Generaal Ludendorff overleden De Oorlogstoestand in China De taaltoestanden in het Leger L E. H. Kanunnik VERVAEKE Z. E. H. Deken HANSSENS De groote godsdiensthater sterft met een kruisbeeld boven zijn sterfbed UIT POPERINGE. DE EERSTE MQDEL-GASSCHUILPLAATS IN BELGIE, GEBOUWD IN DE KELDERS VAN DE NATIONALE BANK TE BRUSSEL IBflBBHKKnBBBBBBBBEBBBBBklflflBBBBIBBHBBflBBBBBflBBBBBBBHBBBBBa LOTEN WELKE NIET AFGEHAALD WERDEN DE VOETBALPRONOSTIEKEN LUDENDOR* F'S LIJKKIST TEN TOON GESTELD UBBBBBflHBBBBBBBBBBBBBBBBBaB19«BBBBBBBBaBB9IBBBBBflflBBBEBBBBBBI BBSBBSBSIBBflBBBaBBBBBBBBBBB DE VERSCHRIKKINGEN VAN DEN CHINEESCH-JAPANSCHEN OORLOG TSING-TAO GAAT OP IN DE VLAMMEN Rede uitgesproken door Senator SOBdY, lij de bespreking der Begrooting vanLandsveruediglsig FRANK KELLOGG, VADER VAN HET ANT!- OORLOGSPACT, OVERLEDEN LAFFE MOORD OP EEN LANDBOUWER TE VELDEGEM bestaande uit drie hoeven. dis 28 Mi jaar niet veel plichtbesef en genegen heid ais Deken te Pope- ringe ieverde, en verle den r/eek <ijc ontslag n?m. Eerw. Heer Vervaeke komt Kenoemd te worden ais Bestuurder der Zus ters Benedictinessen. Hij blijft dus te Poperinge wonen wat ons allen veel genoegen doet en zal dus steeds met iever zijn •geestelijk rflf kunnen voortzetten. GENERAAL LUDENDORFF. Z. E. H. DEKEN HANSSENS Op Vrijdag, 17 December, zongen de klokken van Sint B-ertinus over stad en land een blijden welkomgroet aan den nieuwen Deken, Z. E. H. Hanssens, eco nome van het Klein Seminarie van Roe- selare. Niemand wist dat Z. E. H. Vervaeke, de welbeminde Deken-Jubilaris, zijn ontslag had gevraagd. Het heengaan van dien ver dienstelijken in-goeden priester bracht wel een oogenblik weemoed in de herten; doch wie zou het den eerbiedweerdiger ouderling durven ten kwade duiden dat hij den zwaren last van zijn herderschap wenschte neêr te leggen, om in gebed en vrede zijn levensdagen te slijten. Moge Z. E. H. Vervaeke nog lange jaren onder ons blijven, omringd van den eerbied, de dankbaarheid en de liefde van alle Po- peringenaars. Zijne Hoogw. Excellentie de Bisschop van Brugge zendt ons als opvolger een be kwamen ijverigen priester, groot van ge stalte, statig van voorkomen, een echten Deken. Geboren te Wevelg-em, den 29 Septem ber 1889, kreeg Z. E. H. Hanssens van huize uit de wilskracht en den onderne mingsgeest van zijn schranderen vader, alsook de goedheid van zijn minzame moeder. Van zijn twaalf jaar af, komt hij studeeren op 't Klein Seminarie van Rce- selare, en zal dit gesticht niet meer ver laten (de jaren van de theologie uitgezon derd), tot op den dag zijner benoeming tot Deken van Poperinge. In September 1913 wordt hij gezonden door Zijne Hoogw. Excellentie om in het Klein College een aanneembare school op te richten. Een jaar later drong het Duitsche leger in Roeselare, en omvormde IBBBBBBBSaBBEBgBBEaBBSBBIIBBBBBBHflBBBBHBBBBiaflBBBBBBBBSBaBfl het Klein Seminarie fn hospitaal. Dfr vijand vond in E. H. Hanssens een be slisten verdediger van het gesticht, en moest getuigen: «Der Hanssens ist kern dumme Pas was de 'wapenstilstand geteekend, of de toenmalige Superior nam het be sluit het Klein Seminarie te heropenen midden de puinen. Hij belastte E.H. Hans sens met de taak den heropbouw te leiden. In Oogst 1924 werd hij benoemd tot Econome. In die bediening heeft hij de volheid van zijne uitstekende talenten kunnen ontplooien. Hij bouwde de heer lijke Tuinbouwschool, deed boven de Koe liebeek een machtig gesticht oprijzen, be stemd voor de sectie van de Wijsbegeerte, herbouwde het Sint Michielscollege, en was tusschenin de raadsman van de an dere collegeoversten, daar Zijne Exc. hem nog de taak had opgelegd van inspecteur van 't materieel voor al