PAASCHREVOLUTIE
©I? Afeessini©
Het Plechtig Triduum te Lourdes
SPROETEN
m NAGEDACHTENIS DER BRITSCH1 OORLOGSHELDEN te IEFER
O© Katholieke Werkg@w@rs tegenover den
huldigen ekonomêschen toestand
SPRUTOL
ZONDAG 28 APRIL 1935.
WEEKBLAD: 35 CENTIEMEN.
32e JAAR. - N' 17.
DE POPERINGENAAR
SANSEN-VANNESTE
KATHOLIEK NIEUWSNOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD
esss
POLITIEKE KRONIEK
DEVALVATIE
GELEIDE EKONOMIE
ZELF ONS BEDRIJF
ORGANISEEREN
komen vroeg in het voorjaar.
Voorziet 11 daarom tijdig van een pot
Verkrijgbaar in alle Apotheken.
Uitgever:
FOPERINGE
Telefoon Nr 9. - Fostch. N' 15.570
ABONNEMENTSPRIJS
VOOR 1 JAAR (per post)
Binnenland 18,50 fr.
Belgisch Congo 85,— fr.
Frankrijk 85,tr.
Alle andere landen 55,— fr.
mwxmm
TARIEF VOOR BERICHTEN:
Kleine berichten per regel 1,00 fr.
Kleine berichten (minimum) 4,00 fr.
2 fr. toel. v. ber. met adr. t. bur.
Berichten op 1° bl. per regel 2,50 fr.
Berichten op 2° bl. por regel 1,75 fr.
Berichten op 3* bl. per regel 1,50 fr.
Rouwbsr. en Bedank, (min.) 7,00 fr.
Te herhalen aankondigingen:
prijs op aanraag.
Annoncen zijn vooraf te betalen
en moeten tegen den Woensdag
avond ingezonden wobden. - Kleine
berichten tegen den Vrijdag noen.
't Woord is hard, en toch zoo wel
gekozen voor de heerlijke Paasch-
actie ingezet door onze Katholieke
Jeugd.
Onze jeugd heeft begrepen dat de
tijd lang voorbij is, waarop 't geluid
van Paaschklokken slapende men-
schen kan wakker schudden voor de
Paaschviering. Zij heeft begrepen dat
geweldige strooming en beroering
noodig zijn om slapmoedige gemoe
deren los te krijgen van allerlei bind-
gewas, en ze mee te trekken naar
verzoening en innerlijke Paasch-
vreugde.
Een reusachtige propaganda werd
voorbereid, geestelijk bevrucht door
gebed en offer van duizenden een
voudige jongens en meisjes uit ons
Viaamsche volk, en met krachtigen
durf doorgezet in alle dorpen en
steden.
Meer dan een millioen Paaschbla-
den werden verspreid in wijken en
straten, in stations en werkhuizen,
om aan te sporen en te omwentelen
tot blijde levenshernieuwing.
Menschen hebben hun schouders
opgetrokken om te zeggen: «Waar
toe zulks nu toch dienen mag?
De jeugd heeft geantwoord: «Paasch-
omwenteling in de menschenzielen!».
Zij die van ouden trant zijn en
oude methodes, hebben niet begrepen.
Anderen die graag kritiseeren en
grager nog kleineeren, hebben het
woord gelanceerd: Straatgeloop en
strooien vuurwerk! Zij ook hebben
niet ingezien de macht der openbare
reklame voor het goede, en nog min
der de innerlijke ziel ontwaard van
onze jeugdorganisaties. Zij hebben
niet de warmte gevoeld van het in
wendig vuur, dat in jeugdige harten
laaien kan, noch den polsslag nage
gaan van opborrelende stuwkracht,
waarvan dit uitwendig vertoon slechts
aen uitstraling is.
De jeugd heeft zulke lieden laten
denken en praten, en drong onder
tussche binnen in de huizen, en in
de zielen, met haar Paaschlach en
haar boodschap.
Duizenden hebben de boodschap
aangenomen, er naar geluisterd. Voor
hoeveel onder hen was de zielom
wenteling en de herleving noodig?
Duizenden hebben misschien ge
weigerd, en het blad, dat aan een
plicht herinnerde, als een vod weg
geworpen in de stations, in de fa
brieken, op 't werk. 't Is mogelijk
Doch zelfs in zijn gescheurde lappen
en flarden op den grond, heeft wel
licht dit blad 'n stem uit een ver
verleden wakker geroepen, iets of wat
van 'n gevoelige snaar werd geraakt,
een herdenken aan vroegere tijden
van innige vrede. Het vuur kan lang
smeulen onder de asch alvorens de
vlam uitslaat. Maar wanneer een
Paaschblad brandtin handen, die
het verfrommelen, dan is het een
teeken dat het vuur nog brandt in
de diepe lagen van een geloovig hart
Vroeg of laat komt de vlam oplaaien
ten gunstigen tijde.
