moet weten KIJKJES IJZERTOREN 44 Vrede op Aarde 1939 WEEKBLAD 50 CENTIEMEN. 35" jaa: Nr 52. Het meest verspreide Weekblad der Streek KATHOLIEK NIEUWSNOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD- VERSCHIJNT WEKELIJK» Dit Nummer wordt op 12 Bladzijden gedrukt mmmÊm DE AANBIDDING OER HERDERS Dit is het laatste nummer van het jaar 1938 Vanaf aanstaande week worden als abonnent door de post bediend, zij die hun abonnement voor 1939 betaald hebben. Wie dit uit de een of ander reden niet deed en toch begeert ons blad voort regelmatig te ontvangen, schrijve ons onverwijld een kaartje om dit te vragen of storte 25 fr. op postchecknummer 155.70 van V. Sansen-Vanneste, drukker, Poperinge. of vraagt een abonnement aan de postbode wel aanduidend welk blad hij begeert De Poperingenacr De Halle De Toekomst We rekenen op het trouw blijven van al onze Abonnenten en danken hun hierbij bij voorbaat Sansen - Vanneste, Uitgever Onze Wandkalender peuen wij aanslaande week ZONDAG 25 DECEMBER 193S WW DE POPERTNGENAAR Uitgever Sansen-Vanneste, Poperinge felefoon Nr 9. Po«tch. Nr 155.70. p mm abonnementsprijs voor 1 jaar (per post) Binnenland 25.Franlc Engeland 10.Belgas Frankrijk 9.Belgas Belgisch Kongo 9.Belgas Alle andere landen 13.Belgas Medewerken zijn verantwoordelijk voor hun artikels. 1 IWRH'-WA rpww tarief voor berichten: Kleine berichten ner regel 1.25 fr. Kleine berichten (minimum) 4.fr. 2 fr. toe!, v. ber. m. adr t. bur. Berichten op 1® hl. per regel 5.fr. Berichten op 2® hl. pei regel 2.50 fr. Berichten op 3® bl. per regel 1.50 fr. Rouwber. en Bedank, (min.) 7.fr. Te herhalen aankondigingen orijs op aanvraag. Arinoncen zijn voorat te betalen en moeten tegen den Woensdag avond ingezonden worden. Kléine be richten tegen den Donderdag noen. door Edelfeld. Eerst worden de herders ultgenoo- öigd, later de drie koningen. Om de herders te piloteeren zendt 'de goede God engels. Om de drie wij ten te orienteeren is een ster vol doende. Wie wordt er voorgetrokken? Arme menschen. Het Kindje zelf is arm, straatarm. Het roept tot Zich eerst de schame- Ien, de boereknechten, mannen die geen hoogen graad hebben op de lad der der maatschappij, lieden die geen portefeuille en "ak dragen. Er zijn er die jaloersch zijn als ze voorbij hotels en vitrienen passeeren Waar de weelde uitgestald is, en ver maak tegen groot geld verkregen wordt. «Zoudt gij niet communist wor den?» Deze vraag kan oprijzen bij den misdeelden toeschouwer die be- statigt: alles voor den éénen en niets Voor de anderen. Komt mee met de herders naar het stalleken; zij moeten hun voeten niet afvagen er ligt geen linoleum. Jozef heeft geen coffre-fort met actiën. Maria beschikt niet in dien winternacht over een voorraad an- thracieten. Armoe, miserie. De paternoster van ellende is nog IBSEBEIHMBBBBflBBBBBBBBBBBflBlf maar aa~ 't eerste tientie. Noch vier, noch vonke: daar te lande buiten al Gods heiligen, gehik h»t volk zegt, en toch zoo dicht bij God. Geen tafel noch stoel, geen scha- pra, niet het minste confort. De herders komen, ze hebben hun schaapjes geteld, niet hun centen. Er is niet één, die kleingeld heeft. Maar er is ook niet één die bij dit zicht zich uitlaat: «Zoudt ge niet commu nist worden? Ze steken hun vuist niet omhoog, hun samengevouwen handen wel. Moderniseert die menschen en laat ze zingen: «Zou men armoe lijden om een mondje meer? De herders komen morgen bijeen en vertellen 't aan hun maten, maar ze maken geen volksfront. WONDERBARE ENSCENEERING. Geen paleis, geen gouden wieg. Voor God trekt dat op niets, dat is goed voor koningkinders. Natuur schoon is het kader voor het blijde geheim. Het kan niet schooner zijn op aarde. En heden in de kerk zal het armste kribbeken meer aandacht trekken dan het rijkste altaar. Niet schooner kon Hij geboren wor- 1BBB1BBBBBBBBBBBBBBBBHBBBB1 t