PAASCHREVOLUTIE ©I? Afeessini© Het Plechtig Triduum te Lourdes SPROETEN m NAGEDACHTENIS DER BRITSCH1 OORLOGSHELDEN te IEFER O© Katholieke Werkg@w@rs tegenover den huldigen ekonomêschen toestand SPRUTOL ZONDAG 28 APRIL 1935. WEEKBLAD: 35 CENTIEMEN. 32e JAAR. - N' 17. DE POPERINGENAAR SANSEN-VANNESTE KATHOLIEK NIEUWSNOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD esss POLITIEKE KRONIEK DEVALVATIE GELEIDE EKONOMIE ZELF ONS BEDRIJF ORGANISEEREN komen vroeg in het voorjaar. Voorziet 11 daarom tijdig van een pot Verkrijgbaar in alle Apotheken. Uitgever: FOPERINGE Telefoon Nr 9. - Fostch. N' 15.570 ABONNEMENTSPRIJS VOOR 1 JAAR (per post) Binnenland 18,50 fr. Belgisch Congo 85,— fr. Frankrijk 85,tr. Alle andere landen 55,— fr. mwxmm TARIEF VOOR BERICHTEN: Kleine berichten per regel 1,00 fr. Kleine berichten (minimum) 4,00 fr. 2 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur. Berichten op 1° bl. per regel 2,50 fr. Berichten op 2° bl. por regel 1,75 fr. Berichten op 3* bl. per regel 1,50 fr. Rouwbsr. en Bedank, (min.) 7,00 fr. Te herhalen aankondigingen: prijs op aanraag. Annoncen zijn vooraf te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden wobden. - Kleine berichten tegen den Vrijdag noen. 't Woord is hard, en toch zoo wel gekozen voor de heerlijke Paasch- actie ingezet door onze Katholieke Jeugd. Onze jeugd heeft begrepen dat de tijd lang voorbij is, waarop 't geluid van Paaschklokken slapende men- schen kan wakker schudden voor de Paaschviering. Zij heeft begrepen dat geweldige strooming en beroering noodig zijn om slapmoedige gemoe deren los te krijgen van allerlei bind- gewas, en ze mee te trekken naar verzoening en innerlijke Paasch- vreugde. Een reusachtige propaganda werd voorbereid, geestelijk bevrucht door gebed en offer van duizenden een voudige jongens en meisjes uit ons Viaamsche volk, en met krachtigen durf doorgezet in alle dorpen en steden. Meer dan een millioen Paaschbla- den werden verspreid in wijken en straten, in stations en werkhuizen, om aan te sporen en te omwentelen tot blijde levenshernieuwing. Menschen hebben hun schouders opgetrokken om te zeggen: «Waar toe zulks nu toch dienen mag? De jeugd heeft geantwoord: «Paasch- omwenteling in de menschenzielen!». Zij die van ouden trant zijn en oude methodes, hebben niet begrepen. Anderen die graag kritiseeren en grager nog kleineeren, hebben het woord gelanceerd: Straatgeloop en strooien vuurwerk! Zij ook hebben niet ingezien de macht der openbare reklame voor het goede, en nog min der de innerlijke ziel ontwaard van onze jeugdorganisaties. Zij hebben niet de warmte gevoeld van het in wendig vuur, dat in jeugdige harten laaien kan, noch den polsslag nage gaan van opborrelende stuwkracht, waarvan dit uitwendig vertoon slechts aen uitstraling is. De jeugd heeft zulke lieden laten denken en praten, en drong onder tussche binnen in de huizen, en in de zielen, met haar Paaschlach en haar boodschap. Duizenden hebben de boodschap aangenomen, er naar geluisterd. Voor hoeveel onder hen was de zielom wenteling en de herleving noodig? Duizenden hebben misschien ge weigerd, en het blad, dat aan een plicht herinnerde, als een vod weg geworpen in de stations, in de fa brieken, op 't werk. 