen ta 'XJ-- stelt. Ik kan U verklaren, lk ken
mijn zuster, maar het ls voor het eerst
dat lk haar zoo openhartig voor haar
meening hoor uitkomen. Betere aanbe
veling heb lk niet noodlg. Geef mij uw
hand, Monsieur, en een fertnen druk, daar
houjd lk van. Uw hand Is er een van de
soort die een zwaard weet te hanteeren en
doel weet te treffen. Denk geen oogenblik
dat Ik U een kwaad hart toedraag vcwr den
dien Bij mij Beseven hebt., "t Was
- en aarlkfit» kamp, ao spj Ieren,
ruzie, en van woorden kwami het tot
daden, en ln rijn kolere, schoot onze held
rijn vader en rijn moeder dood.
Ja, ja, dc grootste plagen
Op onze dagen
Dat zijn: de vrouwen en den drank.
Laat g'U daardoor dan vangen
En blijft g*ln hunne netten hangen.
Dan gaat ge voor uw leven mank!
Enfin, wat wilt g'er aan doen, 't ls de
gang van de wereld! zullen degenen zeg
gen die vergeten diat 't woord karakter
sterkte ook nog bestaat.
BESCHULDIGDE, vroeg de Jugepee
op t tribunaal, bij het eerste verhoor,
kent ge deaen sleutel?
Neen lk, mijnheer de sjuze! zei de
man.
's Anderendaags, bij het tweede ver
hoor, vroeg de sjuze weer:
Beschuldigde, herkent ge dezen sleu
tel?
Ja, meneer de sjuze, was nu 't ant
woord.
Ah, zoo, zei de rechter, nu herkent
gij hem en gisteren...
Natuurlijk, herken lk hem, zei de
man, g'hebt hem mij gisteren al ge
toond!
IETS dat ge nog niet hadt geroken
Dat ls... dat er weêr nen oorlog is ult-
[gebroken!
'k Ga U direkt explikeeren
Dat 't geenen oorlog is met kanonnen noch
Waaraan die lieve meneeren [geweren
Zich te erg zouden aan bezeeren
Maar wel nen oorlog met de pen
Waar 'k ook geen partisanvan ben.
En dien fameuzen oorlog ls aan gang
tusschen de vrienden van de zeevogels en
-visschen en de zeeschepen (nog ne keer
bij manier van spreken, want gewoonlijk
schrijven de zeeschepen toch niet),
't Schijnt dat er veel van die vogels en
visschen kapot gaan, omdat ze vergiftigd
worden door de oliën voortkomende van
de motors der schepen. En die geleerden
(nog ne keer) die zeker al de visschen en
vogels gaan tellen rijn, hebben uitgere
kend dat «r binnen 260 jaar, Juist gere
kend, geen enkelen zee visch noch -vogel
meer zal overschieten! Voor de vogels is
't nog niks, maar de visschen, dat Is iets
anders... en 'k'vrage mij af wat onze
achter-achterkleinkinderen dan 's Vrij
dags of met den vasten nog zullen kun
nen eten!
Och Heer© toch! roept Marenta uit, gij
peinst toch op alles!... als er maar sprake
ls van eten!
En daarmee stel ik vast dat de donder
bui nog verre van gedaan ls... en da 'k mij
nog aan andere donderslagen en bliksem
schichten zal mogen verwachten. En op
dat het geen oprecht onweder worden
zou, zal ik mij maar heel koest houden
en maar niet... weêrdonderen!
MIELKEN PRUIMSTEEN was op nen
avond opgebleven met rijn moeder, en
moeder Pruimsteen wierd zoodanig over
mand door den vaak, dat heur oogen ge
durig toevielen.
- Moeder, zei Mielke, waarom eet ge
geenen appel?
- En waarom nen appel.
- Hewel, nen appel tegen den vaak!
- Daar en rijn zulk geen appels,
Mielke!
- 't Doet, 't doet moeder, zei Mielke,
onzen broeder heeft ons geleerd ln de
schole, dat moeder Eva nen appel opat,
en dat heur oogen opengingen!
T MANNEKEN uit de Maan
Staat altijd op den uitkijk
Ten einde geen gelegenheid voorbij te
[laten gaan
Om zijne lezers te maken: rijk.
Ge moet nu niet gaan denken dat 'k U
ln mijn testament ga zetten, hoor. Ge
zoudt dan slechts rijker worden ln...
schulden!
Maar g'hebt het allen reeds honderd
maal ondervonden, nietwaar beste Lezers
en alderliefste Lezereskens dat 't mijn
vurigste wensch is U allen schatrijk te
zien...
En als ge tot nog toe geen miljonnair
zijt, dap, ls het maar uw eigen schuld! Ik
had U namelijk al den raad gegeven, van,
als er ergens 'n groot lot te winnen ls,
slechts één lot te koopen... dat met
't goede nummer op, enz., enz... Hewel,
vandaag nu kom ik met Iets anders voor
den dag. Over enkele dagen, moet ge we
ten, heeft een landbouwer van Vilno, te
gen de grens van... Rusland, die zijn land
omploegde, eene som ln den grond gevon
den van één miljoen goudroebels, die door
de Russen daar begraven werd, gedu
rende den oorlog... en 't schijnt dat er
anderen toen dat voorbeeld gevolgd heb
ben, zoodat er nu ginder ln den omtrek
van Vilno nog miljoenen en miljoenen
goudroebels ln den grond rusten... én
't geld ls precies niet gemaakt om eeuwig
te rusten he! maar wel om te rollen...
vooral als 't geen briefjes zijn, maar ronde
stukken... en dan nog van goud.