De reeds Ingekomen lijsten der post toonen ons aan dat onze Lezers aan hun blad houden. We geven waar voor geld. Het bewijs is er. Bezie en vergelijk ons blad met andere. Ook da Af -inenten van 't Buitenland die ons het bedrag voor 1939 nog niet opstuurden, worden verzocht dit seffens te doen. willen ze vanaf aanstaandeweek voortons blad ontvangen den. niet schooner zal Hij kunnen sterve-i. T-;i die nochtans niet eerst de esthetiek zocht maar de moraal. Geen tam-tam, geen lawaai. Stille nacht, hemelsch vizioen, sterren' pracht, zwiittende natuur met sneeuw vlokjes, terwijl er honig druppelt over de aarde als in een kindersprookje. Daar komt geen reporter om een sensatie-artikel neer te pennen over die wereldgebeurtenis. Het evangelie is geen reportage. De jonge Moeder neemt haar god delijk Wichtie met meer eerbied dan de nieuwgewijde priester de H. Hostie in ziin eerste Mis. «Zie ik kom, Vader, om uw wil te doen is het gebed van het Kind dat Gods wereldplan komt uitvoeren... in een kribbeken. De Liefde is mensch geworden in dat Kindje met heldere oogjes. VREDE. I-Iet had kunnen een aardige Kerst dag ziin dit jaar 1938, gelijk wij er beleefd hebben op 't front, en nog erger. Het scheelde aan een haar over drie maagden. We gingen «réveil- lon houden met kouden koffie in een kelder en Adestezingen met een gasmasker aan; vrede op aarde! ju belen, bajonnet op het geweer. Het Kerstkindje komt nogmaals, de Vorst van Vrede met zijn boodschap: Volkeren bemint elkander. Als we daarnaar luisteren, dan is het nooit meer oorlog. Komt hier Kanseliers en Presiden ten, Ministers en Diplomaten, komt zonder etiket of protokol, als men schen. pelgrims van de vrede, als her ders der volkerenkudde. De herderkens van de gehuchten rond Bethlehem waren daar subiet, langs wegeltjes, maar gij moet komen over bergen en dalen, bergen van hoogmoed en rastheorie, dalen van eigen belang en zelfzucht. Gij deplaceert u tusschen een dub bele haag van nieuwsgierigen, gij overschouwt troepen. Een stalleken met povere menschen is niet interessant voor u. DIKTAT VAN BETHLEHEM. Pax! Vrede! Dat is 't Diktatvan Bethlehem. Vrede! zoo spreekt de Dictator der Liefde. Het Kindje met delikaat organisme leert u dat het een slechte wereld is waar meer getwist en geoorlogd wordt dan gebeden. De Messias verjaagt de Joden niet, verbant niemand, Hij zal zelf banne ling zijn. De Heiland doet geen Anschluss en bedreigt niet met territoriale elschen (altijd de laatste eisch... tot den naasten keer). Hij heeft geen ultimatum mee. Hij komt de harten veroveren. Komt grooten der aarde, maar brengt geen geschut mee, dat breekt de Kerststemming. De engels in hun oratoris zongen: Vrede! Vrede! Kerstgeschenk van Bethle hem. Vrede! Dit woord is de esperanto taal der herten, die alle volkeren zou den moeten verstaan. Het Kindje opent zijn handjes en eens zullen zijn armen wijd opengaan op een Kruis voor de VREDE AAN DE MENSCHEN VAN GOEDEN WIL. A* VAN DEN 't Is Kerstdag. Innige verteedering en stemmige vreedzaamheid dalen nu in 't gemoed van alle menschen die nog een beetje van goeden wil zijn. Stille icijding en rustige sereniteit heerschen over de gansche wereld en alle volkeren buigen neer voor het kleine Kerstekindeken. Door de nacht luider,cil: landen de blijde Kerstmisklokken en in rnïl- lioenen kerken weergalmt het he- melsch-heerlijk Gloria in excelsis door de gewelven. Daar is geen macht op de wereld en daar komt geen macht uit de hel die 't ooit vermogen zal de wereld- hulde aan het goddelijk Kind te ver hinderen. Kerstnacht is te schoon geweest toen het Licht in de wereld kwam opdat ooit eenige duisternis zijn klaar heid nog zoude kunnen ontnemen. Het hart van den mensch hunkert te zeer naar 't licht en naar de ivaar- heid opdat het zich zou afwenden na"r duisternis en leugen. Het menschdom weet dat