Zuilen de Socialisten ie reilino heen EN NU Tegen den Oorlog, voor vrede en rust PUROL SPROETEN 'SPRUTOL Vrouwenhanden WEEKBLAD: 35 CENTIEMEN. 31» JAAR. - Nr 10. DE POPERINGENAAR SANSEN-VANNESTE KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD- Meer gezonde kcht in 't christelijk huisgezin De Socialisten veranderen van koers met hun plan De Man door Volksvertegenwoordiger ROBERT D. DE MAN. BELGISCHE FABRIEK VAN CHICOREIWYPPELIER-TAFFIN Belgie tegenover het Ontwapeningsvraagstuh KRANIGE REDEVOERING VAN DEN Eersten Minister GRAAF DE BROQUEVILLE EENIGE NAKLANKEN EEN BOODSCHAP VAN DEN KONING AAN HET LAND Erkentelijkheid voor de eensgezinde rouw en trouw der bevolking VLAANDERENS BEDEVAART NAAR LOURDES 1934 NIEUW MODEL 1934-1935 ONOVERTREFBAAR! Uitgever: POPERINGE Telefoon N'9. - Postch. N'15.570 ABONNEMENTSPRIJS VOOR 1 JAAR (per post) Binnenland 18,60 fr. Belgisch Congo 35,fr. Frankrijk 35,fr. Alle andere landen 55,fr. TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleins berichten per regel 1,60 fr. Kleine l»erichten (minimum) 4,00 fr. 2 fr. teel. v. ber. met adr. t. bur. Berichten op 1* bi. per regel 2,50 fr. Berichten op 2' bl. per regel 1,75 fr. Berichten op 3* bl. per regel 1,50 fr. Rouwber. en Bedank, (min.) 7,00 fr. Te herhalen aankondigingen: prijs op aanraag. Annsncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. - Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. De lucht van onae christelijke huisge- jannen is aan 't bederven!. Men heeft schoon deuren en vensters dicht toe te spijkeren. Een verderfelijke buitenwind waait ongemerkt naar binnen, en eens binnengedrongen,, stijgt het ver raderlijk stikgas naar omhoog; het grijpt je de keel aan, 't snijdt je den adem af, 't bedwelmt het hoofd. Kijk dan eens naar 't gezicht van menig jeng gezin. Ongezond, bloed geeft zweertjes en uitslag. Ze zijn pas gehuwd en reeds is er een afgrijselijke uitslag. Ja, ze zijn pas gehuwd. En zij leven modem. En de lucht is ex reeds bedorven. Er is nochtans lucht genoeg. Meer luctot en licht dan in 't ouderlijk huis. Ruimer zijn de woonplaatsen. Door de breede ven sters kan de lieve zon op haar gemak eens goed binnenkijken. En er is plaats genoeg boven en beneden, en aöhteraan een plein tje, waar kinderen kunnen spelen. Zelfs is er comfort, als de beurs het vermag; electrisch licht, radio en loopend water. Alles wat jonggehuwden droomen kunnen om gelukkig en gezand te zijn. Was het niet van die zweertjes en van dien. leelijken uitslag van bedorven bloed! In de nieuwe woning werd de wand met een nieuw papier beplakt. Echt modern! Spreekt van zelf dat de heilagen,prenten, welke thuis de wanden der kamers versier den, hier niet meer thuishoor,:n. 't Kruisbeeld werd naar de slaapkamer gebracht, en vervangen op het schouwbord door 'k weet-met-wat voor poesjenellen- gedoe. En de andere hehigenibselden als er nog zijn staan vergeten in den hoek, ergens op een oude commode weggeduwd, tot deze ouderwetsche lade ook op haar beurt boven worde geborgen. Zij gaan naar de Zondagmis, en 's Vrij dags derven zij vleesch. Zij houden hun Pasehen nog, maar van kinderen houden zijn niet, of althans nog niet. Zij bidden in de kerk, maar zij bidden niet meèr thuis. Het avondgebed is ge weken voor de rommelende deuntjes van 'n modernen jazzband uit 'n dreunenden luidspreker. Sermoenen, wProokgeur, wij water, daar zijn zij niet voor. 't Wijwater- vaatje hangt er nog, diooh is uitgedroogd, sedert lang. En een mis, met zang en ser moen, is meer vervelend dan tien kilo meter film vol onnooizeihieden, laat staan haif-aangebrande gekheden. Zij zijn katholiek, maar de giftige lucht van 't modern heidendom is in 't gezin binnengedrongen. Stilaan moet de geest van Christus wijken en plaats maken. En met Christus, verdwijnt ook in gelijke mate de onbaatzuchtige christelijke liefde, plichtbesef en zelfbcheersching. Na de wittebroodsweken, breken reeds de eerste zweertjes open. Kijk. eens, lieve, hoeveel kraaien, dhar op den toren... Jamaar, dat zijn geen kraaien: 't zijn duiven, zegt de jonge vrouw. Wel, hoe kunt ge zooiets zeggen? Zijn dat nu geen kraaien? Hoe, als ik U zeg dat het duiven zijn! Maar, lieve, kijk toch eens beter, ik ken toch vel het verschil tusschen beide! Zie ;'o wel, ik kan hier in dit buis nooit gei.:; krijgen. En kwaad of wee- nend: En 't zijn toch duiven En het huiselijk theater is volop aan dan gang. De vredige huiskamer, waar het even zonnig zou kunnen zijm als in 't zonnig- falije huisje van Nazareth, wordt getuige van de meest kinderachtige scèroen tus schen twee volwassen menschen, die zich zelf nie<t beheersdhen. 