Paaschrevolutie! Kranig woord en
durvende daad, waarvoor men in be
wondering staat.
Zulke daad mislukt niet, kan niet
mislukken.
Nog zou zij vruchtbaar zijn, de
Paaschactie onzer Katholieke Jeugd
al had men al de bladen geweigerd
en weggeworpen... uit menschelijke
vrees of geveinsde onverschilligheid.
Want elk blad heeft een Stem die
ondanks alles, nog roepen zal eer de
Paaschtijd met zijn nieuwe vreugde
beloften is voorbijgegaan.
Europa hes ft voor velen de betee
kenis niet die het behoeft.
Wat is Afrika anders dan een puur
Europeesch wingewestzoodat het
begrip Europa nagenoeg gansch Afri
ka omvat. De superioriteit van het
blanke ras heeft zich vooral tegenover
de zwakkere, primitieve volkeren doen
gelden. En als er thans nog één enkel
Afrikaansch volk zijn onafhankelijk
heid behield, dan komt het vooral
door de intrigues die sommige Euro-
peesche grootmachten tegen elkaar
uitspeelden. Zoolang er te grijpen
viel, greep ieder wat hij kon. Doch
wanneer de laatste buit te verdeelen
bleef, werd men het vreeselijk on
eens, zoodat Ethiopië tot hiertoe vrij
en onafhankelijk bleef. De vraag is
nu hoelang dit nog duren zal.
De rivaliteit tusschen Frankrijk,
Engeland en Italië was feitelijk de
voornaamste bestaansfaktor van het
Abessinische rijk. De inwendige macht
van het Negus-rijk is natuurlijk niet
denkbeeldig, doch waren de drie be
trokken groot-mogendheden het vijf
tig jaar geleden eens geworden, ne
gen kansen op tien zou Ethiopië se
dert lang onder Italiaansch protek-
toraat staan. En juist omdat de Euro-
peesche horizont de solidariteit der
drie betrokken landen noodzaakt mag
er gevreesd voor het bestaan van een
vrij Ethiopië. De onafhankelijkheid
van Abessinië staat of valt met de
rivaliteit of de solidariteit tusschen
Frankrijk, Engeland en Italië.
Het spreekt van zelf dat de Ethio
jpische koning weinig zin heeft in het
opgeven zijner macht en zich des
noods met hand en tand weren zal
De strijd tusschen het overmoedig
Italië en het Negus-volk zou wel in
teressant om volgen zijn. Indien de
Ethiopische zwervers zich onder de
hoede van hun vorst scharen kan de
strijd hardnekkig en langdurig wor
den. Doch zwervende stammen bezit
ten doorgaans slechts een embryon-
nair nationaliteitsgevoel. Hun vrij
heidsdrang is vaak zoo sterk dat ze
noch Italiaansche noch Ethiopische
scherming wenschen. En anderzijds
ezit fascistisch Italië zoo een ontzet
tende reserve strijdkrachten dat ten
slotte de 15 miljoen Abessiniërs eraan
(tonden moeten.
Er is echter een precedent dat Ita
lië veel stof tot nadenken moet be
torgen en het blijkbaar ook doet.
Hoe de Duce ook maar sterke troe-
?enmachten naar Afrika stuurt, toch
lijft alles voorloopig kalm. Welis-
ivaar drukt de beschermende hand
van Frankrijk over Ethiopië. Het is
fiamélijk Frankrijk dat Ethiopië als
volkenbondslid deed opnemen, in de
hoop alle Italiaansche aanspraken
definitief te ontzielen. Nu Frankrijk
tich blijmoedig de steun van Italië
verzekerde tegenover het Duitsche
eenheidsfront, weet het ongetwijfeld
niet veel raads meer met het Ethio-
piseh lidmaatschap. En het komt voor
dat Frankrijk bij een Italiaansch-
Ethiopische oorlog rustig zwijgen zou,
indien het konflikt maar niet onmid
dellijk losbreekt. Duurt het nog een
tijdje, dan zal er wel wat op gevon
den worden om de vroegere bescher
ming te onttrekken.
