Een goê knecht
KOMT ER WERKELIJK OORLOG
Staatslieden aan het woord
In ons Land
Bericht aan de Miliciens mn 1929
hitler
ZONDAG 5 FEBRUARI 1939
DE POPERINGENAAR
Sansen-Vanneste, Poperinge
Telefoon Nr 9. Postch. Nr 155.70.
10 BLADZIJDEN: 50 CENTIEM.
36" JAAR. - Mr
KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD. VERSCHIJNT WEKELIJKS
INTERNATIONAAL OVERZICHT
De Kamerzitting van Donderdag geken
merkt door ernstige incidenten
Een voorstel tot verbreking der benoeming van
Dr Martens tot Lid der KonÊBkliike VSaaieisclie
Academies.
M. Spaak afgeranseld bij zijn naar huis gaan
NAAR HET ONTSLAG VAN
MINISTER DIERCKX
ZONDERLINGE LIGMANCEUVERS IN DEN REGEN
WE ZENDEN ONS BLAD
23 FRANK.
sproet voor <§e Rijksdag
Moeilijke ekonoiaisciie
toestand. - Teruggave
der Kolonies geëischt. -
duitschland staat Italië
ter zijde
DE KEUZE VAN HET REGIMENT
BENOEMINGEN
VAN BURGEMEESTERS
DE ENGELSCHE WERKLOOZEN DIENEN <DE SPORT
Kr CHAMBERLAIM spreekt
©ver den Internationalen
toestand. - Vertrouwen Sn
de toekomst,
Uitgever
ABONNEMENTSPRIJS
VOOR 1 JAAR (i»r post)
Binnenland
Engeland
Frankrijk
Belgisch Kongo
Alle andere landen
25.Frank
10.Belgas
9.Belgas
9.Belgas
13.Belgas
TARIEF VOOR BERICHTENj
Medewerkers zijn verantwoordelijk voor
hun artikels
Kleine berichten oer regel 1.25 fr.
I Kleine berichten (minimum) 5.fr.
I 2 fr. toel. v. ber. m. adr. t. bur.
1 Berichten op 1' bi. per regel 5.fr.
F Berichten op 2' bl. per regel 2.50 fr.
r Berichten op 3s bl. per regel 1.50 fr.
Rouwber. en Bedank, (min.) 7.fr.
Te herhalen aankondigingen
nrijs op aanvraag.
I Annoncen zijn vooraf te betalen en
[moeten tegen den Woensdag avond
f ingezonden worden. Kleine be-
j richten tegen den Ponderdag noen.
Een goê knecht is een fortuin weerd,
den dag van vandage.
Hoe groot men ook weze, onder
vindt men dagelijks dat men zonder
den kleinen man niet voort kan.
Een heer wilde een goê knecht. Hij
zette een aankondiging in zijn week
blad. Het moest een man zijn met
goede getuigschriften, een man ter
trouwe, eerlijk, werkzaam, met een
woord, alle goê gaven. Er was ook
goed loon verzekerd en goede behan
deling.
Als ze zich aanbieden hebben ze
gewoonlijk alle goê hoedanigheden,
ze kennen alles, ze beloven alles. Maar
naderhand ondervindt men best hoe
het zit.
Maar ja, waar zijn ook de patroons
zonder fouten?
En eischte men van den baas of
zijne achtbare wederhelft dezelfde
gaven, er zouden niet veel heeren of
dames gevonden worden die kunnen
dienen voor knecht of meid, het eene
lijk het andere gezeid.
Dit gezegd zijnde gaat de historie
verder.
EEN KANDIDAAT KWAM.
Hier is een groote koer, er is veel
vuiligheid. Gij zult dat al proper ma
ken, verstaan? zei de heer.
«Eerste klas, mijnheer.»
Nieuwe bezems vagen goed.
Heel den dag was hij ieverig aan
't werk: kuischen, vagen, wrijven,
schrepen en steperen. En als de avond
viel was de koer in orde, hij mocht
gezien zijn.
Maar 's nachts binst dat de knecht
rustig sliep en snorelde van de groote
vermoeienis van den arbeid, bracht
de patron al de vuiligheid weer op
den koer en nog meer erbij.
's Anderendaags trok de knecht een
vieze gespe. Dat was maar een on
aangenaam spektakel om den dag te
beginnen. Hij wist toch wel dat hij
daags te voren gezweet had om den
koer een proper aangezicht te geven,
en nu weer die wanorde op zijn nuch
tere mage.
Dat gaat te ver, zei hij, dit is al
verioren werk, 't is al te herdoen. Ja
maar, baas, alzoo niet zulle, zoo ko
men we niet overeen», pruttelde hij
tegen.
