Een goê knecht KOMT ER WERKELIJK OORLOG Staatslieden aan het woord In ons Land Bericht aan de Miliciens mn 1929 hitler ZONDAG 5 FEBRUARI 1939 DE POPERINGENAAR Sansen-Vanneste, Poperinge Telefoon Nr 9. Postch. Nr 155.70. 10 BLADZIJDEN: 50 CENTIEM. 36" JAAR. - Mr KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL- EN AANKONDIGINGSBLAD. VERSCHIJNT WEKELIJKS INTERNATIONAAL OVERZICHT De Kamerzitting van Donderdag geken merkt door ernstige incidenten Een voorstel tot verbreking der benoeming van Dr Martens tot Lid der KonÊBkliike VSaaieisclie Academies. M. Spaak afgeranseld bij zijn naar huis gaan NAAR HET ONTSLAG VAN MINISTER DIERCKX ZONDERLINGE LIGMANCEUVERS IN DEN REGEN WE ZENDEN ONS BLAD 23 FRANK. sproet voor <§e Rijksdag Moeilijke ekonoiaisciie toestand. - Teruggave der Kolonies geëischt. - duitschland staat Italië ter zijde DE KEUZE VAN HET REGIMENT BENOEMINGEN VAN BURGEMEESTERS DE ENGELSCHE WERKLOOZEN DIENEN <DE SPORT Kr CHAMBERLAIM spreekt ©ver den Internationalen toestand. - Vertrouwen Sn de toekomst, Uitgever ABONNEMENTSPRIJS VOOR 1 JAAR (i»r post) Binnenland Engeland Frankrijk Belgisch Kongo Alle andere landen 25.Frank 10.Belgas 9.Belgas 9.Belgas 13.Belgas TARIEF VOOR BERICHTENj Medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun artikels Kleine berichten oer regel 1.25 fr. I Kleine berichten (minimum) 5.fr. I 2 fr. toel. v. ber. m. adr. t. bur. 1 Berichten op 1' bi. per regel 5.fr. F Berichten op 2' bl. per regel 2.50 fr. r Berichten op 3s bl. per regel 1.50 fr. Rouwber. en Bedank, (min.) 7.fr. Te herhalen aankondigingen nrijs op aanvraag. I Annoncen zijn vooraf te betalen en [moeten tegen den Woensdag avond f ingezonden worden. Kleine be- j richten tegen den Ponderdag noen. Een goê knecht is een fortuin weerd, den dag van vandage. Hoe groot men ook weze, onder vindt men dagelijks dat men zonder den kleinen man niet voort kan. Een heer wilde een goê knecht. Hij zette een aankondiging in zijn week blad. Het moest een man zijn met goede getuigschriften, een man ter trouwe, eerlijk, werkzaam, met een woord, alle goê gaven. Er was ook goed loon verzekerd en goede behan deling. Als ze zich aanbieden hebben ze gewoonlijk alle goê hoedanigheden, ze kennen alles, ze beloven alles. Maar naderhand ondervindt men best hoe het zit. Maar ja, waar zijn ook de patroons zonder fouten? En eischte men van den baas of zijne achtbare wederhelft dezelfde gaven, er zouden niet veel heeren of dames gevonden worden die kunnen dienen voor knecht of meid, het eene lijk het andere gezeid. Dit gezegd zijnde gaat de historie verder. EEN KANDIDAAT KWAM. Hier is een groote koer, er is veel vuiligheid. Gij zult dat al proper ma ken, verstaan? zei de heer. «Eerste klas, mijnheer.» Nieuwe bezems vagen goed. Heel den dag was hij ieverig aan 't werk: kuischen, vagen, wrijven, schrepen en steperen. En als de avond viel was de koer in orde, hij mocht gezien zijn. Maar 's nachts binst dat de knecht rustig sliep en snorelde van de groote vermoeienis van den arbeid, bracht de patron al de vuiligheid weer op den koer en nog meer erbij. 's Anderendaags trok de knecht een vieze gespe. Dat was maar een on aangenaam spektakel om den dag te beginnen. Hij wist toch wel dat hij daags te voren gezweet had om den koer een proper aangezicht te geven, en nu weer die wanorde op zijn nuch tere mage. Dat gaat te ver, zei hij, dit is al verioren werk, 't is al te herdoen. Ja maar, baas, alzoo niet zulle, zoo ko men we niet overeen», pruttelde hij tegen. Herbegin, pak den emmer, pak dca oorstel, trek eruit. Voorwaarts! Marche! was 't bevel. Hij herbegon, kom ik er niet van daag, ik kom er morgen... en omdat hij zoo wel niet gezind was als daags te voren, foeterde het werk niet zoo vlot. Nochtans aan het avondmaal was de meeste vuiligheid opgeschept. Afgeloopen voor vandaag, zei hij, morgen komt ook alhier, en daarop een goê pijp en daarna tusschen de lakens. 