Italië is echter nog niet vergeten
dat op 1 Maart 1896 haar totale
strijdmachten te Adoea vernield wer
den. En hoe sterk deze te wreken
neerlaag tot revanche aanspoort, toch
blijft ze een rem, omdat revanche
nemen op Abessinië een zeker pro
cent onbekenden omvat. Land en volk
verbergen op Afrikaanschen bodem
geheimzinnige dingen, waardoor blan-
en moeilijk zien kunnen. De les van
Adoea is er een kostelijke geioeest,
alhoewel niet iedere Abysslnische ko
ning Menelilc II heet.
Hieruit blijkt dat de Italiaansche
aanspraken op Ethiopië niet van van
daag dagteekenen. Tegenover de Roo-
de Zee bezit het reeds Erythrea (1885)
en meer ten noorden Lybië. Het Ethio-
pisch alpenklimaat is ten andere een
zeer gunstige kolonisatiefaktor voor
Italianen. Doch vijftig jaar geleden
zag Frankrijk met leede oogen op
mar een uitbreiding van Italiaan-
schen invloed en steunde het zij
het dan ook op bedekte manier
het Abessynisch verweer. Later stak
Engeland een handje tos om het
Fransch prestige nSer te halen en de
vijandschap tusschen enkele Ethio
pische regeeringsfamïlies was hier
voor een welkome gelegenheid.
Edoch er gebeurden intusschen be
langrijke dingen in... Arabië die di-
rekt hun weerslag lieten gevoelen op
de Ethiopische luchten.
Waar Italië voorloopig geen kans
zag voor expansie langs Ethiopische
zijde, slaagde het erin een invloeds
sfeer te vestigen aan de overzijde van
de Roode Zee... in Arabië. Dit was
volstrekt niet naar den zin van En
geland, dat er een voornaam bescher-
mingsgebied heeft ten Noorden en
ten Zuiden. Een oorlog tusschen twee
Arabische imans, waarvan een recht
streeks door Engeland gesteund, ont
nam Italië alle kans de Assir-provin
cie te koloniseeren.
Italië nam dit echter zoo ridderlijk
aan dat gerust mag verwacht dat En
geland even ridderlijk de Italiaansche
expansie aan de overzijde dulden zou.
En waar Frankrijk in 1934 en nog
zeer onlangs belangrijke gebieden af
stond in Somaliland alsmede aandee-
len in de Harrar-spoorbaan zal het
wel tot verdere concessies bereid zijn,
indien Italië nog wat geduld kan
hebben.
De Europeesche toestanden vergen
een Franco-Italiaansch bondgenoot
schap. En dit kan zeer ver reiken.
Incidenten zijn ginds bij de vleet
voorhanden. De grens van Ethiopië is
niet totaal afgebakend en in de grens
strook bewegen zich voornamelijk tal
van zwervende stammen, die wel niet
zoozeer de macht van den negus er
kennen, doch van Ethiopische her
komst blijken. Om een hond te kas
tijden wordt gemakkelijk een stok
gevonden.
En Italië is gedwongen zich uit te
zetten. In Afrika is nu echter geen
ander grondgebied meer vrij, zoodat
willens nïllens Abessinië tot objektief
aangewezen is.
Dit zal een zeer interessant rechts
probleem opwerpen. Abessinië is een
vrij land, lid van den Volkerenbond.
Italië insgelijks. Indien er nu tusschen
de twee rivalen geen overeenkomst
kan bereikt worden, welke zal de hou
ding van Genève zijn. Kan de Vol
kerenbond wel dulden dat tusschen
twee van zijn leden, de een de an
dere verslindt? Destijds heeft Japan
wel Mandchourije oncler zijn voogdij
geplaatst, doch, sauf erreur, had Ja
pan zich reeds uit den bond terugge
trokken. Hier geldt het twee werken
de leden, die theoretisch met dezelfde
rechten en dezelfde plichten beladen
zijn. Volgens de Volkerenbond-juri-
diktie kan er van oorlog geen spraak
zijn voor eventueele grensincidenten
wanneer beide partijen leden zijn, en
het geschil voor den Raad gebracht
wordt. Wat in Mei eerstkomende ge
beuren zal. En toch mag de zaak pes
simistisch bekeken worden.
Japan werktsedert enkele jaren
aanhoudend in Ethiopië. Waar de ge
len geen kans zien voor hun unifor
men probeeren ze het met seriewerk
«made in Japan». Ook zij zullen zich
niet goedschiks op zij laten zetten
door Italië.