Herbegin, pak den emmer, pak
dca oorstel, trek eruit. Voorwaarts!
Marche! was 't bevel.
Hij herbegon, kom ik er niet van
daag, ik kom er morgen... en omdat
hij zoo wel niet gezind was als daags
te voren, foeterde het werk niet zoo
vlot. Nochtans aan het avondmaal
was de meeste vuiligheid opgeschept.
Afgeloopen voor vandaag, zei hij,
morgen komt ook alhier, en daarop
een goê pijp en daarna tusschen de
lakens.
's Nachts, lijk 'n duivel, weer het
zelfde sport van den patron.
's Morgens weer dezelfde panto-
miene bij den knecht, maar nog een
soorte erger, hij deed er eenige fran-
sche krakers bij. De krottist goochel
de met milliards! die een mensch
niet rijker maken. Doch de vuiligheid
was daar niet benauwd van en ging
daarvoor niet weg.
«Baas! dat gaat over zijn hout, het
is een messing; een keer kan zijn,
maar ik laat met mij den zot niet
houden, ik geef mijn acht dagen
het spookt hier in dat kot.
«Weihoe! en gij zijt hier nog maar
en ge spreekt al van weggaan.
De knecht stak zijn neus op en zei;
als 't niet wel is, ga ik seffens voort.»
De meester betaalde hem goed en
nog meer dan was overeengekomen.
De arme knecht was er ziek van.
Hij had hem kwa bloed gemaakt.
NIEUWE ANNONCE.
Een nieuwe aankondiging bracht
een anderen man die ook liever werk
te dan dopte. Het was een oude or
donnans van een majoor in 't leger.
Hetzelfde spel herbegon; goed werk.
alles proper 's avonds en 's morgens
herdoen.
Weihoe, zei de knecht, is er hier
tooverij? Nu het kan mij niet sche
len, ik kan daarvdbr niet sukkelen,
'k ben betaald voor dat werk en binst
dat ik dat doe, pele ik geen eiers. Ik
laat het aan mijn herte niet komen.»
Hij ontstak zijn pijp, trok er een
goê door den steert, zong een deuntje
en floot een airken, kuischte van 't
vaderland weg, en als 't avond was,
't herte begeerde de welverdiende rust.
's Anderendaags zelfde programma
der vermakelijkheden.
Hij was verwonderd, maar heel pla-
cied en flegmatiek hij had voor
heeter vuren gestaan pakte hij het
al den goên kant, al lachend op.
Je m'n fous zei hij in soldaten-
fransch, als de patron mij maar be
taalt t'ende de week, de rest is zijn
zaak, hij moet het weten.
Overmorgen... idem hetzelfde.
't Is embêtant, ik zou het liever
anders hebben, maar ja, wat wilt ge
er aan doen?» troostte hij zich.
Hij ontstak nogmaals zijn pijp en
herbegon zijn dagelijksch werk, vlij
tig lijk een bie.
Ik ben geen rentier, 'k ben maar
een werkman loech hij.
Acht dagen lang volhardde hij zon
der stenen, er waren geen putten
in de steenen van den koer geklaagd
met hetzelfde geduld en dezelfde
blijmoedigheid, zich zelf opbeurend
met het refrein: «Voili wat dat ne
werkman is.
De meester betaalde hem rijkelijk.
«Waar heb ik dat verdiend, pa
tron?
't Is goed, zei hij, ge hebt uw
proeftijd uitgedaan, ge hebt uw exa
men gepasseerd, proficiat! Ge moogt
blijven in dienst en ik geef u opslag
van loon 20
De andere, Nr 1, was werkloos, de
leeglooper moest gaan bedelen en be-
kloeg bitterlijk de vuiligheid van 's
nachts.
A
WIJ ZIJN DIENAARS.
God is meester.
Go4 dienen is ons heerlijk lot, we
zijn maar daarvoor op de wereld.
En hebt gij wel gewerkt binst den
dag om uw fouten te bestrijden en
uw gebreken uit te roeien, hewel binst
den nacht komen ze weer.
Herdoen!
De duivel speelt ons een toer.
Na de biecht brengt hij de vuilig
heid weer. Onze taak is vuiltjes kui
schen.
En zoo hebben we nogmaals werk
's anderendaags voor bijzonder pun
tjes en gewetensonderzoek.
Hoe meer gebreken, hoe meer werk.
Maar aan de lasten zijn de ver
diensten.
Zonder stri'i geen kroon, zonder
werk geen loon.
Herbeginnen, altijd herbeginnen en
volherden, dat is het sekreet en de
kunst der heiligen.