't Is mogelijk Doch zelfs in zijn gescheurde lappen en flarden op den grond, heeft wel licht dit blad 'n stem uit een ver verleden wakker geroepen, iets of wat van 'n gevoelige snaar werd geraakt, een herdenken aan vroegere tijden van innige vrede. Het vuur kan lang smeulen onder de asch alvorens de vlam uitslaat. Maar wanneer een Paaschblad brandtin handen, die het verfrommelen, dan is het een teeken dat het vuur nog brandt in de diepe lagen van een geloovig hart Vroeg of laat komt de vlam oplaaien ten gunstigen tijde. Paaschrevolutie! Kranig woord en durvende daad, waarvoor men in be wondering staat. Zulke daad mislukt niet, kan niet mislukken. Nog zou zij vruchtbaar zijn, de Paaschactie onzer Katholieke Jeugd al had men al de bladen geweigerd en weggeworpen... uit menschelijke vrees of geveinsde onverschilligheid. Want elk blad heeft een Stem die ondanks alles, nog roepen zal eer de Paaschtijd met zijn nieuwe vreugde beloften is voorbijgegaan. Europa hes ft voor velen de betee kenis niet die het behoeft. Wat is Afrika anders dan een puur Europeesch wingewestzoodat het begrip Europa nagenoeg gansch Afri ka omvat. De superioriteit van het blanke ras heeft zich vooral tegenover de zwakkere, primitieve volkeren doen gelden. En als er thans nog één enkel Afrikaansch volk zijn onafhankelijk heid behield, dan komt het vooral door de intrigues die sommige Euro- peesche grootmachten tegen elkaar uitspeelden. Zoolang er te grijpen viel, greep ieder wat hij kon. Doch wanneer de laatste buit te verdeelen bleef, werd men het vreeselijk on eens, zoodat Ethiopië tot hiertoe vrij en onafhankelijk bleef. De vraag is nu hoelang dit nog duren zal. De rivaliteit tusschen Frankrijk, Engeland en Italië was feitelijk de voornaamste bestaansfaktor van het Abessinische rijk. De inwendige macht van het Negus-rijk is natuurlijk niet denkbeeldig, doch waren de drie be trokken groot-mogendheden het vijf tig jaar geleden eens geworden, ne gen kansen op tien zou Ethiopië se dert lang onder Italiaansch protek- toraat staan. En juist omdat de Euro- peesche horizont de solidariteit der drie betrokken landen noodzaakt mag er gevreesd voor het bestaan van een vrij Ethiopië. De onafhankelijkheid van Abessinië staat of valt met de rivaliteit of de solidariteit tusschen Frankrijk, Engeland en Italië. Het spreekt van zelf dat de Ethio jpische koning weinig zin heeft in het opgeven zijner macht en zich des noods met hand en tand weren zal De strijd tusschen het overmoedig Italië en het Negus-volk zou wel in teressant om volgen zijn. Indien de Ethiopische zwervers zich onder de hoede van hun vorst scharen kan de strijd hardnekkig en langdurig wor den. Doch zwervende stammen bezit ten doorgaans slechts een embryon- nair nationaliteitsgevoel. Hun vrij heidsdrang is vaak zoo sterk dat ze noch Italiaansche noch Ethiopische scherming wenschen. En anderzijds ezit fascistisch Italië zoo een ontzet tende reserve strijdkrachten dat ten slotte de 15 miljoen Abessiniërs eraan (tonden moeten. Er is echter een precedent dat Ita lië veel stof tot nadenken moet be torgen en het blijkbaar ook doet. Hoe de Duce ook maar sterke troe- ?enmachten naar Afrika stuurt, toch lijft alles voorloopig kalm. Welis- ivaar drukt de beschermende hand van Frankrijk over Ethiopië. Het is fiamélijk Frankrijk dat Ethiopië als volkenbondslid deed opnemen, in de hoop alle Italiaansche aanspraken definitief te ontzielen. Nu Frankrijk tich blijmoedig de steun van Italië verzekerde tegenover het Duitsche eenheidsfront, weet het ongetwijfeld niet veel raads meer met het Ethio- piseh lidmaatschap. En het komt voor dat Frankrijk bij een Italiaansch- Ethiopische oorlog rustig zwijgen zou, indien het konflikt maar niet onmid dellijk losbreekt. Duurt het nog een tijdje, dan zal er wel wat op gevon den worden om de vroegere bescher ming te onttrekken. Italië is echter nog niet vergeten dat op 1 Maart 1896 haar totale strijdmachten te Adoea vernield wer den. En hoe sterk deze te wreken neerlaag tot revanche aanspoort, toch blijft ze een rem, omdat revanche nemen op Abessinië een zeker pro cent onbekenden omvat. Land en volk verbergen op Afrikaanschen bodem geheimzinnige dingen, waardoor blan- en moeilijk