's Nachts, lijk 'n duivel, weer het zelfde sport van den patron. 's Morgens weer dezelfde panto- miene bij den knecht, maar nog een soorte erger, hij deed er eenige fran- sche krakers bij. De krottist goochel de met milliards! die een mensch niet rijker maken. Doch de vuiligheid was daar niet benauwd van en ging daarvoor niet weg. «Baas! dat gaat over zijn hout, het is een messing; een keer kan zijn, maar ik laat met mij den zot niet houden, ik geef mijn acht dagen het spookt hier in dat kot. «Weihoe! en gij zijt hier nog maar en ge spreekt al van weggaan. De knecht stak zijn neus op en zei; als 't niet wel is, ga ik seffens voort.» De meester betaalde hem goed en nog meer dan was overeengekomen. De arme knecht was er ziek van. Hij had hem kwa bloed gemaakt. NIEUWE ANNONCE. Een nieuwe aankondiging bracht een anderen man die ook liever werk te dan dopte. Het was een oude or donnans van een majoor in 't leger. Hetzelfde spel herbegon; goed werk. alles proper 's avonds en 's morgens herdoen. Weihoe, zei de knecht, is er hier tooverij? Nu het kan mij niet sche len, ik kan daarvdbr niet sukkelen, 'k ben betaald voor dat werk en binst dat ik dat doe, pele ik geen eiers. Ik laat het aan mijn herte niet komen.» Hij ontstak zijn pijp, trok er een goê door den steert, zong een deuntje en floot een airken, kuischte van 't vaderland weg, en als 't avond was, 't herte begeerde de welverdiende rust. 's Anderendaags zelfde programma der vermakelijkheden. Hij was verwonderd, maar heel pla- cied en flegmatiek hij had voor heeter vuren gestaan pakte hij het al den goên kant, al lachend op. Je m'n fous zei hij in soldaten- fransch, als de patron mij maar be taalt t'ende de week, de rest is zijn zaak, hij moet het weten. Overmorgen... idem hetzelfde. 't Is embêtant, ik zou het liever anders hebben, maar ja, wat wilt ge er aan doen?» troostte hij zich. Hij ontstak nogmaals zijn pijp en herbegon zijn dagelijksch werk, vlij tig lijk een bie. Ik ben geen rentier, 'k ben maar een werkman loech hij. Acht dagen lang volhardde hij zon der stenen, er waren geen putten in de steenen van den koer geklaagd met hetzelfde geduld en dezelfde blijmoedigheid, zich zelf opbeurend met het refrein: «Voili wat dat ne werkman is. De meester betaalde hem rijkelijk. «Waar heb ik dat verdiend, pa tron? 't Is goed, zei hij, ge hebt uw proeftijd uitgedaan, ge hebt uw exa men gepasseerd, proficiat! Ge moogt blijven in dienst en ik geef u opslag van loon 20 De andere, Nr 1, was werkloos, de leeglooper moest gaan bedelen en be- kloeg bitterlijk de vuiligheid van 's nachts. A WIJ ZIJN DIENAARS. God is meester. Go4 dienen is ons heerlijk lot, we zijn maar daarvoor op de wereld. En hebt gij wel gewerkt binst den dag om uw fouten te bestrijden en uw gebreken uit te roeien, hewel binst den nacht komen ze weer. Herdoen! De duivel speelt ons een toer. Na de biecht brengt hij de vuilig heid weer. Onze taak is vuiltjes kui schen. En zoo hebben we nogmaals werk 's anderendaags voor bijzonder pun tjes en gewetensonderzoek. Hoe meer gebreken, hoe meer werk. Maar aan de lasten zijn de ver diensten. Zonder stri'i geen kroon, zonder werk geen loon. Herbeginnen, altijd herbeginnen en volherden, dat is het sekreet en de kunst der heiligen. We zijn ervoor betaald, nu en later, 't is de tarief van de gratie hier en van de hemelsche glorie hierboven. Ge moet daar al geen kruisen in maken, een beetje goê wil, smoor een pijp, zing een liedje, en lees een «Onze Vader». Dat er alle dagen weer te kuischen valt, dat de vuiligheid, het stof, de modder, enz., altijd weerkeeren op onze ziel, tot daar, het zal een