tests toestel aan den laagsten prijs! imen- en Blinden- ijn Eeuwfeest len stille moord SPAARZAAM en GOED I(*iopt geen Radiotoestel zonder Oen Hing© beproefd te hebben Het goede zaad in goede aarde lAR" - "DE HALLE,, Als men Kruis en Gekruisigde beleedigi MOEDERS LES: BALATUM ÏSEL aan ;st 1936. Nr 32 BIBiaMMCnHBMBIIftBBHBBnilBH HOEVEEL HERBERGEN HEBBEN WIJ IN BELGIE? ff ZIE VERVOLG HIERNEVENS. bij SANSEN-VANNf.STE, A A pari 1, El uuri 1 56 86 103 158 178 230 243 304 319 348 466 502 511 557 671 709 748 777 826 861 870 907 916 925 934 1011 1051 1105 1272 1345 1413 1448 1478 1497 1522 1608 1639 1692 1706 1775 1803 1818 1830 1930 1948 2007 2042 2367 2148 2157 2222 2231 2365 2400 2433 2447 2482 2517 2528 2554 2577 2587 2597 2608 2S21 2662 2704 2714 2748 2768 2782 2825 2859 2904 2936 2984 3010 3064 3114 3147 3188 3236 3293 3308 3320 3356 3425 3449 3488 3502 3511 3539 3642 3654 37 OS 3758 3818 3890 3899 3929 3998 4056 4093 4119 4148 4157 4166 4173 4135 4226 4272 4311 4358 4409 4491 4519 4576 4595 4518 4705 4747 4792 4315 4337 4911 4920 4936 4948 4S67 5127 5163 5187 5478 5507 5550 5628 5652 5S79 5711 5729 5803 5846 5365 5881 5833 5909 5968 5995 Nui Titó Titel len zien Ei opei M bevi de M vent ten. De gebouwen werden vrijwel ge spaard, maar de ifleeste meubels waren gestolen of vernietigd. De kapel werd een iepót Voor munitie en toen de Duitschers op de vlucht gingen, lieten zij als schan- dige herinnering een obus liggen in het Tabernakel. Ook het wee zenhuis in Sinte Kruis moest ontruimd worden, en het ge schiedde zelfs op brutale wijze. De jon gens werden eenvoudig buitengejaagd, en men dreef zs naar het station in werkpak en op hun klompen, zonder hen den tijd te laten van kleederen te verwisselen. NA DEN OORLOG Met grooten luister werd Kan. Naeghels gevierd ter gelegenheid van zijn jubileum van 50 jaar bestuurder van het instituut. In 1929 volgde hem op Kan. De Meester, de huidige Bestuurder en waardige voort zetter van het heerlijke werk zijner voor gangers. GROOTE ONTWIKKELING Hij ook stichtte een bijhuis, dit van St-Anna-ter-Muiden, bij Sluis in Holland, voor opvoedbare en onopvoedbare abnor male kinderen. Hij bracht merkwaardige verbeteringen aan de inrichting en het onderwijsmateriaal. Hij bouwde o.a. in 1931 de prachtige gezonde klassen voor doof stomme en blinde meisjes, met muziekklas en museum, en om de kroon op het werk te plaatsen, bouwde hij verleden jaar de heerlijke feestzaal, orgelzaal en gym nastiekzaal, met er boven de nieuwe mo dern ingerichte klassen voor de groote doofstomme jongens, waar nu de laatste uitgevonden apparaten gebruikt worden om bij middel van machtige luidverster- kers, de doove jongens weer te laten hooren HUIDIGE INRICHTING Het jubileerend instituut telt thans 230 leerlingen en is verdeeld in drie groote afdeelingen 1) de afdeeling der meisjes, met 52 doof stomme en 27 blinde leerlingen, onder wezen door bekwame Zusters en leeke vakmeesteressen 2) de afdeeling der kleine jongens, w.o. 42 doofstomme en 30 blinde jongentjes, die ook door de Zustérs worden opgeleid en onderwezen; 3) de afdeeling der grootere jongens (vanaf 13-14 jaar) w.o. 50 doofstommen en 25 blinden, opgeleid door priesters eil leeke onderwijzers en vakmeesters. ONDERWIJS EN VAK ONDERRICHT Wat het onderwijs betreft, zoowel dat der doofstommen als dat der blinden, het Instituut bezit alle moderne materiaal, dat toelaat het onderwijs op zeer hoog peil te brengen en de doofstomme en blinde meisjes en jongens degelijk voor te bereiden voor het later leven. Eerst de Bewaarschool: immers het Ge sticht heeft de Froebelklassen voor