Neemt dus uw spade op den schouder,
gaat naar de statie en vraagt ne tooepon
voor Vilno... de kaartjesgever zal U wel
ne keer vies bezien... maar ge moet hem
precies niet zeggen waarvoor ge die lange
reis onderneemt, want hij zou 't ln rijn
gedacht kunnen krijgen naar Geel te tele-
foneeren. En al uwe schoon© plannen zou
den kunnen ln duigen liggen... en gij
erbij!
MOEDER, vroeg kleine Jef, behooren
de ooren tot den hals of tot 't gezicht?
Waarom vraagt ge dat?
Ge hebt aan Marie gezegd, mijn ge
richt te wasschen... en nu wascht ze mijn
poren mede!
GETROUWD zijn, dat staat vast,
Is bijna altijd een last
Maar daar rijn mannen die moeten trou
[wen
Om... hun pensioentje te kunnen houwen.
Zoo wreedaardig zijn ze tot nogtoe ln
ons land niet... maar 't kan komen!
t Geval, waarvan 'k daar zooeven sprak,
heeft zich voorgedaan ln Chili... gelukkig
nog al ver vaa hier. In dat land zullen de
oorlogsveteranen die tusschen 70 en 80
jaar zijn, geen pensioen meer ontvangen,
ten ware rij kunnen bewijzen dat ze ge
trouwd rijn. En ge zoudt al die ouw pee-
kens nu ne keer hun lappen van hun
schoenen moeten zien loopen, om nog
nen hartetap't is te zeggen een vrouw-
IIIMlBHIIimillIHKEMIH
zijt een vechtersnatie, het rit U in het
bloed. Deze zaak ls dus afgehandeld; voor
de toekomst rijn wij kameraden. Hoe
(denkt gij er zelf over, luitenant?
Niets liever dan datzei ik van harte.
WIJ hebben onze handen vol met ons
tegen die schurken te weer te stellen en
kunnen dus niet beter doen dan onze
eigen kinderachtige kibbelarijen vergeten.
Ik kan mij, om de waarheid te zeggen,
maar nauwelijks meer herinneren wat de
aanleiding ar toe was.
Wij stonden nog een oogeniblikje, hond
ln hand, naast elkaar.
Gij zegt dat de Saule zelf hier ls?
voreg hij, alsof hij het nog niet kon ge
looven.
«Ik heb hem zelf ln de zaal beneden
gezien en hij voerde de bende aan, de trap
op, op zoek mar U. 't Is de man, dien gij
tegen den grond hebt geslagen, toen gij
het op een kiepen hebt gezet, en hij heeft
daar nog een aardig bewijs van overge
houden. Wij behoeven er overigens niet
aan be twijfelen of hij hot ls, want hij
heeft een heele poos met Mademoiselle
gepraat en haar met het ergste bedreigd.
Neen, d© hertog ls hier vast en zeker, en
rijn trawant, de gebochelde dwerg ls bij
hem.
Die ellendige Gospele?
Geen twijfelen aan. Ik trof hem hier
alleen op het dak en wist den schurk met
geweld een bekentenis te ontlokken. Zoo
dra lk hem sag, wist tk meteen dat de
Saule In löeae zaak was betrokken, en lk
begon, zoo'n beetje te doorzien waar het
om 'te' doen was. De dwerg bevindt rich
op het oogenfcllk veilig achter slot ln de
zelfde. cel, die gij eerst hebt bewoond.
Heeft U misschien Deslino gedood. Mon
sieur?
Als gij <le& cipier bedoelt, Ja. <hen heb
lk «edodkigaf hij etrrarecMlKg ten azte
ken t« krijgen. Maar t schijnt ook dat
die ouw mannekens van ginder een beetje
slimmer rijn, dan die van bij ons, want
er werd vastgesteld dat ze bijna allemaal
trouwen met een meisje... dat ongeveer
hunnen ouderdom heeft... Misschien
doen ze dat ook wel, om zeker te zijn, dan
met geen schoonmoeder meer geplaagd te
rijn! Enfin, dat gaat ons precies niet aan
en zoo kurieus, van 't hen te gaan vragen
rijn we ook niet.
Chili, 't doet me veel plezier
Ligt heel ver van hier
En *k wil er honderd keer voor gapen
Dat men 't hier niet na zal apen.
Tot groote vreugde van hen, die zich ln
dat droevig'geval zouden bevinden!
LANGE JEF ls bellemaker geworden.
O ver lest werd hij bij Meneer Bellekens
geroepen, om diens voordeuUbel te herstel
len. Als Jef al 'n tijdje voor de deur stond
en binnen gerucht gehoord had maakte
hij rich de reffiefesie:
'k Sta hier al 'n half uur veur
De deur
Dat kan tellen,
Om hun belle te herstellen.
Uit alle geweld
Heb 'k al dertig keer gebeld
En U zijn me voorwaar vieze zaken
Ze rijn nog niet komen open makenl
EN HIER 'n gedacht van 'n groot man
(om alle misverstand uit den weg te rul
men, zal lk maar zeggen, dat het niet van
mij ls... 'k ben maar n© meter zestig
groot), maar 't komt van John Galswor
thy, de onlangs overleden Engelsche
schrijver. John Galsworthy was een pessi
mist.
Een pessimist ziet alles in het zwart
En draagt veel droefheid ln zijn hart.
Daartegenover komt een optimist te staan
En die ziet 't al rooskleurig aan,
Hij feest en maakt plezier alom
Wel 'k vind dat gedacht nog niet zoo dom.
Die Engelsche schrijver dus was een
pessimist. Op zekeren dag ontmoette hij
twee knapen, die bezig waren aan 't rede
twisten. Ik, zei de eerste, ik zou wel wil
len een arend zijn, om alles te zien van
uit de lucht!En lk, zei de tweede, ik
wilde wel 'n leeuw zijn, met veel macht
en fel gespierd!
Weest nederiger, zei John Galsworthy
daarop, lk zou een mol willen zijn, om
alleen te leven onder den grond, en de
laagheden niet te moeten zien die de
menschen begaan!
