idelsfoorleper rijke Tentoonstelling der AUTOS qowfeot Geirag© Van 0dsnifi@ ran 9 tot en met 13 April 1936 21 s Statiestraat, BEPER ïsl. 159 Een sierlijk 301 Voor alle inlichtingen en proeven wendt U tot het lokaal Agentschap De Jonkvrouw van Lindendale 3 voorplaatsen en 3 langs achter met afneembare kap De Camfórïnetten 500,800, 1200 kg. draagvermogen. Laat niet na dezen stand te bezoeken waar gij nevens de beroemde 301, U zult kunnen overtuigen van het werktuigkundig wonder welke is de 402. BIJVOEGSEL, aan De Poperingenaar - "DeHalle,, - "De Toekomst van ZONDAG 12 APRIL 1936. Nr 15 VERSJES MAAN het manneke uit 0 W. VAN HE1LE. T ROOS KRUIS WEKELIJKSCH LITURGISCH BULLETIJN APRIL - GRASMAAND EEN TEEKEN DES TIJDS! ZORGT voor K°ede geldverdienate GEKLEURDE DUIKBOOTEN aBBaBBBBBBBBBBBBBBBBRBBBBBBa 1KT BROODPRIJS IN FRANSCH-NOORDEN BRUSSEL-OOSTENDE IN 65 MINUTEN ZELDZAME VANGST TE MARLINNE VIER BRUGGELINGEN DOOR EEN TREIN GEDOOD IN KANADA f* ymo ijW* Een flink verstand Met trage hand Blijft aan den armenkant. Een klein verstand Met vlugge hand Vindt toch zijn weg door 't land. Een flink verstand Met vlugge hand Brengt wonderen tot stand. ONEER ONS gezegd en gezwegen, Beste vrienden en vriendinnen, k Ben een weinigje verlegen üinda'k niet wete hoe beginnen met m'n reke van dees weke, Want, alle duivels uit de hel, 't Is eiken Zondag 't zelfde spel. 'k Zal dan maar beginnen moeten Met U allen eventjes te groeten En met d: vriendschap op 't gelaat Buig 'k voor allen mijne ruggegraat Met heel veel fatsoen Tot zoover mijn rheumatiek of flerecijn Die ine baart veel zorg en pijn, Mij toelaat zulks te doen. 'k Zwaai dan met mijn hoed Van aan .n'n kop tot aan m'n voet En binst die manceuvers klinkt m'n woord: Eik 'u goeien dagsken... en we zijn voort. Eerst en vooral kwijte ik mij van mijn hoogsten plicht door U namelijk een za lige en gelukkige hoogdag van Paschen toe te wenschen. Paschen, 't wonderschoonste woord Door een Christen ooit gehoord, Ja, de steen is omgeworpen En de klokken zingen luid, Over steên en over dorpen, 't Feest van de Vcrrijz'nis uitl Mocht dit voor ons ook eene verrijze nis uit onze benarde tijden beduiden. Bidden wij op deze schoone dagen, den Heere hierom! PEE PAP, ne verfrommelde beroeps- luiaard, stond zijn nood te klagen aan de deur van Uffra Groot, 'u mcnsch met 'n perkamentvel. Och, sukkeleer, zei d'uffra, wilde gij ouwe frak? Ja'k, zei Pee. Hoe, ja'k, zei d'uffra met 'n air, kunde niet wat lieftalliger spreken? Ja'k, mijn lieveken, zei Pee met viseboogjes, en de deur vloog toe. ALS GE ROOKER ZIJT Wel kom bij mij niet klagen Als in den heeten zomertijd Mug of horzel U komt plagen Want 't is 'n bewezen feit, We gaan er niet lang oia zagen, dat de nicotine Janverdinne, maakt uw bloed veel te zoet. Ja, beste menschen, dat is de laatste vaststelling die de hooggeleerde perfes- ters gedaan hebben. Nicotine, 't vergift van den tocbak, verzoet het bloed. Aan dit feit is het dan ook te wijten, dat iemand die veel smoort, bijzonder siga retten, stillekensaan zijnen eetlust ver- Üf5C. Van ne anJercn kant ook, is 't al- ombekend, dat de muggen, horzels en andere ongedierte, 'n voorkeur_ hebben, *ich te attakeeren aan zoetbloedige men leken. 't Zal, verdraaid, daaraan te danken Win da k dezen nacht nog ne keer door Ti wandluis ben gebeten geweest. Nc«g nen troef bij in de handen van 'de vijanden van den tabak 1 Maar dat ne mensch zich dat allemaal moest begin gen aan te trekkenNeen, zulle... En tot hun spijt en hun verdriet *k En laat daarvoor m'n pijpken niet. Want, 'k verklaar 't uit... duizend monden, 2'is m'n eenige troost in droeve stonden. TWEE UFFRAKENS waren in den 'dierentuin aan 't wandelen. Kijk eens dien prachtigen tijger aan, 'Sorak de eene, let eens hoe hij ons aan kijkt, wat zou hij wel zeggen, als hij moest spreken kunnen? Bescheiden mengde de bewaker, die iHes gehoord had, zich in 't gesprek, «n zride Indien hij spreken kon zou hij zeg gen: Pardon, jufrouwen, maar ik ben een luipaard. Tv