de colleges van 't bisdom. Midden die ontzaglijke bedrijvigheid, gaf E. H. Hanssens, als Directeur van de Middelbare Landbouw- en Tuinbouw school, een krachtigen stoot aan dit be roepsonderwijs, en was de deskundige die aan de boerenbevolking kostelijken raad bezorgde. Hetgeen echter de onvermoeibare Eco nome het meest ter herfee nam, was de opvoeding en de vorming van de leerlin gen van 't Klein Seminarie. Hij kende ze bij naam en toenaam, waakte met vader lijke bezorgdheid over hunne gezondheid, verbeterde hun karakter, moedigde ze aan tot werkzaamheid, en vervolgde ze nog in "t verdere leven. Onder het statig voorkomen van den opvoeder verborg E. H. Econome de fijn gevoeligheid van een gouden hert. Kwam ergens een beproeving iemand ten-eêr- drukk-en, of ontstond er een nijpende nood bij zijne onderhoorigen, aanstonds was E. H. Hanssens gereed om op te beuren en een uiweg te zoeken in de opgerezen moeilijkheden. De verslagenheid, de tra nen van de eenvoudige werklieden van het gesticht bij 't vernemen van zijne be noeming, zijn de schoonste belooning die de E. H. Econome van 't Klein Seminarie kon meêdragen. De nieuwe Deken weze dan welgekomen in de goede stede van Poperinge. Van stonden af zijn hem alle herten gewon nen; eerbied en christelijke aanhankelijk heid van al zijne parochianen zullen hem de groote verantwoordelijkheid van het herderschap lichter maken. Wij wenschen hem een lang en vruchtbaar apostolaat, opdat zijn parochie en heel de dekenij de rijke vruchten van zijn werkkracht en van zijn priesterlijke goedheid mogen bekomen. De plechtige inhuldiging van Z. E. H. Hanssens als Deken van Poperinge zal plaats hebben op Zondag 9 Januari as., te 14 uur. Een der ingangen met links de infirmerie en rechts de watervoorraad. Zaterdag heeft te Brussel in de Natio nale Bank de inhuldiging plaats gehad van de eerste groote anti-gas model-in richting, die in Belgie is gebouwd. M en heeft daartoe de groote ruimte gebruikt, die zich onder de Bank bevindt en de bouw werd gemaakt volgens de modern ste plannen die bestaan. De toegangen tot deze schuilplaatsen bestaan uit driedubbel geblindeerde deu ren, wier sterkte buitengewoon groot is. Wanneer de ruimte gevuld is, is de lucht druk zoo sterk, tot het totaal is uitge sloten de deuren te openen zonder het mechanisme in werking te stellen en na jd-o luchtzuivcringsinrichting te hebben stilgelegd. Van den anderen kant zijn binnen de ruimte radio- en telefoonverbindingen met de buitenwereld aangebracht. Het spreekt vanzelf dat ook de noodige hygiënische maatregelen getroffen zijn. Er is in deze schuilplaats ruimte voor 1403 personen. In deze ruimte is een wachtzaal voor zien en een infirmerie. Ook is de bouw zoo opgevat dat dege nen, die er een schuilplaats in gezocht hebben meerdere dagen er in kunnen ver blijven. Van de Binnenlandsche Leening 1933 tyerden verscheidene aanzienlijke loten nog niet afgehaald. Hieronder bevinden zich drie loten van vijf millioen, welke volgende nummers dragen267326, 33S564 en 383152; twaalf loten van 1 millioen met volgende nummers106292, 127781, 138755, 186697, 230260, 237088, 241093, 246809, 272716, 286087, 381502 en 376965. Verder zijn er nog ongeveer 1200 loten van 25.000 fr. die op hun eigenaar wach ten. NIEUWE AANHOUDINGEN Steeds worden nieuwe verduisteringen gemeld, gepleegd met voetbalpronostieken. Te Ougrée werden de voorzitter en de se- kretaris-schatbewaarder eener dergelijke zaak aangehouden wegens verduisteringen gepleegd met deze pronostiek. Te Marche-en-Famenne werd eveneens een onderzoek ingesteld omtrent het aan geven van een persoon dier gemeente door een Ancwerpsche pronostie-kwedstrijd. De bedoelde