keer beteren. Als het wel is voor den Mees ter, 't moet maar wel zijn voor den knecht. «Mijn leven is een vagevier», klaagt gij. Welnu 't is in dat vagevier dat ge moet uwen hemel verdienen. En als we vooruitgaan met moed en levensvreugde, de Meester zal ons opslagen. Honderdvoudig geeft Hij reeds op aarde. Hij kan er tegen en is goed; er zijn geen beter. In 's Heeren dienst geef toch nooit uwe acht dagen op, om de liefde Gods toch. Het slechtste in 't geestelijk leven is geen werk hebben; 't is lastiger dan werken, niets doen. Eens zegt de Oppermeester: «Kom goede en trouwe dienaar. Proficiat! Ik noem u niet meer knecht, ik noem u vriend. Doe nederig uw werk voort, vind smaak in de zelfoverwinning, heb ge duld en taaie volharding en wacht naar den einduitslag. Ge zult groote oogen opentrekken als ge in den hemel al die schatten van verdiensten zult zien die gij ge wonnen hebt een dag met een keer en uitroepen zult geHeer der Hee ren, zooveel! waar heb ik dat ver diend? A, B. IBBBEBBtSBaMEHBSBlSl: MUSSOLINI OPGESCHROEFDHEID VAN DEN TOESTAND. De inneming van Barcelona door de Francotroepen, is een aanleiding ge weest voor Mussolini om deze gebeur tenis als een Italiaansche overwin ning te bejubelen op de Fransche tus- schenkomst in Rood Spanje. Het mo ment wis voor hem psychologisch gunstig, om Frankrijk te intimidee- ren, door te laten voelen dat als de Italiaansche eischen betreffende Tu nis, Corsica en Djiboeti niet ingewil ligd worden er vroeg of laat eens met de wapenen zou kunnen uitgemaakt worden of die eischen gegrond zijn. Dat is blaffen en boffen; het is een methods, die in onze tijd zijn kans op succes heeft, maar ze is tenslotte zeer gevaarlijk en zou weieens tot wan hoopsbesluiten kunnen aanleiding ge ven. Hiermee is de toestand weer bijna zoo opgeschroefd als over vier maan den. De pers doet er dan het zijne bij om door allerlei veronderstellin gen en stoutmoedige profetieën, bij de gewone mensch de oorlog als iets on- ontkombaars voor te stellen. Sommige psnneridders gaan zoo ver bepaalde data's aan te geven voor het losbar sten van de vijandelijkheden en al lerlei combinaties voor de strijdende kampen op te maken. Op grond van berekeningen van de respectievelijke macht van de landen die in conflict zouden kunnen komen wordt zelfs het mogelijk verloop vqorspeld. Deze ta- ■■BBB39GBSBB5l9BB3SB5aSS9B5SBSBlS£S3 felstrategen schijnen beter ingelicht te zijn dan de generaals. Het moet toegegeven dat de ver houdingen werkelijk scherp staan, en het was in bangen moede dat de rede van Hitier afgewacht werd op 30 Ja nuari. Men verwachtte alom dat we daarna duidelijker de toestand zou den ingezien hebben. En inderdaad! De oorlogsmogelijkheid blijft bestaan, maar uit die rede van de Fuehrer en uit deze van Chamberlain twee dagen vroeger mogen we toch besluiten dat in geen geval overijld te werk zal ge gaan worden en dat in ieder geval de weg der onderhandelingen zal be treden worden zooals dit vier maan den her te Muenchen gebeurde. CHAMBERLAIN TE BIRMINGHAM. De rede van de Britsche Premier heeft des te meer de aandacht ge trokken, daar velen toch in hem blij ven zien de reiziger, die zijn rust op geofferd heeft en die al zijn wils kracht gebruikt heeft om in den Herfst van verleden jaar de vrede te red-den. In ee i eerste deel van die rede heeft hij gewezen op de laster en de verdenkingen die rond zijn handelwijze zijn losgekomen. We ken nen die campagne van de marxisten: Chamberlain is verkocht aan Duitsch- land, al zijn kapitaal zit in de Krupp- fabrieken, hij is laf geweest, heeft Engeland en de democratie verraden, enz. Hiermee wordt de spijt uitge drukt dat een mooie kans is voorbij gegaan om een preventieve oorlog te gen de totalitaire Staten te voeren. Toch verklaart de