TREK met mijn schaapjes langs de haan Vanaf de zon rijst aan den hemel, Totdat het mannetje uit de maan Al, tachend, tusschen 't stergewemel Blikt, op het rustend landschap neer En fluistertkeer ter schaapskooi weêr. Dan, lustig spelend op de fluit. Drijf ik mijn schaapjes vóór mij uit... C 1 'k min mijn schaapjes, zoet en zacht, Mijn schaapjes met hun sneeuwwit vacht En mochten al de schaapjes mijn, De menschen ook zoo vreedzaam zijn, Dan bleef aan allen, hier op aard, Veel tweedracht en veel twist gespaard, 'k Ben schaper, meer dan vijftig jaar, I!: word den ouden dag gewaar, Maar 'k houd toch aan m'n stieltje Lijk 't duiveltje aan een zieltje... Aizoo zong onzen ouden schaapherder ZeVdeus Plok, en ge moet met mij be kennen. d'r zit nog al zoo geen klein iRMMn»iMsaBiiinBB2aBGBamB Mengelwerk van 12 April 1936. Nr 64. beetje fiselosofie in zijn liêken. Enfin... 't moet gezeid, zoolang alles goed gaat, is 't gemakkelijk den filosoof te spelen, en 't is niet gezegd dat onze herder er nog alzoo filosoofachtig zou over reze- neeren als hem moest overkomen wat gebeurd is, met zijne confraters van Aus tralië. Australië moet ge weten is het land van de wol en diensvolgens ook van de schapen. Met millioenen en nog eens mil- lioenen zijn er daar. Duizenden en dui zenden menschen hebben daar hun werk meêMaar nu is er ginder een soort koolziekte uitgebroken onder de schapen, waardoor, op enkele dagen tijds, meer dan de helft der kudde vernietigd wer den. En... 't kan nog op een ware ca-, tastroof uitdraaien, want... geen schapen, geen wol en geen wol geen nijverheid voor Australië; en natuurlijk duizenden menschen zonder werk. 't Is triestig ZE WAREN pas zes maand getrouwd. Ja, sprak ze, toen we verloofd wa ren, waart ge slechts tevreden toen ge een eindelijk alleen kost uiten. Liefste, sprak hij, dat is nog zoo... maar nu hoort g'het. niet meer,., vermits ge dan weg zijtl 'K TRACHT IMMER MAAR Uwen geest te boeien Met 'n_ kostje, niet te zwaar, Om hem niet te zeere te vermoeien 1 Dit gezegd hebbende gaan we een we tenschappelijk onderwerp aanvatten, dat U iets kan leeren, en waarvan ge geenen schrik moet hebben dat het op uw maag blijft liggen De vraag luidt: Welk is de hitte of de temperatuur van een... bliksem? Tot nogtoe kon die temperatuur door geen enkel toestel of apparaat vastgesteld worden. Vroeger warden de toppen van de bliksemafleiders verguld en later ge deeltelijk uit platina samengesteld. Maar men stelde vast dat, als de bliksem op zoo'n toppen insloeg, deze oogenblikkelijk smolten. Toen verving men dit metaal door iridium dat slechts aan een hitte- graad van 2.000 graden aan 't smelten kan worden gebracht. Dat kreeg nog ne keer van 't zelfde laken 'n broek, als de bliksem er op viel en... 't smolt... En vwala, menschen, daarbij komt het, cn 't en is zeker mijn schuld niet, da'k U op mijn eigen vraag, kwestie van de hitte van een bliksem, geen antwoord kan toedienen, in alle geval moogt ge geloo- ven dat zij de 2.000 graden te boven gaat! En zoo geleerd, van dat zelf uit mijneft duim te zuigen, ben ik zeker nietl HIJ WAS zijn geneesheer gaan op zoeken. Ja, sprak deze, na hem te hebben onderzocht, ge zult het rooken moeten laten 1 Binrfen vier weken, dokter, Waarom dan eerst?. Dan trouw ik! Verplichting, ziet ge. 'N GEDACHT. 't Leven is 'n voetbalgrff, 't Vliegt waar 't balleken vliegen wil Zorgt dat ge goed het doel markeert. Dat Sinte Pieter, Die wijzen arbieter, U niet al te slecht klasseert. En bijzonder dat ge... niet zakken moetl OCH! weer traantjes in uw oogen, Wat hapert er? Zeg 't mij gezwind. Mijn goedig, aardig kind, Of zou 'k 't niet hooren mogen? Ge weet 't als ik U helpen kan, Al ben ik maar een stokoud man, Ge op mij uw hoop moogt stellen. Wil dan gezwind, Mijn aardig kind, Me uw hartepijn vertellen. Zoo sprak hij 't lieve kind aan... en hij dat is... 