de heele kleintjes vanaf den ouderdom van drie jaar; daarna de volledige lagere school tot en met den vierden graad; eindelijk, het voortgezet lager onderwijs en het volledig vakonderwijs. Wat dit laatste betreft: De BLINDE JONGENS worde» op geleid 't zij voor het vlechtwerk en de mandenmakerij, 't zij voor de telefonie en telegrafie (het Instituut bezit een volle dige centrale), 't zij voor de muziek: zang, klavier, orgel, accordage, fanfare: de schitterende diploma's te Brugge en te Brussel' bekomen voor klavier en orgel b.v, de succesvolle uitvoeringen van de sangchoralen en de fanfare bewijzen ge noeg hoe de muziek in het Gesticht de gelijk en met vrucht onderwezen wordt aan de jonge blinden. De BLINDE MEISJES leeren naad- sn handwerk, breiwerk, kunstbrei, weef werk, tapijtwerk; verders fijn rietwerk en muziek (klavier, orgel en snaarinstrumen ten). - De DOOFSTOMME JONGENS wor den opgeleid tot bekwame schoenmakers sn kleermakers, die goed hun weg weten te maken in de wereld; eenigen ook wor den opgeleid in rietwerk en mandenma kerij sommigen ook tot een of ander ge specialiseerd vak. De DOOFSTOMME MEISJES leeren de huishoudkunde, en worden meestal ge diplomeerde kleermaaksters en modisten. NAZORG Vermelden wij ten slotte, en het is on getwijfeld een der mooiste parels aan de iroon van het jubileerend Gesticht, dat door de leerkrachten van het Instituut ai onder hun leiding de NAZORG ont staan is voor blinden en doofstommen, iie de school verlaten hebben en nu veelal illeen staan in het werkelijk leven, dubbel Jlootgesteld aan de gevaren, juist door run gebrek dat hen zoo zeer handicapeert n hun werk en levenswandel. Zoo ontstond de nazorg voor de DOOF STOMMEN der provincie, die thans ver enigd zijn in drie maatschappijen: «De lartonszonenvan Brugge (150 leden), De getrouwe Vriendenvan Kortrijk :i60 leden) en «Stil en Blij» van leper :60 leden). Maandelijks hebben ze hun vergadering, waar hun proost, de priester- eeraar der doofstommen te Brugge, hen len steun brengt van zijn geestelijk woord in zijn raad, en waar zij gezellig onder Jkaar bijeen zijn en hun belangen be preken. Een maandblad, opgesteld en ge- Irukt in het Gesticht, wordt kosteloos 'erzonden naar de 600 West-Vlaamsche Loofstomme mannen en vrouwen. Zoo ontstond ook de nazorg voor de SLINDEN in het werk Licht en Liefde lat zelfs Verscheidene jaren zijn zetel had n het Instituut zelf, maar door uitbrei- Lin-g thans een huls in stad heeft betrok- en, waar het zijn braille-drukkerij (met litgave van verscheidene blinden-tijd- chriften), zijn braille-bibliotheek en zijn erscheidene sociale werkingen ten dienste telt van de blinde oudleerlingen van het ïesticht, méér nog, ten dienste thans van 1 de Vlaamschsprekende blinden van het ind. Ook hier wordt gezorgd voor den eestelijken steun in de Gewestelijke Ver- •aderingen, die voor de blinde mannen en rouwen gehouden worden te Brugge voor iet Noorden, te Kortrijk voor het Zuiden ér provincie, en waar ook de priester- ;eraar der Blinden hen komt bijstaan .oor raad en daad. Ten slotte wordt jaarlijks, ook in het ïesticht, een kostelooze Retraite gehou-, en voor doofstomme en blinde mannen n vrouwen, wat ongetwijfeld den broe- erband tusschen Gesticht en oudleerlin en nog hechter en levendiger houdt I DE EEUWFEEST-VIERING Honderd jaar lang hebben de Priesters n Zusters en leerkrachten gearbeid en eijverd tot welzijn van doofstommen en linden, trouw aan het slaande woord van ,un Stichter: Zoo men na uw docd uw art ontleedt, dan moet men er het beeld inden van een blinde of doofstomme! riet min dan 210 Zusters hebben