inwoner van Marche had zooge zegd een som van 40.000 fr. gewonnen maar had nimmer gepronostikeerd en beeft ook het geld niet gekregen. Generaal Ludendorf, een der beste ge neraals van het Duitsche leger binst den grooten oorlog en invloedrijk politieker na den oorlog, is Maandag U. overleden in een Sanatorium te Munchen. Op 20 November 11. moest hij een heel kundige bewerking doorstaan, om een blaasaandoening. Zijn toestand was eenig- zins verbeterd en hij maakte reeds plan nen om het sanatorium te verlaten, toen zijn ziekte op Zondagnacht plots zeer ver ergerde en hij Maandagmorgen den geest gaf. Met Generaal Ludendorf verdwijnt een veel besproken figuur van binst en na den oorlog. Hij zag het daglicht op 9 April 1865 te Kruszczwina, in de Provincie Posen. In 1895 werd hij reeds 'kapitein. In 1911 werd hij kolonel en kreeg de leiding over de af- deeling der operatiën in den Generalen Staf. Hij werkte mede aan het plan tot aanval op Frankrijk aiover België. Hij nam een daadwerkelijk deel aan de krijgsverrichtingen reeds vanaf het begin van den oorlog en hij voerde het -bevel over de Duitsche troepen die den aanval •op Luik ondernamen. Dooro at de Belgen langer stand hielden te Luik dan de Duitschers hadden ge meend en hun opmarsch aldus tegenge houden, werd Ludendorf daarvoor ver plaats naar het Oostelijk front, waar hij samen met Hindenburg de leiding der operaties voerde. Samen bewerkten zij de Duitsche zege van Tannenberg. Daarna kwam Ludendorf naar het hoofdkwartier te Spa. Reeds binst den oorlog bemoeide Lu dendorf zich met politiek en was oorzaak dat de Duitsche Rijkskanselier von Beth- mann Holweg moest aftreden, dit in 1917. j Na de Engelsche doorbraak nabij Al- bert, drong hij aan op vrede in September 1918. Kort daarop veranderde hij van ge dacht, tot het Duitsche leger ineenstortte. Samen met Hindenburg had Generaal Lu dendorf tot aan den wapenstilstand drie jaar het bevel gevoerd over gansch het Duitsche leger en waren zij verantwoor delijk voor alle krijgsverrichtingen. In 1918 kwam in het Duitsche leger ver zet tegen de bemoeiingen van Ludendorf en werd hij zelfs ontslagen; in 1919 moest hij voor een onderzoekskommissie ver schijnen om over de redenen van zijn ne derlaag te verantwoorden. Dan werd Lu dendorf tegenstander van de Republiek van Weimar en sloot aan bij de radikale- rechtsche oppositie. In November 1923 nam hij deel aan den Nazi-Putsch te Munchen, maar hij werd vrijgesproken. In 1924 werd hij Nationaal-Socialistisch Rij-ksafgevaardigde en in 1925 was hij kandidaat voor het Rijkspresidentschap. Sedert is hij een ganschen tijd in mindere goede betrekkingen geweest met de leiders der Nazis en slechts over kort kwam het tot een verzoening tusschen hem en Hit- Ier. Hitier bezocht-Jaern reeds aan zijn ziekbed. Als algemeene karaktertrek mogen we beweren, dat Ludendorf steeds is geweest tegenover zichzelf als tegenover anderen bard en meedoogenloos. Hij maakte in vredes- en oorlogstijd steeds berekenin gen, koude berekeningen, zonder dat het menschelijk gevoelen daarin ook de klein ste rol mocht of kon spelen. Eens zijn plannen opgemaakt, voerde hij ze onver biddelijk uit. Zoo schreef hij in zijn boek «Der totale Krieg», dat de natie uitslui tend al haar krachten, in vredestijd als in oorlog, moet besteden aan den strijd. De oorlog is de normale toestand van het volk; de tijd tusschen twee oorlogen moet geheel en gansch verbruikt worden om de krachten te herstellen en den nieuwen oorlog volmaakt voor te bereiden, zelf de strijd moet met alle middelen gevoerd worden, want het doel is de volkomen ver nietiging van den vijand, bij wien noch strijders van niet-strijders, mannen van