"Ik heb mijn plicht gedaan»
De P@iifieke Toestand
in ©ns Land
De Uurregeling van Treins en Trams
PAX YOBISCUM
Bespannen en fgevmrweüe
Internationale Toestand
en Liefde» I Pauselijke Woerden
De Zomertijd treedt heden in voege
Be Bezetting von Albanië deer Halte
ZONDAG 16 APRIL 1939.
10 BLADZIJDEN: 50 CENTIEM.
«DE POPERINGENAAR
KATHOLIEK NIEUWS-, NOTARIEEL EN AANKONDIGINGSBLAD. - VERSCHIJNT WEKELIJKS
belangen
verandert feeden Zondag 16 April
Uurtabel met verandering voor onze streek
geven wij Zondag aanstaande 23 April
INTERNATIONAAL OVERZICHT
DE PAASCHREDE VAN DEN H. VADER
DE VEROVERING VAN ALBANIË
De bezetting van Albanië daar Italië
brengt heel Europa in hoogspanning
Engeland en Frankrijk zijn eendrachtig vast
besloten iedere nieuwe aanranding van de
dictatuurstaten te bestrijden. - Het geschil
Duitschland-Poien steeds ep den voorgrond. -
Kleine landen wenschen zelfstandig te blijven.
Bewapeningen en oproepingen in alle
landen. - Ook in Belgie werden bepaalde
eenheden opgeroepen.
BU]
'hemic®
mbeN
DE PAASCHEOODSCHAP VAN DEN H. VADER AAN DE WERELD
m Vrede deer Rechtvaardigheid
DE TOESPRAAK VAN DEN
PAUS
DE PAUSELIJKE ZEGEN
Ai
WE ZENDEN ONS BLAD
13 FRANK.
De Zomertijd treedt dit jaar in op Zondag 16 April. Men zal
das de uurwerken heden Zaterdag avond één uur moeten
VOORUIT zetten. b. v. Zaterdag avond te 8 aar moeten
alle uurwerken op 9 uur gezet worden
36- JAAR. - N' 16.
Uitgever
Sansen-Vanneste, Poperinge.
Telefoon Nr 9. Postch. Nr 155.70.
ABONNEMENTSPRIJS
voor 1 JAAR (per post):
Binnenland 25.Frank
Engeland 10.Belgas
Frankrijk 9.Belgas
Belgisch Kongo 9.Belgas
Alle andere landen 13.Belgas
Alle Medewerkers zijn verantwoordelijk
voor hun artikels.
ordelijk ij
rnSlmxJm
mmarn
TARIEF VOOR BERICHTEN.
Gewone berichten per regel 1,25 fr.
Kleine berichten (minimum) 5,fr.
2 fr. toel. v. her. m. adr. t. bur.
Berichten op 1° bl. per regel 5,fr.
Berichten op 26 bl. per regel 2,50 fr.
Berichten op 3° bl. per regel 1,50 fr.
Rouwber. en Bedank, (min.) 7,fr.
Te herhalen aankondigingen
prijs op aanvraag.
Annoncen zijn vooraf te betalen en
moeten tegen den Woensdag avond
ingezonden worden. Kleine be
richten tegen den Donderdag noen.
Ik heb mijn plicht volbracht.
Eenvoudige zin.3. incarnatie van de
hoogstmenschelijke vreugde.
Hoe dikwijls vielen die woorden van
de stervende lippen van de duizenden
die stierven voor hun vaderland...
Nochtans den plicht jegens het va
derland alleen kan een menschenle-
ven niet vullen. Er is meer: den plicht
jegens God.
Zalig zij die een van deze veertien
dagen hun plicht vervuld hebben.
Voor velen was dat zeer gemakke
lijk.
Levend in een gedurig godsdiensti
ge gedachte is de Kristus voor hen
den goeden vriend, dien ze nederig
doch zeer genegen, zooveel mogelijk
ontvangen.
Voor anderen echter was de moei
lijkheid groot, zeer groot wellicht.
Na tien, twintig, zelfs dertig jaar
een eigen gang gaan, zonder God, is
van het godsdienstige bij den armen
niets meer over dan een smeulend
vonkje dat onder de asch, onder zoo
veel asch naar een beetje lucht te
snakken ligt.
Na zooveel jaren hoogmoedige gods-
verloochening beteekent deze daad
het deemoedig buigen van het trot-
sche hoofd, ten aanzien van de vele
vrienden die er wellicht zullen om
spotten: tegenover vrouw en kinderen
die er U zullen om danken; doch ze
beteekent nog veel meer wat har
der is het breken van den koppi-
gen wil onder den drang van den god-
delijken wil van den Meester, in het
nederig, doch diep bewust bekennen:
Heer, ik heb gezondigd.
Doch vandaag tenminste heb ik
mijn plicht gedaan.
Maar vooraleer velen in alle op
rechtheid en in diep geluk deze woor
den tot de hunne mogen maken, val
len er soms zoo'n groote offers te
brengen.