elkaar pgevolgd in hun schoone levenstaak, en 'Ie zal» zeggen wat al edelmoedigheid en eduld er nocd-ig is om zulke kinderen op voeden en de eerste begrippen van taal n schrift aan te leeren! Ruim 2.500 leer- pgen heeft het jubileerend Gesticht ge- end: honderd jaar lang werd het LICHT egeven aan de blinden, het WOORD aan e doofstommen, aan -beide echter den TEUN voor het later leven en de warme IEFDE en 'genegenheid; en met hon- erdtalten zullen de oudleerlingen hun ankbaarheid komen betuigen ter gele enheid van het eeuwfeest, dat thans op listerrijke wijze gevierd zal worden van ondag' 26 Juli tot 2 Oogst a.s. Onder du hooge bescherming van Hare lajesteit Koningin Elisabeth en het Een moord in stilte! Ge rilt, als ge be denkt wat dit paar woorden beteekent. Ge denkt aan duisternis, nacht, dolk, -bloed, doodsangst, vlucht, gekreun en dan weer... stille nacht, duisternis, eeuwig ge heim... Maar ik denk aan iets anders: aan blij heid, onschuld, vreugde, jeugd, schoon heid, in ziel en lichaam; dan ineens de satanische les van een valsche vriendin of de verleidende hand van een wreeden vriend, en dan... het gekreun der ziel; wroeging, nacht, spijt, eeuwig geheim en eeuwige strijd... Dat is een stille moordMoord op de eerste levensvreugde, die aan geen sterven dacht; moord op de heerlijkste tevens-reinheid, die geen strijd vermoed de; moord op al het kinderlijke, schoone, gelukkige, onschuldige, engelachtige, dat er leefde in die jonge meisjesziel. Die moord: is zoo akelig in zijn stilte. Niemand heeft hem gezien, want 't was duisternis en nacht. Niemand heeft de sporen ontdekt, want er vloeide geen bloed. Niemand zal ook een onderzoek in stellen, want de biechtvader, die in naam van God het slachtoffer leert kennen, zal nooit mogen spieken. Zelfs niet mogen vragen naar den naam van den dader. Alles zal stil blijven, altijd. Het slacht offer en de wreedaard, die den aanslag pleegde, zij zullen elkander nog ontmoe ten en zij zullen... zwijgen. Zwijgen zelf MET de oogen, die zich niet meer zoo vrij op elkaar zullen richten. Er zal buiten de -ziel van het slachtoffer zelf, ook geen rouw zijn of ontsteltenis. De ouders zullen doorgaan met in hun kind te gelooven als in een engel. De moe der zal ieder verdenking uit haar hoofd verdrijven als een onrecht en een belee- diging tegen haar kind. En wanneer ooit een wijs en voorzichtig opvoeder mocht wijzen op mogelijk gevaar, zij zal haar kind met verontwaardiging verdedigen. Tegen alles en trots alles. Wellicht zelfs tegen de bittere en harde les, welke de ervaring van eigen zwakheid haar vroeger heeft gegeven. Maar de moord is gebeurd! De stilte is enkel een sluier, die het lijk bedekt voor de oogen der menschen, maar niet voor de oogen van God. De stilte is een troost die het schrijnende leed verbergt voor de belangstelling der omgeving, maar die dat leed tevens die per drijft in de ziel van het slachtoffer, want zij is en blijft alleenmet haar leed... Die stilte is een nacht, die het mis drijf behoedt tegen het vonnis der wereld, maar die het vonnis in eigen boezem des te akeliger doet klinken. Men weet dat zulke ziele-moorden ge beuren. Men weet, dat zij meer, veel meer, voor komen dan men openlijk zegt. Men weet dat misschien uit eigen er varing. Men weet, dat de gemaskerde moorde naar rondgaat als een leeuw, zoekende wien hij zal verslinden». Men weet dat de duisternis, de nacht, de eenzaamheid, de verborgenheid zijn schuilplaats is. Men weet, dat hij op alten belust is, niemand uitgezonderd. Kortom, men weet alles. Maar... men gelooft het niet. Men zou het desnoods van iedereen- willen