grijze Staats man, dat hij geenszins zijn houding beklaagt en dat hij desnoods zou her beginnen. Hij steekt ons een riem onder het hart wanneer hij zegt: De gevolgen van een oorlog zijn zoo ern stig dat geen regeering lichtvaardig den oorlog zou ontketenen. Bovendien blijf ik ervan overtuigd, dat er geen geschillen zijn, hoe ernstig ook, die niet zonder oorlog kunnen geregeld worden door overleg en onderhande lingen, zooals dit ook is neergelegd in de verklaring van Muenchen Chamberlain heeft met Hitier on derhandeld, met Daladier en onlangs nog met Mussolini, toen de herrie met Frahkrijk reeds aan den gang was. Hij zal wel de bevoegde man zijn om te weten dat de regeeringen, dus ook de Italiaansche, terugdeinzen voor de gevolgen van een oorlog. Daarom reeds vertrouwen we nog steeds op den prede en op de onver moeibare actie van Chamberlain om die vrede. Tijdens de openingsplechtigheid dei Kon. Vlaamsche Academie had, zooals ge meld, de Hr Dierckx, Liberaal en Minis ter van Openbaar Onderwijs, een rede uitgesproken die voor de Vlamingen ter gend was. Dat die rede dan niet openlijk afgekeurd werd had Hr Dierckx te dan ken aan het feit dat de Koning de stich- tingsplechtigheid bijwoonde. Tegen deze rede alsmede tegen de orde maatregelen die genomen werden bij die stichtingsvergadering, werd door Hr Van Dieren, VI. Nat., een interpellatie inge diend in den Senaat. Deze interpellatie ging Woensdag 11. door in het Hooger Huis. De zitting had echter een zeer woelig verloop; moest tot tweemaal toe ge schorst worden en door de HH. Van Die ren, VI. Nat., en Verbist, Kath., werd ten slotte een gezamenlijke motie ingediend waarbij de Minister van Openbaar On derwijs afgekeurd werd in gemelde kwes tie. Het eerste incident in de zitting werd verwekt door het feit dat de Hr Dierckx, Liberaal, weigerde te antwoorden in de Vlaamsche taal op een tusschenkomst van den H. Finné, die gesproken had over de school toestanden in het Brusselsche. Het kabaal werd hierom zoo hevig dat de voorzitter de zitting moest schorsen. het feit dat de Kr Dierckx het woord wil de voeren vóór den Hl' Verbist, die dit toegestaan was door den Voorzitter. De Hr Voorzitter van den Senaat kreeg het erg aan den stok inet Hr Dierckx, met een storm van protestgeroep door de Se natoren, zoodat verdei e beraadslaging on mogelijk bleef. Bij de derde hervatting kon de inter- jj-ellatie Van Dieren dan doorgaan. Heer Van Dieren hekelde de Hr Dierckx op scherpe wijze om de woorden door hem uitgesproken op de stichtingsvez-gadering der Kon. Vlaamsche Academiën. Heer Dierckx is een van die Vlamingen die niet begrijpen wil. De rede van den Minister Vlaanderen wil zich echter niet langer meer laten beleedigen. De ordemaatrege len waren tergend, Vlamingen we.aen aangesproken door officieren in het Fransch en m het Duitsch. Na neerlegging van gemelde dagorde ■antwoordde de Minister op de interpella tie. Toen hij opnieuw wilde spreken in het Fransch herbegon het kabaal. Heer Dierckx vervolgde ten slotte in liet Vlaamsch, omdat het hem beliefde Zijn antwoord bracht geen voldoening. Hr Boon, Rexist, wilde dan nog spreken over het geval Dr Martens. Hij beweerde te spreken in raam der oudstrijders. Het tumult herbego. in hoog tempo, zoodat om erger te voorkomen, de voorzitter noodgedwongen, de zitting ten einde ver klaarde. (Vervolg op 2' blad). De tweede schorsing was het gevolg van IB8BllBlBBBBMtfllBBBBBBBHBB8BB1BBBBBBSBBBB0H8BBBBBBBBBMB In de Oxfordstraat, een der grootste en meest hereden straten van Londen, Leb ben de werkloozen opnieuw lig-manceuvershen eigen, uitgevoerd. Ze legden zich in den regen te midden de baan en bedekten zich met vlugschriften waarop allerlei protestuitingen te lezen stonden. Het hoeft niet gezegd of de politie