't Manneken uit de 'Maan..', en zij dat is... Marenta niet, maar wel 'n meisje uit de straat. Daarmeê zijt ge nu gewaarschuwd en moet ge niet ver wonderd zijn, als de geburen U komen vertellen, dat 't bij ons weêr ne keer «kermis» geweest is, en dat Marenta ge donderd en gebliksemd heeft als nooit te voren.!, kwestie van jaloezernij, ziet ge._ Dat meisken uit ons straat dus, waar- meê 'k zoo'n compassie had, vertelde me, dat heur man, heur laten zitten heeft met twee kleine kinderkens waarvan 't oud ste amper 2 jaar oud is. Dat zijn dingen die alle dagen gebeu ren, zult ge zeggen 't Is waar. Maar als zoo'n zaken voorvallen bij menschen die ge persoonlijk kent, dan nemen ze een gansch ander karakter aan, en zetten z'U tot overweging aan. En alles wat w'er kunnen van onthouden is: Achl wat is de wereld slecht! Ja, wat is de wereld slecht... maar ook, wat zijn de menschen dom!... Tegen woordig wordt er veel meer aandacht en waarde gehecht aan de uiterlijke hoeda nigheden en kwaliteiten van iemand, dan aan de innerlijke deugden. De jongens willen als vrouw, een modepop, chick ge kleed en perfect gepoeierd, om meê te paradeerenen de meiskens, odie moe ten ne schoonen type hebben, elegant, chick en charmant en galant, en waar ze zot op verliefd zijn, dat is op ne «mi litairen tenue zonder zich doorgaans te vergewissen, over wat er onder steekt. Maar velen komen er bedrogen uit, en vallen op nen type lijk Roebel! Hoe? Ge kent Roebel niet?... Wel luistert dan naar 't portret dat hij maakt van zich zelve, met d'air van nen bewusten overwinnaar Ik ben Roebel, de sergeant, Goed gekend in 't gansche land Waar de mooie meisjes wonen, Daar zal Roebel zich vertoanen, Zoo ge 't nog niet weten mocht. Een soldaat is steeds gezocht, Ja, naar mij is altijd vraag, Wa Steeds galant In de kleertjes net en fijn! Naar behooren Goed geschoren Om de meisjes te bekoren Kies ik vast uit een dozijn! Ah! het mag hier wel gezegd 't Leven is verdraaid niet slecht Als ge maar kunt profiteeren... Daarom zie'k de meisjes geeren, Droevig zou het leven zijn Zonder meisjes, zang en wijn En ik zeg dus, als het kan Profiteer 'k er dubbel van. door Walter dacht na. O, hij wilde niet ln tweedracht of ruzie met Tilde en B:rt leven. De verzoening met zijn schoonbroer moest volgen. Maar Eert verdiende een goed lesje... V/alter eindigde eerst zijn schooltaak. Deze viel hem niet moeilijk. Hij had zijn Tak lief... Teen het laatste opstel nagezien was, lustte Haverbeke even uit. 't Geld van Paula speelt Bert al door den fcop. mompelde hij. Och, lk mag hem dat niet zoo kwalijk nemen... hij is een man van zaken. Hij moest'eens weten, hoe Weinig tk aan dat kapitaal denk. Wat nu? WC, Sc zal schrijven. Maar Walter wilde juist doen, of hij rog geen brief ontvangen had. En hij schreef: BESTE TILDE EN BERT, Het wordt tijd, dat ik eens iets van mij laat hooren. Er is veel gebeurd sedert wij elkaar het laatst zagen En, nu vertelde Walter, dat mijnheer Dupont, de tweede voogd van Paula De- lange uit Amerika gekomen was, en over haar aiders gesproken had, brave treffelij ks menschen, die echter jong stierven. Toen werden twee voogden aangesteld. En Walter beschreef hoe Delange na «enigen tijd alleen macht kreeg over Pau la en hoe hij de arme weeze bedroog. Paula was dus welgesteld en het gerecht «sa. zorgen dat ze weer in het bezit kwam tan wat baar eigendom was. Hoost hoeveel hst fortuin bedroeg, meld de Walter Biet, Hij beweerde, dat dit geld ««m ©ten groot belang inboezemde, want ant de meisjes zien me graag. Als sergeant IBBBaBBBBSSBB&fflBMBHBBBBBiaaSBB dat hij Paula verkozen had om haar zelve, toen hij meende dat ze een arm, verlaten meisje was. Hij vertelde uitvoerig de bekentenissen van Floris en het koppig loochenen van zijn vader. «Dit alles heeft Paula diep geschokt», voegde Walter er bij. Zoodra ze rustiger is, hoop ik eens met haar naar u toe te komen. Dan zult ge wel erkennen dat ik een goede keuze gedaan heb. Ja Tilde, Paula zal u uitnemend bevallen. Flora is ook zeer met haar ingenomen. Wij ontmoeten elkaar veel bij Flora, die zich een edelmoedige bescheniger voor Paula en een