Zoodat Abessynië nog veel herrie
kan verwekken. Dit vreezen de Fran-
schen dan ook terecht en om niet
beschuldigd te worden van meineed
ten opzichte van Ethiopië en de gan-
sche wereld, probeeren ze den Ita
lianen te overtuigen georganiseerd
Ethiopië met rust te laten. Er zijn
nog zeer uitgestrekte gebieden waar
op Ethiopië zelf een soort mandaat
uitoefent en deze gebieden schijnen
den Franschen le moindre maltoe.
Ter inlichting weze hier nog bijge
voegd dat Belgische en Duitsche of
ficieren met de opleiding van het
Ethiopisch leger belast zijn. Zoodat
de meening over een minderwaardige
Ethiopische verdediging zeker mag
opgegeven. Wait and see s>. Wachten
en zien.
(Verboden nadrukj gerwlg.
DE VLAGGEN DER DEELNEMENDE MAATSCHAPPIJEN OP DE GROOTE MARKT TE 1EPER
EET ONTSTAAN VAN HET
«LAST POST COMMITTEE
Pasch-en zal dees jaar voor onze instel
ling van den Last Posteene groote en
deugddoende beteekenis hebben en zal
ons doen zien hoe zeer onze vrienden, de
Engelschen, zich getroffen gevoeld heb
ben door het schoone gebaar der bevol
king. 't Is reeds acht jaar dat deze in
stelling buiten alle officieele hulp, zich
het noodige weet te verschaffen, om el-
ken avond eene Engelsche militaire Tap-
Toete doen weergalmen onder het
grootsche Engelsche gedenkmaal der Mee
nenpoort om alzoo eene dankbare hulde
te brengen aan de Tommies, gevallen ter
verdediging van leper. Deze hulde is zoo
roerend en zoo eenvoudig, omdat zij zich
daar uit in de stilte van den avond onder
die hooge gewelven.
In den winter grijpt deze roerende en
eenvoudige plechtigheid plaats te 8 uur
en 's Zomers te 9 uur 's avonds; en t zijn
eenvoudige werklieden die daar naast die
tafels, waarop 50.000 namen van gesneu
velden gebeiteld staan en die geene be
graafplaats hebben, den wen&ch van
Rust in Vrede toeroepen.
Het denkbeeld dezer inrichting ont
stond in 1926 tijdens de inhuldiging van
het gedenkmaal. Eenige inwoners krijgen
het gedacht dat er daar eene dagelijksche
hulde diende gebracht aan de nagedach
tenis dièr duurbare gesneuvelden.
Dit denkbeeld werd weldra werkelijk
heid, en den 2 Juli van hetzelfde jaar
werd door toedoen van den Heer Van-
denibraambussche, politiekommissaris, met
de welwillende medewerking van Mijn
heer Maurice Vergracht, kommandant
van het pompierskorps, die de mannen';
en instrumenten bezorgde, overgegaan
tot de eerste plechtigheid, die plaats had
dan 2 Juli 1928, te 8 Uur 's avonds, in
tegenwoordigheid van den Heer Burge
meester en de Heeren van 't Schepen
college.
Men blaasde het Aux Champsen
den Tap-Toe De volgende week werd
den_ Engelschen Last Postgeblazen,
die 'onze mannen middelerwijl geleerd
hadden.
Laat ons hier openbaar hulde brengen
aan die nederige werklieden, voor hunne
stiptheid en voor de gevoelens van dank
baarheid en genegenheid waarmede zij
hunne instrumenten bespelen, en aan de
aanwezigen diezelfde gevoelens overma
ken.
Eene vereeniging, zonder winstgevend
doel, ontstond om deze plechtigheid te
doen vereeuwigen onder den naam van
Last Post CommitteeEen kapitaaltje
werd stuk voor stuk bijeengebracht om
de onkosten te dekken. Meermaals wa
ren er Engelsche bezoekers die ontroerd
door deze plechtigheid, eene gift overhan
digden aan het Committeedat alles
bijeenbracht om een kapitaaltje te ver
wezenlijken.
Gedurende den zomer van 1934 kwamen
oudstrijders van het Graafschap Surrey
bij Londen en die eene sectie vormen van
het British Legion, op het bezoek. Na de
plechtigheid bijgewoond te hebben druk
ten zij den wensch uit aan den Bestuur
der van het Committeedeelachtig te
mogen worden met de Ieperlingen, in de
hulde die aan hunne strijdmakkers ter
verdediging van leper gesneuveld waren,
gebracht werd. Zij openden eene inschrij
ving en deze braoht de schoone ronde
som van 400 pond op. Zoodra zij er in het
bezit van gesteld werd bracht het Bri
tish Legionhet Committee op de
hoogte van hunne medewerking. Het
aanbod werd met dankbaarheid aange
nomen. Die vrijwillige medewerking be
wijst hoe hoog die huldeblijk in Enge
land geschat wordt. Onnoodig te zeg
gen dat dit kapitaaltje niet volstaat om
de kosten te dekken, maar 't is een aan
moediging voor de Iepersche vrienden en
gevers en T Vlaamsch spreekwoord kan
bewaarheid worden: «Daden wekken,
voorbeelden trekken».