zien kunnen. De les van Adoea is er een kostelijke geioeest, alhoewel niet iedere Abysslnische ko ning Menelilc II heet. Hieruit blijkt dat de Italiaansche aanspraken op Ethiopië niet van van daag dagteekenen. Tegenover de Roo- de Zee bezit het reeds Erythrea (1885) en meer ten noorden Lybië. Het Ethio- pisch alpenklimaat is ten andere een zeer gunstige kolonisatiefaktor voor Italianen. Doch vijftig jaar geleden zag Frankrijk met leede oogen op mar een uitbreiding van Italiaan- schen invloed en steunde het zij het dan ook op bedekte manier het Abessynisch verweer. Later stak Engeland een handje tos om het Fransch prestige nSer te halen en de vijandschap tusschen enkele Ethio pische regeeringsfamïlies was hier voor een welkome gelegenheid. Edoch er gebeurden intusschen be langrijke dingen in... Arabië die di- rekt hun weerslag lieten gevoelen op de Ethiopische luchten. Waar Italië voorloopig geen kans zag voor expansie langs Ethiopische zijde, slaagde het erin een invloeds sfeer te vestigen aan de overzijde van de Roode Zee... in Arabië. Dit was volstrekt niet naar den zin van En geland, dat er een voornaam bescher- mingsgebied heeft ten Noorden en ten Zuiden. Een oorlog tusschen twee Arabische imans, waarvan een recht streeks door Engeland gesteund, ont nam Italië alle kans de Assir-provin cie te koloniseeren. Italië nam dit echter zoo ridderlijk aan dat gerust mag verwacht dat En geland even ridderlijk de Italiaansche expansie aan de overzijde dulden zou. En waar Frankrijk in 1934 en nog zeer onlangs belangrijke gebieden af stond in Somaliland alsmede aandee- len in de Harrar-spoorbaan zal het wel tot verdere concessies bereid zijn, indien Italië nog wat geduld kan hebben. De Europeesche toestanden vergen een Franco-Italiaansch bondgenoot schap. En dit kan zeer ver reiken. Incidenten zijn ginds bij de vleet voorhanden. De grens van Ethiopië is niet totaal afgebakend en in de grens strook bewegen zich voornamelijk tal van zwervende stammen, die wel niet zoozeer de macht van den negus er kennen, doch van Ethiopische her komst blijken. Om een hond te kas tijden wordt gemakkelijk een stok gevonden. En Italië is gedwongen zich uit te zetten. In Afrika is nu echter geen ander grondgebied meer vrij, zoodat willens nïllens Abessinië tot objektief aangewezen is. Dit zal een zeer interessant rechts probleem opwerpen. Abessinië is een vrij land, lid van den Volkerenbond. Italië insgelijks. Indien er nu tusschen de twee rivalen geen overeenkomst kan bereikt worden, welke zal de hou ding van Genève zijn. Kan de Vol kerenbond wel dulden dat tusschen twee van zijn leden, de een de an dere verslindt? Destijds heeft Japan wel Mandchourije oncler zijn voogdij geplaatst, doch, sauf erreur, had Ja pan zich reeds uit den bond terugge trokken. Hier geldt het twee werken de leden, die theoretisch met dezelfde rechten en dezelfde plichten beladen zijn. Volgens de Volkerenbond-juri- diktie kan er van oorlog geen spraak zijn voor eventueele grensincidenten wanneer beide partijen leden zijn, en het geschil voor den Raad gebracht wordt. Wat in Mei eerstkomende ge beuren zal. En toch mag de zaak pes simistisch bekeken worden. Japan werktsedert enkele jaren aanhoudend in Ethiopië. Waar de ge len geen kans zien voor hun unifor men probeeren ze het met seriewerk «made in Japan». Ook zij zullen zich niet goedschiks op zij laten zetten door Italië. Zoodat Abessynië nog veel herrie kan verwekken. Dit vreezen de Fran- schen dan ook terecht en om niet beschuldigd te worden van meineed ten opzichte van Ethiopië en de gan- sche wereld, probeeren ze den Ita lianen te overtuigen georganiseerd Ethiopië met rust te laten. Er zijn nog zeer uitgestrekte gebieden waar op Ethiopië zelf een