oprechte vriendin voor mij heeft betoond. I>at zal ik u later nog beter vertellen. Maar nu dit al: Eerlijk erkende Flora, dat ik geheel vrij was tegenover haar cn ik me nooit tot een verloving met haar had verbonden. Ik zei dezen Zomer dat ik moest nadenken. Beter dan ik zelf eigenlijk heeft Flora beseft, dat ik Paula beminde toen lk nog twijfelde over mijn ware gevoelens. Ik ben nu zeer gelukkig en met mijn ge zondheid gaat het heel goed. Ik geef weer een paar uur les eiken dag. De bestuurder en de inspecteur willen niet, dat ik me da delijk te veel inspan. En ik begrijp ook, dat ik nog wat moet oppassen, vooral nu het Winter wordt en men vatbaar is voor verkoudheden. Maar ge moogt u niet meer ongerust maken over mij. Ik ben waarlijk genezen. Paijla en ik zullen niet lang wachten met trouwen. Zij heeft geen eigen tehuis en ik heb dat feitelijk ook niet. Maar daarover spreken we wel als we eens bij een zijn en Tilde, dan kunt gij ons goeden raad geven voor de inrichting van onze woning. Ge zijt een beetje moeder over mij geweest. Nu Paula wat bezit, moet ik niet Jagen naar bevordering tot bestuurder van een school en kan lk te Brugge blijven, een stad, die ik zeer lief heb. En ik ben er ze ker van dat Paula er ock gaarne zal wo nen. 't Schoonste meisje, ah! dat Is, 'n Lezeresken, heel gewis, En mijn hart brandt van verlangen Maar ze laat zich niet rap vangen... Ze is te slim, doch weet het wel, Roebel is in 't minnespel Goed ervaren, en hij zal 't Liefje lokken in den val. Opgepast, hé, lieve Lezereskens, want die Roebel heeft nog niet zoo'n klein gedacht van zich zelve... laat U maar niet foppen 1 IN 'T RESTAURANT zat er nen heer de spijskaart te bestudeeren. Waarmee kan 'k U dienen? men heer, vroeg de gar?on. Wilt ge den patronne keer roe pen? 'n Beetje daarna kwam de baas af. -Luister eens, baas, sprak toen de klant, voor zooveel ik weet, is er hier in den omtrek geen hoog gebergte of geen zee.,. Kunt ge mij dan zeggen waarom uwe prijzen zoo hoog en zoo... gezouten zijn ENDE DE VISCHPERIODE is ook volop aan den gang. Volgens de laatste statistieken zijn er in Belgie tot nog toe 115.000 visschers die een vischverlof heb ben aangevraagd, hetgeen, rekening hou den met het bevolkingscijfer, een heel schoon getal is, en 't geen een bewijs is dat de Belg, doorgaans, nog filosofischer aangelegd is, dan men wel beweert, want, om dat sport uit te oefenen moet ge nen echten van 't echte ras zijn... Ze staan daar uren, uren, Naar hun dobbertje te turen Als een zoutpilaar zoo stil Tot het vischje bijten wil... Maar, als 't vischje niet wil happen Kunnen ze geen vischje snappen En ze zuchten: «Wat een kruis, 'k Breng geen spiering meê naar huis.». Als er vischers zijn*onder m'n beste Lezers, wensch ik hun van harte meer geluk toe. DE KOE van den gebuur kwam in den hof van den Schot geloopen. De zoon van den Schot liep naar zijn vader toe: Pa, Pa, daar loopt een vreemde koe in onzen tuin rond. De Schot knorde. I Roep toch niet zoo luid, sprak hij, haal een emmer... en melk zei D'r zijn geen kleine winsten. GEEN RIJKER KROON DAN EIGEN SCHOON» Zei mijnen nonkel Toon En... .ge weet het al misschien/ Hij liet zijnen kletskop zien... Da's zoo een beetje ln de familie, ziet ge, dat geval van die kletskopperij. Marenta is gedesoleerd tot in 't leste van heuren ruggegraat, omdat ze ferm grijs haar begint te krijgen, en omdat 't Manneken zijnen knikker fa meus op nen biljartbol aan 't lijken is. Mijnen kwafeur ofte barbier, aan wien ik mijn beklag overmaakte, heeft mij ge zegd dat ik mijnen kop moet wasschen met sjeneverkelief, dat het daarmeê zou beteren. Maar Marenta, die soms zoo van die overslimme gedachten heeft, zegt: Man neken, we zullen wij ons maag met sje- never jvasschen, dat zal ruim ?oo goed zijn. Zoo gezegd En zoo gedaan En nu recht Op 't doel maar afgegaan, En de sjeneverflesch ontpropt..