vrouwen of kinderen te onderscheiden valt. Er zijn slechts vijanden, die men moet vernietigen om zelf den oorlog te winnen. De mensch bestaat niet, alleen de oorlog bestaat, de totale, wreede oor log, zonder recht, zonder pardon, de oor log, die met de overwinning moet eindi gen, zelfs als er geen mensch meer zou zijn om de zegepraal te vieren. Ludendorf heeft zich ook bemoeid met den godsdienst en hij werd een fanatiek bestrijder van het Kristendom. Hij werd hierin ter zijde gestaan door zijn vrouw. Hij was een voorstander van het moderne heidendom, van een Duitsche Volksgods dienst», waarin het Volk gelijk gescha keld wordt met God, Hij hield er verder felijke rasopvattingen op na en het Na- tionaal-Socialisme begunstigde zijn reli gie. Voor Ludendorf was de H. Kerk het grootste gevaar voor den Duitschen ras- senstaat. Zijn juichkreet was; «Wij Duitschers, zijn op het oogenblik het volk, dat zich het verst van de Christelijke leer verwij derd heeftImmers het was het ideaal van zijn na-oorlogsche leven dit doel te bereiken; daarvoor heeft hij gewerkt, in een niet te beschrijven haat tegen allen, die in Jezus Christus den Verlosser en Redder der wereld zien. Ja hij heeft eens als eeretitel voor zich opgeëischt het ver schrikkelijk woord: «Antichrist». En niettegenstaande zijn godsdiensthaat binst zijn leven, is Ludendorf gestorven onder een kruisbeeld. Hij werd verzorgd in een Katholiek ziekenhuis, waar de Ka tholieke verpleegsters hem oppasten. Bo ven zijn bed was een kruisbeeld opgehan gen en van het te verwijderen kon er geen spraak zijn. Als geloovige christenen kunnen wij dan ook niets anders dan hopen dat God dezen onverbiddelijken vijand van het Christendom en van het Kruis, op het laatste oogenblik de genade moge gegeven hebben van de verzaking aan een dwaal leer, die in Dultschland vooral zooveel geestelijke en zedelijke verwarring en on heil heeft aangericht. Woensdag hadden de lijkplechtigheden plaats. Ludendorf werd begraven met nationale eer en zijn begrafenisdag was een dag van nationale rouw voor Dultsch land. Zijn stoffelijk overschot werd ten grave besteld te Tutzing, bezijden Munchen. Na het overbrengen van bet stoffelijk overschot van Generaal Ludendorff naar Munchen, werd de doodkist, bekleed met de vlaggen der standplaats, in de Vlaggenhalle van het Staf gebouw van het III0 Legerskorps derzelfde stad ten toon ge steld. Hier zien we officieren die een eerewacht bij het stoffelijk overschot vormen. Poetoeng, voorstad van Shanghai, staat in brand. Japanscbe vliegtuigen en oor logsbodems hebben de stad in vuur en vlam geschoten. Op het voorplan het dek van een Japansche oorlogsbodem vanwaar Japansche marineofficieren de vernie. ling nagaan. DE JAPANNERS RUKKEN OP NAAR HANG-KAU EN KANTON. HET INCIDENT MET DE PANAY NOG NIET GESLOTEN. In China moeten de Chineesen voort wijken voor de Japanners, dia thans hun troepen laten oprukken naar Hang-Kau en Kanton. De Japanners zouden ook ont scheept zijn in de Bias-baai, ten Noorden van. Hong-Kong. Zooals men weet behoort Hong-Kong aan Engeland en deze haven is slechts een honderdtal kilometer van Kanton 'gelegen. De Engelsehen hebben Hong-Kong versterkt en doen het nog, om aan alle mogelijke tosstanden het hoofd te kunnen bieden. Japansche oorlogsbodems zijn eveneens toegekomen in de Chinessche haven van Tsing-Tao, in Shant-oeng. De Japanners bezetten dus systematisch alle Chineesche havens, zoodat het nog niet 'bezette. China aldus weldra gansch afgesneden zal zijn van alle betrekkingen langs den Stillen Oceaan. Maarschalk Tchang-Kai-Shek heeft niettegenstaande de tegenslagen van de Chineesen, aangekondigd dat de strijd tot het bittere einde