Was dat een menschenkenner ja!
VEROORDEEL me toch niet ter dood
Beste Lezers, 'k heb U allen bedrogen
Van schaamte word lk rood
Tot in 't wit van mijn oogen.
Verleden week heb lk U namelijk ver
teld dat de Eiffeltoren van Parijs ging
afgebroken worden. Hewel, 't ls niet waar 1
Geloove dat ik dat moet gedroomd heb
ben... maar 't contrarie ls waar. Ze gaan
er nog eenen bij lappen. Ja, tegen de
tentoonstelling van 1937 gaan ze nu gin
der nen toren bouwen, die 700 meter hoog
zijn zal. HIJ zou dus den Eiffeltoren met
400 meter overtroeven! Dat kan nog al
tellen. Dat zal een rekord zijn, zooals
't een rekord is, voor 't langst te spee-
kelen.
Ze moeten maar zien dat ze niet varen,
zooals die anderen met dien fameuzen
toren van Babel!
DE KLEINE SANDERS had rijn hand
Verbrand
En ging aan '.t huilen
Zooals 's nachts d'uilen.
De vader sprak: Steek uw hand ln uwen
[mond!
En 't schreeuwlawijd een einde vond.
Hei! zei de moeder, ziet!
Dat wist ik nu nog niet.
Maar nu rie 'k gewis
Dat 't een goed middel la
v Door den band
fei? Als iemand 4
:l Zijn hand
Verbrand!
Dat weet ik niet, zei de vader toen
Precies als gaf hij een sermoen.
Maar dat t toch een middel ls van tel
Tegen 't schreeuwlawijd, dat riet ge wel!
't Manneken uit de Maan.
IBBBBBBBBBBBBBBSBBBSBSSSBBBB
IN SPANJE ls een vliegtuig neerge
stort. De ramp veroorzaakte dien dood
van twee personen.
MEN IS ZONDER NIEUWS van den
Engelscheo vlieger Lancaster de de vlieg
tocht Engeland-De Kaap ondernomen
had.
BIJ GILBRALTAR is een Engelsche
stoomboot ln brand geraakt.
TE ROEBAAIS werden te gelijkertijd,
twee diamanten- en tien gouden bruilof
ten gevierd.
IN FRANKRIJK is gansch het dorp
Aubêpine te verknopen voor 500.000 fr.
TE GRAVELINNES ls een auto ln
het kanaal gereden Drie Inzittenden ver
dronken in bet rijtuig.
TE MONTBAZIN-GIGEAU zijn twee
treinen op elkaar gebotst. Veertien perso
nen werden aldus levensgevaarlijk ge
kwetst.
IN SPAANSOH-MAROKKO zouden
nog 300 Europeanen gevangen zijn van de
Mooren.
IN TCHEKO-SLOWAKIJE werden
25 Nazi's aangehouden.
BIJ NIZZA werden vijf koelen door
den bliksem gedood.
IN NOORD - AMERIKA heeft een
geweldige sneeuwstorm gewoed. Op zekere
punten lag de sneeuw op eene dikte van
V4 meter.
EEN PLAN wend opgemaakt om een
tunnel te maken van Gibraltar tot de
Afriikaanisohe kust,
TE PARIJS, bij onvoorzichtigheid,
werd een meisje van 21 jaar, 'bediende aan
een schietbarak, door een kogel getroffen
en gedood.
TE HALLEWIJN te de fabriek J.
Dumontier afgebrand.
TE LIVERPOOL heeft een moeder
haar twee dochtertjes de keel overgesne
den en daarna getracht zelfmoord te ple
gen.
woord. De dief had mijn uniform aan,
en vóór ik ze hem kon afnemen, hoorde
ik iemand aankomen en was ik verplicht
mij schuil te houden'.
Dat zal Gospel© geweest zijn. Ik kreeg
voor het eerst een glimpje van den
schelm te zien ln de nis van de groote
zaal.
Het is best mogelijk dat hij het ge
weest is, maar van waar lk stond, kon lk
dat niet riem Er waxen er overigens meer,
wint ik hóórde praten. Een poosje later
próbeejje lk de trap te 'bereiken, maar
het wou niet luikken, want er stond daar
een man, doch lk was de gang nog niet
Ingeslopen of lk hoorde dat achter mij
Iemand kwam aanrennen. Volgens U was
dit d© Saule?
«Hij was het, hij ging weer naar be
neden nadat hdj met Mademoiselle had
ritten praten.
Ik kon hem maar heel even riten en
het begon al donker te would©». Met een
enkelen sprong stond lk ln een kamertje
ter rij en trof daar een anderen man aan.
Hij was meer geschrokken dan lk. Geen
van ons tweeën durfde een woord te spre
ken. Zijn gezicht kwam mij heel bekend
voor maar lk kon mij niet herinneren
waar lk den man eerder had gezien. Weet
U soms wie hij Is, Monsieur?
Een kapitein' van het Regiment van
Touraine, Emile Cassier. Ik had hem op
de benedenverdieping in een oei opgeslo
ten gevonden en liet hem bij de trap ter
bewaking achter, terwijl lk op zoek ging
naar een uitgang. De man te dood.
Dood!
HIJ verloor het evenwicht en kwam op
de steenen beneden neer. Ik Hoor nog ln
mijn ooren den ijzlgen doodskreet.
Ik heb het gillen ook.gehoord. Ik dacht
aan de weeklacht van een geest, en mijn
bloed verstijf dé.
(VERVOLG)
DE DERDE VERSCHIJNING!
19 JANUARI
Verschijning van 19 Januari 1933. Dit
zal de derde zijn.
Mariette gaat tegen 19 uur plots naar
buiten. Zij knielt neer in den tuin, en
roept dan plotseling uit: «O, daar is zijl».