Afbreken met de vrouw die voor U
de incarnatie was van goedheid en
grootheid van jovialiteit en begrijpen,
en die men beminde met al de vezels
van zijn wezen, hoewel het... niet
mocht.
Het hart losrukken van dat andere
hart dat één is met het uwe, omdat
het nu niet meer mag.
Liefde offeren aan de Liefde.
O! Wat kan de liefde van den Kris
tus soms duur kosten... en wat valt
het soms moeilijk, bovenmenscheliik
moeilijk den tol te betalen die de
Liefde eischen mag.
Zijn ziel losscheuren van een an
dere ziel om ze, bloedend van pijn,
doch stil-gelukkig neer te leggen in
de hand van den Verrezen Kristus.
Ziedaar voor velen de harde betee-
kenis van vijf simpele woordekens:
Ik heb mijn plicht gedaan.
A
Naast het woord plichtstaat
vergelding
Wie zal beschrijven de wonderlijke
zachtheid waarmee de Meester zijn
liefde om de wonden windt, die om
hoeveel vertroosting Hij giet In de
harten van die minden en om Hem
gescheiden werden.
Die tegemoetkoming van den glo
rievollen Kristus is het juist, die de
diepe schoonheid uitmaakt van som
mige Paaschcommunies.
Het is de Communie der overwin
naars!
De Communie van hen die alles
offerden, hun hoogmoed, hun haat,
hun liefde, hun menschelijk opzicht,
om te bewaren of te hervinden de
liefde van Kristus.
Wat is het roerend schoon op
Góeden-Vrijdag onze mannen in het
koor te zien neerknielen voor het
beeld van den stervenden God.
Doch hoeveel schooner is het nog,
hen te zien aanzitten aan de H. Tafel,
gereinigd, gelukkig.
Zij hebben hun plicht gedaan.
Maar dan, de anderen?
Zij die overwonnenen zijn omdat ze
niet eens gestreden hebben.
Zij die zich laten gaan, zonder ook
maar een hoogere gedachte, droevige
wrakken!
Zij die, in de dagen waarop onze
tegenstanders verwoed «rood> zijn,
geen enkele kleur bekennen?
Zie die gedoopt en gevormd werden
en wel ter kerke gaan, doch uitge-
noodigd tot het gastmaal niet den
moed hebben aan te zitten?
Arme, arme menschen. En nog veel
armere menschen indien ze tot de
leide klas behooren en zoo de hoogste
verantwoordelijkheid dragen...
Die neutralen kristenen van naam
zonder het te zijn naar de daad, zijn
de oogst van het zaaisel in de vorige
eeuw, uitgestrooid door de triomfee-
rende loge.
Met de hoofden van de sijnagogen
hebben de vrijmetselaars geloofd dat
de Kristus, eindelijk wel voor goed
zou dood zijn. Nu hadden ze Hem
stellig gehad en zijn ster zou wel
voor eeuwig gedoofd zijn in de diepte
van den donkeren, leegen hemel.
Geen mensch meer in de kerk
programma van het nu. «De school
conder-God zou wel zorgen voor het
morgen
A
En toch de Kristus verrijst, onver
moeibaar!
Hij herrijst in elke reine, moedige
ziel die zich de onontkombare vraag
van zijn eindbestemming stellen
durft. En het antwoord op die vraag
is hun Paaschcommunie. Eenvoudige
plichtsvervulling, en toch, wat heer
lijk schouwspel van vrede en geluk
voor die eenvoudigen van harte.
Zij zijn het juist die het land red
den. Want een land leeft maar door
zijn ziek En de ziel leeft enkel door
God. En dien God is den Verrezene
van gisteren, van heden, van morgen,
van eeuwig. Dien God is Kristus, de
Zijnentwil werden toegebracht, en'Onze!
laaaSBSBBaBIBEBaSBBBiaBBBSBZBaMIEBS&MSSlSSBlBBSBSSBSSBBXaSi
We hebben neg geen
Ministerie
SJe Socialisten êmvm
geen verantwoortielifk-
heid opnemen
Ü2 Liberalen setten hun
pretentie boeen's lands
O.Y. mag geen duim
afwijken van sip pro
gramma
De vorming van ccn nieuwe Regeering
stuit op groote moeilijkheden. De groot
ste moeilijkheden komen voor de zooveel-
ste maal van de zijde der Socialisten die
voort schermen met het woord deflatie
om alle besnoeiingen te bekampen en aan
tc draven met nieuwe belastingen. In hun
rangen is de H. De Man weer op den
voorgrond getreden met allerlei linan-
cieele voorstellen, die zelfde resultaat zou
den opbrengen als zij ons bezorgd heb
ben toen hij Minister van Financiën was.
In den schoot van den Soc. Partijraad
werd de deelname aan de Regeering be
sproken. De eene was er voor, de ander
er tegen. Ten slotte werd besloten de be
slissing over te laten aan een Kongres.
Met Paschen kwam er een lichte pauze
in dc onderhandelingen door den H. Pier
lot gevoerd.