zal voortgezet worden. Nog wordt gemeld dat totnogtoe, na de inneming door de Japanners van Nan king, reeds 30-0.000 Chineezen buiten strijd werden gezet. Na de inneming van Nanking hebben de Japanners er een echt bloedbad inge richt. Alwie maar eenigszins verdacht werd den strijd tegen hen te hebben aan gebonden, werd onmeedoogend neerge schoten, zonder ©enige vorm van proces. Gansche groepen Chineezen werden bij een verzameld en met mitraljeuzen neer geschoten, De lijken liet men liggen, bij hoopen, op de straten en pleinen. De Ja panners hechten geen waarde aan het leven van die arme Chineezen. De stad werd eveneens geplunderd door de Japan sche soldaten. Zelfs het Amerikaansch ziekenhuis werd geplunderd. De gewonden die zich sleurden in de straat, werden zonder genade doodge schoten. Negentig duizend Chineezen zou den gedood zijn te Nanking. Te Tsin-Tao, Tsinan en Kiantsjau wer den de Japansche bezittingen in brand gestoken. Een spinnerij, waar 30.000 werklieden vroeger werk vonden, werd in brand gestoken en vernield. De Japansche generaal Doihara, ge noemd de <i Japansche Lawrence werd, naar verluidt, gedood tijdens een gevecht Het incident met de PanayAmeri- kaansche kanonneerboot, die tot zinken werd gebracht bij Nanking, is nog niet geregeld. De Japanners hebben naar ver luidt zelfs geschoten op de sloepen die de lieden, die aan boord waren, aan wal brachten. In het geheel zijn reeds vier leden der bemanning gestorven. In Amerika en Engeland, waar nog geen Japansche nota is toegekomen die vol doening schenkt aan de Amerikaansche en Engelsche Regeeringen, blijft men zeer verbeten op de Japanners en in Amerika bijzonderlijk wordt een groote campagne gevoerd tot boycott van de Japansche pi'cdukten. President Roosevelt eischt dat de Ja pansche keizer, het opperste en feitelijke hoofd van de Japansche legermachten, persoonlijk verontschuldigingen zou aan bieden. Amerikaansche schepen worden ook in gereedheid gehouden voor alle mo gelijke eventualiteiten. President Roose velt wordt hierin gesteund door het gan sche Amerikaansche volk. Nog werd vooruitgezet dat mogelijks En geland belangrijke vlootversterkingen zal zenden naar de Chineesche kusten en dat bijwijlen Engeland een akkoord zou slui ten met Frankrijk, opdat dit land het oog zou houden over de Middellandsche Zee, dit cm de Engelsche oorlogsbodems ge legen in de Middellandsche Zee, vrij te hebben voor het Verre Oosten. CMneesche troepen hebben in Tsing-Tao, die hoofdstad der vroegere Duitsche Bezitting Kiautscbau, een reuzenbrand ver oorzaakt, cüo de Japanscbe Bezittingen deze*- hoofdstad vernield hebben. Hier een algemeen zicht op do stad vóór ze totaal platbrandde. Mevrouwen, Mijne Heercn, Ik wensch bij de bespreking dezer be grooting een-ige kritische opmerkingen te maken ten opzichte van de taaltoestanden in het leger en bij de Rijksmacht, alsook enkele beschouwingen te wijden aan de oriëntatie van de landsverdediging in ver band met de huidige koers onzer interna tionale politiek. Ik wil beginnen, Mijnheer de Minister, met U te zeggen, en ik leg er ten zeerste nadruk op, dat er in het leger en bij de Rijkswacht nog zeer veel te doen is in zake toepassing der taalwet. Aangaande taal wetsovertredingen, miek ik U reeds vroe ger rechtstreeks verscheidene gevallen over. Ik kan niet nalaten thans nog enke le aan- deze reeks toe te voegen. Een bericht van overplaatsing, datee- rende van 26 Juni 1937 en afgegeven te Gent, kwam tweetalig voor met prioriteit voor de Fransche taal. Daarop werd aan gebracht een Fransche stempel met mel ding: 2° Corps des transports - Etat Ma jor en daarbij onderaan in het Fransch: Le Capitaine Commandant, Commandant