Bij deze woorden strekt zij de handen
uit. Een weinig later zij schijnt nu
eenigermate opgewonden te rijn doet
rij deze vraag (welke Dom Bonifacius
del Marmol hoar had aangeraden)Wie
zijt gij, Madame? En na een korte pauze
hoort men haar luidop nazeggen:
Wel, de Lieve Vrouwe der armen
Dan gaat Mariette gelijk daags tevo
ren naar de bron, nu-en-dan een knie
buiging makende. Vervolgens, aangeko
men bij de bron: Gij hebt mij giste
ren gezegd: De bron ls van mij
Pauze. Voor al de natiënenkele
minuten later: «Voor al de rieken» (ge
hoord door Michel Charleseche)Dan:
Dank U, dank UEindelijk: Ja, lk
zal voor U biddenNa deze woorden
staat de kleine op, doet eenige stappen;
zij bemerkt haar vader, omhelst hem in
gaat naar binnen. Op dat oogenblik komt
Dr Heuse (van Nessonvaux) ter plaatse
en treedt met de getuigen van v hier
boven beschreven tooneel de woning bin
nen. Hij wil de kleine ondervragen; maar
zij wordt bang, gaat achteruit en zegt,
dat niet zij maar heur klein broertje riek
is. De dokter dringt aan, krijgt eindelijk
eenige antwoorden. Deze stemmen over
een met die, welke rij daags tevoren ge
geven heeft, wat betreft het voorkomen
der Heilige Maagd en de wijze, waarop
zij haar gezien had.
De twee vragen, die zij aan de Ver
schijning heeft gesteld, waren haar In
gegeven door een voorzichtig getuige.
De dokter verzoekt haar, de ontvangen
antwoorden te herhalen. Zij zwijgt; doch
na het vertrek van den dokter krijgen
de getuigen antwoorden, die overeenstem
men met hetgeen zij-zelf gedurende de
Verschijning -hebben gehoord.
Aangezien de dokter Mariette niet gron
dig heeft kunnen onderzoeken, kan hij
slechts een oppervlakkige diagnose geven.
Hij heeft geen koortsigen toestand opge
merkt, en verklaart, dat, naar het uiter
lijke te oordeelen, het kind normaal is.
Dienzelfden dag is Mariette naar school
gegaan en heeft goed gegeten. De vorige
nacht was goed geweest; zij verklaarde,
niet te hebben gedroomd. Maar dien
avond hadden de herhaalde ondervragin
gen van de verschillende -getuigen haar
sterk vermoeid, en zij had pijn aan de
oogen.
Dien nacht kon de kleine niet goed
slapen, en op bevel van haar ouders
moest zij te bed blijven-. Wederom ver
klaarde rij, niet te hebben gedroomd,
maar nog altijd pijn te hebben aan de
oogen, die overgevoelig waren geworden.
In den loop van den dag gebruikte
zij slechts een wéinig drank en at een
stukje chocolade. De vader beweert, dat
zij hem dien heelen dag geen woord over
de gebeurtenissen van den vorigen avond
heeft gezegd.
VIERDE VERSCHIJNING!
VRIJDAG 20 JANUARI
Vrijdag 20 Januari. 's Avonds cm 7
uur wil zij opstaan. De vader verzet rich
daartegen. Zij begint te schreien en de
ouders geven toe.
Zij gaat naar buiten; t te weer don
ker en koud. Zij gaat recht naar de ge
wone plaats, knielt neer, breidt de ar
men uit en roept: «Daar Is rij!». Het
geluid harer stem heeft niets buitenge
woons.
Een weinig later spreekt rij (de vader
had haar tevoren die vraag Ingegeven)
W-at verlangt gij, Madame?
Een pauze dan een antwoord: Een
kapelletje(Une petite bhapelle). En
Mariette valt ln zwijm...
Een geneesheer (Dr Chaumont) bevindt
zich onder de getuigen van dit tooneel.
Hij draagt Mariette 't huls binnen en
brengt haar spoedig weer tot haar-zelve.
Had misschien de koude, rij had den
heelen dag te bed gelegen haar be
vangen?
De dokter onderzoekt haar, ontdekt
geen spoor van riekte.
Den volgen-den dag, Zaterdag 21 Ja
nuari '33, 's namiddags tegen half drie,
meldt zich Mariette alléén op de pastorij
aan (voor de eerste maal sinds de be
schreven verschijningen), en zij vertelt
den priester wat rij heeft gezien en ge
hoord. Alles stemt overeen met 't hooger
vermeld verhaal van de getuigen, met
deze uitzondering: Mariette zegt dat de
Heilige Maagd, alvorens te verdwijnen,
een kruisteeken in hare richting heeft
gemaakt (vóór het rechthoekig kruistee
ken: oplegging van de handen, tijdens
het kruisteeken één hand op de borst).
Dan vraagt rij toelating om te gaan
bidden in de kerk; de priester vergezelt
Mariette en geeft haar vóór het Lieve
Vrouw-altaar den Sint Joannes-zegen.
Voordat zij heenging zei de priester tot
haar; Mariette nu is zeker alles gedaan;
gij zult de Heilige Maagd niet meer «den.
Zij is goed geweest voor u, nlet-waar,
maar nu is ook alles afgeloopen. Gij
moet 's avonds niet meer buiten gaan,
en goed luisteren naar vader, die u heeft
gezegd, binnen te blijven. Dat zult gij
doen, nlet-waar?
Tranen rijn het antwoord; Mariette
begint te snikken. Tweemaal herhaalt «dj
met diepe overtuiging: «Ik heb haar
gezien, lk heb haar gehoord!Zij be
looft niet, 's avonds binnen te zullen
blijven. De priester zegt haar nog eens:
Alles ls gedaan; blijf binnenWeder
om tranen.