* «a Maar hoor, daar wordt geklopt De flesch nu goed maar weggestopt Anders zijn we nog gefopt. En zoo wordt ne mensch altijd ln zijn liefste bezigheden gestoord ziel En nu, m'n beste Lezers en alderliefste Lezereskens, wil 'k U niet verder storen in uw bezigheden, en ik roep U toeLa bor omnia vincit 't Werk overwint alles»... en ik ga mij uitrusten, van niks te doen. 't Manneken uit de Maan. IBBEaBaaaSSBBBBBflBBBlBBBBflBB GE ZIJT OVER ONS BLAD TEVRE DEN! NA LEZING, SCHUIF HET IN HANDEN VAN EEN GEBUUR OF VRIEND. ZOO STEUNT GE ONS. DANK EROM. Waarom lijden HOOFDPIJN MIGRAINE TANDPUN GRIEP RHEUMATIEK ZENUWKOORTS PIJN DER MAANDSTONDEN als de Wonderbare Braiuo Poeder» vang der Apotheek DE POORTERE S int -Niklaas- Waas. U oepanMikkeiijk «onder cchndeli&e gevolgen j deze pijnen zuSJon bevrijden. De doos v. 8 poeder* 4 fr. De driedubbele den» 23 poeders 10.00 frm Te verkrijgen in alle goede Apotheken ofj vrachtvrij tegen postmandaat. Gebruikt ze eens, U zult nooit geen an-l dcre meer gebruiken H11HUW Zondag komt ze hier en dan zal lk haar de schoonheden van ons oud Brugge eens toonen. Ze heeft daar veel gevoel voor. Het was ontroerend haar vreugde te zien, toen ze eindelijk eens veel bijzonder heden over haar brave ouders hoorde, die mijnheer Dupont haar kon vertellen. Deze heer heeft er erg mee te doen, dat hij in Delange zulk een groot vertrouwen stelde, maar hij verbleef in Amerika en Delange was een sluwe kerel en een echte deugniet. Zoo is het hem gelukt papieren te verval- schen. Ik kan u ook melden dat lk zooveel mo gelijk buiten het proces zal gelaten wor den. Van het avontuur aan de beek, dat voor mij zulke erge gevolgen had, heb ik niets aan het gerecht gezegd. De Delange's hebben erger dingen gedaan en ze zullen hun straf niet ontgaan. Nu is deze brief heel lang geworden. Ik schrijf u weldra nog wel eens en na eeni- gen tijd komen wij u bezoeken, tenminste als Bert het goedkeurt. Maai- daar twijfel ik niet aan. Ik ben het al vergeten, wat hij allemaal gezegd heeft... en hij weet het zeker zelf niet meer». Op harteiijken toon eindigde Walter zijn brief. Ziezoo, nu weet Bert hoe lk over dat geld van Paula en zijn eigen mentaliteit denk, mompelde hij. Hij meet dan maar begrijpen dat ik niet dadelijk met haar naar De Panne vlieg. Geen ruzie... o neen, maar een lesje mag Bert van den onnocze- len schoolmeester dan toch wel eens heb ben. Dat heeft hij waarlijk ruim verdiend. De meid bracht den brief naar de post. En toen zat Walter inog een tijd In ge dachten. Het was alles zoo wonderlijk ver- lóopen, maar hij durfde het voor God ver klaren, dat Paula zonder geld hem even dierbaar zou geweest zijn dan nu met haar fortuin. Maar hij dankte er God weer voor, dat ze uit een groot gevaar was verlost. Walter huiverde, nu hij zich weer voor stelde, hoe de Delange's haar bedreigd PAX 12 Z PASCHEN. H. Julius, paus Evang.: De verrijzenis van Jezus 13 M 2° Paaschdag. H. Ilerminigildis 14 D HH. Tiburius, Valcrianus, Maxim. 15 W H. Anastasia, maagd, Gel. Waltman 16 D H. Benedictus Jozef Labre, belijder 17 V H. Anicetus, paus en martelaar 18 Z H. Apollonius, martelaar ZONDAG 12 APRIL. Hoogfeest van PASCHEN (Resurexil. - Wit. AllelujaAlleluja I laten wij ons ver heugen. Eindelijk hebben wij het hoog feest van Paschen bereikt. Na een lange voorbereiding, na veertig dagen vasten en boete, mogen wij het feest der feesten vieren I Gezuiverd van onze zonden, ge reinigd door de absolutie van den Pries ter, mogen wij aanzitten aan de feestta fel die Christus voor ons heeft gedekt en waarop als spijze zijn eigen Lichaam wordt opgediend. O, mochten de woorden van het Introïtus voor ons ten volle waar zijn. Resurexi, et adhuc tecum sum Ik ben verrezen en weer bij u. Door de zonde was Christus als dood voor ons en wij dood voor hem. Maar nu is hij weer bij ons, in ons, en wij zijn opnieuw het le ven der genade ingegaan. Gesterkt door de genade, gevoed met de H. Communie, moeten wij weer het leven ingaan. Maar bewust van onze waardigheid van chris ten mensch en steunend op de hulpmid delen die Christus ons heeft gegeven, zul len wij den strijd die wij