de komst van dat kleine Kind in de wereld, van èulke overweldigende beteekenis is geweest omdat in dién éénen en éénigen nacht Zijn nieuwe tocht be gon naar de herwinning van verloren geluk en naar de herovering van het verloren paradijs. In zijn schamele kribbe, liggende op stroo, houdt het goddelijk Kind, in ziviinende welsprekendheid, de schoonste predinatie die\ ooit gehou den werd over de eerste der acht za ligheden: de armoede. Is het niet wonderbaar dat de her nieuwing van ons geluk en de stich ting van den vrede begonnen werden, daar midden in den nacht en in de grootste ellende. En is het niet even wonderbaar dat alle menschen die den weg naar het ware geluk gevonden hebben hun eer ste schreden richten naar het stalle ken van Bethleem. Al de rijkheid van het geluk en al de weelde van den vrede wordt ge oogst op het eenzame eji vruchtbare veld der armoede. Hoe heerlijk is de armoede dat de Koning der koningen er zich mede heeft omkleed dewijl Hij uit de hoog ste hemelen tot ons kwam om aan het geheele menschdom schatten en rijkdommen te brengen waarvan wij ons nog geen flauwe voorstelling kun nen maken! De herderkens kwamen het eerst en vonden daar een klein Kindeken in een kribbeken; ze knielden en aan baden dat Kindeken dat er niet an ders uitzag dan een gewoon kind, dan dat het zeer arm was. De engelen verschenen in den he mel boven den stal en zongen, in aan biddende en aanbiddelijke schoonheid, lofliederen voor dat arm Kindeken. De koningen van verre landen gekomen, uit heidensche gewesten, knielden neer en boden geschenken aan 't arme Wicht. Daar lag Jezus onbeholpen in de armoede: zóó werd hij aanbeden als arm Kind in een kribbe. In dit arme Kind heeft het mensch dom zijn redder erkend en aanbeden. Nu, in dezen tijd zien zooveel men schen en zooveel volkeren uit naar een verlosser en een redder uit de groote nooden die de wereld teisteren. Ze hebben hem gezocht in vooruit gang van loetenschap en techniek, in vermenigvuldiging van produktie, in nieuwe sociale systemen en moderne vernieuwde staatsinrichtingen. Ze meenden de redding te vinden bij machthebbers die beschikken over millioenenleger of staatsmannen met nieuwe theoriën. Doch nooit was er zooveel onrust en gejaagdheid, angst en kommer in de wereld als nu. De leiders der volkeren en de hoof den den natiën, velen althans, volgen niet meer de ster die hen brengen moet tot aan het stalleken van Beth leem. Ze missen den geest van Bethleem: den geest van armoede. Daarom kunnen zij niet de volbren- gers zijn van het geluk der mensch heid: want ze hebben de blijde bood schap van Bethleem nog niet verno men. Het menschdom verzucht naar vre de en naar geluk en het menschdom smaakt en geniet vredig geluk met Kerstdag: want ieder mensch voelt het aan dat in het kribbeken de bron van alle geluk wacht op de komst der menschen van goeden wil om hun in overvloed vreugde en blijdschap te schenken. Zoo heerlijk is die groote waarheid ons in den Kerstnacht geopenbaard: dat in de armoede van een stalleken voor ons de Gever van den hoogsten rijkdom geboren werd. Daar zien toe en daar beleven wij de heerlijkste realisatie van de ar moede die zalig maakt. Ze zijn wel gelukkig de menschen die nu met Kerstdag in dien geest van armoede het Kerstekindeken be naderen. Want 't is zeker: Zalig zij die arm van geest zijn want hen behoort het rijk der hemelen. Kindeke Jez^s* geef om als iehoon-,^ Post en telegraaf waren gevlucht op Plancke's hofsteê, die buiten schot op 'n twintig minuten van de plaatse lag. 't Postbureel was ondergebracht in de beste kamer en de telegraaf rechts op de koer In een barakske van 't Al- bertfonds, onder een grooten okkel- noteboom met recht ertegenover de zwijnekoten en 'n overdekten messing. 't Was daags vóór Kerstdag van 't jaar '17. 