gelooven, behalve van zich zelf of van zijn eigen kind-. Zoo is nu eenmaal de verblinde mensch. Maar van den hemel luidt altijd-door de waarschuwende noodklok haar klagend lied: «Waakt en bidt». En waar men niet naar haar luistert zal vroeg of laat de nacht het zwarte rouwkleed worden, dat den «stilten moord» bedekt gelijk 't dien reeds duizenden ma ten hee-ft verborgen. HBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBBB EEN AANGRIJPENDE BEKENDMAKING VAN HET MUNCHENER KIRCHENBLATT Het weekblad van Z. Em. Kard. Faulha- ber, Aartsbisschop van München, het Münchener Kirchenblatt maakt gewag -van een voorval, waarvoor het instaat, wijl het nauwkeurig onderricht is over de plaatsen en personen die er bij zijn be trokken en op grond van onderzoekingen ter plaatse de volkomen juistheid kan waarborgen. In den herfst van 1933 werd een Cruci fix langs den weg bij O. E. door vier man nen op vreeselijke wijze geschonden. Zij probeerden de voeten van den Heiland af te slaan en den Gekruisigde zeiven met een mestvork van het kruis te trekken. Kruis en Gekruisigde werden ten slotte langs den weg gesmeten. In 1935 waren alle vier de daders reeds dor a De eerste, de 21 jaar oude werktuig kundige K. P. uit O. E., werkend in een gieterij aldaar, kreeg op 14 Maart 1934 een ongeluk bij het verlaten van kam wielen. Een zwaar wiel viel hem op het scheenbeen. Hij kreeg een sepsis (verrot ting, ontbinding)Zijn voet rotte af. Ten gevolge daarvan stierf hij op 19 April in het ziekenhuis te E. Bij de kruisschending had hij tegen de voeten van den He."=nd getrapt. Nog vóór K. P. was gestorven, ver ongelukte in W.-Steinbruck bij E. de 37-jarige N. K. Hij werd bij een instorting bedolven. Dijen en bekken werden vol komen verbrijzeld. Hij stierf een uu* i daarna in het ziekenhuis te E. op 12 April-', 1934. i1 De derde, de boscharbeider J. S. uit A. verongelukte op 30 Januari 1935 bij zijn werk. Een vallende boom verbrijzelde z;jn beide voeten. Zonder tot bewustzijn te zijn gekomen stierf hij. De vierde heiligschenner, de tuinman M. W., verdronk op 31 Mei 1935 bij het baden. Zijn 'lijk werd door middel van een mestvork uit het water opgehaald. Hij was degene, die geprobeerd had den Ge kruisigde met een mestvork van het Kruis te haten. Louise was volop in de voorbereidings- weken tot haar huwelijk. Ho, niet dat haar uitzet zoo zwaar zou wegen, of het bruiloftsfeest zoo schitterend zou zijn. Louise was een werkmanskind, en haar rijk hart en helder hoofd waren bijna haar eenige have; maar deze was er te waardiger om. Ze had een verstandige en ervaringsrijke moeder, en nu, in de voorbereidingsweken, verdubbelde die haar raadgevingen, die bijna op voordrachten geleken-. Hier halen wij er eene aan: Ja, ziet ge, Louise, veel werkmans vrouwen begrijpen het woordeken spa ren totaal verkeerd. Zoo b. v. sparen in de bereiding der spijzen Ze meenen bijna dat sparen beduidt, gemeene, min der smakelijke spijzen gereed te maken. Wat dwaasheid! "Vergeet het nooit, Louise, maar zeg het nooit luidop: de mannen hebben hun hart in de maag, en doet ge deze wel, ge houdt hun hart! Neen, neen, goedkoope spijs moet niet noodzakelijk smakeloos zijn, noch sma kelijke spijs niet noozakelijk dure spijs. In elke spijs ïnoet de huisvrouw iets brengen dat haai- niets kost, maar dat overal doorsmaakt: haar kookkunst, ja, maar vooral HAAR ZORG. Deze laatste smaakt het meest door. De eetmalen samenschieten-, zoo van veraf aan, om zoo weinig mogelijk op kantkussen of naald te verliezen, mis, kind! Wat men op de tevredenheid en de weibevinding der eenen wint verliest men