soort mandaat uitoefent en deze gebieden schijnen den Franschen le moindre maltoe. Ter inlichting weze hier nog bijge voegd dat Belgische en Duitsche of ficieren met de opleiding van het Ethiopisch leger belast zijn. Zoodat de meening over een minderwaardige Ethiopische verdediging zeker mag opgegeven. Wait and see s>. Wachten en zien. (Verboden nadrukj gerwlg. DE VLAGGEN DER DEELNEMENDE MAATSCHAPPIJEN OP DE GROOTE MARKT TE 1EPER EET ONTSTAAN VAN HET «LAST POST COMMITTEE Pasch-en zal dees jaar voor onze instel ling van den Last Posteene groote en deugddoende beteekenis hebben en zal ons doen zien hoe zeer onze vrienden, de Engelschen, zich getroffen gevoeld heb ben door het schoone gebaar der bevol king. 't Is reeds acht jaar dat deze in stelling buiten alle officieele hulp, zich het noodige weet te verschaffen, om el- ken avond eene Engelsche militaire Tap- Toete doen weergalmen onder het grootsche Engelsche gedenkmaal der Mee nenpoort om alzoo eene dankbare hulde te brengen aan de Tommies, gevallen ter verdediging van leper. Deze hulde is zoo roerend en zoo eenvoudig, omdat zij zich daar uit in de stilte van den avond onder die hooge gewelven. In den winter grijpt deze roerende en eenvoudige plechtigheid plaats te 8 uur en 's Zomers te 9 uur 's avonds; en t zijn eenvoudige werklieden die daar naast die tafels, waarop 50.000 namen van gesneu velden gebeiteld staan en die geene be graafplaats hebben, den wen&ch van Rust in Vrede toeroepen. Het denkbeeld dezer inrichting ont stond in 1926 tijdens de inhuldiging van het gedenkmaal. Eenige inwoners krijgen het gedacht dat er daar eene dagelijksche hulde diende gebracht aan de nagedach tenis dièr duurbare gesneuvelden. Dit denkbeeld werd weldra werkelijk heid, en den 2 Juli van hetzelfde jaar werd door toedoen van den Heer Van- denibraambussche, politiekommissaris, met de welwillende medewerking van Mijn heer Maurice Vergracht, kommandant van het pompierskorps, die de mannen'; en instrumenten bezorgde, overgegaan tot de eerste plechtigheid, die plaats had dan 2 Juli 1928, te 8 Uur 's avonds, in tegenwoordigheid van den Heer Burge meester en de Heeren van 't Schepen college. Men blaasde het Aux Champsen den Tap-Toe De volgende week werd den_ Engelschen Last Postgeblazen, die 'onze mannen middelerwijl geleerd hadden. Laat ons hier openbaar hulde brengen aan die nederige werklieden, voor hunne stiptheid en voor de gevoelens van dank baarheid en genegenheid waarmede zij hunne instrumenten bespelen, en aan de aanwezigen diezelfde gevoelens overma ken. Eene vereeniging, zonder winstgevend doel, ontstond om deze plechtigheid te doen vereeuwigen onder den naam van Last Post CommitteeEen kapitaaltje werd stuk voor stuk bijeengebracht om de onkosten te dekken. Meermaals wa ren er Engelsche bezoekers die ontroerd door deze plechtigheid, eene gift overhan digden aan het Committeedat alles bijeenbracht om een kapitaaltje te ver wezenlijken. Gedurende den zomer van 1934 kwamen oudstrijders van het Graafschap Surrey bij Londen en die eene sectie vormen van het British Legion, op het bezoek. Na de plechtigheid bijgewoond te hebben druk ten zij den wensch uit aan den Bestuur der van het Committeedeelachtig te mogen worden met de Ieperlingen, in de hulde die aan hunne strijdmakkers ter verdediging van leper gesneuveld waren, gebracht werd. Zij openden eene inschrij ving en deze braoht de schoone ronde som van 400 pond op. Zoodra zij er in het bezit van gesteld werd bracht het Bri tish Legionhet Committee op de hoogte van hunne medewerking. Het aanbod werd met dankbaarheid aange nomen. Die vrijwillige medewerking be wijst hoe hoog die huldeblijk in Enge land geschat wordt. Onnoodig te zeg gen dat dit kapitaaltje