Maandag ontving II. Pierlot verschillen
de socialistische Ministers.
Naar verluidt hadden de HH. Pierlot
en Gutt een financieel plan opgesteld
waarvoor zij de verschillende partijen
trachtten te winnen en dat wij als volgt
kunnen samenvattengeen spraak meer
van afhouding van 5 '/o op dc loonen hui
len dc schommeling voorzien op basis van
den index, alle hulpgelden ca toelagen
zouden worden verminderd, zekere belas
tingen verhoogd, en taks op de win
sten der elektriciteitsmaatschappijen. De
Staatsbeambten zouden ook hun bijdrage
moeten betalen voor hun pensioen. Zekere
diensten zouden vereenvoudigd worden.
De verplichte verzekering tegen werkloos
heid zou doorgevoerd worden.
Dinsdag had de H. Pierlot een onder
houd met den Koning. Woensdag onder
handelde de Eerste Minister nog met ka
tholieke en liberale personaliteiten.
Woensdag avond had dan nog een ge
wichtige politieke conferentie plaats op
het Koninklijk Paleis, onder het voorzit
terschap van den Koning, en met de aan
wezigheid van de Katholieken HH. Pier
lot, Descbrijvcr en Sogers, van de Socia
listen Wan tens, Soudan en Spaak, en van
dc Liberalen Max. Dcvèzc en Lippens.
Waren nog aanwezig de H. Gutt, Minis
ter van Financiën, H. Richard, Minister
van Ekonomische Zaken, en H. Janssen,
Gouverneur van de Nationale Bank.
De vergadering duurde ruim een uur.
Geen enkele mededeeling werd verstrekt
over de beraadslagingen.
II. Pierlot bleef nog een half uur lan
ger bij den Koning en kreeg van Zijne
Majesteit opdracht en nieuwe Regeering
te vormen, opdracht die de H. Pierlot
aanvaardde.
Een spoedige oplossing van de Regee-
rii-gscrisis wordt niet verwacht.
Van Vlaamsche Katholieke zijde zal
ongetwijfeld volledig rechtsherstel voor
Vlaanderen worden geëischt.
Hierop zal ook zekerlijk verzet oprij
zen vanwege de Liberalen. Financieele
en ekonomische maatregelen zijn hoogst
noodzakelijk. We betwijfelen sterk dat
de Socialisten hun instemming zullen
willen betuigen. De moeilijkheden blijven
dus even groot.
HET SPEL HERBEGINT
Het Handelsbladis niet te spreken
over de moeilijkheden van allerlei aard,
die zich weer opstapelen bij de onder
handelingen over de samenstelling van
een nieuwe regeering. Hetzelfde specta-
kel dat vóór de verkiezingen zoo'n diskre
diet op ons parlement wierp, herbegint.
Nogmaals geraken de hceren er niet toe
ccn rcgecring samen te stellen.
Zoo is dus tegenwoordig het beeld
van het Belgisch parlementarisme. Het
heeft geen reden er lier over te zijn.
Men spreekt reeds van een zakenkabi
net. Dc heeren gekozenen mogen beden
ken dat zulks het grootste affront is dat
men hen aandoen kan. Het idee alleen
is ccn treffende illustratie van de mach
teloosheid van ons parlement.
Met dit al, ziet men hoever wij ge
raakt zijn in liet straatje zonder eind.
En dat op een oogenhlik dat wij aan dc'
•v-ereld een beeld van eensgezindheid dien
den te geven. Van eensgezindheid en van
vastberadenheid. Of is de internationale
toestand soms nog niet bedenkelijk ge
noeg?
Dat is nu het gevaar der democratische
landen hunne innerlijke verdeeldheid. Die
verdeeldheid, zii heeft elders de dictatuur
doen opstaan.
In tijden van oorlogsgevaar, wordt
de behoefte aan vrede dubbel sterk
gevoeld. Het is dan ook voor geheel
de Katholieke wereld een troost ge
weest, te vernemen dat de eerste
woorden van den Heiligen Vader in
zijn Paaschrede waren: nPax Vobis-
cum de vrede zij met U.
Op het oogenblik dat, thans door
Mussolini een nieuwe gewelddaad
wordt gepleegd op een klein volk, dat
der Albaneezen, wordt het gevoel van
onzekerheid, dat zich van de kleine
volkeren meester gemaakt had sedert
de machtsgreep van Hitler in Tsjecho-
Slowakije, opnieuw verhoogd. Paus
Pius XII roept ons toe: Pax Vobis-
cum». Hij zet ons aan om ons ver
trouwen te behouden. Alleen in Chris
tus, die voor ons geleden heeft, berust
de werkelijke vrede, zegt Hij. Doch
ook menschelijkerwijze is het behoud
van den vrede mogelijk, indien de
volkeren zich laten leiden door weder-
zijdsch besef, door de princiepen van
de rechtvaardigheid en van de liefde.