't Gaat nog goed, als 't spel niet eindigt bij de schoonmama. Heel zeker gaat het veelal om wat an ders, dan om 'kraaien of duiven! Doch het is ongelooflijk om wat beuzelarijen twee gehuwden dóe zouden moeten kinderen opvoeden onder mekaar kunnen twis ten, en het onderling vertrouwen stilaan ondermijnen omdat zij zichzelf niet meer opvoeden tot verdraagzaamheid en zelftucht; omdlat zij vaarwel zeggen aan de chris telijk opgevatte liefde en offergeest; omdat zij de giftgassen inademen van de heidensebe mode welke genot wil zan der last; omdat zij met een woord uit hun woning Christus en zijn Wet hebben bui- tengezet. <2aHB3SSiaaaaBS3Ei^aBB!lSSE£IBnBBSSaSËanSEBSaBKI3B5BBB>SBBB We hebben in ons eerste artikel over het socialistisch «plan De Man» gezegd dat wij ons voornamen de brochuur van kamerlid Max Buset op den voet te vol gen. Buset is de leerling van De Man en de meest geestdriftige propagandist van het plan. De socialisten bekennen zelf dat zij door het plan De Man aan te nemen» heel en al van koers veranderen. Laat ons dus eerst en vooral zien en nagaan waarom die verandering van koers noodig is en waarin die koersverandering bestaat. Wanneer de socialisten thans andere methoden van werking en andere doel einden vorstellen, dan moet het wei zijn omdat de oude niet meer deugen, dan moet het wel zijn omdat het oude pro gramma niet meer deugen kan voor de tijden waarin we leven en die we beleven. WAAROM VERANDEREN DE SOCIALISTEN VAN KOERS? We zijn thans in het vierde krisisjaar en aan de krisis komt geen einde. Waar heen men zich ook wendtschrijft Buset, er is geen neiging tot eenige verbetering te bespeuren. Het is dan ook overbodig zich af te vragen of de crisis nog lang zal duren. De socialisten moeten echter bekennen dat de crisis Internationaal is, wat zeggen wil, dat alle landen van ds wereld het eene min, het andere meer er diaor ge troffen zijn en verder, dat de oorzaken van de krisis niet te zoeken zijn in ons land alleen, maar dat de oorzaken even eens internationaal zijn. Wij leggen daarop nadruk, om later te kunnen aantoonen, dat de socialisten met hun oplossing er niet kunnen komen om de krisis in ons land op te lossen, zonder de internationale oorzaken ervan weg te nemen. M. Buset stelt verder ook vast, dat bij ds economische crisis ock nog een crisis van het regiem is gekomen, ,die in vele landen reeds werd opgelost in de richting van de diktatuur. Hce die crisis van het regiem of de politieke crisis in ons land zal worden op gelost, daarover meent M. Buset; De toekomst zal het uitwijzen. Na die beide vaststellingen te hebben gedaan, onderzoekt ds schrijver vanwaar, volgens hem en de socialisten de oplossing niet kan komen; kunnen geen oplossing bieden voor de economischs crisis: het kapitalisme, de oorlog, de internationale overeenkomsten, de fascistische diktatuur, een terugkeer tot het liberale economisch stelsel. Alhoewel we de verbazends vaststel ling lezen, dat in Rusland geen werkloos heid heerscht (er is zooveel te meer ellende en hongersnood!) en dat Rusland ontsnapt aan de wereldcrisis!!?) meent hij toch dat het communisme evenmin de oplossing brengen zal, en dat er in ieder geval van de Belgische communisten niets trgs te vreeaen valt. DE SOCIALISTISCHE ACTIE WORDT IJDEL HUNNE HUIDIGE POLITïEK LEVERT NIETS MEER OP Aangezien al de stelsels die M. Buset heeft opgesomd, maar waarbij hij angst vallig de christelijk sociale school is ver geten te noemen, geen oplossing kunnen geven aan de crisis, stelt hij de vraag wat de socialisten gedaan hebben om uit de verwarring te geraken, die door de eco nomische en politieke crisis is veroorzaakt. We geven het antwoord van den heer Buset in zijn geheel weer: ...moeten wij zonder zwakheid, zonder omwegen en zon der vooringenomenheid antwoorden dat onze traditioneele actie, na deze drie cri sisjaren, en omdat er aan de crisis geen einde komt, ten slotte dreigt ijdel te wor den, indien zij het nog niet is. Betrekkelijk ijdel weliswaar, maar toch voldoende mate om ons tot een gewetens onderzoek en een grondige koersveran- üerin te dwingen. ...En niet alleen slaagden wij niet in onze pogingen, maar naarmate de crisis Voortduurt wordt 'het steeds minder waar schijnlijk dat wij kunnen slagen. Waar om? Omdat de hinderpaal waarop wij stuiten veel minder de onwil of de over macht van den tegenstrever ie, dan een samenloop van omstandigheden, die in een crisis als deze, het nastreven van traditio neele doeleinden meer en meer ver ijdelen Dat is klaar en ondubbelzinnig. De so- ciaüsU.u bekennen dus zelf dat zij dood gaan aan de crisis, wanneer zij nog lang duurt en aangezien de heer Buset zelf bij