idelsfoorleper
rijke Tentoonstelling der AUTOS
qowfeot
Geirag© Van 0dsnifi@
ran 9 tot en met 13 April 1936
21 s Statiestraat, BEPER ïsl. 159
Een sierlijk 301
Voor alle inlichtingen en proeven wendt U tot het lokaal Agentschap
De Jonkvrouw
van Lindendale
3 voorplaatsen
en 3 langs achter
met afneembare kap
De Camfórïnetten
500,800, 1200 kg.
draagvermogen.
Laat niet na dezen stand te bezoeken waar gij nevens de beroemde 301, U zult
kunnen overtuigen van het werktuigkundig wonder welke is de 402.
BIJVOEGSEL, aan
De Poperingenaar - "DeHalle,, - "De Toekomst
van ZONDAG 12 APRIL 1936. Nr 15
VERSJES
MAAN
het manneke
uit 0
W. VAN HE1LE.
T ROOS KRUIS
WEKELIJKSCH
LITURGISCH BULLETIJN
APRIL - GRASMAAND
EEN TEEKEN DES TIJDS!
ZORGT voor K°ede geldverdienate
GEKLEURDE DUIKBOOTEN
aBBaBBBBBBBBBBBBBBBBRBBBBBBa
1KT BROODPRIJS
IN FRANSCH-NOORDEN
BRUSSEL-OOSTENDE
IN 65 MINUTEN
ZELDZAME VANGST
TE MARLINNE
VIER BRUGGELINGEN DOOR
EEN TREIN GEDOOD
IN KANADA
f* ymo
ijW*
Een flink verstand
Met trage hand
Blijft aan den armenkant.
Een klein verstand
Met vlugge hand
Vindt toch zijn weg door 't land.
Een flink verstand
Met vlugge hand
Brengt wonderen tot stand.
ONEER ONS gezegd en gezwegen,
Beste vrienden en vriendinnen,
k Ben een weinigje verlegen
üinda'k niet wete hoe beginnen
met m'n reke
van dees weke,
Want, alle duivels uit de hel,
't Is eiken Zondag 't zelfde spel.
'k Zal dan maar beginnen moeten
Met U allen eventjes te groeten
En met d: vriendschap op 't gelaat
Buig 'k voor allen mijne ruggegraat
Met heel veel fatsoen
Tot zoover mijn rheumatiek of flerecijn
Die ine baart veel zorg en pijn,
Mij toelaat zulks te doen.
'k Zwaai dan met mijn hoed
Van aan .n'n kop tot aan m'n voet
En binst die manceuvers klinkt m'n woord:
Eik 'u goeien dagsken... en we zijn voort.
Eerst en vooral kwijte ik mij van mijn
hoogsten plicht door U namelijk een za
lige en gelukkige hoogdag van Paschen
toe te wenschen.
Paschen, 't wonderschoonste woord
Door een Christen ooit gehoord,
Ja, de steen is omgeworpen
En de klokken zingen luid,
Over steên en over dorpen,
't Feest van de Vcrrijz'nis uitl
Mocht dit voor ons ook eene verrijze
nis uit onze benarde tijden beduiden.
Bidden wij op deze schoone dagen, den
Heere hierom!
PEE PAP, ne verfrommelde beroeps-
luiaard, stond zijn nood te klagen aan
de deur van Uffra Groot, 'u mcnsch met
'n perkamentvel.
Och, sukkeleer, zei d'uffra, wilde gij
ouwe frak?
Ja'k, zei Pee.
Hoe, ja'k, zei d'uffra met 'n air,
kunde niet wat lieftalliger spreken?
Ja'k, mijn lieveken, zei Pee met
viseboogjes, en de deur vloog toe.
ALS GE ROOKER ZIJT
Wel kom bij mij niet klagen
Als in den heeten zomertijd
Mug of horzel U komt plagen
Want 't is 'n bewezen feit,
We gaan er niet lang oia zagen,
dat de nicotine
Janverdinne,
maakt uw bloed
veel te zoet.
Ja, beste menschen, dat is de laatste
vaststelling die de hooggeleerde perfes-
ters gedaan hebben. Nicotine, 't vergift
van den tocbak, verzoet het bloed. Aan
dit feit is het dan ook te wijten, dat
iemand die veel smoort, bijzonder siga
retten, stillekensaan zijnen eetlust ver-
Üf5C. Van ne anJercn kant ook, is 't al-
ombekend, dat de muggen, horzels en
andere ongedierte, 'n voorkeur_ hebben,
*ich te attakeeren aan zoetbloedige men
leken.
't Zal, verdraaid, daaraan te danken
Win da k dezen nacht nog ne keer door
Ti wandluis ben gebeten geweest.
Nc«g nen troef bij in de handen van
'de vijanden van den tabak 1 Maar dat ne
mensch zich dat allemaal moest begin
gen aan te trekkenNeen, zulle...
En tot hun spijt en hun verdriet
*k En laat daarvoor m'n pijpken niet.
Want, 'k verklaar 't uit... duizend monden,
2'is m'n eenige troost in droeve stonden.
TWEE UFFRAKENS waren in den
'dierentuin aan 't wandelen.