't Pront was kalm, stiller dan gewoonlijk; de Engelschen mie ken zich gereed om Christmas te vie ren en schenen hun obussen voor 'n paar dagen in reserve te houden. Van tijd tot tijd 'n verre zware doffe ont ploffing tusschen de kleinere, die men schier niet meer hoorde van klare gewoonte, herinnerde eraan dat ze ginder rond Kemmel, Dikkebusch, leper, Boezinge en Langemark nog niet t'akkoord waren... ter stukgeschoten vaderlandertjes en moest ze de stoveleuning vastnemen een pletsen ln slijk en modder. «Vrede op aarde aan de menschen» was niet voor hen. De dag der aflossing was daar en er viel niet aan te tornen. Ginder wachtten ze met ongeduld hun komst af om er blijmoedig van onder te trekken. Intusschen moest Wardje op den geskant loopen en zonk hij tot half- wege zijn afgekochte en veel te groo te soldatenschoenen ln de mooze. Aan den draai van de strate, waar de keizei van De Speuteuitloopt kwam er een heele karavaan auto's van 't Rood Kruis. Ze reden voorzich tig, en Wardje zag aan de neergela ten bastieren dat ze een droeven last vervoerden. Hier en daar sijpelde een druppel bloed langs 't achterdeel van den wagen neer, die onmiddellijk door 't grijsgrauwe slijk van den weg opgeslorpt werd en verdween. Voor hen die daar uitgestrekt lagen beloofde 't ook geen schoone Kerstdag te wor den en knikkebeende ze op haar stoel terug. Wardje snapte er niets van en zei: 'k Heb hier een telegram mee voor Weduwe Veracke, wil je hier aftee- kenen?en hij lei de «regu» op tafel. 't Moedertje, dat haar magere hand op heur herte drukte om 't 'n beetje te stillen, antwoordde: «Wil je 't 'n keer voorlezen wat er op staat, want zonder bril zie ik het niet goed? Ze was d'r in gedaan, want ze kende geen letter zoo groot of de kerke. Wardje die den inhoud niet kende, trok de plakzegel los en las luidop: Zoon Emiel, erg gekwetst, ligt ln hospitaal Océan te De Pann*. De Dokter-Kapiteisg De Wilde.» Mieltie Demoor, 'n gemilitariseerde telegrafist, in officierskostuum, zat tot over ziin ooren in 't werk. Ward ie Vandaele, een telegramdrager, die door een aardig toeval al dezen kant van 't front geraakt was en waarvan zijn ouders bachten den Duitsch za ten, zat in de keuken tusschen mar mieten en me!ktee1en, op een drie- pekkel bii de stove waaroo 'n grooten ketel beesteneten te brobbelen stond, en las, 'k zal 't nooit van miin leven vergeten, hij las: «De Boerenkrijg» van Conscience, als al-met-eens de keukendeur openging, 'n geute koude- natte lucht binnenvloog, en Mielte Demoor zei: «Wardje, draag 'n keer deze staatstelegram naar Weduwe Veracke's, in de Couthofdreve; de facteur zegt dat 't een klein tentje is dat entwaar voren-aan 't bosch staat, met boven d'ingangdeure een plankje met Villa Zonnebeke erop geschilderd. 't Was van dat weer waarvan de menschen zeggen: «'t Zuipt olsan, 't zou beter 'n keer goed deure regenen en dan ophouden. Met 'n Engelsche soldatenbache over zijn schouders geslagen, trok Wardje over den keizei die in stuk ken gereden was, en in pitten waar uit men het klijttesop kon scheppen met seulen, al langs de Papeline derwaarts. Een einae over de Molen- dreve kwam Wardje een kolonne in khaki-uniform gekleede mannen te gen die Kerstnacht zouden doorbren gen entwaar al de kanten van Voor- mezele en Zillebeke. Er stak geen fut in de op stap marscheerende High landers. Het ging de djamsniet, die er anders lustig naartoe trokken met mondmuziekske en accordeon. Men kon het hen aanzien dat Kerst nacht voor hen geen feestje ging worden, maar een zich schuilen ach- Na 'njialf uur- tie ga^n. nader de Wardje 't Couthofbosch en begon hij uit te kijken of hij nievers Villa Zonnebeke te zien kreeg. «Villa Roza», «V?ua Kemmel», «Villa Belle Vne» en tal van ande re voor huisvesting dienende dingeni Brutaalweg, zonder erom te doeS was hij reeds voorbij. De eene van klei]had Wardje 't moedertje als een en soldatenplaten, d'andere in hout I dolksteek gegeven. Ze werd bleek; haar neusvleugels trilden twee groote tranen vielen uit haar moeë blauwe oogen en. lieüen langs haar magere ka ken verloren in de rimpels van haar bevende kin. Haar blik ging langzaam naar den ka.!