den aanvang schrijft, dat er nog geen einde aan te bespeuren is, staat het so cialisme voor de keuze, ofwel doodgaan aan de crisis, ofwel de crisis in ons land oplossen. Die oplossing denken ze te kun nen geven door het plan De Man, dat geen oplossing brengt en bijgevolg, de crisis zal het socialisme dooden! De economische actie door de socialis ten thans gevoerd, is al evenmin ijdel, naar het oordeel van den M. Buset, want aooals hij zeer objectief wil bekennen, wordt het socialistisch verzet tegen de loonsverlaging, hetzij door werkstaking of anders, tenslotte tot mislukking ge doemd, omdat het gebroken wordt door den muur van de kostprijzen. Voor wat de begrootingspolitiek van den staat betreft, moeten de socialisten thans eveneens bekennen dat we het hoogste punt van de begrootingsmogelijkheden hebben bereikt, wat zeggen wil dat het plafond der belastingen is bereikt en dat er anderzijds niet kan aan gedacht wor den in de huidige omstandigheden de uit gaven nog te verhoogen. Wat de socialistische aktie op politiek gebied aangaat, verklaren de socialistische leiders, voorstanders van bet plan De Man, vlakweg, dat hun traditioneele actie mach teloos blijk-t. M. Buset kooit noch min noch meer tot het besluit, dat de socialirten door het verdedigen wat tot nog toe gold in ons land als democratische politieke instellin gen te verdedigen, zij een soort conser vatieven geworden zijn. Er moet wat an ders in de plaats komen van wat de socia listen nu vulgair beginnen te noemen de burgerlijke democratie Meer extremist worden voor de socia listen haalt niets uit, meent M. Buset met veel redenen. Omdat die politiek, dóe meer door het gevoel dan door het denken wordt ingegeven, niet op concrete werke lijkheden berust, klampt zij zich vast aan romantische mythenalgemeens werk staking, gewapende opstand, oproerige raadgevingen' aan de soldaten, sprong in het onbekende. Kan men beter de onbekookte politiek afkeuren die door sommige socialistische Leiders van den zooweelsten rang worden gevoerd ver van Brussel! WIJ MOETEN EEN ANDERE RICHTING OPGAAN aldus besluiten de socialisten.. Zoo zien wij dusschrijft Buset, al onze inspan ningen met machteloosheid bedreigd en wordt onze traditioneele politiek waarde loos. De andere richting die bet socialisme nu wil opgaan, is die van hun plan De Man. Zij me enen daardoor, en ze zullen het onze eenvoudige naïeve werklieden trach ten wijs te maken, en misschien zullen er zich ook middenstanders en boeren laten aan vangen, de huidige werkloosheid te niet te doemen de crisis te overwinnen, zelfs als de internationale verhoudingen niet verbeteren!!? Aldus hebben de socialisten zelf klaar en duidelijk uiteengezet, dat heel hun wer king in de huidige omstandigheden op niets uitloopt, dat ze niet bekaam zijn iets positiefs te vewezsnlijken. Zij zelf oordeelen dat ze maar één kans meer hebben en die kans ie het verwezen lijken van het plan De Man. Wanneer ze nu ook die eenige kans ver liezen en dat is zoo goed als zeker, dat staat omzeggens vast, wat dan? Dan zal het socialisme verkalken tenge volge van de crisis, dan zal het bloedloos en bloedarmoedig worden, bij gemis aan levenskracht en aan vernieuwende geest driftige stuwkracht. In een volgende artikel ontleden we na der de doeleinden van het Plan van dien Arbeid. IBBBBBBSSBBBHBBBBaBBSBBSBBBS komen vroeg in het voorjaar. Voorziet Udaarom tijdig van een pot Verkrijqbaar in alie Apotheken. mWlj'i<®asummw De politieke wapenstilstand, als ge volg van het overlijden van Koning Albert, is achter de rug. We schreven bijna: «De strijd her neemt Doch is er feitelijk reeds strijd geweest? Tot hiertoe hadden we nog niets anders dan oratorische schermutse lingen, die weliswaar de voorboden kunnen zijn van zware dagen, doch waar het gros der troepen steeds af zijdig bleef. We gelooven niet dat er onmiddel lijke brandpunten voorhanden zijn, die zooals in Frankrijk, de tempera tuur ineens tot kookpunt jagen. Ons land zal echter ook den dans niet ontloopen. De hervormingen liggen in de lijn van den tijd. En het ware dwaas de zielkundige invloed te negeeren van al de ophefmakende gebeurtenissen in den vreemde die onze ooren doen tuiten. Het is feitelijk onbegonnen werk stroomopwaarts te varen. En beter ware het de zaken verstandig en nuchter te beschouwen en den knoop door te hakken vooraleer de tij er ons toe dwingt. Niemand zal toch zoo onverstandig zijn te ontkennen dat er ook in ons land een ramp-potentieel, een krisis- temperatuur voorhanden is. Er zijn zelfs reeds tal van men- schen die geen opinie meer durven hebben, die ze wegmoffelen, ze ver bergen om straks met de