la Cie. Is dat Mijnheer de Minister, edelmoe dig begrijpen en behoorlijke erkenning van de Vlaamsche taalgemeenschap? Denkt ge op die wijze de door U be oogde sterke nationale weermacht te kun nen verwezenlijken? Ziet ge met daarin een splijtzwam, die, wanneer ze voortgaat met te woekeren, en dat zal van U afhan gen, de verdeeldheid rechtsreeks in de hand werkt? Zoolang bij de legerleiding het Vlaamsch voelen en de integrale Vlaamsche. geest niet in oprechten en volstrekten zin zal •bestaan in de Vlaamsche legereenheden, zie ik niet in dat de defensieve macht die daaruit kan groeien werkelijk zijn volle vermogen kan bieden aan de Nationale Weerbaarheid. Hoofdzaak daartoe is dat de Vlaming zich in het leger in zijn eigen midden gevoelt. Ik heb ook nog een paar opmerkingen te maken over de Rijkswacht te Oostende. Deze draagt nog steeds het opschrift Gendarmerie Nationale U hebt me on langs meegedeeld, Mijnheer de Minister, dat, gezien dit in 't arduin gehouwd is, het departement van Openbare. Werken en Werkverschaffing dit 20u moeten doen verdwijnen. Ge kunt daarover een goed inzicht hebben, maar ik verwacht me stel lig er aan, en dat wensch ik te onderlij nen dat ge zelf onverwijld bij dit departe ment de noodige stappen met de vereisch- te beslistheid zult zetten om deze volstrek te ongerijmdheid seffens te doen uitscha kelen. Wat de oefeningen betreft dezer zelfde Rijkswachtbrigade, vroeger deelde ik U mee dat daar ook nog steeds Fransche bevelen gegeven worden. Uw antwoord daarop was aat, gelet op de 'bijzondere inrichting en de noodwen digheden van den Rijkswachtdienst, aan de Vlaamsche eenheden van dit Korps voorgeschreven werd zich insgelijks de Fransche bevelen eigen te maken om, zoo de omstandigheden zulks vergen tijdelijk te kunnen bijdragen tot het handhaven der openbare orde op alle punten van het land. Dan heb ik de kwestie omgekeerd en U gevraagd, Mijnheer de Minister, of ook wederkeerig om deze zelfde door U aange haalde reden aan de Waalsche Rijks wachtbrigaden voorgeschreven werd zich de Vlaamsche bevelen eigen te maken. Uw antwoord luidde dan dat de nood wendigheden van den dienst der Rijks wacht tot heden toe nog niet ge vergd heb ben dat het aan de Waalsche eenheden van dit Korps zou voorgeschreven worden zich de Vlaamsche bevelen eigen te ma ken. Deze zienswijze kan ik niet bijtreden. Ik zeg het U, Mijnheer de Minister, met alle openhartigheid dit antwoord vol doet me niet. Het staat in tegenstelling met wat de Vlaamsche strijd bij de eind oplossing en de eindzege, die zeker komt, zal meebrengen, dit is een volstrekte zui vere taaltoestand in geheel het Vlaamsche land in overeenstemming met de waardig heid van het Vlaamsche Volk, dat maar dan 'bevrediging kan en zal hebben, wan neer zijne heerlijke nationale leuze Geen rijker kroon dan eigen schoon overal in alle openbare instellingen tt zijne volle werkelijke ontplooiing en uitwerking zal gekomen zijn. Als ge U vandaag dan toch nog aan dit standpunt blijft vastkleven, dan acht ik het zeker niet gewaagd hier te voorspel len dat ge dit binnen afzienbaren tijd zult moeten prijs geven, want, weest dit wel indachtig, Vlaanderen groeit snel en sterk tot een 'bewusts natie, die haar het zelf beschikkingsrecht zal toeëigenen. Hoe zal het verder gaan met de alge meene taairegeling in het leger, waaraan de regeenngsverklaring een bijzondere passus wijdde? Men begint met te zeggen dat de regee ring vast besloten is de eenheid van ons Nationaal leger te handhaven, wat name lijk eenheid van opleiding en eenheid der Kaders van het Officierenkorps omvat. Men wil een nieuw taaistatuut geven, volgens hetwelk eenerzijds de soldaat zij