Kijk eens dien prachtigen tijger aan,
'Sorak de eene, let eens hoe hij ons aan
kijkt, wat zou hij wel zeggen, als hij
moest spreken kunnen?
Bescheiden mengde de bewaker, die
iHes gehoord had, zich in 't gesprek,
«n zride
Indien hij spreken kon zou hij zeg
gen: Pardon, jufrouwen, maar ik ben een
luipaard.
Tv TREK met mijn schaapjes langs de haan
Vanaf de zon rijst aan den hemel,
Totdat het mannetje uit de maan
Al, tachend, tusschen 't stergewemel
Blikt, op het rustend landschap neer
En fluistertkeer ter schaapskooi weêr.
Dan, lustig spelend op de fluit.
Drijf ik mijn schaapjes vóór mij uit...
C 1 'k min mijn schaapjes, zoet en zacht,
Mijn schaapjes met hun sneeuwwit vacht
En mochten al de schaapjes mijn,
De menschen ook zoo vreedzaam zijn,
Dan bleef aan allen, hier op aard,
Veel tweedracht en veel twist gespaard,
'k Ben schaper, meer dan vijftig jaar,
I!: word den ouden dag gewaar,
Maar 'k houd toch aan m'n stieltje
Lijk 't duiveltje aan een zieltje...
Aizoo zong onzen ouden schaapherder
ZeVdeus Plok, en ge moet met mij be
kennen. d'r zit nog al zoo geen klein
iRMMn»iMsaBiiinBB2aBGBamB
Mengelwerk van 12 April 1936. Nr 64.
beetje fiselosofie in zijn liêken. Enfin...
't moet gezeid, zoolang alles goed gaat,
is 't gemakkelijk den filosoof te spelen,
en 't is niet gezegd dat onze herder er
nog alzoo filosoofachtig zou over reze-
neeren als hem moest overkomen wat
gebeurd is, met zijne confraters van Aus
tralië. Australië moet ge weten is het land
van de wol en diensvolgens ook van de
schapen. Met millioenen en nog eens mil-
lioenen zijn er daar. Duizenden en dui
zenden menschen hebben daar hun werk
meêMaar nu is er ginder een soort
koolziekte uitgebroken onder de schapen,
waardoor, op enkele dagen tijds, meer
dan de helft der kudde vernietigd wer
den. En... 't kan nog op een ware ca-,
tastroof uitdraaien, want... geen schapen,
geen wol en geen wol geen nijverheid
voor Australië; en natuurlijk duizenden
menschen zonder werk. 't Is triestig
ZE WAREN pas zes maand getrouwd.
Ja, sprak ze, toen we verloofd wa
ren, waart ge slechts tevreden toen ge
een eindelijk alleen kost uiten.
Liefste, sprak hij, dat is nog zoo...
maar nu hoort g'het. niet meer,., vermits
ge dan weg zijtl
'K TRACHT IMMER MAAR
Uwen geest te boeien
Met 'n_ kostje, niet te zwaar,
Om hem niet te zeere te vermoeien 1
Dit gezegd hebbende gaan we een we
tenschappelijk onderwerp aanvatten, dat
U iets kan leeren, en waarvan ge geenen
schrik moet hebben dat het op uw maag
blijft liggen
De vraag luidt: Welk is de hitte of de
temperatuur van een... bliksem?
Tot nogtoe kon die temperatuur door
geen enkel toestel of apparaat vastgesteld
worden. Vroeger warden de toppen van
de bliksemafleiders verguld en later ge
deeltelijk uit platina samengesteld. Maar
men stelde vast dat, als de bliksem op
zoo'n toppen insloeg, deze oogenblikkelijk
smolten. Toen verving men dit metaal
door iridium dat slechts aan een hitte-
graad van 2.000 graden aan 't smelten
kan worden gebracht. Dat kreeg nog ne
keer van 't zelfde laken 'n broek, als de
bliksem er op viel en... 't smolt...
En vwala, menschen, daarbij komt het,
cn 't en is zeker mijn schuld niet, da'k
U op mijn eigen vraag, kwestie van de
hitte van een bliksem, geen antwoord kan
toedienen, in alle geval moogt ge geloo-
ven dat zij de 2.000 graden te boven gaat!
En zoo geleerd, van dat zelf uit mijneft
duim te zuigen, ben ik zeker nietl
HIJ WAS zijn geneesheer gaan op
zoeken.
Ja, sprak deze, na hem te hebben
onderzocht, ge zult het rooken moeten
laten 1
Binrfen vier weken, dokter,
Waarom dan eerst?.
Dan trouw ik!
Verplichting, ziet ge.
'N GEDACHT.
't Leven is 'n voetbalgrff,
't Vliegt waar 't balleken vliegen wil
Zorgt dat ge goed het doel markeert.
Dat Sinte Pieter,
Die wijzen arbieter,
U niet al te slecht klasseert.
En bijzonder dat ge... niet zakken moetl
OCH! weer traantjes in uw oogen,
Wat hapert er? Zeg 't mij gezwind.
Mijn goedig, aardig kind,
Of zou 'k 't niet hooren mogen?