overwinnen de meerderheid braafjes mee te loo- pen. Er zijn er die het noodlottig vin den dat een mensch tezelvertijd ook burger moet zijn. Het wordt gaandeweg angst voor het leven. En deze ziekelijkheid, patent symp toom van kleinburgerlijkheid, is de resultante van feiten en evenemen ten die zich vooralsnog tot het bui tenland beperkten. Wat gewordt het moest ons land nu eens het terrein worden van hard handige konflikten? Het ontbreekt ons nu reeds aan politieke opvoeding en moed. Straks zullen nog enkel de leiders voor hun overtuiging op straat komen, wijl de massa zich totaal afzijdig zal houden, tot het resultaat zich afteekent. Het is en het blijft een gebrek dat we van politieke opvoeding nog alles te leeren hebben. En nochtans is het zoo eenvoudig. Enkele eeuwig-men- schelijke princiepen gedragen door een onwrikbare wil. Het komt trou wens altijd op hetzelfde neer: man nen vormen En dat is een probleem dat van de school af moet aange pakt. De methode die thans gevolgd wordt is zeker verkeerd. Politiek is 100 passie geworden. Meer herse nen en minder instinkt zou alleszins markanter vruchten afwerpen. Er wordt te veel gespekuleerd op het gevoel en de resultaten hiervan zijn steeds ontgoochelend. Het is inderdaad niet bijster moei lijk een massa te leiden, maar de ver antwoordelijkheid dragen van de lei ding is een ander paar mouwen. Zwart is zwart, en hoe men het nu ook wit gewenscht had, het is een misdaad te pogen verontschuldigen wat dient gelaakt of gestraft te wor den. Wat waar is moet niet geloochend worden, zelfs niet gepoogd. Kan men dit van de politiek zeg gen Wie twijfelt leze even de dagbla den over Stavisky en Oostenrijk. Als met dergelijke tegenstrijdighe den menschen moeten gevoed wor den, dan is het eenvoudig verwon derlijk dat de radios van avond nog rustig spelen. Ofwel houdt men de goê gemeente voor den gek, ofwel dienen er belan gen verdedigd te worden van partij bonzen en financiegroepen. Zeker is het dat de menschen er mee niet gediend worden. En wie neemt er zijn verantwoor delijkheid voor op. Er moet een grens aan alles zijn, zelfs aan de misleiding. Als straks de eene mensch tegen de andere opge jaagd wordt en er misschien betreu renswaardige feiten gebeuren, omdat men de eene zwart deed zien en de andere wit, dan zal de bal van den eenen leider naar den anderen toe gespeeld worden. Daladier en Frot zijn er een spre kend bewijs van. Het is vrij gemak kelijk te blokletteren en te donderen, het is veel moeilijker menschen te leeren nadenken en te leeren klaar zien. Het leven is noch een gazet noch een meetingzaal. Het leven is onloo chenbare werkelijkheid. En de over tuiging groeit uit de feiten. Deze al leen hoeven te spreken. De andere kunnen ze voor- en toelichten, ze hoeven ze niet te exploiteeren. Een betrekkelijk kleine illustratie hiervan (ook een feit, dat achteraf wel verloochend of verontschuldigd werd) hebben de socialisten gegeven dan dag zelf van 's Konings afster ven. Eerlijkheidshalve diene er bijge voegd dat de mare nog niet bekend was. Een heele schare menschen hebben na een meeting enkele dagbladen be stormd en wat ruiten uitgegooid. Zoo heel tragisch is dit wel niet. Typisch echter wel. Omdat enkele Brusselsche gazetten over den strijd Dollfuss con tra het socialism, niet dachten als de roode leiders, werden hun lokalen eenvoudig gechargeerd. In werkelijkheid hebben de socia listen een heilige schrik van het fas cism. En de bepaling die zij eraan geven is precies heel rudimentair. Fascisme aan burgerij. Daarmee punt. Als dat nu de inleiding is van een offensief optreden tegen al de men schen (en er zijn er goddank velen) die meenen dat er iets hapert aan de Staatsmachine en dat er middel is om de zaak eens fatsoenlijk op te knappen, weten we niet. We vermoeden het echter. Indien het nu ging om den arbei der naar hongerloonen te drijven, zou het socialistisch front begrijpelijk zijn. Maar het is precies andersom. (Zie vervolg onderaan 4" kolom). ^RHESB9BBBRflBHHBH&3BMB99SS den oorlog. Bet was zijn roemrijk, doch erbarmelijk slachtoffer. Alles MOET en ZAL worden aangewend om den terugkeer der barbaarschheid voor goed te voorkomen! In den Senaat Dinsdag 11. moesten ver scheidene interpellaties voortgistóacibt wor den», o m. deze van den Heer Baron de Dorlodot, over België's initernationlale po litiek. Na de opening der zitting nam Keer Graaf de Broqueville, eerste Minister, aanstonds het wooxd en legde een belang rijke verklaring af over België's verhou ding tegenover het ontwapeimgisvraag- stuk. Deze verklaring, die getuigt van wer- kelijkheidszini, geven wij hier onder: De tijd waarover het