Rechtvaardigheid alleen is onvol
doende. Ze moet verlicht worden door
de liefde, die het oog doet zien en het
oor doet hooren. Alleen dan zullen de
volkeren ook beseffen hoezeer ze op
mekaar aangewezen zijn en zullen ze
door de erkenning van de nooden der
anderen gemakkelijker geneigd zijn
tot tegemoetkomingen.
De H. Vader heeft geen volkeren
genoemd. Hij heeft er ook geene im
pliciet aangewezen. Hij richt zich niet
in 't bijzonder tot Duitschland en Ita
lië, behalve wellicht waar hij zegt dat
«de vrede onmogelijk is als pacten
die plechtig werden gesloten en be
krachtigd, alsook het gegeven woord
hun echtheid en hun waarde hebben
verloren
Door te wijzen op de rechtvaardig
heid, richt hij zich. even goed tot de
gewezen verbondenen, die zich dan
toch ook, door de onrechtvaardigheid
van de na - oorlogsche verdragen,
schuldig hebben gemaakt aan de vre-
desbedreigingwaarvan niet zij, maar
wel de kleine landen het slachtoffer
worden.
-«os-
Reeds jaren stond Albanië onder
den invloed van Italië. Economisch
was het omzeggens gelijkgeschakeld
met Italië. Het is dan ook niet om
onmiddellijke economische voordee-
len dat dit kleine landje aangesloten
werd. Het gaat ook niet om Albanië
zonder meer. Hier staan we voor een
probleem met groote ingewikkeldheid.
Door de aanhechting van Albanië,
wordt Italië feitelijk heelemaal mees
ter van de Adriatische Zee. De kust
van Joego-Slavie immers biedt weinig
of geen strategisch nut. Er is hier dus
een strategische drijfveer op te mer
ken.
Albanië is echter ook een spring
plank op de Balkan, van waaruit ver
dere expansie in Oostelijke richting
kan geschieden. Van nu af mogen we
zeggen dat al de Balkanlanden be
dreigd zijn, uit het Noorden door
Duitschland, uit het Westen door Ita
lië. De as Rome-Berlijn, dat gevoelt
men duidelijk, is op weg om geheel
Zuid-Oost-Europa, te onderwerpen,
economisch en ook politiek.
De reden voor deze politiek moet
weer gezocht worden in de economi
sche moeilijkheden van Duitschland
en Italië. Geen economische moeilijk
heden van gewonen aard, zooals we
die bij ons kennen en die zouden te
wijten zijn aan een wereldcrisis, moei
lijkheden onder vorm van werkloos
heid en verminderde bedrijvigheid.
Neen, juist het omgekeerde is oorzaak
van moeilijkheden. Het is omdat er
te veel bedrijvigheid is, dat het in de
totalitaire landen niet gaat. Immers
zooals het hier reeds eenmaal uiteen
zetten, is door de verhoogde produc
tiviteit van Duitschland en Italië, ook
de vraag naar grondstoffen en voe
dingsmiddelen gestegen, en beide lan
den zijn hiervoor in groote mate af
hankelijk van het buitenland. Om nu
van het buitenland te kunnen koopen
moet men geld hebben en in het in
ternationaal betalingsverkeer wordt
dit geld deviezen genoemd. Beide
landen hebben geen reserves aan de
viezen, ze kunnen alleen maar koopen
met de opbrengst van hun verkoop in
het buitenland. Daar nu aan hun
respectievelijke uitvoer allerlei moei
lijkheden in den weg gelegd worden,
is de groote productiviteit die dc enor
me werkloosheid opgelost had, op
nieuw bedreigd. Daarom veroveren
Duitschland en Italië, nu met de
brute macht kleine landen die in ze
kere mate hun tekort aan grondstof
fen kunnen aanvullen.
MACHTSONTPLOOIING.
En ook deze verklaring is onvol
doende om de handelwijze der tota
litaire staten volledig te begrijpen.
Zelfs al hadden Duitschland en Italië
thans geheel Midden- en Zuid-Oost-
Europa in hun handen, dan nog zou
den ze, zoowel voor hun uitvoer als
voor hun grondstoffen aangewezen
zijn op de rest van de wereld. Dan
zou die economische afhankelijkheid,
nog maar in betrekkelijke mate er-
\ninderd zijn.
We meenen de uiteindelijke grond
van geheel de handelwijze van Hitier
en Mussolini te moeten terugbrengen
tot een kwestie van machtsontplooi
ing, die beiden nastreven, om hun
koloniale eischen rrieer kracht te kun
nen bijzetten. Duitschland vraagt
reeds sedert verschillende jaren zijn
voor-oorlogsche koloniën terug, daar
het met zijn reusachtige bevolking et-
behoefte aan heeft, omdat het ook
een plaatsje wil hebben onder de zon.
Frankrijk en Engeland, die het groot
ste deel van die voor-oorlogsche ko
loniën bezitten beweren niets te kun
nen afstaan. Als die landen zoo ge
hecht zijn aan die koloniën, als ze
die zoo noodig hebben, dan begrijpen
we des te gemakkelijker dat ook
Duitschland, die kan noodig hebben.