Ge weet 't als ik U helpen kan,
Al ben ik maar een stokoud man,
Ge op mij uw hoop moogt stellen.
Wil dan gezwind,
Mijn aardig kind,
Me uw hartepijn vertellen.
Zoo sprak hij 't lieve kind aan... en
hij dat is... 't Manneken uit de 'Maan..',
en zij dat is... Marenta niet, maar wel
'n meisje uit de straat. Daarmeê zijt ge
nu gewaarschuwd en moet ge niet ver
wonderd zijn, als de geburen U komen
vertellen, dat 't bij ons weêr ne keer
«kermis» geweest is, en dat Marenta ge
donderd en gebliksemd heeft als nooit te
voren.!, kwestie van jaloezernij, ziet ge._
Dat meisken uit ons straat dus, waar-
meê 'k zoo'n compassie had, vertelde me,
dat heur man, heur laten zitten heeft met
twee kleine kinderkens waarvan 't oud
ste amper 2 jaar oud is.
Dat zijn dingen die alle dagen gebeu
ren, zult ge zeggen 't Is waar. Maar als
zoo'n zaken voorvallen bij menschen die
ge persoonlijk kent, dan nemen ze een
gansch ander karakter aan, en zetten z'U
tot overweging aan. En alles wat w'er
kunnen van onthouden is: Achl wat is
de wereld slecht!
Ja, wat is de wereld slecht... maar ook,
wat zijn de menschen dom!... Tegen
woordig wordt er veel meer aandacht en
waarde gehecht aan de uiterlijke hoeda
nigheden en kwaliteiten van iemand, dan
aan de innerlijke deugden. De jongens
willen als vrouw, een modepop, chick ge
kleed en perfect gepoeierd, om meê te
paradeerenen de meiskens, odie moe
ten ne schoonen type hebben, elegant,
chick en charmant en galant, en waar
ze zot op verliefd zijn, dat is op ne «mi
litairen tenue zonder zich doorgaans te
vergewissen, over wat er onder steekt.
Maar velen komen er bedrogen uit, en
vallen op nen type lijk Roebel! Hoe? Ge
kent Roebel niet?... Wel luistert dan naar
't portret dat hij maakt van zich zelve,
met d'air van nen bewusten overwinnaar
Ik ben Roebel, de sergeant,
Goed gekend in 't gansche land
Waar de mooie meisjes wonen,
Daar zal Roebel zich vertoanen,
Zoo ge 't nog niet weten mocht.
Een soldaat is steeds gezocht,
Ja, naar mij is altijd vraag,
Wa
Steeds galant
In de kleertjes net en fijn!
Naar behooren
Goed geschoren
Om de meisjes te bekoren
Kies ik vast uit een dozijn!
Ah! het mag hier wel gezegd
't Leven is verdraaid niet slecht
Als ge maar kunt profiteeren...
Daarom zie'k de meisjes geeren,
Droevig zou het leven zijn
Zonder meisjes, zang en wijn
En ik zeg dus, als het kan
Profiteer 'k er dubbel van.
door
Walter dacht na. O, hij wilde niet ln
tweedracht of ruzie met Tilde en B:rt
leven. De verzoening met zijn schoonbroer
moest volgen. Maar Eert verdiende een
goed lesje...
V/alter eindigde eerst zijn schooltaak.
Deze viel hem niet moeilijk. Hij had zijn
Tak lief...
Teen het laatste opstel nagezien was,
lustte Haverbeke even uit.
't Geld van Paula speelt Bert al door
den fcop. mompelde hij. Och, lk mag hem
dat niet zoo kwalijk nemen... hij is een
man van zaken. Hij moest'eens weten, hoe
Weinig tk aan dat kapitaal denk. Wat nu?
WC, Sc zal schrijven.
Maar Walter wilde juist doen, of hij rog
geen brief ontvangen had. En hij schreef:
BESTE TILDE EN BERT,
Het wordt tijd, dat ik eens iets van mij
laat hooren. Er is veel gebeurd sedert wij
elkaar het laatst zagen
En, nu vertelde Walter, dat mijnheer
Dupont, de tweede voogd van Paula De-
lange uit Amerika gekomen was, en over
haar aiders gesproken had, brave treffelij
ks menschen, die echter jong stierven.
Toen werden twee voogden aangesteld.
En Walter beschreef hoe Delange na
«enigen tijd alleen macht kreeg over Pau
la en hoe hij de arme weeze bedroog.
Paula was dus welgesteld en het gerecht
«sa. zorgen dat ze weer in het bezit kwam
tan wat baar eigendom was.
Hoost hoeveel hst fortuin bedroeg, meld
de Walter Biet, Hij beweerde, dat dit geld
««m ©ten groot belang inboezemde, want
ant de meisjes zien me graag.
Als sergeant
IBBBaBBBBSSBB&fflBMBHBBBBBiaaSBB
dat hij Paula verkozen had om haar zelve,
toen hij meende dat ze een arm, verlaten
meisje was.
Hij vertelde uitvoerig de bekentenissen
van Floris en het koppig loochenen van
zijn vader.