driedubbel op de huisgenooten. Doe nooit zoo! Smakelijke spijzen bereiden met weinig kost niet de groote hoeveelheden boter of vet, noch de hoopen vleesch, doch het goed gebruikte vet, het goed bereide vleesch, de aangename vorm van aan bieden: dat alles kost niets, en maakt de spijzen aangenaam, en 't samenzijn aan de huistafel aantrekkelijk. Of kost hst meer, dat men elk twee tellooren geve: eene voor soep of pap, eene voor het gerecht met aardappels? Kost het meer, dat men de aardappels in een speciale kom op tafel brenge, in plaats van er den zwarten kookpot te brengen, waar elk met eigen vorket de aardappels uit o-pvischtKost het meer, deze of geene spijs in een vormpje te bereiden, dan zi ongetooid in pot of kom op te dienen? De afwasch vraagt u misschien een kv.'arti-ertje meer werk, maar geloof me, 't zal u m-enigen dag vrede en vreugde brengen, u en uw volk. Ja, Louise, 't is juist om reden van de spijsbereiding, dat ik wilde dat uw Leuvensche stoof een oven kreeg. Toen ik met uw vader zaliger trouwde, vond die het in den beginne wel een beetje grootdoenerij dat we uit twee tel looren aten-, en dat ik nogal wat zorg aan 't eten besteedde; dat was goed, meende hij, voor hen die er gced voor zaten. Maar ik zei <i ons eten kost nitet meer dan dat van andere w-erklui; en de zorg en 't werk heb ik aan -mijn eigen Armer zijn we er niet door geworden, integendeel zelfs, en vader zou zijn disch niet tegen een koningstafel hebben gewisseld. En kijk, Louise, iets waar ik u vooral moet op wijzen: werp niets weg, kind. Houd enkele h-ennekens, een dozijn of min, een geitje, een paar konijntjes, en daarmede heb je reeds uitweg voor veler lei afval: die diertjes zullen van dit alles voedzame eiers, fijne melk en smakelijk vleesch voor u fabriceeren. Kweek een zwijntje na 't aardappelrooien: met de kleine en de aangestoken aardappels en wat toevoeg kweekt het gemakkelijk, en rond Kerstdag of Nieuwjaar kunt ge het inkuipen en er 't heele Jaar weelde aan hebben! Maar als iets nog als menschen- voedsel kan dienen, maak er geen dieren- kost van! Die dieren kunnen met ge- meener waar ook hun fabriek in werking houden, en met 't goed -benuttigen der overschotten is zooveel uit te sparen. Afval is voor uiw beestjes; maar van overschotten moet ge geen afval maken: daar begaan menige werkmansvrouwen groote flaters in... Uit onkunde gebeurt het misschien, masr hi^mij zaagt- ge dat nooit, en ge moet hierin uw moeder na volgen, al zeg ik het zelf. Goed gebruik van alle soorten van kleine toevoegsels, azijn, ajuin, gepast zout, wat peper, alles op de rechte plaats en in gepaste maat, en men eet smakelijk, staat welgezind van tafel op, en zou wel aan 't fluiten gaan lijk 'n vogel: ziet ge, de maag is de sleutel van de moraal, heel dikwijls, Ja, ja! 't Klinkt wel nog zoo gemeend na 't eetmaal: «We danken U, heer om al uw weldaden, die leeft en heerscht in alle eeuwen der eeuwen 'k Heb dan dikwijls gemonkeld en ge dacht: Ja, ja, door mijn spijsbereiding help ik Hem algelijk een beetje heer- schen! 't Is echt hoor! Kijk, ge hebt 's middags boonen op gediend. Er blijven er nog wat over, niet genoeg voor een maaltijd. Aan de hen nen?... Neen, hoor! Wat koude aardappels erbij, door mekaar geroerd, wat vet erop zwijnsvet, ja maar eerst wat kokend water erover, o-m 't vet dat ge erdoor zult roeren, te gemakkelijker door 't hee-le te verdeelen; wat azijn af proeven om gepaste hoeveelheid te bepalen; zout, en als ge wilt, een zeer fijn gekorven ajuintje en zoo meer: deze aardappel- en boonen salade met een ioterham smaakt heel goed, dat weet ge. Of ge hebt wat aarappels over. Aan de hennen?... Neen! Wat ajuin, boter of vet bruien, er de fijn gesneden aardappels doorroeren-, water bij doen (of een restje bouillon)goed troebellaten koken, zout en peper: ge ziet, niet kostelijk, 't is eenvoudig en smakelijk. Ook moogt ge hier wat azijn bijvoegen. Vet en azijn gaan goed samen, want azijn breekt het vet (1). 