hier op aarde nog te leveren hebben moedig aanvatten en, zoo nu in het goede volharden, een schitterende zegepraal behhlen. Dan zal het Paaschfeest van dit jaar niet een dag hebben geduurd, maar zich onafgebro ken voortzetten in een eeuwig hemelsch Paaschfeest. PAASCHGEBRUIKEN In de eerste eeuwen der Kerk was Pa schen den doopdag. In den nacht immers van Zaterdag op Zondag, werd aan de geloofleerlingen, die er waardig toe be vonden waren, het doopsel toegediend. Dat dit sacrament met groote plechtig heid werd toegediend kunnen wij nog zien in den dienst van Paaschzaterdag waarin meer van die gebruiken en cere moniën uit de eerste eeuwen zijn bewaard gebleven. Zoo b. v., de lezingen en de plechtige wijding der doopvont die nu nog in vele parochiekerken plaats heeft. Een ander merkwaardig en oud gebruik is de wijding van het nieuwe vuur en van de Paaschkaars. Het nieuwe vuur en het licht der Paaschkaars zijn beide tref fende symbolen van den verrezen Chris tus. Maar, ook zijn ze een beeld van den in het doopsel herboren ifiensch en van het geloof, Andere gebruiken welke echter niet algemeen zijn maar toch door de H. Kerk zijn goedgekeurd of aanbevolen is een bijzondere zegening der huizen op Paasch zaterdag en de wijding van een lamme- ken of van eieren op Paschen. Een volksgebruik dat vooral de kinde ren groote vreugde verschaft is het te zoeken leggen van suikeren of chocoladen eieren die, vólgens de eenvoudige kinder lijke meening door de klokken van Rome worden meegebracht. DE ZALIGE GERVINUS, Afe». Gervinus werd geboren in Vlaanderen rond het midden der XI« eeuw. Van zijne ouders is niets bekend. Uit godsvrucht ondernam hij groote bedevaarten naar Rome en het Heilig Land. Zijn naastbe- staanden waren echter met zijn godsvrucht en deugd niet ingenomen. Om aan hunne plagerijen te ontkomen trad Gervinus in de Benediktijner abdij van Sint-Winoks- bergen waar hij de H. priesterwijding ontving. Aangetrokken tot de eenzaam heid, ging hij zich vestigen in een bosch der Abdij van Corbie, vermoedelijk in het woud van Houthulst dat êan deze abdij toebehoorde. Later vestigde hij zich bij de Sint Pieterskerk van Oudenberg en eindelijk op den berg Cassel. In 1095 werd hij door de monniken van Oudenburg tot Abt gekozen. Hij bestuurde deze abdij tot in 1105. Dat jaar immers deed hij af stand van het bestuur zijner abdij om weer als kluizenaar te gaan leven. Hij trok dan naar de huidige gemeente Sint Gillis, in het land van Waas, waar hij in een bosch, genaamd Casfard, een kerkje bouwde ter eere van O. L. Vrouw. Ger vinus overleed er den 17 April 1117. Het leven van dezen Vlaamschen Zalige die door een levensbeschrijver de grootste van zijn tijd wordt genoemd, is vooral gekenmerkt door groote verstervingen. Hij onthield zich namelijk gedurende 40 jaar van vleesch en vet. Gedurende zijn leven genas hij vele zieken, bijzonderlijk degene die aan vallende ziekte leden na men tot hem hun toevlucht. Op de plaats waar de Zalige Gervinus de laatste jaren van zijn leven doorbracht, kwam later een benedictijner prioraat tot stand dat ook in den loop der tijden te niet ging. 'Tot in het begin der vorige eeuw bestond nochtans te St Gillis-Waas een kapelleken van O. L. Vrouw op de zelfde plaats waar de Zalige Gervinus zijn kerk bouwde. UBBBBflBBflBBBBBBBBBBflflBBBflBBB In de Vereenigde Staten alleen verkocht Ford 328.607 V-8 personen- en vrachtwa gens in 1932; 388.065 ln 1933; 677.179 in 1934 en 1.065.002 in 1935! IBBBaQBBBBBBnBBBBBBBBBBBBBBB Koopt een goede Naaimachien1 Koopt een ANKER «-naaimachien 1 Het wereldberoemde Anker-merk is synoniem van sterk en goed voor alle werk 1 Alle modellen voor alle bedrijven 1 Laatste ver beteringen Gesticht in 1875. - Agent voor de streek; M. AMERY te Woumen. Voor 't grootJ. Verhaeghe, Steendam, Gent. Het lot van de arme Wieze Every had ook dat van Paula kunnen zijn. Tilde ontving Walters brief en las hem eerst... en toen nog eens luidop voor haar man. Bert trok een effen gezicht, dat ech ter