«Dit alles heeft Paula diep geschokt»,
voegde Walter er bij. Zoodra ze rustiger
is, hoop ik eens met haar naar u toe te
komen. Dan zult ge wel erkennen dat ik
een goede keuze gedaan heb. Ja Tilde,
Paula zal u uitnemend bevallen. Flora is
ook zeer met haar ingenomen.
Wij ontmoeten elkaar veel bij Flora, die
zich een edelmoedige bescheniger voor
Paula en een oprechte vriendin voor mij
heeft betoond. I>at zal ik u later nog beter
vertellen. Maar nu dit al: Eerlijk erkende
Flora, dat ik geheel vrij was tegenover
haar cn ik me nooit tot een verloving met
haar had verbonden. Ik zei dezen Zomer
dat ik moest nadenken.
Beter dan ik zelf eigenlijk heeft Flora
beseft, dat ik Paula beminde toen lk nog
twijfelde over mijn ware gevoelens.
Ik ben nu zeer gelukkig en met mijn ge
zondheid gaat het heel goed. Ik geef weer
een paar uur les eiken dag. De bestuurder
en de inspecteur willen niet, dat ik me da
delijk te veel inspan. En ik begrijp ook,
dat ik nog wat moet oppassen, vooral nu
het Winter wordt en men vatbaar is voor
verkoudheden. Maar ge moogt u niet meer
ongerust maken over mij. Ik ben waarlijk
genezen.
Paijla en ik zullen niet lang wachten
met trouwen. Zij heeft geen eigen tehuis
en ik heb dat feitelijk ook niet. Maar
daarover spreken we wel als we eens bij
een zijn en Tilde, dan kunt gij ons goeden
raad geven voor de inrichting van onze
woning. Ge zijt een beetje moeder over
mij geweest.
Nu Paula wat bezit, moet ik niet Jagen
naar bevordering tot bestuurder van een
school en kan lk te Brugge blijven, een
stad, die ik zeer lief heb. En ik ben er ze
ker van dat Paula er ock gaarne zal wo
nen.
't Schoonste meisje, ah! dat Is,
'n Lezeresken, heel gewis,
En mijn hart brandt van verlangen
Maar ze laat zich niet rap vangen...
Ze is te slim, doch weet het wel,
Roebel is in 't minnespel
Goed ervaren, en hij zal
't Liefje lokken in den val.
Opgepast, hé, lieve Lezereskens, want
die Roebel heeft nog niet zoo'n klein
gedacht van zich zelve... laat U maar
niet foppen 1
IN 'T RESTAURANT zat er nen heer
de spijskaart te bestudeeren.
Waarmee kan 'k U dienen? men
heer, vroeg de gar?on.
Wilt ge den patronne keer roe
pen?
'n Beetje daarna kwam de baas af.
-Luister eens, baas, sprak toen de
klant, voor zooveel ik weet, is er hier in
den omtrek geen hoog gebergte of geen
zee.,. Kunt ge mij dan zeggen waarom
uwe prijzen zoo hoog en zoo... gezouten
zijn
ENDE DE VISCHPERIODE is ook
volop aan den gang. Volgens de laatste
statistieken zijn er in Belgie tot nog toe
115.000 visschers die een vischverlof heb
ben aangevraagd, hetgeen, rekening hou
den met het bevolkingscijfer, een heel
schoon getal is, en 't geen een bewijs is
dat de Belg, doorgaans, nog filosofischer
aangelegd is, dan men wel beweert, want,
om dat sport uit te oefenen moet ge nen
echten van 't echte ras zijn...
Ze staan daar uren, uren,
Naar hun dobbertje te turen
Als een zoutpilaar zoo stil
Tot het vischje bijten wil...
Maar, als 't vischje niet wil happen
Kunnen ze geen vischje snappen
En ze zuchten: «Wat een kruis,
'k Breng geen spiering meê naar huis.».
Als er vischers zijn*onder m'n beste
Lezers, wensch ik hun van harte meer
geluk toe.
DE KOE van den gebuur kwam in den
hof van den Schot geloopen.
De zoon van den Schot liep naar zijn
vader toe:
Pa, Pa, daar loopt een vreemde koe
in onzen tuin rond.
De Schot knorde.
I Roep toch niet zoo luid, sprak hij,
haal een emmer... en melk zei
D'r zijn geen kleine winsten.
GEEN RIJKER KROON
DAN EIGEN SCHOON»
Zei mijnen nonkel Toon
En... .ge weet het al misschien/
Hij liet zijnen kletskop zien...
Da's zoo een beetje ln de familie, ziet
ge, dat geval van die kletskopperij.
Marenta is gedesoleerd tot in 't leste
van heuren ruggegraat, omdat
ze ferm grijs haar begint te krijgen, en
omdat 't Manneken zijnen knikker fa
meus op nen biljartbol aan 't lijken is.
Mijnen kwafeur ofte barbier, aan wien
ik mijn beklag overmaakte, heeft mij ge
zegd dat ik mijnen kop moet wasschen
met sjeneverkelief, dat het daarmeê zou
beteren.
Maar Marenta, die soms zoo van die
overslimme gedachten heeft, zegt: Man
neken, we zullen wij ons maag met sje-
never jvasschen, dat zal ruim ?oo goed
zijn.