In den avond van den 22°, op het ge
wone uur, vraagt de kleine verlof om
naar bulten te gaan.' Op dezeifde plaats
als den vorigen avond begint «dj te bid
den. Na verloop van zekeren tijd staat
rij op en gaat binnen. 't Is gedaan»,
zegt ze, «de Heilige Maagd heeft mij
gezegend en zal niet'meer terugkomen.»
Zij te volkomen normaal, maar een
beetje weemoedig gestemd. Men wil haar
doen gelooven dat ze de Heilige Maagd
nog zal rien, maar zij blijft Wj hare ver
zekering.
IB1
De hand van Mademoiselle drukte de
mijne in zenuwachtigen angst.
Monsieur fluisterde rij mij toe, la
ten wij niet over zulke akelige dingen
praten. Bet dient nergens toe en de her
innering alleen jaagt mij schrik aan. Ik
ben geen soldaat, Monsieur, ik ben maar
een heel gewoon meisje.
Waarvoor lk heel dankbaar ben rel
ik op (Jenzelfdep. fluistertoon, wezenlijk
blij dat wij nu tot daden zouden overgaan.
«Kom, Chevalier, de kwestie te mu vol
doende uiteengezet. Probeer die laatste
stukken van de wapenrusting los 1» krij
gen, en wij zullen er gauw genoeg achter
zijn of wij nog op een andlere manier van
dit dak weg kunnen.
«Ik twijfel er sterk aan», bromde hij,
aan de gespen nikkend. «Ik was Juist
aan het zoeken naar den een of anderen
uitweg toen gij kwaamt opdagen. Help
mij eens ©ven een handje diuw dien
haak eens achteruit en nu dien anderen.
Jij niet, Camille, Je zult je vingers maar
bezeeren. Het is heel wat moeilijfcer, om
dit tuigage uit dun het aan te aohdeten.
Ha! wij winnen! nu voel lk mij weer
mensch en kan voor mijn deel van het
werk opkamen.
Ik richtte mij op en keek om mij heen,
lk wilde mij eens goed overtuigen hoe het
er hier uitzag. Den eersten keer, |dat fle
hier was geweest, was lk ia mijn gedach
ten te veel met andere dingen bezig, dan
dat lk daar veel notitie van had kunnen
nemen. Ik droeg nu niet tenger alleen de
verantwoording en d'Enville had daarbij
een reputatie van ontoegrensden durf en
groote bedrevenheid ta het hanbeeren der
wapenen. Maar er stond tegenover dot ta
ons geval slimheid en vernuft meer waard
waren dan durf.
WIJ hoorden niets meer van oma© ach
tervolgers; er bestond dus veel kans dat
VIJFDE VERSCHIJNING!
11 FEBRUARI
Den 21 Januari had Mariette vergeefs
de Verschijning verwacht; vertrouwende
op de verzekering van den kapelaan, had
rij verklaard, dat de Heilige Maagd had
opgehouden, haar te verschijnen; dat Zij
haar had gezegend en dat Zij niet meer
zou terugkomen. De priester had Ma
riette dit gezegd aan het einde van de
ondervraging van 21 Januari, om de mis
schien verhitte verbeelding van de kleine
af te houden van een verkeerden weg.
Gedurende de volgende dagen, tot 11 Fe
bruari, ging Mariette lederen avond, zon
der uitzondering, tegen 19 uur, godvruch
tig het rozenhoedje bidden ln -het tuintje,
waar rij «de sohoone Vrouwe» had ge
zien.
Weinig getuigen hebben dat kinderlijk
gebed geregeld bijgewoond. Maar allen,
die het deden, verklaarden, dat rij zel
den zoo vroom en engelachtig hadden
rien bidden, en dat het een stichtend
schouwspel voor hen was geweest. Ma
riette bidt, met iets angstigs ln haar uit
drukking, geheel het rozenhoedje. Soms
bidt zij het twee- of zelfs driemaal. Niet
met overhaasting, het stemgeluid is zeer
helder, middelmatig sterk.
Zoo bad zij in den avond van 11 Fe
bruari, toen zij, na volgens gewoonte,
knielend een rozenhoedje te hebben ge
beden, uit vermoeidheid oprees om staan
de een tweede te bidden. Aan het einde
van het vierde tientje gekomen, viel zij
plotseling op de knieën. Eenige oogen-
blikken later stond zij weer op, en begint
ln rechte houding, de oogen een weinig
naar boven gekeerd, voort te stappen
zooals de vóórlaatste maal (19 Januari).
Bij die kniebewegingen (drie) bidt zij
met halfluide stem.
Bij de bron gekomen knielt rij neer
en bidt nog vijftienmaal het Wees ge
groet Vervolgens ziet men haar lang
zaam een groot kruis slaan, waarna zij
zegt: «Dank U, dank U». Dan staat rij
op, begint zaohtkens te weenen, gaat,
zonder op Iemand te letten, naar bin
nen en blijft ongeveer tien minuten vol
komen vreemd aan haar omgeving, als
verloren ln een droom, de handen tegen
de oogen gedrukt.
Later onderwerpt zij zich geredelijk aan
de ondervragingen, die verscheidene per
sonen haar doen ondergaan. Onder die
personen bevindt zich de overste van een
gesticht voor zenuwlijders. Zij onderzoekt
Mariette nauwkeurig en verklaart dan,
geenerlei verdachte verschijnselen bij
haar te ontdekken.
In den avond van 11 Februari komt
de kleine op de pastorij vragen, of zij
den volgenden morgen de heilige Com
munie mag ontvangen. Dien dag, Zon
dag 11 Februari, gevoelt zich Mariette
oyergelukkig. Zij is 's morgens tot de
H. Tafel genaderd; de Heilige Maagd
heeft gisteravond bij het afscheid Tot
weerziensgezegd. Dus zal rij de dier
bare Verschijning nogmaals aanschou
wen.