spoedig wat verduisterde. Walter Is toch een doorbrave jongen, zei Tilde. Hij heeft geen wrok en toch heb ben we leelijk gedaan tegenover Paula. Hij is het vergeteni... Dat Is alles, wat hij er van zegt. E:n groote onnoozelaar le hij! riep Bert geërgerd uit. Wat scheelt er u nu? vroeg zijn vrou we verwonderd en teleurgesteld. Wel, hij schrijft van alles over zijn liefde en hij zwijgt bijna geheel over zijn fortuin. Zijn fortuin? Het geld van Paula wilt ge zeggen. Dat is nu het zelfde. Ze trouwen toch. Ha, hij zal waarachtig nog stom genoeg zijn, om het met scheiding vair goederen te doen, zoodat alles aan Paula blijft. AI die woorden over zijn goede keuze... en over zijn geluk en Paula's ouders. En die flauwe praat van Brugge... Ja, Ja, lk ken die wel... Ha, met Paula staan gapen naar torens en het belfort en vermufte bucht ln museums. Maar hij zegt niet, wat hij met het geld zal doen en dat is de groote kwestie. Voor ons toch niet. Jawel, Walter doet bijna of er geen geld ls. Kij kan er ons meer van vertellen. Daarvoor is hij te fijngevoelig, merk te Tilde op. Ik ken zijn karakter. Ja, fijngevoelig... ge noemt dat zoo. Voor mij is het onnoozelheid cn anders niet... Idealisme zegt hij en hij hangt nog altijd met zijn kop in de wolken. Ge moet op den vasten grond staan. Ja, fijngevoe lig, Juist als Flora Winkels, die de concur rente in haar huis haalde en er Walter bij riep en nu ongetrouwd achter blijft. Ik begrijp zulke menschen niet. Ge moet ln het leven praktisch zijn, Neen, ik begrijp De Britsche admiraliteit heeft gelast, dat de onderzeebooten in bepaalde kleu ren moeten worden geschilderd, ten ein de haar tijdens het duiken onzichtbaar te maken. De kleur voor den Atlantischen Oceaan is groen-grijs, voor de Middel- ïandsche Zee blauw en voor de Roode /-ee zwart. OP 1,60 FRANK GEBRACHT - se Dracht m Fransch-Noorden. Met Paschen zullen nieuwe nutomotrl- cen van 820 paardenkracht m dienst wor den gesteld op de spoorlijnen Brussel- Oostende en Brussel-Knokke. De afstand Brüssel-Oostende zal alsdan afgelegd wor den in 65 minuten en Brussel-Knokke ln 70 minuten. Ettelijke minuten werden nog maals ingewonnen, steeds gaat het rapper en rapper. In de bosschen van Bovelingen wisten de jachtwachters Houbrechts en Schepers drie hennenvossen neer te leggen. Een vijfde persoon iwaar gewond. Twee mannen en twee vrouwen van Belgische nationaliteit werden gedood wijl hun auto in botsing kwam met een trein. Een ander jong meisje werd ernstig ge wond en ligt thans in wanhopigen toe stand in het hospitaal. De dooden zijn: M. Achille Verheecks en zijn vrouw, een hunner dochters en den voerder van den auto, M. Maurice Vandenhende. Men vreest dat Mej. Georgette Verheecks haar verwondingen niet zal overleven. M. Verheecks en zijn familie waren uit Brugge vertrokken om Kanada te door reizen. Dat is waar, Bert. Ge begrijpt zulke karakters niet. Ze zijn anders dan wij, die in de zaken verstrikt zitten, maar het is goed, dat er verschillende soorten van menschen bestaan. Dan ls er afwisseling in de wereld. Met zulke onnoozelaaxs zou de wereld niet blijven draaien, maar al gauw stil vallen. Ha, een arme Paula ls voor hem gelijk als een rijke Paula. Zoudt g« niet omver vallen? Ik noem het zotheid. Hij moest dansen van plezier, omdat s: een fortuin in zijn handen valt. Wij mosten er voor slaven en wroeten. Ge werkt u toch niet dood, Bert. Het zal wel gaan met u. Twee maanden bezig heid en tien rust. Och, toe, ge wilt geen rede verstaan vandaag. Jawel. Walter schrijft toch ovër het geld van Paula; lees den brief maar even. HIJ zegt dat hij nu te Brugge kan blijven, in plaats van ergens anders den last van bestuurder op zich te trekken. En ik geef hem groot gelijk. Ja, te Brugge blijven wonen en zich blind kijken op oude, zwarte gebouwen en veel geld geven aan Vlaamsche maat schappijen. Hij moest Zaterdag naar hier gekomen zijn, lijk ik hem geschreven heb, sprak Bert voort, nu op driftigen toon. Watl Ge hebt hem geschreven! riep Tilde