DE PLECHTIGHEID VAN HET
OVERHANDIGEN VAN DEN CHECK
Zondag morgen Paaschdag ont
vingen wij het 'bezoek van een afvaardi
ging van omtrent 400 leden van het
Graafschap Surrey, onder geleide van
Luitenant-Generaal Sir William Fulte-
ney, lid van het Hooger Huisof eerste
Kamer van Engeland, Voorzitter van de
Ypres Leagueen vergezeld van de
Guilford Britsh Legion Banden de
Dagenham Girl Pipers».
Zij kwamen per autocar toe uit Oost
ende omstreeks 11.30 uur aan den hoek
der Elverdingestraat en Maarschalk Haig-
laan, waar zij opgewacht werd 311 door de
British Legion de Harmonie Ypria-
naen de Belgische Oudstrijtiers. Er
werd onmiddellijk een stoet gevormd die
in volgende orde opgesteld werd: Harmo
nie Ypriana Guilford British Legion
Band Dagenham Girl Pipers groep
vlaggen, militaire overheden waaronder we
bemerkten Zijne Excellentie de Gezant van
Groot Brittanje en de, militaire attaché
Majoor Paris, alsook den vertegenwoor
diger des Konings, Baron Jacques de Dix-
imude, Vleugeladjudant van Zijne Ma-
.esteit den Koning der Belgen; volgen
dan de Britsïha Oudstrijders alsook de
Verbroedering, afdeeling van leper. Ze
trekken diensyolgens naar de Maloulaan,
-langs 'de Stuers- en Boterstraat naar het
Iepersch gedsnkteeken op de Vande Pee-
reboomplaats, waar er stil gehouden
wordt om eene kroon neder te leggen,
terwijl eene minuut stilte in acht geno
men wordt. De stoet stelt zich weer in
ibeweging en trekt de Groote Markt over
naar het Stadhuis, waar de overheden
van het British Legionvoorgesteld
worden aan de plaatselijke burgerlijke
overheden, het Last Post Committee
en verschillende andere notabelen.
Diensvolgens wordt de check overhan
digd aan den Heer Burgemeester Vander
Ghote, waarna eene aanspraak gehou
den wordt door Majoor G. E. Cohen,
Voorzitter van da «Surrey Counsil»,
waarop de Heer Burgemeester J. Vander
Ghote in gepaste bewoording de Hooge
Bezoekers bedankt om het schoone ge
baar en om de welwillendheid waarmede
zij door hunne tegenwoordigheid deze
plechtigheid vereerden.
De stoet vertrekt dan naar het British
Memoriaal der Meenenpoort, waarbij zich
de burgerlijke overheden van leper aan
sluiten.
We bemerken daar vlaggen van de af-
deelingen leper, Arras, Rijssl en Oosten
de, van de British Legionalsook de
vlag der Verbroedering van leper, Poilus
de France, enz. De stoet houdt stil onder
de Meenenpoort, waar eene godsdienstige
plechtigheid een aanvang neemt, gecele
breerd door Rev. Owen S. Witkins, C.M.
G. G. B. F., rustend; Hoofdaalmoezenier
van het Engelsch Leger, waarna hij eene
korte aanspraak tot de aanwezigen richt.
Hierna voeren de Dagenham Girl Pi-
pers de Lamentuit. De klaroenen
blazen de Last Posten de Reveille
De plechtigheid sluit met de Braban-
Qonneen de God save the King
waarna eene kroon van roode klaprozen
werd nedergelegd door de militaire atta
ché Majoor Van Paris en een machtigen
bloemtuil van witte tulpen door Baron
Jacques de Dixmude, van wege Z. M. den
Koning der Belgen.
De stoet defileert hierna op de Groote
Markt voorbij Luitenat-Generaal Sir Wil
liam Pulteney, G. C. V. O.; K. C. B., waar
na de stoet uiteengaat en een Lunch
plaats heeft.
Vervolgens krijgen we in den namid
dag, te 14.15 uur, een Concert te hooren
op de Groote Markt, die beurtelings af
gewisseld wordt door de Guilford Bri
tish Legionen de Dakenham Girl
Pipers
Daarna vertrekken zij per autocar naar
het Tyne-Cot Cemetery», de grootste
en schoonste .Engelsche begraafplaats,
waarna ze den terugtocht aanvangen naar
Oostende.