er gauw bij was om alle verkeer normaal te laten doorgaan. HITLER HITLER VOOR DE GROOT-DUITSCHE RIJKSDAG. Het is onmogelijk om hier geheel de rede van de Fuehrer te bespreken. We houden ons alleen aan die deelen die betrekking hebben op de bran- dendste vraagstukken: de koloniale eischen van Duitschland en de eischen van Italië. We hebben ons bij het luisteren vooral toegespitst op het oogenblik waarop de houding van Duitschland ten overstaaan van de Italiaansche eischen zou geformuleerd worden. Nog eens heeft Hitier verklaard dat Duitschland aan de zijde van Italië staat en dat het thans Italië in zijn eischen steunt zooals Italië zelf Duitschland gesteund heeft in Sep tember 11. Deze steun is geen ijdel woord, zegt hij, maar een eerewoord, dat niet zal gebroken worden. De Duitsche wapens zullen zich voegen bij de Italiaansche zoo dit vrienden- land aangevallen wordt. Trouwens Duitschland en Italië hebben dezelfde belangen: verdedi ging tegenn het internationaal com munisme en koloniale eischen. Italië eischt Tunis en Djiboeti; Duitschland vraagt zijn vooroorlogsche koloniën terug en wel met bijzondere aandrang 'nu. Hij stelt Frankrijk en Engeland voor een eigenaardig dilema: ofwel moet erkend worden dat de wereld rijkdommen door het geweld alleen kunnen verdeeld worden en dan moe ten ze ook door het geweld kunnen herverdeeld worden; ofwel moet toe gegeven worden dat ze ook volgens de regels van de rede en de billijkheid «■eanBBiCBBSSiaBS9BStirs£taiis«iais> GE ZIJT OVER ONS BLAD TEVRE DEN! - NA LEZING, SCHUIF HET IN HANDEN VAN EEN GEBUUR OF /R1END. ZOO STEUNT GE ONS. - DANK EROM. SBBBBBBBBBBBBRIBBBBBBBBflBSBS in Belgie, van nu tot einde jaar, aan wie ons zendt in postzegels of stort op post- checkrekening 155.70 van V. Sansen-Van neste, Drukker, Poperinge, de som van Voor Jhet Buitenland zende men ons per Internationaal Postmes.Jaat: 39,95 fr. (belg. g.) voor Frank- en 0--0. 58,75 fr. (be!g. g.) vopr alle andere landen. CHAMBERLAIN kunnen verdeeld worden en ook kun nen herverdeeld worden. Welnu de rede en de billijkheid moeten ten aanschouwe van de economische noodwendigheden van dichtbevolkte landen als Duitschland en Italië tot de gevolgtrekking leiden dat de be loften in 1915 aan Italië gedaan in zake koloniën moeten voldaan wor den en dat de vooroorlogsche Duit sche koloniën naar de vroegere be zitter moeten terugkeeren. BESLUIT. Als we nu logisch nadenken, dan moeten we de handelwijze van Italië en van Duitschland eenerzijds en ook deze van Frankrijk en Engeland tame lijk natuurlijk vinden. De eersten roe- pn luid en dreigen, omdat de anderen hun eischen ernstig zouden opnemen. Frankrijk en Engeland houden aan hunne bezittingen die moeite en ka pitaal gevergd hebben, kunnen ook onmogelijk onmiddellijk toegeven; de eersten zouden het te gemakkelijk hebben en tenslotte overtuigd worden dat de democratische landen werke lijk ellendig machteloos zijn. Het is een kwestie van prestige. En wanneer de oplossing werkelijk door een kata- strofe dreigt afgedwongen te worden, dan maar liever onderhandelen. Wij gsloovên niet dat we fanatiek opti mistisch mogen zijn, doch de kansen voor het behoud van de vrede blijven nog steeds groot. (Verboden nadruk.) ROSKAM. Voor de eerste maal kwam Maandag 30 Januari 11. de Rijksdag van Groot- Duitschland bijeen In de Kroll-Opera te Berlijn. Deze vergadering werd gehouden ter gelegenheid der zesde verjaring van het aan het bewind komen van Hitier. Dat Hitier een belangrijke redevoering zou houden tijdens deze Rijksdagverga dering was bekend. In deze door interna tionaal politiek gespannen dagen was deze rede met zekeren angst verwacht, inzon- der buiten de grenzen der totalitaire Staten. Te Berlijn heerschte Maandag een feestelijke stemming. Alle