Zoo gezegd
En zoo gedaan
En nu recht
Op 't doel maar afgegaan,
En de sjeneverflesch ontpropt..*
«a
Maar hoor, daar wordt geklopt
De flesch nu goed maar weggestopt
Anders zijn we nog gefopt.
En zoo wordt ne mensch altijd ln zijn
liefste bezigheden gestoord ziel
En nu, m'n beste Lezers en alderliefste
Lezereskens, wil 'k U niet verder storen
in uw bezigheden, en ik roep U toeLa
bor omnia vincit 't Werk overwint
alles»... en ik ga mij uitrusten, van niks
te doen.
't Manneken uit de Maan.
IBBEaBaaaSSBBBBBflBBBlBBBBflBB
GE ZIJT OVER ONS BLAD TEVRE
DEN! NA LEZING, SCHUIF HET
IN HANDEN VAN EEN GEBUUR OF
VRIEND. ZOO STEUNT GE ONS.
DANK EROM.
Waarom lijden
HOOFDPIJN
MIGRAINE
TANDPUN
GRIEP
RHEUMATIEK
ZENUWKOORTS
PIJN DER
MAANDSTONDEN
als de Wonderbare Braiuo Poeder» vang
der Apotheek DE POORTERE
S int -Niklaas- Waas.
U oepanMikkeiijk «onder cchndeli&e gevolgen j
deze pijnen zuSJon bevrijden.
De doos v. 8 poeder* 4 fr.
De driedubbele den»
23 poeders 10.00 frm
Te verkrijgen in alle
goede Apotheken ofj
vrachtvrij tegen
postmandaat.
Gebruikt ze eens, U
zult nooit geen an-l
dcre meer gebruiken
H11HUW
Zondag komt ze hier en dan zal lk haar
de schoonheden van ons oud Brugge eens
toonen. Ze heeft daar veel gevoel voor.
Het was ontroerend haar vreugde te
zien, toen ze eindelijk eens veel bijzonder
heden over haar brave ouders hoorde, die
mijnheer Dupont haar kon vertellen. Deze
heer heeft er erg mee te doen, dat hij in
Delange zulk een groot vertrouwen stelde,
maar hij verbleef in Amerika en Delange
was een sluwe kerel en een echte deugniet.
Zoo is het hem gelukt papieren te verval-
schen.
Ik kan u ook melden dat lk zooveel mo
gelijk buiten het proces zal gelaten wor
den. Van het avontuur aan de beek, dat
voor mij zulke erge gevolgen had, heb ik
niets aan het gerecht gezegd. De Delange's
hebben erger dingen gedaan en ze zullen
hun straf niet ontgaan.
Nu is deze brief heel lang geworden. Ik
schrijf u weldra nog wel eens en na eeni-
gen tijd komen wij u bezoeken, tenminste
als Bert het goedkeurt. Maai- daar twijfel
ik niet aan. Ik ben het al vergeten, wat hij
allemaal gezegd heeft... en hij weet het
zeker zelf niet meer».
Op harteiijken toon eindigde Walter zijn
brief.
Ziezoo, nu weet Bert hoe lk over dat
geld van Paula en zijn eigen mentaliteit
denk, mompelde hij. Hij meet dan maar
begrijpen dat ik niet dadelijk met haar
naar De Panne vlieg. Geen ruzie... o neen,
maar een lesje mag Bert van den onnocze-
len schoolmeester dan toch wel eens heb
ben. Dat heeft hij waarlijk ruim verdiend.
De meid bracht den brief naar de post.
En toen zat Walter inog een tijd In ge
dachten. Het was alles zoo wonderlijk ver-
lóopen, maar hij durfde het voor God ver
klaren, dat Paula zonder geld hem even
dierbaar zou geweest zijn dan nu met
haar fortuin.
Maar hij dankte er God weer voor, dat
ze uit een groot gevaar was verlost.
Walter huiverde, nu hij zich weer voor
stelde, hoe de Delange's haar bedreigd
PAX
12 Z PASCHEN. H. Julius, paus
Evang.: De verrijzenis van Jezus
13 M 2° Paaschdag. H. Ilerminigildis
14 D HH. Tiburius, Valcrianus, Maxim.
15 W H. Anastasia, maagd, Gel. Waltman
16 D H. Benedictus Jozef Labre, belijder
17 V H. Anicetus, paus en martelaar
18 Z H. Apollonius, martelaar
ZONDAG 12 APRIL.
Hoogfeest van PASCHEN (Resurexil.
- Wit.
AllelujaAlleluja I laten wij ons ver
heugen. Eindelijk hebben wij het hoog
feest van Paschen bereikt. Na een lange
voorbereiding, na veertig dagen vasten en
boete, mogen wij het feest der feesten
vieren I Gezuiverd van onze zonden, ge
reinigd door de absolutie van den Pries
ter, mogen wij aanzitten aan de feestta
fel die Christus voor ons heeft gedekt en
waarop als spijze zijn eigen Lichaam wordt
opgediend. O, mochten de woorden van
het Introïtus voor ons ten volle waar zijn.