parlement be schikt is kostbaar. Niemand is daar zoo zeer van overtuigd als ik. Ook zal ik mij onthouden van ijdele beschouwingen over wat de vorige regeeringen hebben gedaan of niet gedaan. Ik betwijfel geen oogenblik dat allen bet nationaal belang met wijsheid en waakzaamheid hebben behartigd. De uit gebrachte stemmingen in het parlement bewezen de goedkeuring der door mijn voorgangers gevolgde gedragslijn. Rede twistingen over dit onderwerp kunnen inderdaad de belangstelling opwekken, van hen, die over te veel tijd beschikken of die er aan houden een geschiedkundige verhandeling te schrijven, in oveneen- stemming met hun verbeeldingskracht en hun driften. Doch wat voor het oogenblik van belang is en waarover de openbare opinie zich met recht bekommert, zijn de zienswijze en de houding der regeering tegenover het internationaal probleem, dat zich thans voor ons stelt. Het verleden geldt wat het waard is. Noch goedkeuring noch vitterij zullen zijn waarde verhoogen of verminderen. Zij zijn dus een louter tijdverlies, en dit juist op een oogenblik dat het heil van het land verbonden is met een zoo intense als verlichte parle mentaire werkzaamheid, welke niet aange past zijn aan de ernstige moeilijkheden, die het land te doorworstelen heeft. Het is een tijd rijp voor werking en niet voor dorre redevoeringen. Ik wil klaar ja zelfs ruw weg antwoorden op de vra gen, welke door vooraanstaande kamer leden aan de regeering werden gesteld, vragen, die de onrust en zelfs de angst van een groot deel der openbare meening weerspiegelen. In dén loop der besprekingen zal de mi nister van Buitenlandsche Zaken U het ontwapeningsprobleem in zijn verschil lende onderdeelen en met de vereischte uitwerking, bondig en zooals het zich in zijn uiterst grooten ernst voordoet, uit eenzetten. HOE KAN MEN DE HERBEWAPENING VAN DUITSCHLAND VOORKOMEN? Mien vraagt ons: Zult gij de herbe wapening van Duitschland, die in strijd is met de voorwaarden van het verdrag van Versailles dulden? Zult gij de schen dingen van dit verdrag juridisch regis- treeren? Deze vraag lokt in werkelijkheid een tweede vraag uit, waaraan de stellers der eerste niet hebben willen denken, n. 1. Hoe kan men de herbewapening van Duitschland voorkomen? Welnu ik zal het U zeggen. Er bestaan mijns inziens slechts twee middelen om Duitschland de militaire clausulen van 't Verdrag van Versailles te doen naleven. Zij hebben beiden dezelfde gevolgen. Het eerste is de juridische maatregel door het verdrag voorzien. Het is het berucht ar tikel 213 dat den Volkenbondsraad toe laat, bij meerderheid van stemmen, een onderzoek in te stellen. Welnu het staat vast dat twee der groote mogendheden die permanent in den raad zetelen: En geland en Italië, de. instelling van een onderzoek zullen weigeren Onder deze voorwaarden zal Duitschland deze even min toelaten. Er blijft dus slechts een tweede middel over, dat impliciet in de aan ons gestelde vragen ligt besloten, doch dat men bij zijn naam niet durft noemen: dit middel is een preventieve oorlog. NIET HET AVONTUUR VAN EEN ONGEWETTIGDEN, PREVENTIEVEN OORLOG Is het dit wat men voorstelt? Mijns inziens is dit een redmiddel slechter dan het kwaad zelf, en waar men zelfs niet mag aan denken, ten minste indien men niet met waanzin of met een misdadige behehtheid is geslagen. Zoolang er hoop is op minnelijke rege ling, is het ongeoorloofd een onmiddellijk en zeker kwaad uit te lokken, om een ander dat niet zoo nabij en door het feit zelf, niet zoo zeker is als het eerste, te voorkomen. Dit is mijn inzicht, en voor zoover ik weet, ook dit der Fransche regesring. Om de herbewapening van Duitschland te beletten, is er geen ander middel dan een onmiddellijke oorlog, ife weiger het land in dergelijk avontuur te werpen. Deze woorden zijn duidelijk, zelfs hard, maar mijne heeren, zij moeten nochtans worden uitgesproken, omdat zij de weer gave zijn der waarheid. Ik heb de plicht op te klimmen tot de bron van onze on rust en angst, en de termen van het pro bleem, zoowel als de gevolgen eener on doordachte politiek aan het land kenbaar te maken. Waartoe al die pocherij, tenzij om de openbare meening te bedriegen. MEN KAN EEN GROOTE NATIE NIET BLIJVEN ONTWAPENEN Ik begrijp zoo zeer als U allen de bit terheid van den toestand. Zij is het ge volg der groote begoocheling van hen, die gedurende het verdrag van Versailles, terwijl zij de lessen der geschiedenis en der werkelijkheid misprezen, geloofden dat het mogelijk was een groote natie voor onbeperkten tijd te ontwapenen. Hoe heeft men zich kunnen Inbeelden dat 27 tijdelijk verbonden en bevriende naties, het eens zouden blijven