We zijn ervoor betaald, nu en later,
't is de tarief van de gratie hier en
van de hemelsche glorie hierboven.
Ge moet daar al geen kruisen in
maken, een beetje goê wil, smoor een
pijp, zing een liedje, en lees een «Onze
Vader».
Dat er alle dagen weer te kuischen
valt, dat de vuiligheid, het stof, de
modder, enz., altijd weerkeeren op
onze ziel, tot daar, het zal een keer
beteren. Als het wel is voor den Mees
ter, 't moet maar wel zijn voor den
knecht.
«Mijn leven is een vagevier», klaagt
gij.
Welnu 't is in dat vagevier dat ge
moet uwen hemel verdienen.
En als we vooruitgaan met moed
en levensvreugde, de Meester zal ons
opslagen.
Honderdvoudig geeft Hij reeds op
aarde.
Hij kan er tegen en is goed; er zijn
geen beter.
In 's Heeren dienst geef toch nooit
uwe acht dagen op, om de liefde
Gods toch.
Het slechtste in 't geestelijk leven
is geen werk hebben; 't is lastiger dan
werken, niets doen.
Eens zegt de Oppermeester: «Kom
goede en trouwe dienaar. Proficiat!
Ik noem u niet meer knecht, ik noem
u vriend.
Doe nederig uw werk voort, vind
smaak in de zelfoverwinning, heb ge
duld en taaie volharding en wacht
naar den einduitslag.
Ge zult groote oogen opentrekken
als ge in den hemel al die schatten
van verdiensten zult zien die gij ge
wonnen hebt een dag met een keer
en uitroepen zult geHeer der Hee
ren, zooveel! waar heb ik dat ver
diend? A, B.
IBBBEBBtSBaMEHBSBlSl:
MUSSOLINI
OPGESCHROEFDHEID VAN DEN
TOESTAND.
De inneming van Barcelona door de
Francotroepen, is een aanleiding ge
weest voor Mussolini om deze gebeur
tenis als een Italiaansche overwin
ning te bejubelen op de Fransche tus-
schenkomst in Rood Spanje. Het mo
ment wis voor hem psychologisch
gunstig, om Frankrijk te intimidee-
ren, door te laten voelen dat als de
Italiaansche eischen betreffende Tu
nis, Corsica en Djiboeti niet ingewil
ligd worden er vroeg of laat eens met
de wapenen zou kunnen uitgemaakt
worden of die eischen gegrond zijn.
Dat is blaffen en boffen; het is een
methods, die in onze tijd zijn kans op
succes heeft, maar ze is tenslotte zeer
gevaarlijk en zou weieens tot wan
hoopsbesluiten kunnen aanleiding ge
ven.
Hiermee is de toestand weer bijna
zoo opgeschroefd als over vier maan
den. De pers doet er dan het zijne
bij om door allerlei veronderstellin
gen en stoutmoedige profetieën, bij de
gewone mensch de oorlog als iets on-
ontkombaars voor te stellen. Sommige
psnneridders gaan zoo ver bepaalde
data's aan te geven voor het losbar
sten van de vijandelijkheden en al
lerlei combinaties voor de strijdende
kampen op te maken. Op grond van
berekeningen van de respectievelijke
macht van de landen die in conflict
zouden kunnen komen wordt zelfs het
mogelijk verloop vqorspeld. Deze ta-
■■BBB39GBSBB5l9BB3SB5aSS9B5SBSBlS£S3
felstrategen schijnen beter ingelicht
te zijn dan de generaals.
Het moet toegegeven dat de ver
houdingen werkelijk scherp staan, en
het was in bangen moede dat de rede
van Hitier afgewacht werd op 30 Ja
nuari. Men verwachtte alom dat we
daarna duidelijker de toestand zou
den ingezien hebben. En inderdaad!
De oorlogsmogelijkheid blijft bestaan,
maar uit die rede van de Fuehrer en
uit deze van Chamberlain twee dagen
vroeger mogen we toch besluiten dat
in geen geval overijld te werk zal ge
gaan worden en dat in ieder geval
de weg der onderhandelingen zal be
treden worden zooals dit vier maan
den her te Muenchen gebeurde.
CHAMBERLAIN TE BIRMINGHAM.
De rede van de Britsche Premier
heeft des te meer de aandacht ge
trokken, daar velen toch in hem blij
ven zien de reiziger, die zijn rust op
geofferd heeft en die al zijn wils
kracht gebruikt heeft om in den
Herfst van verleden jaar de vrede te
red-den. In ee i eerste deel van die
rede heeft hij gewezen op de laster
en de verdenkingen die rond zijn
handelwijze zijn losgekomen. We ken
nen die campagne van de marxisten:
Chamberlain is verkocht aan Duitsch-
land, al zijn kapitaal zit in de Krupp-
fabrieken, hij is laf geweest, heeft
Engeland en de democratie verraden,
enz. Hiermee wordt de spijt uitge
drukt dat een mooie kans is voorbij
gegaan om een preventieve oorlog te
gen de totalitaire Staten te voeren.