huizen waren bevlagd. Het werd een drukke dag. Des avonds stroomden de straten der stad vol, in afwachting van de rede van Hitier. In het Rijksdaggebouw waren reeds lang voor den aanvang der vergadering alle openbare plaatsen bezet. De zaal was op grootsche wijze versierd en een reus achtige gulden arend prijkte aan de wand, achter den voorzitterszetel. In de Opera zelf werden nieuwe schik kingen getroffen, immers 73 Oostenrijk- sche en 41 Sudetenvertegenwoordigers kwamen de 736 Rijksdagleden van 1938 nog aanvullen. Bij den aanvang van de zitting werden Goering en zijn assistenten opnieuw aan geduid voor de volgenden zlttingstijd. Na een rede van Dr Frlck kwam Hitier het woord voeren. HITLER AAN HET WOORD Hij herinnerde eerst aan de gebeurte nissen van vóór zes jaar, ten tijde dat hij het bewind in handen nam. De partijen hadden zich gecoaliseerd tegen het Na- tionaal-Socialisme en zij aarzelden niet een bondgenootschap te sluiten met de Joden. De Duitsche Staatsleider moest hierbij nog een aanval doen op de Bisschoppen met namelijk te beweren dat de bisschop pen van de verscheidene kerken deze coa litie zegenden. Maar hij en Mussolini hebben Europa weten te redden van het Kommunisme. Toen hij op 30 Januari 1933 zijn intre de deed op de Kanselarij deed hij het met een gevoel van angst om de taak die hem wachtte. Maar wat is sedertdien niet reeds verwezenlijkt. Deze zes jaren hebben yolstaan om een droom van eeuwen) de wereeniging van Groot-Duitschland, in vervulling te doen gaan. Slechts een jaar is daartoe noodig geweest. In Oostenrijk werd Oostenrijk genaast. Zes en half miliioen Duitschers zijn hier- Met bet doel aan de miliciens zooveel mogelijk voldoening te schenken inzake de aanwijzing voor het regiment hunner keuze, heeft de Minister van Landsver dediging besloten de permutaties van mi liciens tusschen de regimenten vóór de indiensttreding en onder de volgende voor waarden toe te laten. De miliciens - die van regiment willen veranderen moeten zulks per aangetee- kenden brief aanvragen bij den comman dant van het korps voor hetwelk zij zijn aangewezen. De handteekening van den aanzoeker dient gelegaliseerd. De aanvragen moeten ingediend wor den zoodra de miliciens de kaart ontvan gen hebben, waarbij er hun wordt mede gedeeld voor welk regiment zij zijn aan gewezen. De aanvragen zijn niet meer ontvan kelijk 30 dagen vóór den datum welke vastgesteld is voor de oproeping onder de wapens bij het regiment waar de mi liciens verlangen te dienen. De permutaties worden toegelaten bij wijze van compensatie, 't is te zeggen dat het aantal miliciens die de toelating bekomen om een regiment te verlaten, niet grooter mag zijn dan het aantal miliciens die vragen om naar hetzelve over te gaan. De belanghebbenden moe ten van hetzelfde taairegime zijn. In geval dit getal mocht overtroffen worden, zal de keuze gedaan worden met inachtneming, vooral van liet aantal in leven zijnde kinderen van het gezin. Wat betreft de miliciens die in aan merking komen om voor het reserveka der te worden opgeleid, deze mogen slechts permuteeren in het wapen waar voor zc werden aangewezen en voor een regiment met hetzelfde taalregimc. Mogen buitendien niet permuteerende uit de provincie Luxemburg afkomstige miliciens die aangewezen zijn voor de ardenner jagers, noch de miliciens die in gedeeld zijn bij de Compagnie van het Grenswielrijdersregiment te Luik of bij de Vestingsregimenten te Luik en Na- Adinkerke: M. C. Debaenst. Avekapelle: M. Om. Roussgl. Koksijde: M. G. Houtsaeger WulveringemM. L. Flyps. JBaSSSBBSlSBBSBEBBBaaHBBaBSHBStSiBBBBSSBBBBBBBBaHBBBBBaaHSI men, tenzij, voor deze laatste korpsen, een milicien die in de onmiddellijke nabijheid van de forten woont, mocht vragen om er naar over te gaan. Ten