om aan Duitschland, wiens éénheid door het ver drag van Versailles werd bezegeld, op te leggen, dat wat zelfs Napoleon, opper machtig meester der twee derden van Europa niet vermocht. Wij moeten deze begoocheling betreuren. Waar overleefden clausulen met zulk karakter de voorwaar den, die hen hebben geschapen! Het hedendaagsch Duitschland is niet meer het overwonnen Duitschland van 18 November 1918. En waar blijft daarenbo ven de gemeenschappelijke wil der 27 ver bondenen, die het verdrag van 1919 heb ben onderteekend? Het is de onvermijde lijke wet der geschiedenis, dat een over wonnen land vroeg of laat zijn krachten herovert. Sinds langen tijd hebben de groote Sta ten dit begrepen. In een gezamenlijke beraadslaging te Genève, waren Frankrijk, Engeland en Italië verplicht aan Duitschland, sinds einde 1932 het recht op gelijke behande ling toe te kennen. Koesteren wij dus noch onvruchtbaar spijt, noch ijdele hoop, en behandelen wij het probleem zooals het zich thans in Maart 1934 stelt. Men moet de werkelijk heid in het gelaat durven zien! In deze zaken leiden droomen tot niets; tenzij soms tot een ramp. Waarover gaat het hier? Niet alleen moeten wij beslui ten of wij ja dan neen de herbewapening van Duitschland zullen dulden of in wel ke verhoudingen wij dit zullen toestaan, maar wij moeten vooral den wedloop naar bewapeningen, die onvermijdelijk tot den oorlog zou leiden, vermijden. Daar schuilt thans het gevaar, dat de Europsesche volkeren bedreigt, Duitsch land niet uitgezonderd. Ik noemde U de reden waarom de toe vlucht tot het geweld dient uitgesloten. ET blijft dus niets anders over dan een minnelijke regeling, tusschen de voor naamste belanghebbende landen; een overeenkomst, welke de bewapeningen be perkt. De onderhandelingen, zooals zij te Genève werden gevoerd, zijn niet ge slaagd. Zij werden onder een anderen vorm en met andere formulen hervat. De heele wereld heeft bij hun welslagen be lang, want ieder weet wat de hernieuw de wedloop naar bewapening beteekent. Duitschland mag evenmin als de ande re staten in de huidige crisis, de onnoem lijke lasten die daaruit voortvloeien, on bevreesd te gemoet zien. En wie zou dur ven loochenen dat het onvermijdelijk ge volg van dergelijken toestand de voor im mer en door al wat in de wereld mensch- waardig en eerlijk is, vervloekte oorlog is. TEGEN DEN OORLOG. ONS HOOGSTE STREVEN GAAT NAAR VEILIGHEID U weet dat de huidige onderhandelin gen op groote moeilijkheden stuiten. De regeering volgt hen in de mate van het mogelijke met al hare klaarziendheid en vastberadenheid. Men moet niet aan ons, die al de verantwoordelijkheden en den wreeden last van den wereldoorlog heb ben gedragen, de gevaarlijke geographi- sche ligging van ons land openbaren. Men moet ons, in onze vreeselijke ervaringen, niet leeren, dat niet één der elementen van veiligheid mag worden verwaarloosd. Ons politiek actie-vermogen streeft on ophoudend naar de veiligheid van heden en naar de veiligheid der toekomst. Deze is ons hoogste doel. Wij hebben, doorheen rampspoedige omstandigheden, slechts den lieven Vrede ter wille, aan het land haast bovenmenschelijke krachtinspan ningen durven vragen. En daardoor ver wezenlijken wij ons streven naar veilig heid, in de mate dat dit streven uit onze persoonlijke acte voortvloeit. Wij vechten in dit ontredderd Europa, onversaagd voor den Vrede, om meer schoonheid te scheppen, door het eerbie digen der waarheid. Door geschiedkundige feiten, bewijzen wij taan onze vrienden den Vrede ter wil le, dat er geen werkelijke rust in Europa zal heerschen, zoolang de veiligheid van België wordt bedreigd. Dit is een eeuwenoude waarheid waar van ieder lid der regeering, ten zeerste is doordrongen, en wij handelen krachtda dig volgens de stem van ons geweten. Ik bevestig dit tegenover het land dat recht heeft op gansch ons klaarziend beleid en op onze daadkracht. Onze plicht is duide lijk afgebakend en wij zullen hem ten geenen prijze verraden. Mijne Heeren, indien de Vrede door de Veiligheid het ideaal is dat wij uit gansch ons vermogen en met alle krach ten nastreven, is de regeering nochtans niet in staat beloften te doen, in een do mein, dat aan haar wilsvermogen niet is onderworpen. Zij mag in dit opzicht ech ter, niet alleen op de nooit te kort geko men hulpvaardigheid van Frankrijk re kenen, maar ook op deze van Engeland en Italië, hulpvaardigheid, die haar zou geweigerd worden indien zij een politiek van geweld moest aankleven. Ik kan U onmogelijk en U begrijpt dit meer daarover zeggen of mijne verklaring meer verduidelijken. Wij staan niet alleen in dezen grooten vitalen strijd tegen