Toch verklaart de grijze Staats
man, dat hij geenszins zijn houding
beklaagt en dat hij desnoods zou her
beginnen. Hij steekt ons een riem
onder het hart wanneer hij zegt: De
gevolgen van een oorlog zijn zoo ern
stig dat geen regeering lichtvaardig
den oorlog zou ontketenen. Bovendien
blijf ik ervan overtuigd, dat er geen
geschillen zijn, hoe ernstig ook, die
niet zonder oorlog kunnen geregeld
worden door overleg en onderhande
lingen, zooals dit ook is neergelegd
in de verklaring van Muenchen
Chamberlain heeft met Hitier on
derhandeld, met Daladier en onlangs
nog met Mussolini, toen de herrie met
Frahkrijk reeds aan den gang was.
Hij zal wel de bevoegde man zijn om
te weten dat de regeeringen, dus ook
de Italiaansche, terugdeinzen voor de
gevolgen van een oorlog.
Daarom reeds vertrouwen we nog
steeds op den prede en op de onver
moeibare actie van Chamberlain om
die vrede.
Tijdens de openingsplechtigheid dei
Kon. Vlaamsche Academie had, zooals ge
meld, de Hr Dierckx, Liberaal en Minis
ter van Openbaar Onderwijs, een rede
uitgesproken die voor de Vlamingen ter
gend was. Dat die rede dan niet openlijk
afgekeurd werd had Hr Dierckx te dan
ken aan het feit dat de Koning de stich-
tingsplechtigheid bijwoonde.
Tegen deze rede alsmede tegen de orde
maatregelen die genomen werden bij die
stichtingsvergadering, werd door Hr Van
Dieren, VI. Nat., een interpellatie inge
diend in den Senaat. Deze interpellatie
ging Woensdag 11. door in het Hooger
Huis.
De zitting had echter een zeer woelig
verloop; moest tot tweemaal toe ge
schorst worden en door de HH. Van Die
ren, VI. Nat., en Verbist, Kath., werd ten
slotte een gezamenlijke motie ingediend
waarbij de Minister van Openbaar On
derwijs afgekeurd werd in gemelde kwes
tie.
Het eerste incident in de zitting werd
verwekt door het feit dat de Hr Dierckx,
Liberaal, weigerde te antwoorden in de
Vlaamsche taal op een tusschenkomst van
den H. Finné, die gesproken had over de
school toestanden in het Brusselsche. Het
kabaal werd hierom zoo hevig dat de
voorzitter de zitting moest schorsen.
het feit dat de Kr Dierckx het woord wil
de voeren vóór den Hl' Verbist, die dit
toegestaan was door den Voorzitter. De
Hr Voorzitter van den Senaat kreeg het
erg aan den stok inet Hr Dierckx, met
een storm van protestgeroep door de Se
natoren, zoodat verdei e beraadslaging on
mogelijk bleef.
Bij de derde hervatting kon de inter-
jj-ellatie Van Dieren dan doorgaan. Heer
Van Dieren hekelde de Hr Dierckx op
scherpe wijze om de woorden door hem
uitgesproken op de stichtingsvez-gadering
der Kon. Vlaamsche Academiën. Heer
Dierckx is een van die Vlamingen die niet
begrijpen wil. De rede van den Minister
Vlaanderen wil zich echter niet langer
meer laten beleedigen. De ordemaatrege
len waren tergend, Vlamingen we.aen
aangesproken door officieren in het
Fransch en m het Duitsch.
Na neerlegging van gemelde dagorde
■antwoordde de Minister op de interpella
tie. Toen hij opnieuw wilde spreken in
het Fransch herbegon het kabaal. Heer
Dierckx vervolgde ten slotte in liet
Vlaamsch, omdat het hem beliefde
Zijn antwoord bracht geen voldoening.
Hr Boon, Rexist, wilde dan nog spreken
over het geval Dr Martens. Hij beweerde
te spreken in raam der oudstrijders. Het
tumult herbego. in hoog tempo, zoodat
om erger te voorkomen, de voorzitter
noodgedwongen, de zitting ten einde ver
klaarde.
(Vervolg op 2' blad).