Wij verhopen dat hun kort oponthoud
alhier hun het beste aandenken zal laten
van onze stede.
DE PAUSELIJKE MISSIE
NAAR LOURDLS VERTROKKEN
De Heilige Vader heeft Kardinaal Pa-
celli, Pauselijke legaat, en de overige leden
van de Pouselijke missie, voor hun vertrek
naar Lourdes in verhoor ontvangen en al
len zijn bijzonderen zegen gegeven.
Zijne Heiligheid verzocht de leden der
Pauselijke delegatie geheel in het bijzon
der voor Hem te bidden en zeide vervol
gens Dominus sit in itinere vestro et
Angelus Domini comitetur vobiscum.
(De Heer zij met U op uw reis en de En
gel des Heeren moge U begeleiden.)
De Pauselijke missie is Woensdag mor
gen morgen uit Rome vertrokken.
KARDINAAL-LEGAAT PACELLI
TE LOURDES AANGEKOMEN
Donderdagmorgen bood Lourdes een fees
telijke aanblik. Men schat dat meer dan
50.000 bedevaarders ter plaatse zijn aan
gekomen. Deze hadden duizende vlaggen
mede die fier en blij door de straten wap
perden. Te 11.40 uur kwam de Pauselijke
legaat, Kardinaal Pacelli te Lourdes aan.
Tijdens zijn reis is Kardinaal Pacel
li aan de Fransche grens afgewacht ge
worden door den Franschen Minister Ma
rin en welkom geheeten op Franschen bo
dem. Daarna vertrokken beide per spe-
cialen trein naar Nice waar de plechtige
ontvangst door de Fransche regeeringsaf-
gevaardigden plaats had en den Kardinaal
de militaire eer ge-boden werd. De Kar
dinaal zegende dan de toegestroomde me
nigte.
Te Lourdes werd de Pauselijke legaat
begroet door den burgemeester der stad,
door de Prefekt van Tarbes en door dui
zenden geloovigen. De Kardinaal ant
woordde met een wensch van vrede.
Onder de hooge personen die zich thans
te Lourdes bevinden worden vermeld dè
gewezen keizerin van Oostenrijk Zita,
aartshertog Otto van Habsburg, prins Xa-
verius van Bourbon, al de prinsen van
Bragance; van Bourbon Sicilië, alsmede
de prins en de prinses van Saksen.
In de straten van het heilig stadje
heerscht een ongewone drukte.
Er zijn ook tegenwoordig twee Fransche
Kardinalen, een Belgische, zes Rngelsché
Bisschoppen, twee Poolsche, vier Italiaan
sche, vijf Belgische, een Portugeesche,
een Finsche, een Boliviaansche, een Zwit-
sersche en vijf gemijterde abten.
In de namiddag werd dan de Pauselijke
Bulle afgelezen. De eerste pontificale hoog
mis werd dan voorgelezen door Kardinaal
Van Roey. Van af deze Mis begon het
plechtig triduum en zouden gedurende
drie dagen en drie nachten onafgebroken
Missen worden opgedragen.
ONZE BONDEN VAN HET H. HART
NAAR LOURDES
De Belgische Bedevaarders van de Bon
den van het H. Hart zijn Woensdag voor
middag naar Lourdes vertrokken, waar zij
het Plechtig Triduum zullen volgen voor
het sluiten van het H. Jaar.
Op Donderdag 25 April, om 4 uur na
middag, ving de eerste H. Mis van het
Triduum te Lourdes aan; vervolgens ge-
d-urig aan H. H. Missen tot 4 uur van den
28 April.
Op Zondag 28 April, ter gelegenheid
van de sluiting van het H. Jaar zal de
Paus een uur aanbidding houden in de
Basiliek van het Vatikaan.
Sir William Pulteney overhandigt aan Heer Burgemeester Vander Ghote een
check van 430 dollars om aan het Iepersch «Last Post Committee» toe te laten
de dagelijksche hulde aan Engeland's Gesneuvelden voort te zetten.
4 Iff
BIK
De Dagenham Girl Pipersof Meisjes op den Doedel spelend, op de Markt te
lener tijdens de plechtigheid.