den oorlog en voor de veiligheid. Niemand in ons land mag dit vergeten. Gansch de regeering vraagt uw vertrou wen om haar in staat te stellen de bijzon der kiesche taak welke zij met het be wustzijn der aanhankelijkheid van gansch de natie nastreeft goed te vervullen. België is beducht voor een oorlog. Het heeft den oorlog meegemaakt. België haat ■SiSSBSBSBB3Bi8i3ISfBBSEiiÊBÜ&B93EI9IBS9^BËBBSSSK)SZ!SaH9BSË^9B9BS Er is geen spraak van hongerloo nen, noch van 12 uur werk per dag, noch van verdrukking der werkers klasse. Er is eenvoudig spraak van een her ziening der waarden, van een dege lijker bouw aer maatschappij ge steund op orde, gezag en verantwoor delijkheid. De arbeiders hebben er alles bij te winnen. Als het gaat om de verheffing der m,enschelijke waarde, zijn zij het meest gebaat die op de onderste trede staan. Trouwens het misbaar der socialis ten liet de geïnteresseerden tamelijk koel. Een krant stoort zich niet aan een gebroken ruit. Het is alleen te hopen dat de vrij heid waarvoor de socialisten te Brus sel en te Gent gezworen hebben, als geen partijgenoot B.W.P. geëmbriga- deerd wordt. De rest is het werk van den tijd. En noch 40.000 militianennoch 100.000 helpers zullen de tijd tegen houden, noch beperken. Het gaat in de lengte om jaren, en in de breedte om miljoenen. Geen enkele Staat of maatschappe lijke vorm is er tegen bestand geble ken. Slechts één rots begaf niet, maar het was dan ook de Nazerener die ze bouwde, en haar wat anders meegaf dan militianen: de waarheid. In afwachting blijft er dapper te ijveren voor datgene wat volgens die waarheid op aarde hoeft verwezen lijkt: het vormen van ons zelf en van onze evenmenschen, en het ordenen der wisselwerkingen. Misschien klinkt dit ook al uitda gend. Misschien is het ook fascisme. Etiketten zijn echter van weinig belang. Er zijn feiten en gevolgtrekkingen. Er is ook onze wil! (Verboden nadrukj Herwig. GEWELDIGE INDRUK !De redevoering door Graaf de Broque ville uitgeeprotoen, heeft in het Binmen- en Buitenland geweldigen indruk verwekt. Wij zijn het niet meer gewoon van onze leiders zulke klare taal te ihooren te krij gen. Gewoonlijk als men eene redevoering gehoord of gelezen heeft, weet men daarna evenveel als te voren. Sedert 16 jaren is de wereldoorlog ge daan; 16 jaar lang hoorden we niets an ders d>an spreken over Vredesconferen ties en Ontwapeningsconferenties En wat is er van gekomen? Het kostte millioenen en het bracht niets op. Het eenige wat de man uit de straat er kan uit besluiten, was dat daaromtrent al die mannen zorgden voor een gerust en weiopbrengend postje. Hoe kunnen al die conferentiomaniien nu nog zoo nuchter zijn jaren te studeeren om schikkingen te treffen die moeten ge volgd worden wanneer hst oorlog wordt? Van den eersten dag dat het oorlog is, is er niemand, meer die de overeenkomsten volgt. Er is over de redevoering van den Heer de Broqueville misnoegdheid in sommige kringen. Ons heeft die redevoering verheugd om dat zs rechtzinnig en gemeend is. Wat baat het de oogen te sluiten? Het gevaar most ingezien worden om het te kunnen tegengaan. Iedereen weet dat Duitschland bewa pent. Men kan een volk van 60 miljoen in woners toch niet muilbanden. De oorlog vermijden dat wil Minister de Broqueville en daarom moeten wij hem steunen. De oorlog vermijden dat is voor alle landen hoofdzaak, maar voor geen land méér dan voor België, omdat geen land meer de verschrikkingen van den oorlog aan den lijve heeft gevoeld dan het onze en omdat het de versohrikkingen van een nieuwen oorlog geen tweede maal zou overleven. Het zijn harde woorden die de Belgische Eerste Minister heeft uitgesproken, woor den die hem misschien kwaad aangere kend zullen worden door hen die, per fas et nefas, zich vast blijven klampen aan eene politiek, wier failliet met den dag schreeuwender wordt. België vreest den oorlog, zegde de Eerste Minister bij 't slot zijner redeons land heeft den oorlog meegemaakt; België ver afschuwt den oorlog, ons land Is er het roemrijke, maar betreurenswaardige slachtoffer van geweest. Alles moet in het werk gesteld worden om te vermijden dat ooit die barbaarsch heid wederkeere. Er Is klare wijn geschonkenzegt Het «Handelsblad van Antwerpen». Het rechte woord op het rechte uur zegt De Landwacht van Gent Moedige en openhartige waarheidsver- klaring zegt Het Nieuws van den Dag ONZE LIBERALEN EN SOCIALISTEN spreken natuurlijk in anderen zin. Die willen steeds het verkeerde; hunne rol ls immer geweest stokken in 't wiel steken en het volk opwinden. Ze blijven in hun rol. EUROPA KAN ER HEM DANKBAAR VOOR ZIJN schrijft De Maasbode (katholiek dag blad) van