De tweede schorsing was het gevolg van
IB8BllBlBBBBMtfllBBBBBBBHBB8BB1BBBBBBSBBBB0H8BBBBBBBBBMB
In de Oxfordstraat, een der grootste en meest hereden straten van Londen, Leb
ben de werkloozen opnieuw lig-manceuvershen eigen, uitgevoerd. Ze legden
zich in den regen te midden de baan en bedekten zich met vlugschriften waarop
allerlei protestuitingen te lezen stonden. Het hoeft niet gezegd of de politie er
gauw bij was om alle verkeer normaal te laten doorgaan.
HITLER
HITLER VOOR DE
GROOT-DUITSCHE RIJKSDAG.
Het is onmogelijk om hier geheel
de rede van de Fuehrer te bespreken.
We houden ons alleen aan die deelen
die betrekking hebben op de bran-
dendste vraagstukken: de koloniale
eischen van Duitschland en de eischen
van Italië.
We hebben ons bij het luisteren
vooral toegespitst op het oogenblik
waarop de houding van Duitschland
ten overstaaan van de Italiaansche
eischen zou geformuleerd worden.
Nog eens heeft Hitier verklaard dat
Duitschland aan de zijde van Italië
staat en dat het thans Italië in zijn
eischen steunt zooals Italië zelf
Duitschland gesteund heeft in Sep
tember 11. Deze steun is geen ijdel
woord, zegt hij, maar een eerewoord,
dat niet zal gebroken worden. De
Duitsche wapens zullen zich voegen
bij de Italiaansche zoo dit vrienden-
land aangevallen wordt.
Trouwens Duitschland en Italië
hebben dezelfde belangen: verdedi
ging tegenn het internationaal com
munisme en koloniale eischen. Italië
eischt Tunis en Djiboeti; Duitschland
vraagt zijn vooroorlogsche koloniën
terug en wel met bijzondere aandrang
'nu. Hij stelt Frankrijk en Engeland
voor een eigenaardig dilema: ofwel
moet erkend worden dat de wereld
rijkdommen door het geweld alleen
kunnen verdeeld worden en dan moe
ten ze ook door het geweld kunnen
herverdeeld worden; ofwel moet toe
gegeven worden dat ze ook volgens de
regels van de rede en de billijkheid
«■eanBBiCBBSSiaBS9BStirs£taiis«iais>
GE ZIJT OVER ONS BLAD TEVRE
DEN! - NA LEZING, SCHUIF HET
IN HANDEN VAN EEN GEBUUR OF
/R1END. ZOO STEUNT GE ONS. -
DANK EROM.
SBBBBBBBBBBBBRIBBBBBBBBflBSBS
in Belgie, van nu tot einde jaar, aan wie
ons zendt in postzegels of stort op post-
checkrekening 155.70 van V. Sansen-Van
neste, Drukker, Poperinge, de som van
Voor Jhet Buitenland zende men ons per
Internationaal Postmes.Jaat:
39,95 fr. (belg. g.) voor Frank- en 0--0.
58,75 fr. (be!g. g.) vopr alle andere landen.
CHAMBERLAIN
kunnen verdeeld worden en ook kun
nen herverdeeld worden. Welnu de
rede en de billijkheid moeten ten
aanschouwe van de economische
noodwendigheden van dichtbevolkte
landen als Duitschland en Italië tot
de gevolgtrekking leiden dat de be
loften in 1915 aan Italië gedaan in
zake koloniën moeten voldaan wor
den en dat de vooroorlogsche Duit
sche koloniën naar de vroegere be
zitter moeten terugkeeren.
BESLUIT.
Als we nu logisch nadenken, dan
moeten we de handelwijze van Italië
en van Duitschland eenerzijds en ook
deze van Frankrijk en Engeland tame
lijk natuurlijk vinden. De eersten roe-
pn luid en dreigen, omdat de anderen
hun eischen ernstig zouden opnemen.
Frankrijk en Engeland houden aan
hunne bezittingen die moeite en ka
pitaal gevergd hebben, kunnen ook
onmogelijk onmiddellijk toegeven; de
eersten zouden het te gemakkelijk
hebben en tenslotte overtuigd worden
dat de democratische landen werke
lijk ellendig machteloos zijn. Het is
een kwestie van prestige. En wanneer
de oplossing werkelijk door een kata-
strofe dreigt afgedwongen te worden,
dan maar liever onderhandelen. Wij
gsloovên niet dat we fanatiek opti
mistisch mogen zijn, doch de kansen
voor het behoud van de vrede blijven
nog steeds groot.
(Verboden nadruk.) ROSKAM.
Voor de eerste maal kwam Maandag
30 Januari 11. de Rijksdag van Groot-
Duitschland bijeen In de Kroll-Opera te
Berlijn. Deze vergadering werd gehouden
ter gelegenheid der zesde verjaring van
het aan het bewind komen van Hitier.