■BazssssacaBaaasssasssBiaiEeaiasEssaas&EOBaBBBHSissiBBBQ&BiB
DE FRANSCHE OUD-STRIJDERS TE BRUSSEL
«êM
- -
Het Fransch Verhond drr (321) Vriendenkringen van kinderen ven oud-strijders
heeft te Brussel hulde gebracht aan den Onbekenden Soldaat.
aBBSiassBBSESJBSEgföaBaasaaöaiaaïagaBHsaiaasaafflsssasssssassB
Veaprijsfecmp heef» plaats op f M |y| f
8% E «9 EP ^IP S» fliet op 30 April soosls serst aangekondigd.
Een groot getal patroons en afge
vaardigden uit Oost-Vlaanderen en
Antwerpen waren opgekomen Dins
dag 16 April, in het Belfort te Kort-
rijk. M. Leon Bekaert, Voorzitter van
het A.C.V.W. West-Vlaanderen, leidde
de vergadering in door eene meester
lijke uiteenzetting van den toestand
en een oproep tot samenwerking in
het bedrijf.
Muntontwaarding is een feit ge
worden wat men ook denke over de
wenschelijkheid of niet wenschelijk-
heid, noodzakelijkheid of niet nood
zakelijkheid. Het ligt niet in den
aard van Werkgevers tijd te verlie
zen in nuttelooze speculatieve discus
sies over gedane zaken, doch wel mo
gen wij eischen dat degenen die, bo
ven de noodzakelijke dekking van
handel en nijverheidsrisico's zich
hebben verrijkt ten koste der ge
meenschap, tot teruggave worden ge
dwongen.
Reeds drie jaar lang wijzen wij er
op dat wij noodzakelijk dien weg
opgaan in een van de vele vormen,
die zij kan aannemen. Zij bekruipt
ons met eene internationale nood
zakelijkheid, die zoo zeker ons moet
aanvatten, als de internationale kri-
sis ons heeft aangegrepen.
Het kontrool op de Banken werd
eene noodzakelijkheid, zoodra zij be
roep moesten doen op de hulp van
ons nationaal krediet, dat waarbor
gen moet eischen (terloops werd ge
wezen op een zeer ongelijke behan
deling der Banken).
De noodzakelijkheid eener winst
marge dringt zich op, om aan de
nijverheidsinstelling toe te laten zich
op de hoogte te houden, aan de ar
beiders een degelijk loon te verschaf
fen, aan de binnenlandsche nijver
heid en handeldrijvende middenstand
werk en nering te geven, en de schat
kist te voorzien op een wijze die niet
ondragelijk is.
Vooral de winstmarge op het bui
tenland moet op haar hoogste wor
den gehouden. Het algemeen welzijn
eischt dat zij niet worde teneerge-
drukt tot rond den kostprijs, alleen
door onderlinge konkurrentie onder
landgenooten, zooals het tot nog toe
ging.
De politiek der Regeering zal op
een fiasco uitloopen indien zij dat niet
kan bewerken daarom ook moet
zij ingrijpen in de ekonomie. Zal het
zijn door een stelsel van uitvoertak-
sen en uitvoerverloven, of zal de
schikking er van overgelaten worden
aan de bedrijven zelf door onder
linge overeenkomst.
Deze laatste methode die in de
lijn ligt van Quadragesimo Anno en
ook meer de vrijheid tot haar recht
laat komen, al zij het ook in de tucht,
dient onze voorkeur te hebben en
schijnt ook in de bedoeling der Re
geering te liggen die zegt: «Wij zul
len de inrichting der beroepen aan
moedigen en een zekere verordenen
de bevoegdheid toekennen aan der
wijze ingerichte organismen.
Zoo lang ook hebben wij de nood
zakelijkheid betoond, de ekonomie los
te maken van de wisselvalligheid der
partijpolitiek: de Regeeringsvolmacht
op ekonomisch gebied, de meezeggen-
schap van organismen samengesteld
uit bevoegdheden en belanghebben
den zelf, luiden een nieuw tijdperk
in, indien voor de samenstelling niet
meer gelet wordt op politieke partij-
kleur dan op onbaatzuchtigheid en
bevoegdheid.
Geen afgoderij van de vrijheid.
Sommige lieden zijn vrijwel belache
lijk waar zij orde en tucht verwar
ren met aanslag op de vrijheid. Ver
keersreglementen beletten de vrijheid
niet, doch beschermen de vrijheid
van eenieder tegen de waaghalzerijen
van enkelen. Best, indien de bedrij
ven zelf die orde scheppen, zonder
dat de Staat te veel moet tusschen-
komen.
Spreker overliep dan de verschei
dene grondslagen waarop samenwer
king van de ondernemingen kan ge
steund zijn, 't zij: 1) op prijsovereen-
komst alleen; 2) 't zij op beperking
der voortbrengst alleen; 3) 't zij op
samensffielting der twee vorige pun
ten; 4) 't zij verdergaande door al-,
les te laten regelen langs één ver
koopkantoor.