ne geheele opleiding in zijn Moedertaal zal krijgen en daarom ingedeeld zal zijn in eentalige eenheden, die zich zouden kunnen uitstrekken tot de divisie en an derzijds de officier, benevens het ontvan gen eener volledige opleiding in zijn Moe dertaal ook werkelijk de andere Nationale taal moet kennen. Daartoe zullen schikkingen genomen worden opdat de onderwijsinstellingen zoohaast mogelijk een voldoend aantal of ficieren aan de hand zouden kunnen doen om aan de eenheden, kaders in overeen stemming met de v-ereischten van hun taairegime te bezorgen. De kaders zullen dus staan in het tee- ken van de tweetaligheid. Daarop wensch ik U, Mijnheer de Mi nister, volgende vragen te stellen? Zal de beoogde Vlaamsche legerafdeeling werkelijk staan onder integraal Vlaamsch gediplomeerde en Vlaamsch voelende lei ding? Zal er overgegaan worden tot de inrich ting, organisch en zelfstandig, van een volledig Nederlandsch Militair Onderwijs? Wordt er naast een franschtalig officie renkader ook een Vlaamsch officierenka der gevormd? Het is van zelfsprekend, en ik kan niet nalaten dit hier uitdrukkelijk te zeggen, dat zoolang de taairegeling in het leger niet aldus opgevat en uitgewerkt wordt, niet alleen de onmisbare Vlaamsche geest er bij zal ontbreken maar dat er zelfs Vlaamsch-vijandigheid zal blijven be staan. Dan ook mist ge uw doel, Mijnheer de Minister, in plaats van de eenheid, het symbool van de Moreele Kracht der Na tionale Weerbaarheid, krijgt ge de ver deeldheid, waarvan het belang door U ze ker niet uit het oog mag verloren worden. Thans wil ik nog enkele beschouwingen wijden aan ons leger,- niet op gebied van de militaire techniek maar als landsver- dedigingsmiddel. De landsverdediging behoort tot het ka der van de militaire politiek. Ze maakt de integrale basis er van uit en heeft bij ons niet de beteekenis van een aanvalselement, daarover bestaat er volkomen eensgezind heid, maar uitsluitend en alleen deze van een veiligheidsfactor ten opzichte van de delikate geografische ligging van ons land. Ze heeft bijgevolg niet minder en ook niet meer dan een defensief karakter. Ik ga van de gedachte weg en dat noem ik zuivere logica, dat de militaire politiek niet alleen niet kan afgescheiden worden van de internationale politiek, maar wel de geheele hosksteen er van uitmaakt, ik stel dan de vraag, staan deze beide gebieden, werkelijk in overeenstemming met elkaar? Na den oorlog en dit gedurende vele ja- ren, ten koste van groote risicos voor óns land, stonden ze alle 'beide opgesteld tegen het Oosten, bevestigd en bekrachtigd door het toen 'bestaande Fransch-B-elgisch Mi litair akkoord. Sedert verscheidene maanden is er ech ter gxoote verandering gekomen, die we ten zeerste toejuichen, doch alleen ten, opzichte van de buitenlandsche politiek. Inderdaad deze evolueerde van de gevaar lijke eenzijdigheid naar een gelukkig sta tuut van onafhankelijkheid, zelfstandig heid en onzijdigheid. Ten bewijze daafvan hebben we de overeenkomsten eenerzijds met Frankrijk en Engeland, waarbij we onze gevaarlijke waarborgbiedende positie ten opzichte van deze lander 'rbben kun nen doen wegnemen, en anderzijds met Duitschland, evenals, naar de officieele verklaringen van Minister Spaak, het niet meer officieel bestaan van het Fransch- Belgisch Militair Akkoord. Hoe staat daarin en daartegenover de militaire politiek opgesteld? Beantwoord nl. op dit oogenblik onze landsverdediging aan de geest onzer buitenlandsche poli tiek? Onafhankelijkheid en zelfstandigheid moet ze nu zeker hebben, anders Ikunhen we de overeenkomsten met Frankrijk en Engeland alsook met Duitschland niet ver klaren.. Ik zie daarenboven niet in dat, zonder