Engeland heeft reeds eenmaal ge
tracht de Duitsche eisch te omzeilen
door bij monde van enkele politiekers.
o. a. door een van de makers van hei
Verdrag van Versailles, Lloyd George,
te verwijzen naar de koloniën van dc
kleine landen, Belgie, Nederland er,
Portugal. Duitschland heeft toen ge
antwoord dat het g?en andere dan
Zijn eigen koloniën terug wenscht. Nu
toont Engeland zich bezorgd om het
bestaan der kleine landen, maar eens
zegde het zelf, neem de koloniale be
zittingen van die kleine landen!
We voelen het maar al te goed, hier
ontbreekt het begrip der rechtvaar
digheid, dat onmogelijk tot zijn recht
kan komen, omdat de liefde ontbreekt.
En als de rechtvaardigheid niet
heerscht, dan treedt in de plaats het
onrecht van het geweld en van de
verdrukking. Duitschland en Italië
gebruiken verfoeilijke practijlcen,
maar hebben de rijke landen, daar
ook geen schuld aan?
(Nadruk verbodenROSKAM.
Ten einde de gansche groote politieke bedrijvigheid
om Albanië heen en de gevolgen ervan onze Lezers
beter te kunnen uiteendoen, geven we hieronder in
een kort overzicht het geschiedkundig ontstaan van
het land.
ALBANIË
mW'-!
iuco-
SLAWIEN
OSTAR
NfSCH f'
SOFIA
'A
li
/"ÏALOm
ff ALIEN
IBfiBBIBE3fiBB3BaHSaa3!5E!2EEBEaS® JfiBHBBBBBiEia2BBBBBBBBBBSBBBiaBEBaBHBBSflBBBBaHaBSEBBSHEE3»
Bij gelegenheid van het Paaschfeest
heeft Z. H. Pius XII in Pt-Pieterskerk
te Rome de H. Mis opgedragen.
Het is de eerste maal dat de Heilige
Vader de Heilige Mis heeft gecelebreerd
in de Vatikaansche basiliek sedert zijn
Kroning.
Onder deze H. Mis heeft de Paus een
toespraak gehouden, waaruit we de voor
naamste punten lichten.
De toespraak begon met de woorden
van den Goddelijken Meester aan de
Apostelen op den avond der Verrijzenis:
DE VREDE ZIJ MET U
De vrede zij met u.
De Verlosser, uitgeroepen tot Vrede
vorst, zeil de heraut van den Vrede,
schonk door Zijn bloed den vrede aan
aarde en hemel. Zooals de apostel het
zegt: Hij is onze Vrede.
Dit beroep is versterkend op een uur
waarop overal om vrede wordt gesmeekt,
die zooals de H. Augustinus het zegt, het
hoogste goed is. Maar, helaas, ook nu
blijkt de waarheid van de woorden van
Jeremias, die riep: Vrede, vrede, maai
er is geen vrede. Zoo vergaat het de we
reld. Een gevoel van ontevredenheid en
van opwinding heeft zich meester ge
maakt van de geesten, alsof men aan den
vooravond staat van de slechtste dagen.
Er kan inderdaad noch vrede, noch orde
zijn, die juist den vrede uitmaken, wan
neer al te dikwijls de zonen van eenzelfde
moeder verdeeld zijn door partijtwisten
en eigenbelang, wanneer er zooveel werk-
loozen zijn, en fleze, helaas, te gemakke
lijk een mooi worden van valsche leer-
ste dingen en organisaties.
GEEN VREDE, ZONDER WEDEK-
ZIJDSCH BEGRIJPEN
Er kan geen vrede zijn indien onge
lukkig tusschen de naties dat weder-
zijdsch begrijpen ontbreekt, dat alleen de
volkeren kon voorstuwen op den lichten
den weg van vooruitgang, indien plech
tige verdragen en gegeven woorden alle
zekerheid en waarde hebben verloren,
wanneer juist op de-ze waarden de grond
slag gelegd moet worden van wederzijdsch
begrijpen zonder hetwelk de materieele
en moreele ontwapening van dag tot dag
onmogelijker wordt.
Wat is de oplossing van dit kwaad?
Alleen Christus kan den vrede bren
gen, dien de wereld niet geven kan, door
den vrede in de zielen te laten doordrin
gen. Het is niet zonder reden dat Onze
Heer, toen Hij Zijn Paasehgroet uit
sprak, er onmiddellijk de ontschatbare
gave aan toevoegde van het H. Sacra
ment der Biecht, bestemd de zielen ge
nade te verleenen, bron van het leven,
de zoete troost en het inwendige even-
wacht, dat volgens den H. Augustinus
door God aan lichaam en ziel geboden
wordt.
DE GRONDSLAG VAN DEN WAREN
VREDE
De grondslag van den waren vrede be
rust dus in de kennis, den eerbied en de
gehoorzaamheid aan God. Hij is de Hoog
ste Rechter en de Hoogste Schenker van
den Vrede. Vrede en Rechtvaardigheid
omhelzen zich in Hem.