«n leemen muur waar 't portret hing van Miel en als verre weg met haar gedach ten dwaalden haar boorde volle wateroogen naar 't Onze Lieve Vrouwke dat op de schouwe stond en ab mee- weende met 't moedertjes ver kropte verdriet... In den Zomer van '15 had ze eenzelfde bericht ontvan gen. alleen de voornaam ver schilde, 't was dan Jules die vermeld werd. Ze had leeren verstaan wat de nuchtere term erg gekwetstte be- teekenen had. Haar man, die nu ook al verre weg v—i zijn parochie onder d'aaix r lag, was nog denzelfden avond naar De Panne getrokken en vernam dat Jules rustig over leden en reeds begraven was. RUSTIG!?! Te Pervijze had Jules, al eten naar de voorlijn slepen, een sept-sept tusschen de beenen gekregen en was half in moes geslagen. Hij ademde nog toen men hem opnam en op de berrie legde, met een laatste krulske van den aalmoezenier, maar zonder taal noch teeken was hij in den auto onderweg «RUSTIG» overleden. En nu bracht dat blauw stuk papier, dat ze niet eens zelf lezen kon, het gruwelijke nieuws dat Miel, haar jongsten, in den «Océan» lag... Toen Wardje huiswaarts keerde donkerde 't al en 't docht hem dat hij de uit- vaartklokke hoorde kleppen. Maar alles bleef stil, ginder op den toren; een legerbevel had ze stil gelegd voor geheel den duur van den oorlog en 't Vrede op aarde aan de menschenwerd nu al voor den vierden keer gesmoord in kanon gebulder en broedermoord! 's Anderdaags droeg Wardje naar den burgemeester der gemeente, de in 't Fransch opgesteld mare die luidde; Soldaat Emiel Veracke ge sneuveld te Stuivekenskerke ligt in hospitaal Océan, De Panne, wordt morgen met nog vier an deren begraven. Familie ver wittigen. Kolonel Verhaegen. Dit was de droeve Kerstboodschap welke de burgemeester Weduwe Ver acke moest brengen, en weinig scheel de 't of September 1938 zorgde er weer voor dat millioenen vrouwen het lot beschoren werd van moedertje Vracke. GUIDO. ste Kerstgeschenk: dien geest van ar moede, waarin gij tot ons gekomen zijt en waarin wij tot U moeten ko men indien wij door U willen aange nomen worden in uw Rijk. TUI* UILENSPIEGEL met stijl en kleur en balcon! Op Wa- tou huisden tot 4000 vluchtelingen en waar op de wereld konden allen on derdak vinden, tenzij ln getimmerde of geplakte barakken. De plankjes van de kistjes Chocolat Fry's kwa men voor zulke doeleinden bijzonder van pas, en dikwijls kon men op een gevel ordeloos dooreen genageld wel vijf-en-twintig keeren de rood-bruine letters Fry's lezen. Vorenaan in 't bosch stond dat on- oogeJijk ding dat «Villa Zonnebeke» heette, en Wardje trok er, met een is er geen beletbinnen, 't Moe dertje dat er thuis hoorde was bezig rapen te snijden voor de keuns en bij de stove zat een doornat Engelsch soldaat 'n pot warme koffie te slur pen. 'n Vloer was er niet en men stond er op den met kolenasschen bestrooiden en hard geloopen grond, n Tafel uit ongeschaafd hout, men gebruikte wat men onder handen kreeg, stond onder 't eenige ven ster waarvan de ruiten kruisgewijze beplakt waren met timberpapier, voor 't springen, beweerde men, als ze bombardeerden; een vijftal stoelen die voorzeker meegevlucht waren, en al e"'en kant van de schouw, met een kruisbeeld in 't midden, hing er een portret. Links dat van een lan sier, waarrond een rouwstrik gebon den was, en rechts dat van een ge woon infanterist of piot van 't 17». 't Vrouwtje was rechtgestaan toen Wardje binnenkwam en van zoo gauw 29 zag dat hij een telegram bij had, iiiimiuiiiiiiiiiiaiHuii

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1938 | | pagina 1