niet volstaat om de kosten te dekken, maar 't is een aan moediging voor de Iepersche vrienden en gevers en T Vlaamsch spreekwoord kan bewaarheid worden: «Daden wekken, voorbeelden trekken». DE PLECHTIGHEID VAN HET OVERHANDIGEN VAN DEN CHECK Zondag morgen Paaschdag ont vingen wij het 'bezoek van een afvaardi ging van omtrent 400 leden van het Graafschap Surrey, onder geleide van Luitenant-Generaal Sir William Fulte- ney, lid van het Hooger Huisof eerste Kamer van Engeland, Voorzitter van de Ypres Leagueen vergezeld van de Guilford Britsh Legion Banden de Dagenham Girl Pipers». Zij kwamen per autocar toe uit Oost ende omstreeks 11.30 uur aan den hoek der Elverdingestraat en Maarschalk Haig- laan, waar zij opgewacht werd 311 door de British Legion de Harmonie Ypria- naen de Belgische Oudstrijtiers. Er werd onmiddellijk een stoet gevormd die in volgende orde opgesteld werd: Harmo nie Ypriana Guilford British Legion Band Dagenham Girl Pipers groep vlaggen, militaire overheden waaronder we bemerkten Zijne Excellentie de Gezant van Groot Brittanje en de, militaire attaché Majoor Paris, alsook den vertegenwoor diger des Konings, Baron Jacques de Dix- imude, Vleugeladjudant van Zijne Ma- .esteit den Koning der Belgen; volgen dan de Britsïha Oudstrijders alsook de Verbroedering, afdeeling van leper. Ze trekken diensyolgens naar de Maloulaan, -langs 'de Stuers- en Boterstraat naar het Iepersch gedsnkteeken op de Vande Pee- reboomplaats, waar er stil gehouden wordt om eene kroon neder te leggen, terwijl eene minuut stilte in acht geno men wordt. De stoet stelt zich weer in ibeweging en trekt de Groote Markt over naar het Stadhuis, waar de overheden van het British Legionvoorgesteld worden aan de plaatselijke burgerlijke overheden, het Last Post Committee en verschillende andere notabelen. Diensvolgens wordt de check overhan digd aan den Heer Burgemeester Vander Ghote, waarna eene aanspraak gehou den wordt door Majoor G. E. Cohen, Voorzitter van da «Surrey Counsil», waarop de Heer Burgemeester J. Vander Ghote in gepaste bewoording de Hooge Bezoekers bedankt om het schoone ge baar en om de welwillendheid waarmede zij door hunne tegenwoordigheid deze plechtigheid vereerden. De stoet vertrekt dan naar het British Memoriaal der Meenenpoort, waarbij zich de burgerlijke overheden van leper aan sluiten. We bemerken daar vlaggen van de af- deelingen leper, Arras, Rijssl en Oosten de, van de British Legionalsook de vlag der Verbroedering van leper, Poilus de France, enz. De stoet houdt stil onder de Meenenpoort, waar eene godsdienstige plechtigheid een aanvang neemt, gecele breerd door Rev. Owen S. Witkins, C.M. G. G. B. F., rustend; Hoofdaalmoezenier van het Engelsch Leger, waarna hij eene korte aanspraak tot de aanwezigen richt. Hierna voeren de Dagenham Girl Pi- pers de Lamentuit. De klaroenen blazen de Last Posten de Reveille De plechtigheid sluit met de Braban- Qonneen de God save the King waarna eene kroon van roode klaprozen werd nedergelegd door de militaire atta ché Majoor Van Paris en een machtigen bloemtuil van witte tulpen door Baron Jacques de Dixmude, van wege Z. M. den Koning der Belgen. De stoet defileert hierna op de Groote Markt voorbij Luitenat-Generaal Sir Wil liam Pulteney, G. C. V. O.; K. C. B., waar na de stoet uiteengaat en een Lunch plaats heeft. Vervolgens krijgen we in den namid dag, te 14.15 uur, een Concert te hooren op de Groote Markt, die beurtelings af gewisseld wordt door de Guilford Bri tish Legionen de Dakenham Girl Pipers Daarna vertrekken zij per autocar naar het Tyne-Cot Cemetery», de grootste en schoonste .Engelsche begraafplaats, waarna ze den terugtocht aanvangen naar Oostende. Wij verhopen dat hun kort oponthoud alhier