slotte zijn de individueele permu taties afgeschaft. De miliciens worden door de Korpscommandant ingelicht om trent het aan hunne aanvraag gegeven gevolg. Het is nutteloos dat zij verzoek schriften richten aan het Departement, dat dezelve onbeantwoord zal moeten la ten, wijl het zich in de onmogelijkheid bevindt tusschenbeide te komen. De aandacht van de miliciens wordt in 't bijzonder gevestigd op het feit dat de permutatie geen recht uitmaakt, doch een gunst is welke slechts bij evenwicht tusschen de aanvragen kan worden toe gestaan en dat zij slechts één enkel regi ment mogen aanvragen. PROVINCIE WEST-VLAANDEBEN ARRONDISSEMENT KORTRIJK Anzegem: M. de Limburg Stirum. Avelgem: M. A. Vansteenbrugghe. ARRONDISSEMENT OOSTENDE Breedene: M. A. Zwanepoel. Lombards!jdeM. R. Hosten. St-Pieters-KapelleM. P. Inghelbrecht. ARRONDISSEMENT TIELT Dentergem: M. R. De Visscher. Eegem: M. M. Lauvvers. 'Helt: M. R. Colle. Wingene: M. H. Van den Brande. ARRONDISSEMENT VEURNE Londenache werkloozen hadden bij de voetbalontaipeting Weatham-Hotspurs, in het Uptonpark te Londen, een demonstratie op touw gezet, en spoorden aan tot algemeens werkstaking. Een kontingent politiedienaren verscheen ter plaatse en enkele de- belhamels werden in hechtenis genojnen. door tot Duitschland gekomen. Bij deza naasting, heeft het Duitsche leger zijn gevechtswaarde bewezen. Het heeft alle verwachtingen overtroffen. Tchecko-Slowakije tartte Duitschland, door de schuld van Benesj, die Duitsch land een diplomatieke nederlaag wilde bezorgen. De Duitschers van het Sude- tenland werden verdrukt. Voor de tweede maal hebben de alsdan genomen militai re maatregelen bewezen dat het Duitsche leger een bruikbaar Instrument was. Duitschland heeft het zelfbeschikkings recht doen zegevieren, ten bate van tien miliioen Duitschers. Duitschland bedreigt niemand. Het heeft slechts de pogingen van derden, die zich wilden mengen in zijn zaken, verijdeld. Hij is zeer verheugd geweest dat door toedoen van Mussolini, ook van de HE Chamberlain en Daladier, het mogelijk is geweest, een vreedzame regeling tê tref fen. Bij de overeenkomst van Munchen werd het Tchecko-Slowaksch vraagstuk opgelost. Het Sudetenvolk betuigde zijn instemming met de inlijving bij Duitsch land en thans bestaat aldus de Groot- Duitsche Rijksdag. Vervolgens wijdde de Fuhrer een reeks beschouwingen over de binnenlandsche politiek van Duitschland, o. m. over het zedelijk gehalte en het karakter der lei ders. Besluitvaardigheid, moed en stand vastigheid zijn vereischte deugden. Alls vraagstukken zal de Nationaal-Socialis- tische Staat oplossen ten bate van het Duitsche Volk. Dit gaf Hitier de gelegenheid om uit te varen tegen de demokratische landen, die zegt hij, beweren dat Duitschland zal ver gaan aan een financieele crisis, in een crisis van voortbrengst en van verbruik, aan overlading van schulden, dat de le vensstandaard niet kan behouden blij ven, enz. Men wenscht dat de Duitsch Nationale Staat zou ten onder gaan. Dit zal niet. De Duitsche ekonomlsche toestand is moeilijk, maar de zege is nabij. Welke zijn de oorzaken dier moeilijkheden: 153 inwoners per vkm., geen buitenlandsche hulp, geen reserves. Duitschland werd 15 jaar lang leeggeplunderd. Het land ging gebukt onder astronomische schulden. Duitschland had geen kolonies. Duitschland mengt zich niet in de regi mes van andere landen. Het heeft er geen belang bij het Nationaal-Soclalisme uit te voeren. Het heeft geen enkele reden om den oorlog te beginnen tegen andere landen omdat zij demokraat zijn. De Voorzienigheid heeft echter de we reld niet geschapen in het belang van enkelen en van enkele landen of volkeren. Ieder volk heeft het recht zijn bestaan te waarborgen. Het Duitsche volk heeft evenveel recht als de