Van deze omstandigheden gebruik ma
kende, en om te onderzoeken, in welke
mate hij misschien buiten rijn weten de
kleine beïnvloedt, heeft de priester 's mor
gens na de Mis tot haar gezegdZe
ker, kleine Mariette, de goede Heilige
Maagd zal vanavond weer komen. Blijf
haar getrouw, en doe uw best om nog
christelijker en vromer te worden. Geef
vooral een goed voorbeeld aan uw broers
en zusters en bidt voor hen en voor de
zondaars.
De avond valt; 't .wordt zeer duister.
Ruim twintig getuigen bevinden zich ter
plaatse. Hunne houding is ingetogen. Al
len zijn ze overtuigd, dat het virioen zal
plaats hebben.
Mariette heeft langzaam een rozen
hoedje gebeden. Op het eerste volgt een
tweede. Nog altijd niets... Dan begint zij
met nog grooter vurigheid een derde,
"t Helpt niet... Tevergeefs houdt rij den
blik gevestigd op de toppen der dennen,
vanwaar de Heilige Maagd gewoonlijk
komt eerst heel klein, dan allengs
grooter wordende. Geen lichtschijntje in
het zware duister...
Mariette slaat eindelijk de oogen neer,
verroert zich niet. Wat gaat er ln haar
om? De buren hooren gesmoorde snik
ken...
Mariette keert terug binnen de scha
mele woning en blijft nog ©enigen tijd
schreien. Waarom ls de Heilige Maagd
niet gekomen? vraagt de kleine zich af.
Den 13 Februari 1933 en den 14 Fe
bruari 1933 bidt rij volgens gewoonte
tweemaal het rozenhoedje, maar 't helpt
wederom niet...
Den 14 Februari komen twee genees
kundigen (Dr Chaumont van Verviers en
Dr Boulanger van Ensival) Mariette on
dervragen nadat rij het rozenhoedje heeft
gebeden. De ondervraging geschiedt zeer
nauwkeurig en duurt drie kwartier.
DE ZESDE VERSCHIJNING!
15 FEBRUARI
Woensdag 15 Februari bidt Mariette
kalm zeven tientjes aan haar rozen
kransje. Plotseling maakt rij geen be
weging meer en kijkt voor rich uit: zij
ziet de H. Maagd.
Een pauze... Dan «preekt zij zacht
maar duidelijk: «Heilige Maagd, Mijn
heer de kapelaan heeft mij gezegd, dat
ik U een teeken moest vragen.Weder
om een pauze... wederom gebedal
lengs langzamer... er komen tranen.
Den 16
■anders.
en den 17 Februari niets bij-
ei
Binds den 15 Februari kwam niets bui
tengewoons het langzame, duidelijke, god
vruchtige bidden van het rozenhoedje
onderbreken. Mariette begint daarmee
lederen avond, Juist om 19 uur.
zij We geheime deur naar de trap niet
hadden ontdekt. ZIJ schenen dus ook geen
anderen weg naar het diak te kennen. Als
de Saule niet de leldllng had gehad, dian
hadden wij ta het minst niet bang behoe
ven te rijn, want het minste geritsel was
voldoende om de laf aards naar de bene
denverdieping te laten terugtrekken. Maar
de Saule stond rijn man en zou vfih geen
wijken willen hooren. Trouwens, er stond,
voor hem te veel op het spel om niet tot
het uiterste door te zetten; de bekeütoëriis,
die hij zonder nadenken aan Mademoisel
le had gedaan omtrent rijn betrekking
tot dezen bulten alle wetten levenden troep
zou hem natuurlijk tot de uiterste wan
hoopsdaden aansporen, - ant als de ko
ning de waarheid vernam, zouden de
vroegere dagen van eer en fortuin voor
hem voorbij zijn- En, als hij rijn weg
versperd zou vtaden, welke richting zou
hij dan uitgaan? Waarheen zou hij rich
wenden? t Was een raaldisel, diat niet
moeilijk viel op te lossen. Hij kon niet
weten dat ik ta het kasteel was en ook
niet dat Mademoiselle niet langer ta den
toren zat opgesloten.
Maar hij wist dot Desltns dood was en
zou licht kunnen vermoeden dat dit d'En-
vüle's werk was. Er bestand zelfs heel
veel kans dot hij bij het gevecht boven
aan de trap deaen herkend had. Wanneer
bdj tot de overtuiging zou komen dot
achtervolging nutteloos was, dan zou na
tuurlijk zijn eerste werk rijn op rijn
schreden terug te fceemen en rich ta de cel,
waar de gevangene was opgesloten ge
weest, te vergewissen dot deze ontsnapt
was. BIJ dit onderzoek eóu natuurlijk
Gospel© vrij komen; deze zou, daar viel
iriet aan te twijfelen vertellen, dot lk
er was en ook dat de dame vrtj was. Hier
door sou de Saule nog woedender warden
ea «Bes op het epel zetten.
DE ZEVENDE VERSCHIJNING!
20 FERBRUARI
Maandag 20 Februari bidt zij naar ge
woonte het rozenhoedje. Een beetje ver
moeid van het geknleld-folijven, staat ze
bij het tweede rozenhoedje op.
En plotseling valt zij weer op de knieën
en blijft gedurende eenige minuten ln
beschouwing verzonken. Dan staat ze op
en gaat met het gewone ceremonieel (drie
kniebuigingen) naar de bron. Dhar hoort
men haar geen vragen stellen,, noch eeni
ge Boodschap herhalen. Doch uit haar
beschouwing ontwaakt, vertelt zij aan de
getuigen, dat de Heilige Maagd, glim
lachend zooals steeds, haar naar 't water
had geleid en, alvorens te verdwijnen,
slechts deze woorden gesproken had:
Dierbaar kind, bid veel... Tot weder-
ziens.