Holland. Er wordt verzekerd dat Minister de Bro queville het eens was met Koning Albert over den tekst van zijne redevoering. IN FRANKRIJK heerscht er algemeens ontstemming. Het katholiek dagblad La Croixechter keurt de redevoering goed en zegt onder meer: <i België vervoegt hier het Fransch pro- gramma, duidelijk overgenomen door het «Kabinet Doumergue, hetwelk er al de tekortkomingen uit verwijdert die men aan de politiek van H. Paul Boncour had verweten». IN DUITSCHLAND De verklaringen in den Senaat door M. de Broqueville gedaan worden in Duitsch land gunstig onthaald, zoo men voortgaat cp de bandschriften der Berlijner gazetten. Een stem van de Redesolirijft do Lckal Anzsiger», «Gedaan met Versail les meldt de Kreuzer ZeitungKet einde eener illusieverklaart de Ber lijner TageblattVoor de gelijkheid der rechten van Duitschland roept de Mor- gempost» uit. De Berliner Lokal Anzeiger schrijft: De woorden van M. de Broqueville verrassen en verheugen «ns. Zij getuigen van eene kennis der werkelijkheden en der noodzakelijkheden, iets wat zeldzaam geworden is bij de meeste Staatslieden van Europa. Wij begroeten den moed van het Bel gisch Staatshoofd dat de dwaling van de eeuwige onsohersdibaarheid der verdragen uitschakelt Het nationalistisch orgaan keurt volko men de verklaringen van M. de Broque ville goed inzake het ontwapeningsvraag- stuk en voegt er aan toe dat de Duitsche voorstellen van de zelfde gedachtenorde zijn. De Lokal Amaeigerwenscht dat het voorbeeld van het Belgisch Staatshoofd door Staatshoofden van andere Europee- sche mogendheden, o.m. van Frankrijk zal gevolgd worden. Men haalt ook aan dat volgens den Bel gischen Eersten Minister er geen kwestie meer is te weten, of men de herbewape ning van Duitschland mag dulden maar wel of men den wedloop van herbewape ning kan voorkomen. Eene internationale conventie, de bewa peningen beperkend zou moeten tot stand komen. In 't Binnenland prijst heel de Vlaam- sche katholieke pers het standpunt van heer de Broqueville. Een eerlijke daad zegt De Stan daard In een volmaakt, vloeiend, Neder- landsch, heeft de jonge Koning Woensdag avond, te 19 u. 50, op de Vlaamsche golflengte van het N.l.R. zijn Vlaamsche onderdanen toege sproken met een enkel ontroerd woord, dat niets anders was dan een uiting van bewogen erkentelijkheid voor de eensgezinde rouw en trouw der bevolking. Onze Vorst had echter te voren ook onze Franschtalige medeburgers, op de Fransche golflengte, toegesproken. In het Nederlandsen zeide Zijne Ma jesteit het volgende: De dood van den Koning, mijn Va der, heeft over het geheele land een eensgezinde opwelling van liefde en vereering gewekt. De hulde van een geheel volk ter verheerlijking van zijn gedachtenis opgerezen, steunt mijn teerbeminde Moeder in haar smart, en staalt mijn gemoed. Om een laatsten eeregroet aan hunnen Vorst te brengen, hebben honderdduizenden onder U, mijn dierbare landgenooten, een lange en moeizame opwachting aanvaard, ter wijl zooveel anderen, die van ons moesten verwijderd blijven, de in drukwekkende plechtigheden, die zich te Brussel ontrolden, dank zij de radio, in gedachte hebben bijge woond. En U, getrouwe Oud-Strijders, die in massa rond uw gevallen Veldheer het heldhaftig leger hebt doen ver rijzen, dat onze vrijheden herwon, U zeg ik dat tusschen ons voortaan onverbreekbare banden zijn gesmeed. Tallooze deelnemingen kwamen ons toe uit alle hoeken van het Land, en van over de gansche wereld. De ver heven waardeering, die daarbij werd betoond, heeft ons tot op den bodem onzer ziel ontroerd. Aan allen wilde ik graag mijn dankbaarheid betuigen: moge mijn stem althans binnen steden en dor pen en tot in de meest afgezonderde gehuchten eenieder onder U berei ken, en elk verzekeren van mijn diepste erkentelijkheid. De Natie, die haar tranen met de onze mengde, heeft in een zelfde be proeving de eendracht aller Belgen bezegeld. Het aandenken van een rouw te zamen beleden, en de gehechtheid die zij mij en de Koningin bewezen heeft, zullen mij altijd sterken in da vervulling van mijn taak. KONING LEOPOLD III VOOR DE MICRO, TIJDENS ZIJN RADIO-REDE VAN WOENSDAG AVOND. 26 APRIL—4 MEI: rechtstreeksche treinen en treinen langs LIS1EUX. 33 JULI—7 OOGST: rechtstreeksche treinentreinen met stilstand te Parijs (Montinartre) en terugkeer langs LISIEUX. 28 OOGST—6 SEPTEMBER: trein over Paray-le-Monial, Nevers, Ars, Lyon, Lisieux. INLICHTINGEN Hoofdsekretariaat, Plein 13a, KORTRIJK blijven ondanks allen huishoudelijken arbeid gaaf,zacht en blank door J)oos 4- en 7/afrank.ln alle Apotheken

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1934 | | pagina 1