Zooals het onmogelijk is den vrede
zonder orde te hebben, zoo kan men cok
geen orde hebben zonder rechtvaardig
heid. Deze eischt de gehoorzaamheid aan
de wettige macht en zij eischt ook dat
de wetten geordend zijn en het gemeen
schappelijk welzijn in acht genomen
wordt, zij eischt dat vrijheid en men-
Z. H. PAUS PIUS XII.
schelijke waardigheid geëerbiedigd wor
den en dat de rijkdommen gelijk ver
deeld worden. De rechtvaardigheid wil
buitendien dat de heilzame actie van de
Kerk, meesteres der Waarheid, en bron
van geestelijk leven, weldoenster der
menschheid, niet wordt belemmerd.
En mot de rechtvaardigheid moet ook
de liefde heerschen. Indien de enge en
koude rechtvaardigheid moet vereenigd
worden in een broederlijke eendracht
met de liefde, is al te dikwijls het oog
blind voor de rechten der naasten, en
wordt het cor doof voor de stem der
gelijkwaardigheid, voor de eerlijke en
welwillende toepassing der rechtvaardig
heid die zelfs in de moeilijkste tegenstel
lingen een redelijke oplossing mogelijk
maakt.
De liefde die Jezus-Christus door het
woord heeft geleerd en door het voor
beeld, en die, toegepast, de geesten zal
versterken, zal in plaats van den twee
strijd hartelijke samenwerking brengen,
in plaats van de tegenstellingen het we
derzijdsch begrijpen.
Zoo zal men tcrugkeeren naar do we
gen van weder zijdsche vriendschap, waar
de rechtvaardige belangen van allen ge
lijkwaardig behandeld worden en waar
men geen opofferingen schuwt voor het
hoogste welzijn van de menschelijke sa
menleving aan het gegeven woord.
De toespraak eindigae met een beroep
op allen, op alle volken, op de regeerders,
voor vrede in rechtvaardigheid en liefde,
en door een gebed tot den Heer, opdat
Hij aan Zijn zonen, gezeten aan de sa-
eramenteele Paaschtafel, den geest zou
lesren van de liefde, en hen vereenigen
door Zijn goedheid.
Een dichte drom geloovigen had zich
ook opgesteld op het St-Pietersplein, on
danks net grijze weer.
De H. Vader werd zeer geestdriftig
toegejuicht toen Hij na afloop der plech-
tigneid, op het balkon verscheen en de
Paus moest eenigen tijd wachten tot de
toejuichingen bedaard waren, vooraleer
Hij den zegen kon geven aan het volk,
dat in een aangrijpende stiUe neer
knielde.
In een tijdsruimte van zes maanden is
door twee Pausen een beroep gedaan op
het wereldgeweten om den vrede, het
beste aller goederen, te bewaren.
Nog heeft aller geheugen het aanden
ken van de roerende rede, die Paus
Pius XI in de kommervolle September
dagen 1938 uitsprak, bewaard en reeds
voelt zijn opvolger, Paus Pius XII, den
nood om met aandrang en nogmaals op
de onschatbare waarde van den vrede te
wijzen.
Dat is zeker: de menschen achten den
vrede niet naar behooren. De vrede zal
slechts schitteren in al zijn heerlijkheid,
wanneer hij opnieuw midden de vernie
ling van den oorlog een ongenaakbaar
ideaal zal geworden zijn.
Het heeft geen zin het te verhelen: het
uur is ernstig en de vrede loopt gevaar.
De Heilige Vader zelf schroomde zich niet
het woord van den profeet aan te halen:
Men riep, vrede, vrede en er was geen
vrede
Men denkt in deze beangstigende oogen-
blikken onwillekeurig terug aan het woord
waarmee Jaurès de Julidagen 1914 ken
merkte: une veillée d'armes.
De Paus heeft ernstige woorden ge
bruikt om de oorzaken van de misnoegd
heid, die thans de landen vervult, aan te
wijzen.
Hij heeft geen land genoemd, want de
Vader aller Christenen laat zich in geen
kamp indeelen.
Hij heeft gewezen op den ernstigen eco-
nomischen nood, die voor velen een ge-
reede aanleiding wordt om zich in slechte
vereenigingen te laten opnemen en tot
verwerpelijke doelstellingen te laten ge
bruiken.
Hij heeft gesproken over het onver
stand der Zonen eener zelfde moeder,
welke zich door partijenstrijd laten ver-
deeien: een dringende aanmaning tot een
dracht van de katholieken, die toch de
sterkste internationale organisatie ter
wereld zijn.
Hij heeft erop gewezen dat geen vrede
mogelijk is indien tusschen de landen
geen wederzijdsch begrip bestaat, indien
plechtige verdragen en het gegeven woord
allen waarborg van zekerheid en besten
digheid hebben verloren.