deze eigenschappen Duitschland zou over gegaan hebben tot de verklaringen-, die het onlangs deed ten onzen opzichte. Deze gunstige factors, eigen aan onze huidige landsverdediging, die we ten kóste van onoverzienbare gevaren nog voor en. kele maanden mistten, beteekenen reeds een -gunstige vordering in de goede rich ting. Is dat voldoende, terwijl daarenboven onze landsverdediging nog steeds volledig eenzijdig georienteèrd staat? Het is im mers duidelijk dat ze algeheel en uitslui tend staat in verlenging van den Fran- schen Maginot-muur, opgericht tegen het Oosten terwijl het Zuiden totaal uit het oog verloren wordt. Dat laat me toe te bevestigen, dat, in tegenstrijd met de Koninklijke rede van 14 Oktober 1936, die o m. zegt dat on ze landsverdediging in overeenstemming dient te staan met de internationale poli tiek, onze militaire politiek zeker niet ge niet van hare dringende behoefte aan on zijdigheid. In deze volstrekte ongerijmdheid schuilt voor ons ontegensprekelijk een niet te on derschatten onveiligheidsfactor. Te dien opzichte wil ik twee beden kingen naar voor brengen. Eenerzijds' de geschiedenis wijst ons er op dat voor ons land het gevaar meermalen van uit het Zuiden kwam en anderzijds bestatigeri we in het huidig kader van de internationale politieke conjunctuur het nog imrfier voortbestaan van het Fransch-RUSsisch Militair Akkoord, hetwelk ongetwijfeld binnen de Eu-ropeesche grenzen de 'betee kenis heeft van een scherp staande ea uiterst gevoelig punt. Daaruit besluit ik dat bet gevaar vga uit het Zuiden op dit oogenblik hoege naamd niet -denkbeeldig'voorkomt. Dan zeg ik cok dat onze landsverdedi ging, volgens haar huidigen stand van eenzijdigheid nog steeds niet voldoet. Er moet dringend gezocht worden naar meer veiligheid, die we alleen maar kun nen vinden door militaire aaneensluiting met Nederland. Een dergelijke houding zal dan niet meer zooals in het onmiddellijk verleden het karakter dragen van een grootmogend- heidspolitiek, waarbij we als bij toeval ontsnapten niet alleen aan een defensieve maar zelfs een offensieve militaire actie, doch een politiek van bewuste zelfbevei- liging en zelfverdediging, die in zich dra gende een eerbied afdwingende kracht, ons de meeste veiligheid zal -bi-eden in ons aller belang. l3S33BBSEEa9aa83£BaaS3ti3£SPl FRANK KELLOGG. Men meldt uit St Paul, in Minnesota, dat de ontwerper van het anti-oorlogs pact, Frank Kellogg, overleden is. De H. Kellogg, gewezen rechter van het internationaal gerechtshof in Den Haag, was thans 81 jaar oud. Kellogg werd z-es weken geleden door een beroerte getroffen, dcch er was echter verschillende malen verbetering in zijn toestand gekomen. Zondagavond kreeg hij echter een longontsteking bij en overleed Dinsdag. ïaaiaaHBQaBBaBBMaaaBSiiraiisiBBB DE ZUSTER EN SCHOONBROEDER VAN MET SLACHTOFFER AANGEHOUDEN Op den openbaren weg te Veldegem werd op een nacht der vorige week, de land bouwer Karei Van Kerrebrouck, 41 jaar, jonggezel, aangevallen door twee kerels en deerlijk afgetakeld met revolver, mes en hamer. Wat lat-er werd de ongelukkige in d-eerniswekkend-en toestand gevonden dcor een voorbijganger die priester en doktor bijhaalde om zoowel geestelijke als licha melijke zorgen te be teden aan den ge wonde. Wat later gaf Van Kerrebrouck den geest. Een onderzoek werd ingesteld dat aan leiding gaf tot de aanhouding van de echtelingen D-e Wulf-Van Kerrebrouck, schoonbroeder en zuster van den vermoor de, alsmede van den knecht van De Wulf. De moord zou bedreven zijn geweest omtrent de verd-seling der goederen van wijlen Vader Van Kerrebrouck, goederen

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1937 | | pagina 4