't Is daarom dat men dikwijls azijn ziet gebruiken waar vet aangewend wordt. Denkt maar aan de mayonnaise- saus. En kijk die mayonnaisesaus kan zoo dikwijls te pas komen bij 't bereiden van overschotten. Zoo b. v. overschotten van visch, van vleesch, van groenten, koud met mayonnaisesaus, dat zal men wel lusten. Dusdanige gehakte overschotten, koud met mayonnaise, in uitgeholde tomaten, is 's Zomers een verfrisschend gerecht. En azijn komt niet alleen bij mayon naise te pas of bij vet. 'k Herinner me: weet ge nog hoe we laatst overschot van boonensoep weg fcr.dden gezet, was ze 's anderendaags lichtjes zuur geworden; dat hadt gij voorgeproefd. En toch, wat heeft men er smakelijk aan geëten, gij even goed als ds anderen! Ik had ze verbeterd met wat azijn, men smaakte wel dat ze lichtjes zuur was, doch die lichte zuurheid was juist de oorzaak harer smakelijkheid. Zelfs kan men erwten- en vooral boonensoep opzettelijk heel lichtjes met azijn aanzuren zoo licht dat men dsn azijn niet doorsmaakt, maar enkel den smaak aanvoelt». Ze wint er mach tig bij. Doch, en vooral 's Zomers, men doet dit enkel met de hoeveelheid soep, die men in dezelfde maaltijd zal ge bruiken; wil men e-r een deel bewaren, men neemt dit eerst weg om 't verzuren te voorkomen. En zoo kunt ge reeds veel overschotten benuttigen. We zouden nog kunnen spre ken over 't -gebruik hierbij van room van melk, de kapvan de melk van 't geitje... Door gehakte overschotten van vleesch of visch, gebonden met wat bloem, als ge een restje savooien hebt, dan kunt ge die groenten met de gehakte vleeschresten laag om laag in een vuur vasten schotel schikken met wat paneermeel of brijzelbrood bestrooid, in den oven wat laten bakken, 'n Goed ge recht met gebruineerde aardappelen. Zie, Louise, dat alles is toch niet kostelijk, 't is enkel kwestie van weten en zorgen. Ja, koop een keukenboek, dat is goed. Maar 't voornaamste is de zorg. Zorg, en ge krijgt er ha-rt voor; en dan, dan zal 't waar zijn: al doende leert men; ge zult ten slotte 't keukenboek kunnen ontberen: ge zult uw eigen doenwijzen aangeworven hebben... 't Is jammer dat in zooveel werkmansgezinnen de vrouw zoo weinig om 't bereiden van de spijzen bekommerd is: ze voelt er ten slotte niets meer voor, het voedsel is samengeschoten met een kruisboogmaar meteen is een brok van de huiselijke vreugde en huiselijke ge moedelijkheid mêe geschoten... Dat is goed voor Amerika: daar gaat men de geheele maaltijd gereed gemaakt koopen, maar... men leeft er ook op zijn Amerikaansch! Jonge meisjes, die u voorbereidt tot het stichten van een gezin, volgt de raad gevingen van Louise's moeder! Maria Vanhoutte (Wevelgem), Candidate Landbouwregentes, O. L. Vrouw-Waver. (i) Azijn versnelt en verhevigt de verzeeping van het vet, daar azijnzuur zich met de glycerine van het vet verbindt en 't vetzuur aidus vrij komt; die split sing kan reeds door de warmte ingezet, en wordt door de azijnzuurwerking in sterke mate bevorderd. Er bestaan thans 116.000 drankhuizen in ons land. De krisis heeft hun aantal niet doen afnemen, integendeelde jong ste twee jaar zijn er 15.000 nieuwe bijge komen. De meeste van de nieuwe inrichtingen bevinden zich langsheen de groote we gen. Buitendien is de uitbreiding