Dc heelmiddelen tot de kwalen welke
den vrede bedreigen, vindt de Heilige
Vader in de rechtvaardigheid, welke
eischt dat aan de wettige gezagdragers
gehoorzaamheid worde gegeven, dat de
landswetten tot het algemeen welzijn
strekken en dat de rijkdommen recht
vaardig verdeeld wezen. Bij de rechtvaar
digheid dient ook gevoegd dc liefde, die
naar het woord van Bcrgson de
groote veropenbaring is van dc Kerk aan
de wereld.
In de harten der moeders en der jonge
mannen zullen 's Pausen aanmaningen
een diepen weerklank vinden.
Ds moeders zullen nooit aannemen dat
achteloos wordt omgesprongen met die
levens welke hun bloed en tranen hebben
gekost.
De weerbare jeugd wil geen oorlog, niet
zoozeer uit vrees voor liet offer, dan uit
afschuw voor een slachting, waarvan het
kenmerk is: dat zij totaal nutteloos zal
zijn.
Oorlog immers brengt wel wapenstil
stand doch nooit geen waren vrede.
Daarom blijft ook nu de eenige taak
der staatslieden: den vrede in eer en
rechtvaardigheid voor te bereiden.
De Courant
Het koninkrijk sedert 1928 telt
838.000 inwoners, die meestal de Mo-
hammedaanschen godsdienst belijden en
90.000 Katholieken.
Het land, vroeger in Turkije ingelijfd,
verklaarde zich in 1912, als gevolg der
Balkaansche oorlogen, onafhankelijk. Al
banië kreeg als eerste koning Prins Wih-
lem von Wied, die bij het uitbreken van
den wereldoorlog naar zijn Duitsch vader
land terugkeerde.
Gedurende den oorlog van 1914-T8 werd
het land door de Oostenrijkers die zich
in het Noorderlijke gedeelte bevonden
eenerzijds en de Italianen en Franschen
anderzijds betwist. Bij den wapenstilstand
maakte Yougo-Slavie aanspraak op het
land, maar de Albaneesche bevolking
kwam in opstand en verklaarde zich met
Italiaansche hulp zelfstandig.
Het land was steeds de groote twist
appel tusschen Belgrado, dat streeft naar
een groot Servisch rijk lcngs de Adriati
sche Zee ,en Rome, welke geen sterke
gebuur verlangde op de Adriatische kust.
Albanië kende van 1918 tct 1924 een
reeks van binnenlandsche onlusten. Ahmed
Beg Mati, heden koning Zogoe. een der
opstandelingen, wist zich eindelijk van het
gezag meester te maken.
Zogoe had zich in dc gevechten tegen
de Serviërs weten te onderscheiden, zoo
dat hij eerst tot president van de Albaan-
sche republiek werd verheven. In 1928
werd de grondwet gewijzigd en liet Zogoe
zich als vorst van het koninkrijk uitroe
pen.
ITALIË-ALBANIË
De koning Zogoe streefde voortdurend
naar goede vriendschap met Italië om het
Servisch gevaar af te wenden.
In 1926 reeds werd het vriendschaps
verdrag van Tirana met Italië gesloten.
In 1928 miek het plaats voor een bond
genootschap, waardoor Albanië een Ita
liaansche leening van 150 millioen lira's
verkreeg voor de nationale uitrusting
(o. a. voor scholen en wegen) van liet
verachterd land. Zelfs werden in 1932 on
derhandelingen gevoerd over het sluiten
van een tolunie (gelijk die van Belgie cn
het Groot Hertogdom Luxemburg) met
Italië.
De Italiaansche overweldiging op Goe
den Vrijdag, waardoor Mussolini het best
bewezen heeft ook de godsdienstige ge
voelens van zijn christelijk volk te willen
afstompen, voltrokken verplichtte Enge
land waarlijk niet in te grijpen. Immers
de belofte, welke Engeland aan bedreigde
Staten heeft gegeven, was nog niet toe
passelijk op de Staten, welke door Italië
zou overweldigd worden. Het is zelfs de
vraag, of Engeland het Paaschaccoord
1938, dat den toestand in de Middelland-
schc Zee waarborgde op Albanië toepas
selijk is, want Albanië ligt niet aan de
Middellands,che Zee, maar aan de Adria
tische Zee en daar heeft Engeland geen
groote, rechtstrecksche belangen te ver
dedigen.
De Italiaansche militaire actie tegen Al
banië beeft nogmaals het brutale geweld
op het recht van liet zwakke schaamteloos
doen zegevieren. Italië kan voor zijn plots
ingrijpen geen enkel ware rechtvaardiging
aanhalen, maar het ging hier om het
schaamteloos ontkennen van zijn eigen
verdragen, waardoor Italië herhaaldelijk
in de laatste tijd de zelfstandigheid van
het koninkrijk Albanië officieel waarborg
de.