Resurexi, et adhuc tecum sum Ik ben
verrezen en weer bij u. Door de zonde
was Christus als dood voor ons en wij
dood voor hem. Maar nu is hij weer bij
ons, in ons, en wij zijn opnieuw het le
ven der genade ingegaan. Gesterkt door
de genade, gevoed met de H. Communie,
moeten wij weer het leven ingaan. Maar
bewust van onze waardigheid van chris
ten mensch en steunend op de hulpmid
delen die Christus ons heeft gegeven, zul
len wij den strijd die wij hier op aarde
nog te leveren hebben moedig aanvatten
en, zoo nu in het goede volharden, een
schitterende zegepraal behhlen. Dan zal
het Paaschfeest van dit jaar niet een dag
hebben geduurd, maar zich onafgebro
ken voortzetten in een eeuwig hemelsch
Paaschfeest.
PAASCHGEBRUIKEN
In de eerste eeuwen der Kerk was Pa
schen den doopdag. In den nacht immers
van Zaterdag op Zondag, werd aan de
geloofleerlingen, die er waardig toe be
vonden waren, het doopsel toegediend.
Dat dit sacrament met groote plechtig
heid werd toegediend kunnen wij nog
zien in den dienst van Paaschzaterdag
waarin meer van die gebruiken en cere
moniën uit de eerste eeuwen zijn bewaard
gebleven. Zoo b. v., de lezingen en de
plechtige wijding der doopvont die nu
nog in vele parochiekerken plaats heeft.
Een ander merkwaardig en oud gebruik
is de wijding van het nieuwe vuur en
van de Paaschkaars. Het nieuwe vuur en
het licht der Paaschkaars zijn beide tref
fende symbolen van den verrezen Chris
tus. Maar, ook zijn ze een beeld van den
in het doopsel herboren ifiensch en van
het geloof,
Andere gebruiken welke echter niet
algemeen zijn maar toch door de H. Kerk
zijn goedgekeurd of aanbevolen is een
bijzondere zegening der huizen op Paasch
zaterdag en de wijding van een lamme-
ken of van eieren op Paschen.
Een volksgebruik dat vooral de kinde
ren groote vreugde verschaft is het te
zoeken leggen van suikeren of chocoladen
eieren die, vólgens de eenvoudige kinder
lijke meening door de klokken van Rome
worden meegebracht.
DE ZALIGE GERVINUS, Afe».
Gervinus werd geboren in Vlaanderen
rond het midden der XI« eeuw. Van zijne
ouders is niets bekend. Uit godsvrucht
ondernam hij groote bedevaarten naar
Rome en het Heilig Land. Zijn naastbe-
staanden waren echter met zijn godsvrucht
en deugd niet ingenomen. Om aan hunne
plagerijen te ontkomen trad Gervinus in
de Benediktijner abdij van Sint-Winoks-
bergen waar hij de H. priesterwijding
ontving. Aangetrokken tot de eenzaam
heid, ging hij zich vestigen in een bosch
der Abdij van Corbie, vermoedelijk in het
woud van Houthulst dat êan deze abdij
toebehoorde. Later vestigde hij zich bij
de Sint Pieterskerk van Oudenberg en
eindelijk op den berg Cassel. In 1095 werd
hij door de monniken van Oudenburg tot
Abt gekozen. Hij bestuurde deze abdij
tot in 1105. Dat jaar immers deed hij af
stand van het bestuur zijner abdij om
weer als kluizenaar te gaan leven. Hij
trok dan naar de huidige gemeente Sint
Gillis, in het land van Waas, waar hij in
een bosch, genaamd Casfard, een kerkje
bouwde ter eere van O. L. Vrouw. Ger
vinus overleed er den 17 April 1117. Het
leven van dezen Vlaamschen Zalige die
door een levensbeschrijver de grootste
van zijn tijd wordt genoemd, is vooral
gekenmerkt door groote verstervingen.
Hij onthield zich namelijk gedurende 40
jaar van vleesch en vet. Gedurende zijn
leven genas hij vele zieken, bijzonderlijk
degene die aan vallende ziekte leden na
men tot hem hun toevlucht.
Op de plaats waar de Zalige Gervinus
de laatste jaren van zijn leven doorbracht,
kwam later een benedictijner prioraat tot
stand dat ook in den loop der tijden te
niet ging. 'Tot in het begin der vorige
eeuw bestond nochtans te St Gillis-Waas
een kapelleken van O. L. Vrouw op de
zelfde plaats waar de Zalige Gervinus
zijn kerk bouwde.
UBBBBflBBflBBBBBBBBBBflflBBBflBBB
In de Vereenigde Staten alleen verkocht
Ford 328.607 V-8 personen- en vrachtwa
gens in 1932; 388.065 ln 1933; 677.179 in
1934 en 1.065.002 in 1935!
IBBBaQBBBBBBnBBBBBBBBBBBBBBB
Koopt een goede Naaimachien1
Koopt een ANKER «-naaimachien 1 Het
wereldberoemde Anker-merk is synoniem
van sterk en goed voor alle werk 1 Alle
modellen voor alle bedrijven 1 Laatste ver
beteringen Gesticht in 1875. - Agent voor
de streek; M. AMERY te Woumen. Voor
't grootJ. Verhaeghe, Steendam, Gent.