hun het beste aandenken zal laten van onze stede. DE PAUSELIJKE MISSIE NAAR LOURDLS VERTROKKEN De Heilige Vader heeft Kardinaal Pa- celli, Pauselijke legaat, en de overige leden van de Pouselijke missie, voor hun vertrek naar Lourdes in verhoor ontvangen en al len zijn bijzonderen zegen gegeven. Zijne Heiligheid verzocht de leden der Pauselijke delegatie geheel in het bijzon der voor Hem te bidden en zeide vervol gens Dominus sit in itinere vestro et Angelus Domini comitetur vobiscum. (De Heer zij met U op uw reis en de En gel des Heeren moge U begeleiden.) De Pauselijke missie is Woensdag mor gen morgen uit Rome vertrokken. KARDINAAL-LEGAAT PACELLI TE LOURDES AANGEKOMEN Donderdagmorgen bood Lourdes een fees telijke aanblik. Men schat dat meer dan 50.000 bedevaarders ter plaatse zijn aan gekomen. Deze hadden duizende vlaggen mede die fier en blij door de straten wap perden. Te 11.40 uur kwam de Pauselijke legaat, Kardinaal Pacelli te Lourdes aan. Tijdens zijn reis is Kardinaal Pacel li aan de Fransche grens afgewacht ge worden door den Franschen Minister Ma rin en welkom geheeten op Franschen bo dem. Daarna vertrokken beide per spe- cialen trein naar Nice waar de plechtige ontvangst door de Fransche regeeringsaf- gevaardigden plaats had en den Kardinaal de militaire eer ge-boden werd. De Kar dinaal zegende dan de toegestroomde me nigte. Te Lourdes werd de Pauselijke legaat begroet door den burgemeester der stad, door de Prefekt van Tarbes en door dui zenden geloovigen. De Kardinaal ant woordde met een wensch van vrede. Onder de hooge personen die zich thans te Lourdes bevinden worden vermeld dè gewezen keizerin van Oostenrijk Zita, aartshertog Otto van Habsburg, prins Xa- verius van Bourbon, al de prinsen van Bragance; van Bourbon Sicilië, alsmede de prins en de prinses van Saksen. In de straten van het heilig stadje heerscht een ongewone drukte. Er zijn ook tegenwoordig twee Fransche Kardinalen, een Belgische, zes Rngelsché Bisschoppen, twee Poolsche, vier Italiaan sche, vijf Belgische, een Portugeesche, een Finsche, een Boliviaansche, een Zwit- sersche en vijf gemijterde abten. In de namiddag werd dan de Pauselijke Bulle afgelezen. De eerste pontificale hoog mis werd dan voorgelezen door Kardinaal Van Roey. Van af deze Mis begon het plechtig triduum en zouden gedurende drie dagen en drie nachten onafgebroken Missen worden opgedragen. ONZE BONDEN VAN HET H. HART NAAR LOURDES De Belgische Bedevaarders van de Bon den van het H. Hart zijn Woensdag voor middag naar Lourdes vertrokken, waar zij het Plechtig Triduum zullen volgen voor het sluiten van het H. Jaar. Op Donderdag 25 April, om 4 uur na middag, ving de eerste H. Mis van het Triduum te Lourdes aan; vervolgens ge- d-urig aan H. H. Missen tot 4 uur van den 28 April. Op Zondag 28 April, ter gelegenheid van de sluiting van het H. Jaar zal de Paus een uur aanbidding houden in de Basiliek van het Vatikaan. Sir William Pulteney overhandigt aan Heer Burgemeester Vander Ghote een check van 430 dollars om aan het Iepersch «Last Post Committee» toe te laten de dagelijksche hulde aan Engeland's Gesneuvelden voort te zetten. 4 Iff BIK De Dagenham Girl Pipersof Meisjes op den Doedel spelend, op de Markt te lener tijdens de plechtigheid. ■BazssssacaBaaasssasssBiaiEeaiasEssaas&EOBaBBBHSissiBBBQ&BiB DE FRANSCHE OUD-STRIJDERS TE BRUSSEL «êM - - Het Fransch Verhond drr (321) Vriendenkringen van kinderen ven oud-strijders heeft te Brussel hulde gebracht aan den Onbekenden Soldaat. aBBSiassBBSESJBSEgföaBaasaaöaiaaïagaBHsaiaasaafflsssasssssassB Veaprijsfecmp heef» plaats op f M |y| f 8% E «9 EP ^IP S» fliet op 30 April soosls serst aangekondigd. Een groot getal patroons en afge vaardigden uit Oost-Vlaanderen