De vader vertelde den volgenden dag,
dat hij, den vorigen avond tegen 22 uur
naar boven was gegaan en Mariette,
welke hij sinds lang te béd waande, neer
geknield en met den rozenkrans tus
schen de vingers gevonden had.
De getuigen van dit tooneel waren met
velen in getale: de Heer Dedoyard, Mad.
Delhaes en Mej. Adèle Fabry, alle drie
van Banneux. Vijf personen van Luik:
Mad. Borras (rue Entre-deux-Ponts) en
haar drie kinderen; een andere dame,
bejaard, zwaar beproefd door ziekte en te
genspoed. De omstaanders baden vurig en
waren tot tranen toe bewogen.
De volgende dagen niets bijzonders.
Mariette blijft voortgaan, lederen dag
godvruchtig te communiceeren. 's Avonds
bidt rij geregeld driemaal het rozenhoed
je voor, en dan antwoorden de getuigen,
wier aantal sterk afwisselt. Méér dan 25
schijnen er niet geweest te zijn.
DE ACHTSTE EN LAATSTE
VERSCHIJNING 2 MAART
2 Maart 1933. Mariette bidt twee
maal het rozenhoedje, kalm, met geloof
en vertrouwen. Bij de derde houdt de
regen, die van 15 uur af voortdurend ge
vallen was, plotseling op na een hevige
wind. Mariette komt aan het derde
tientje, maar zwijgt dan eensklaps. Zij
breidt een weinig de armen uit, kijkt
gedurende omtrent vier minuten aan
dachtig toe, en zegt dan, duidelijk te hoo
ren: «Ja». Zij staat op, wil vooruit loo
pen, valt op de knieën, zijgt ten gronde,
zooals bij de verschijning van 20 Januari
1933. Men draagt haar naar binnen.
Den volgenden dag, den eersten Vrij
dag van de maand, ziet men den vader
en de moeder der kleine naar de com
muniebank gaan. Na de catechismusles
wordt Mariette ondervraagd door den
kapelaan die uit de woorden van het
kind meent te kunnen opmaken, dat de
periode der verschijningenis geëin
digd. De Verschijning zou inderdaad dit
maal Adieugezegd hebben.
Hier hebben wij getracht de feiten zoo
trouw mogelijk uiteen te zetten, maar
blijven ons steeds onthouden van eenig
oordeel vooraleer het kerkelijk onderzoek
over de verschijningen van Banneux ge
daan worde. Wij hopen toch dat Ban
neux ook een genadeoord worde, ten
goede van ons aller zieken, zoowel op
geestelijk, t rij godsdienstig, als op li
chamelijk gebied.
IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB
30 Z 2* Zond. na Paschen. H. Catharina
van Benen.
Evangelie: De goede Herder.
1M H. Phillppus. H. Jacobus.
2D H. Athanasius.
3 W Plechtigh. v. d. H. Jozef, bescherm, d.
H. Kerk. H. Kruisvind. H. Alfridus.
4D H. Monica.
5 V H. Pius V.
6 Z H. Joannes ln de Olie.
TE MOORTMEERBEEK werd een
wielrijder het hoofd verpletterd onder een
autokamton.
IN DE WERKHUIZEN van het dag
blad La Mouse te Luik brak brand uit.
Vier personen werden bij het blusschen
gekwetst.
MÉïiviAAND
Waar men ga ia&gs Vlaamsche wege»
Oude hoeve, huls of tronk,
Komt men U, Maria, tegen,
Staat uw beeltenis te pronk,
Lacht ons toe uit linde ragden.
Bloemenkrans of blij festoen.
Moge 't nimmer' hier verandrenl
O gij, lieve Vrouw van Vlaahdren!
Ja, 't is Mei! De maand van Maria; j,
maand der bloemen! In alle hutoen-
men Haar Beeld versieren.,. Bedevaartej
zullen plaats hebben naar hare Heiligdom,
men ver en naar, Poperlngeniaars, verges;
niet den schat die ge bewaart tusschen uij
muren.denkt meer dan ooit op O. L. yt,
van St Jan, en, gelijk onze voorouders, g
den ommegang gedurende de Meimaand
Zij is ornze Moeder: in Haar Ijebben we een
eindeloos vertrouwen. Mochtei) we dit allen
ln deze schoone maand begrijpen'! Dan am.
len wij Maria's beeld verslereu, niet allee,
met Bloemen en kaarsen, maar met
rozen van ons eigen hart.
AMANDELBROOD
Bewerk in een kom 125 gr. boter mat
200 gr. bruine suiker en een heel el. Voeg
er dan 275 gr. bloem en twee' koffielepels
kameel bij. Bewerk het deeg op tafel en
menig er nog 100 gr. gepelde en geplette
amandelen bijrol het deeg tot een worst
en laat het in eene koele plaats 24 uren
rusten. Snij dan ln dunne schijven en bat
op een plaat in den oven.
Als gij het gebed nalaat wordt gij
een -bloem die geen licht en ggen lucht en
geen water heeft; uw hoofd zinkt omlaag
naar den grond en gij ziet alleen naar wat
beneden is en vergaat in aardische to
geerten. m
IN VIER TALEN
De veldwaohter van Ossendorp had W4
landloopster aangehouden.
Hoe heet gij? vroeg hij.
De vrouw gaf geen antwoord.
Verstaat gij geen Vlaamseh?
Geen antwoord.
Spreekt ge misschien Fransch?
Geen antwoord.
Of zijt ge misschien een Dultsehéb
Geen antwoord.
Een Engelsche misschien?
Geen antwoord.
Toen miek de plichtgetrouwe veldwacb-
ter zijn rapport op en schreef: «E&iij
vrouw aangehouden die in alle talen irè
zwijgen... ik heb ze in vier verschilleoda
talen ondervraagd en nog verstond ze mi]
niet
IE
8 Mei. Te 9 u., voor den Bevelhebber
der Spoorwegtroepen, Kazerne 5-6. Bot-
garhout-Antw., leveren van dwarsliggen
tot onderhoud van de spoorlijnen der mu
nitiedepots van HOUTHULST en AART.