Het lot van de arme Wieze Every had
ook dat van Paula kunnen zijn.
Tilde ontving Walters brief en las hem
eerst... en toen nog eens luidop voor haar
man. Bert trok een effen gezicht, dat ech
ter spoedig wat verduisterde.
Walter Is toch een doorbrave jongen,
zei Tilde. Hij heeft geen wrok en toch heb
ben we leelijk gedaan tegenover Paula. Hij
is het vergeteni... Dat Is alles, wat hij er
van zegt.
E:n groote onnoozelaar le hij! riep
Bert geërgerd uit.
Wat scheelt er u nu? vroeg zijn vrou
we verwonderd en teleurgesteld.
Wel, hij schrijft van alles over zijn
liefde en hij zwijgt bijna geheel over zijn
fortuin.
Zijn fortuin? Het geld van Paula
wilt ge zeggen.
Dat is nu het zelfde. Ze trouwen toch.
Ha, hij zal waarachtig nog stom genoeg
zijn, om het met scheiding vair goederen
te doen, zoodat alles aan Paula blijft. AI
die woorden over zijn goede keuze... en
over zijn geluk en Paula's ouders. En die
flauwe praat van Brugge... Ja, Ja, lk ken
die wel... Ha, met Paula staan gapen
naar torens en het belfort en vermufte
bucht ln museums. Maar hij zegt niet, wat
hij met het geld zal doen en dat is de
groote kwestie.
Voor ons toch niet.
Jawel, Walter doet bijna of er geen
geld ls. Kij kan er ons meer van vertellen.
Daarvoor is hij te fijngevoelig, merk
te Tilde op. Ik ken zijn karakter.
Ja, fijngevoelig... ge noemt dat zoo.
Voor mij is het onnoozelheid cn anders
niet... Idealisme zegt hij en hij hangt nog
altijd met zijn kop in de wolken. Ge moet
op den vasten grond staan. Ja, fijngevoe
lig, Juist als Flora Winkels, die de concur
rente in haar huis haalde en er Walter
bij riep en nu ongetrouwd achter blijft. Ik
begrijp zulke menschen niet. Ge moet ln
het leven praktisch zijn, Neen, ik begrijp
De Britsche admiraliteit heeft gelast,
dat de onderzeebooten in bepaalde kleu
ren moeten worden geschilderd, ten ein
de haar tijdens het duiken onzichtbaar te
maken. De kleur voor den Atlantischen
Oceaan is groen-grijs, voor de Middel-
ïandsche Zee blauw en voor de Roode
/-ee zwart.
OP 1,60 FRANK GEBRACHT
- se Dracht m Fransch-Noorden.
Met Paschen zullen nieuwe nutomotrl-
cen van 820 paardenkracht m dienst wor
den gesteld op de spoorlijnen Brussel-
Oostende en Brussel-Knokke. De afstand
Brüssel-Oostende zal alsdan afgelegd wor
den in 65 minuten en Brussel-Knokke ln
70 minuten. Ettelijke minuten werden nog
maals ingewonnen, steeds gaat het rapper
en rapper.
In de bosschen van Bovelingen wisten
de jachtwachters Houbrechts en Schepers
drie hennenvossen neer te leggen.
Een vijfde persoon iwaar gewond.
Twee mannen en twee vrouwen van
Belgische nationaliteit werden gedood wijl
hun auto in botsing kwam met een trein.
Een ander jong meisje werd ernstig ge
wond en ligt thans in wanhopigen toe
stand in het hospitaal. De dooden zijn:
M. Achille Verheecks en zijn vrouw, een
hunner dochters en den voerder van den
auto, M. Maurice Vandenhende. Men
vreest dat Mej. Georgette Verheecks haar
verwondingen niet zal overleven.
M. Verheecks en zijn familie waren uit
Brugge vertrokken om Kanada te door
reizen.
Dat is waar, Bert. Ge begrijpt zulke
karakters niet. Ze zijn anders dan wij, die
in de zaken verstrikt zitten, maar het is
goed, dat er verschillende soorten van
menschen bestaan. Dan ls er afwisseling
in de wereld.
Met zulke onnoozelaaxs zou de wereld
niet blijven draaien, maar al gauw stil
vallen. Ha, een arme Paula ls voor hem
gelijk als een rijke Paula. Zoudt g« niet
omver vallen? Ik noem het zotheid. Hij
moest dansen van plezier, omdat s: een
fortuin in zijn handen valt. Wij mosten
er voor slaven en wroeten.
Ge werkt u toch niet dood, Bert. Het
zal wel gaan met u. Twee maanden bezig
heid en tien rust.
Och, toe, ge wilt geen rede verstaan
vandaag.
Jawel. Walter schrijft toch ovër het
geld van Paula; lees den brief maar even.
HIJ zegt dat hij nu te Brugge kan blijven,
in plaats van ergens anders den last van
bestuurder op zich te trekken. En ik geef
hem groot gelijk.
Ja, te Brugge blijven wonen en zich
blind kijken op oude, zwarte gebouwen en
veel geld geven aan Vlaamsche maat
schappijen. Hij moest Zaterdag naar hier
gekomen zijn, lijk ik hem geschreven heb,
sprak Bert voort, nu op driftigen toon.