en Antwerpen waren opgekomen Dins dag 16 April, in het Belfort te Kort- rijk. M. Leon Bekaert, Voorzitter van het A.C.V.W. West-Vlaanderen, leidde de vergadering in door eene meester lijke uiteenzetting van den toestand en een oproep tot samenwerking in het bedrijf. Muntontwaarding is een feit ge worden wat men ook denke over de wenschelijkheid of niet wenschelijk- heid, noodzakelijkheid of niet nood zakelijkheid. Het ligt niet in den aard van Werkgevers tijd te verlie zen in nuttelooze speculatieve discus sies over gedane zaken, doch wel mo gen wij eischen dat degenen die, bo ven de noodzakelijke dekking van handel en nijverheidsrisico's zich hebben verrijkt ten koste der ge meenschap, tot teruggave worden ge dwongen. Reeds drie jaar lang wijzen wij er op dat wij noodzakelijk dien weg opgaan in een van de vele vormen, die zij kan aannemen. Zij bekruipt ons met eene internationale nood zakelijkheid, die zoo zeker ons moet aanvatten, als de internationale kri- sis ons heeft aangegrepen. Het kontrool op de Banken werd eene noodzakelijkheid, zoodra zij be roep moesten doen op de hulp van ons nationaal krediet, dat waarbor gen moet eischen (terloops werd ge wezen op een zeer ongelijke behan deling der Banken). De noodzakelijkheid eener winst marge dringt zich op, om aan de nijverheidsinstelling toe te laten zich op de hoogte te houden, aan de ar beiders een degelijk loon te verschaf fen, aan de binnenlandsche nijver heid en handeldrijvende middenstand werk en nering te geven, en de schat kist te voorzien op een wijze die niet ondragelijk is. Vooral de winstmarge op het bui tenland moet op haar hoogste wor den gehouden. Het algemeen welzijn eischt dat zij niet worde teneerge- drukt tot rond den kostprijs, alleen door onderlinge konkurrentie onder landgenooten, zooals het tot nog toe ging. De politiek der Regeering zal op een fiasco uitloopen indien zij dat niet kan bewerken daarom ook moet zij ingrijpen in de ekonomie. Zal het zijn door een stelsel van uitvoertak- sen en uitvoerverloven, of zal de schikking er van overgelaten worden aan de bedrijven zelf door onder linge overeenkomst. Deze laatste methode die in de lijn ligt van Quadragesimo Anno en ook meer de vrijheid tot haar recht laat komen, al zij het ook in de tucht, dient onze voorkeur te hebben en schijnt ook in de bedoeling der Re geering te liggen die zegt: «Wij zul len de inrichting der beroepen aan moedigen en een zekere verordenen de bevoegdheid toekennen aan der wijze ingerichte organismen. Zoo lang ook hebben wij de nood zakelijkheid betoond, de ekonomie los te maken van de wisselvalligheid der partijpolitiek: de Regeeringsvolmacht op ekonomisch gebied, de meezeggen- schap van organismen samengesteld uit bevoegdheden en belanghebben den zelf, luiden een nieuw tijdperk in, indien voor de samenstelling niet meer gelet wordt op politieke partij- kleur dan op onbaatzuchtigheid en bevoegdheid. Geen afgoderij van de vrijheid. Sommige lieden zijn vrijwel belache lijk waar zij orde en tucht verwar ren met aanslag op de vrijheid. Ver keersreglementen beletten de vrijheid niet, doch beschermen de vrijheid van eenieder tegen de waaghalzerijen van enkelen. Best, indien de bedrij ven zelf die orde scheppen, zonder dat de Staat te veel moet tusschen- komen. Spreker overliep dan de verschei dene grondslagen waarop samenwer king van de ondernemingen kan ge steund zijn, 't zij: 1) op prijsovereen- komst alleen; 2) 't zij op beperking der voortbrengst alleen; 3) 't zij op samensffielting der twee vorige pun ten; 4) 't zij verdergaande door al-, les te laten regelen langs één ver koopkantoor. De werking, de voor- en nadeeleri van elk systeem werd naar voor ge bracht, en als slot werd uiteengezet hoe