Dat Hitier een belangrijke redevoering
zou houden tijdens deze Rijksdagverga
dering was bekend. In deze door interna
tionaal politiek gespannen dagen was deze
rede met zekeren angst verwacht, inzon-
der buiten de grenzen der totalitaire
Staten.
Te Berlijn heerschte Maandag een
feestelijke stemming. Alle huizen waren
bevlagd. Het werd een drukke dag. Des
avonds stroomden de straten der stad vol,
in afwachting van de rede van Hitier.
In het Rijksdaggebouw waren reeds
lang voor den aanvang der vergadering
alle openbare plaatsen bezet. De zaal was
op grootsche wijze versierd en een reus
achtige gulden arend prijkte aan de
wand, achter den voorzitterszetel.
In de Opera zelf werden nieuwe schik
kingen getroffen, immers 73 Oostenrijk-
sche en 41 Sudetenvertegenwoordigers
kwamen de 736 Rijksdagleden van 1938
nog aanvullen.
Bij den aanvang van de zitting werden
Goering en zijn assistenten opnieuw aan
geduid voor de volgenden zlttingstijd. Na
een rede van Dr Frlck kwam Hitier het
woord voeren.
HITLER AAN HET WOORD
Hij herinnerde eerst aan de gebeurte
nissen van vóór zes jaar, ten tijde dat hij
het bewind in handen nam. De partijen
hadden zich gecoaliseerd tegen het Na-
tionaal-Socialisme en zij aarzelden niet
een bondgenootschap te sluiten met de
Joden.
De Duitsche Staatsleider moest hierbij
nog een aanval doen op de Bisschoppen
met namelijk te beweren dat de bisschop
pen van de verscheidene kerken deze coa
litie zegenden.
Maar hij en Mussolini hebben Europa
weten te redden van het Kommunisme.
Toen hij op 30 Januari 1933 zijn intre
de deed op de Kanselarij deed hij het
met een gevoel van angst om de taak die
hem wachtte. Maar wat is sedertdien
niet reeds verwezenlijkt.
Deze zes jaren hebben yolstaan om een
droom van eeuwen) de wereeniging van
Groot-Duitschland, in vervulling te doen
gaan. Slechts een jaar is daartoe noodig
geweest.
In Oostenrijk werd Oostenrijk genaast.
Zes en half miliioen Duitschers zijn hier-
Met bet doel aan de miliciens zooveel
mogelijk voldoening te schenken inzake
de aanwijzing voor het regiment hunner
keuze, heeft de Minister van Landsver
dediging besloten de permutaties van mi
liciens tusschen de regimenten vóór de
indiensttreding en onder de volgende voor
waarden toe te laten.
De miliciens - die van regiment willen
veranderen moeten zulks per aangetee-
kenden brief aanvragen bij den comman
dant van het korps voor hetwelk zij zijn
aangewezen. De handteekening van den
aanzoeker dient gelegaliseerd.
De aanvragen moeten ingediend wor
den zoodra de miliciens de kaart ontvan
gen hebben, waarbij er hun wordt mede
gedeeld voor welk regiment zij zijn aan
gewezen.
De aanvragen zijn niet meer ontvan
kelijk 30 dagen vóór den datum welke
vastgesteld is voor de oproeping onder
de wapens bij het regiment waar de mi
liciens verlangen te dienen.
De permutaties worden toegelaten bij
wijze van compensatie, 't is te zeggen
dat het aantal miliciens die de toelating
bekomen om een regiment te verlaten,
niet grooter mag zijn dan het aantal
miliciens die vragen om naar hetzelve
over te gaan. De belanghebbenden moe
ten van hetzelfde taairegime zijn.
In geval dit getal mocht overtroffen
worden, zal de keuze gedaan worden met
inachtneming, vooral van liet aantal in
leven zijnde kinderen van het gezin.
Wat betreft de miliciens die in aan
merking komen om voor het reserveka
der te worden opgeleid, deze mogen
slechts permuteeren in het wapen waar
voor zc werden aangewezen en voor een
regiment met hetzelfde taalregimc.
Mogen buitendien niet permuteerende
uit de provincie Luxemburg afkomstige
miliciens die aangewezen zijn voor de
ardenner jagers, noch de miliciens die in
gedeeld zijn bij de Compagnie van het
Grenswielrijdersregiment te Luik of bij
de Vestingsregimenten te Luik en Na-
Adinkerke: M. C. Debaenst.
Avekapelle: M. Om. Roussgl.
Koksijde: M. G. Houtsaeger
WulveringemM. L. Flyps.