ook toe te schrijven aan het feit dat de_ private klubs thans eveneens aan de openingstaks onderworpen zijn en dus medegerekend werden. WAT EEN OUD SCHRIJVER ZEIDE: «Dronkaards brengen dronkaards voort» zei Plutarchus, en de geleerden komen telkens en telkens weer met onderzoekin gen voor den dag, die dat oude woord tot waarheid maken. Dr Legrain vond op 829 afstammelingen uit dronkaardsgezinnen 21 doodgebo ren; 18 krankzinnig; 4.5 lichamelijk zwak; 6.5 teringachtig; terwijl op de andere 50 nog voorkwamen de minder waardigen, lijders aan toevallen, enz. IBBBBBBBB Gasthuisstraat, 18, POPERINGE. IBBBBBBBBBBBBBBBBBBBHHBESC3BBB eerevoorzitterschap van Zijne Excellentie Mgr Lamiroy, Bisschop van Brugge, van den Weledelen Heer Baels, Gouverneur der Provincie, en den Heer Senator Van Hoestenberghe, Silrgemeester der stad Brugge, zulten de feesten: voor de OUDLEERLING-EN, dagen zijn van dankbare vreugde en indrukwek kende manifestatie, wanneer zij op Zon dag 26 Juli, na de plechtige Dankmis in de Kathedraal, blij en .fier zullen stappen met de Blindsnfanfare aan het hoofd, achter de wapperende vlaggen der oud- leerlingenmaatschappijen, om broederlijk samen te gaan vieren en aan te zitten aan het Feestmaal, dat hun welwillend aan geboden wordt door het jubileerend In stituut; voor de HUIDIGE LEERLINGEN, zullen het dagen zijn van buitengewone feestelijkheden, vermakelijkheden en uit stappen, die den band nog hechter zulten maken, waarmede zij thans aan hun school verbonden zijn; voor de PRIESTERS, ZUSTERS en LEERKRACHTEN van het Gesticht, da gen van opbeuring en troost, die hun ijver en geestdrift voer hun edele taak nog zulten vermeerderen; voor de BRUGSOHE BEVOLKING, e-en éénige gelegenheid, om eens de klas sen van het Instituut en de werkplaatsen in volle activiteit te komen bezichtigen, om de leerlingen in hun feestjes en mu ziekuitvoeringen te komen toejuichen, en zoo hun blijk van sympathie en bewon dering, te komen geven voor het jubilee rend Gesticht der Doofstommen en Blin den! Ik sta voor een versperring, dik- gele, slijkerige klei. Daarachter hanteeren de vereelte handen der stoere aardbewerkers in regelmatige rythme, het ruwe mate riaal. Nu en dan richten zij hun naar den grond gebogen lijven eventjes op, en bezien de voorbijgangers. Daar zijn stoere, krachtige man nen bij, echte athleten! Eén echter, die nu juist geen athleet is, trekt mijn speciale aandacht op zich: een pezig ventje met een grooten bos ste kelhaar; zijn donkere oogen fixeer den mij kwaadwillend. Onachtzaam geleund op zijn schop roept hij tot zijn buurman opzettelijk luid genoeg om door mij gehoord te worden: Nog 'n luiaard die te veel is op de wereld! En uit vrees dat ik de eer van dat «vleiend compliment» langs mij heen voor een ander zou laten, wijst hij me aan met vinger en hoofdgebaar. Zijn werkmakker buigt beschaamd het hoofd, neigt nog dieper naar de aarde toe en hervat zijn werk. Ik heb nog zooveel andere kinders het brood te brokkelen dan dat ik mij hier langer bij de hondjes uit het Evangeliezou ophouden. Doch gansch de werkploeg wacht in span ning op het uitwerksel der beleedi- ging. Juist daarom knoop ik een praatje aan! A Zeg', waar komt ge vandaan. En waar hebt ge gezien dat ik lui ben? Ik, ik werk ten minste! En ik kreeg den indruk dat hij heel zijn mond vol honing had toen hij zelfbewust zegde: Ik, ik WERK ten minste! Ge verbeeldt U dus dat ik niets uithaal omdat ik het gaanpad niet omwoel? Ik maak ten minste de straat niet zoo vuil als gij, met uw slijkerige klei! En nog! Ziehier of ik niet werk! Ik toon hem mijn handen, waarin de