andere om deel te nemen aan de uitbating van de wereld. Het ontnemen aan Duitschland van zijn kolonies is een schending van het zede lijk recht en is in ekonomisch opzicht een dwaasheid of krankzinnigheid. Die maat regel was aartsdom. Het koloniaal vraag stuk is. nu op brutaler wijze gesteld als voor den oorlog. Een volk van 80 miliioen kan men niet uitsluiten en doen leven als paria's. Dit geldt voor Duitschland en ook voor andere volken die zich in zelf den toestand bevinden. (Hier bedoelt Hit- Ier Italië en Polen). Ofwel worden de rijkdommen der we reld verdeeld, door geweld ofwel volgens de rechtvaardigheid en bede. Geen enkel volk is voorbestemd om alles te bezitten en andere om niets te hebben. Duitschland heeft zijn kolonies nu broodnoodig. Duitschland heeft die kolo nies niet, noodig om er strategische ba sissen van te maken, om er soldaten op te huisvesten. Het heeft soldaten genoeg ln eigen land. Doch om tkonomische redenen heeft Duitschland zijn kolonies noódig. Andere landen hebben Duitschland wil len breken op ekonomisch gebied, Duitschland heeft de strijd aangebonden en dien strijd zal het volhouden. Ook dit vraagstuk kan opgelost worden door de rede. Duitschland moet meer kunnen uit voeren. De landen gaan gebukt onder den last der bewapeningen. Doch Duitschland moet ook zorgen voor zijn veiligheid, en zal alles doen wat mogelijk is hiervoor. Tegenover Frankrijk en Engeland heeft Duitschland geen territoriale eischen meer te stellen, tenzij de teruggave zijner ko lonies. Maar dit moet geen aanleiding ge ven tot oorlog. Haat wordt gekoesterd tegen de total'- taire Staten. Duitschland stelt zich hier tegen te weer, maar het voelvgeen haat. Het wil vrede. Duitschland zal zich ver dedigen tegen alle aanvallen. Frankrijk, Engeland en Amerika worden opgehitst tegen het Duitsche volk door Joodsche en niet-Joodsche agenten. Daarom moeten alle aanvallen worden beantwoord. De Kerk moet ook ophouden te strijden tegen den Staat; zooniet zal de scheiding tusschen Kerk en Staat moeten overwo gen worden. Inzake het geschil tusschen Frankrijk en Italië zal Duitschland, zoo een oorlog tegen Italië zou gevoerd worden, aan de zijde van Italië staan, welke cok de ge volgen ervan mogen zijn. Verder verklaarde Hitier dat het een groot geluk zou zijn voor Duitschland in vrede te kunnen leven met Engeland, uit te hij zijn voldoening over het toetreden van Japan en Italië tot den antl-koni- munistischen bond, en verklaarde te ho pen dat de betrekkingen met Amerika zouden mogen beteren. De plaag der Joden moet uit Duitsch land verdwijnen. Dit waagstuk moet wor den opgelost. Alleen dan zal vrede moge lijk zijn. Hitier besloot zijn rede met zijn ver trouwen uit te drukken in de toekomst van Duitschland. De rede van Hitier werd langdurig toe gejuicht door de aanwezigen ln den Rijks dag. Voor beschouwingen zie het artikel van onzen medewerker Roskam In deze laatste dagen heeft Hr Cham berlain twee redevoeringen gehouden over den internationalen toeestand, redevoe ringen die veel besproken werden en het vertrouwen weer wat hebben opgewekt. Zijn eerste rede hield hij te Birmin gham, op Zaterdag 28 Januari 11. Hr Chamberlain begon met te erkennen dat de internationale toestand gespannen is. Daarom bewerkt hij betere betrekkin gen tusschen de landen. Men heeft ge weldige kritiek uitgeoefend op het ak koord van Munchen maar hij beklaagt dit akkoord niet. Zoo het akkoord van Munchen tot stand kwam is het ten grooten deele dank de brieven die hij in den voorgaanden Zomer wisselde met Mussolini en het akkoord fiat met Italië gesloten werd. Hij wil de geschillen rege len door onderhandelingen en niet doof geweld. (Vervolg op 3' biaqL

HISTORISCHE KRANTEN

De Poperinghenaar (1904-1944) | 1939 | | pagina 1