geërgerd uit. Ja, ge moogt het nu wel weten, Ik heb een fermen brief aaneengedraaid. Maar hij gebaart alsof hij hem niet heeft ontvangen. Hoe flauw van hem. Dat is ook fijngevoeligheid zeker? Bert, ik schaam me ln uw plaats, zei Tilde op spijtlgen toon. Ge zijt zeker over dat geld bezig geweest in uw brief? Hebt gij geschreven, over de vergroe ting van ons hotel? Neen, neen, zoo stom ben lk niet. Ik heb Walter gewaarschuwd voor bedriegers en hem gezegd dat hij zich niet mocht la ten pluimen. Dat was mijn plicht. En hij zou verstandig doen naar mij te luisteren. MIJ zoo bedriegen! Dat is leelijk van U. gs Ï0 m erf têgejij. V Waarmee heb lk u bedrogen? Ik had u verboden te schrijven en ge doet het toch stil achter mijn rug. Neen Bert, dat kan ik niet goed spreken. Maar ik mag toch naar mijn goesting handelen. Moeten wij nu nog ruzia krijgen over Paula's geld? Het zou uw schuld zijn. Gij zijt altijd veel te traag... En gij toont u nu vriendelijk omdat Paula geen arm meisje is, nadat ge naar eerst te Brugge van de deur gejaagd hebt als een schooister. Ik erkende in mijn brief dat ik toen mis was. Omdat Paula nu geld heeft. Ik vind het erg grof. En ik ben blij dat ik geschreven heb. Walter is in zijn brief zoo bezig over dien mijnheer Dupont. Dat bevalt mij ook niet. Ik vertrouw dien Amerikaan voor geen oent. Hij doet zich als een stommerik voor, maar ik durf wedden, dat hij nu al bezig is om Paula's fortuin in zijn zaken te trekken. En het is goed dat lk Walter vermaand heb. Peinst ge dat alle menschen zijn als gij? Zoo belust op geld! - Ieder haakt naar geld. Ge valt me erg tegen. Ge kent me toch al meer dan tien Jaar en ge weet, dat ik goed ben voor de zaken. Ik begrijp niet, wat ge me nu zoo kwalijk neemt! Dat ge seffens kazak keert! Moet lk dan in ruzie blijven met uw broer? Ge weet wel, wat ik wil zeggen. Doe gij nu niet onnoozeli Kazak draalen, als ge verneemt, dat Paula geld heeft. Ge kondt niet wachten, tot Walter eerst schreef. Ge droomt al over de vergrooting van ons hotel. Ik schaam me meest tegen over Paula, maar Walter zal wel het ver stand hebben, haar uw brief nooit te too nen. Hij wacht van komen, tot er nog wat tijd over uw grofheid ls gegaan. Mijn grofheid? En gij wildet toen te Brugge Paula zeker seffens met; open ar- j&isü ontvangen?. Neen. Ik was ook schuldig maar daar om verbood ik u te schrijven. Ik zou ge wacht hebben op een brief van.Walter. Wees tevreden, dat ik hem vermaand heb! Het nieuws van dat geld heeft ln de gazet gestaan en allerlei avonturLj's, die fijn kunnen babbelen, zullen op Walter los komen. En wat weet hij van zanen? Hij zou zich laten bedriegen. Dat hij zoo onnoozel niet is, toont hij al in dezen brief. Hij houdt zich doof vuor uw aanbod tot raad of huip. En Paula kan nog over niets beschikken. Alles staat vast tot het gerecht het geregeld heeft. Hewel, ook daarover zou ik met Walter willen spreken, want wie weet, wat er en- ders aan den strijkstok van advokaun blijft hangen? En die Dupont zit me ook in den weg. Een eerlijk man! Wat weet gij er van? Dat blijkt uit zijn terugkomst en ook uit zijn handelwijze. Hij is misschien weergekeerd uit Amerika omdat hij ginder zwarte sneeuw zag en met het gedacht Paula te pluimen. Peinst ge, dat hij anders die lange dure reis zou doen voor een weeze? Laat u c'at niet wijs maken! Maar het is percies iets voor Walter om het te gelooven. Gij-alleen zijt verstandig en eerlijk! Wel, ik vertrouw dien Dupont niet. En als Walter naar hier niet wil komen zal ik naar hem gaan. Dat verbied ik u! Het is mijn broer. Toen hij te Lindendale in de mizerie zat, moest ik wel komen, om er hem uit te halen. En nu zou ik hem niet mogen beschermen tegen een avonturier als die Dupont. En dien man beleedlgen? Neen, hem ln de gaten houden «n Walter eens uithooren, Ge blijft hier en ge wacht tot hij zelf komt. Binnen drie maanden zeker? Hij zal sijn tijd kiezen en dat ls re delijk.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1936 | | pagina 9