vele brieven gerangschikt zijn als genummerde boeken op de schab. Kijk nog! Hier! Mijn zakboekje vol gekrabbeld, met toegestane noodige afspraken. O! Ja... maar U hebt toch fijne witte handen... Zeer zeker! Moest ik nu naast U beginnen spitten dan zoudt U me indelven als een gaanpad!! Had ik echter geleerd met spade en houweel om te springen, dan moest ik voor U niet onder doen! Nog ik voor U, als ik school ge- loopen had als gij! Ah! Juist! Zeer juist, ouwe kerel! Dat is het net wat ik zeggen wou! Het werk van den eene moet het werk van den andere aanvullen en EERBIEDIGENHet lichaam, de maatschappij heeft niet alleen han den en voeten noodig, maar ook her senen, geesten! Nu was de kring rondom mij vsl- ledig! Zelfs de ploegbaas was geïn teresseerd bijgekomen. Vereerd door de spanning van mijn auditorium ga ik verder: Niet alleen is de priester een luiaard die te veel is op de wereld, zooals U dat zoo lief komt te zeg gen, maar de priester is er even on misbaar als de zon aan de aarde. Oh! zoo! zoo! Wat doet hij zoo- al, dat gij hem onmisbaar noemt? Ik ga wat nader bij mijn tegen strever. Wat hij doet? Luister zeer goed! Hij zegt tot den aardewerker, den timmerman, den paswerker, den met ser, aan ALLEN: Gij werkt? Maar uw mechanisch gebaar kunt ge ver edelen indien gij het vereenigt met het gebaar van Christus! DEN EER STEN WERKER... Vóór Hem, en bui ten Hem, tegen den wil in, bestaan er niets dan slaven! Hoort ge goed! SLAVEN! Niets is er echter zoo schoon als een werkman, en niets overtreft den werkman die nu en dan eens in een onopmerkzaam gebaar de oogen op waarts heft... daar waar de Hemel is... Ziedaar, in dat enkel feit, den adel van het werk; daardoor alleen wordt het gesublimeerd. Foert!... Hoevelen doen dat! schreeuwt de aardewerker, terwijl hij in een wrokkigen zwaai zijn schop wegwerpt... De kring wordt Immer dichter! Voorbijgangers houden stil... Traagjes aarzelend komt een agent bij en luis tert. Er zijn er die dat doen! Er zijn er die het zullen doen! Immer tal rijker zullen zij worden. Want er is enkel heil te vinden in het beleven van zijn geloof. Ik word er mij van bewust dat het uur vordert. Daarom Iaat ik nu mijn individu op zij en richt mij tot gansch den groep en met een donderend door dringende stem roep ik: Te veel op de wereld, de priester, die over U gezegd heeft: «Ik doop U in naam van de H. Drieëenheid. te veel op de wereld, de priester, die als een zorgzame moeder uw kleintjes voorbereidt tot de eerste ontroerende omhelzing van hun God in de Communie; te veel op de wereld, de priester, die aan hun opkomende driften paal en perk stelt in naam der tien gebo den; te veel op de wereld, de priester, die uw duurbare zieken gaat opwek ken door een tactvol bezoek en een gezellig onderhoudje; die uw ouder lingen bijstaat in het beslissend ster vensuur. U geeft toch toe dat het wat al te ver gaat, niet? A En nu richt ik mij precies tot het pezig ventje. Te veel op de wereld, de priester, die U zelf misschien eens zal bijstaan in uw stervensnood. Want wellicht zult ge doen zóóals anderen, die, na dat zij den priester hun gansche le ven door de goot hebben getrokken, heel tevreden zijn een van die lui aards bij zich te weten in die be nauwde oogenblikken, en die gerust en getroost den dood ingaan alleen om reden dat ze gesteund worden door vrienden- en vaderarmen, die ten slotte toch priesterarmen zijn. In afwachting, en niettegenstaan de ik een luiaard ben, trek ik nu vlug verder om aan te kloppen bij de ve- B3F" ZIE VERVOLG HIERNEVENS.

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1936 | | pagina 9