JBaSSSBBSlSBBSBEBBBaaHBBaBSHBStSiBBBBSSBBBBBBBBaHBBBBBaaHSI
men, tenzij, voor deze laatste korpsen, een
milicien die in de onmiddellijke nabijheid
van de forten woont, mocht vragen om
er naar over te gaan.
Ten slotte zijn de individueele permu
taties afgeschaft. De miliciens worden
door de Korpscommandant ingelicht om
trent het aan hunne aanvraag gegeven
gevolg. Het is nutteloos dat zij verzoek
schriften richten aan het Departement,
dat dezelve onbeantwoord zal moeten la
ten, wijl het zich in de onmogelijkheid
bevindt tusschenbeide te komen.
De aandacht van de miliciens wordt in
't bijzonder gevestigd op het feit dat de
permutatie geen recht uitmaakt, doch
een gunst is welke slechts bij evenwicht
tusschen de aanvragen kan worden toe
gestaan en dat zij slechts één enkel regi
ment mogen aanvragen.
PROVINCIE WEST-VLAANDEBEN
ARRONDISSEMENT KORTRIJK
Anzegem: M. de Limburg Stirum.
Avelgem: M. A. Vansteenbrugghe.
ARRONDISSEMENT OOSTENDE
Breedene: M. A. Zwanepoel.
Lombards!jdeM. R. Hosten.
St-Pieters-KapelleM. P. Inghelbrecht.
ARRONDISSEMENT TIELT
Dentergem: M. R. De Visscher.
Eegem: M. M. Lauvvers.
'Helt: M. R. Colle.
Wingene: M. H. Van den Brande.
ARRONDISSEMENT VEURNE
Londenache werkloozen hadden bij de voetbalontaipeting Weatham-Hotspurs, in
het Uptonpark te Londen, een demonstratie op touw gezet, en spoorden aan tot
algemeens werkstaking. Een kontingent politiedienaren verscheen ter plaatse en
enkele de- belhamels werden in hechtenis genojnen.
door tot Duitschland gekomen. Bij deza
naasting, heeft het Duitsche leger zijn
gevechtswaarde bewezen. Het heeft alle
verwachtingen overtroffen.
Tchecko-Slowakije tartte Duitschland,
door de schuld van Benesj, die Duitsch
land een diplomatieke nederlaag wilde
bezorgen. De Duitschers van het Sude-
tenland werden verdrukt. Voor de tweede
maal hebben de alsdan genomen militai
re maatregelen bewezen dat het Duitsche
leger een bruikbaar Instrument was.
Duitschland heeft het zelfbeschikkings
recht doen zegevieren, ten bate van tien
miliioen Duitschers. Duitschland bedreigt
niemand. Het heeft slechts de pogingen
van derden, die zich wilden mengen in
zijn zaken, verijdeld.
Hij is zeer verheugd geweest dat door
toedoen van Mussolini, ook van de HE
Chamberlain en Daladier, het mogelijk is
geweest, een vreedzame regeling tê tref
fen. Bij de overeenkomst van Munchen
werd het Tchecko-Slowaksch vraagstuk
opgelost. Het Sudetenvolk betuigde zijn
instemming met de inlijving bij Duitsch
land en thans bestaat aldus de Groot-
Duitsche Rijksdag.
Vervolgens wijdde de Fuhrer een reeks
beschouwingen over de binnenlandsche
politiek van Duitschland, o. m. over het
zedelijk gehalte en het karakter der lei
ders. Besluitvaardigheid, moed en stand
vastigheid zijn vereischte deugden. Alls
vraagstukken zal de Nationaal-Socialis-
tische Staat oplossen ten bate van het
Duitsche Volk.
Dit gaf Hitier de gelegenheid om uit te
varen tegen de demokratische landen, die
zegt hij, beweren dat Duitschland zal ver
gaan aan een financieele crisis, in een
crisis van voortbrengst en van verbruik,
aan overlading van schulden, dat de le
vensstandaard niet kan behouden blij
ven, enz. Men wenscht dat de Duitsch
Nationale Staat zou ten onder gaan. Dit
zal niet.
De Duitsche ekonomlsche toestand is
moeilijk, maar de zege is nabij. Welke
zijn de oorzaken dier moeilijkheden: 153
inwoners per vkm., geen buitenlandsche
hulp, geen reserves. Duitschland werd 15
jaar lang leeggeplunderd. Het land ging
gebukt onder astronomische schulden.
Duitschland had geen kolonies.
Duitschland mengt zich niet in de regi
mes van andere landen. Het heeft er geen
belang bij het Nationaal-Soclalisme uit
te voeren. Het heeft geen enkele reden
om den oorlog te beginnen tegen andere
landen omdat zij demokraat zijn.