De werking, de voor- en nadeeleri
van elk systeem werd naar voor ge
bracht, en als slot werd uiteengezet
hoe het systeem praktisch werkt in
eene nijverheid die het sinds ver
scheidene jaren heeft toegepast.
Een hartelijke ovatie van de aan
wezigen onderlijnde den oproep tot
welwillendheid van de zoo toewij
dingsvollen Voorzitter.
Bij de bespreking werden nog de
bijzonderste opwerpingen uiteengezet
en beantwoord.
Daarop werd volgende motie door de
vergadering aangenomen:
DE CHRISTELIJKE PATROONS
TEGENOVER DEN HUIDIGEN
EKONOMISCHEN TOESTAND
De Christelijke Patroons van West-
Vlaanderen vergaderd te Kortrijk op 16
April 1935 te samen met afgevaardigden
van Oost-Vlaanderen en Antwerpen, om
den ekonomischen toestand te bespreken
geschapen door de nieuwe Regeering
na gehoord te hebben de uiteenzetting van.
M. Léon Bekaert, Voorzitter A.C.V.W.
West-Vlaanderen
overwegende dat ook de Regccring de
muntontwaarding als een kwaad aanziet,
waartoe zij slechts noodgedwongen is
overgegaan,
overwegende dat het echter nutteloos
is over de al of niet noodzakelijheid te
redetwisten daar de devalvatie een feit
is waaraan niets anders te doen is dan
de kwade gevolgen te verminderen en
de goede zooveel mogelijk er uit tc halen,
overwegende dat de verdenking weegt
dat eigen landgenooten, niet alleen voor
dekking tegen handelsrisico, doch' uit spe
culatieve bedoelingen, mede hebben ge
holpen om de muntontwaarding in de
hand te werken, om zich te verrijken
ten koste van het algemeen welzijn,
overwegende dat de Regeering door
allerhande maatregelen zooals breeder en
goedkooper krediet, ontlastingen op pro-
duktiekosten, en andere maatregelen, de
bedrijven wil dwingen te werken met
eene winstmarge die noodzakelijk is voor
de algemeene ekonomie van het land,
overwegende dat het wellukken van
deze betrachting afhangen zal van het
feit dat het indexcijfer der levensduurte
niet in te groote verhouding de munt
ontwaarding volgt alsook van het feit
dat de concurrentie der landgenooten de
verkoopprijzen voor het buitenland niet
tot op den kostprijs zou terugduwen,
overwegende dat zulks niet kan gebeu
ren dan door de tusschenkonist van Re-
geeringsmacht, hetzij om rechtstreeks
krachtdadig in te grijpen in de regeling
der Bedrijven, hetzij om de Bedrijven zelf
te helpen organiseeren om zelf de maat
regelen te treffen noodig tot het gezond
houden van het bedrijf in zijn kader van
het algemeen welzijn,
overwegende dat dit laatste heel over
eenkomt met de christelijke opvatting
van de maatschappij en de ekonomie,
omdat het de vrijheid en het recht van
den enkeling in overeenstemming brengt
met de belangen van heel de gemeenschap,
drukken den wensch uit
dat de Regeering radikale en onver
biddelijke maatregelen zou treffen tegen
degenen die plichtig bevonden worden
aan speculatie tegen den frank, vooral
degenen die zulks gedaan hebben met
geld van de gemeenschap,
dat alle werkgevers de Regeering zou
den steunen in hare pogingen om de le
vensduurte niet te verzwaren, en de ver
koopprijzen voor het buitenland niet te
laten teneerdrukken door concurrentie
onder landgenooten,
dat alle Christelijke Werkgevers, in het
Bedrijf waartoe zij behooren al het mo
gelijke zouden doen om tot onderlinge
overeenkomst te geraken, en hun bedrijf
te organiseeren, zoodat het zelf de maat
regelen kunne nemen die anders van
Staatswege zouden moeten genomen wor
den,
dat de Regeering Van Zeeland naar
middelen zou uitzien om deze pogingen
aan te moedigen en doelmatig te maken,
en daartoe ook in kontakt zou blijven
met ons verbond van Christelijke Werk
gevers in zijn Bestuur en zijne Vertegen
woordigers,
besluit deze motie over te maken aan
de Regeering, aan de andere Organisatiés
van Werkgevers, en aan de Pers.
HssaiSBSBBSBSSË.'SisesaBaaBisBSEa