het systeem praktisch werkt in eene nijverheid die het sinds ver scheidene jaren heeft toegepast. Een hartelijke ovatie van de aan wezigen onderlijnde den oproep tot welwillendheid van de zoo toewij dingsvollen Voorzitter. Bij de bespreking werden nog de bijzonderste opwerpingen uiteengezet en beantwoord. Daarop werd volgende motie door de vergadering aangenomen: DE CHRISTELIJKE PATROONS TEGENOVER DEN HUIDIGEN EKONOMISCHEN TOESTAND De Christelijke Patroons van West- Vlaanderen vergaderd te Kortrijk op 16 April 1935 te samen met afgevaardigden van Oost-Vlaanderen en Antwerpen, om den ekonomischen toestand te bespreken geschapen door de nieuwe Regeering na gehoord te hebben de uiteenzetting van. M. Léon Bekaert, Voorzitter A.C.V.W. West-Vlaanderen overwegende dat ook de Regccring de muntontwaarding als een kwaad aanziet, waartoe zij slechts noodgedwongen is overgegaan, overwegende dat het echter nutteloos is over de al of niet noodzakelijheid te redetwisten daar de devalvatie een feit is waaraan niets anders te doen is dan de kwade gevolgen te verminderen en de goede zooveel mogelijk er uit tc halen, overwegende dat de verdenking weegt dat eigen landgenooten, niet alleen voor dekking tegen handelsrisico, doch' uit spe culatieve bedoelingen, mede hebben ge holpen om de muntontwaarding in de hand te werken, om zich te verrijken ten koste van het algemeen welzijn, overwegende dat de Regeering door allerhande maatregelen zooals breeder en goedkooper krediet, ontlastingen op pro- duktiekosten, en andere maatregelen, de bedrijven wil dwingen te werken met eene winstmarge die noodzakelijk is voor de algemeene ekonomie van het land, overwegende dat het wellukken van deze betrachting afhangen zal van het feit dat het indexcijfer der levensduurte niet in te groote verhouding de munt ontwaarding volgt alsook van het feit dat de concurrentie der landgenooten de verkoopprijzen voor het buitenland niet tot op den kostprijs zou terugduwen, overwegende dat zulks niet kan gebeu ren dan door de tusschenkonist van Re- geeringsmacht, hetzij om rechtstreeks krachtdadig in te grijpen in de regeling der Bedrijven, hetzij om de Bedrijven zelf te helpen organiseeren om zelf de maat regelen te treffen noodig tot het gezond houden van het bedrijf in zijn kader van het algemeen welzijn, overwegende dat dit laatste heel over eenkomt met de christelijke opvatting van de maatschappij en de ekonomie, omdat het de vrijheid en het recht van den enkeling in overeenstemming brengt met de belangen van heel de gemeenschap, drukken den wensch uit dat de Regeering radikale en onver biddelijke maatregelen zou treffen tegen degenen die plichtig bevonden worden aan speculatie tegen den frank, vooral degenen die zulks gedaan hebben met geld van de gemeenschap, dat alle werkgevers de Regeering zou den steunen in hare pogingen om de le vensduurte niet te verzwaren, en de ver koopprijzen voor het buitenland niet te laten teneerdrukken door concurrentie onder landgenooten, dat alle Christelijke Werkgevers, in het Bedrijf waartoe zij behooren al het mo gelijke zouden doen om tot onderlinge overeenkomst te geraken, en hun bedrijf te organiseeren, zoodat het zelf de maat regelen kunne nemen die anders van Staatswege zouden moeten genomen wor den, dat de Regeering Van Zeeland naar middelen zou uitzien om deze pogingen aan te moedigen en doelmatig te maken, en daartoe ook in kontakt zou blijven met ons verbond van Christelijke Werk gevers in zijn Bestuur en zijne Vertegen woordigers, besluit deze motie over te maken aan de Regeering, aan de andere Organisatiés van Werkgevers, en aan de Pers. HssaiSBSBBSBSSË.'SisesaBaaBisBSEa

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1935 | | pagina 1