De Voorzienigheid heeft echter de we
reld niet geschapen in het belang van
enkelen en van enkele landen of volkeren.
Ieder volk heeft het recht zijn bestaan te
waarborgen. Het Duitsche volk heeft
evenveel recht als de andere om deel te
nemen aan de uitbating van de wereld.
Het ontnemen aan Duitschland van zijn
kolonies is een schending van het zede
lijk recht en is in ekonomisch opzicht een
dwaasheid of krankzinnigheid. Die maat
regel was aartsdom. Het koloniaal vraag
stuk is. nu op brutaler wijze gesteld als
voor den oorlog. Een volk van 80 miliioen
kan men niet uitsluiten en doen leven als
paria's. Dit geldt voor Duitschland en
ook voor andere volken die zich in zelf
den toestand bevinden. (Hier bedoelt Hit-
Ier Italië en Polen).
Ofwel worden de rijkdommen der we
reld verdeeld, door geweld ofwel volgens
de rechtvaardigheid en bede. Geen enkel
volk is voorbestemd om alles te bezitten
en andere om niets te hebben.
Duitschland heeft zijn kolonies nu
broodnoodig. Duitschland heeft die kolo
nies niet, noodig om er strategische ba
sissen van te maken, om er soldaten op
te huisvesten. Het heeft soldaten genoeg
ln eigen land.
Doch om tkonomische redenen heeft
Duitschland zijn kolonies noódig.
Andere landen hebben Duitschland wil
len breken op ekonomisch gebied,
Duitschland heeft de strijd aangebonden
en dien strijd zal het volhouden. Ook dit
vraagstuk kan opgelost worden door de
rede. Duitschland moet meer kunnen uit
voeren.
De landen gaan gebukt onder den last
der bewapeningen. Doch Duitschland
moet ook zorgen voor zijn veiligheid, en
zal alles doen wat mogelijk is hiervoor.
Tegenover Frankrijk en Engeland heeft
Duitschland geen territoriale eischen meer
te stellen, tenzij de teruggave zijner ko
lonies. Maar dit moet geen aanleiding ge
ven tot oorlog.
Haat wordt gekoesterd tegen de total'-
taire Staten. Duitschland stelt zich hier
tegen te weer, maar het voelvgeen haat.
Het wil vrede. Duitschland zal zich ver
dedigen tegen alle aanvallen. Frankrijk,
Engeland en Amerika worden opgehitst
tegen het Duitsche volk door Joodsche en
niet-Joodsche agenten. Daarom moeten
alle aanvallen worden beantwoord.
De Kerk moet ook ophouden te strijden
tegen den Staat; zooniet zal de scheiding
tusschen Kerk en Staat moeten overwo
gen worden.
Inzake het geschil tusschen Frankrijk
en Italië zal Duitschland, zoo een oorlog
tegen Italië zou gevoerd worden, aan de
zijde van Italië staan, welke cok de ge
volgen ervan mogen zijn.
Verder verklaarde Hitier dat het een
groot geluk zou zijn voor Duitschland in
vrede te kunnen leven met Engeland, uit
te hij zijn voldoening over het toetreden
van Japan en Italië tot den antl-koni-
munistischen bond, en verklaarde te ho
pen dat de betrekkingen met Amerika
zouden mogen beteren.
De plaag der Joden moet uit Duitsch
land verdwijnen. Dit waagstuk moet wor
den opgelost. Alleen dan zal vrede moge
lijk zijn.
Hitier besloot zijn rede met zijn ver
trouwen uit te drukken in de toekomst
van Duitschland.
De rede van Hitier werd langdurig toe
gejuicht door de aanwezigen ln den Rijks
dag.
Voor beschouwingen zie het artikel van
onzen medewerker Roskam
In deze laatste dagen heeft Hr Cham
berlain twee redevoeringen gehouden over
den internationalen toeestand, redevoe
ringen die veel besproken werden en het
vertrouwen weer wat hebben opgewekt.
Zijn eerste rede hield hij te Birmin
gham, op Zaterdag 28 Januari 11.
Hr Chamberlain begon met te erkennen
dat de internationale toestand gespannen
is. Daarom bewerkt hij betere betrekkin
gen tusschen de landen. Men heeft ge
weldige kritiek uitgeoefend op het ak
koord van Munchen maar hij beklaagt
dit akkoord niet. Zoo het akkoord van
Munchen tot stand kwam is het ten
grooten deele dank de brieven die hij in
den voorgaanden Zomer wisselde met
Mussolini en het akkoord fiat met Italië
gesloten werd. Hij wil de geschillen rege
len door onderhandelingen en niet doof
geweld. (Vervolg op 3' biaqL