RIJKE. Lastkoh. nr 4, prijs 5 fr., Loxum*
straat, 16, Brussel. Inschrijv. 5 Mei. -
12 Mei. Te 11 u., voor den h. Ciaeys,
hoofdingr-best. van Bruggen en Wegen,
12, Vrijdagmarkt, Brugge, schilderen va»
verschillende Rijkswachtkazernen in de
prov. WEST-VLAANDEREN. Lastkob.
zonder nr (Nederl. tekst).
Uitslagen ck r Aanbestedingen
17 Maart. Te 10 u., op 't Previa#»
bestuur te Brugge, Groote Markt, aanfe.
steding voor een openbaren en regel nutti
gen autobusdienst tusschen DIKSMC1-
DE en OOSTENDE over EeSen, Vladslpè,
Bovekerke, Koskeïare, Moere, Zande, Ê-
vekote en Leffinge.
PLATTEAU C., Merk-em, fr. 0.28 per ka
(2 reizen heen te terug)Simon A.. Oosj»
e-nde, fr. 0.30 (id.) Govaert A., ld., fr. 0.3!
tot fr. 0.40 per km. (id.).
fBBBBBBBSBaBBBSBEBBEBBaaaBH
TE MARCINEtiLE werd een bestuut-
der van de Mij vin' Goedkoope Woning?!
aangehouden wegens het verduisteren vai
drie milHoen frhhk uit de kas var. d»
Maatschappij.
Gesticht in 1899
Alle inlichtingen worden versohaft op aanvraag. 11
00EDE AGENTEN WORDEN AANGENOMEN,
Schrijven aan
Hotel "DE VREDE „Groote Markt, DIKSMU1DE
Gospele zou hem natuurlijk alle ver
langde taUohttogan kunnen geven-,
want de dwerg had n-let dagen achtereen-
door de gangen gedoold, zonder achter
de geheimen te komen. Hij zou zich on
middellijk de deur ,.aar de trap herin
neren. En dé Saule zou de bende lafaards
wel door de duisternis weten heen te stu
wen en hen dwingen zijn wil te doen. Dat
was hem wel toevertrouwd wamt hij be
greep natuurlijk dat zijn toekomst van
onze gevangenneming zou afhangen.
Op het oogenblik waren zij beneden mis
schien op het punt de nauwe trap op te
gaan, met het doel zich op ons te werpen.
Wij hadden een oogenblikje verademing
gekend,een oogenblikje met elkaar kunnen
overleggen. Voor een korte poos hadden
wij de schurken tot rust genoodzaakt,
maar het zou niet lang meer dui-en of zij
zouden ons op het spoor zijn en wij wa
ren op onze eigen kracht aangewezen; op
hulp van bulten: af behoefden wij niet te
rekenen.
Onwillekeurig keken mijn oogen den
kant van Mademoiselle uit, ik kon maar
heel vaagjes den omtrek van haar aan
trekkelijk gezichtje zien en lk balde mijn
vuist ta een wanhoopspoging.
GIJ zegt, d'Enville, dat er geen andere
weg naar beneden is?
«Ik zeg, dat ik er geen gevonden heb
en lk heb toch naar best vermogen ge
zocht. Toch ls het vreemd diat deze plaats-
geen anderen uitweg zou hebben.
Misschien zullen wij bij daglicht meer
geluk hebben. Het was louter toeval dat
wij den geheimen toegang hebben, omt-
de «teen was niet geheel op rijn
plaats geschoven. Maar hoe dan pok, Che-
vaher, er valt 'ntet aan te twijfelen dat
er voor ons maar één plan is, eSl wél déze
woM otera* M Vtei* op te-
gen gééft. Mij dunkt, zoo h-eel ver ei
de dag niet meer zijn.-
De Chevalier keek onrustig om rt»
heen. - to*
Gij denkt dus '<jlat zij den. toegang w
len vinden?-v s£|
Ik heb de vaste overtuiging dat
Saule wel zóó lang zal loopen te spei#
tot hij dien schurk van een dwerg -op#'
spoor kómt in de-cel, waar .ik hem W'
opgesloten. Deze is'natuurlijk op de ho^
te van de geheime trap. Ds rest-tó h**
eenvoudig, Monsieur, U kent de Saule.»
Een -handlanger van den, duivel!-
En een die off het oog&hblik to:
uiterste is gedreven i onze ontsnapping Wfï
beteekènt voor hem den ondergang. H#
gij wapenen bij U? i' tL»
Hij begon te lachen alsof-hij plotse®
een grappigen inval kreeg,en hij ff"!
zich om het veroiiöetrde slagzwaard; o"
op den grond lag, op te ra pep.
Ik heb alleen maar dit kleine wapsF'
tje; ik weet'niet hoe zij het ding ver
noemden maar ik weet wel dat alle®11
man met reusachtige handen irt£ j[Ll
ding kan omgaah.' Voel eens hoe waar®.
ls, mijn vriend. Sainte Anne* de
van die dagen moe-ten ware reuKt;®'
geWeésit .om metszulk een dingetje W
nen omspringen.,h
Ik moet toegeven, het w-aseïilet rivjjj,,
dig om onzen tijd met praten te
zelen, terwijl on-sieerste werk had
zijn aliés iri gereedheid' te brengen om
te verdedigen.'Wel is wakr was er
óogenibliik geen- enkel geluid te v<«L^
dat chze-©ritust-in dit opricht l&Zg
Öp stuk van-zaken was'het toch®®; ,f,
don -een vermoeden dat-'G ospele1 n
helm van,d» trap zou- kennen, fSeta
mannen uit zich zelf achter