Watl Ge hebt hem geschreven! riep
Tilde geërgerd uit.
Ja, ge moogt het nu wel weten, Ik
heb een fermen brief aaneengedraaid.
Maar hij gebaart alsof hij hem niet heeft
ontvangen. Hoe flauw van hem. Dat is ook
fijngevoeligheid zeker?
Bert, ik schaam me ln uw plaats, zei
Tilde op spijtlgen toon. Ge zijt zeker over
dat geld bezig geweest in uw brief? Hebt
gij geschreven, over de vergroe ting van
ons hotel?
Neen, neen, zoo stom ben lk niet. Ik
heb Walter gewaarschuwd voor bedriegers
en hem gezegd dat hij zich niet mocht la
ten pluimen. Dat was mijn plicht. En hij
zou verstandig doen naar mij te luisteren.
MIJ zoo bedriegen! Dat is leelijk van
U. gs Ï0 m erf têgejij. V
Waarmee heb lk u bedrogen?
Ik had u verboden te schrijven en ge
doet het toch stil achter mijn rug. Neen
Bert, dat kan ik niet goed spreken.
Maar ik mag toch naar mijn goesting
handelen. Moeten wij nu nog ruzia krijgen
over Paula's geld?
Het zou uw schuld zijn.
Gij zijt altijd veel te traag...
En gij toont u nu vriendelijk omdat
Paula geen arm meisje is, nadat ge naar
eerst te Brugge van de deur gejaagd hebt
als een schooister.
Ik erkende in mijn brief dat ik toen
mis was.
Omdat Paula nu geld heeft. Ik vind
het erg grof.
En ik ben blij dat ik geschreven heb.
Walter is in zijn brief zoo bezig over dien
mijnheer Dupont. Dat bevalt mij ook niet.
Ik vertrouw dien Amerikaan voor geen
oent. Hij doet zich als een stommerik
voor, maar ik durf wedden, dat hij nu al
bezig is om Paula's fortuin in zijn zaken
te trekken. En het is goed dat lk Walter
vermaand heb.
Peinst ge dat alle menschen zijn als
gij? Zoo belust op geld!
- Ieder haakt naar geld.
Ge valt me erg tegen.
Ge kent me toch al meer dan tien
Jaar en ge weet, dat ik goed ben voor de
zaken. Ik begrijp niet, wat ge me nu zoo
kwalijk neemt!
Dat ge seffens kazak keert!
Moet lk dan in ruzie blijven met uw
broer?
Ge weet wel, wat ik wil zeggen. Doe
gij nu niet onnoozeli Kazak draalen, als
ge verneemt, dat Paula geld heeft. Ge
kondt niet wachten, tot Walter eerst
schreef. Ge droomt al over de vergrooting
van ons hotel. Ik schaam me meest tegen
over Paula, maar Walter zal wel het ver
stand hebben, haar uw brief nooit te too
nen. Hij wacht van komen, tot er nog wat
tijd over uw grofheid ls gegaan.
Mijn grofheid? En gij wildet toen te
Brugge Paula zeker seffens met; open ar-
j&isü ontvangen?.
Neen. Ik was ook schuldig maar daar
om verbood ik u te schrijven. Ik zou ge
wacht hebben op een brief van.Walter.
Wees tevreden, dat ik hem vermaand
heb! Het nieuws van dat geld heeft ln de
gazet gestaan en allerlei avonturLj's, die
fijn kunnen babbelen, zullen op Walter
los komen. En wat weet hij van zanen?
Hij zou zich laten bedriegen.
Dat hij zoo onnoozel niet is, toont hij
al in dezen brief. Hij houdt zich doof vuor
uw aanbod tot raad of huip. En Paula
kan nog over niets beschikken. Alles staat
vast tot het gerecht het geregeld heeft.
Hewel, ook daarover zou ik met Walter
willen spreken, want wie weet, wat er en-
ders aan den strijkstok van advokaun
blijft hangen? En die Dupont zit me ook
in den weg.
Een eerlijk man!
Wat weet gij er van?
Dat blijkt uit zijn terugkomst en ook
uit zijn handelwijze.
Hij is misschien weergekeerd uit
Amerika omdat hij ginder zwarte sneeuw
zag en met het gedacht Paula te pluimen.
Peinst ge, dat hij anders die lange dure
reis zou doen voor een weeze? Laat u c'at
niet wijs maken! Maar het is percies iets
voor Walter om het te gelooven.
Gij-alleen zijt verstandig en eerlijk!
Wel, ik vertrouw dien Dupont niet.
En als Walter naar hier niet wil komen
zal ik naar hem gaan.
Dat verbied ik u! Het is mijn broer.
Toen hij te Lindendale in de mizerie
zat, moest ik wel komen, om er hem uit
te halen. En nu zou ik hem niet mogen
beschermen tegen een avonturier als die
Dupont.
En dien man beleedlgen?
Neen, hem ln de gaten houden «n
Walter eens uithooren,
Ge blijft hier en ge wacht tot hij zelf
komt.
Binnen drie maanden zeker?
Hij zal sijn tijd kiezen en dat ls re
delijk.