Dat Albanië onder Italiaanschen invloed
stond zal niemand kunnen loochenen
waarom dan het vijandig optreden van
Rome
Italië beeft in Albanië gelijk Duitsch
land in Tsjecho-Slowakije, een strategi
sche plaats bezet, en dit wellicht met het
oog op de mogelijkheid van ccn Fvzopce-
sche oorlog. Aldus hopen de 2 dictatuur
staten samen geheel Oost en Zuid-Oost
Europa in bedwang te kunnen houden.
Dit is liet eerste antwoord van de as-po
litiek op het anti-Hitier blok van Cham
berlain.
Door de Italiaansche machtsgreep ver
liest Yougo-Slavie zijn vrije uitweg op
zee cn wordt gekneld, meer dan ooit. tus
schen dc 2 nijpers van de as-politiek.
De wereld staat weer op stelten, op het
springen. Deze maal is de aanleiding
hiervoor de bezetting van Albanië door
Italiaansche troepen.
In onze laatste berichten van verleden
week konden wij nog een en ander hier
over melden. Hier nu enkele nadere uit
eenzettingen over deze nieuwe schending
van de onafhankelijkheid van een klein
landeke.
Sedert jaren stond dit land onder den
Italiaanschen invloed. Koning Zogoe voer
de het bewind over dit land. Tot nog toe
regeerde hij steeds met den steun van
Italië, die de onafhankelijkheid van zijn
land had gewaarborgd. Toen een jaar ge
leden Koning Zogoe in het huwelijk trad
was Graaf Ciano, de schoonzoon van
Mussolini, de eerste getuige voor Koning
Zogoe en Koningin Geraldine.
EEN ULTIMATUM
OP GOEDE VRIJDAG
Juist op Goeden Vrijdag, dag die voor
alle Christenen als geheiligd moet wor
den, heeft Mussolini de Italiaansche actie
tegen Albanië een scherpe vorm doen ne
men.
Reeds sedert enkelen tijd voordien
scheen er iets niet te vlot te gaan tus
schen Koning Zogoe en de Italiaansche
Regeering. Vanwege Italië werden ver
schillende eischen gesteld die Albanië on
der Italiaansche voogdij zouden hebben
gebracht. Koning Zogoe wees die eischen
van de hand.
Den morgen dan van Goeden Vrijdag,
7 April, zond Italië een ultimatum. De
Koning, Regeering en Kamer van Alba
nië wezen dit ultimatum eenparig van de
in Belgie, van nu tot einde jaar, aan wie
ons zendt in postzegels of stort op post-
checkrekening 155.70 van V. Sansen-Van
neste, Drukker, Poperinge, de som van
Voor het Buitenland zende men ons per
Internationaal Postmandaat:
31,45 Fr. (belg. g.) voor Kongo en Frankr.
46,25 Fr. (belg. g.) voor alle andere landen.
hand. Mussolini besloot dan het leger te
doen tusschenkomen om zijn eischen op
te dringen.
170 OORLOGSBODEMS
EN 400 VLIEGTUIGEN IN DEN STRIJD
In de loop van den morgen van Goeden
Vrijdag wierpen 170 Italiaansche oorlogs
bodems het anker voor de verschillende
Albaneesche havens. In alle havens wer
den landingspogingen ingezet, die eerst
werden wel hier en daar afgeslagen, doch
tenslotte slaagde óe Italiaansche vloot te
landen. Het Albaneesch leger was niet
machtig gencsg om de Italiaansche troe
pen, naar verluidt 100.000 man sterl:, het
hoofd, te bieden.
Intusschen cirkelen 400 Italiaansche
vliegtuigen boven net Albaneesch grond
gebied, de een of andere stad bombardce-
rsnd. Zoo werden de havensteden St Jan
de Medua en Durrazzo omzeggens volledig
vernield. De andere havensteden Vallona
en Santi Quaranta werden ook deerlijk
gehavend.
Wel riep Koning Zogoe zijn strijd
krachten ten strijde en verklaarde hij dat
de Albaneezen zouden strijden tot den
laatsten druppel bloed. Zijn legermacht,
slechts 17.000 man sterk, kon niets tegen
den overweldiger. De Italianen drongen
dan ook verder het land binnen en kon
den in enkele dagen tijds het gansche
land bezetten, niettegenstaande nog hiel
en daar door bergbewoners ccn heiligen
weerstand werd geboden.
Koning Zogoe en zijn Regeering moes
ten op de vlucht slagen, en trokken naar
Griekenland.
EEN JONGE MOEDER
EN KONINGIN OP DE VLUCHT
Koningin Geraldine, die pas twee dagen
te voren het leven had geschonken aan
een prinsje, moest ook op de vlucht sla
gen. Met een ambulantlewagen werd zij
naar Griekenland gevoerd.
Dit alles bracht mede dat zij zwaar lij
dend werd aan kraambedkoortsen, doch
thans is zij, naar verluidt, bulten gevaar.
Zij verblijft te Larissa.
Melden wij nog dat Koning Zogoe, Ko
ningin Geraldine en hoogstaande Alba
neezen om hulp verzochten bij alle be
schaafde naties. Deze hulp is evenwel uit
gebleven.
(Vervolg op 2' olad).